REGEN.
Regenjas
- GOES
iolfplaten
NGENENT
-o, - Oude Zaak
telers!
IN".
NGH, Goes.
s en Twintigjas.
De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
liddelburg.
feljillëtqI^
kerknieuws
T - GOES
>r Land-
enz.
LHOEK
ZATERDAG 7 JULI 1928
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Jonkvrouw Louisa.
Apologetische Vragenbus
Ontspanningslectuur.
0
ïhe couran r
It van EAU DET
schend.
11, Boldoot, Suisse,
bij
16839-2»'
Telefoon 168
HAAST U1!
Ilondoek, Motor*
ti, enz. Rubber-
erkschoenen, de
Oliegoederen,
18837-46
sht op succes.
grijs en blauw.
n 328 16841-40 -
estraat te Goes.
K. S. A., heeft het
en het in den handel
/an Monseigneur
zal worden van het
as nieuwen Kerkvorst,
op twee soorten papier
Jehept Oud-Hollandsch.
op f1,50 en in de-
I de K. S. A. zullen wij
lloeh alleen bij vooruit-
ZEEUWSCHE COURANT"
liEL, GOES.
atsloterij.
«baar16717-25
Ruyterlaan, GOES.
uw Inmaak heeft
U noodig:
vanaf 0,01
enlak, per ons 0,05»
ie, per ons 0,10
stokken 0,05
Perkamentpapier
rol 0,15
wit, per ons 0,40
rood, per ons 0,60
enz. enz.
•on 155.
16826-48
durven wij aan te be-
jcteerde ZWARTE BES
v
V
jr bedekt; bestuift veel
aderen bouw der bloem
ngener dan „Goliath",
Sorrel is mooi en geljjk-
<n struiken, in herfst
ze week te bezichtigen,
ed. Heer P. ZUIDWEG
e Veiling te Goes.
Boomkweekerijei*
VI.
God, do iVergoldor.
In liet ïnenschrlijk geweten.
Het oude gedenkteeken dat werd opge
richt voor het menscJhelijk geweten is het
Egyptische „Doodenboekof liever „Boek
van den uitgang ia den dag", zooalrt zijn
eigelijken titel is. Doel van dit hoek was
den dooden als: 't ware den weg te wijzen
naar den eeuwigen dag en hun tej helpen
door alle gevaren, die in hun weg) traden
opi dien laatsten moeilijken tocht naai' heit
duistere doodenrijk. Gewoonlijk werd do
iuujn'mie, het gebalsemde lijk, het een of
ander deel van dit boiek meegegeven in den
dood-kist; hierin stond dan alles aange
geven wat zij te doien en te zeggen hadden
voior den rechterstoel van hun god, wan
neer zij door hemi geoordeeld werden ovietr
Jnui handel en wandel. Meer da,n honderd
exemplaren zijn ons bewaard gebleven
dank zij haar duizendjarige, r.ust in do
koningsgraven der eeuwen-oude pyiraaniden.
Dit doadenboek begint met de, woorden
O, atier van Amienti, eeuwige koning! De
stier was voor de oude- Egyptena/ren liet
zinnebeeld van da m'acht en sterkte van
zijn Godheid. Maar achter dit vreemd
soortige symbool vinden we hooge edele
gedachten verborgen, die voor de eeuwen
getuigenis afleggen van het „geweten" of
zedelijk bewustzijn dier oude volkeren.
Er- bestaat- 'n zedenwet door God ju
ieder kloppend menschenhart gegrifd!
.Wanneer wij 'n aandachtiger, blik slaan
in «na zelven, .Zullen wa allen tot deze be
vindingen komen:
Ten eerste, dat wij vrije menschen zijn,
en mlet vrijen wil, vrije handelingen kun
nen stellen.
Ten tweede, dat bij nader onderzoek van
die vrije'handelingen al heel spoedig; blijkt,
dat wij onderscheid maken, tusschen zedc-
lijk-goede en zedelijk-sleo'hte handelinglen.
Ten deTde, dat wij ons: niet enkel dit
verschil tusschen goed ,en kwaad bewust
zijn, uiaar tevens ook „verplicht" zijn m.et
dit verschil rekening te 'houden in ons
doen en laten, al onze handelingen daar
naar te regelen. Kortom', dat daar in ons
diepste binnenste eau hooge Geblader ons
•beveelt: dit mjoiogt ga doen, dat ntoe|K go
laten; die geheime stami noemen wij „ge
weten". Dat zedelijk 'bewustzijn is on
uitroeibaar geankerd in ieder kloppend
mensehcnhart. Men moge er tegen kam
pen ais: 'n schipbreukeling tegen de schui
mende golven; genot, noch feestrumoer;
machtspreuk noch geweld vermag] die ge
biedende stem' het zwijgen opl te leggen.
