ZATERDAG 9 JUNI 1928
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT
j In 't kraaiennest.
[Wat wij in Engeland miissen.
In Engeland gingen liet vorige jaar
HJ000 personen tot de Katholieke Kerk
over. En 1927 staat imiet deze massa-bekee-
ïingi niet alleen; ook in vorige jaren werd
zoo n getal bereikt.
Gaat da Kerk dus in Engeland reusach
tig vooruit?
Men zou 't gelooven indien ineni de
geestdriftige brieven van saraimigo onzer
dagbladcorrespondenten leest, doch de wer-
kefijkheid helaas is minder rooskleurig,
want tegenover de groote aanwinst, staat
e.en nog grootere alval. Vallen de bekke
ringen veel in de tooogere standen voor:
op rekening van de arbeiderskringen vooral
komt de afval.
Het is een droevig feit, dit laatste,
doch het weg te redenecnen zou 'n dwaas
heid zijn.
En de oorzaken, vraagt imen missehie.nl
Ze zijn niet ver te ZOeken. i
De Engelsc'ho Katholieken missen alles
wat de. tegenwoordige tijd eischt, oml sttaaii-
de te blijven.
Ze hebben geen nieuwsbladpers en geen
vakorganisatie.
De anti- of onkatholieke bladen zijn het
voedsel van het gros der onzen en wat
do arbeiders no>g aan weerstand over heb
ben, wordt gebroken in do half-roode
Labourpartij.
Dat de leidende katholieken niet bo-
gvijpen, dat hierin verandering geëischt
wordt, is oppervlakkig bescljpuwd onbc-
grijpelijk.
Vermoedelijk zuchten do Engelsctljp Ka
tholieken, evenals de iRoolmBehen vroeger
hier te lande, onder een gebrek aan zelf
vertrouwen en oen overdreven bezorgdheid
omi geen aanstoot te geven aan andersden
kenden. Do angst, opgewekt door 'n, eeu
wenlange onderdrukking, schijnt hen liog
in t bloed te zitten en doo|t hen vergeten,
dat wij 't volle leven met onze. beginselen
in moeten «mi t,e zegevieren. Iederqen tot
vriend houden is toch onmogelijk!
Een glimp van licht, zien we dn de actie
van pater Bennett t.r, Liverpool, die voor
al wil dat do priesters zich Imiet het
sociale vraagstuk hezig gaan houden om
de arbeiders te bewaren voor de bosimiet-
ting die zij in do. jieutrale, half- en lieel-
roode bonden oploopen.
Wij hebben vroeger gemeend, zei pater
Bennett onlangs, dat onze imienschen van
zelf gezond zijn, omdat zij 't geloof' heb
ben, en dit gold voor ons als een afdoende
reden, «mi niets te doen voor hun voorlid»
ling tttet betrekking tqt. do vraagstukken
van den dag. Maai* het is juist op dit ge
bied, dat thans gevaar dreigt., en als
iemand te kiezen heeft, tussöhen sociale
ketterij on zijn geloof, dan geeft h!ij[ al te
vaak zijn geloof op.
Onze. Katholieke arbeiders worden thans
in vele gevallen beSmlet door valsche leer
stellingen, doordat zij zoo weinig gelegen
heid hebben achter de ware te koimien. Op
school hebben zij wel hun catechismus ge
leerd, Waar zij weten niets van de so
ciale Consequenties, die daaruit voortsprui
ten, on zelfs punten als do ten helmie)
schreiende oondeuigd der wraaklust, worden
vergeten. Kan het ons verwonderen, dat,
samlnviga hunner ten slotte zich Zeiven
bedriegen knot het geloof, dat de. Katholie
ke kerk' niets te zeggen heeft, en dat,
wanneer zij spreekt, zij slechts beoogt, den
arbeider in slaap te sussen
Het is te wensehen, dat, do inzichten
van pater Bennett veld zullen, winnen en
als dan tevens oen acltie woirdt begonnen
voor oen eigen katholieke pers, dan kan
men weer hopen, dat de Kerk in Engeland
veld gaat, winnen, ook onder de arbeiders.
