T De ongeziene wereld of het leven na den dood. NIEUWE ZEEUWSCHE COtJRANr FEUILLETON Jonkvrouw Louisa. VAN OVER DE GRENZEN KERKNIEUWST" Apologetische Vragenbus Voor onze vrouwen. K n. i LWat wij met absolute zekerheid weten. .Wat wij imicit absolute zekerheid over die geheimzinnige, ongeziene wereld of dat le ven na den dood, weten, is dit: dat die andere wereld daar achter de paorton van het graf even werkelijk is als deze wöi'ield vóór do .pooiYen van het doioden-irijkl llat een le^ai na den dood aan do overzijde even werkelijk is als dat aan deze zijde, dat wij hier beieven! En dat weten wij met absolute zeker heid uit: i De goddelijk openbaring wat wij la ter uitvoerig zullon aautoonen èu het algemeen overeenstemmende gevoelen, van alle, volkoren over heel do wereld I Imlmers van af do eeuwen-pude pira miden in do cindeloozo zandwoestijnen tot de katocloimben in het onderaardsdlio Rowed van af het jOaimpo Santo met z'n blin kende marmeren gral"-pniomunentcii, tot t an:eest verlaten, eenvoudige dorpskork'hof, verkondigen luid het bestaan van een loven na dit leven cn bevestigen zo,o klaar het „credo in vitaiml aeternaw"Ik' gelopf in een eeuwig leven. iVraag het aan don eersten de,n heston Missionaris, dien .gij op| uw weg ontmioct: tot in de diepste oerwouden, waar nog nooit, een priester is doorgedrongen, gcloo- ven de wildste negers aan een leven na den doodaan de oevers van den C.o.ngo cn den Ganges; in do steppen van Mongolië en do dichtste wouden van Brazilië; bij do Uhi- neezen cn bij do eonzaimlc. oilanders in de Stille Zuidzee tot bij do ballingen in Siberië. Allen gelooven in een loven na den dood! l I l. Goethe zegt: „Die niet gelooven in een andere wereld, zijn roods dood iu deze wereld; de geest kan hier beneden z'n vleugelen niet reppen, als lvij niet am zich hoen eeuwigheid cn oneindigheid voelt". i 1 I i 1 Raphael, do grootste kunstenaar der wereld, stelt op z'n beroemde schilderij, de school van Athene, Plato, den Griek- schcn wijsgeer, voor als een groote, lich tende gestalte, die jmet opgeheven hand naar boven wijst, omdat hij zoo wonder schoon heeft geschreven over het leven na den dood. Zoodat 'n Marcelicl Ficino door dezen grooten Grieksc'hen wijsgecn z'n christelijk geloof heeft teruggevon den cn er zoo. toe kwairo in Z'n overdre ven bewondering voor .dezen grooten den ker oimi in z'n studeerkamer, uit blijven de dankbaarheid, voor do beeltenis van Plato een godslalmp te branden. F11 als zo dien anderen grooten heiden- sehen wijsgeer, Seneca, verwijten, dat lüj, het einddoel van den imie.nsch in den dood stelt, antwoordt hij nvelt dit geheimzinnige woord van Euripides: „Wie weet of ons leven niet veeleer Pen dood en onzla dood '11 leven is". Goed, zult ge fe'eglge.n, al zijn we zeker 't „bestaan" van die andere, ongeziene wereld, wat weten wij oimtrent hat „hoe" daarvan? |Wie zal het wagen, verkenners uit te zenden naar dia vreemde, vielfjrle kusten van dat onbekende la,nd? iWie zal ons zeggen wat die gebroken oogen, waar in 't licht voor goed gedoofd is, zullen aanschouwen, als zo daar boven voor eeuwig weer open gaan in dat gehoiimi- zinnige land der oneindigheid? Dit is wel zeker, de goddelijke Open baring heeft maar een heel ldein slipje opgelicht van dien geheimziiniijgen sluier, die hangt voor den ingang vare dat on metelijke doodenrijk. Do groote hoven- aardsche Ziener, St. P.aulus, zegt dan ook ttme.t recht;, dat dit geen oog nog heafjtj ge zien, geen