Welnu waar 'n echo is, daar moet nood
zakelijk een .roepende sieml zijn eu da
roepende stram kan geen anidere zijn dan
de steunt van iSdnaïs grooten Wetgever den
Oppersten Gebieder over al wat adrart
'heeft; die gebiedende stem] in ieders diep
ste binnenste is de heraut van, deu Opper
sten heerscher, den Eenige die de m'acht
en het recht heeft om! 's menschen vrijen
wil aan eeuwige wetten te ketenen; dia
roepende stem) is ons geweten, die feder
mensch met onveiibiddelijken drang ge
biedt het goede te doen en heft kwade 1«
laten, ia de stemt van den Grondlegger den
onveranderlijke .zedenwet, die stemt js da
stem vaii den eeuwigen füod!
Het kan zijn dat in somlm'ige .gevallen
„het geweten" m'inder of verkeerd ontwik
keld is:, maar de onderscheiding van goed
en kwaad, van plicht en misdaad, loon of
straf blijft. Dat er goede en kwade hande
lingen bestaan, die men doen of' laten
moet, die loon of straf verdienen daarover
zijn de kannibalen 't oens: m'et dan LEuro-
peesohen rechter al hebben Ze verschillende
opvattingen over de vraaig, wat in som
mige gevallen goed of kwaad ia.
Dit zedelijk bewustzijn is universeel en
wordt aangetroffen bij de ouidste volks-
stamjmen over de geheele wiereldvlaktia
liet onuitroeibaarmen kan er, tegen, in
gaan, maar uitroeien nooit! Men kan' het
verdooven in genot ,e:u Verstrooiing, Maar
verstikken nooit! Het is onvermurwbaar
liet vleit niet, het vordeiftil Heb sm'eekt
niet, het beveelt; het kenlö ge,en aanzien
des persoons en 'is onverbiddelijk' in z'n
eischen en bevelen voor allep m'enschcln
en alle tijden
Zonder God, geen zedenwet! Alleen eon
G,od kan aan de zedenwet sanctie geven!
Zonder voldoende sanctie geen wet!
Maar al zegt dat Zedelijk bewustzijn of
dat geweten ons: m,et onverbiddelijke klaar
heid wat goed of kwaad, misdaad otf plicht
is, wie dwingt den jnensch zoo meedoojgen-
34)
Maar tante de gravin zei v.ol Veront
waardiging: Je zult imchi zulke dwaaslhe-
den niet willen ondersteunen.
D-e vrijheer haalde de schouders op en
.Walter begaf zich naar de spion, om! m'et
den kapelaan en Wierner te pirjaten.
Toen korten tijd daarna het gezelschap
aan den avonddisch zat, werden de a;an-
zittenden door z'eer verschillende gevoelens
beheerse'ht. De vrijheer en zijn dochter
betoonden tegenover den onverwachten be
zoeker zooveel terughouding Als jnaaic «net
de gastvrijheid te vereenigen was, de vlroo-
lijke ongedwongenheid van' vroeger was
ever. Op 'het voorhoofd van den priester
lag een sdhaduw.
De gravin verloor haar nicht en de hei
de tegenstanders niet uit heit oog. W,alter'
hoopte en vreesde. Meer dan oen® ont
moetten zijn blikken die van de geliefde,
welke hulp van hem: scheen te vragen.
Hij toonde zich ppraakz'ajmier dian ooit in
tegenwoordigheid van den prin;S het geival
was. En de pirinsi? Zijn gesprekken gele
ken het kleurenspel van een. fcaleidosikOop,
maar de bizondera p'akerheid van het vast
zijn van de overwinning ontbrak'. Toen
Walter afscheid nalmj, om! na,ar hui® te
gaan nam zij11 oom 'hem een oogenblik ter
loos naar dieigefoiedendestetoilteluisteren?
Misschien de zorg voor eer en goeden
naam, voor gezondheid en vrijheid? Zeker,
maar er blijven nog honderd gelegenheden,
waarin men uaar hartelust zijn driften
kan involgen, zonder dat men daarvoor
behoeft te vreezen.