Overgeleverd aan verkeerde bladen en dito
organisaties, kunnen zij zicli niet .g'ta.ande
houden. UITKIJK.
heid in Eet klaar tdalten van sohoon-
heidsm'iddeltjes. Uit oude; geschriften zijn
enkele van die reclepten voor hef nage
slacht bewaard gëMevlem. D'e Gallische
vrouwen waschten zich met. azijn, waarin
zij krijt hadden opgelost) de wtetakbrauiwlen
accentueerden zij Imiet roet en tegen sproe
ten Uitenden zij een probaat middel, waar
van olijfolie en ponensap de hoof'dbestaud-
deelen vormdteta.
In do. Middeleeuwen bleieM" do gjwtoonte
o'rnl zich te vórfraaien nog niet uitgestor
ven. Een troubadour zong in die dagen,
dat „da'mleü zooVecl wit 'ten rood oplegden,
dat zo Imiet het mooiste heilig,ejibeeld kon
den wedijveren..." Tevergeefs iwterd in de
herken tegjein de „sledhte zeden" gepreekt.
Vooral in Italië hecrs'chto de scikmink-
woede in steeds groot er kringen. D e Flo-
rentijn's'che Vrouwen (wWqn lom'streekfe1 de
Veertiende eeuw beroemd om deze zeen
vrouwelijke kunst. Een dichter uit dien,
tijd tmfcrk'to op, dat „de duivlels in de heli
niet 'z!oo zwart iwjaren als1 de Floneintijnscilie
vrouwen, wanneer1 zij zich Tiaddteto opge»
maakt." Want niet alleen lelgden zij zwart
op en om', de oogen ien wenkbrauwen, ook
haar tanden kregen een beurt
.1 Dat, men echter o,okrin andere/ Euro
pee Ische landten niet te/vreden was met heb
uiterlijk der vrouwen dom* Moedor Na-,
tuur geschonken, blijkt uit den brief van-
een student uit Bazlel, die in de, zestiend»
eeuw een reis naar Spanje mjaakte. In
zijn epistel vertelt liij, dat „de vrouwen
schaamteloos poeder jein schmink op gezicht,
hals en handen strekjejn". Tn Frankrijk' was
het al niet Veel anders1. Toen Catliarina
de Medici naar het iPransdliiel hof Verhuisde,
hiracht, zij een staf van Florentijnslchiö
Bdboonheidskunstenaars mine, ,die in het,
vree'm'do land gelegenheid te over vonden
om1 hunne praktijken voort, te zotten. Tij
dens de rege'ering van Lode wijk' XIV ver
toonden de da'm'es zich gepoederd en ge
verfd in de kérk'. Zielf's het sterke geslacht
schaamde er zich in die dageiu niets voor
om' naar de schminkdoos te grijpen. Dia
bïoer van den Zonnekoning trok, prach
tig „bijgewerkt", „ten oorlog) zbndiexhoo'fd-*
dtk'scl reed hij het Veld in, bang als hij
was om. zijn keurig gepoederdeu pruik' te
beschadigen.... i
Hoe inteer .hulpmiddeltjes de, Franc'ai-
kes gebruikten ,d'ets te fraaier werd haar
uiterlijk in die dagen gevonden. 'Madame
de Pompadour liad minstens vier kame
niers noodig.om1 „behoorlijk"! voor den dag
te kunnen komen. Die' eene kruide lieur
haar, do andere poederde ,de lokken, nu
méro drie moest de rouge mengen, weer
een andere verstond de kunst om kokette
Untouches te knippen en aan te brengen
op wangen, /kin- of schouder' van haar
(Meesteres. j 1 t
In da achliende toeuw, toen alles zoo
verfijnd en .eleigant toeging, was de toilet
tafel een der* ononlbeerlijksto requisiotcii
in kleed- .of slaapkamer. Zoover ging men,
dal hij hoffeesten en audiënties oen bepaal
de soort rouge moest worden gebruikt.
Zelfs gestorvenen placht men 'bij te, wer
kten. Toen prinses Htonriette, dochter van
Lodewijk XV in 1752 stierf, berichtte)
een 'kroniekschrijver, ,dat de overledene
„gefriseerd ten .rood geschminkt was". Ook
in Rusland ('Wende m'on delze gewoonte.
