ZATERDAG 9 JUNI 1928 NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT j In 't kraaiennest. [Wat wij in Engeland miissen. In Engeland gingen liet vorige jaar HJ000 personen tot de Katholieke Kerk over. En 1927 staat imiet deze massa-bekee- ïingi niet alleen; ook in vorige jaren werd zoo n getal bereikt. Gaat da Kerk dus in Engeland reusach tig vooruit? Men zou 't gelooven indien ineni de geestdriftige brieven van saraimigo onzer dagbladcorrespondenten leest, doch de wer- kefijkheid helaas is minder rooskleurig, want tegenover de groote aanwinst, staat e.en nog grootere alval. Vallen de bekke ringen veel in de tooogere standen voor: op rekening van de arbeiderskringen vooral komt de afval. Het is een droevig feit, dit laatste, doch het weg te redenecnen zou 'n dwaas heid zijn. En de oorzaken, vraagt imen missehie.nl Ze zijn niet ver te ZOeken. i De Engelsc'ho Katholieken missen alles wat de. tegenwoordige tijd eischt, oml sttaaii- de te blijven. Ze hebben geen nieuwsbladpers en geen vakorganisatie. De anti- of onkatholieke bladen zijn het voedsel van het gros der onzen en wat do arbeiders no>g aan weerstand over heb ben, wordt gebroken in do half-roode Labourpartij. Dat de leidende katholieken niet bo- gvijpen, dat hierin verandering geëischt wordt, is oppervlakkig bescljpuwd onbc- grijpelijk. Vermoedelijk zuchten do Engelsctljp Ka tholieken, evenals de iRoolmBehen vroeger hier te lande, onder een gebrek aan zelf vertrouwen en oen overdreven bezorgdheid omi geen aanstoot te geven aan andersden kenden. Do angst, opgewekt door 'n, eeu wenlange onderdrukking, schijnt hen liog in t bloed te zitten en doo|t hen vergeten, dat wij 't volle leven met onze. beginselen in moeten «mi t,e zegevieren. Iederqen tot vriend houden is toch onmogelijk! Een glimp van licht, zien we dn de actie van pater Bennett t.r, Liverpool, die voor al wil dat do priesters zich Imiet het sociale vraagstuk hezig gaan houden om de arbeiders te bewaren voor de bosimiet- ting die zij in do. jieutrale, half- en lieel- roode bonden oploopen. Wij hebben vroeger gemeend, zei pater Bennett onlangs, dat onze imienschen van zelf gezond zijn, omdat zij 't geloof' heb ben, en dit gold voor ons als een afdoende reden, «mi niets te doen voor hun voorlid» ling tttet betrekking tqt. do vraagstukken van den dag. Maai* het is juist op dit ge bied, dat thans gevaar dreigt., en als iemand te kiezen heeft, tussöhen sociale ketterij on zijn geloof, dan geeft h!ij[ al te vaak zijn geloof op. Onze. Katholieke arbeiders worden thans in vele gevallen beSmlet door valsche leer stellingen, doordat zij zoo weinig gelegen heid hebben achter de ware te koimien. Op school hebben zij wel hun catechismus ge leerd, Waar zij weten niets van de so ciale Consequenties, die daaruit voortsprui ten, on zelfs punten als do ten helmie) schreiende oondeuigd der wraaklust, worden vergeten. Kan het ons verwonderen, dat, samlnviga hunner ten slotte zich Zeiven bedriegen knot het geloof, dat de. Katholie ke kerk' niets te zeggen heeft, en dat, wanneer zij spreekt, zij slechts beoogt, den arbeider in slaap te sussen Het is te wensehen, dat, do inzichten van pater Bennett veld zullen, winnen en als dan tevens