Als er geen God is dan ook g,e.en eeuwig
leven, en als: wij niet mloglen rekenen, op
eenhemelach Paradijs, waarom, zouden wij
dan hier niet een aardsrih Paradijs adhep-
pen. zooals de ongeloovige Heine: „Wij
willen geen onthouding, maar genot, niimi-
fendansen, nektar «n .ambrozijn."
Eergevoel misschien? Maar zou 't eet'lger
voel alléén, zonder God altijd sterk genoeg
zijn om den mens-cb van, misstappen terug
te houden, ook daar waar ge.en m'enscher
lijk oo,g hem! ziet? „Vroeger heb ik werke
lijk gemeend," verklaart, dan ook' de onge-
loovigc Rousseau, „dat men pok zonder
godsdienst een rechtschapen m-emsph kon
zijn, maar ik heb ingezien en ondervonden
dat ik mij vergist heb."
Onbaatzuchtige karakters, zegt Gifthe,
waarvóór men eerbied cu hoogachting kan
koesteren, 'heb ik slechte daar aangetrof
fen, waar ik een leven vond gebaseerd
op den godsdienst."
Wanneer d,e hartstocht splreekt, zwijgt
het verstand!
Zender het bestaan van God, den Opper
sten Wetgever kan niemand en niets don
mens,c'h. dwingen de natuurlijke zedenwet
te .onderhouden! En toch ia dit onder
houden van de, natuurlijke, zedenwet 'n
onverbiddelijke eisoh voor 't behoud zoo
wel van het individu als van de mlassa.
Z.onder God en godsdienst heeft een Na
poleon gezegd, Zouden de menschen elkan
der doodslaan om de móóiste vrouw of' am
do sappigste peer.
„Ik vrees niemand zoaZeer als God," zei
oen geestig Pvansfhman, „amaar na God
vrees ik niemand zoozeer als iqmiand, dio
God niet vreest."
Een Spaanseh minister heeft eens op 'n
katholiekendag gezegd: „De geleerde ver
kondigt vanaf zijn leerstoeler bestaat
geen God. De, overheid hoort dit woord en
vertaalt het aldus: er bastaajfc' geen recht
vaardigheid! De boosdoener hoort het en
zegt tot zich .zelven: er bestaat! 'geen
schuld! Het wordt, opgevangen door de
jeugd en zo concludeertEl* is geen
deugd! De onderdaan besluit: er is geen
wet! En als. deze leer eenmaal ia doorge
drongen tot het volk, hojb de massa, dan
stroomt 'Cl* burgerbloed, dan buldert het
kanen er ontbrandt eon revolutie!" Wat
leert ons' Rusland?
„In een samenleving zonder geloof aan
God", 'zegt dr. Pools', „kan g*een ander,o
orde heers,chon dan die van eeni circus! of
manege, waar paarden, honden en leeuwen
door brandende hoepél® vliegen. In een
godsdienst!oozen staat ldan hoogstens de
oi-de zijn van een .tuchthuis."
Is het niet toekenend, dat Robespierre
de man van het bloedig schrikbewind in
de Franaehe revolutie, die Vooiri vólk en
regeering altaren oprichtte voor de godin
dar „rede", 'n half naakte deern, aan wie
het Fransiche volk zijn hulde en aanbid
ding moest brengen, zich genoodzaakt zag
de nationale conventie het besluit te latten
uitvaardigen: dat het fransiche volk' het
bestaan van God cn de onsterfelijkheid dei-
ziel voortaan weer Zal erkennen.
Hieruit volgt dus dat de. natuur van den
mensich, zoowel als enkeling of' individu,
zoowel als gemeenschap of staat, niet in
s.tand kan blijven, zonder dat do natuur
lijke zedenwet wordt onderhouden. Welnu
deze, voor de m'ensehelijke natuur dikwijls
zoo moeilijke verplichtingen, zullen nooit
worden nagekomen zonder voldoende sanc
tie of bekrachtiging. En deze absolute
voldoende sanctie is alleen to vindon bij
iemand, die staat boven ieder gezag cn
Macht van iederen rn'onsoh, die getuige is
van al z'n handelingen en iedere overbne
iling naar rechtvaardigheid straffen zal en
iedere goede daad naar wa,arde, loon,en zal
W.clnu, die dwingende Bekrachtiger van
die onuitwisbare natunr-wet, die zoo diep
in ieder m'enscbenhart gegrift staat, kan
niemand anders zijn dan de opperste Wet
gever, de -eeuwige God, die zijn onverbid
delijke wet eerst schreef in de harten dor
menschen. waarvan het geweten de onfeil
bare tolk is, daarna op steenen tafelen op
de hoogte, van Sinn.ï. En Gods schrift
wordt door geen macht ter wereld uit-
■gcwisrht
C. VIS, Reetor, Goes.
zijde.Eal ik Louisa aanraden de uitnoodi-
ging niet aan te nelmlein? vroeg; hij.
