j 't Lied van den dag j ZATERDAG 14 JULI 1928 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT In 't kraaiennest. ALLERLEI Gekke gesprekken djplomiaat. A. B. K'. Krabbelt..,. Het Haai'lemsöher diode-es, kreeg; wee-i' een bisschop. En de vreugd over d0 uit verkiezing van mgr. Aenganant was alge méén. De g'eheele katholieke nieuwsblad- pers sip,rak geestdriftig haai' instemming uit. De organen van werkgevers en ar beiders; -die van middenstand en boeren stand gaven onverbloemd bun voldoening en blijdschap te kennen. Zelftei verscheidene niet-katholieke bladen lieten eon welge- mcenden gelukwenschi Jjooreu. Alleen „Het Volk" zweeg, terwijl het naarstig de koloinlmen der bladen naploos of er tusachen al dien lol1,, niet ©era ongun stigheid of een afkeuring, wast te vinden, die uitgebuit kon worden voor oen hatelijk artikeltje. ''Toien alle mtoeitci tevergeefs was' ge daan, ontbood de miachtige dictator van Volk en Voorwaarts den sinisterwi A. B. K., den 'meer berucht daar beroemden „Op roerige Krabbelaar'. Deze verscheen in het plrivé-kantoor vatu den ronden Musso lini, draaieaid aan, zijn artistanflamibard, lachend zijn vetste grijns1, kweeleind Zijn minzaaiinst-deeimpedigem groet. De dictator, nauwelijks acht elaamde op de pluimstrijkerijen, gaf to kennen, dat, aangezien de welluidende fa.a:mi over mgr. Aengment, tot (te bewuste arbeiders be gon door te dringen, het noodzakelijk was, ami Woml miet oen „Oproerig™. krab bel" zwart te nikken. „Ik weet geien kwaad van hem" zei A. JBi. Kl. bedeesd. „Kan hij niet van kapitalisme beschul digd wonden" gromde do Machtige. „Neen mijnheer, wij „Hè!" bulderde do Machtige. „Ik bedoel," 'bibberde A. Bi. R., „dat ik twintigmaal meel" inkoimlen liieb!" „Hij kan iiocih wel als reactionnair aan geduid worden. Met oen beetje handigheid past dat op iedereion." „Mgr. staat juist als erg] voorpiitslta*e- vend bekend, wrerpl A. D. R. tegen, „maar ik wil wel eens onderzoeken of iiij achteruit rijdt in den trein." Da Machtige sloeg; woedend op] tafel, waar A. B. R. reeds onderi wasl gevlucht. „Hier geen grapjesbegrepen!" „Neen, mijnheer" söhr-eida A. Be 'K. Met brekende stelm, „ik zal mijn best doen; de werkgevers <en middenstanders schreven ook' gunstig! over hem1, zoodat ik wel geloof, dat ik met ©enig© (moeite hem' als .reactionnair in oen artikeltje kan beschuldigen. ,,'t Zal jo geraden zijn," sl;enstonstem:de de Machtige, want anden-sen hij liet A. R. K'. zijn tijgertanden ziein. „Genade, mijnheer, genade" smeekte A. B. K., „ik geloof nu niet meer, dat ik' 't kan, maar ik weet 't. zeker." Aldus kreeg „het Volk", het roode Volk, een krabbel van A. B. R., waarin mgr. Aenigenent als reafitioiunair werd uit gekreten. A. B. R. houdt zijn baantje en de „h-e- wusten" klunnen voortdomlmel-en. UITKIJK. raden optreden, woos d-c hoofdman op- een papier, dat. hij in den tinnenzalkf-dnoeg, on Zeid-a: 1 I I L T i „Ik heb! de opdracht in dit huis te Zoeken naar een paa.psc'li priester, yen Beftren RjFVh West'f'ield. Is hij hier?" „Ais II opgedragen is 'het huis te door zoeken, dan zult gij natuiuirlij-k die op dracht ten uitvoer brengen, ookf al ziou ik VM'klaren, dat hij niet hier is." Schouderophalend wendde, de aanvoer der 'zicht weer tot de leden zijner blende. „Aan het werk, Jadobü Plaats