oen acltie woirdt begonnen voor oen eigen katholieke pers, dan kan men weer hopen, dat de Kerk in Engeland veld gaat, winnen, ook onder de arbeiders. Overgeleverd aan verkeerde bladen en dito organisaties, kunnen zij zicli niet .g'ta.ande houden. UITKIJK. heid in Eet klaar tdalten van sohoon- heidsm'iddeltjes. Uit oude; geschriften zijn enkele van die reclepten voor hef nage slacht bewaard gëMevlem. D'e Gallische vrouwen waschten zich met. azijn, waarin zij krijt hadden opgelost) de wtetakbrauiwlen accentueerden zij Imiet roet en tegen sproe ten Uitenden zij een probaat middel, waar van olijfolie en ponensap de hoof'dbestaud- deelen vormdteta. In do. Middeleeuwen bleieM" do gjwtoonte o'rnl zich te vórfraaien nog niet uitgestor ven. Een troubadour zong in die dagen, dat „da'mleü zooVecl wit 'ten rood oplegden, dat zo Imiet het mooiste heilig,ejibeeld kon den wedijveren..." Tevergeefs iwterd in de herken tegjein de „sledhte zeden" gepreekt. Vooral in Italië hecrs'chto de scikmink- woede in steeds groot er kringen. D e Flo- rentijn's'che Vrouwen (wWqn lom'streekfe1 de Veertiende eeuw beroemd om deze zeen vrouwelijke kunst. Een dichter uit dien, tijd tmfcrk'to op, dat „de duivlels in de heli niet 'z!oo zwart iwjaren als1 de Floneintijnscilie vrouwen, wanneer1 zij zich Tiaddteto opge» maakt." Want niet alleen lelgden zij zwart op en om', de oogen ien wenkbrauwen, ook haar tanden kregen een beurt .1 Dat, men echter o,okrin andere/ Euro pee Ische landten niet te/vreden was met heb uiterlijk der vrouwen dom* Moedor Na-, tuur geschonken, blijkt uit den brief van- een student uit Bazlel, die in de, zestiend» eeuw een reis naar Spanje mjaakte. In zijn epistel vertelt liij, dat „de vrouwen schaamteloos poeder jein schmink op gezicht, hals en handen strekjejn". Tn Frankrijk' was het al niet Veel anders1. Toen Catliarina de Medici naar het iPransdliiel hof Verhuisde, hiracht, zij een staf van Florentijnslchiö Bdboonheidskunstenaars mine, ,die in het, vree'm'do land gelegenheid te over vonden om1 hunne praktijken voort, te zotten. Tij dens de rege'ering van Lode wijk' XIV ver toonden de da'm'es zich gepoederd en ge verfd in de kérk'. Zielf's het sterke geslacht schaamde er zich in die dageiu niets voor om' naar de schminkdoos te grijpen. Dia bïoer van den Zonnekoning trok, prach tig „bijgewerkt", „ten oorlog) zbndiexhoo'fd-* dtk'scl reed hij het Veld in, bang als hij was om. zijn keurig gepoederdeu pruik' te beschadigen.... i Hoe inteer .hulpmiddeltjes de, Franc'ai- kes gebruikten ,d'ets te fraaier werd haar uiterlijk in die dagen gevonden. 'Madame de Pompadour liad minstens vier kame niers noodig.om1 „behoorlijk"! voor den dag te kunnen komen. Die' eene kruide lieur haar, do andere poederde ,de lokken, nu méro drie moest de rouge mengen, weer een andere verstond de kunst om kokette Untouches te knippen en aan te brengen op wangen, /kin- of schouder' van haar (Meesteres. j 1 t In da achliende toeuw, toen alles zoo verfijnd en .eleigant toeging, was de toilet tafel een der* ononlbeerlijksto requisiotcii in kleed- .of slaapkamer. Zoover ging men, dal hij hoffeesten en audiënties oen bepaal de soort rouge moest worden gebruikt. Zelfs gestorvenen placht