REGEN. Regenjas - GOES iolfplaten NGENENT -o, - Oude Zaak telers! IN". NGH, Goes. s en Twintigjas. De ongeziene wereld of het leven na den dood. liddelburg. feljillëtqI^ kerknieuws T - GOES >r Land- enz. LHOEK ZATERDAG 7 JULI 1928 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Jonkvrouw Louisa. Apologetische Vragenbus Ontspanningslectuur. 0 ïhe couran r It van EAU DET schend. 11, Boldoot, Suisse, bij 16839-2»' Telefoon 168 HAAST U1! Ilondoek, Motor* ti, enz. Rubber- erkschoenen, de Oliegoederen, 18837-46 sht op succes. grijs en blauw. n 328 16841-40 - estraat te Goes. K. S. A., heeft het en het in den handel /an Monseigneur zal worden van het as nieuwen Kerkvorst, op twee soorten papier Jehept Oud-Hollandsch. op f1,50 en in de- I de K. S. A. zullen wij lloeh alleen bij vooruit- ZEEUWSCHE COURANT" liEL, GOES. atsloterij. «baar16717-25 Ruyterlaan, GOES. uw Inmaak heeft U noodig: vanaf 0,01 enlak, per ons 0,05» ie, per ons 0,10 stokken 0,05 Perkamentpapier rol 0,15 wit, per ons 0,40 rood, per ons 0,60 enz. enz. •on 155. 16826-48 durven wij aan te be- jcteerde ZWARTE BES v V jr bedekt; bestuift veel aderen bouw der bloem ngener dan „Goliath", Sorrel is mooi en geljjk- <n struiken, in herfst ze week te bezichtigen, ed. Heer P. ZUIDWEG e Veiling te Goes. Boomkweekerijei* VI. God, do iVergoldor. In liet ïnenschrlijk geweten. Het oude gedenkteeken dat werd opge richt voor het menscJhelijk geweten is het Egyptische „Doodenboekof liever „Boek van den uitgang ia den dag", zooalrt zijn eigelijken titel is. Doel van dit hoek was den dooden als: 't ware den weg te wijzen naar den eeuwigen dag en hun tej helpen door alle gevaren, die in hun weg) traden opi dien laatsten moeilijken tocht naai' heit duistere doodenrijk. Gewoonlijk werd do iuujn'mie, het gebalsemde lijk, het een of ander deel van dit boiek meegegeven in den dood-kist; hierin stond dan alles aange geven wat zij te doien en te zeggen hadden voior den rechterstoel van hun god, wan neer zij door hemi geoordeeld werden ovietr Jnui handel en wandel. Meer da,n honderd exemplaren zijn ons bewaard gebleven dank zij haar duizendjarige, r.ust in do koningsgraven der eeuwen-oude pyiraaniden. Dit doadenboek begint met de, woorden O, atier van Amienti, eeuwige koning! De stier was voor de oude- Egyptena/ren liet zinnebeeld van da m'acht en sterkte van zijn Godheid. Maar achter dit vreemd soortige symbool vinden we hooge edele gedachten verborgen, die voor de eeuwen getuigenis afleggen van het „geweten" of zedelijk bewustzijn dier oude volkeren. Er- bestaat- 'n zedenwet door God ju ieder kloppend menschenhart gegrifd! .Wanneer wij 'n aandachtiger, blik slaan in «na zelven, .Zullen wa allen tot deze be vindingen komen: Ten eerste, dat wij vrije menschen zijn, en mlet vrijen wil, vrije handelingen kun nen stellen. Ten tweede, dat bij nader onderzoek van die vrije'handelingen al heel spoedig; blijkt, dat wij onderscheid maken, tusschen zedc- lijk-goede en zedelijk-sleo'hte handelinglen. Ten deTde, dat wij ons: niet enkel dit verschil tusschen goed ,en kwaad bewust zijn, uiaar tevens ook „verplicht" zijn m.et dit verschil rekening te 'houden in ons doen en laten, al onze handelingen daar naar te regelen. Kortom', dat daar in ons diepste binnenste eau hooge Geblader ons •beveelt: dit mjoiogt ga doen, dat ntoe|K go laten; die geheime stami noemen wij „ge weten". Dat zedelijk 'bewustzijn is on uitroeibaar geankerd in ieder kloppend