drie -m'iin- nen bij de buitendeuren, em laat. er 'n één hugje op houden ojp dit goede intensc'h hier" zeide hij, -en wees op Mevrouw Wiestf'ield, (lie in grooten angst nog in de votorka'Mer Zat. „Deze jonge daim'e zal wel zoo goed Willen zijn ons het huis te- laten zien, daai wij nog niet de eer gehad hehben van oen vroeger bezoek aan deze plaats." Het ondorz'oek blcgon in do groots zaal, •waar de Speurhonden spoedig litezig waren icct het afnemen van schilderijen, het ver wijderen van tafels en stoelen, met klop pen op het eikenhouten lifeschot, mét het Opmeten van vloer eu muren, om1 zich al- dun te vergewissen, of er ergens' plaats was voor eene Verborgene ruimte. Nu eil 'dan vestigde de aanvoerder ©en onderzoe kenden Hik op het inieislje; dooh haar ge- laai. vertoonde geen spoor van angst of gejaagdheid, ofschoon hij ha,air eens in de oogen z'ag op iiet oiogenklikr waarop- zijne hand het paneel raakte, dat den toegang tot een geheim vertrek! alMoot. -, Het huis telde drie Zulke schuilplaatsen. Al wist zij niet, waar lnef gewaar het nuHrat dreigde, toch mooist zij zieih geweld aan doen om haar blijde, opgewondenheid ie Verbergen, toen do mannen de groote zaal verlieten Zonder do eerste schuilplaats, •misschien wel die, waarin Ralph zidh! ver- Worgen 'hield, te hebbbn gevonden. Schijnbaar onbeZorgd en k'alm' vergezel de zij de priesterjagers naar do andcJ'e ver trekken. Einde-lijk, toen het onderzoek ruim! een half u-ur gèdtuurd had, rleod oen kteet van een der m'annon haa.r opsfchrik- 'klen; mten had een steJhuilplaais ontdekt.. ■Het was achter een 'diep-inspringendan, imdorwet.steh-en vuurhaard. Ben losse tegel, welke niet recht ingezet of misschien toe vallig VerécihoVon was, had ten op' het spoor gebracht, en binnen ©enige oogtan- bliliik'cn waren andere tegels' verwijderd en z'ag taleiy een gat, dat toegang ja-fa1? tot ©ene 'kleine ruimte 'Wen-eden. Hlet was te donker om te zien of -er iemand in was, .claoJrom! begon degene, die. als Jacob was aange sproken, den priester 1e somlmce.ren om voor den dag te Kbmlen. „K-om', eens gauw naar de oppervlakte» Vrind 1" riep hij. Zwijgend staarden allen een oogenblik naar het geheimzinnig gat, maar niemand vertoonde zich. 1 „Steek dan je sabel er maar eensl door, Jacob, en voel eens o-f je nietsi tegeaf- komt", zeide de aanvoerder. D-o sabel werd door de opening gesto ken en Jado-b tastte ermede in bei) don ker, maar voelde, niets dan harde, miuren aan alle. kanten; eindelijk waagde .een der m'annen zich in liet gat emi bevond, dat de ruimte daarachter slechts con paar vierkante v-oeten groot en, geheel Wig was. „Zoo, zoo, mijn duifje-," grijnsde Ja cob, „da vos heeft dus m'eer dan één hol?" III! J I Een kwartier later kwaml een nieuwe verrassing hen schadeloos stellen voor bun vruchteloos zoeken. Twee. m'annen-, die in het aangrenzend vertrek aan het snuf felen waren, riepen vol opgewondenheid, dat zij weer eene schuilplaats hadden ge vonden. Onmiddellijk' kwamen allen, toegeloopien. Er waren twee paneelen uit het houten wandbcschot weggenomen, waardoor een nauwe gang tusse-hen de miuren aan. het licht werd gebracht. Blijkbaar was geen der beide, mannen, die 'de ontdekking had den gedaan, verlangend het -onderzoek voort te zetten, wanit eenparig verklaarden