Na den moord op tPaul I 'werd hel lijk! van
den vorst' igebalseimd en zes wekten lang
tentoongesteld. Om'de' doodelijkfo! bleekheid
van het' gezicht te verminderen, verfde
'men de wangen rood. 1
Het is (Wekend, dat Napoleon een aikeer
van kunstmiddeltjes) had, maar dat hij in?
conséquent gen(i#lg.was oinl(hofdames, die, er
'bleek uitzagen, Voor te schrijven, Jat zij
rouge moesten gebruiken. Zijn eerste g'c-
taalin, Josephine, stoorde zich allerminst
aan het' feit, dat baar keizerlijke e'chtge-
no.ot niet gesteld was op schoonheidsmid
delen. Urenlang ltton zij bazig zijn ohf zich-
ztelf op te 'makten 'en zij bedierf haar huid
zo« gi'ondig 'mtet al die Verfraaiingen, dat
z'ij op jeugdigen leeftijd al allo mtoeite in
het werk! „móest stiellen om althans den
schijn te wekken, er bloeiend en aantrek
kelijk' uit te zien.
„Hot, wit 'blijft niet eens inteer aan liaan
'Mn zitten", schreef ©en mlejodoogenloozo
chroniqueur, „het .bladdert af en vor-
poeiert...."
ITaar rekeningen bij dten' parfnimleur wa<
ren ongelooflijk hoog. Zij slaagde torin, Na
poleon t,e ovtertuigeln, dat een beetje „ge»
leende fraaiheid" .geen doodzonde was. Me»
vertelt ztelfe, dat zij. helm' er toe. bracht', de
mysterieuze 'Bracht Van rouge en andere
pommades te .beproieven, toen hij Marie
Louise als tweede; echtgenoote uit,verkool*.
Nu zijn wij al wteer Meter dan honderd
jaar verder, en nog altijd tracht de, vrouw
haar uiterlijk op kunstmatige, wijze, te ver
fraaien.
Zal 't ooit anders worden
Ontspanningslectuur.
(Uit 't Fransfch.)
Hel is voorjaar! I
Een n at, houd voorjaar, een voorjaar
voor lieden, die vergeiten dat oml zon aan
God gevraagd moet worden, zooals men
Hem1 bidt o'm' 'brood.,'
Enfin, hot ,is toch vto/jrjaar 1
Waar ik bij dag bet gebod der 'wcdiid-
lijksche rust ,niet kan opvolgen, newm' ik
dit liij nacht in aoht. Ik heb' in het vteld
geslapen, ver jian de autobussen, maar
dicht bij ,de nachtegalen..., ver van htet
mlet microben .^verladen stof, maai' te!
midden der .geur van ontelbare kleine veld
bloemen. i I
En lerugkeerend ,5ja ik den weg der
Schoolkinderen iu, een grillig 'Voetpad, <*en
landweg, die ginds1, heel in de verte,, uit
loopt op een klein landelijk stationnetje,
waar ik waarschijnlijk do eenigq reiziger
zal wezen, i,
De ochtend is licht en helder.
Groote wolken goeden zich langs de.
lucht. Wanneer zij bovten mijn hoofd pas-
seeren isji'et winter.(Maar er tuiSsc'hen door
gluurt de .zon. Dan trilt alles, zingt alles,
van liet (insect in de vdren tot den vergul
den haan 'die knerst op den oudetn toren.
Jki loop tusschen katresporen, uitge
groeid door1 de zware boerenkarren.
Rechts, links Voor en achter mij de
trots alles Vruchtbare vlakte!... Ivoren,
Iwel Verzorgd, door m'eststof'fen gevoed,
(lat golft, tonder den s'eherpen wind, als de
manen van ,een veulen of de golven van
den Oceaan.
Verschillend in grootte en klaur... z'aai-
'ktoirien en (öonsulm'ptielkórten, herfst en vtoor-
jaars'graan..., het oen dicht en groe'n, het
ander geler ,en vochtig..., alias1 liaalkt naar
zon..., alles (wacht er op', gereie'd in aren te
schieten, onï ojp te schieten, om' te zingen
liet lied ,Van liet gouden kóren.
Hier en daar groote stukken land van
een rossige kleur, zorgvuldig! gleëjejl en g'e-
rold.
(Ik ontmóet een koppel van zes witte
osSen, geleid "dpor oen Ssjecho-Slowaa'k
den prikstok in de liand.