mensehcnhart. Men moge er tegen kam pen ais: 'n schipbreukeling tegen de schui mende golven; genot, noch feestrumoer; machtspreuk noch geweld vermag] die ge biedende stem' het zwijgen opl te leggen. Welnu waar 'n echo is, daar moet nood zakelijk een .roepende sieml zijn eu da roepende stram kan geen anidere zijn dan de steunt van iSdnaïs grooten Wetgever den Oppersten Gebieder over al wat adrart 'heeft; die gebiedende stem] in ieders diep ste binnenste is de heraut van, deu Opper sten heerscher, den Eenige die de m'acht en het recht heeft om! 's menschen vrijen wil aan eeuwige wetten te ketenen; dia roepende stem) is ons geweten, die feder mensch met onveiibiddelijken drang ge biedt het goede te doen en heft kwade 1« laten, ia de stemt van den Grondlegger den onveranderlijke .zedenwet, die stemt js da stem vaii den eeuwigen füod! Het kan zijn dat in somlm'ige .gevallen „het geweten" m'inder of verkeerd ontwik keld is:, maar de onderscheiding van goed en kwaad, van plicht en misdaad, loon of straf blijft. Dat er goede en kwade hande lingen bestaan, die men doen of' laten moet, die loon of straf verdienen daarover zijn de kannibalen 't oens: m'et dan LEuro- peesohen rechter al hebben Ze verschillende opvattingen over de vraaig, wat in som mige gevallen goed of kwaad ia. Dit zedelijk bewustzijn is universeel en wordt aangetroffen bij de ouidste volks- stamjmen over de geheele wiereldvlaktia liet onuitroeibaarmen kan er, tegen, in gaan, maar uitroeien nooit! Men kan' het verdooven in genot ,e:u Verstrooiing, Maar verstikken nooit! Het is onvermurwbaar liet vleit niet, het vordeiftil Heb sm'eekt niet, het beveelt; het kenlö ge,en aanzien des persoons en 'is onverbiddelijk' in z'n eischen en bevelen voor allep m'enschcln en alle tijden Zonder God, geen zedenwet! Alleen eon G,od kan aan de zedenwet sanctie geven! Zonder voldoende sanctie geen wet! Maar al zegt dat Zedelijk bewustzijn of dat geweten ons: m,et onverbiddelijke klaar heid wat goed of kwaad, misdaad otf plicht is, wie dwingt den jnensch zoo meedoojgen- 34) Maar tante de gravin zei v.ol Veront waardiging: Je zult imchi zulke dwaaslhe- den niet willen ondersteunen. D-e vrijheer haalde de schouders op en .Walter begaf zich naar de spion, om! m'et den kapelaan en Wierner te pirjaten. Toen korten tijd daarna het gezelschap aan den avonddisch zat, werden de a;an- zittenden door z'eer verschillende gevoelens beheerse'ht. De vrijheer en zijn dochter betoonden tegenover den onverwachten be zoeker zooveel terughouding Als jnaaic «net de gastvrijheid te vereenigen was, de vlroo- lijke ongedwongenheid van' vroeger was ever. Op 'het voorhoofd van den priester lag een sdhaduw. De gravin verloor haar nicht en de hei de tegenstanders niet uit heit oog. W,alter' hoopte en vreesde. Meer dan oen® ont moetten zijn blikken die van de geliefde, welke hulp van hem: scheen te vragen. Hij toonde zich ppraakz'ajmier dian ooit in tegenwoordigheid van den prin;S het geival was. En de pirinsi? Zijn gesprekken gele ken het kleurenspel van een. fcaleidosikOop, maar de bizondera p'akerheid van het vast zijn van de overwinning ontbrak'. Toen Walter afscheid nalmj, om! na,ar hui® te gaan nam zij11 oom 'hem een oogenblik ter loos naar dieigefoiedendestetoilteluisteren? Misschien de zorg voor eer en goeden naam, voor gezondheid en vrijheid? Zeker, maar er blijven nog honderd gelegenheden, waarin men uaar hartelust zijn driften kan involgen, zonder dat men