zij, dat, de «ei- toekwam' aan den hteofdimlan Miles o-f andeïsi aan zijn vriend Jacob. Maar Miles gaf aan een hunner bevel, m'et de sabel voor zich uit naar binnen, to gaan. „Breng de rat, te, voorschijn," zeide hij; dood of levend, dat komit er niet opl aan. Als Ralph] daar werkelijk verborgen was meende Grace, dan had hij n,u wet inge zien, dat hei nutteloos wasi z'ich n4g sc'huil to houden; zij maakte zich dus niet .te zeer beangst,, toen, het bevel werd uitgevoerd en de- man mot de gabel voor zich uit in do opening trad. Vloekend kwam' hij een oogenblik later terug' met mededeeling, dat het gangetje doop liep en geheel ledig] was. ,,D-e piest koine over deze plaats;!" bromde Miles. „In welke hooischuur vond men ooit meer holen cn minder ratten? Maar de rat zal gevonden worden, als moest ik ook den gelieelen nacht door zoeken." Alles hing nu af van het o-nldekken van de derde- schuilplaats', achter het wandscho-t van (1e groote zaal. In. het be gin waren zij er ongemerkt voorbij geloo p-en, maar toen de andere vertrekken wa ren doorzocht, stelde, Miles, voor;, oml de groote zaal nog! eens een goede beurtt te geven. Grace voelde den moed ontzinken. „Ik stel me voor", zei Mileisl toen zij weer in de zaal waren, „dat wij aan die lambrizeering, niet dia aandacht, geschon ken hebben, welke haar tofekrimt. Als wo eens hier en daar door het hout plorren om, te zien wat] .er achter z'it?" - „Heeft IT machtiging- olml dit huis te vernielen?" kwam' Grae'ei tusslchenbeiden. Harry Miilis, uw dienaar doet niet vaak boete liefje! Hij hee'f'tl bevel ratten te vangen. Als hout mij dat verhindert, clan moet (lal. hout weg. Daarom! m'an nen ...probeert deze wanden eens, era brpekt er zoo hier en daar eens cei* stukje, uit. Begin hier maar, Grabb-e-, en kijk' eens wat hier achter zit." I II I Terwijl hij zoo. sprak, klopte, h'ij| m'e.t do band tegen liet noodlottige paneel, dalt de derde- en laatste geheime ruimte af sloot. Tevergee.ïsi .trachtte holt moedige meisje, zich goed te houden; Zij gevoelde, dat het bloed haar naar het hoofd steeg, en een der mannen, hare, ontroering he in-erkend, riep zegevierend uit „Gij h'ebt het geraden, ar. Miles!" Bijna o,p hetzelfde oogenblik' viel de bijl met. een slag neer en versplinterde biet paneel, waardoor een kleine doorgang; in den m]u,ur .open k'waim- te liggen. Als versteend van .schrik zagG.raic'e, toe; alsof een slang hare oogen geboeid hield hleel" zij staven op de, opening, waardoor haar broeder Ralph onmiddellijk ais ge vangene te voorschijn gebracht zo-u wor den. De. man kroop naar binnen, en "tastte rond in de kleinte, kalmleir en kwam c,enige «ogenblikken later weer te voorschijn. „Even ledi-g als do r-est, kapitein, even ledi-g als de rest!" hoorde Grace hem' nog zeggen; eene duizeling overviel haai en zij greep met (1e hand naai' den muiaf om niet te, vallen. Terwijl de mannen nog teleurgesteld en half twijfelend naar het gat in dean muur stonden te kijken, sktvaan- buiten een ruiter naar de voordeur! gereden, duwde (lie bei|dle munten, -die daar do wacht hielden-, op zijde, en ging, recht naar de groote Zaal. Het w-as Sir William Glasisinghain, een Katholiek vrederechter, die ruim' vijf' mij len vandaar woonde. „Wie .onder jullie-, vlegels ,heet Miles,? Antwoord -en liefst wat