Tweede Blad Voor het Or. SchaepmanMs. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANr FEUILLETON Jonkvrouw Louisa. KERKNIEUWS Voor onze vrouwen. Voor de Keuken Ontspanningslectuur. gihaeppian. „(Slot.) i T,oen is Sohaegman opgestaan, de geniale rqus! !En hij heeft de schande gevoeld. Niet voor niets nolde hij door de straten van ïubhergen met de zoon van den dominee, cm uit te vechten o£ de Spanjaarden, dan wel de protestanten in Twente de kerken hadden geplunderd. Die ipan, niet 't vurige hart, wat heeft hij 't gevoeld en begrep.en, hoezeer onze van huis-.uit J&pompahe natie haar' schande verdiende. 1 ill.1 Hij bedelen oml 'n gunst? Ze zullen hem geven waar hij recht op. heeft. Laat zélfs vooraanstaande Katholieken zijn can- didaatschap voor de jKamer een vergrijp tegen de grondwet noemen, omdat hij priester was, toch verovert hij zich 'n Kamerzetel, door z'n vurig woord. En in de Kamer zwijgen? bleu en aehterafblijven? Dreunen zal er zijn stem en gloeien van welsprekendheid. Het te kort aan overtuiging bij de anderen zal bij aanvullen. Wanneer hij spreekt in de Kamer is de belangstelling enorm, ondanks z'n zwarte toog. Geniepige zieltjes schelden hemi voor „zwarte kraai". Hij grijpt ze in de horst en geeft uitleg „Wiaar kraaien zijn, zijn krengen In de wetenschap achterblijven.In Leiden houden de geleerden een Taalkun dig Congres. En tot verbazing van z'n eigen Katholieke geloofsgenooten was Schaepman een der meest vooraanstaande figuren, wienst meening meetelde. Katho lieke stuntelaars hebben z'n optreden niet begrepen en hebben gescholden. Er moest een grondwetsherziening ko men. „Geen meewerking veriaenen" zeiden de Katholieken. „Wel doen!" riep Schaep man, „anders doen ze 't toch, maar' dan zonder ons! En dat nooit!" Hij gaf 'n proeve van ,,'n program der Katholieken" in 't licht, .in 1883. Met smaad werd 't ■ontvangen door z'n eigen volk. Wat ver beeldde hij zich wel. Men wilde 't remjplasanten-stelsel af schaffen onder 't ministerie Mackay, en de persoonlijke dienstplicht invoeren. Het Katholieke volk keurt als één man die af schaffing van de plaatsvervanging af, klonk het. Maar Schaepman keurde ze goed „In de ooggen van God heeft de ziel van den arbeider evenveel waarde als die van den meervermogende" beweerde hij. Wat mpesten de Roojnschen nog veel le eren! Maar wat werd de rnian, dia da geboren leider was. slecht begrepen t Ministerie Takvan Poortvliet maak te 'n wet aanbangig waarbij 't kiesrecht zou worden uitgebreid. Schaepman was er voor, z'n pairtijge- nooten ér tegen. £00 fel was de haat tegen hem, dat hem1 van hooger hand 't zwijgen werd opgelegd. De geniale Schaapman heeft zich over veel miskenning en tegenwerking goed moedig heengezet, maar inwendig heeft hij zeer veel geleden. De kieswet kwami onder 't vdlgend ministerie: Zijn „proeve van 'n program" werd in 1896 door de Katholieken aan vaard, maar wat er in de tussehenliggende jaren aan strijd en leed doorn zijn hart is gegaan, is niet in enkele «ogenblikken ge zegd. Maar hij is de man geweest, die Katho* liek Nederland heeft geleerd zich zelf te zijn. Langzaam, aarzelend is men hem gevolgd. En nu? Nu hebben we éigen scholen met rijkssubsidie. Nu bouwen we 'n heer lijke Sint Bavo naast de oude, die ons werd afgenomen. Alle