daarvoor behoeft te vreezen. Als er geen God is dan ook g,e.en eeuwig leven, en als: wij niet mloglen rekenen, op eenhemelach Paradijs, waarom, zouden wij dan hier niet een aardsrih Paradijs adhep- pen. zooals de ongeloovige Heine: „Wij willen geen onthouding, maar genot, niimi- fendansen, nektar «n .ambrozijn." Eergevoel misschien? Maar zou 't eet'lger voel alléén, zonder God altijd sterk genoeg zijn om den mens-cb van, misstappen terug te houden, ook daar waar ge.en m'enscher lijk oo,g hem! ziet? „Vroeger heb ik werke lijk gemeend," verklaart, dan ook' de onge- loovigc Rousseau, „dat men pok zonder godsdienst een rechtschapen m-emsph kon zijn, maar ik heb ingezien en ondervonden dat ik mij vergist heb." Onbaatzuchtige karakters, zegt Gifthe, waarvóór men eerbied cu hoogachting kan koesteren, 'heb ik slechte daar aangetrof fen, waar ik een leven vond gebaseerd op den godsdienst." Wanneer d,e hartstocht splreekt, zwijgt het verstand! Zender het bestaan van God, den Opper sten Wetgever kan niemand en niets don mens,c'h. dwingen de natuurlijke zedenwet te .onderhouden! En toch ia dit onder houden van de, natuurlijke, zedenwet 'n onverbiddelijke eisoh voor 't behoud zoo wel van het individu als van de mlassa. Z.onder God en godsdienst heeft een Na poleon gezegd, Zouden de menschen elkan der doodslaan om de móóiste vrouw of' am do sappigste peer. „Ik vrees niemand zoaZeer als God," zei oen geestig Pvansfhman, „amaar na God vrees ik niemand zoozeer als iqmiand, dio God niet vreest." Een Spaanseh minister heeft eens op 'n katholiekendag gezegd: „De geleerde ver kondigt vanaf zijn leerstoeler bestaat geen God. De, overheid hoort dit woord en vertaalt het aldus: er bastaajfc' geen recht vaardigheid! De boosdoener hoort het en zegt tot zich .zelven: er bestaat! 'geen schuld! Het wordt, opgevangen door de jeugd en zo concludeertEl* is geen deugd! De onderdaan besluit: er is geen wet! En als. deze leer eenmaal ia doorge drongen tot het volk, hojb de massa, dan stroomt 'Cl* burgerbloed, dan buldert het kanen er ontbrandt eon revolutie!" Wat leert ons' Rusland? „In een samenleving zonder geloof aan God", 'zegt dr. Pools', „kan g*een ander,o orde heers,chon dan die van eeni circus! of manege, waar paarden, honden en leeuwen door brandende hoepél® vliegen. In een godsdienst!oozen staat ldan hoogstens de oi-de zijn van een .tuchthuis." Is het niet toekenend, dat Robespierre de man van het bloedig schrikbewind in de Franaehe revolutie, die Vooiri vólk en regeering altaren oprichtte voor de godin dar „rede", 'n half naakte deern, aan wie het Fransiche volk zijn hulde en aanbid ding moest brengen, zich genoodzaakt zag de nationale conventie het besluit te latten uitvaardigen: dat het fransiche volk' het bestaan van God cn de onsterfelijkheid dei- ziel voortaan weer Zal erkennen. Hieruit volgt dus dat de. natuur van den mensich, zoowel als enkeling of' individu, zoowel als gemeenschap of staat, niet in s.tand kan blijven, zonder dat do natuur lijke zedenwet wordt onderhouden. Welnu deze, voor de m'ensehelijke natuur dikwijls zoo moeilijke verplichtingen, zullen nooit worden nagekomen zonder voldoende sanc tie of bekrachtiging. En deze absolute voldoende sanctie is alleen to vindon bij iemand, die staat boven ieder gezag cn Macht van iederen rn'onsoh, die getuige is van al z'n handelingen en iedere overbne iling naar rechtvaardigheid straffen zal en iedere goede daad naar wa,arde, loon,en zal W.clnu, die dwingende Bekrachtiger van die onuitwisbare natunr-wet, die zoo diep in ieder m'enscbenhart gegrift staat, kan niemand anders zijn dan de opperste Wet gever, de -eeuwige God, die zijn onverbid delijke wet eerst schreef in de harten dor menschen. waarvan het geweten de onfeil bare tolk is, daarna op steenen tafelen op de hoogte, van Sinn.