D'Bzie ossen trekken een groote; zaaiin'a-
tehine .Voor bieten onder op'mfcr'kzaam toe
zicht van twee ander» Tsjedhen.
De drie mannen zijn stevig gebouwd,
bi'eede borst, (le huid gèibruind door d'e
zon, heldere o«gen, spitexen die zwollen
onder het groVe buis wannaelr liet n,nodig
is de marlhine- te hulp te kómten.
'Zij Ihebhten lyjn fluweelcn jassen aan den
(J>egroeiden slootkant iiu'lileirglölatcnde
lucht en do Velden Vtepstej'ken hun le/v'eus'-
krarht.
;Ikl blijf'ptaan om1 ben en hu|n dieren gade
te slaan... Zij zijn, na God, de („matters
Van brood". Men k'an buiten alles, m'aau
niet buiten brood.
Zij beboeren Jeu cxplojteqren een bóer--
derij, die verlaten is door de zonen den
Frans'chen, die zt gesticht hteibhleu... een
boerderij van (900 hectare voortnelffólijk1
land,... graanland, 'hav'erland, bietenbnnd,
klavterland... land :yo£)T alles wat mlen wil,
op Voorwaarde jslteehts dat m'en er iets voor
ov'er h eeft, j, t
Terwijl i'kdezte schittering van altijd bft»
schouw, en ipadem wat de oude aarts-
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60c<.
Laxeer-Tabletten60ct.
Zenuw-Tabletten. 75c».
Staal-Tabletten90 c».
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
vaders noemden, („odett* agri pleni.... dei
geur Van (het veld", töe|klent zich plotseling,
juist op de plekTWaar ginds het korelveld
aan de izpom' ;v'an den weg begint, ie|en-
zwarte vlek af'... een vleit die langzamer
hand naar (ivoren Icjomt, liobbelend, onrus
tig, akelig... i
Men zou .zeggen...Ja...! Het is *»en
lij'kwagen I....
Wat k'omt ,'dic liiei' doen 1 i
D'ez'e dood temidden van dit nnivefseeld
leven...
Do lijkwagen nadert... Ik k'an lieml nu
go.ed onderscheiden, mtet zijn zwarte plan
ken.., zijn geteerde zinken kap..., de koet-"
sier, een beruchte droiikênlap leidt,
knikkebollend den droevtem stoet.
Wie is er dan dood? vteoeg ik
De ossendrijver roept mij dietn naam1 too
van «en jongen boer van hier, 25 jaar oud,
(lie naar Parijs gegaan is om een ztektei-de».
inkomen te Eebtien, 'en vooral oml des
avonds naar de cinema te kunnen gaan.
En do machineVoerder legt mij uit. dat
dez'e jongeman wetektel op «en bureau,
naast een (teringlijder. Hij Verdiende .800
francs per maand...
-»- Maar bij „is gecrepeerd" btesluit
iiij ruwweg ,jjt zijn beklrompen taaltje...
Naast den lijkwagen, die voorthob'belde
luBSchsn bloeioude/ appelltoomien on onder
liet gqsjilp der vogels, bieb ik mijn weg:
vervolgd.
Ilij is dus dood, die boer van gisteren,'
stedeling vandaag.
Een te piteer kan ik aan mijn lijstji'l toe
voegen!... i
Toch ontbrak liet zijn longen hier niet
aan lucht... 'kwatn' liij geen brood te kort
geen aardappels... gaan hout,,, geen «ierelf
geen melk... goeu ooft!...
Ondantó regen yi hagel had hij' dit
alles THUIS.
Maar do cinema lind hij niet!...
Toen heb jjc' uit de grond van 'iniju
hart, eend te meer, allo priesters en so
ciale werkers gozejgend, die aan dra ver
lokking der /hoofdstad zijn aantrekkings
kracht ontnamen eji, die in hun eigen
omgeving, in de schaduw van het torentje
van hun geboorteplaats aantrekkelijkheid
kweekten, d«zie| Versterken door de krant,
parochieblaadjes en .vto«rdraöliten ien zoo
aan de vrije uren in liet dorp ieits geven
van toet belangwekkende der steden.