oor gelipord, dat het tot nog Itoe nog nooit in 're, imianschenhart is opgeko men dit te benaderen, i En toch weten wij genoog met volko men zekerheid, owl nooit en reiimimer aan ons eeuwig voortbestaan ta twijfelen. En dan denk ik! hier in eens aan 'n geschiede nis die dr. King ergens vertelt in z'n „Spnntagshuch"ik heb menigeen zien sterven zegt hij daar, imlaair jaeais js( 't |m(y- sterie van den dood, imlet al z'n ontzet tende zwaarte., en heel Z'n gewicht mij op de ziel gevallen, 'k Zat aan 't bed van een jongen wam, die sterven, ging; het was een van de velen dia ach, zoo diep, zoo ontz'ettend diep gevallen zijn en, een van de weinigen, die naar lichaa|ml en ziel gebroken weer tot God terugjkeerien. jqeej lang sprak ik «niet den stervende over dood en eeuwigheid en alles wat daar achter ligt.. Maar telkens en telkens had die jonge man, die 'o tijdlang student was 22) Onder de gasten, die van den burcht gekomen waren, ontbrak [Walter. De vrij heer klaagde daaroml tegen zijne Moede r - Ik vrees, lieve nicht, dat onze {Wal ter het wat streng neemit m'et "de vervul ling van zijn beroepsplichten, kou hij zich daar nu niet eens van losmaken? Ik dacht nu juist hetzelfde, ven-zéker de de burchtvrouw, terwijl haar gelaalt een bezorgde uitdrukking aannam. Ik! ben, dik wijls hang, dat het beroep van slotheer, i at. helm zoo tegen zijn wil is opgedron gen, zware offers van heimi vordert." ,~e lieve God heeft het zoo gewild, troostte de baron. Zeker, maar ik zio met spijt, dat, do zorgen voor het beheeri van onsi goed zwaai en zwaarder op Walter Bellijnen to t 1-fr ÏP gehoopt, dat zo liomj met- worden 1 en i'6Yer aouden z'ijn ge- Hij schijnt toch goed (mot alles op do hoogte te zijn en met vaste hand zijn stuurrad te hanteeren o,m, zijn bootje langs alle gevaarlijke plaatsen heen te brengen. Jawel, men hoort hejn! nooit kla gen, piaar hij is in den laatsten tijd zoo gowecst, nog wat te vragen en imiacr dan eens Mioest 'k helm) er op| attent maken dalt er nog zooveel onoplosbare, raadsels blij ven,, als we spreken over dood en sterven. En toen 'k dan, zoo go,cd en, kwaad .als 't ging, z'n laatste vraa.g beantwoord hiad, nam1 hij met roerende dankbaarheid ün'n hand in. z'n hecte, koortsige handen en sprak: O, ik bid u, blijf bij me zitten tot 'k dood ben en als 't G od het gloed vindt, dan zal 'k komen cii ,u zoggen, hoo liet daar boven is, „daimit Sic keiiio Riitsel m'e'hr haben", opdat gij 'ge,oii raadsels w'eer mioogt hebben 1 En 'k bleef bij den stervende, tot hij dood was. Toen 'k den doode nog lang ein (liep in z'n gebroken oogen had gepdere sloot 'k langzaam, de oogleden toe. Wjat zouden do gebroken oogen van oen, doode, den; leven den vertellen over "t geen de geopend» oogen der ziel daar aanschouwden I Maar toen 'k z'n verstijfde, bleeke han den over z'n stilgeworden borst samen vouwde, viel imfn blik plotseling op 't kleine kruis, dat (1e. vingers van de. coup hand in den doocl nog oimklemld hieldtan, cn nu kwam) er van zelf 'n lichte glimlach .op iw'n lippen, als 'k weer dacht aan do laatste woorden van dien doode: „Iehl'will kotaltreen und Ihnen, sagen wie, es da drilben ist., damit Sio keino Riitsel miehr haben!" 