Laat zij z'elve beslissen, oopal, luidde
het antword.
Lójuissa besliste, innaai* anders;, dan deze
beiden gehoopt en verwacht hadden. De
volgende dag was pog niet verloopen,, of
de betoovering van den wclbeap,raakten
Griek had den tegenstand gebroken en de
jonkvrouw van Guldenpforten had zic'lr
bereid verklaard naar liet slot Fürstem
stein te gaan. Landeroa zegevierde.
I)e gouden Augustuszon scheen warm, in
do lrooge klotkamem waarin pp een must'
bed, zorgz'aami doof kussens ondersteund,
dc vrouw van den jager lag. Aan ha,air
voeten op een bankje zat haar dochtertje,
met de zwarte Dogen geheel en al in do
beschouwing van oen prentenboek' ver
diept. Rij Anne Marie had een beduidende
verandering plaats gehad. De ingevallen
wangen toonden weder eenige ronding en
waren imlet een lichten blos overtrokken.
Do blik van haar «ogen wasl levendiger,
de gouden vlechten waren weder als vroe
ger op, haar hoofd' omgeslagen. Da ver
stijfde leden hadden weder* een zekere be
wegelijkheid herkregen. Zij liet, zooals fclif
zoo gaarne deed,, de kralen van den rozen
krans in aandachtig gebed door hare vin
gers glijden, toen de, jonkvrouw binnen
trad. Gretc'hen wierp het prentenboek' op
zjj, «u kïc'h aan de jonge daraia hechtend,
riep zij jubelend: „De jonkvrouw, de jonk-
(Vragen worden ingewacht bij de redactie).
Vraag. Als ielmjand zich. in de Biecht
van moord beschuldigen motet, is hij dan,
ook verplicht, oin de IR Absolutie le kun
nen ontvangen, dat hij zich z'elfl Wij het
igcidc'ht gaat aangeven V 1
A n t w. Indien icjafaud aan ©en ander
zakelijk nadeel veroorzaakt, moet hij dat
olm, de H. Absolutie te, kfnnnen ontvangen,
zoo goed mogelijk in zijn geheel vergt»-
den o'f restitueer,on. Maar mloord Is op
geen enkele manier te jipfstellen.
lem'ands ontnomen leven kan men niet
meer teruggeven. Ook' is het gepn restitu
tie, als men zichzelf dan Wij hot gereteht
gaat aangeven en zich zoodoende tot ge
vangenisstraf laat veroordeelteD. Men bb-'
hoéft zich dus niet aan te, geven. Wtordt
mien in hechtenis „genomen iem veroor
deeld, dan moet men do opgelegde straf-
ondergaan, want de staat heeft hot recht
en flen plicht, tot veiligheid zijner Wur
gers de moordenaars to istna'f'fcn. Ook
straft de staat om' anderen vian misdaden
terug te houden. Zelfs 'behoeft de "ftioor-,
denaar zieh niet aan te geven, ia]s< een
ander in zijn plaats onschuldig veroor
deeld wordt. Imtmleus ofschoon do m'owrdc-
naar wel de aanleiding Was' tot de ver-
oordeeling van dien onschuldige, is hij er
toch niet de oorzaak! vun. De rechters-,
die zoo'n uitspraak ^deden, waardoor een
onschuldige veroordeeld wordt, zijn de
oorzaak', natuurlijk onbewust en te- goeder
trouw. Ofschoon dus de fnbordenaar 'hefc
persoonlijke kwaad jegens den gedoodo
niet herstellen kan, pibet hij toch' „zooveel
mtogelijld het zakelijke nadoel, dat hij' be
rokkende goed'm'aken, door bijv. door mid
del van derden dn weduwe en dé kinderen
van den godoode 'te onderdtietuhlen, als
deze fcostwinucr Was.