ï. En Gods schrift wordt door geen macht ter wereld uit- ■gcwisrht C. VIS, Reetor, Goes. zijde.Eal ik Louisa aanraden de uitnoodi- ging niet aan te nelmlein? vroeg; hij. Laat zij z'elve beslissen, oopal, luidde het antword. Lójuissa besliste, innaai* anders;, dan deze beiden gehoopt en verwacht hadden. De volgende dag was pog niet verloopen,, of de betoovering van den wclbeap,raakten Griek had den tegenstand gebroken en de jonkvrouw van Guldenpforten had zic'lr bereid verklaard naar liet slot Fürstem stein te gaan. Landeroa zegevierde. I)e gouden Augustuszon scheen warm, in do lrooge klotkamem waarin pp een must' bed, zorgz'aami doof kussens ondersteund, dc vrouw van den jager lag. Aan ha,air voeten op een bankje zat haar dochtertje, met de zwarte Dogen geheel en al in do beschouwing van oen prentenboek' ver diept. Rij Anne Marie had een beduidende verandering plaats gehad. De ingevallen wangen toonden weder eenige ronding en waren imlet een lichten blos overtrokken. Do blik van haar «ogen wasl levendiger, de gouden vlechten waren weder als vroe ger op, haar hoofd' omgeslagen. Da ver stijfde leden hadden weder* een zekere be wegelijkheid herkregen. Zij liet, zooals fclif zoo gaarne deed,, de kralen van den rozen krans in aandachtig gebed door hare vin gers glijden, toen de, jonkvrouw binnen trad. Gretc'hen wierp het prentenboek' op zjj, «u kïc'h aan de jonge daraia hechtend, riep zij jubelend: „De jonkvrouw, de jonk- (Vragen worden ingewacht bij de redactie). Vraag. Als ielmjand zich. in de Biecht van moord beschuldigen motet, is hij dan, ook verplicht, oin de IR Absolutie le kun nen ontvangen, dat hij zich z'elfl Wij het igcidc'ht gaat aangeven V 1 A n t w. Indien icjafaud aan ©en ander zakelijk nadeel veroorzaakt, moet hij dat olm, de H. Absolutie te, kfnnnen ontvangen, zoo goed mogelijk in zijn geheel vergt»- den o'f restitueer,on. Maar mloord Is op geen enkele manier te jipfstellen. lem'ands ontnomen leven kan men niet meer teruggeven. Ook' is het gepn restitu tie, als men zichzelf dan Wij hot gereteht gaat aangeven en zich zoodoende tot ge vangenisstraf laat veroordeelteD. Men bb-' hoéft zich dus niet aan te, geven. Wtordt mien in hechtenis „genomen iem veroor deeld, dan moet men do opgelegde straf- ondergaan, want de staat heeft hot recht en flen plicht, tot veiligheid zijner Wur gers de moordenaars to istna'f'fcn. Ook straft de staat om' anderen vian misdaden terug te houden. Zelfs 'behoeft de "ftioor-, denaar zieh niet aan te geven, ia]s< een ander in zijn plaats onschuldig veroor deeld wordt. Imtmleus ofschoon do m'owrdc- naar wel de aanleiding Was' tot de ver- oordeeling van dien onschuldige, is hij er toch niet de oorzaak! vun. De rechters-, die zoo'n uitspraak ^deden, waardoor een onschuldige veroordeeld wordt, zijn de oorzaak', natuurlijk onbewust en te- goeder trouw. Ofschoon dus de fnbordenaar 'hefc persoonlijke kwaad jegens den gedoodo niet herstellen kan, pibet hij toch' „zooveel mtogelijld het zakelijke nadoel, dat hij' be rokkende goed'm'aken, door bijv. door mid del van derden dn weduwe en dé kinderen van den