vlug!" Met een brutaal -gezicht lieek Mil-es den vreemdeling aan en tikte even aan zijn hoed. „Ik heb de eer, Sir Willia'm' en ik meen de. Mat ge dat wel wist. En dien tillol van vlegel zou ik maar bewaren voor priesters en papen. Ik beu in dienst des Koinings en volbreng de. bevelen des Komingtj." „Koning Charles is niet gediend van zulk uitvaagsel. Pak je weg', ztaolang.ge liet nog heelhuids doen kunt." „Koning 'Charles? Wat bedoelt U?" vroeg Miles. „Uw meester, Koning Jameis,, is door God opgeroepen om' verantwoording af te leggen voor zijne- daden en Charles ia thans uw koning. Dat. is, alles, w,at jk bedoel." „Koning Jaimles dood?" stotterde Miles. „Mo-et ik het misst-bien nog eo-us zeg gen?" vroeg sir Willia'm' met klinilmend ongeduld. „Luister goed, vriendik geef u drie m'inuten omr dit hluis tel verlaten, waarin ge u wederrechtelijk bevindt, en als er dan nog één uwer binnen mijn bereik is. (Jan zal Koning Oharlesi helm laten voelen, wat liij denkt van laffe priesterjagers als gij zijtl" Zonder een bevel van 'lvun hoofd-mbn af te- wachten, dropen de- mannen met tweeën -en drieën tegelijk' al' en verdwenen door de geopende, deur. Een paai" minu ten later had Grafie de vlo-ldocning van (ten tuinman te hoioreo, dat zij al uit heit! ge zicht verdwenen waren. Zij haastte zich out het gelukkige hieiuws aan hare. tooeder hekend te maken., en keerde daarop terug naar den hoogst welkomten bezoeker, oiu- hem hare oprechte dankbaarheid te- bo gen voor zijne reddende tussehénkoanlsf. „Die indringers Webben al o-nze schuil plaatsen gevonden," zeide z'ij„maar mijn broeder was nergens te vinden; ik begrijp niet hoe hij ontsnapt is, want elk hoekjo van liet huis hebben zij doorsnuffeld. Misschien is hij nog in gevaar." „Maak u m-aar niet ongerust", verze kerde Sir William1. „Father Ralpl kan nog niet ver wog -zijn en wij zlullen Weimi spioieJ dig achterhalen." Spoediger dan zij ver-wacht hadden werd alle reden tot bezorgdheid wegjgfe- nomen door Father Ralph zelf, die even later binnen kwaml -en zijpe Wiomderb-afee ontsnapping verklaarde. Hij Vertelde dat hij op het laatste oogenblik1 was, g,aan twijfelen aan de veiligheid van de schuiL p-laats welke hij gekozen had inder daad de fierste, welke, door de bendy ont dekt werd waarop hij ze haastig weer verlaten had; op- de teen-en was 'hij toen naar een aangetegen kamërtj-e gevlucht, door con kl'ein raampje naar buiten gekro pen en had -zie'h daai' in da diclhta klim-'- planten tegen den m|uur verscholen. 1-Iet behiO'eft niet geziegd, dat de troons bestijging van koning Charlesl door de Katholieken in het igeho-ele koiiinikrijk, m-aar meer dan ergens, op hét laudgo-eid der Westfields met vreuigdo wer-d begroot. De. lijden der priesterjagers waren vooa-bij en men durMo weer hopen op betene- dagen. Misbruiken in vroegen tijd. Het is -bekend hoe er iu del 17-e e(eu!w alouil in den lande gekjnpeiid werd olm zie'h de voordeel-en te v-eroJekfeitem van, al lerlei alniibten, posten e.