T
De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
NIEUWE ZEEUWSCHE COtJRANr
FEUILLETON
Jonkvrouw Louisa.
VAN OVER DE GRENZEN
KERKNIEUWST"
Apologetische Vragenbus
Voor onze vrouwen.
K
n. i
LWat wij met absolute zekerheid weten.
.Wat wij imicit absolute zekerheid over die
geheimzinnige, ongeziene wereld of dat le
ven na den dood, weten, is dit: dat die
andere wereld daar achter de paorton van
het graf even werkelijk is als deze wöi'ield
vóór do .pooiYen van het doioden-irijkl llat
een le^ai na den dood aan do overzijde
even werkelijk is als dat aan deze zijde,
dat wij hier beieven!
En dat weten wij met absolute zeker
heid uit: i
De goddelijk openbaring wat wij la
ter uitvoerig zullon aautoonen èu het
algemeen overeenstemmende gevoelen, van
alle, volkoren over heel do wereld I
Imlmers van af do eeuwen-pude pira
miden in do cindeloozo zandwoestijnen tot
de katocloimben in het onderaardsdlio Rowed
van af het jOaimpo Santo met z'n blin
kende marmeren gral"-pniomunentcii, tot t
an:eest verlaten, eenvoudige dorpskork'hof,
verkondigen luid het bestaan van een loven
na dit leven cn bevestigen zo,o klaar het
„credo in vitaiml aeternaw"Ik' gelopf in
een eeuwig leven.
iVraag het aan don eersten de,n heston
Missionaris, dien .gij op| uw weg ontmioct:
tot in de diepste oerwouden, waar nog
nooit, een priester is doorgedrongen, gcloo-
ven de wildste negers aan een leven na den
doodaan de oevers van den C.o.ngo cn den
Ganges; in do steppen van Mongolië en do
dichtste wouden van Brazilië; bij do Uhi-
neezen cn bij do eonzaimlc. oilanders in
de Stille Zuidzee tot bij do ballingen in
Siberië. Allen gelooven in een loven na
den dood! l I l.
Goethe zegt: „Die niet gelooven in
een andere wereld, zijn roods dood iu
deze wereld; de geest kan hier beneden
z'n vleugelen niet reppen, als lvij niet
am zich hoen eeuwigheid cn oneindigheid
voelt". i 1 I i 1
Raphael, do grootste kunstenaar der
wereld, stelt op z'n beroemde schilderij,
de school van Athene, Plato, den Griek-
schcn wijsgeer, voor als een groote, lich
tende gestalte, die jmet opgeheven hand
naar boven wijst, omdat hij zoo wonder
schoon heeft geschreven over het leven
na den dood. Zoodat 'n Marcelicl Ficino
door dezen grooten Grieksc'hen wijsgecn
z'n christelijk geloof heeft teruggevon
den cn er zoo. toe kwairo in Z'n overdre
ven bewondering voor .dezen grooten den
ker oimi in z'n studeerkamer, uit blijven
de dankbaarheid, voor do beeltenis van
Plato een godslalmp te branden.
F11 als zo dien anderen grooten heiden-
sehen wijsgeer, Seneca, verwijten, dat lüj,
het einddoel van den imie.nsch in den dood
stelt, antwoordt hij nvelt dit geheimzinnige
woord van Euripides: „Wie weet of ons
leven niet veeleer Pen dood en onzla dood
'11 leven is".
Goed, zult ge fe'eglge.n, al zijn we zeker
't „bestaan" van die andere, ongeziene
wereld, wat weten wij oimtrent hat „hoe"
daarvan? |Wie zal het wagen, verkenners
uit te zenden naar dia vreemde, vielfjrle
kusten van dat onbekende la,nd? iWie zal
ons zeggen wat die gebroken oogen, waar
in 't licht voor goed gedoofd is, zullen
aanschouwen, als zo daar boven voor
eeuwig weer open gaan in dat gehoiimi-
zinnige land der oneindigheid?