'k' Zal kornien on u zeggen, 'hoo 't daarbo ven is, opdat gij gee.li raadsel Imeer jnoqgt hebben Neen, zoo dacht 'k,. er behoeft niemand uit den dood terug te koeren. Den am Kreuz Kat uns auch iiber Tot, und Ewig- keit alles gesagt, was uns zu wisten not tnt Die daar aan 't Kr,ui® heeft ons ook over dood en eeuwigheid alles gezegd, wat wij nondig hebben te weten!" Zeker, de openbaring zegt ons niet alles, Jniaar waar de openbaring ons laat zitten in geheime schaduwen, daar fcolmt het licht van onzo rëda ons troostend tege moet; de redo dielidhttoortsonttetoken aan 't Eeuwig Licht der Godheid, toen zij zich neerboog over den eersten imjensclii in 't koude beeld van klei, en in z'n aangezicht lilies een sprankel van dat goddelijk vuur, do ziell Welnu, Wet dat klare licht van ,ons ver stand willen wij do donkere, kusten der eeuwigheid belichten en al kunnen, wij niet doordringen tot in het hart der eeuwig- beid, tot 't grondeloos ongenaakbare licht der godheid, wij zullen toch, geleid door 't lichtend spoor van ons verstand, voel don kere plaatsen klaar en helder zien. En gelijk eens do groote Italiaanso'lie dichter Dante ,op z'n .zwerftochten langs de paden van 't doodenrijk zich liet leiden door don roimeinschen zanger Virgilius, :ztoo zal do grapte christelijke [Wijsgeer on diep© denker St. Thomas ons vergezellen op oniZe verkenningstochten door die geheim'zinnigo ongeziene wereld achter do poortien van het graf. O. VIS, Rector, Goes. i 11 Primo deRivera. In do Rov'ue dels deux Mondes teetöiït iemtad, dio;zidh Verax no|e)mt de portretten van „eenige .unjelastcrs van het lot" cn reeds zijn ,iu deze| recjlvh verschenen Mus solini on Benes. i De aflevering 4v an he;t (tijdschrift 'Van dein. in dezer bhvat oen schets van generaal Primb de [Riv'ora, den, Spaanschian dictator, Van Verax teerste ..ontmlooting mot den generaal vertelt hij aldusIn zijn nauw sluitende kaki-uniform1, (groot, nog alzwaar, rnlaar Zonder ,dit te lijken vöo-r zijn aoht-qui vijftig jaar, .'kjoMt generaal Primo, de Ri vera mot uitgestoken hand op me af' pn voert m'o ,zijn weaklkampr binnen, even eens em ^salon inlet veel verguldsel, met in het midden ,eeu .grooto tafel averdekjt mat dossiers, 'kaarten [Wan Maipkjko, enz.... Dp ontvangst is hartelijk". i ...Het grijze haar is Hórt geknipt, lipt voorhoofd ia 'breed, het haar is eir wegge- groeid; zeer .intelliganta oogen, lrelder en vroolijk; een AMerikaansiclhis snor; zeer Beweeglijke trekken; een inncm|ende glim lach do generaal is! ieder oogereblikf bereid om zijn eigen grappen sm ook om die van anderen te Jgdhenzijn gebaren zijn, vHen- schappelijk en ge'mbiedelijk: Zijn heiele ver schijning welkt ,van het eerste oogen'Mik ai' sympathie ,op. Ook zijn stem, 'hofewel overslaand m'et ,af en toM wat lrooge. com- toando-tonen, is jiiet zonder cliaawi. Hij is 'het 'beeld yan deai knappen officier. ernstig geworden en ziet er dikwijls zoo (miaede en overspannen uit. Louisa, die zich bij dez'e kleine groep ge voegd had, had het laatste deel van dit gesprek mede aangehoord en wilde rfieds de woorden haren tantes bevestigen, taen de besprokene zelf op eenigpn afstand ver scheen. Zij bemerkte, dat Walter, nadat de eerste begroetingen voorbij waren, zich iets terzijde van do overigen geplaatst had- Tegen den stam van een beuk geleund, keek hij, tmiet de armen over eBtanderi ge slagen en imiet ernstig gezicht naar het vroolijka ^p.el. Zij naderde heimi en vroeg jn'et veroverende vriendelijkheid Walter, waaro|m| komt ge zoo )a,at? Kon jo je dan vandaag niet wat vroeger vrijmaken? Wij vieren tot een naamfeest? Ik kon bezwaarlijk' gejmist worden, was het antwoord. Het klonk bitter cn spottend tegelijk. "Hoe kan jc nil zoo pjviten, z'ci do