-d. b-ij gelmeenteoi, p-mvincd-o of Wijk. Men spi'-eeikt van een heerschappij dea- r-egentenfamiEesi, die hier in bestond, dat aniea laags: allerlei kiroimim-e wegen belpiroefde baantjes te krijgen |an in de familie te homld-en. In Drenthe 'WeeiBl m,en deze knoeierij helaas ook gekend, adhrijft de „Ptroiv. Drentsöhe -en As-ser Courant". En een Merkwaardig stuik sipr;eelkt o-.a. op treffen de wijze van d-aziei schaalde. Voigepsi dat geschreven stuk h-eeft zich to-en teir tijd het volgende ongehoorde feit vaotrigodaan Een riddermatig Daiii'ddalgpciampai'flnt Jonker Alexander Wigholt d-e Goninck t,ot Peysei, die na zijn op 10 Noy. lt>79 afg-e- legd-en eed, dien dag opder die Rii|dldca-- schap van Deen the ter Landdagci toeg-e- laten we.rd voor ,d-e Hav-elzatlh-e ta P-eiz'e, in plaats van zijn Vader Jonker Baritole- maus, verkeerde .blijkbaar; in geldv-er-le- gentieid. D-it bracht hem) er toe liet pot te leenein aan verdachte Voiorstellen Vajn den ontvanger C. Ellen,ts qni van den rent meester .W. Luusinglh,. Hij belqofde;, en nog wel in een geschreven stuk, dat( hij nvet een £e,tuig,e onderteeklenidq,. dat hij tegen verg-pe-ding van geld,, steiod-si pte het ging- -om] benoemingen voor aimibtqn of pos ten, zijn steml jïoo- zo,n uitbrengen, aid do beide hoeren het wilden. De vergoeding' voor de stcml werd „discretie" genoemd, in li-et bado-eldei stuk wordt gezegd dqotr den .iiO-nkei", -dat 'hij zich gewillig] .„ver- obligeert end-e verbindt oml in.lfeounlplati-dli in alle. billyake sollicitaties' over te e-en,e off ander charge plflf em-ploy t). Ell-ents en W-. Lunsingli (oft dien sij eolteni goet- vinden heim] .au», te wysem) imlet zijp ade- lycke stemim'e te asisisteeren ende bij ho springen, ondt toekende na do Woiadani- cheyt van 't -em-ploy, d,aer over de sollici tatie valt, telckens een billycke discr-ellie iyij haé-r o-ff! henil telcibens na billyckheyf. te begrfloten en de wyder niet." Het is zonderling,, dat de boeren Ellents, -ontvanger-generaal van de Lautschap Drenthq, -en Lunsingh, .reintm-eester van het Stift Dikninga, to]t zulke inindeirwaar- (lig-e veAdntenissien geineigd waren;, Iwcwiel zij beiden ,dns toch mannen van geiZa(g( en aanzien waren; mia.ar... 'liet verschijnsel was vrij algeiiiw-n in don lande in die da gen. De Coni-ncik, die zicli dus voor geld ver bonden Ihail om) op een bopolal-ite wijze te stommen in ige-val van bauoemingieini, is sledhts tot Juni 1684 pp de Landdagen verschenen. Da havazath.a te Reizle ge raakte. .uit zijn hand cn ging ovor op zijn broeder Justusi. Bet bovenstaande, wen-pt ,cr ceaiig licht op boe in die, dagen m-'a-npein vanl invloed hun betoklcingiem,, zo-nein-, neven, cn]z'. baan tjes en posten poogden te. verschaffen. Het- was to,en oen bepaald sitelsel oml ,,<lis- cretiën,, aan te. oioimion vorar steun, ii< oen bepaalde richting. Bismarck. Het is, aan hei einde, dezen- maand) der- iig jaren geleden, dat prins Otto, vo,n Bis marck overleed. Hij was, toien siud.s ruim 8 jaren geen rijkskanselier moor, na, dit almibt, van 1871 af, bij de stichting van het nieuwe Duitsic'h'o Keizerrijk' te. hebben be kleed. De voortdurende wrijving Jnet. Wil- hel'm II, die in 1888 keizier was gewor den, had hom' genoopt in hieit liqgini van 1890 zijn .aimibt neer t'e loggen. Bistotaok was ongetwijfeld -een der grootslt-e en miadhtigfete .staatslieden van zijn tijd. Hij wa.si de stichter van het Rijk, dat in 1871 zijn voltooiing kroeg en! mion beschouwde licm] jaren-lang als de. arbiter van Europa.. Jamlm'er dat zijn politiek te vo-el in hfet teelten van wapengeweld stond. En nog