ambten staan voor open en de de Partij in den Staat, is de Katholieke Staatspartij mat S800.000 kie zers. i 1 r fr i t in if/ Dat danken we aan Schaepmian Roonusche Zeeuwen! Haal eens diep, adem en zjng mee 't lied van Schaepiman „Aan H o Koning der Eeuwen, aan U zij de zegekroon Krijg eens honger en doirst naar recht vaardigheid! en doe nuee aan de vrijmaking van Neêrlands Katholieken! Deel mee, mild en vrijgevig van uw hebben en houden, aan 't iScliaepmian- fonds, de sehoone hulde aan den grooten 19) -Q- In zijn hart echter Was een machtiger gevoeljd an dat van kindervriendschapi, ontwaakt. ,Van stonde of aan vermengde zich het vroolijke beeld der eenigste spiael- gèzelling met al z'n toekopMdroomen. .Was hem' pok het leven pret zijn nie.uwe, niet zelf gekoiz'en plichten zwaar .gevallen, nu rees de wereld voor heiml op als 'een land schap, waar eeuwige lente heerscht. Hot geduld van den verliefde werd echteij op een zware proef gesteld. Nadat ide opvoeding der jonkvrouwe in het klooster geëindigd werd verklaard, stelden zich aan de terugkeer .naar huis hindernissen in den weg. De arts aChtte voor den jongen erfgenaam' pen lang "ver blijf in het Zuiden voor noodzakelijk, en daar baron von Guldenpforten niet ge neigd waq, zich van z'ijn kinderen te schei den, vertrok hij voor een jaar naa,r Men» tone. De gezichtskring van het kostschool meisje werd hierdoor, heel wat vergroot en de brieven, welke zij aan de verre vrienden schreef, getuigden van den oip- ■gewekten geest, waarmede zij de wereld en het leven beschouwde, maar toch nog spiegelde zich daarin de onbevangen reine kinderziel af. j. G iri l l Bevrijder. Hulde! mieetr dau hulde, eer herstel En meer "dan hulde en eerherstel, nood zaak! /Voor onze Katholieke Staatspartij door Schaepman groot gqmaakt! Door hem, die ons van getrapte ezels tot erkende bur gers heeft gemaakt C. iWi. DOGGE- Op den lstc0 Zendag na Pinksteren. Epistel 1 v. d. II. Joannes. IV» 21. Allerlief sten! God is liefde. De liefde Kan God tot ons heeft zieh hierin ver- Itoond, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon in de wereld heeft gezonden, opidat wij door Hem zouden leven. Hierin bestaat de liefde niet, dat wij God bemiind hebben, maar dat Hij ons .eerst bemind en Zijnen Zoon ter verzoening voorn onze zonden gezonden heeft. Allerlief stenindien God ons dus heeft bemind, zoo moeten wij el kander ook beminnen. Niemand heeft God ooit gezien. Indien wij elkander bemin nen, blijft God in ons, en zijne liefde is in ons volmaakt. Hieruit weten wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, dat Hij ons van Zijnen Geest heelt medegedeeld. Wij hebben gezien en getuigen, dat de Va der Zijnen Zoon heeft gezonden, als den Zaligmaker der wereld. Al, die belijdt dat J ezus de Zoon Gods is, in hemi'blijft God, en hij in God. Wij hebben ook e"r- kencl en geloofd de liefde van God tot ons. God is liefde, en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem'. Hierin bestaat de volmaaktheid der liefde van God tot ons, dat wij vertrouwen hebben iu den dag das oordeels; want gelijk Hij is, dus zijn wij in deze wereld. In do wereld is geene vrees; maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want da vrees heeft straf op het oog. En die vreest, is niet