jonge da|mio boos, jo neemt alles voel te zeker o.p, ik vrees waarlijk', dat je je kult overwerken, jo ziet cr zoo jnpo en over spannen uit. O, zorg gij maar niet voor mij, zei hij op denzelfden toon, .onkruid vergaat niet. Louisa ging standvastig Voort: „Wal ter, bedreig (mie niet, ik leen je te lang cn te goed, o'ml niet te bemerken, boa je ver oker vlooiend v'an tgetebndheid «n öpge we'k'thcid. En iwhnneieir hij Zegt, dat hij iniet hot ,'kTimmbn der jaren ingetogen is geworden, dan .is dat in'aar gewtednsde ne derigheid, want de generaal, is jong ere ga lant geblovien als Hen page. Omvortabfeid cn nooit .ziek. O'ml nqgein uur 's' ochtends op on uoo.it nam 'bed Voor drie uur 'S nacht», wanneer hij niet blijft door|w|eir)lïfen of door... dansen tot .de dag' aanli!rie)cPdt. Ejii dit jv'a.n 13 September 1923 af, dan 'dag, waarop hij het bewind in handen hlaeft geinomfen. Bo vendien is igeniaraal Primb do Rivera, ge makkelijk toegankelijk'. .I-Tij is «en briljant eauseur en i'houdt van .pi'aten. ...Stellig is 'hij oen dictator m'aar «en Va derlijk' dictator, [die af's'cJliuw hejeït van 'bloed. Hij .hoeft ziölï zan Wet bewind inbrcf- ter gem'aaMt zbncler Hon dnnp'pel bloods te vergieten, Iwat in zijn bijzonder») ge-5 val imdssahien ,0011 minden; groote verdieaisto is, omidnlohij geen'tegenstand heeft ontmoet Rrimlo de iRivera, goroPpen door den Ko ning, die .hjjt ontslag Van 'da magiceriivg van Inrai'li'ies Alliu'rieimas had'aanvjaiard, Ver liet Barcelona op 14 September 1923, deis avonds, gez'agend .door dien Hsscfliop', olnil- helsd door 'den alcn.de «n .gegroet door uit zinnige oVatios. jTTi.j bWioiqfdei'nict eens naar diyhoofdstad ,op' te'pukPideno|m|'er Me'zit .v'a.n te nemen was het voldoende, dat hij een proclamatie uitvaardigde, ,en in clen trein stapte. 1 1 Wat 'KwaM hij te Madrid doen? Ging hij, voortgeklèim'eii ;uit «|en militaire bewe ging, .evenals sommige éijnHr vooig'aii'c/er.s zich ingiet gezag',insi.alleiqi'Mi Hp dit ex'ploii- teeren? Neien. Hij vhiWanrt on'm'iddellijk dat hij kb'm't al® I-Ierdules om' de 'stallen van Au'gias te reinigen. Hij gaat tflrstored aan het werlf. Hij 'wleiet niets Van het. be stuur af. Hij lree'ft gevochten op de Phi- lippijnen, op Cuba in Maiyklk'o. Hij heeft, in tal van garnizoenen gclflgoji 1O1111 zijn po litieke opvattingen zijn die van een offi cier, die in het militaire casino, meier heeft ■gepraat dan geluisterd in do vrije) uren tussehen kaartspel en om'gang, mnt dnlmlesf. Op een dag voord») hij het woord in een 1 salon toen de kphing op heimi to|eitrad met do vraag. „Zeg eens', Migueil ,wa,ar liofbl je hot rc- geeron geloerd?"1 1 „In liet (casino te Jtsrcz',, sire." Als kapitein-generaal van Madrid Inejel'i* hij wel den Senaat hielzocJit, !TOjia.rVa.n hij lid is. H'ij heeft er enkele geruichfcmakendo redcvbori.ngiein uitgosprolilen, maar hij hoeft cr m'eor lge;ringsclhattillg, vO.or cle parlcf mlentairo wereld idan do iw|etenschap' van bet regeieiren geleerd. Zijn mledg^veirklèiKi zijn nog 'minder competent dan hij. Doet er niet toe, hij gaat voorwaarts. ....Sedert mta dan vier jaar is de rust in Spanje Verzekerd en allo door; P.rjm'o do Riv'era genomen .maatregelen, wettig, voor zoover men de daden van een dictatuur, die op eigen glzag do Grondwet heeft op geheven, als wisttig aanvaardt,zijn ingq- gov'on door het verlangen strafmiaatnegta- len en nu,ttelooz:e| ruwheid te vermijden. Ongetwijfeld heieü't Primb do Rivfciraklw'a- liteiten