Dit is wel zeker, de goddelijke Open
baring heeft maar een heel ldein slipje
opgelicht van dien geheimziiniijgen sluier,
die hangt voor den ingang vare dat on
metelijke doodenrijk. Do groote hoven-
aardsche Ziener, St. P.aulus, zegt dan ook
ttme.t recht;, dat dit geen oog nog heafjtj ge
zien, geen oor gelipord, dat het tot nog Itoe
nog nooit in 're, imianschenhart is opgeko
men dit te benaderen, i
En toch weten wij genoog met volko
men zekerheid, owl nooit en reiimimer aan
ons eeuwig voortbestaan ta twijfelen. En
dan denk ik! hier in eens aan 'n geschiede
nis die dr. King ergens vertelt in z'n
„Spnntagshuch"ik heb menigeen zien
sterven zegt hij daar, imlaair jaeais js( 't |m(y-
sterie van den dood, imlet al z'n ontzet
tende zwaarte., en heel Z'n gewicht mij op
de ziel gevallen, 'k Zat aan 't bed van
een jongen wam, die sterven, ging; het
was een van de velen dia ach, zoo diep,
zoo ontz'ettend diep gevallen zijn en, een
van de weinigen, die naar lichaa|ml en ziel
gebroken weer tot God terugjkeerien. jqeej
lang sprak ik «niet den stervende over
dood en eeuwigheid en alles wat daar
achter ligt.. Maar telkens en telkens had
die jonge man, die 'o tijdlang student was
22)
Onder de gasten, die van den burcht
gekomen waren, ontbrak [Walter. De vrij
heer klaagde daaroml tegen zijne Moede r
- Ik vrees, lieve nicht, dat onze {Wal
ter het wat streng neemit m'et "de vervul
ling van zijn beroepsplichten, kou hij zich
daar nu niet eens van losmaken?
Ik dacht nu juist hetzelfde, ven-zéker
de de burchtvrouw, terwijl haar gelaalt een
bezorgde uitdrukking aannam. Ik! ben, dik
wijls hang, dat het beroep van slotheer,
i at. helm zoo tegen zijn wil is opgedron
gen, zware offers van heimi vordert."
,~e lieve God heeft het zoo gewild,
troostte de baron.
Zeker, maar ik zio met spijt, dat, do
zorgen voor het beheeri van onsi goed
zwaai en zwaarder op Walter Bellijnen to
t 1-fr ÏP gehoopt, dat zo liomj met-
worden 1 en i'6Yer aouden z'ijn ge-
Hij schijnt toch goed (mot alles op do
hoogte te zijn en met vaste hand zijn
stuurrad te hanteeren o,m, zijn bootje langs
alle gevaarlijke plaatsen heen te brengen.
Jawel, men hoort hejn! nooit kla
gen, piaar hij is in den laatsten tijd zoo
gowecst, nog wat te vragen en imiacr dan
eens Mioest 'k helm) er op| attent maken dalt
er nog zooveel onoplosbare, raadsels blij
ven,, als we spreken over dood en sterven.
En toen 'k dan, zoo go,cd en, kwaad .als
't ging, z'n laatste vraa.g beantwoord hiad,
nam1 hij met roerende dankbaarheid ün'n
hand in. z'n hecte, koortsige handen en
sprak: O, ik bid u, blijf bij me zitten tot
'k dood ben en als 't G od het gloed
vindt, dan zal 'k komen cii ,u zoggen, hoo
liet daar boven is, „daimit Sic keiiio Riitsel
m'e'hr haben", opdat gij 'ge,oii raadsels w'eer
mioogt hebben 1
En 'k bleef bij den stervende, tot hij
dood was.
Toen 'k den doode nog lang ein (liep in
z'n gebroken oogen had gepdere sloot 'k
langzaam, de oogleden toe. Wjat zouden do
gebroken oogen van oen, doode, den; leven
den vertellen over "t geen de geopend»
oogen der ziel daar aanschouwden I
Maar toen 'k z'n verstijfde, bleeke han
den over z'n stilgeworden borst samen
vouwde, viel imfn blik plotseling op 't
kleine kruis, dat (1e. vingers van de. coup
hand in den doocl nog oimklemld hieldtan,
cn nu kwam) er van zelf 'n lichte glimlach
.op iw'n lippen, als 'k weer dacht aan do
laatste woorden van dien doode: „Iehl'will
kotaltreen und Ihnen, sagen wie, es da drilben
ist., damit Sio keino Riitsel miehr haben!"
'k' Zal kornien on u zeggen, 'hoo 't daarbo
ven is, opdat gij gee.li raadsel Imeer jnoqgt
hebben
Neen, zoo dacht 'k,. er behoeft niemand
uit den dood terug te koeren. Den am
Kreuz Kat uns auch iiber Tot, und Ewig-
keit alles gesagt, was uns zu wisten not
tnt Die daar aan 't Kr,ui® heeft ons ook
over dood en eeuwigheid alles gezegd,
wat wij nondig hebben te weten!"
