Tweede Blad
Voor het Or. SchaepmanMs.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANr
FEUILLETON
Jonkvrouw Louisa.
KERKNIEUWS
Voor onze vrouwen.
Voor de Keuken
Ontspanningslectuur.
gihaeppian.
„(Slot.) i
T,oen is Sohaegman opgestaan, de geniale
rqus! !En hij heeft de schande gevoeld. Niet
voor niets nolde hij door de straten van
ïubhergen met de zoon van den dominee,
cm uit te vechten o£ de Spanjaarden, dan
wel de protestanten in Twente de kerken
hadden geplunderd.
Die ipan, niet 't vurige hart, wat heeft
hij 't gevoeld en begrep.en, hoezeer onze
van huis-.uit J&pompahe natie haar' schande
verdiende. 1 ill.1
Hij bedelen oml 'n gunst? Ze zullen
hem geven waar hij recht op. heeft. Laat
zélfs vooraanstaande Katholieken zijn can-
didaatschap voor de jKamer een vergrijp
tegen de grondwet noemen, omdat hij
priester was, toch verovert hij zich 'n
Kamerzetel, door z'n vurig woord.
En in de Kamer zwijgen? bleu en
aehterafblijven? Dreunen zal er zijn stem
en gloeien van welsprekendheid. Het te
kort aan overtuiging bij de anderen zal
bij aanvullen. Wanneer hij spreekt in de
Kamer is de belangstelling enorm, ondanks
z'n zwarte toog.
Geniepige zieltjes schelden hemi voor
„zwarte kraai". Hij grijpt ze in de horst
en geeft uitleg „Wiaar kraaien zijn, zijn
krengen
In de wetenschap achterblijven.In
Leiden houden de geleerden een Taalkun
dig Congres. En tot verbazing van z'n
eigen Katholieke geloofsgenooten was
Schaepman een der meest vooraanstaande
figuren, wienst meening meetelde. Katho
lieke stuntelaars hebben z'n optreden niet
begrepen en hebben gescholden.
Er moest een grondwetsherziening ko
men. „Geen meewerking veriaenen" zeiden
de Katholieken. „Wel doen!" riep Schaep
man, „anders doen ze 't toch, maar' dan
zonder ons! En dat nooit!" Hij gaf 'n
proeve van ,,'n program der Katholieken"
in 't licht, .in 1883. Met smaad werd 't
■ontvangen door z'n eigen volk. Wat ver
beeldde hij zich wel.
Men wilde 't remjplasanten-stelsel af
schaffen onder 't ministerie Mackay, en
de persoonlijke dienstplicht invoeren. Het
Katholieke volk keurt als één man die af
schaffing van de plaatsvervanging af,
klonk het.
Maar Schaepman keurde ze goed „In
de ooggen van God heeft de ziel van den
arbeider evenveel waarde als die van den
meervermogende" beweerde hij.
Wat mpesten de Roojnschen nog veel
le eren!
Maar wat werd de rnian, dia da geboren
leider was. slecht begrepen
t Ministerie Takvan Poortvliet maak
te 'n wet aanbangig waarbij 't kiesrecht
zou worden uitgebreid.
Schaepman was er voor, z'n pairtijge-
nooten ér tegen. £00 fel was de haat
tegen hem, dat hem1 van hooger hand 't
zwijgen werd opgelegd.
De geniale Schaapman heeft zich over
veel miskenning en tegenwerking goed
moedig heengezet, maar inwendig heeft hij
zeer veel geleden.
De kieswet kwami onder 't vdlgend
ministerie: Zijn „proeve van 'n program"
werd in 1896 door de Katholieken aan
vaard, maar wat er in de tussehenliggende
jaren aan strijd en leed doorn zijn hart is
gegaan, is niet in enkele «ogenblikken ge
zegd.
Maar hij is de man geweest, die Katho*
liek Nederland heeft geleerd zich zelf te
zijn. Langzaam, aarzelend is men hem
gevolgd.