als ;ehef. H'ij is niet eledht® onver anderlijk optimistisch, maar liij weet ble|- slissingen te (iielmHn en '.zich daaraan te houi; den. Hij heeft tejv'ens geluk en vertrouwt op zijn goed gesternte. Hij is echter niet alleen gelukkig: hij is bekwaam' en het is zijn grooto jkradht, dat lüj steeds m|ct do volksziel in vpeling blijft. Hij kont hel volk en weet iwlat hij ervan kan gedaan Krijgen. Hij heeft zielf verklaard: „Wan neer rnbn zicih op hot goed6' oogcn'blik tot het liart v'an het volk richt, e«n banocp op zijn vaderlandsliefda .doet, dan Kan m'en van het volk gedaan krijgen wat mlein iw'il. ffi is geen volk ter wiojreid dat .gelwïlligor cn gemiahkolijtar is te regeeren dan het Spaansehe. Generaal Primo dei Rivera is jong van aard cn 'liij heeft o'm' zijn mi nisterie sataten te stellen cien beroep1 gedaan op (1 c jongeren. 1 i 1 Evenals zijn landgeuooton is hij zoowel „ichulo" als musketier. Hij hcieift de goed- rondheid van het Volk, z'ijn Scherts, zijn durf o'ml wat te z'eggen, zijn smaak voor een pretje: hij houdt',van de liefde, van het spel; hij is belangeloos, edelmoedig, wel sprekend, steeds .bereid een lans te breken voor een edele z'aak. Iedere goedo Span jaard herkent zichzelf in h'öml en is hem dankbaar daarvoor. Zijn Verstand, is leven dig en briljant. Men vertelt,, dat., toen lüj eens bepaalde onderwijzers had Ontslage'. en terstond vervangen door eerlijke onder officieren, naar apoiennitqit gekozen, er pas later .werd ontdekt, dat zij lezen noch Schrijven konden. „Ze zulleto hot wol ho ren", zou, de genieraat toen hébben ver klaard Zonder van zijn stuk te rak'en. Hij heeft véél onder het volk" Verkeerdhij anderd bent, zo.a ernstig an stil cn steeds verstrooid was ja vroeger tochniet. Je ontwerpt ©en aanlokkelijk beeld van pi'e, riep lüj m'et een korten lach uit. Ja, Louisa, niet alle miensehen kunnen zulke lustige vlinders zijn alsHij wei felde een oogenblik en zij viel hoimi spfledig in do rede: Neen er moeten ook wespen zijn, die steken, zeido zij, zidlii haastig verwijde rend, oiml de tranen te verbergen, welko haar in do .oogen welden. Walter keek haar getroffen na, toen zij van hqtni henen eneldo om zic'lr weder on der de andere® te begeven. Hij voelde, dat lüj haar bedroefd had, ha,ar, die lipt zoo goed prol keiml meende. Ja, zij meent liet goed piict mij, allen unconen hot goied", dacht lüj, imiet zich Zelf Sprekend, cn ik? Daar pr.eos ik zoo dikwijls imijn jongere broers voor, dat do |mlensclk leer en Moet zich te béheerseihen, nu koimt da beurt aan mij het hun voor te doou, eu n,u valt imijn gehcclo gebouw ineen door gebnek' aan opoffering. Moeder keek imie van m|or- gen nog zoo eigenaardig; vragand man met haar bezorgde oogen. 0 Walter, schaiaim je, pnoet jo geheim zóó ontdekt worden? Scihaapii je, Walter, en wees een ni'an. T,oen hij de dochter der G uldenpjfortons kort daaropi imet een paar der kleine gas ten zag spreken, ging hij piet vaste Bchre- deelt de ;volkMiartstoehte,n en btegrijpit de instin'kten van ihet volk. Dein dag, waarop hij 'het wa® eenigei maanden na de mili taire ra'mip' bij Anoea.1' in Juli 1921 den Senaat in ee,n geiruichtm'aKand'e.