men 'bij te, wer kten. Toen prinses Htonriette, dochter van Lodewijk XV in 1752 stierf, berichtte) een 'kroniekschrijver, ,dat de overledene „gefriseerd ten .rood geschminkt was". Ook in Rusland ('Wende m'on delze gewoonte. Na den moord op tPaul I 'werd hel lijk! van den vorst' igebalseimd en zes wekten lang tentoongesteld. Om'de' doodelijkfo! bleekheid van het' gezicht te verminderen, verfde 'men de wangen rood. 1 Het is (Wekend, dat Napoleon een aikeer van kunstmiddeltjes) had, maar dat hij in? conséquent gen(i#lg.was oinl(hofdames, die, er 'bleek uitzagen, Voor te schrijven, Jat zij rouge moesten gebruiken. Zijn eerste g'c- taalin, Josephine, stoorde zich allerminst aan het' feit, dat baar keizerlijke e'chtge- no.ot niet gesteld was op schoonheidsmid delen. Urenlang ltton zij bazig zijn ohf zich- ztelf op te 'makten 'en zij bedierf haar huid zo« gi'ondig 'mtet al die Verfraaiingen, dat z'ij op jeugdigen leeftijd al allo mtoeite in het werk! „móest stiellen om althans den schijn te wekken, er bloeiend en aantrek kelijk' uit te zien. „Hot, wit 'blijft niet eens inteer aan liaan 'Mn zitten", schreef ©en mlejodoogenloozo chroniqueur, „het .bladdert af en vor- poeiert...." ITaar rekeningen bij dten' parfnimleur wa< ren ongelooflijk hoog. Zij slaagde torin, Na poleon t,e ovtertuigeln, dat een beetje „ge» leende fraaiheid" .geen doodzonde was. Me» vertelt ztelfe, dat zij. helm' er toe. bracht', de mysterieuze 'Bracht Van rouge en andere pommades te .beproieven, toen hij Marie Louise als tweede; echtgenoote uit,verkool*. Nu zijn wij al wteer Meter dan honderd jaar verder, en nog altijd tracht de, vrouw haar uiterlijk op kunstmatige, wijze, te ver fraaien. Zal 't ooit anders worden Ontspanningslectuur. (Uit 't Fransfch.) Hel is voorjaar! I Een n at, houd voorjaar, een voorjaar voor lieden, die vergeiten dat oml zon aan God gevraagd moet worden, zooals men Hem1 bidt o'm' 'brood.,' Enfin, hot ,is toch vto/jrjaar 1 Waar ik bij dag bet gebod der 'wcdiid- lijksche rust ,niet kan opvolgen, newm' ik dit liij nacht in aoht. Ik heb' in het vteld geslapen, ver jian de autobussen, maar dicht bij ,de nachtegalen..., ver van htet mlet microben .^verladen stof, maai' te! midden der .geur van ontelbare kleine veld bloemen. i I En lerugkeerend ,5ja ik den weg der Schoolkinderen iu, een grillig 'Voetpad, <*en landweg, die ginds1, heel in de verte,, uit loopt op een klein landelijk stationnetje, waar ik waarschijnlijk do eenigq reiziger zal wezen, i, De ochtend is licht en helder. Groote wolken goeden zich langs de. lucht. Wanneer zij bovten mijn hoofd pas- seeren isji'et winter.(Maar er tuiSsc'hen door gluurt de .zon. Dan trilt alles, zingt alles, van liet (insect in de vdren tot den vergul den haan 'die knerst op den oudetn toren. Jki loop tusschen katresporen, uitge groeid door1 de zware boerenkarren. Rechts, links Voor en achter mij de trots alles Vruchtbare vlakte!... Ivoren, Iwel Verzorgd, door m'eststof'fen gevoed, (lat golft, tonder den s'eherpen wind, als de manen van ,een veulen of de golven van den Oceaan. Verschillend in grootte en klaur... z'aai- 'ktoirien en (öonsulm'ptielkórten, herfst en vtoor- jaars'graan..., het oen dicht en groe'n, het