volmaakt in de liefde. Laat ons God derhalve beminnen, omdat Hij ons eerst heeft bemind. Indien iemand zegt, dat hij God bemint, en zijnen broeder haat, die. is een leugenaar; indien hij zijnen broeder, welken hij ziet, niet bemint, hoe kan hij God beminnen, welken hij niet ziet? Ook hebben wij dit gebod van God. dal: die Godbemint, zijnen broeder o.ok moet beminnen. Evangelie, Lucas. VI. 36 12. In dien tijde zeide Jezus tot Zijne Leer lingen: weast barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; veroordeelt niet. eu gij zult niet veroordeeld worden. Ver geeft, en u zal vergeven worden. Geeft, en u zal gegeven wordenmen Zal eene goede, en opgehoopt® en geschudde en pverloio- pende maat in uwen schoot storten. Want met die maat, daar gij mede meten zult, zal men u .wederolml meten. Hij Zeide hun dan eene gelijkeniskan wel de ©ene blinde den andere leiden? vallen zij niet heiden iu eenen kuil? De leerling is niet boven zij nen meester, maar een ieder: Js volmaakt, als hij is gelijk zijn meester. Maar wat ziet gij den splinter in het oog, uws "broe ders, en bemerkt den balk niet, die jn uw eigen oog is? of hoe kunt gij tot uwen broeder zeggen: .brpeder, laat ..mij den splinter uit uw oog nemien, daar gij den balk in uw eigen oog niet ziet? Schijnhei lige! ligt eerst den balk tut uw eigen oog; en dan mioogt gij zien, oan! den splinter uit het oog van uwen broeder te lichten. Onze zijde,en Ppi-jzië- Perzië.wat iweten 'wie eigenlijk" van Perzië. Weinig. Daarom' heb'blen wie| on langs in dit blad van de missie fn Perzië daarovjqr iets jnedegpdecldDaarom; interes seert het him wei te vernemen, dat 'de zijde-industrie, waaraan ,de damles!m|od|e| zoo veel verschuldigd is, reeds in Perzië het eerst heeft tg|e|bloeid. j Perzië werd lyaabf beschouwd (als em vau de landen, (waarin de zijdeteelt het eerste bekend was, ten dikwijls |w|qrd dei meening vëfkbndigd, dat het kw.qe|ken van dq zijde rupsen 'i n (Pieirzië in den zelfdcln tijd bekend was als tin China. I Tot de 8ste eeuw was ddz'O industrie in Perzië van (weinig belang. Onder ,de|n in vloed van de Arabieren is zij zich toietn eëhter gaan ontwikkelen. Tpigen h«t elm do van de 13de aquiw kochten de kooplie den uit .Genua hun zijde in Ghilan. I In de.Iöde en 16etee;uw wei-demi tal .van ondernemingen opgericht aan dei kust van do Kaspische iZee en aan de Perzische Deze brieven waren vocw den verliefde do grootste kostbaarheden, en na zou hij haar zién, van aangezicht tot aangezicht* In 't gras aan zijne voeten, bloeiden vela witte anneimonen. Hij plukte ze tok een ruiker hijeen; het waren haar lievelings bloemen. De feeststoet had middelerwijl zijn doel bereikt. Het koor van zangers, was jn den slottuin gekomen en vormde1 een halvcn kring voor de groote stoep, welke spoedig door toehoorders gevuld was. ^LehteJ' de muzikanten cn zangers hadden de fakkel dragers zich .opgesteld, en hun brandende toortsen lichten nu hel door de avondsche mering. De jongens en meisjes zongen mpt schelle stommen het cjp. de melodie van 't volkslied in elkaar gezette gedicht van hun meester. De zangers waren reeds tot hij de laat ste strophe gekomen, toen Walter, die reeds lang van het paard was afgestegen en langzaam, stappend nader kwam', z'ijn ros aan een daar bezig