Zeker, de openbaring zegt ons niet alles,
Jniaar waar de openbaring ons laat zitten
in geheime schaduwen, daar fcolmt het
licht van onzo rëda ons troostend tege
moet; de redo dielidhttoortsonttetoken aan
't Eeuwig Licht der Godheid, toen zij zich
neerboog over den eersten imjensclii in 't
koude beeld van klei, en in z'n aangezicht
lilies een sprankel van dat goddelijk vuur,
do ziell
Welnu, Wet dat klare licht van ,ons ver
stand willen wij do donkere, kusten der
eeuwigheid belichten en al kunnen, wij niet
doordringen tot in het hart der eeuwig-
beid, tot 't grondeloos ongenaakbare licht
der godheid, wij zullen toch, geleid door 't
lichtend spoor van ons verstand, voel don
kere plaatsen klaar en helder zien.
En gelijk eens do groote Italiaanso'lie
dichter Dante ,op z'n .zwerftochten langs de
paden van 't doodenrijk zich liet leiden door
don roimeinschen zanger Virgilius, :ztoo zal
do grapte christelijke [Wijsgeer on diep©
denker St. Thomas ons vergezellen op oniZe
verkenningstochten door die geheim'zinnigo
ongeziene wereld achter do poortien van
het graf. O. VIS,
Rector, Goes.
i 11 Primo deRivera.
In do Rov'ue dels deux Mondes teetöiït
iemtad, dio;zidh Verax no|e)mt de portretten
van „eenige .unjelastcrs van het lot" cn
reeds zijn ,iu deze| recjlvh verschenen Mus
solini on Benes. i
De aflevering 4v an he;t (tijdschrift 'Van dein.
in dezer bhvat oen schets van generaal
Primb de [Riv'ora, den, Spaanschian dictator,
Van Verax teerste ..ontmlooting mot den
generaal vertelt hij aldusIn zijn nauw
sluitende kaki-uniform1, (groot, nog alzwaar,
rnlaar Zonder ,dit te lijken vöo-r zijn aoht-qui
vijftig jaar, .'kjoMt generaal Primo, de Ri
vera mot uitgestoken hand op me af' pn
voert m'o ,zijn weaklkampr binnen, even
eens em ^salon inlet veel verguldsel, met in
het midden ,eeu .grooto tafel averdekjt mat
dossiers, 'kaarten [Wan Maipkjko, enz.... Dp
ontvangst is hartelijk". i
...Het grijze haar is Hórt geknipt, lipt
voorhoofd ia 'breed, het haar is eir wegge-
groeid; zeer .intelliganta oogen, lrelder en
vroolijk; een AMerikaansiclhis snor; zeer
Beweeglijke trekken; een inncm|ende glim
lach do generaal is! ieder oogereblikf bereid
om zijn eigen grappen sm ook om die van
anderen te Jgdhenzijn gebaren zijn, vHen-
schappelijk en ge'mbiedelijk: Zijn heiele ver
schijning welkt ,van het eerste oogen'Mik
ai' sympathie ,op. Ook zijn stem, 'hofewel
overslaand m'et ,af en toM wat lrooge. com-
toando-tonen, is jiiet zonder cliaawi. Hij
is 'het 'beeld yan deai knappen officier.
ernstig geworden en ziet er dikwijls zoo
(miaede en overspannen uit.
Louisa, die zich bij dez'e kleine groep ge
voegd had, had het laatste deel van dit
gesprek mede aangehoord en wilde rfieds
de woorden haren tantes bevestigen, taen
de besprokene zelf op eenigpn afstand ver
scheen. Zij bemerkte, dat Walter, nadat de
eerste begroetingen voorbij waren, zich
iets terzijde van do overigen geplaatst had-
Tegen den stam van een beuk geleund,
keek hij, tmiet de armen over eBtanderi ge
slagen en imiet ernstig gezicht naar het
vroolijka ^p.el. Zij naderde heimi en vroeg
jn'et veroverende vriendelijkheid
Walter, waaro|m| komt ge zoo )a,at?
Kon jo je dan vandaag niet wat vroeger
vrijmaken? Wij vieren tot een naamfeest?
Ik kon bezwaarlijk' gejmist worden,
was het antwoord. Het klonk bitter cn
spottend tegelijk.
"Hoe kan jc nil zoo pjviten, z'ci do
jonge da|mio boos, jo neemt alles voel te
zeker o.p, ik vrees waarlijk', dat je je kult
overwerken, jo ziet cr zoo jnpo en over
spannen uit.
O, zorg gij maar niet voor mij, zei
hij op denzelfden toon, .onkruid vergaat
niet.