Want, ten laatste barslt dezte Moloch'
van Barijq ujt zijn liuid... Hlij',k'an zelfs
zijn slachtoffers niet mteer; herbergen... ecu
woning „te huur" is tegenwoordig in teeni-
,ge buurt een gtol feurtenis. i 1
Maar de kerkhoven zijn er wane uitge
strektheden gewordendie kerkhoven,
waar in de gemteensehappiclijkC groevte, ztoo-
Veel jonga miensfcltoeto zijn neergelegd, ge
schapen Voor een rustig, vruchtbaar le-
v'on..., en die ,,gee'iielpp©rd zijn", zooals
de Tsjneho-Slowaak' dsar ginds afsehuwe-
lij'k) z'eide. i j 1
PIERRE' L'EMITE.
ONZE DAMRUBRIEK
Do onderstaande positio laat ons een
miooi vraagstuk zien van den iu 1918 over
leden ber.oeimiden Fraiisclieii pr,oblojmist
Méaudrn.
Zwart: 9.
1 2 3 4 5
4(i 47 48 49 50
Wit: 9.
Wit speelt, hier 17—12!, zwart is nu ge
dwongen tot 8x17, daarna wit verder;:
181,3!!, en zeer yenrassend 11x31, ver
volgens 4741, 2924 en 315x4 wint!
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
ALLERLEI
De beroemde Thomas Morus, grootkanse
lier van Engeland, was door den goddoloo-
zen Hendrik VIII omi zijn geloof ter dood
veroordeeld. 'Zijne vrouw bezocht 'bami in
de gevangenis, en trachtte toten» over kp ha
len om! den wil des konings te doran,.
„Vrouw", zoo vrocig haar de kanselier,
„hoelang meent gij dat ik, 'die reeds zoo
bejaard ben, nog kan leven?"
„Maar", antwoordde zij, „toch Zeker nog
wel twintig jaren!"
„Best!" zei Thomas, „en gij z'oudt dan
willen, dat ik voor twintig jaren een eeu
wigheid van geluk opoffer, en mjjzelve
tot, oen eeuwigheid van ongeluk veroor
deel? Waarlijk, gij hebt bitter weinig ver
stand van zaken!"
Wie wel eens het geestige Fransche
blijspel: „de Schoonzoon van mijnheer Poi-
rier" gezien pi' gelezen heeft, Zal zich
herinneren, dat daarin teen kók voorkomt,
die Vatel hqet. 1
Die naam] isf oen lilelrinnai'ing aan can
vterimaarden Franschen („maitrje) d'holel" uit
(1e zeventiende/ .„eeuw, dio in dienst |waa
van den prins van Oondéé. Zijn sterfdag
werd in April 1.1.. 'in do Parijsctoe bladen
herdacht. Het -was «en zeer zonderling
geval. Vatel ,werd toen zijn mteestar een
groot feestmaal .'l^d aangericht tdr «ere
van koning Lodewijk XIV, die bij liom' op
bezoek' kwam, tot wanhoop gediïeyen,. om
dat do viScto, die hij besteld had, niet op
het door Jiem gewenschte tijdstip was aan
gekomen. B«e'dd een paar dagen te voren
liad hij „pech" gehad mtet elen gebraad ,'bïj
e.en souper. „En nu.de viscli niet op tijd ar
riveerde, raaktel hij geheel van streek,
achtte hij h|et fóestm'aal mislukt «n zijn
qer als .kok verloren. Hij sloot zich in zijn
h'a'mter op ;en„. doorstak zich met zijn
degen! I I i 1
D'e daad .\?as te onzinniger, daar Vatel
zich ook nog, bleek vergist Ito hebben wat
de vis'eh betruit, dito 'tijdig en in voldoende
hoov'eclheid kwam', om aan de gasten to
worden vtoorgezet. (Het feest' ging dan ook,
ondankls de (Sensatie van dten zelfintoord,
lieel gewoon door.
Deze dwaze 'en tragische gebeurtenis
rpeeldo zich af in 1071. En sindsdien
werd een beroemde, Fransoho kók' meer
malen naar ,Vatel genoetind'of met, helm! ver-
gelekten. j
Tot degenen, di/te Vatel'® lof btetongcai,
behoorde de hteikénde selirijf'ster Tn'adame
de Sévigné.