zijnde bediende overgaf en op, de .groep der fakkeldragers toe trad. Hij zocht zicih in de schaduw van een grooten vlierhoom; te verbergen en keek naar de stoep, om; haar te zoeken, voor wie zijn hart zloo onstuimig klopte. En zie, daar stond zij tussehen haar vader en haar broeder, in een roze-kleurigio ja pon. een beeld van jeugdige bekoorlijk heid. Zij hield het hoofdje licfct voorwaarts Golf', did .artikelen uit Europa inwissel den tegen .zijden stoffen, die in Perzië wer den Vervaardigd. Door toedoen van delzen handel ontwikkelde ,de zijdeteelt zich snel en bereikte in 1669 haar hoogtepunt neet een productie van 2 taillioon E.G. waar van Ghilan,bijna de helft leverde!. Iu het midden van de 18de eiqupz iliep de productie, ,door nog steeds onveiklaarr bafei oorzaken, plotseling zoor,achteruit, dat in 1750 niet veel meei rdan 200.000 E.G. zijde werden Vervaardigd. 1 1 Deze achteruitgang .was eohfcqr van be trekkelijk korten duur en in 1850 bedroeg de productie .alweer ongeiveer 1 millioen K.G. waarvan unieer dan de helft naar Europa weird jvtarvoerd. De .tojejstand van de zijde-industrie was, jzooals uit bovenstaan de cijfers .blijkt, voorspoedig; toen werd zij echter geteisterd door een verschrikke lijke plaag, die op zijde-gebied gesproken, ook'geheel Europa Verwoestte.. Omstreeks 1850 begon n.l. de pel'irine-plaag 'haar werk' jn Perzië te Verrichten. Dq productie daalde tot bijna niets, terwijl zij" in 1885 weer was gestegen tot e»n kleine 40.000 K.G. Het dalen Van den zijde-prijs op do ver schillende Europeesehei markten doed den omvang van de ramp nog meer uitkomen. Hét teelen van de zijderupsen had nu geen voordeel moer voor do kweekers. In ver scheidene streken, .vooral in Korassan en Kachan, werd ,een eind gemaakt aan het houden van m°pr';'piaanplantiugenopium kivam nu do plaats! van zijde innemën. Door Pasteur's iipthode echter, werd men in staat gesteld'het kwaad uit' tei roei en; hierdoor .werd de 'zijdétqelt wpd«r aangemoedigd in een groot aantal zijde,- produceer en de landen. .Deze reactie gèldt niet Voor (Pierzië; de zijdconderneimin.gen waren 'hier door het kwaad zoo verwoest, dat in 1867 een beroep mooist worden ge daan op de Japanscbe z'ijdeteele.rs. De nieuwe voorspoed van dei teelt duur de slechts 'kört, want de oorlog kwam tus- schenbeide en daardoor wierd aan den ban- del in zijde en cocons 'een einde gemaakt. Door den inval iu de Kaspische provin ciën werden de zijde-ond'e|rnqmiiig«u, voor» al in Gishan, geplunderd door de bolsje wieken. De 'bac!'«u, die nu, niet langer co cons konden iW'erkoopcn, haalden dei rnber- b'eiBooraen uit den grond, en plantten daar-" voor in de plaats rijst aan. Ze namien tot rijst hun toevlucht, omdat dit product zoo noodig was voor het onderhond van het leger en omdat het Verkocht kon wor den tegen ee.n loonenden prijs. Na den oor log werd het afzetten van jrijst mioieiilijker en werd wpeT 'eiei1 begin gömiaakt m'et het teelen van -zijdo-woiimien. Zoo, werden in 1924 in Ghilan weer 40.000 doozen m'et cocons geteeld; in 1926 was dit bedrag ^eods gestegen tot 100.000 dooz'en. Héllandsclio soep. ll/i <L. .water; 4'ons kalfspoulet; 30 Gr. boter; 15 Gr. bloem; 2 eierdooiers; D/2 dL. roo-m; doperwten, worteltjes, kcSb- kOmmers, prinsesseboonen1/2 theelep el ge hakte dragon ,of peterselie, 1/2 theelepel suiker, zout 'Bereiding: Trek .bouillon van het kalfs poulet faet jhet water ©n het zout. Roer de boter en ,de bloem in een pannetje op hei vuur, voeg den bouillon langzaam toe, laat deze massa 10 minuten koken. Klop de eierdooiers met ,den roomï in een soepter rine, voeg daarbij steeds roerende don bouillon en ook1" de gr.oenten, dia apart gaar gekookt imooten worden. ZIJN WRAAK. ...