godoode 'te onderdtietuhlen, als deze fcostwinucr Was. Vraag. Een katholieke ihan gaat een wettelijk huwelijk aan m'et ccn profes» tantsche vrouw, 'wat dus volgens do ka tholieke leer geen wettig huWielijk., is'. Na «enigen tijd gaan ze .een wettelijk^ schei ding aan. Kan die man nu kerkelijk trou wen Imiet eon katholieke vrohw'? A ntw. Ja, Mfet toestemming van Rom'e Vraag. In een protestantsdk blaadje werden de broeders van Jiesus opge noemd. Als dat waar is, is Maria! dan toch altijd maagd en de On'Wevlokte 'Ontvange nis gebleven j Antw. Bedoelde vraag lilolmlt gerelgbld voior en is al 100 ta'aal hloantwoord. .Tioiod- sche verwanten Worden méérmalen broe ders genoein'd. Abraham en Lot noemen elkaar broeder, o'fechixm ze. neven wa ren. Ook' de zoogenaumldo 'broeders van Jezus zijn Zijn neven. Maria is altijd Maagd gebleven. Zij 'heeft slechts één Goddelijk Kind gehad, dat ze ontvangen heeft van 'den II. Geest. Maar dit geheel «enige voorrecht is heel wat anders dan de onbevlekte ontvangenis. Door dit laat ste dogto'a belijden wo, dat Maria in don .schoot van haar moeder Anna. zonder erf zonde ontvangen is, ofschoon dei HL Joa chim], werkelijk' haar vader w'as1 na,a,r do natuur, 't Is Bedroevend, dat katholieke mtenSchcn ziilk's nog verwarren. Besteed nu den tijd, dien gc m'et protestantsch|o blaadjes doorbrengt, liever Op een hetero wijze do,ol* na'mtelijk! de katholieke leer nog eens na to, gaan in een dor vele jliktllo- liekfe leerboeken. SK ïfc Vraag. I'M las, dat een rnian bij de Franciscanen priester gewijd Word, en dat zijn vrouw in het 'klooster trad der 'Bene dictinessen. Kan nu yeikfelijk zoo'n m'an nog Priester worden Pet Huwelijk' kan toch alleen door den dood worden ont bonden? M i Antw. Zétóer, hot Huwelijk kan alleen door den dood worden ontbonden. Ook het Huwelijk van deze twlec; menSchen Als die vrouw dus uit dat Benedictines1 Senklooster in de wereld terugkeert, kan ze vóór den dood van haar mén gpen under huwelijk" aangaan. Met w'ederzijdseh goed vinden kunnen 'nlan cn vrouw of een van de twep naar het klooster gaan met pause lijke dispensatie. Natuurlijk houden lmn huwelijkbverpliohtingicn en voorrechten dan op. Eten m'an 'lmn Wij liet teven zijner vrouw inet haar toestemming, of na, haar dood zeer zéWar Priester worden. Ook do Hl. Petrus, door Christus Zielf tot, Priester Mi Bisschop gewijd, was gehuwd, want we lezen in den Bijbel, dat Jcztas diens schoonmoeder geneest. 4 Louisa beantwoordde de liefkozing van het kind opl ongewoon vluchtige wijze en wendde zich snel tot' de mioeder: Lieve Anne Marie, zei Ze haastig, ik mioet je verpleging eeu korten tijd aan Üe huis houdster overlaten, zij kan dat nog heter dan ik, je doet geen sleöllten ruil ilt moet ik jnhet opl reis. De zieke hing raie.t teedere veneering 'haar jonge verpleegster' nan, wier Ver schijnen steeds opl haar werkte als zonne schijn op het gemoed. Zij keek verschrikt p,p. Op reisi? Ja, lieve Anna,, vorstin Landen®, van wie ik je zoioveel Vertelde, wil beslist,, dat ik haar koim! bezoeken. Louisa's stem beefde tjgènaardig. De fijn voelende zieke bemerkte biet, fc'ij zweeg een oogenblik' en zeida daarna o,pi haar gewone zachte manier: Nu ja. dat is niet te verwonderen, wie heeft onze jojnfk.1- vrouw niet gaarne bij zich, Ma-aM u voor :mij maai* niet ongerust, ik' weet heel goed;, dat voor mij gezorgd wondt. Maar Gretchen. die liet gesprek' opmerk zaam' gevolgd had, was niet Zoo gemak kelijk