ander geler ,en vochtig..., alias1 liaalkt naar zon..., alles (wacht er op', gereie'd in aren te schieten, onï ojp te schieten, om' te zingen liet lied ,Van liet gouden kóren. Hier en daar groote stukken land van een rossige kleur, zorgvuldig! gleëjejl en g'e- rold. (Ik ontmóet een koppel van zes witte osSen, geleid "dpor oen Ssjecho-Slowaa'k den prikstok in de liand. D'Bzie ossen trekken een groote; zaaiin'a- tehine .Voor bieten onder op'mfcr'kzaam toe zicht van twee ander» Tsjedhen. De drie mannen zijn stevig gebouwd, bi'eede borst, (le huid gèibruind door d'e zon, heldere o«gen, spitexen die zwollen onder het groVe buis wannaelr liet n,nodig is de marlhine- te hulp te kómten. 'Zij Ihebhten lyjn fluweelcn jassen aan den (J>egroeiden slootkant iiu'lileirglölatcnde lucht en do Velden Vtepstej'ken hun le/v'eus'- krarht. ;Ikl blijf'ptaan om1 ben en hu|n dieren gade te slaan... Zij zijn, na God, de („matters Van brood". Men k'an buiten alles, m'aau niet buiten brood. Zij beboeren Jeu cxplojteqren een bóer-- derij, die verlaten is door de zonen den Frans'chen, die zt gesticht hteibhleu... een boerderij van (900 hectare voortnelffólijk1 land,... graanland, 'hav'erland, bietenbnnd, klavterland... land :yo£)T alles wat mlen wil, op Voorwaarde jslteehts dat m'en er iets voor ov'er h eeft, j, t Terwijl i'kdezte schittering van altijd bft» schouw, en ipadem wat de oude aarts- MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60c<. Laxeer-Tabletten60ct. Zenuw-Tabletten. 75c». Staal-Tabletten90 c». Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten vaders noemden, („odett* agri pleni.... dei geur Van (het veld", töe|klent zich plotseling, juist op de plekTWaar ginds het korelveld aan de izpom' ;v'an den weg begint, ie|en- zwarte vlek af'... een vleit die langzamer hand naar (ivoren Icjomt, liobbelend, onrus tig, akelig... i Men zou .zeggen...Ja...! Het is *»en lij'kwagen I.... Wat k'omt ,'dic liiei' doen 1 i D'ez'e dood temidden van dit nnivefseeld leven... Do lijkwagen nadert... Ik k'an lieml nu go.ed onderscheiden, mtet zijn zwarte plan ken.., zijn geteerde zinken kap..., de koet-" sier, een beruchte droiikênlap leidt, knikkebollend den droevtem stoet. Wie is er dan dood? vteoeg ik De ossendrijver roept mij dietn naam1 too van «en jongen boer van hier, 25 jaar oud, (lie naar Parijs gegaan is om een ztektei-de». inkomen te Eebtien, 'en vooral oml des avonds naar de cinema te kunnen gaan. En do machineVoerder legt mij uit. dat dez'e jongeman wetektel op «en bureau, naast een (teringlijder. Hij Verdiende .800 francs per maand... -»- Maar bij „is gecrepeerd" btesluit iiij ruwweg ,jjt zijn beklrompen taaltje... Naast den lijkwagen, die voorthob'belde luBSchsn bloeioude/ appelltoomien on onder liet gqsjilp der vogels, bieb ik mijn weg: vervolgd. Ilij is dus dood, die boer van gisteren,' stedeling vandaag. Een te piteer kan ik aan mijn lijstji'l toe voegen!... i Toch ontbrak liet zijn longen hier niet aan lucht... 