(Slot.) Dat er onder de bandieten zich een© be vond, die de regels vertalen kon, zoowel als 't bezit van zijn broeders adres, deed im'r. Smithson verstqmd staan. Vertel de bandieten, dat ik niets an ders doen kan, sprak hij tot mij. Ze hebben mij hun toestand blootgelegd, thans wil ik even openhartig verklaren in welke si tuatie ik m'ij bevind. Ik hen regeerings- ambtenaar. Mijn inkomen bedraagt vijfdui zend franc's per jaar. Voor drie miagnden zijn wij -getrouwd en bevinden ons thans op onze huwelijksreis. Buiten den inhoiud vau mijn beurs die ik reeds afgegeven heb, mijn bagage in Corto en twee retourkaar- ten naar Londen, bezitten wij niets tal wereld. Ik vefhaalde den Italiaan deze woorden: Hij grinnikte verachtelijk. gebogen en luisterde met vriendelijke lach naar de gebrekkige rijnren. Toen de zang geëindigd was, fluisterde de vrijheer haar toe, terwijl liiji met de hand over zijn snor streek: „Zoo aller jonkvrouwen goud, ga naar ben-eden, om ze te bedanken, nee,m den z'oon, uit verre zonen mee. Zeg dat die beste mannen bij mij komen en zoi'g voor oen goeden dronk. Don kinderen -mag je een feest voor a.s. Zondag beloven." Louisa deed, zaoals haai- gez'egd werd. Zij gaf een bediende bevel, voor verfris- schingen te zorgen en sprong .toen,, m'et haar broertje aan de hand ,de trappen af. Spoedig hoorde nu iW,alter de lieve stem-, hoe zij vriendelijk dankte en dq mannen uitnoodigde, naar haar va,der te gaan. Toen wendde zij zich tot de kinderen. Zij prees hun gezang en sprak liefelijke en schert sende woorden. Zij was daarbij den ver borgen toesehrouwer; zeer nabij geko'men. Walters hart sloeg m'et snellen gang, maai bij wilde jn'eester over zich zelf zijn, vóór hij haar nader kwalm!. Zie, da,ar kwam! be halve haar tante en fraulein von Kanten, die ook aan do uitnoodiging, van den vrij heer hadden gevolg gegeven, ©en geheel onverwachte verschijning de trappen af. Het was de prins. Hij vertoonde zich nu in zijn landsdradht; de donkerroode-, rijk 'm'et zilver opgesmukte rok stak voordee- lig tegen het wit geplooide overhemd, af ©n Laat h®mi gjn broer schrijven, zooals wij hénn aangeraden hebben. D,an, zgl het geld wel spoedig komen, Neen, het geld zal niet ko'mien, her haalde Slm'ithson. Mijn broer heeft niet meer vermogen dan ik. .Wanneer, ik ,'hem vraag, mij vijftigduizend francs te zëndeu, dan lac'ht hij mij uit. Wij hebben bewijzen iu handen, die aantoonen, dat de jSignor schertst. Welke dan? Als het geld niet kolmt, dan zullen we de aanvrage herhalen, en tot teeken, dat het ons ernst is, Signor's ooi', insluiten. Toen mievrouw Smithsion dit hoorde, kon zij een gil van ontzetting niet onderdruk ken. E11 de Italiaan zette een te ernstig gezicht, dan dat hij zijn woord niet ge stand zou doen. Mr. Smithson sdhree fden brief, zooals de Italiaan wenschte. J,k merkte