En nu? Nu hebben we éigen scholen
met rijkssubsidie. Nu bouwen we 'n heer
lijke Sint Bavo naast de oude, die ons
werd afgenomen. Alle ambten staan voor
open en de de Partij in den Staat, is de
Katholieke Staatspartij mat S800.000 kie
zers. i 1 r fr i t in if/
Dat danken we aan Schaepmian
Roonusche Zeeuwen! Haal eens diep,
adem en zjng mee 't lied van Schaepiman
„Aan H o Koning der Eeuwen, aan U
zij de zegekroon
Krijg eens honger en doirst naar recht
vaardigheid! en doe nuee aan de vrijmaking
van Neêrlands Katholieken!
Deel mee, mild en vrijgevig van uw
hebben en houden, aan 't iScliaepmian-
fonds, de sehoone hulde aan den grooten
19) -Q-
In zijn hart echter Was een machtiger
gevoeljd an dat van kindervriendschapi,
ontwaakt. ,Van stonde of aan vermengde
zich het vroolijke beeld der eenigste spiael-
gèzelling met al z'n toekopMdroomen. .Was
hem' pok het leven pret zijn nie.uwe, niet
zelf gekoiz'en plichten zwaar .gevallen, nu
rees de wereld voor heiml op als 'een land
schap, waar eeuwige lente heerscht. Hot
geduld van den verliefde werd echteij op
een zware proef gesteld.
Nadat ide opvoeding der jonkvrouwe in
het klooster geëindigd werd verklaard,
stelden zich aan de terugkeer .naar huis
hindernissen in den weg. De arts aChtte
voor den jongen erfgenaam' pen lang "ver
blijf in het Zuiden voor noodzakelijk, en
daar baron von Guldenpforten niet ge
neigd waq, zich van z'ijn kinderen te schei
den, vertrok hij voor een jaar naa,r Men»
tone. De gezichtskring van het kostschool
meisje werd hierdoor, heel wat vergroot
en de brieven, welke zij aan de verre
vrienden schreef, getuigden van den oip-
■gewekten geest, waarmede zij de wereld
en het leven beschouwde, maar toch nog
spiegelde zich daarin de onbevangen reine
kinderziel af. j. G iri l l
Bevrijder. Hulde! mieetr dau hulde, eer
herstel
En meer "dan hulde en eerherstel, nood
zaak! /Voor onze Katholieke Staatspartij
door Schaepman groot gqmaakt! Door hem,
die ons van getrapte ezels tot erkende bur
gers heeft gemaakt
C. iWi. DOGGE-
Op den lstc0 Zendag na Pinksteren.
Epistel 1 v. d. II. Joannes. IV» 21.
Allerlief sten! God is liefde. De liefde
Kan God tot ons heeft zieh hierin ver-
Itoond, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon
in de wereld heeft gezonden, opidat wij
door Hem zouden leven. Hierin bestaat de
liefde niet, dat wij God bemiind hebben,
maar dat Hij ons .eerst bemind en Zijnen
Zoon ter verzoening voorn onze zonden
gezonden heeft. Allerlief stenindien God
ons dus heeft bemind, zoo moeten wij el
kander ook beminnen. Niemand heeft God
ooit gezien. Indien wij elkander bemin
nen, blijft God in ons, en zijne liefde is
in ons volmaakt. Hieruit weten wij, dat
wij in Hem blijven, en Hij in ons, dat Hij
ons van Zijnen Geest heelt medegedeeld.
Wij hebben gezien en getuigen, dat de Va
der Zijnen Zoon heeft gezonden, als den
Zaligmaker der wereld. Al, die belijdt
dat J ezus de Zoon Gods is, in hemi'blijft
God, en hij in God. Wij hebben ook e"r-
kencl en geloofd de liefde van God tot
ons. God is liefde, en die in de liefde
blijft, blijft in God, en God in hem'. Hierin
bestaat de volmaaktheid der liefde van
God tot ons, dat wij vertrouwen hebben iu
den dag das oordeels; want gelijk Hij is,
dus zijn wij in deze wereld. In do wereld
is geene vrees; maar de volmaakte liefde
drijft de vrees uit; want da vrees heeft
straf op het oog. En die vreest, is niet
volmaakt in de liefde. Laat ons God
derhalve beminnen, omdat Hij ons eerst
heeft bemind. Indien iemand zegt, dat
hij God bemint, en zijnen broeder haat,
die. is een leugenaar; indien hij zijnen
broeder, welken hij ziet, niet bemint, hoe
kan hij God beminnen, welken hij niet
ziet? Ook hebben wij dit gebod van God.
dal: die Godbemint, zijnen broeder o.ok
moet beminnen.