tevreden te utellen. Zij ging jnlet heide handen aan den, arm! Van de slot- 'vi-ouw hangen, terwijl zij druk protesteer de: Neen. neen, u ;moet niet weg, u mojot niet weg. Bij on® is: :t toch] zoó heerlijk! U heeft toch een vader hier en denl klei nen .Werner en de pauw en de duiven, Vraag. Mag een fciatholfeke aannemior cïem'atie-ovens Wouwen? Antw. Voor een architect of aanneni'er wordt daartoe nogal eens doorslalande re den vereischt,.bijv. als hij anders jvrnkfe- loos zou zijn. Een gewone timmerman ol' metselaar mag steeds het we-rM verrichten, hem, door zijn patroon opgelegd. Ele'hter is het volgens een decreet van H. Stoel steeds voor iedereen v'eéboden, afgodstem pels te bouwen en afgodsbeelden te maken. Op don firn Ziaulag na Pinksteren. Epistel v. d. H. Paulu® aan de Romeinen. ,VI. 3' 11. Broeders.! wij allen, die in Jezus Chris tus. zijn gedoppt, z'ijn in Zijhea dood ge doopt. Wij zijn dan dooi* den doop met begraven oml te sterven, opidat, gelijk Christus door de glorie des Vaders is verrezen van den dood, wij ook dus wan delen in een nieuw leven. iWiant indien wij in Hemi .zijn ingeplant 'door dc gelijkvor migheid aan zijnen dood, dus Zullen wij het ook door de gelijkvormigheid aan Zijne verrijzenis, -zijn. Daar wij; weten, dat ouzo oude mensich met Hern is gekruisigd, opdat het lichaam! der zonde te niet Zoudo gedaan worden, en wij de zonde niet «neer dienen. Want die gestorven is, is van do zonde gerechtvaardigd. Indien wij nu mot Christus ,zijn gestorven,, Zoo geloaven wij, dat wij ook mén Christus zullen leven. Wij weten toch, dat Christus, die van do dooden is verreizen, niet meer) sterft, en de dood over Hetml ge,ene heerschappij meer hebben zal. ,W-ant dat Hij gestorven is, is Hij slechts eens gestorven van de zonde, maar dat Hij leeft, leeft Hij voor Gud. Dus ook gij,, acht ïi gestorven voor de. zonde, maar levende voor God in Je zus Christus, onzen Heer. Evangelie, Marcus. VIII. 19. In dien tijde, Wanneer oene groote me nigte bij Jezus: was, en z'ij, nieti te) eiten hadden, riepi Hij zijne Leerlingen te z'a- men, en zeido hunIk heb m'êedoogeni met liet volkwant ziet, z'ij zijn reed® drio dagen bij Mij, on Aj; jhebben niet te? eten: en zoo ik' heil angespijsd naar huis laat gaau, dan zullen 0ij op den wo,g bezwij ken; want eenigen vau hen zijn van verre gekomen. En zijne Leerlingen antwoord den Hemi: van waar zal iemand he-n hier iu de woestijn met brood kunn-ern verza den? En Hij vraagde hun: hoe vele broo- den hebt gij Zij zeiden: Zeven. En hijj ge bood het volle pp de aarde neder lie zitten. En Hij nam! de zeven brooden, dankte, brak, en gaf' ze. aan Z'ijne Leerlin'gen,, dm voor te zetten; «sn z'ij zetten ze aart het volk voor. Zij hadden ook weinige visieh- je«i, die Hij ook Zogende, cn gebood voor te zetten. En Zij aten, en werden verza digd; en zij namen zeven manden op met brokkelingen, die overschoten. En die ge geten hadden waren omtrent vien duizend, en Hij liet ze gaan. Op h«t station. Tot do middelen, tlie. de Katholieke actio in Frankrijk bedacht heeft, otm! de geloovi- gen, vooraf die der dorpen, in het R.oppiteéh varband te houden,, behoort ook het oprich ten van parochiale bioscopen, die in staat zijn, de lange winteravonden en ook de Zondagen vrij te houden van Vepveling en die daarbij togelijkerljijld gebezigd worden voor de ontwikkeling ook in religieus opzicht vau de katholieke plattelands bevolking. Dit middel, waarvoor vporal liet Parijsche katholieke dagblad „Lp, Groix werkt, schijnt zceri doeltreffend cn wordt ook door den tegenstander als een krachtig wapen van katholiek' verweer beschouwd. Pierre l'Ejitaite schrijft er de, volgende interessante schets! over: do plaats der handeling, js een stationnetje in dc provincie: Het is middag en hartje zomer. Het kleine provinciaal stationnetje m'e(t zijn keurig geknipte fipcelg-oiedlinde- boumpjes, zijn .