Louisa ging standvastig Voort: „Wal
ter, bedreig (mie niet, ik leen je te lang cn
te goed, o'ml niet te bemerken, boa je ver
oker vlooiend v'an tgetebndheid «n öpge
we'k'thcid. En iwhnneieir hij Zegt, dat hij
iniet hot ,'kTimmbn der jaren ingetogen is
geworden, dan .is dat in'aar gewtednsde ne
derigheid, want de generaal, is jong ere ga
lant geblovien als Hen page. Omvortabfeid
cn nooit .ziek. O'ml nqgein uur 's' ochtends op
on uoo.it nam 'bed Voor drie uur 'S nacht»,
wanneer hij niet blijft door|w|eir)lïfen of door...
dansen tot .de dag' aanli!rie)cPdt. Ejii dit jv'a.n 13
September 1923 af, dan 'dag, waarop hij
het bewind in handen hlaeft geinomfen. Bo
vendien is igeniaraal Primb do Rivera, ge
makkelijk toegankelijk'. .I-Tij is «en briljant
eauseur en i'houdt van .pi'aten.
...Stellig is 'hij oen dictator m'aar «en Va
derlijk' dictator, [die af's'cJliuw hejeït van
'bloed. Hij .hoeft ziölï zan Wet bewind inbrcf-
ter gem'aaMt zbncler Hon dnnp'pel bloods
te vergieten, Iwat in zijn bijzonder») ge-5
val imdssahien ,0011 minden; groote verdieaisto
is, omidnlohij geen'tegenstand heeft ontmoet
Rrimlo de iRivera, goroPpen door den Ko
ning, die .hjjt ontslag Van 'da magiceriivg
van Inrai'li'ies Alliu'rieimas had'aanvjaiard, Ver
liet Barcelona op 14 September 1923, deis
avonds, gez'agend .door dien Hsscfliop', olnil-
helsd door 'den alcn.de «n .gegroet door uit
zinnige oVatios. jTTi.j bWioiqfdei'nict eens naar
diyhoofdstad ,op' te'pukPideno|m|'er Me'zit .v'a.n
te nemen was het voldoende, dat hij een
proclamatie uitvaardigde, ,en in clen trein
stapte. 1 1
Wat 'KwaM hij te Madrid doen? Ging
hij, voortgeklèim'eii ;uit «|en militaire bewe
ging, .evenals sommige éijnHr vooig'aii'c/er.s
zich ingiet gezag',insi.alleiqi'Mi Hp dit ex'ploii-
teeren? Neien. Hij vhiWanrt on'm'iddellijk
dat hij kb'm't al® I-Ierdules om' de 'stallen
van Au'gias te reinigen. Hij gaat tflrstored
aan het werlf. Hij 'wleiet niets Van het. be
stuur af. Hij lree'ft gevochten op de Phi-
lippijnen, op Cuba in Maiyklk'o. Hij heeft,
in tal van garnizoenen gclflgoji 1O1111 zijn po
litieke opvattingen zijn die van een offi
cier, die in het militaire casino, meier heeft
■gepraat dan geluisterd in do vrije) uren
tussehen kaartspel en om'gang, mnt dnlmlesf.
Op een dag voord») hij het woord in een 1
salon toen de kphing op heimi to|eitrad met
do vraag.
„Zeg eens', Migueil ,wa,ar liofbl je hot rc-
geeron geloerd?"1 1
„In liet (casino te Jtsrcz',, sire."
Als kapitein-generaal van Madrid Inejel'i*
hij wel den Senaat hielzocJit, !TOjia.rVa.n hij
lid is. H'ij heeft er enkele geruichfcmakendo
redcvbori.ngiein uitgosprolilen, maar hij hoeft
cr m'eor lge;ringsclhattillg, vO.or cle parlcf
mlentairo wereld idan do iw|etenschap' van
bet regeieiren geleerd. Zijn mledg^veirklèiKi
zijn nog 'minder competent dan hij. Doet er
niet toe, hij gaat voorwaarts.
....Sedert mta dan vier jaar is de rust
in Spanje Verzekerd en allo door; P.rjm'o do
Riv'era genomen .maatregelen, wettig, voor
zoover men de daden van een dictatuur,
die op eigen glzag do Grondwet heeft op
geheven, als wisttig aanvaardt,zijn ingq-
gov'on door het verlangen strafmiaatnegta-
len en nu,ttelooz:e| ruwheid te vermijden.