Van den verklaarden Duitschten tooneel-
speler Ernst ygn Possart vertelt m'en,
dat hij .(lagen van tevoren geheel gu al
opging in een nieuwte rol, "dia hij te, (Spelen
'had. Moest hij bijvoorbteeld een kóïting
voorstellen, dan (bewoog hij zich ook iu
het gewone Jpvcn mtet vorstelijke waardig
heid. Bracht zijn rol mee, dat hij teen
lijdende oude man was, dan Maagd,1hij
herhaaldelijk over pijn en narigtheid.
Possart stond .bekend als vrijgevig, m!aar
den dag, waarop liij vtoor liet e/erst „do
Vrek" zou creëeiien, en één Van de, ate-
teulra he'm' om' een sigaar vroeg, sehreeuwdo
bij woedend: „D'enkf'jia misschien dat ik
do sigaren 'stciel? Als je wilt rookten, ia
daar ginds', om' den hoek, teen uitstek'endo
sigarenwinkel!" i
En met. afschuwelijk gekromdevingers
drukte hij zijn sigarenkoker 'tegen do
borst 1
De „Opr. Haarl. Crt." dru|kt den laat
st,en tijd .herhaaldelijk berichten oiver, die
in haar kbloim'nilen verSöhen twpe hon
derd vijftig jaren geleden.
Met de rust en dö Veiligheid bijv.
stond het dikwijls al heel sletóht gescha
pen, zooals uit het Volgende bericht blijkt:
Gent, den 25 Mey. 1
Deso W|eteck hebhten do Franssen op
toet Kerckhof van Oostwindkel, tietn halve
wcgli in de Spaenssei Jurisdictie 300 hoorn
beesten weggenomlen, ,7 hoeren iloodgtescho-
ten ljenevtens do Sauvegavdes, endo 3
gequetst; waarover. ,sy klachten aan den
Ooningh zijn gaen doen.
Antwerpen, den 2(5 Meiy.
Don Ooningh van VrancJMrijk liout sij»
Hooi't-quartier tot Wiette,ee|n, en is selC
ge logeert in ;>'t_ Huys van den Pastoor,
t' welcki in deöo ,Stadt groot bedendkten
heeft veroorsa'elkt, (Soo dat m'en Dinsdag
voorleden opi do Stadt IVallen begost te
werteken oni Borstwoeringen t,e maedken
maer nu .kómt een luohjei van Vrede."
Dit, laalsto .bericht heiellt bHreklcing op
den oorlog, i\yelkle Lodewijök XIV sinds
IC72 tegen ,ojis land Voerd© eai waardoor
de Republiek (bijna ten onder was ge
bracht. Eerst na 6 jaren 'kwam! aa,n dezpu
Krijg, dien ide Eransche souivierein «jikel
en alleen .ojide/rnotaiten had om zijn macht
uit te .breiden, ©en einde.
In do laatste helit der 18e eeuw, toen
liet platteland verarmd was door dei me
nigvuldige oprlogcn, (brandschattingen en
inkwartieringen van so Ét aten, liet ver
haalt P. Schreurs in de „N. Koerier"
(le Veiligheid .ook in het land van Hom
Veel to wiensohon over. Allerwegen zlwicr-
Ven afgedankte soldaten rond, die aan
een ruw (bestaan gewend Kv|a,rein en luim
losbandig levten (voortzetten.
Zij zwierven 'mtet andere leegloopers
do,or het iland en stalen 'en plunderden
waar z'e maar kónden. Ze vterernigden
zioh tot .benden en 3e herinnering aan
hunne wandaden bleef nog lang Wij 't
volk voortleven.
Het v'ol'ld werd in dien tijd voortdur
nend Verontrust. Zoor dikwijls werd in
den nacht ingehroklen, dto bewoners' wer
den dan veelal aan handen en voeten
gebonden en hjeroofd van alles wat in
het Oog der (lieven slechts eenige waarde
had. i I
Als dra wintertijd was aangebroken en
de nachten lang begonnen te wordem, wa
ren (le bocrtenm'enschen op (1e dorpen als
Baexota', BteJeigden, Haelen, Heijthuylsen,
Horn, Nunhtem1, Roggel enz. Vol schrik'
en angst VooT de dieven, welkte deze stre
kten zeel* onveilig m'aakten.