Evangelie, Lucas. VI. 36 12.
In dien tijde zeide Jezus tot Zijne Leer
lingen: weast barmhartig, gelijk uw Vader
barmhartig is. Oordeelt niet, en gij zult
niet geoordeeld worden; veroordeelt niet.
eu gij zult niet veroordeeld worden. Ver
geeft, en u zal vergeven worden. Geeft, en
u zal gegeven wordenmen Zal eene goede,
en opgehoopt® en geschudde en pverloio-
pende maat in uwen schoot storten. Want
met die maat, daar gij mede meten zult,
zal men u .wederolml meten. Hij Zeide hun
dan eene gelijkeniskan wel de ©ene blinde
den andere leiden? vallen zij niet heiden iu
eenen kuil? De leerling is niet boven zij
nen meester, maar een ieder: Js volmaakt,
als hij is gelijk zijn meester. Maar wat
ziet gij den splinter in het oog, uws "broe
ders, en bemerkt den balk niet, die jn uw
eigen oog is? of hoe kunt gij tot uwen
broeder zeggen: .brpeder, laat ..mij den
splinter uit uw oog nemien, daar gij den
balk in uw eigen oog niet ziet? Schijnhei
lige! ligt eerst den balk tut uw eigen oog;
en dan mioogt gij zien, oan! den splinter
uit het oog van uwen broeder te lichten.
Onze zijde,en Ppi-jzië-
Perzië.wat iweten 'wie eigenlijk" van
Perzië. Weinig. Daarom' heb'blen wie| on
langs in dit blad van de missie fn Perzië
daarovjqr iets jnedegpdecldDaarom; interes
seert het him wei te vernemen, dat 'de
zijde-industrie, waaraan ,de damles!m|od|e| zoo
veel verschuldigd is, reeds in Perzië het
eerst heeft tg|e|bloeid. j
Perzië werd lyaabf beschouwd (als em vau
de landen, (waarin de zijdeteelt het eerste
bekend was, ten dikwijls |w|qrd dei meening
vëfkbndigd, dat het kw.qe|ken van dq zijde
rupsen 'i n (Pieirzië in den zelfdcln tijd bekend
was als tin China. I
Tot de 8ste eeuw was ddz'O industrie in
Perzië van (weinig belang. Onder ,de|n in
vloed van de Arabieren is zij zich toietn
eëhter gaan ontwikkelen. Tpigen h«t elm
do van de 13de aquiw kochten de kooplie
den uit .Genua hun zijde in Ghilan. I
In de.Iöde en 16etee;uw wei-demi tal .van
ondernemingen opgericht aan dei kust van
do Kaspische iZee en aan de Perzische
Deze brieven waren vocw den verliefde
do grootste kostbaarheden, en na zou hij
haar zién, van aangezicht tot aangezicht*
In 't gras aan zijne voeten, bloeiden vela
witte anneimonen. Hij plukte ze tok een
ruiker hijeen; het waren haar lievelings
bloemen.
De feeststoet had middelerwijl zijn doel
bereikt. Het koor van zangers, was jn den
slottuin gekomen en vormde1 een halvcn
kring voor de groote stoep, welke spoedig
door toehoorders gevuld was. ^LehteJ' de
muzikanten cn zangers hadden de fakkel
dragers zich .opgesteld, en hun brandende
toortsen lichten nu hel door de avondsche
mering. De jongens en meisjes zongen mpt
schelle stommen het cjp. de melodie van 't
volkslied in elkaar gezette gedicht van hun
meester.
De zangers waren reeds tot hij de laat
ste strophe gekomen, toen Walter, die
reeds lang van het paard was afgestegen
en langzaam, stappend nader kwam', z'ijn
ros aan een daar bezig zijnde bediende
overgaf en op, de .groep der fakkeldragers
toe trad. Hij zocht zicih in de schaduw van
een grooten vlierhoom; te verbergen en
keek naar de stoep, om; haar te zoeken,
voor wie zijn hart zloo onstuimig klopte.