Ongetwijfeld heieü't Primb do Rivfciraklw'a-
liteiten als ;ehef. H'ij is niet eledht® onver
anderlijk optimistisch, maar liij weet ble|-
slissingen te (iielmHn en '.zich daaraan te houi;
den. Hij heeft tejv'ens geluk en vertrouwt
op zijn goed gesternte. Hij is echter niet
alleen gelukkig: hij is bekwaam' en het is
zijn grooto jkradht, dat lüj steeds m|ct do
volksziel in vpeling blijft. Hij kont hel
volk en weet iwlat hij ervan kan gedaan
Krijgen. Hij heeft zielf verklaard: „Wan
neer rnbn zicih op hot goed6' oogcn'blik tot
het liart v'an het volk richt, e«n banocp op
zijn vaderlandsliefda .doet, dan Kan m'en
van het volk gedaan krijgen wat mlein iw'il.
ffi is geen volk ter wiojreid dat .gelwïlligor
cn gemiahkolijtar is te regeeren dan het
Spaansehe. Generaal Primo dei Rivera is
jong van aard cn 'liij heeft o'm' zijn mi
nisterie sataten te stellen cien beroep1 gedaan
op (1 c jongeren. 1 i 1
Evenals zijn landgeuooton is hij zoowel
„ichulo" als musketier. Hij hcieift de goed-
rondheid van het Volk, z'ijn Scherts, zijn
durf o'ml wat te z'eggen, zijn smaak voor
een pretje: hij houdt',van de liefde, van het
spel; hij is belangeloos, edelmoedig, wel
sprekend, steeds .bereid een lans te breken
voor een edele z'aak. Iedere goedo Span
jaard herkent zichzelf in h'öml en is hem
dankbaar daarvoor. Zijn Verstand, is leven
dig en briljant. Men vertelt,, dat., toen lüj
eens bepaalde onderwijzers had Ontslage'.
en terstond vervangen door eerlijke onder
officieren, naar apoiennitqit gekozen, er
pas later .werd ontdekt, dat zij lezen noch
Schrijven konden. „Ze zulleto hot wol ho
ren", zou, de genieraat toen hébben ver
klaard Zonder van zijn stuk te rak'en. Hij
heeft véél onder het volk" Verkeerdhij
anderd bent, zo.a ernstig an stil cn steeds
verstrooid was ja vroeger tochniet.
Je ontwerpt ©en aanlokkelijk beeld
van pi'e, riep lüj m'et een korten lach uit.
Ja, Louisa, niet alle miensehen kunnen
zulke lustige vlinders zijn alsHij wei
felde een oogenblik en zij viel hoimi spfledig
in do rede:
Neen er moeten ook wespen zijn, die
steken, zeido zij, zidlii haastig verwijde
rend, oiml de tranen te verbergen, welko
haar in do .oogen welden.
Walter keek haar getroffen na, toen zij
van hqtni henen eneldo om zic'lr weder on
der de andere® te begeven. Hij voelde, dat
lüj haar bedroefd had, ha,ar, die lipt zoo
goed prol keiml meende. Ja, zij meent liet
goed piict mij, allen unconen hot goied",
dacht lüj, imiet zich Zelf Sprekend, cn ik?
Daar pr.eos ik zoo dikwijls imijn jongere
broers voor, dat do |mlensclk leer en Moet
zich te béheerseihen, nu koimt da beurt
aan mij het hun voor te doou, eu n,u valt
imijn gehcclo gebouw ineen door gebnek'
aan opoffering. Moeder keek imie van m|or-
gen nog zoo eigenaardig; vragand man met
haar bezorgde oogen. 0 Walter, schaiaim
je, pnoet jo geheim zóó ontdekt worden?
Scihaapii je, Walter, en wees een ni'an.
T,oen hij de dochter der G uldenpjfortons
kort daaropi imet een paar der kleine gas
ten zag spreken, ging hij piet vaste Bchre-
deelt de ;volkMiartstoehte,n en btegrijpit de
instin'kten van ihet volk. Dein dag, waarop
hij 'het wa® eenigei maanden na de mili
taire ra'mip' bij Anoea.1' in Juli 1921 den
Senaat in ee,n geiruichtm'aKand'e.| redevoe
ring verzocht afstand te doen van Marok
ko, hieeft lüj niet anders gedaan dan uiting"
geven aan het volksgevoelHij vci'inijdt
bbvendien alios1 .wat het vol'k kan Mwletsen,
en vergeelt ,in 't openbaar nooit wat hij de
Kerk* is verschuldigd.
Op den 2en Zondag, 11a Pinksteren.
Epistel I v. d. H. Joannes. III. 13 18,
Allerliefste hroodors! verwondert pi niet,
indien de wereld 111 haat. iWlij welen, dat
wij van den dood tot het leven zijn '.over
gebracht omdat wij onzo broeders bemin
nen. Die niet bemint, blijft in den dood.