'kwatn' liij geen brood te kort geen aardappels... gaan hout,,, geen «ierelf geen melk... goeu ooft!... Ondantó regen yi hagel had hij' dit alles THUIS. Maar do cinema lind hij niet!... Toen heb jjc' uit de grond van 'iniju hart, eend te meer, allo priesters en so ciale werkers gozejgend, die aan dra ver lokking der /hoofdstad zijn aantrekkings kracht ontnamen eji, die in hun eigen omgeving, in de schaduw van het torentje van hun geboorteplaats aantrekkelijkheid kweekten, d«zie| Versterken door de krant, parochieblaadjes en .vto«rdraöliten ien zoo aan de vrije uren in liet dorp ieits geven van toet belangwekkende der steden. Want, ten laatste barslt dezte Moloch' van Barijq ujt zijn liuid... Hlij',k'an zelfs zijn slachtoffers niet mteer; herbergen... ecu woning „te huur" is tegenwoordig in teeni- ,ge buurt een gtol feurtenis. i 1 Maar de kerkhoven zijn er wane uitge strektheden gewordendie kerkhoven, waar in de gemteensehappiclijkC groevte, ztoo- Veel jonga miensfcltoeto zijn neergelegd, ge schapen Voor een rustig, vruchtbaar le- v'on..., en die ,,gee'iielpp©rd zijn", zooals de Tsjneho-Slowaak' dsar ginds afsehuwe- lij'k) z'eide. i j 1 PIERRE' L'EMITE. ONZE DAMRUBRIEK Do onderstaande positio laat ons een miooi vraagstuk zien van den iu 1918 over leden ber.oeimiden Fraiisclieii pr,oblojmist Méaudrn. Zwart: 9. 1 2 3 4 5 4(i 47 48 49 50 Wit: 9. Wit speelt, hier 17—12!, zwart is nu ge dwongen tot 8x17, daarna wit verder;: 181,3!!, en zeer yenrassend 11x31, ver volgens 4741, 2924 en 315x4 wint! Correspondentie over deze rubriek wordt niet gevoerd. ALLERLEI De beroemde Thomas Morus, grootkanse lier van Engeland, was door den goddoloo- zen Hendrik VIII omi zijn geloof ter dood veroordeeld. 'Zijne vrouw bezocht 'bami in de gevangenis, en trachtte toten» over kp ha len om! den wil des konings te doran,. „Vrouw", zoo vrocig haar de kanselier, „hoelang meent gij dat ik, 'die reeds zoo bejaard ben, nog kan leven?" „Maar", antwoordde zij, „toch Zeker nog wel twintig jaren!" „Best!" zei Thomas, „en gij z'oudt dan willen, dat ik voor twintig jaren een eeu wigheid van geluk opoffer, en mjjzelve tot, oen eeuwigheid van ongeluk veroor deel? Waarlijk, gij hebt bitter weinig ver stand van zaken!" Wie wel eens het geestige Fransche blijspel: „de Schoonzoon van mijnheer Poi- rier" gezien pi' gelezen heeft, Zal zich herinneren, dat daarin teen kók voorkomt, die Vatel hqet. 1 Die naam] isf oen lilelrinnai'ing aan can vterimaarden Franschen („maitrje) d'holel" uit (1e zeventiende/ .„eeuw, dio in dienst |waa van den prins van Oondéé. Zijn sterfdag werd in April 1.1.. 'in do Parijsctoe bladen herdacht. Het -was «en zeer zonderling geval. Vatel ,werd toen zijn mteestar een groot feestmaal .'l^d aangericht tdr «ere van koning Lodewijk XIV, die bij liom' op bezoek' kwam, tot wanhoop gediïeyen,. om dat do viScto, die hij besteld had, niet op het door Jiem gewenschte tijdstip was aan gekomen. B«e'dd een paar dagen te voren liad hij „pech" gehad mtet elen gebraad ,'bïj e.en souper. „En nu.de viscli niet op tijd ar riveerde, raaktel hij geheel van streek, achtte hij h|et fóestm'aal mislukt «n zijn qer als .kok verloren. Hij sloot zich in zijn h'a'mter op ;en„. doorstak zich met zijn degen! I I i 1 D'e daad .