En zie, daar stond zij tussehen haar vader
en haar broeder, in een roze-kleurigio ja
pon. een beeld van jeugdige bekoorlijk
heid. Zij hield het hoofdje licfct voorwaarts
Golf', did .artikelen uit Europa inwissel
den tegen .zijden stoffen, die in Perzië wer
den Vervaardigd. Door toedoen van delzen
handel ontwikkelde ,de zijdeteelt zich snel
en bereikte in 1669 haar hoogtepunt neet
een productie van 2 taillioon E.G. waar
van Ghilan,bijna de helft leverde!.
Iu het midden van de 18de eiqupz iliep
de productie, ,door nog steeds onveiklaarr
bafei oorzaken, plotseling zoor,achteruit, dat
in 1750 niet veel meei rdan 200.000 E.G.
zijde werden Vervaardigd. 1 1
Deze achteruitgang .was eohfcqr van be
trekkelijk korten duur en in 1850 bedroeg
de productie .alweer ongeiveer 1 millioen
K.G. waarvan unieer dan de helft naar
Europa weird jvtarvoerd. De .tojejstand van de
zijde-industrie was, jzooals uit bovenstaan
de cijfers .blijkt, voorspoedig; toen werd
zij echter geteisterd door een verschrikke
lijke plaag, die op zijde-gebied gesproken,
ook'geheel Europa Verwoestte.. Omstreeks
1850 begon n.l. de pel'irine-plaag 'haar
werk' jn Perzië te Verrichten. Dq productie
daalde tot bijna niets, terwijl zij" in 1885
weer was gestegen tot e»n kleine 40.000
K.G.
Het dalen Van den zijde-prijs op do ver
schillende Europeesehei markten doed den
omvang van de ramp nog meer uitkomen.
Hét teelen van de zijderupsen had nu geen
voordeel moer voor do kweekers. In ver
scheidene streken, .vooral in Korassan en
Kachan, werd ,een eind gemaakt aan het
houden van m°pr';'piaanplantiugenopium
kivam nu do plaats! van zijde innemën.
Door Pasteur's iipthode echter, werd
men in staat gesteld'het kwaad uit' tei roei
en; hierdoor .werd de 'zijdétqelt wpd«r
aangemoedigd in een groot aantal zijde,-
produceer en de landen. .Deze reactie gèldt
niet Voor (Pierzië; de zijdconderneimin.gen
waren 'hier door het kwaad zoo verwoest,
dat in 1867 een beroep mooist worden ge
daan op de Japanscbe z'ijdeteele.rs.
De nieuwe voorspoed van dei teelt duur
de slechts 'kört, want de oorlog kwam tus-
schenbeide en daardoor wierd aan den ban-
del in zijde en cocons 'een einde gemaakt.
Door den inval iu de Kaspische provin
ciën werden de zijde-ond'e|rnqmiiig«u, voor»
al in Gishan, geplunderd door de bolsje
wieken. De 'bac!'«u, die nu, niet langer co
cons konden iW'erkoopcn, haalden dei rnber-
b'eiBooraen uit den grond, en plantten daar-"
voor in de plaats rijst aan. Ze namien tot
rijst hun toevlucht, omdat dit product
zoo noodig was voor het onderhond van
het leger en omdat het Verkocht kon wor
den tegen ee.n loonenden prijs. Na den oor
log werd het afzetten van jrijst mioieiilijker
en werd wpeT 'eiei1 begin gömiaakt m'et het
teelen van -zijdo-woiimien. Zoo, werden in
1924 in Ghilan weer 40.000 doozen m'et
cocons geteeld; in 1926 was dit bedrag
^eods gestegen tot 100.000 dooz'en.
Héllandsclio soep.
ll/i <L. .water; 4'ons kalfspoulet; 30 Gr.
boter; 15 Gr. bloem; 2 eierdooiers; D/2
dL. roo-m; doperwten, worteltjes, kcSb-
kOmmers, prinsesseboonen1/2 theelep el ge
hakte dragon ,of peterselie, 1/2 theelepel
suiker, zout
'Bereiding: Trek .bouillon van het kalfs
poulet faet jhet water ©n het zout. Roer de
boter en ,de bloem in een pannetje op hei
vuur, voeg den bouillon langzaam toe, laat
deze massa 10 minuten koken. Klop de
eierdooiers met ,den roomï in een soepter
rine, voeg daarbij steeds roerende don
bouillon en ook1" de gr.oenten, dia apart
gaar gekookt imooten worden.
ZIJN WRAAK.
...(Slot.)