Al dio zijnen broeder haat, is een moorde
naar en gij weet dat geen mïwrdenftari het
ecuwig leven in zich behoud». Hieraan
kennen wij G,ods liefde, dat Hij zlij'n, leven
voor ons ten beste heeft gogevjen. Dub
moeten wij ook pns loven voor ouzo broe
ders ton beste geven. Die do gocdenen
dezer wereld hooft, cn zijnen hrioedor ziet
gebrek lijden, ja zijn hart voor hem| sluit;
hoe blijft de liefde Gods in hemi? Mijne
kindertjes, laat ,011s niet miet woorden, noch
■m'et do tong, maar metterdaad on in waar
heid beminnen.
Evangelie, Lucas. XIV. 16 24.
In dien tijde zeido Jez'us aan da Fari-
zoörs doz'o gelijkenis: Een .zek'or iman
richtte een groot avondmaal aan, ou hij
noodigdo vele gasten. En opi het uur van
het avondmaal, zond hij zijnen knecht,
om den genoodigden te,zeggen dat z'ij zou
den kamien, dewijl nu alles bereid vca®-
E11 allen begonnen zij te gelijk zich te
vcrsc'hioonen. De eerste zeido h.omi: ik heb
eenlandgoed gekocht, cn ik mioct npodig
uitgaan en het bezienik bid ,u, verschoon
mij. En do tweede aeide: ik heb vijf paar
ossen gekocht, en ik ga ze beproeven;
ik bid u, verschoon mij. E11 do andere
zeido: ik heb «ene vrouw getrouwd, pn
daaroiml .kan ik niet kotm'en. En do Knecht
keerde terug, cn boodschapte dit zijnen
hoor. De vader dos huisgezin® werd toicn
vergramd, cn zeidc aan Zijnen knecht:
ga sppedig nan# do straten cn wijken dec
stad, rn breng do anmien' en gebrekkigere.,
en blinden 011 kreupelen hier binnen. En
de knecht zeido: heer, het is gedaan gelijk
gij bevolen hebt, cn daar is nog plaats.
En de heer zeido tot den knecht: ga naar
do wegen eai paden ,en clwing ze binnen to
komen, opdat imijn huis vol jyord0- W.ant
ik zog u, dat niom'and van die mannen, die
genood zijn, mlijn avondmaal Zal smaken.
(Vragen worden ingewacht bij d-o redactie).
Vraag: [Wat 'is do Anglicjaiansoho
Kerk?
Antw.Hendrik VIII, koning van En
geland was gehuwd m'et O.atliiariaa v;an Ar-
ragon. Olm'dat hij liefde had opigev,at voor
een hofdame Alma Boleijn, verzodht liij
Pa.us Clemens VII zijn'huwelijk' to ontbin
den. W:at do Pau,s natuurlijk niet kon.
Hendrik verstiet niettemin zijn, gemalin,
nauv Anna tot vro,nw en scheidde zich met
geheel Engeland van den P,au,s en dus van
de Kath. K'erk af. Dit is hot begin der
Anglicaanse'ha K'evK. Zij behield nog veel
van de Kath'. Kerk en heeft ook, zooge
naamde bisschoppen en (priesters. Ii.un
priesterwijding is echten; niet geldig, om
dat hun wijdingsi'orm'ula is verminkt.
Paus Leo XIII heeft in 1896 voorgoed aan
eiken twijfel daaromtrent een einde ge
maakt. Sedert lang heerscht ciri in do An-
glioaanscho Kerk een stroöming om' zich
limet Romio te verzoenen. Laten wc hopjen.,
en bidden vooral.
iVraag: Hoe geschiedt tegenwoordig! de
Pauskeuze
Antw.Pins X, die hot langzaami inge
drongen veto-recht der, vorsten ,op de
Pauskeuze afschafte, besclhreeifl Jen vonnl
dier keuzo breedvoerig: Na do H. Mis
cn het Veni Creator Komen da kardinalen
in het conclaaf bijeen, en gaan over tot
de Pauskeuze. Deize kan op drie manieren
plaats hebben. Ten eerste,, bij wijze van
inspiratie. Een der kardinalen zegt open-
Ujjc, Rat hij die en die den moest geschikten
Paus vindt. Als allen het miet helm) eens
zijn, is do aangeduide de wettig henoemide
Paus. Ten 'tweede, de kardinalen kunnen
uit hun midden een commissie aanstellen
van drie, vijf of zev'cn leden, aan, wie z'o d|0
den op, do groepl toe cn zeide: Vergeef (muj,
dat ik n stoor, Louisa, ik bid ,U, sdhenk
(mij een oogenblik gehoor.