Vraag. Een katholieke ihan gaat een
wettelijk huwelijk aan m'et ccn profes»
tantsche vrouw, 'wat dus volgens do ka
tholieke leer geen wettig huWielijk., is'. Na
«enigen tijd gaan ze .een wettelijk^ schei
ding aan. Kan die man nu kerkelijk trou
wen Imiet eon katholieke vrohw'?
A ntw. Ja, Mfet toestemming van Rom'e
Vraag. In een protestantsdk blaadje
werden de broeders van Jiesus opge
noemd. Als dat waar is, is Maria! dan toch
altijd maagd en de On'Wevlokte 'Ontvange
nis gebleven j
Antw. Bedoelde vraag lilolmlt gerelgbld
voior en is al 100 ta'aal hloantwoord. .Tioiod-
sche verwanten Worden méérmalen broe
ders genoein'd. Abraham en Lot noemen
elkaar broeder, o'fechixm ze. neven wa
ren. Ook' de zoogenaumldo 'broeders van
Jezus zijn Zijn neven. Maria is altijd
Maagd gebleven. Zij 'heeft slechts één
Goddelijk Kind gehad, dat ze ontvangen
heeft van 'den II. Geest. Maar dit geheel
«enige voorrecht is heel wat anders dan
de onbevlekte ontvangenis. Door dit laat
ste dogto'a belijden wo, dat Maria in don
.schoot van haar moeder Anna. zonder erf
zonde ontvangen is, ofschoon dei HL Joa
chim], werkelijk' haar vader w'as1 na,a,r do
natuur, 't Is Bedroevend, dat katholieke
mtenSchcn ziilk's nog verwarren. Besteed
nu den tijd, dien gc m'et protestantsch|o
blaadjes doorbrengt, liever Op een hetero
wijze do,ol* na'mtelijk! de katholieke leer nog
eens na to, gaan in een dor vele jliktllo-
liekfe leerboeken.
SK ïfc
Vraag. I'M las, dat een rnian bij de
Franciscanen priester gewijd Word, en dat
zijn vrouw in het 'klooster trad der 'Bene
dictinessen. Kan nu yeikfelijk zoo'n m'an
nog Priester worden Pet Huwelijk' kan
toch alleen door den dood worden ont
bonden? M i
Antw. Zétóer, hot Huwelijk kan alleen
door den dood worden ontbonden. Ook
het Huwelijk van deze twlec; menSchen
Als die vrouw dus uit dat Benedictines1
Senklooster in de wereld terugkeert, kan
ze vóór den dood van haar mén gpen under
huwelijk" aangaan. Met w'ederzijdseh goed
vinden kunnen 'nlan cn vrouw of een van
de twep naar het klooster gaan met pause
lijke dispensatie. Natuurlijk houden lmn
huwelijkbverpliohtingicn en voorrechten
dan op. Eten m'an 'lmn Wij liet teven zijner
vrouw inet haar toestemming, of na, haar
dood zeer zéWar Priester worden. Ook do
Hl. Petrus, door Christus Zielf tot, Priester
Mi Bisschop gewijd, was gehuwd, want
we lezen in den Bijbel, dat Jcztas diens
schoonmoeder geneest. 4
Louisa beantwoordde de liefkozing van
het kind opl ongewoon vluchtige wijze en
wendde zich snel tot' de mioeder: Lieve
Anne Marie, zei Ze haastig, ik mioet je
verpleging eeu korten tijd aan Üe huis
houdster overlaten, zij kan dat nog heter
dan ik, je doet geen sleöllten ruil ilt
moet ik jnhet opl reis.
De zieke hing raie.t teedere veneering
'haar jonge verpleegster' nan, wier Ver
schijnen steeds opl haar werkte als zonne
schijn op het gemoed.
Zij keek verschrikt p,p. Op reisi?
Ja, lieve Anna,, vorstin Landen®,
van wie ik je zoioveel Vertelde, wil beslist,,
dat ik haar koim! bezoeken.
Louisa's stem beefde tjgènaardig. De
fijn voelende zieke bemerkte biet, fc'ij zweeg
een oogenblik' en zeida daarna o,pi haar
gewone zachte manier: Nu ja. dat is niet
te verwonderen, wie heeft onze jojnfk.1-
vrouw niet gaarne bij zich, Ma-aM u voor
:mij maai* niet ongerust, ik' weet heel goed;,
dat voor mij gezorgd wondt.