m-eer jamlm'er ,dat hij m'eende, toen liij op het toppunt vani zijn m'aicht gekomen was-, den strijd tegen de Kerk' te kunnen aanbind, au. Gelukkig keerde 'hij, na ettelijke jaren, voor, een groot gedeelte, althans: v,an de dwalingen zijns weegs terug. Ongeloovig was; Bismarck overigens niet, ten minste ni'et in zijn rijpere- levens jaren. Uit een pirnbesitantschl gezin gespro ten en in zijn jongelingsjaren vrijwel vaW den godsdienst vervreemd, kwalm! hij latei- tot inkeer en tot helt geloof irf een per soonlijken. God. Merkwaardig voor zijn begrip en kennis van godsdienstzaken, is een onderhoud, dat hij in Augustus 185'® te Ostende mtet den sedert 1848 uitlandigen Prins van Pruisen, den latarcn keizer Wjilhelmi I had. Zij kwamen over orthodoxie te sp,reken, en tu,en vroeg de Prins; aan Bismarck: „Wat verstaat u onder orthodox?" „W-el", ant woordde Bism'are-k, ,,-dat is iemand, (lie ge looft dat Jezus, is de Zoon van God, voor ons gestorven, als- een offer tot vergif fenis onzer z'ondenik kan 't opi Wet .oogen blik niet juister uitdrukken, m'aar dit is liet kenm'erbende in de- geloofsverschillen." „Maar is er dan iemand, zóó vap' Go,d verlaten, dat hij dit niet gelooft?" riep' da Prins uit, die van lieti in die dageln weder opkomend ongeloof niet veel moheen te we ten. Bismarck was een mlan van veel tem perament, -en die jarenlang tofet' hardo hand regeerde. Men noifim!do helm! den „ijzeren kanselier", en befaa'm'd is z'ijn woord, dat or vraagstukken zijn, die, all-oeii m'ei ijzer ,en bloed (oorlog bedoelde liij) kunnen worden opgelost. T,n zijn jonge jaren had hij hropwensi a-ls student ijverig meegedaan aan ,,'mfensu.r" e,n tw,eegie;vech- ten. Toch' was hij geenszins te'oo ongfevoelig, als li ij leek. Hij had, vooral inl latera le vensjaren, veel inlet zenuiw-an, te k'arn'plfiu, en men verhaalt o. a. do volgende gebeur tenis uit zijn leven,: Over ,e,e.n slagveld' rij dend, waar do Pruisische troepen een over winning -hadden -behaald, zla|g hij eeltt z'waai' gewonden soldaat liggen., dia öm1 hulpi e.n iafente niep, im'aaa- in zijn varl-ateinheid geen gehoor vond. Bislm-arek kwa'mi na derbij en zou ,op ©en middel, om) althaas iets voor den m'an,, wiens ar,man waren stuk geschoten, te do-en. Hij had noBL.één sigaar in zijn koker; die stak' hij man, deed -een paar tok-jesi, opdat ze gped) zbu branden, en stak' ze den z'waar gewonde tusisc'h'en de iipipien. D-e innige dankbaar- h-eid, waai"m'e,d-e de soldaat h-ern' aianzag, vervulde hriM nog veie jaren late-r m'et on,t- roering. Een blinde beeldlioiuiwer. D,o geschiedenisl telt, tal van beroiemkle blinden, die, ook a,l Jnloesteni zij li-e-t ge,- zi'chtsvermiogen missen ,tooh! dei wea-eld wisten te verrijken dopr de vruieilitem van hun arbeid op het gebied van wetenschap, en kunst. De Eransdhu beeldhouwer Vidal, die in 18K2 geboren werd, behoorde tot hen. Op ruim l.wintjgjarigen leeftijd w-er-d hij bliind m-aar dit weerhield li-SM niet d© kunst; waaraan hij zich gewijd 3ia,d, waarbij] B,ai ry 1 zijn leermle'estec was- geweest, to blijven beoefenen. Geen blinde had zulkla g(q- vo-eiige vingers als Vidal. Mij mlaiakte iallo-ozo dierstuiditesi, baz'o-eht menagerieën, hield besprekingen met -dierentemlmfers ©u deinsde er niet voor ter.ng oml een kooi m-et wilde dieren