Zij trad miet he,ml terzijde en keek hem
vragend aan. Maar spoedig weer keek zij
voor ziclh, want haar oogen vulden zich
weder met tranen, die nu als dauwdriup,-
pels op een roos langs haar frissdhe wan
gen schitterenden! Tranen in Louisa ooigen
Dat was -een aanblik, welke (Walter reeds
als jongen niet had kunnen verdragen cn
ook nu verpihAi hij dit niet. Zijn hart
s|miolt ineen.
Iï|ma, zei lüj, en zijn diepe stemiklonk
ongewoon week. Louisa vergeef ime, ilk heb
je beleedigd «naar ik wilde dat niet.
Niet beleedigd, anl'woordde het imtcis-
j.e, zonder de oogen op te slaan, slechts
bedroefd. Maar laat het goed zijn, Wlalter,
je hadt gelijk. Als ik o|m! je leven denk' en
dan aan het miijno, dan moet ik mij .altijd
oen verwijt doen. Je gaat den weg van dc
strengste <pliellit, en ikZij kon niets
verder zeggen, haan stqmi beefde cn de
dranen begonnen rijkelijker te vloeien.
O, Louisa, lievo Louisa, riep do jon
ge jnlan bewogen, geloof me, ik' «nisg;un je
je zonnig, jong geluk niet, o .paen, 0 'beker
niet. Een verwijt ben ik' je imiet mijn ern
stig leven? Dan wil ik gaan, ik wil je
VToolijklbeid niet storen, ik wil het niet, p
zeker niet J vergeef me. Louisa, vergeef
pauskepze overlaten. Ten derde door: steml-
iming. Dit zal steeds wel de «koetst gebrui
kelijke weg zijn. Als twee derde dos
stamjmien zich op «en kardinaal vereenigd
hobbel), is deze do wettig benoeimlde Paus.
Vraag: [Was Sorareus bij de bjidenen
de god der boogschutters
'Antw.Neen, Soranus was een doodge-
wono Batavier, imiet oen Rom'einschen
naam, die zoo vaardig w,a,s miet de hand
boog, dat hij, twee pijlen achterelkaar
afschietende, m'et den laatste den kers|t,e
doorboorde.
Dit Meesterstukje vertoonde hij aan kei
zer Hadrianus, tijdens diens be.ztoeb aan on<«
land, te Voorburg.
Aan dezen hoogon toeschouwer dankt
Soranus het wel, dat hij in 'de geschiedenis
voortleeft en nog door Menige boqgsohut-
tersveree.niging tot patroon wordltl -verko
ren. lljl -J
Vraag: Wat is .hei onderscheid tus
sehen 'n prior en 'a abt «n hoe heet de
overste hij de Minderbroeders en bij de
Jezuïten?
A n! W-Het verschil tusslchen een prior
en abt bfestaat voo.rn.1 hierin, dat 'da laatste
e.en aparte wijding ontvangt icn gewoon
lijk levenslang aan het hoofd Vare .een abdij
blijft staan. Een p'rior is een overste die,
ssorals hij de Dominicanen, gewoonlijk voor
een aantal jaren wordt gekozen. Bij de
Minderbroeders heet da overste gardiaan,
bij do. Jezuïten rector.
R. B. te IC;. Hat! door u be.do.elda boekje
is or inderdaad glad naast! Da Katholieke
linrarehio.in Engeland telt "5 aairtshisdoimr
men, n.l. Bimingh'alml (met de bisdom'-
m-en Clifton. Plymlouth', Kihrewbury)
Cardiff (miet het bisdolml Meneria.) i
Tjiverpool (miet do bisdolmlmlen Hexlian,
Lancaster, Leeds, Middlesboroughi' en f?al-
ford
Westminster '(m'et da bisdolmlmon Brent
wood, Northamlplon Nottinglintol, Poills-
mrmthSoutlnvark.
Do aartsbisstehlopl van IWiest'manster. die
altijd kardinaal is, is .primaat. Bovendien
zijn in Ierland nog '4 Aartshisdolmlm'eni wiet'
24 bisdo'mlm'onen in Schotland! is 1 tiartsr
bisseboip (te Glasgow) miet 4 hisdomlm'en.
Seiiooiilieidsliuiilileleii van vroiolger en 1111.