echter, dat hij het enkel deed om' tijd te winnen pn dat hij geen hoopi koesterde, de som1 ooit te ontvangen. Het werd 'mij duidelijk, dat hij werkelijk de waarheid lxad gezegd en hij, noch zijn broeder, rijker waren dan hij aangegeven had. Toen de Italianen dezen brief e©n!mia,al in handen hadden, deden zij alle moeite, 0WO gevangenschap zoo aangenaaml mlogelijk te maken. Levensmiddelen stonden ons in overvloede ten dienste, evenzoo- droog stroo, waarop, we pns konden neerleggen. Ik wil hierover echter niet uitwijden, even min als over de vele waaghalzerij, die wij tot onze bevrijding beproefden. Daarimee zo,u een boek te vullen zijn. intusschen waren eenige dagen verloo- pen. Op zekeren avond de storml huilde in 't woud riep Pietnoi of Pcro, zooals hij genoemd werd hij was blijkbaar het hoofd van de bende m» bij zich. Hij toonde me '11 brief-en zeide: Wij hebben antwoord gekregen van den broeder des Signers. Hij vat de vordering van vijftig duizend francs als sehertq op. Geen won der, zulke zaken vallen niet dagelijks voor. We moeten hem, zeggen, dat het bittere werkelijkheid is. De Signor moet nieuwen brief schrijven en daarin, alles, zonder opgave van namien vertellen. Met dezen brief zullen we den broeder een klein pakket sturen. Bij deze woorden greep hij beteekenisvol naar zjjn oor. yer- tel dit den Eiigelschman. Wanneer hij zijn vrouw den aanblik 'der operatie be sparen wil, dan moet hij onder eenj of an der voorwendsel buiten den molen bo men. Geef heim! dit alles te verstaan. Dat was een treurige opdracht voor mij. ik had 'tjonge paar in deze weinige dagen lief gekregen. E11 todh' Ron, ik' mie aan dezen plicht niet onttrekken. Toen mevrouw Smithson zich tegen den avond te slapen gelegd had en ik met den jongen Engelschman voor den implen een sigaar rookte, vertelde ik hemi, wat P©ro mij gezegd had. - Goed, dan mioet mijn por er aan ge looven,s prak' hij mot een zucht, ofschoon we daardoor geen stap, verder komicn. Net zoo goed hadden de bandieten mijn hrfted'er de uitlevering van de Theemis kunnen vra gen. Maar in ieder geval, we winnen weet een week tijd uit. Wellicht gelukt 'tons nog te ontsnappen. Natuurlijk' miag mijn vrouw er niets van zien, arlmle Mary. .Hij zweeg. Zijn sigaar viel op, den grond en ofschoon ik het niet zag ik wist dat hij weende, ik troostte hömi, zooveel ik vermocht en verzekerde hcan, ons le ven zou in elk geval gespaard blijven. Al waren de bandieten tot de laagste daden in staat, voor een moord schrikken ze took terug. (Wij willen het beste hopen, fluisterde hij. Voor 't leven verminkt. En in het be wustzijn onschuldig te lijden. Een zoo danige duivelsche wraakneming zou men zelfs zijn grootsten vijand niet toeschrijiven Ja, wanneer een vijand dit plan had uitge dacht. Is dat misschien ook het geval? viel ik hem in de rede. Heeft u niet een vijand, die dit werk kan aangestookt hebben? die de mlaro van uw en uws broeders rijkdommen heeft uitgestrooid en de Italianen opgestookt Omi Godswil, daaraan heb ik niet ge dacht, onderbrak hij m'ij. Zou het Soo- petta, zijn? Scopetta? De naam, klinkt Italiaans "V ertel u alles zonder terughouding. 