binnen ta stappen. Als becldboiuwier van di-eren won hij mlemige medaille, en toien 'm,en tijdens een tfentoonr stelling betwijfelde, of het wenk wel door een biinda gemaakt was, noodde hij de GVvmlmissio op| zijn atelier te komen, waar bij een „proeve van bekwaamheid" Vpor de verblufte toeeren aflegde. Thiers als souffleur. Over een „gastol", die Adolphe Thiers', do bekende Fransche staatsplan ©n eerste president dar F.ranaclh'e Republiek, na den val van het Tweede, Keizerrijk', als jong afgevaardigde iu het souffleurshok! speel de, vertelt cl© markies de Maslsa in zijn „Souvenirs et iinpresisions" -een vermake lijke geschiedenis. Korten tijd na Tliiers' verkiezing Zoo schrijft hij- zouden wij' voor een inti-em' gezelschap op een geïmproviseerd tooneel Monnier's „Roman ehaz' la ptortiè-re uit voeren. Op den avond der uitvoering liet de soufleur ons- op, het laatste oogenblik in den steek. Viuig besloten verklaarde de nieuw-gekoizen afgevaardigde der stad Pa l-ijs, Adolphe Thier», izicli bereid als plaats vervanger op j;e treden. Het spreekt vanzelf, -dat Zulk een ver grijp- tegen de parlementaire waardigheid, gelijk de lei-der der appositie, op het punt stond te doen, fell-e verontwaardiging, bij de p-artijgena-oten zou hebben gewekt ai? liet was uitgekomen. Toen men zijn eerewoord had gegeven niets te verraden, aarzelde Thiers, geen .oogenblik' in het hok te kruipen. Overigens was; het -een waar geluk, dat do spelers, allen go,ed rolvast waren. ,W,ant onze souffleur vermaakte zie'h: zóó ko ninklijk met het stuik- en, lachte zóó| har telijk, dat hij niet in staalt was, om- ook maar éénmaal het wachtwoord op te ge ven. Bc'htgif nu sten van staatslieden. De echtgenoot© van den vermaarden Engcischen staatsman Glad-stone, was al tijd vol zorg voor haar -man. Men verhaalt ais bewijs daarvan o. ml., dat zij vaak, als de zittingen van het Engëlsrth-e Lagerhuis wat lang duurden, zich to'et e-en Resell warme thee naar het parlementsgebonn' liegaf, om haar echtgenoot ermee te ver kwikken. Ook Gladstone's- groote tegenstander Disraeli (lord Beafionsifield) l-eefde m-et zijn ega in volmaakte h-armtonie. Hij ken de haar echter nooit iu zijn .politiek'. Caquelin's geheugen Aan den grooten Franse'hen tooneel- speler Ooquelin werd -eens in een gezel schap gevraagd, hoeveel rollen luj van buiten Kende. „Drie en vijftig", luidde het antwoord. Men scheen te twijfelen aan de juist heid dezer verzekering, waarop Coquelin tot den gastheer zeide: „Laat u ui|t de bi- bliothleek de tooneelstuklken halen, die ik noem, en kiest ui pit' d-8 0 datgene, wat u wenseht. Op| welke pagina ooK een regel leest, ik! zal Zonder aarzeling door-- gaan". Aldus geschiedde. Alle, aanwezigen uam'an uajn het vragen- spel deel, do .een na d©n ander namj dl» proef',m aar steeds vervolgde C'oquelin do begonnen reg'els vloeiend «nl zo-ndex- ha peren. D© NaardeuM'h» wees. EükT kent 'het stadje) Naarden De vesting van vöorteen, j f .Waar in 'bfemurd© tijde-n 1 Dte Spanjaard ookf vefeséteen. I I li-ij nam er tteedig wraJkfe,] j Dte stad werd uitgemloord. I j Toen stfervten vel© oiiders, Wier k'in'r-en leetfden voort. i i'f l I I I f I f I 'i' I Eten wethuis werd geseiho-nlkleii, Door '11 edel m|enstehenvriend. 