| redevoe ring verzocht afstand te doen van Marok ko, hieeft lüj niet anders gedaan dan uiting" geven aan het volksgevoelHij vci'inijdt bbvendien alios1 .wat het vol'k kan Mwletsen, en vergeelt ,in 't openbaar nooit wat hij de Kerk* is verschuldigd. Op den 2en Zondag, 11a Pinksteren. Epistel I v. d. H. Joannes. III. 13 18, Allerliefste hroodors! verwondert pi niet, indien de wereld 111 haat. iWlij welen, dat wij van den dood tot het leven zijn '.over gebracht omdat wij onzo broeders bemin nen. Die niet bemint, blijft in den dood. Al dio zijnen broeder haat, is een moorde naar en gij weet dat geen mïwrdenftari het ecuwig leven in zich behoud». Hieraan kennen wij G,ods liefde, dat Hij zlij'n, leven voor ons ten beste heeft gogevjen. Dub moeten wij ook pns loven voor ouzo broe ders ton beste geven. Die do gocdenen dezer wereld hooft, cn zijnen hrioedor ziet gebrek lijden, ja zijn hart voor hem| sluit; hoe blijft de liefde Gods in hemi? Mijne kindertjes, laat ,011s niet miet woorden, noch ■m'et do tong, maar metterdaad on in waar heid beminnen. Evangelie, Lucas. XIV. 16 24. In dien tijde zeido Jez'us aan da Fari- zoörs doz'o gelijkenis: Een .zek'or iman richtte een groot avondmaal aan, ou hij noodigdo vele gasten. En opi het uur van het avondmaal, zond hij zijnen knecht, om den genoodigden te,zeggen dat z'ij zou den kamien, dewijl nu alles bereid vca®- E11 allen begonnen zij te gelijk zich te vcrsc'hioonen. De eerste zeido h.omi: ik heb eenlandgoed gekocht, cn ik mioct npodig uitgaan en het bezienik bid ,u, verschoon mij. En do tweede aeide: ik heb vijf paar ossen gekocht, en ik ga ze beproeven; ik bid u, verschoon mij. E11 do andere zeido: ik heb «ene vrouw getrouwd, pn daaroiml .kan ik niet kotm'en. En do Knecht keerde terug, cn boodschapte dit zijnen hoor. De vader dos huisgezin® werd toicn vergramd, cn zeidc aan Zijnen knecht: ga sppedig nan# do straten cn wijken dec stad, rn breng do anmien' en gebrekkigere., en blinden 011 kreupelen hier binnen. En de knecht zeido: heer, het is gedaan gelijk gij bevolen hebt, cn daar is nog plaats. En de heer zeido tot den knecht: ga naar do wegen eai paden ,en clwing ze binnen to komen, opdat imijn huis vol jyord0- W.ant ik zog u, dat niom'and van die mannen, die genood zijn, mlijn avondmaal Zal smaken. (Vragen worden ingewacht bij d-o redactie). Vraag: [Wat 'is do Anglicjaiansoho Kerk? Antw.Hendrik VIII, koning van En geland was gehuwd m'et O.atliiariaa v;an Ar- ragon. Olm'dat hij liefde had opigev,at voor een hofdame Alma Boleijn, verzodht liij Pa.us Clemens VII zijn'huwelijk' to ontbin den. W:at do Pau,s natuurlijk niet kon. Hendrik verstiet niettemin zijn, gemalin, nauv Anna tot vro,nw en scheidde zich met geheel Engeland van den P,au,s en dus van de Kath. K'erk af. Dit is hot begin der Anglicaanse'ha K'evK. Zij behield nog veel van de Kath'. Kerk en heeft ook, zooge naamde bisschoppen en (priesters. Ii.un priesterwijding is echten; niet geldig, om dat hun wijdingsi'orm'ula is verminkt. Paus Leo XIII heeft in 1896 voorgoed aan eiken twijfel daaromtrent een einde ge maakt. Sedert lang heerscht ciri in do An- glioaanscho Kerk een stroöming om' zich limet Romio te verzoenen. Laten wc hopjen., en bidden vooral. iVraag: Hoe geschiedt tegenwoordig! de Pauskeuze Antw.Pins X, die hot langzaami inge drongen veto-recht der, vorsten ,op de Pauskeuze afschafte, besclhreeifl Jen vonnl dier keuzo breedvoerig: Na do H. Mis cn het Veni Creator Komen da kardinalen in het conclaaf bijeen, en gaan over tot de Pauskeuze. Deize kan op drie manieren plaats hebben. Ten eerste,, bij wijze van inspiratie. Een der kardinalen zegt open- Ujjc, Rat hij die en die den moest geschikten Paus vindt. Als allen het miet helm) eens zijn, is do aangeduide de wettig henoemide