Maar Gretchen. die liet gesprek' opmerk
zaam' gevolgd had, was niet Zoo gemak
kelijk tevreden te utellen. Zij ging jnlet
heide handen aan den, arm! Van de slot-
'vi-ouw hangen, terwijl zij druk protesteer
de: Neen. neen, u ;moet niet weg, u mojot
niet weg. Bij on® is: :t toch] zoó heerlijk!
U heeft toch een vader hier en denl klei
nen .Werner en de pauw en de duiven,
Vraag. Mag een fciatholfeke aannemior
cïem'atie-ovens Wouwen?
Antw. Voor een architect of aanneni'er
wordt daartoe nogal eens doorslalande re
den vereischt,.bijv. als hij anders jvrnkfe-
loos zou zijn. Een gewone timmerman ol'
metselaar mag steeds het we-rM verrichten,
hem, door zijn patroon opgelegd. Ele'hter
is het volgens een decreet van H. Stoel
steeds voor iedereen v'eéboden, afgodstem
pels te bouwen en afgodsbeelden te maken.
Op don firn Ziaulag na Pinksteren.
Epistel v. d. H. Paulu® aan de Romeinen.
,VI. 3' 11.
Broeders.! wij allen, die in Jezus Chris
tus. zijn gedoppt, z'ijn in Zijhea dood ge
doopt. Wij zijn dan dooi* den doop met
begraven oml te sterven, opidat, gelijk
Christus door de glorie des Vaders is
verrezen van den dood, wij ook dus wan
delen in een nieuw leven. iWiant indien wij
in Hemi .zijn ingeplant 'door dc gelijkvor
migheid aan zijnen dood, dus Zullen wij
het ook door de gelijkvormigheid aan Zijne
verrijzenis, -zijn. Daar wij; weten, dat ouzo
oude mensich met Hern is gekruisigd,
opdat het lichaam! der zonde te niet Zoudo
gedaan worden, en wij de zonde niet «neer
dienen. Want die gestorven is, is van do
zonde gerechtvaardigd. Indien wij nu mot
Christus ,zijn gestorven,, Zoo geloaven wij,
dat wij ook mén Christus zullen leven.
Wij weten toch, dat Christus, die van do
dooden is verreizen, niet meer) sterft, en
de dood over Hetml ge,ene heerschappij
meer hebben zal. ,W-ant dat Hij gestorven
is, is Hij slechts eens gestorven van de
zonde, maar dat Hij leeft, leeft Hij voor
Gud. Dus ook gij,, acht ïi gestorven voor
de. zonde, maar levende voor God in Je
zus Christus, onzen Heer.
Evangelie, Marcus. VIII. 19.
In dien tijde, Wanneer oene groote me
nigte bij Jezus: was, en z'ij, nieti te) eiten
hadden, riepi Hij zijne Leerlingen te z'a-
men, en zeido hunIk heb m'êedoogeni met
liet volkwant ziet, z'ij zijn reed® drio
dagen bij Mij, on Aj; jhebben niet te? eten:
en zoo ik' heil angespijsd naar huis laat
gaau, dan zullen 0ij op den wo,g bezwij
ken; want eenigen vau hen zijn van verre
gekomen. En zijne Leerlingen antwoord
den Hemi: van waar zal iemand he-n hier
iu de woestijn met brood kunn-ern verza
den? En Hij vraagde hun: hoe vele broo-
den hebt gij Zij zeiden: Zeven. En hijj ge
bood het volle pp de aarde neder lie zitten.
En Hij nam! de zeven brooden, dankte,
brak, en gaf' ze. aan Z'ijne Leerlin'gen,, dm
voor te zetten; «sn z'ij zetten ze aart het
volk voor. Zij hadden ook weinige visieh-
je«i, die Hij ook Zogende, cn gebood voor
te zetten. En Zij aten, en werden verza
digd; en zij namen zeven manden op met
brokkelingen, die overschoten. En die ge
geten hadden waren omtrent vien duizend,
en Hij liet ze gaan.
Op h«t station.
Tot do middelen, tlie. de Katholieke actio
in Frankrijk bedacht heeft, otm! de geloovi-
gen, vooraf die der dorpen, in het R.oppiteéh
varband te houden,, behoort ook het oprich
ten van parochiale bioscopen, die in staat
zijn, de lange winteravonden en ook de
Zondagen vrij te houden van Vepveling en
die daarbij togelijkerljijld gebezigd worden
voor de ontwikkeling ook in religieus
opzicht vau de katholieke plattelands
bevolking. Dit middel, waarvoor vporal
liet Parijsche katholieke dagblad „Lp,
Groix werkt, schijnt zceri doeltreffend cn
wordt ook door den tegenstander als een
krachtig wapen van katholiek' verweer
beschouwd. Pierre l'Ejitaite schrijft er de,
volgende interessante schets! over: do
plaats der handeling, js een stationnetje
in dc provincie:
Het is middag en hartje zomer.