01' dat toen ookf te p-aisi kwalni 1 |Aan nilenig weefe-ekluidII f I'1 1 I II f i Die Bange tijden zijn nu i Gelukkig lang yoorllij. 1 En vete weezfen lerif'den 1 Te vred-en er «n blij. 1 1 i I I II - II Elén wees' is thans nog over, Die reeds ©en leeftijd !k!r,eeg 1 Waarop; zfe Iklön vertrekken.- 1 i Dan staat het .weeshuis leeg! Dte Vadér en de Moeder,, I Die krijgen (lan pensioen. En Naarden Zal het verder Maar zbnder weeshuis dofin. D-e Burgerij van 't stadje, Zij moppert, protesteert. Zij wijst o-pi dft historie: ,,'t. Verleden dient geëerd". I - Maar B. en W- van Nala,rjd«n,' 1 Zij zéggen: "t Iisi te duur! 1 Een weephuis zlonder w«©zen f Wie Zetten 't hniisH ,,-t© huiur 1" .TR'OU BADOUjR •BmmaammmmmmmammmmMmmmammmmmmmmwmmmmmmmamm ammmmm ONBESCHEIDEN. J Waarotai hefbt w d-en telegrafist eeir 'Map in het gezicht gegeven vroeg de rechter pan (P>n ibleklaagd©. 1 W,el, Snijnlieer antwoordde (leze, ik! gaf he'nii een telegram', om naap mijn vrouw te sturen en toen was hij zbo- onJbfescheiden het te gaan lez'en. 1 f ONWAARSCHIJNLIJKE, UITVDUtCHT .Verdacht uitziend hlezaehler„Is mijn heer thuis?" f j V indingrijkfe dienst'bbde, (alleen thuis) „Ja! Ilij.... hij ia in de huis'khto'er, da bloedhonden aan 't eten geven." W;at is een diplom]aat? Een diplo'Maat, is ©en mian, die den verjaardag van qen vrouw onthoudt, -mjaaa haar ouderdom' vergeet. i MODERNE MARTELARES. i I Z,ijJa, Ze is- ©en vrouw, die veel vbor huur geloof geleden hqe'ilt. I" H'jj: Zpo? E|n wat heeft ze, vo-or gelóóf? Zij: -Dat Ze ©en schoen numimer fiti aan haar voet nraiulmer, Hg kjap dragen. ONVERBETERLIJK. i Onderwijzer: Wat is een wonder? Leerling: Dat wieet ikf niet. - OnderwijzerAls de zon eens Midden" in den nacht s'citeen, wat zbudt ge dg» Zeggen dat het was? Leerling: De Maan. l OnderwijzterMaar al© u dan gezegd werd dat het de, zbn wo©, hoe zoudt ga het dan uoémlen? I Leerling: "Een leugen. Onderwijzer: Ik! vertel -evenwelnooit leugens. Veronderstel nu dat i'kf (u zei dat het d-e zon was, wat zoudt ge dan denklen Leerling, (na ©enige, aarzeling)Hat ,u......v, 'm! om had. i I LEVEN EN DOOD. Een predikant, die ©en preek mbast makten, had de dienstbode last gegeven in geen geval lifeztofeklers toe te laten, -behalve natuurlijk in zeer 'dringende gevallen. Na 'n half uurtje klopte de; Meid. Een heer n'M u te öp-relklen. Wiel, ikl héW je, toch gözlagd.... Ja, ik( heb! he|mf ge,vraagd of h'et drin- gend was, cn hij zei, dat het ©en zaaJk! V,an lev-en rif dood was. - I i 1 De predikant 'ging na.ar 'htened-en en viond in de s'p-rqekkam'Br een vte-rZekeTings- agent. I l'f1 1 DAT VERANDERDE! Agent tot twee -dronken, mannenW,e©t je wel, -da t hel. verboden is om| 'a nachts bij- het naar huis gaan zo,o,'n teven te maken.? Ja maar, wij gaan npg piet naar lmis .nog iapge niet, nog lange, niet... PLANKENKOORTS. Toen Jo,ze,ph Be-ck het eerst voor het voetlicht k'wam, had hij als bediende slechts enkele woorden te .zeggen; bij kweet zich als volgt van die taak: Heer, de-de de pa-pa-paarden laten u zeggen, d-d-dat -mie-vroatwige-gegejz'adeldis! FIJNGEVOELIG. Onverbeterlijke -drinkebroer: „Eén ding wo-u ik u vragen, mijnheer." Hoofdagent: „Wiel en dat is?" Drinkebroer „Zbu u Ma mijn otuiwe cel weer willen geven? JK kan zooi elecht cp, ©en vreelnfd bed slapen."

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 6