Dat er onder de bandieten zich een© be
vond, die de regels vertalen kon, zoowel
als 't bezit van zijn broeders adres, deed
im'r. Smithson verstqmd staan.
Vertel de bandieten, dat ik niets an
ders doen kan, sprak hij tot mij. Ze hebben
mij hun toestand blootgelegd, thans wil ik
even openhartig verklaren in welke si
tuatie ik m'ij bevind. Ik hen regeerings-
ambtenaar. Mijn inkomen bedraagt vijfdui
zend franc's per jaar. Voor drie miagnden
zijn wij -getrouwd en bevinden ons thans
op onze huwelijksreis. Buiten den inhoiud
vau mijn beurs die ik reeds afgegeven heb,
mijn bagage in Corto en twee retourkaar-
ten naar Londen, bezitten wij niets tal
wereld.
Ik vefhaalde den Italiaan deze woorden:
Hij grinnikte verachtelijk.
gebogen en luisterde met vriendelijke lach
naar de gebrekkige rijnren.
Toen de zang geëindigd was, fluisterde
de vrijheer haar toe, terwijl liiji met de
hand over zijn snor streek: „Zoo aller
jonkvrouwen goud, ga naar ben-eden, om
ze te bedanken, nee,m den z'oon, uit verre
zonen mee. Zeg dat die beste mannen bij
mij komen en zoi'g voor oen goeden dronk.
Don kinderen -mag je een feest voor a.s.
Zondag beloven."
Louisa deed, zaoals haai- gez'egd werd.
Zij gaf een bediende bevel, voor verfris-
schingen te zorgen en sprong .toen,, m'et
haar broertje aan de hand ,de trappen af.
Spoedig hoorde nu iW,alter de lieve stem-,
hoe zij vriendelijk dankte en dq mannen
uitnoodigde, naar haar va,der te gaan. Toen
wendde zij zich tot de kinderen. Zij prees
hun gezang en sprak liefelijke en schert
sende woorden. Zij was daarbij den ver
borgen toesehrouwer; zeer nabij geko'men.
Walters hart sloeg m'et snellen gang, maai
bij wilde jn'eester over zich zelf zijn, vóór
hij haar nader kwalm!. Zie, da,ar kwam! be
halve haar tante en fraulein von Kanten,
die ook aan do uitnoodiging, van den vrij
heer hadden gevolg gegeven, ©en geheel
onverwachte verschijning de trappen af.
Het was de prins. Hij vertoonde zich nu
in zijn landsdradht; de donkerroode-, rijk
'm'et zilver opgesmukte rok stak voordee-
lig tegen het wit geplooide overhemd, af ©n
Laat h®mi gjn broer schrijven, zooals
wij hénn aangeraden hebben. D,an, zgl het
geld wel spoedig komen,
Neen, het geld zal niet ko'mien, her
haalde Slm'ithson. Mijn broer heeft niet
meer vermogen dan ik. .Wanneer, ik ,'hem
vraag, mij vijftigduizend francs te zëndeu,
dan lac'ht hij mij uit.
Wij hebben bewijzen iu handen, die
aantoonen, dat de jSignor schertst.
Welke dan?
Als het geld niet kolmt, dan zullen
we de aanvrage herhalen, en tot teeken,
dat het ons ernst is, Signor's ooi', insluiten.
Toen mievrouw Smithsion dit hoorde, kon
zij een gil van ontzetting niet onderdruk
ken. E11 de Italiaan zette een te ernstig
gezicht, dan dat hij zijn woord niet ge
stand zou doen.
Mr. Smithson sdhree fden brief, zooals
de Italiaan wenschte. J,k merkte echter,
dat hij het enkel deed om' tijd te winnen pn
dat hij geen hoopi koesterde, de som1 ooit
te ontvangen. Het werd 'mij duidelijk, dat
hij werkelijk de waarheid lxad gezegd en
hij, noch zijn broeder, rijker waren dan hij
aangegeven had.
Toen de Italianen dezen brief e©n!mia,al in
handen hadden, deden zij alle moeite, 0WO
gevangenschap zoo aangenaaml mlogelijk te
maken. Levensmiddelen stonden ons in
overvloede ten dienste, evenzoo- droog
stroo, waarop, we pns konden neerleggen.