Het kleine provinciaal stationnetje m'e(t
zijn keurig geknipte fipcelg-oiedlinde-
boumpjes, zijn .ïoz'enimandjes, zijn net ge
harkte zandpaden, zijn glazen hut waarin
de hefhoomien der heide signaalscliijven zijn
aangebracht, schijnt te slapen.
Er is nog niemand voor den trein van
12.35.
De stationschef,^ in zijn hemdsmouwen,
is rustig bezig zijn erwten m'et staken
te stuttenZ-ijn yrojuw doe|t de wasoh.
De zon stooft pp haar krachtigst deiZe
verlatenheid.
blijf maar hier!
Louisa slaagde er niet in het kind ge
rust te stellen cn toen Greibohen bepueii-Jkte,
dat haar smeeken vruchteloos; was, liet zij
den a,i*m van de dalm'e los, wendde zich
mét pruilend mondje af en riep: Nu ga
dan maar, maar nu houd ik niet meen-
van u.
Een zwaarder afscheid- wachtte Louisa
echter nog. Zij gaf er de voorkeur aan tpt
dit doel alleen naar den burcht "te gaan,
maar de gravin en Landaros, verijdelden
dit en sloten zich bij haar aan. Het was
een_ soort verlichting, dat „W'alteri liiat
thuis was. De burchtvrouw o-feahoon
het een opmerkzaam1 toeschouwer niet pnt-
gaan kon, dat over -ha,ar gelaat een lichte
schaduw trók, toen zij van de Voorgeno
men reis hoorde, wensidhte Louisa op
hartelijke wijze veel genoegen mieh haar
verblijf op, Fürstensitein cn beloofde dik
wijls naar Anne Marie te kolm'en zien. Ze
hadden het rijtuig voor den terugtocht
reeds bestegen, Louisa droeg de burcht
vrouw van den Zwaluwenberg reeds de
groeten voor Walter; pp, toen deze van een
rit terugkeerdnd in den tudu uit liet zadel
sprong. Op, zijn gasten toetredend, sprak
hij op, verontschuldigende wijze zijn spijt
uit, dat hij dit bezoek verz'uiimld had.
Uit de opgen van den prins jubelde de
zege! Ja, heer van den Zwaluwenberg,
riep liij lachend, u hebt wel reden spijt te
hebben, want ik deuk er nu niet alleen aan
De kippen hebben de wijk genomen naar
oen broeide strook schaduw van e,en loods,
waar zij groote gaten in den grond hebben
gekrabd.
In de drukkende stilte hoort men slechts
liet getingel van het belletje in dén eig-
naalhuit. Ding! Ding! Ding!
Ruw wordt een deur opengeworpen ..Dm
doorgang te verleenen aan -een grooten,
zweetenden, puffenden,, hoogroodoni mijn
heer met borsteligen peper- en zontbaard,
de oogen bijna buiten het hoofd, den hals
gewrongen in een hand-gesteven boord.
Een blik op het loket.
Het loket as gesloten.
Dan een blik op do geblakerde aanplak
biljetten, die de boeschen van Gevadaud
aanprijzen en reclame makenvoor het vis-
schen aan do schaduwrijke oevers van de
Tarn
Vervolgens zet de man zijn stroohoed af,
die 'hij schoonveegt, w.ischt zieh hals en
voorhopM af, zucht, blaast, hoest en
spuwt. En als hij zijn sanitaire gebaren
onderbreekt, merkt hij in de wachtikaimlW
het grillig gegons van oen wesp op' e»
het ernstig getik van de klok! der spoor
wegmaatschappij. In het midden dei' ka
mer staat' een grave ronde kachel mot
roestige wanden.
De man 'haalt zijn horloge te voor
schijn, 12.10, en hij vergelijkt z'ijn tSjfl
met, den oifïieieelen.
Ik ben voor ik had mij niet foehoeiven
te haasten en in het zweet te loopen!
Hier is het frisseheT.
l
De man gaat na,ar buiten het perron op.