\?as te onzinniger, daar Vatel zich ook nog, bleek vergist Ito hebben wat de vis'eh betruit, dito 'tijdig en in voldoende hoov'eclheid kwam', om aan de gasten to worden vtoorgezet. (Het feest' ging dan ook, ondankls de (Sensatie van dten zelfintoord, lieel gewoon door. Deze dwaze 'en tragische gebeurtenis rpeeldo zich af in 1071. En sindsdien werd een beroemde, Fransoho kók' meer malen naar ,Vatel genoetind'of met, helm! ver- gelekten. j Tot degenen, di/te Vatel'® lof btetongcai, behoorde de hteikénde selirijf'ster Tn'adame de Sévigné. Van den verklaarden Duitschten tooneel- speler Ernst ygn Possart vertelt m'en, dat hij .(lagen van tevoren geheel gu al opging in een nieuwte rol, "dia hij te, (Spelen 'had. Moest hij bijvoorbteeld een kóïting voorstellen, dan (bewoog hij zich ook iu het gewone Jpvcn mtet vorstelijke waardig heid. Bracht zijn rol mee, dat hij teen lijdende oude man was, dan Maagd,1hij herhaaldelijk over pijn en narigtheid. Possart stond .bekend als vrijgevig, m!aar den dag, waarop liij vtoor liet e/erst „do Vrek" zou creëeiien, en één Van de, ate- teulra he'm' om' een sigaar vroeg, sehreeuwdo bij woedend: „D'enkf'jia misschien dat ik do sigaren 'stciel? Als je wilt rookten, ia daar ginds', om' den hoek, teen uitstek'endo sigarenwinkel!" i En met. afschuwelijk gekromdevingers drukte hij zijn sigarenkoker 'tegen do borst 1 De „Opr. Haarl. Crt." dru|kt den laat st,en tijd .herhaaldelijk berichten oiver, die in haar kbloim'nilen verSöhen twpe hon derd vijftig jaren geleden. Met de rust en dö Veiligheid bijv. stond het dikwijls al heel sletóht gescha pen, zooals uit het Volgende bericht blijkt: Gent, den 25 Mey. 1 Deso W|eteck hebhten do Franssen op toet Kerckhof van Oostwindkel, tietn halve wcgli in de Spaenssei Jurisdictie 300 hoorn beesten weggenomlen, ,7 hoeren iloodgtescho- ten ljenevtens do Sauvegavdes, endo 3 gequetst; waarover. ,sy klachten aan den Ooningh zijn gaen doen. Antwerpen, den 2(5 Meiy. Don Ooningh van VrancJMrijk liout sij» Hooi't-quartier tot Wiette,ee|n, en is selC ge logeert in ;>'t_ Huys van den Pastoor, t' welcki in deöo ,Stadt groot bedendkten heeft veroorsa'elkt, (Soo dat m'en Dinsdag voorleden opi do Stadt IVallen begost te werteken oni Borstwoeringen t,e maedken maer nu .kómt een luohjei van Vrede." Dit, laalsto .bericht heiellt bHreklcing op den oorlog, i\yelkle Lodewijök XIV sinds IC72 tegen ,ojis land Voerd© eai waardoor de Republiek (bijna ten onder was ge bracht. Eerst na 6 jaren 'kwam! aa,n dezpu Krijg, dien ide Eransche souivierein «jikel en alleen .ojide/rnotaiten had om zijn macht uit te .breiden, ©en einde. In do laatste helit der 18e eeuw, toen liet platteland verarmd was door dei me nigvuldige oprlogcn, (brandschattingen en inkwartieringen van so Ét aten, liet ver haalt P. Schreurs in de „N. Koerier" (le Veiligheid .ook in het land van Hom Veel to wiensohon over. Allerwegen zlwicr- Ven afgedankte soldaten rond, die aan een ruw (bestaan gewend Kv|a,rein en luim losbandig levten (voortzetten. Zij zwierven 'mtet andere leegloopers do,or het iland en stalen 'en plunderden waar z'e maar kónden. Ze vterernigden zioh tot .benden en 3e herinnering aan hunne wandaden bleef nog lang Wij 't volk voortleven. Het v'ol'ld werd in dien tijd voortdur nend Verontrust. Zoor dikwijls werd in den nacht ingehroklen, dto bewoners' wer den dan veelal aan handen en voeten gebonden en hjeroofd