ïoz'enimandjes, zijn net ge harkte zandpaden, zijn glazen hut waarin de hefhoomien der heide signaalscliijven zijn aangebracht, schijnt te slapen. Er is nog niemand voor den trein van 12.35. De stationschef,^ in zijn hemdsmouwen, is rustig bezig zijn erwten m'et staken te stuttenZ-ijn yrojuw doe|t de wasoh. De zon stooft pp haar krachtigst deiZe verlatenheid. blijf maar hier! Louisa slaagde er niet in het kind ge rust te stellen cn toen Greibohen bepueii-Jkte, dat haar smeeken vruchteloos; was, liet zij den a,i*m van de dalm'e los, wendde zich mét pruilend mondje af en riep: Nu ga dan maar, maar nu houd ik niet meen- van u. Een zwaarder afscheid- wachtte Louisa echter nog. Zij gaf er de voorkeur aan tpt dit doel alleen naar den burcht "te gaan, maar de gravin en Landaros, verijdelden dit en sloten zich bij haar aan. Het was een_ soort verlichting, dat „W'alteri liiat thuis was. De burchtvrouw o-feahoon het een opmerkzaam1 toeschouwer niet pnt- gaan kon, dat over -ha,ar gelaat een lichte schaduw trók, toen zij van de Voorgeno men reis hoorde, wensidhte Louisa op hartelijke wijze veel genoegen mieh haar verblijf op, Fürstensitein cn beloofde dik wijls naar Anne Marie te kolm'en zien. Ze hadden het rijtuig voor den terugtocht reeds bestegen, Louisa droeg de burcht vrouw van den Zwaluwenberg reeds de groeten voor Walter; pp, toen deze van een rit terugkeerdnd in den tudu uit liet zadel sprong. Op, zijn gasten toetredend, sprak hij op, verontschuldigende wijze zijn spijt uit, dat hij dit bezoek verz'uiimld had. Uit de opgen van den prins jubelde de zege! Ja, heer van den Zwaluwenberg, riep liij lachend, u hebt wel reden spijt te hebben, want ik deuk er nu niet alleen aan De kippen hebben de wijk genomen naar oen broeide strook schaduw van e,en loods, waar zij groote gaten in den grond hebben gekrabd. In de drukkende stilte hoort men slechts liet getingel van het belletje in dén eig- naalhuit. Ding! Ding! Ding! Ruw wordt een deur opengeworpen ..Dm doorgang te verleenen aan -een grooten, zweetenden, puffenden,, hoogroodoni mijn heer met borsteligen peper- en zontbaard, de oogen bijna buiten het hoofd, den hals gewrongen in een hand-gesteven boord. Een blik op het loket. Het loket as gesloten. Dan een blik op do geblakerde aanplak biljetten, die de boeschen van Gevadaud aanprijzen en reclame makenvoor het vis- schen aan do schaduwrijke oevers van de Tarn Vervolgens zet de man zijn stroohoed af, die 'hij schoonveegt, w.ischt zieh hals en voorhopM af, zucht, blaast, hoest en spuwt. En als hij zijn sanitaire gebaren onderbreekt, merkt hij in de wachtikaimlW het grillig gegons van oen wesp op' e» het ernstig getik van de klok! der spoor wegmaatschappij. In het midden dei' ka mer staat' een grave ronde kachel mot roestige wanden. De man 'haalt zijn horloge te voor schijn, 12.10, en hij vergelijkt z'ijn tSjfl met, den oifïieieelen. Ik ben voor ik had mij niet foehoeiven te haasten en in het zweet te loopen! Hier is het frisseheT. l De man gaat na,ar buiten het perron op. En daar stoot hij zich tegen een groote houten kist I ill (3to,m|m'e kist! Eu driftig dient hij het fttoimjme voor werp een vuistslag toe. Dan, gowtoken, voldaan Slentert hij het perron op en neen evenals oen ropfdier zijn verveling in zijn kooi tracht weg te wan delen. 