Ook liep er een soort mtenschen rond,
die „broodvragers", of ,,'Wroodroepleirs" wer
den gehee.ten.
Deze gingen 'snachts eenigte huizen af
en riepen (kin: Gteef mij een brood", waar
op de huisvrouw het vensterraatal halver
wege opende, .en den schreeuwer oen brood
aanreikte.
Zulke personen hielden zich' altijd nnbo-
Oilend en wpron natuurlijk 'ztoer dikwijls van
zeer verdacht, .allooi.
In dien .tijd waren mtetest alle Venster
ramen van ijzteren stawln voorzien om
de ttewoners .tie beveiligen tegen de dieven
en inbrekers.
Het gebeurd© qiog al «enS, dat de die
ven ontdekt Wiardton ©u gravangelii gtelnomlen,
In de .jaren tusscli»n''1785 ie|u 1794 moe/s
ten eejifviielrtal van hten liu,n Imf'sdrijvein met
den dood .aan de galg betóöpiem. i
Maria Louise*
In de „Reyu« des Deux Mondcs" van
15 Mei zijn een aantal nog niet gepubli-
oeerdo brieven opgenomen, gtowisseld
tusschen keizerin Maria Louisei, Napo
leon's tweed» .gomalin, mtet 'w'ie hij in
1810 in ,het huwelijk trad, «Jl haar
schoonzuster, kóningiu Catliarina van
iWjestphalen, dio jqen dochter was van
den kpning van .Wlufteiniberg «ïi gehuwd
toet prins Jerome Bonaparte, eten jong-
sten broeder* (Jijs keizers en door Napo
leon t,ot (koning van .Wlestphalen ver
toeven.
Die correspondentie loopt Van 1810 tot
1814. Maria .Louise was in laatstgenoemd
jaar mtet haar zoontje, den koning van
Romlc, die later den titel van hertog van
Rieictostadt ontving, paar Oostenrijk terug*
gekeerd, en (toet eiland Elba aan Napoleon
als bezit ,cïi verblijfplaats aangewezen.
Ook 'het .koninkrijk Wiestphalen had opge
houden te (bestaan. Maar tterwijl .Maria
Louise haar, (ephtgenoot nimtaiter meer te
rugzag en,n/i eenigei jai*en m|et graai'Neips
per-g trouwde, toleielf) koningin Catharina
haar m'an .in allen tegonspoieid gtetrou.w, on
danks de toerhaaldo pogingen van de zijda
haars vaders ,o'm met hem t«i brokten.
De brieven |tusschien Weide vorstinnen
di*agen in ,T geheel geen politiek karak
ter. Zo (Iiandelen ovtex allerlei huiselijke
aangelegenheden, en ,de geboorte van Na
poleon's zoon heeft ffli', een voornamle plaats
in. D'e .keizerin prijst haar zoontjol uitkun"
dig en .toont zioh vol mbedertrot». Alle/en
beklaagt zij zich, dat hij, toen hij' reelds
anderhalf jaar vois, nog geen woord Wlildfl
praten, terwijl'hij reeds! flink litep. „Ik ge
loof", schreef |Zijn moeder in September
1812 aan- haar schoonzuster, „dat hij te
intelligent is ,en dat mpn hem! te spoedig
in alles zijn zin geeft, dan dat hij zich da
mtoeito zou 'g«vlem om een woord te s'pre-
Jtten." 1 I
Van den .Keizen* is in Maria Louiflefs
brieven herhaaldielijltf sprake, en dat in
sympathieke texmlan, .maar men mist er
de warmte ,in, waarmteie; kóningin Catlia
rina ovter (haar echtgenoot schrijft. Na
Napoleon's val ,cn vertneik' naar Elba,
schrijft dej 'keizerin op; 27 Juni 1814 uit
Scliönbrunn aan .haar Schoonzuster„Mijn
laatste berichten van eten Keizier zijn van
27 Mei. Hij ontvangt miijn brieven nieit
en ik oijdvang de zijne- niet. Men ver»
hindert op .alle 'mógelijklel manieren onz'o
briefwisseling. Dat, .vterdriiet mij zeer; m'aan
wanneer mten !mtoont, dat de, tijd en de mid
delen, die imlen aanwendt, mijne; gevoelens
voor hem' zullen veranderen, vergist mlen
zich zeer. (Ik1 zal 'steleds mlet t.eederheid
aan hem! (gehecht hlijVeu..",
Uit 'hetzelfde schrijven blijkt, dat m'en
de Keizerin ,Oo,W belette, mtet Napoleon's
Imtoedcr, Madame Mëiio, te oorriegpondeeren,
De laatste .brief van Maria Louise aan
kbhingin Catliarina qs gedateerd Van 7
D'ede'mbier 1814. .Hij htejv'at sltedhts enktela
regels en ihoudt een dankbetuiging in
van de Jkteizterin voor dia.berichten, welke
Catharina baar .eenige dage® te voren
oVer den .kfekWr had doen toeiktom'en. Het
waren de .elersto", schrijft zij, .„welkte/ ik
sinds langen ,t,ijd ontvangen hadzie heb
ben mij ,dan oo'k' Veel ptetzier gedaan."