Men bewehrt Iwiel ©ens, dat do moderne
Vrouw verslaafd is aan poed'orhjwhst, or|e|mie
en stift, Im'aair uit oude boell(|e«i en kroni.e-
Ken, uit ondcralooking(e|n en opgravingen
blijkt, dat de zucht om' de natuur ceu
handje to (helpön, sinds «njej>sCli|einh'eiugenis
heeft bestaan. 1 1
Volgens eén Diuitsch profassar die van
het onderwerp leien speciale stujie lree'l't
göm'aak't, Verfden ,clc «kenslchen .uit het
steenen tijdpieirK zich reeds Weliswaar ge
bruikte m'en .het ook thans' nog ganglblaré
VCrfraaiingsmiddel dikwijls, iwlaumseï m'en
vijanden m'oest afvaren, maar het schijnt
dat ook' de vrouwen or toen reeds behagen
in schiepen om' gezicht m licOlaanr tc, be
werken met alletrlei felle kleuren!
Indertijd wist malen gelen raad met een
opgegraven voorwerp', ,dat volgen® ber-e-
keningen dateelrde uit de 'ijstijd. In aen hol,
dat eeuwen geleden tot wbning diende,
vónd in'en een stuk'van «en uitgehold har
tengewei, gevuld .miet oen onbekende, roepie
Substantie. Het overblijfsel vair oen hazen-
poot lag .er naast. Klaarblijkelijk' had
Men hier te doen met ze|er primitielv'e.
scliimink'middelen. Ook jec'n potje 'getaald®
Krijt k'wami aan het licht cn al die ontdek1*
hingen bevtestigdem diet vcirmüoden, dat
zelfs in den oer-tijd aan die, zublit oml zich
taboi te maklen, werd toiegegeyen.
D'o v'oornamle jEgiypteiianen verfden haar
011 wen'kbraulwlen, oogtedein en nagel®. Ook
de Griekion '.Verstonden dei kunstAristo
phanes vertelt «en van zijn werken,
dat zij, die een donk|e|re huidkleur haddien,
zich Wet loodwit insm'eerd'cm en dat bleeks
Vrouwen een mriddel, „liefdepo.eder" ge
naamd, Ifenden ,om' een kleurtje1 op de
wangen te .tooVcrlen. Tijdens het RoMein-
sclie lileiztoijk jkon m|en in het Vertrek van
coquette s'ehooneii «en héél arsenaal van
ingrediënten vinclan ,omI zich zoo: fraail mo-
geb'jk' op te m'aken. Zij kenden dei 'gehei
men Van het haarvterven cn bezaten re-,
cepten o'ml een Vejrwellrte huid Weer frisdh
te waken. Al die köstbariei zalfjes-, poeders
■en kiruidfn bewaarden zij in doosjes vaal
iv'oor of! Kristallen potten. Bij de opgra-i
vingen tc Pomlpei heeft men eenige jaren
geleden nog Zul'M een Kristallen vaas, ten
deele gleVuld met roodc pasta, opgedolven.
De Galliërd namlen do Romleiusohe ze
den o,v'or. Zij kregen den groote bebendig--
Hij k'ocrdc zich' ojini, oml van haar weg
te gaan. Maar zij legde dei hiand op| 'Zijn
ai\m cn hield hom' terug.
Angstig keelt zij pm( .z'ieh hoen of ook
iqmiand haar tranen bem'erkt had en droog
de ze to,en vlug onict den fijnen zakdoek af'.
Walter sprak ze, wij 'hebben elkan
der toch altijd zoo goed verstaan, waar
om' zonden we dat nu niet unieer? Zie, dat
wou ik je slechts vragen. Geloof niet, dat
ik van p.lan ben, pöjm loven verder door
te bron-gen als nu. [W|at zonden mijn lieve
oplvoedstor, .do zuster,® daarvan Zeggen en
de goede pater, mijn biechtvader, die mij
zulke goede raadgevingen op weg mee
gegeven heeft? IK wil leeren het huishou
den te voeren, daarin kan, je «moeder, mij
heerlijk onderwijzen, ging Zo voort, terwijl
haar kleur steeds dooq halier word, dan
kan ik vader zijn licvelingsspijs koken en
heim: in 'do lange winteravonden voorlezen
cn voorzingen, want zijn oogen doen hepn
zoo'11 pijn en miet mijn kleinen Werner wil
ik leeren en spelen, ik' wil ee|n, gopdia
dochter worden en een goede zuster. En de
aqmien wil ik helpen a.ls mijn lieve moeder
heeft gedaan en mooie handwerken Maken
tot versiering dei- k'erk'.
(Wordt vervolgd.)