Paus. Ten 'tweede, de kardinalen kunnen uit hun midden een commissie aanstellen van drie, vijf of zev'cn leden, aan, wie z'o d|0 den op, do groepl toe cn zeide: Vergeef (muj, dat ik n stoor, Louisa, ik bid ,U, sdhenk (mij een oogenblik gehoor. Zij trad miet he,ml terzijde en keek hem vragend aan. Maar spoedig weer keek zij voor ziclh, want haar oogen vulden zich weder met tranen, die nu als dauwdriup,- pels op een roos langs haar frissdhe wan gen schitterenden! Tranen in Louisa ooigen Dat was -een aanblik, welke (Walter reeds als jongen niet had kunnen verdragen cn ook nu verpihAi hij dit niet. Zijn hart s|miolt ineen. Iï|ma, zei lüj, en zijn diepe stemiklonk ongewoon week. Louisa vergeef ime, ilk heb je beleedigd «naar ik wilde dat niet. Niet beleedigd, anl'woordde het imtcis- j.e, zonder de oogen op te slaan, slechts bedroefd. Maar laat het goed zijn, Wlalter, je hadt gelijk. Als ik o|m! je leven denk' en dan aan het miijno, dan moet ik mij .altijd oen verwijt doen. Je gaat den weg van dc strengste <pliellit, en ikZij kon niets verder zeggen, haan stqmi beefde cn de dranen begonnen rijkelijker te vloeien. O, Louisa, lievo Louisa, riep do jon ge jnlan bewogen, geloof me, ik' «nisg;un je je zonnig, jong geluk niet, o .paen, 0 'beker niet. Een verwijt ben ik' je imiet mijn ern stig leven? Dan wil ik gaan, ik wil je VToolijklbeid niet storen, ik wil het niet, p zeker niet J vergeef me. Louisa, vergeef pauskepze overlaten. Ten derde door: steml- iming. Dit zal steeds wel de «koetst gebrui kelijke weg zijn. Als twee derde dos stamjmien zich op «en kardinaal vereenigd hobbel), is deze do wettig benoeimlde Paus. Vraag: [Was Sorareus bij de bjidenen de god der boogschutters 'Antw.Neen, Soranus was een doodge- wono Batavier, imiet oen Rom'einschen naam, die zoo vaardig w,a,s miet de hand boog, dat hij, twee pijlen achterelkaar afschietende, m'et den laatste den kers|t,e doorboorde. Dit Meesterstukje vertoonde hij aan kei zer Hadrianus, tijdens diens be.ztoeb aan on<« land, te Voorburg. Aan dezen hoogon toeschouwer dankt Soranus het wel, dat hij in 'de geschiedenis voortleeft en nog door Menige boqgsohut- tersveree.niging tot patroon wordltl -verko ren. lljl -J Vraag: Wat is .hei onderscheid tus sehen 'n prior en 'a abt «n hoe heet de overste hij de Minderbroeders en bij de Jezuïten? A n! W-Het verschil tusslchen een prior en abt bfestaat voo.rn.1 hierin, dat 'da laatste e.en aparte wijding ontvangt icn gewoon lijk levenslang aan het hoofd Vare .een abdij blijft staan. Een p'rior is een overste die, ssorals hij de Dominicanen, gewoonlijk voor een aantal jaren wordt gekozen. Bij de Minderbroeders heet da overste gardiaan, bij do. Jezuïten rector. R. B. te IC;. Hat! door u be.do.elda boekje is or inderdaad glad naast! Da Katholieke linrarehio.in Engeland telt "5 aairtshisdoimr men, n.l. Bimingh'alml (met de bisdom'- m-en Clifton. Plymlouth', Kihrewbury) Cardiff (miet het bisdolml Meneria.) i Tjiverpool (miet do bisdolmlmlen Hexlian, Lancaster, Leeds, Middlesboroughi' en f?al- ford Westminster '(m'et da bisdolmlmon Brent wood, Northamlplon Nottinglintol, Poills- mrmthSoutlnvark. Do aartsbisstehlopl van IWiest'manster. die altijd kardinaal is, is .primaat. Bovendien zijn in Ierland nog '4 Aartshisdolmlm'eni wiet' 24 bisdo'mlm'onen in Schotland! is 1 tiartsr bisseboip (te Glasgow) miet 4 hisdomlm'en. Seiiooiilieidsliuiilileleii van vroiolger en 1111. Men bewehrt Iwiel ©ens, dat do moderne Vrouw verslaafd is aan poed'orhjwhst, or|e|mie en stift, Im'aair uit oude boell(|e«i en kroni.e- Ken, uit ondcralooking(e|n en opgravingen blijkt, dat de zucht om' de natuur ceu handje to (helpön, sinds «njej>sCli|einh'eiugenis heeft bestaan. 