van alles wat in het Oog der (lieven slechts eenige waarde had. i I Als dra wintertijd was aangebroken en de nachten lang begonnen te wordem, wa ren (le bocrtenm'enschen op (1e dorpen als Baexota', BteJeigden, Haelen, Heijthuylsen, Horn, Nunhtem1, Roggel enz. Vol schrik' en angst VooT de dieven, welkte deze stre kten zeel* onveilig m'aakten. Ook liep er een soort mtenschen rond, die „broodvragers", of ,,'Wroodroepleirs" wer den gehee.ten. Deze gingen 'snachts eenigte huizen af en riepen (kin: Gteef mij een brood", waar op de huisvrouw het vensterraatal halver wege opende, .en den schreeuwer oen brood aanreikte. Zulke personen hielden zich' altijd nnbo- Oilend en wpron natuurlijk 'ztoer dikwijls van zeer verdacht, .allooi. In dien .tijd waren mtetest alle Venster ramen van ijzteren stawln voorzien om de ttewoners .tie beveiligen tegen de dieven en inbrekers. Het gebeurd© qiog al «enS, dat de die ven ontdekt Wiardton ©u gravangelii gtelnomlen, In de .jaren tusscli»n''1785 ie|u 1794 moe/s ten eejifviielrtal van hten liu,n Imf'sdrijvein met den dood .aan de galg betóöpiem. i Maria Louise* In de „Reyu« des Deux Mondcs" van 15 Mei zijn een aantal nog niet gepubli- oeerdo brieven opgenomen, gtowisseld tusschen keizerin Maria Louisei, Napo leon's tweed» .gomalin, mtet 'w'ie hij in 1810 in ,het huwelijk trad, «Jl haar schoonzuster, kóningiu Catliarina van iWjestphalen, dio jqen dochter was van den kpning van .Wlufteiniberg «ïi gehuwd toet prins Jerome Bonaparte, eten jong- sten broeder* (Jijs keizers en door Napo leon t,ot (koning van .Wlestphalen ver toeven. Die correspondentie loopt Van 1810 tot 1814. Maria .Louise was in laatstgenoemd jaar mtet haar zoontje, den koning van Romlc, die later den titel van hertog van Rieictostadt ontving, paar Oostenrijk terug* gekeerd, en (toet eiland Elba aan Napoleon als bezit ,cïi verblijfplaats aangewezen. Ook 'het .koninkrijk Wiestphalen had opge houden te (bestaan. Maar tterwijl .Maria Louise haar, (ephtgenoot nimtaiter meer te rugzag en,n/i eenigei jai*en m|et graai'Neips per-g trouwde, toleielf) koningin Catharina haar m'an .in allen tegonspoieid gtetrou.w, on danks de toerhaaldo pogingen van de zijda haars vaders ,o'm met hem t«i brokten. De brieven |tusschien Weide vorstinnen di*agen in ,T geheel geen politiek karak ter. Zo (Iiandelen ovtex allerlei huiselijke aangelegenheden, en ,de geboorte van Na poleon's zoon heeft ffli', een voornamle plaats in. D'e .keizerin prijst haar zoontjol uitkun" dig en .toont zioh vol mbedertrot». Alle/en beklaagt zij zich, dat hij, toen hij' reelds anderhalf jaar vois, nog geen woord Wlildfl praten, terwijl'hij reeds! flink litep. „Ik ge loof", schreef |Zijn moeder in September 1812 aan- haar schoonzuster, „dat hij te intelligent is ,en dat mpn hem! te spoedig in alles zijn zin geeft, dan dat hij zich da mtoeito zou 'g«vlem om een woord te s'pre- Jtten." 