Dat was .alles. Maria Louise was blijk
baar reeds .bfezig haar tochtgenoot t© ver
geten, van wien haar ltomiliiel en Metter»
nic'h's politiek!, welke voor geien enkel
ta'iddel terugdeinsde, .haar op- allerlei ma
nieren trachtten ,tto Vervreemden, «en toe
leg, welkte rn'aar al te zte'er gelukte.
Gekke gesprekken s
Neen, ,dat geloof ik. Anders' ztou je
wel liet ,.%ndeiic| dragon. i
BrofessorDo ipatiënt hier beeft zooals
u ziet, ,eeu lang »n «en kórt hleen; lengei-
volge waarvan .hij hinkt. Wat zqu u wel
in zulk geval doen, nrijnlitoSr
Candidaat: OoH hinken!
VERZACHTEiND® O MS,T; A NIJ10 HE ID.
--- Jc toetot je! vxou.w duS m|eit «en flesch
op 'het hoofd geslagen
- Niet overdrijven, astulWlieft, mSjnheej*
de rcdhtei'. 't Was maar ©en half-Uesdhje
wedden.
Kleine z'uS (onder de| tafel): Br«e;r, ik
wed eih «en eiwit dat je mij niet windt.
Kleine Broer En ikT wie|d olm! t|w|e,e cen
ten, dat (ikf jotoiet ztetejltl. 1
Fk'it«, .zbu je graag een ktejn blroer
tje of a'usje willen hebben ,lk' zal er dan
m'et nru'dor over spréken.
-■Dat i9 alJein'aa.1 hetzelfdiel biadev.
Maar hot Ijefsto had ik 'toteh! 'n hobbel
paardje.
LOGICA. L I
„Is toet (een gcimtengd lijoor
„Ja tante, (ajleinaal jongens."
„Maar jongen'.gaat tante voort, „hos
kan het ,nu een'gelmlengd kbor zijn prtet alle
ma,0.l jongens
„O, tooel goed" ,ztogt Fritsjo, „eenige
kunnen zingen, ,de andeireu niet.5'
KON GEE'N! GEVAAR.
Moeder: Jantje, kijk ®tens wat bhby i»
z?n aniond (heeft t c
Jantje: .Oh, dat tón geen kwaad,
moeder, 'tis een „veiligheidsspeld!"
wrniHRI
HET LOKAAS.
DAMPROELEEM.
Weinig versland van zaken.
I i Valei.
V In Zijn rol.
Uit den „gorden ouden tijd-"
Zo geven .soim'wijlton «en mtelrkfwaa.rdi-
gen kijk op de toestanden in do wereld
van de zeventiende eeuw, en mJakeffi te
vens weer. pens duidelijk dat het in den
„goeden ouden tijd" lang niet alles .goud
was, wat 'blonk. ƒ1
Een correspondentie/ ,van keizerin
■■BUN
TATS. i|| r
r— Ik' toedrieg da m|e|naphton niet,! Ik lieb,-
geen t.waq .geziohteni
UIT DE /KLINIEK.
ZLJN WmSCH'.
„Zon, zing je in een zangkoor, Fritsj©",
vraagt tante. |„,Met hoevtoel zijn jul|ie daar
wal? i
,,Met veertig,, .tantei."