1 1 Volgens eén Diuitsch profassar die van het onderwerp leien speciale stujie lree'l't göm'aak't, Verfden ,clc «kenslchen .uit het steenen tijdpieirK zich reeds Weliswaar ge bruikte m'en .het ook thans' nog ganglblaré VCrfraaiingsmiddel dikwijls, iwlaumseï m'en vijanden m'oest afvaren, maar het schijnt dat ook' de vrouwen or toen reeds behagen in schiepen om' gezicht m licOlaanr tc, be werken met alletrlei felle kleuren! Indertijd wist malen gelen raad met een opgegraven voorwerp', ,dat volgen® ber-e- keningen dateelrde uit de 'ijstijd. In aen hol, dat eeuwen geleden tot wbning diende, vónd in'en een stuk'van «en uitgehold har tengewei, gevuld .miet oen onbekende, roepie Substantie. Het overblijfsel vair oen hazen- poot lag .er naast. Klaarblijkelijk' had Men hier te doen met ze|er primitielv'e. scliimink'middelen. Ook jec'n potje 'getaald® Krijt k'wami aan het licht cn al die ontdek1* hingen bevtestigdem diet vcirmüoden, dat zelfs in den oer-tijd aan die, zublit oml zich taboi te maklen, werd toiegegeyen. D'o v'oornamle jEgiypteiianen verfden haar 011 wen'kbraulwlen, oogtedein en nagel®. Ook de Griekion '.Verstonden dei kunstAristo phanes vertelt «en van zijn werken, dat zij, die een donk|e|re huidkleur haddien, zich Wet loodwit insm'eerd'cm en dat bleeks Vrouwen een mriddel, „liefdepo.eder" ge naamd, Ifenden ,om' een kleurtje1 op de wangen te .tooVcrlen. Tijdens het RoMein- sclie lileiztoijk jkon m|en in het Vertrek van coquette s'ehooneii «en héél arsenaal van ingrediënten vinclan ,omI zich zoo: fraail mo- geb'jk' op te m'aken. Zij kenden dei 'gehei men Van het haarvterven cn bezaten re-, cepten o'ml een Vejrwellrte huid Weer frisdh te waken. Al die köstbariei zalfjes-, poeders ■en kiruidfn bewaarden zij in doosjes vaal iv'oor of! Kristallen potten. Bij de opgra-i vingen tc Pomlpei heeft men eenige jaren geleden nog Zul'M een Kristallen vaas, ten deele gleVuld met roodc pasta, opgedolven. De Galliërd namlen do Romleiusohe ze den o,v'or. Zij kregen den groote bebendig-- Hij k'ocrdc zich' ojini, oml van haar weg te gaan. Maar zij legde dei hiand op| 'Zijn ai\m cn hield hom' terug. Angstig keelt zij pm( .z'ieh hoen of ook iqmiand haar tranen bem'erkt had en droog de ze to,en vlug onict den fijnen zakdoek af'. Walter sprak ze, wij 'hebben elkan der toch altijd zoo goed verstaan, waar om' zonden we dat nu niet unieer? Zie, dat wou ik je slechts vragen. Geloof niet, dat ik van p.lan ben, pöjm loven verder door te bron-gen als nu. [W|at zonden mijn lieve oplvoedstor, .do zuster,® daarvan Zeggen en de goede pater, mijn biechtvader, die mij zulke goede raadgevingen op weg mee gegeven heeft? IK wil leeren het huishou den te voeren, daarin kan, je «moeder, mij heerlijk onderwijzen, ging Zo voort, terwijl haar kleur steeds dooq halier word, dan kan ik vader zijn licvelingsspijs koken en heim: in 'do lange winteravonden voorlezen cn voorzingen, want zijn oogen doen hepn zoo'11 pijn en miet mijn kleinen Werner wil ik leeren en spelen, ik' wil ee|n, gopdia dochter worden en een goede zuster. En de aqmien wil ik helpen a.ls mijn lieve moeder heeft gedaan en mooie handwerken Maken tot versiering dei- k'erk'. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5