1 I Van den .Keizen* is in Maria Louiflefs brieven herhaaldielijltf sprake, en dat in sympathieke texmlan, .maar men mist er de warmte ,in, waarmteie; kóningin Catlia rina ovter (haar echtgenoot schrijft. Na Napoleon's val ,cn vertneik' naar Elba, schrijft dej 'keizerin op; 27 Juni 1814 uit Scliönbrunn aan .haar Schoonzuster„Mijn laatste berichten van eten Keizier zijn van 27 Mei. Hij ontvangt miijn brieven nieit en ik oijdvang de zijne- niet. Men ver» hindert op .alle 'mógelijklel manieren onz'o briefwisseling. Dat, .vterdriiet mij zeer; m'aan wanneer mten !mtoont, dat de, tijd en de mid delen, die imlen aanwendt, mijne; gevoelens voor hem' zullen veranderen, vergist mlen zich zeer. (Ik1 zal 'steleds mlet t.eederheid aan hem! (gehecht hlijVeu..", Uit 'hetzelfde schrijven blijkt, dat m'en de Keizerin ,Oo,W belette, mtet Napoleon's Imtoedcr, Madame Mëiio, te oorriegpondeeren, De laatste .brief van Maria Louise aan kbhingin Catliarina qs gedateerd Van 7 D'ede'mbier 1814. .Hij htejv'at sltedhts enktela regels en ihoudt een dankbetuiging in van de Jkteizterin voor dia.berichten, welke Catharina baar .eenige dage® te voren oVer den .kfekWr had doen toeiktom'en. Het waren de .elersto", schrijft zij, .„welkte/ ik sinds langen ,t,ijd ontvangen hadzie heb ben mij ,dan oo'k' Veel ptetzier gedaan." Dat was .alles. Maria Louise was blijk baar reeds .bfezig haar tochtgenoot t© ver geten, van wien haar ltomiliiel en Metter» nic'h's politiek!, welke voor geien enkel ta'iddel terugdeinsde, .haar op- allerlei ma nieren trachtten ,tto Vervreemden, «en toe leg, welkte rn'aar al te zte'er gelukte. Gekke gesprekken s Neen, ,dat geloof ik. Anders' ztou je wel liet ,.%ndeiic| dragon. i BrofessorDo ipatiënt hier beeft zooals u ziet, ,eeu lang »n «en kórt hleen; lengei- volge waarvan .hij hinkt. Wat zqu u wel in zulk geval doen, nrijnlitoSr Candidaat: OoH hinken! VERZACHTEiND® O MS,T; A NIJ10 HE ID. --- Jc toetot je! vxou.w duS m|eit «en flesch op 'het hoofd geslagen - Niet overdrijven, astulWlieft, mSjnheej* de rcdhtei'. 't Was maar ©en half-Uesdhje wedden. Kleine z'uS (onder de| tafel): Br«e;r, ik wed eih «en eiwit dat je mij niet windt. Kleine Broer En ikT wie|d olm! t|w|e,e cen ten, dat (ikf jotoiet ztetejltl. 1 Fk'it«, .zbu je graag een ktejn blroer tje of a'usje willen hebben ,lk' zal er dan m'et nru'dor over spréken. -■Dat i9 alJein'aa.1 hetzelfdiel biadev. Maar hot Ijefsto had ik 'toteh! 'n hobbel paardje. LOGICA. L I „Is toet (een gcimtengd lijoor „Ja tante, (ajleinaal jongens." „Maar jongen'.gaat tante voort, „hos kan het ,nu een'gelmlengd kbor zijn prtet alle ma,0.l jongens „O, tooel goed" ,ztogt Fritsjo, „eenige kunnen zingen, ,de andeireu niet.5' KON GEE'N! GEVAAR. Moeder: Jantje, kijk ®tens wat bhby i» z?n aniond (heeft t c Jantje: .Oh, dat tón geen kwaad, moeder, 'tis een „veiligheidsspeld!" wrniHRI HET LOKAAS. DAMPROELEEM. Weinig versland van zaken. I i Valei. V In Zijn rol. Uit den „gorden ouden tijd-" Zo geven .soim'wijlton «en mtelrkfwaa.rdi- gen kijk op de toestanden in do wereld van de zeventiende eeuw, en mJakeffi te vens weer. pens duidelijk dat het in den „goeden ouden tijd" lang niet alles .goud was, wat 'blonk. ƒ1 Een correspondentie/ ,van keizerin ■■BUN TATS. i|| r r— Ik' toedrieg da m|e|naphton niet,! Ik lieb,- geen t.waq .geziohteni UIT DE /KLINIEK. ZLJN WmSCH'. „Zon, zing je in een zangkoor, Fritsj©", vraagt tante. |„,Met hoevtoel zijn jul|ie daar wal? i ,,Met veertig,, .tantei."

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 6