't Is 'n rijk Italiaansch beursmian, die zijn woonstede naar Engeland heeft ver plaatst. Ook hij had een oogje geworpen op het meisje dat nu mijn vrouw is. Doch zij mocht hem niet izien. Toen zij mijn aan zoek aannam, zwoer hij, dat zij ha,ar keuze spoedig zou betreuren. liet do eigenaardige schoonheid van do zonen der Heienen hijz'onder uitkomm. .Walter herinnerde zioh plotseling dat Louisa van 'haar gamenrijn met de Eande- ros in Italië verteld 'had. Hij zag nu, hoe de oogen der geliefde vroplijk tot den vreelmüe oplblikten, hij hoorde hoe rij vrien delijk tot helm) sprak. Een ongekend wee sneed door zijn hart. Wie is die sprookjesman? 'hoorde hij een der toeschouwers op bewondorpndien toon vragen. Ei, weet je dat niet? gaf oen bedien de van het slot ten antwoord. Dak Is <le beroemde Grieksche prins, ter wiens wille de gravin verlangd heeft, dat wij het slot bijna op den kop zouden zetten. Wjj heb ben bevel gekregen, alle tafelgerei uit die kasten te halen, wat slechts bij de grootte feestelijkheden gebruikt wordt. Zij wil den aanstaanden schoonzoon z;apd in de oogqn strooien, maar of dat 'hagp zal lukken? Hij ■moet zoo rijk z'ijn als de keizer van China. Hij is de bezitter van al de groote kqpeir- mijnen cn sm'eltavens aan den overkant van de rivier. Schoonzoon? was do - verwonderde vraag van een der dorpelingen. Is do ge nadige jonkvrouw dan reeds de bruid De heer van den Zwaluwenberg drong het kokende bloed naar de slapen. Zijn lippen openden zich, maar 'Ze klemden! zich weer bevend satajen. Hij slingerde m©t Wiaar heeft u hem 't laatst gezien? In Ajaccio, voor ongeveer een week Hij volgde, ons overal als een schaduw, Een moment, riep ik uit, geheel ver vuld van de gedachten, die op dit oogen- blik mijn brein doorkruisten. Heeft die Scopatta een stevige, breedgeschouderde gestalte, een gebogen neus, flinke snor en naar Parijsche mode geknipten puntbaard. Ja, dat is hij, antwoordde Smithson en nij voerde nog meer details aan. Dan heb ik Scopetta gezien op den morgen, dat we Bocognano verlieten. Hij heeft van mij de roiute vernomen, die we zouden volgen. Ik durf er mijn hand voou in 'tvuur te leggen, dat hij de aanstichter is. Het zo,u zeer goed mpgelijk zijn. Daar hij zelf uit Pisa geboortig is, moet hij de gewoonten dezer lieden uitstekend kennen, klaar dat verandert niets aan den toestand waarin wij ons bevinden, voegde bij er hopeloos bij. Dat wil ik nog niet bevestigen, tracht te ik hemi opi te beuren. U zegt, hij is rijk? Een der rijkste vreemdelingen van Londen. 1 1 |j- i J Wij zaten nog lang be z'a'mien, terwijl Mr. >Sm'ithSion mie allerlei van zijn wraakiZuch- tigen vijand mededeelde. iToien volslagpn duisternis over de .aarde gedaald was, trad ik naar buiten en overwoog, hoe ik het best de wraak plannen van den Ifa,- iiaan verijdelen kon. Bij zevenen den volgenden morgen, klop te Eero mij op den eqhoudm'j ppij mij te wekken. Bereid 'den Signor voor, spirak hij. Ik tikte tegen de planken, die het ge deelte afsloten, waar Smithson en zijn vrouw gevangen gehouden werden. De tijd is gekomen, fluisterde ik hem' zacht in het oor, toen hij verschjieen. Wij gingen naar buiten. De Italianen 3tonden bijeen. Pero aan de spits. Smitb- son zag bleek, ofschoon hij geen vrees deed blijken. In zijn hand hield hiji het over tuigingsstuk, wat voor do waarheid vau den inhoud zou gezonden w,orden. Terwijl ik mijn blik over de