En daar stoot hij zich tegen een groote
houten kist I ill
(3to,m|m'e kist!
Eu driftig dient hij het fttoimjme voor
werp een vuistslag toe.
Dan, gowtoken, voldaan Slentert hij het
perron op en neen evenals oen ropfdier zijn
verveling in zijn kooi tracht weg te wan
delen.
12.15. Nqg niemand!
Het is niet te zeggen, tojt! Parijs is
mijn 'heimd nog nat.
Hij kotalt weer bij de kist, de groote kist
met op een plank de ouders,troepte woer
den: breekbaar, dit bo,von houden, welke
laatste woorden grappeinmakerb joimis: 'uit
leggenom' op te dansen.
Hier is de kist onbeschadigd. Hier is
men niet te Parijs. Do kist is kalim en
angstvallig uitgeladen, neergezet opt spaan
ders en met een zeil tegen dei Zou be
schermd.
Kijk eens hoe die m,an zich voor die kist
begint te inteTesseeren.
In dit kleine plaatsje is alles een ge
beurtenis, voor wie js deze enorme kist
bestemd? i
Wat kan daar inzitten? Het isi een
zware
De man duwt, projbeerk 'het meubel te
verplaatsen, zet zich uclhrap, strekt zijn
spieren.
En hij staat op het punt een groolt stuk
papier tusschen twee planken uit te scheu
ren als de etationchef, zijn dienstjais; weer
aantrekkend, .te voorschijn lihmt.
Wnt vocirt u daar uit, mijniheeaj
Homais;? U bederft ens een zending.
Wat voos* zwaar ding zit en toelh! in
die groote bak?
Een volledig biosteooptoestel!
Het gelaab van mijuilieeii1' Hiolmiaisi begint
te glunderen, ,zijn mond gaat opep, Zijn
kleine oogen glinsteren:
Een bioscoop voor pns dorp?
Ja mijnheer Hopiand
,W,el dat isi Voortreffelijk'! D;at zal de
avonden verkorten en do Zondagen pp-
vroolijken!
Maar wie ia jle Maecenas iWie onder
neemt dit? Da wijnkoopman? Het Café
Het is ieen cinetafe, dia d«? ,>Croix" zendt
heen, dat zou een uitkomst gijn!
Maar do chef glimlacht:
Och! U zult Zeker niet naar die bios
coop gaan!
- Wel, en waarom! piet Ik houd van
de cinema. Dat js prettig. Het is modern.
Hot is een cinema, die de „C.oix" zendt
aan mijnheer pastoor.
Een bioscoop vflor ilon pastoor?
Zooals ik u zei;de. Kijk maar, het
adres zit er pog op.
Mijnheer Homais bukt zich, leest.
Geen twijfel meer, yoor 'den pastopr.
En hij heeft er een eigen manier, pml hlet
woord „pastoor" ,uit e spreken, op na.
de dame te ontvoeren, maar pok morgen
met haar «ver de bergen te zijn. De gena
dige jonkvrouw heeft eindelijk ingewilligd
ons op Fürstenstein met 'haar tegenwoor-
gcluk'kig te maken.
Hij ha.d, terwijl hij! sprak, zijn tegen
stander sc'herpl in de «ogen gekeken. Deze
verroerde geen spier, hij richtte ook gelen
blik op Louisa, lecilits een lichte, bleekte
verbreidde zich oV.ei', zijn door het weer
gebruind gezicht. Do ionge dame had de
oogen neergeslagen, .zij opende den mond
om iets te /éggen, m'aar geen geluid kon
over haar lippen komen.' ,er trad een
stilte in, dio het .eerst door de burcht
vrouw werd' verbroken, wier liefhebbend
moederhart"* re.eds lang het geheim] Van
haar zoon had geraden. Op| dit oogenblik
was het haar zekerheid geworden. JWij
zullen onze vrienden van het slot zeer
missen, zeide ,ze, denk' eens aan, Walter,
zelfs .ooimi heeft besloten het bochtje meie
te maken, maar pp| afscheid volgt weder
zien.
Ja, zeker, riep de gravin, Dn je moet
dit afscheid zo okovt mtogelijk ttiak'en. Met
haar roode parasol wees ze naar de lucht,
waar zich bedenkeleijke wolken verzameld
hadden en vervolgde: IW'e móeten voort
maken. om' thuis fe komen, eer deze sluis
deuren open gaan. - j
(Wordt vervolgd).