12.15. Nqg niemand! Het is niet te zeggen, tojt! Parijs is mijn 'heimd nog nat. Hij kotalt weer bij de kist, de groote kist met op een plank de ouders,troepte woer den: breekbaar, dit bo,von houden, welke laatste woorden grappeinmakerb joimis: 'uit leggenom' op te dansen. Hier is de kist onbeschadigd. Hier is men niet te Parijs. Do kist is kalim en angstvallig uitgeladen, neergezet opt spaan ders en met een zeil tegen dei Zou be schermd. Kijk eens hoe die m,an zich voor die kist begint te inteTesseeren. In dit kleine plaatsje is alles een ge beurtenis, voor wie js deze enorme kist bestemd? i Wat kan daar inzitten? Het isi een zware De man duwt, projbeerk 'het meubel te verplaatsen, zet zich uclhrap, strekt zijn spieren. En hij staat op het punt een groolt stuk papier tusschen twee planken uit te scheu ren als de etationchef, zijn dienstjais; weer aantrekkend, .te voorschijn lihmt. Wnt vocirt u daar uit, mijniheeaj Homais;? U bederft ens een zending. Wat voos* zwaar ding zit en toelh! in die groote bak? Een volledig biosteooptoestel! Het gelaab van mijuilieeii1' Hiolmiaisi begint te glunderen, ,zijn mond gaat opep, Zijn kleine oogen glinsteren: Een bioscoop voor pns dorp? Ja mijnheer Hopiand ,W,el dat isi Voortreffelijk'! D;at zal de avonden verkorten en do Zondagen pp- vroolijken! Maar wie ia jle Maecenas iWie onder neemt dit? Da wijnkoopman? Het Café Het is ieen cinetafe, dia d«? ,>Croix" zendt heen, dat zou een uitkomst gijn! Maar do chef glimlacht: Och! U zult Zeker niet naar die bios coop gaan! - Wel, en waarom! piet Ik houd van de cinema. Dat js prettig. Het is modern. Hot is een cinema, die de „C.oix" zendt aan mijnheer pastoor. Een bioscoop vflor ilon pastoor? Zooals ik u zei;de. Kijk maar, het adres zit er pog op. Mijnheer Homais bukt zich, leest. Geen twijfel meer, yoor 'den pastopr. En hij heeft er een eigen manier, pml hlet woord „pastoor" ,uit e spreken, op na. de dame te ontvoeren, maar pok morgen met haar «ver de bergen te zijn. De gena dige jonkvrouw heeft eindelijk ingewilligd ons op Fürstenstein met 'haar tegenwoor- gcluk'kig te maken. Hij ha.d, terwijl hij! sprak, zijn tegen stander sc'herpl in de «ogen gekeken. Deze verroerde geen spier, hij richtte ook gelen blik op Louisa, lecilits een lichte, bleekte verbreidde zich oV.ei', zijn door het weer gebruind gezicht. Do ionge dame had de oogen neergeslagen, .zij opende den mond om iets te /éggen, m'aar geen geluid kon over haar lippen komen.' ,er trad een stilte in, dio het .eerst door de burcht vrouw werd' verbroken, wier liefhebbend moederhart"* re.eds lang het geheim] Van haar zoon had geraden. Op| dit oogenblik was het haar zekerheid geworden. JWij zullen onze vrienden van het slot zeer missen, zeide ,ze, denk' eens aan, Walter, zelfs .ooimi heeft besloten het bochtje meie te maken, maar pp| afscheid volgt weder zien. Ja, zeker, riep de gravin, Dn je moet dit afscheid zo okovt mtogelijk ttiak'en. Met haar roode parasol wees ze naar de lucht, waar zich bedenkeleijke wolken verzameld hadden en vervolgde: IW'e móeten voort maken. om' thuis fe komen, eer deze sluis deuren open gaan. - j (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5