groep, liet wijden, viel het mij op, dat hun aantal met een vermeerderd was. Het was do man, dien ik in Bocognano had aangetrof fen: Scopetta, die gekomen was, om met leedvermaak den ondergang van zijn vriend aan te zien. Is deSgnor bereid? vroeg Pero. Smithson gaf den brief' over en knikte. Daarop kwami een tweede Italiaan voor. Ik bemerkte, hoe een duivelsche .uitdruk king van vreugde over Soopetta's aange zicht gleed. Toen kon ik mij niet lager be- keersohen. Pero, riep ik luide. Stuur een wach ter naar de brug. In uw midden is een verrader. Pero gaf in zichtbare opgewondenheid een der naastbijzijnden een bevel. Dadelijk ijlde deze naar de plank, die de.vroeger© brug verving en wachtte daar de komendo dingen af, de bijl tot den slag gereed. Spreek, mijnheer Smithson, wendde ik mij tot dezen. Wie is deze man? Ik wees met de hand op Scopetta. Giacomu Scopetta., antwoordde de Engelschman. Toen vertelde ik de opmerkzaam luiste rende Italianen, toet al de 'hartstochtelijk heid van mijn temperament, de gansc'he geschiedenis. Hoe zij door Scopetta met de vermeende rijkdommen van hun slachtoffer bedmgen waren, terwijl de Italiaan hen slechts tot werktuig zijner wraak wilde benutten. Als hij u voor zijn doel gebruikt heeft, sprak ik verder, dan zal hij u waar lijk niet uit de kleur redden, waarin gij ge kropen zijt. En wie zal de verantwoording 'moeten dragen van uwe daad? 't Is nu reeds te laat; als eenige uitweg blijft u de vlucht naar Am'erika. Daarvoor is op- de eerste plaats geld noodig. En daar kunt ge Scopetta vooa- laten zorgen, als ge een voudig ide rollen oimkaerd en heoni op Mr, Smithson's plaats zet. Bejjroef het. Hoog stens verliest ge een week tijd; tot scha deloosstelling kunt ge Scopetta's losgeld verdubbelen. iVTaag hem honderdduizend franC. Het resultaat van mijn rede was dat er dadelijk beraadslaging werd gehouden. Mijn voorstel werd aangenomen. ■Smithson wist het adres van Soopet ta's bankier ên binnen een week was h©t geld in hun bezit. Zeg den Engelschman. dat hij vrij is, wendde Pero zich "tot mij. E11 welke schadeloosstelling zult ge het jonge paar aanbieden voor den las£ en heftige beweging zijn anemonen-ruiker in 'het- plpntsoen en keerde zich oml. om' weg te gaan. Maar juist nu belichtte een pek- fakkel zijn gestalte, een kindersteml riep juibelend zijn naami en in het volgende oogenblik gevoelde hij ziek door de armen van den kleinen neef omislotem. Walter, (Walter^ juichte da ipngen, Louisa komi, hier is Walter! Terstond daarop ijlde ook zijn z'usteir op dezen toe, om' den vriend te begroeten. Zij voelde in de vreugde haars harten niet hoe de handen boefden, die de hare om- j sloten, zij zag ook niet door de donkerte van den avond hoe bleek de lippen waren, die haar welkbmi heetten. Ben je eindelijk hier? vroeg ze, den heelen dag reeds wachten we op je. Tic wist niets van uwe aankomst, ik hoorde daarvan ceirst, toen ik de feest stoet ontmoette, was het antwoord. Wonderlijk', riep; Louisa, de brief van tante, flie 11 onze aankomst m'eldde, is toch' reeds gisteren in de vroegte we.g gje- gaan. Maar laten we naar vader gaan, ging ze verder, terwijl ize haar neef den arm gaf. Ach, Walter, wat heerlijk is het, weel- thuis te zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5