Ik wil hierover echter niet uitwijden, even
min als over de vele waaghalzerij, die wij
tot onze bevrijding beproefden. Daarimee
zo,u een boek te vullen zijn.
intusschen waren eenige dagen verloo-
pen. Op zekeren avond de storml huilde
in 't woud riep Pietnoi of Pcro, zooals
hij genoemd werd hij was blijkbaar het
hoofd van de bende m» bij zich. Hij
toonde me '11 brief-en zeide: Wij hebben
antwoord gekregen van den broeder des
Signers. Hij vat de vordering van vijftig
duizend francs als sehertq op. Geen won
der, zulke zaken vallen niet dagelijks
voor. We moeten hem, zeggen, dat het
bittere werkelijkheid is. De Signor moet
nieuwen brief schrijven en daarin, alles,
zonder opgave van namien vertellen. Met
dezen brief zullen we den broeder een
klein pakket sturen. Bij deze woorden
greep hij beteekenisvol naar zjjn oor. yer-
tel dit den Eiigelschman. Wanneer hij
zijn vrouw den aanblik 'der operatie be
sparen wil, dan moet hij onder eenj of an
der voorwendsel buiten den molen bo
men. Geef heim! dit alles te verstaan.
Dat was een treurige opdracht voor
mij. ik had 'tjonge paar in deze weinige
dagen lief gekregen. E11 todh' Ron, ik' mie
aan dezen plicht niet onttrekken.
Toen mevrouw Smithson zich tegen den
avond te slapen gelegd had en ik met den
jongen Engelschman voor den implen een
sigaar rookte, vertelde ik hemi, wat P©ro
mij gezegd had.
- Goed, dan mioet mijn por er aan ge
looven,s prak' hij mot een zucht, ofschoon
we daardoor geen stap, verder komicn. Net
zoo goed hadden de bandieten mijn hrfted'er
de uitlevering van de Theemis kunnen vra
gen. Maar in ieder geval, we winnen weet
een week tijd uit. Wellicht gelukt 'tons
nog te ontsnappen. Natuurlijk' miag mijn
vrouw er niets van zien, arlmle Mary.
.Hij zweeg. Zijn sigaar viel op, den grond
en ofschoon ik het niet zag ik wist
dat hij weende, ik troostte hömi, zooveel
ik vermocht en verzekerde hcan, ons le
ven zou in elk geval gespaard blijven. Al
waren de bandieten tot de laagste daden
in staat, voor een moord schrikken ze
took terug.
(Wij willen het beste hopen, fluisterde
hij. Voor 't leven verminkt. En in het be
wustzijn onschuldig te lijden. Een zoo
danige duivelsche wraakneming zou men
zelfs zijn grootsten vijand niet toeschrijiven
Ja, wanneer een vijand dit plan had uitge
dacht.
Is dat misschien ook het geval? viel
ik hem in de rede.
Heeft u niet een vijand, die dit werk
kan aangestookt hebben? die de mlaro van
uw en uws broeders rijkdommen heeft
uitgestrooid en de Italianen opgestookt
Omi Godswil, daaraan heb ik niet ge
dacht, onderbrak hij m'ij. Zou het Soo-
petta, zijn?
Scopetta? De naam, klinkt Italiaans
"V ertel u alles zonder terughouding.
't Is 'n rijk Italiaansch beursmian, die
zijn woonstede naar Engeland heeft ver
plaatst. Ook hij had een oogje geworpen
op het meisje dat nu mijn vrouw is. Doch
zij mocht hem niet izien. Toen zij mijn aan
zoek aannam, zwoer hij, dat zij ha,ar keuze
spoedig zou betreuren.
liet do eigenaardige schoonheid van do
zonen der Heienen hijz'onder uitkomm.
.Walter herinnerde zioh plotseling dat
Louisa van 'haar gamenrijn met de Eande-
ros in Italië verteld 'had. Hij zag nu, hoe
de oogen der geliefde vroplijk tot den
vreelmüe oplblikten, hij hoorde hoe rij vrien
delijk tot helm) sprak. Een ongekend wee
sneed door zijn hart.
Wie is die sprookjesman? 'hoorde hij
een der toeschouwers op bewondorpndien
toon vragen.
Ei, weet je dat niet? gaf oen bedien
de van het slot ten antwoord. Dak Is <le
beroemde Grieksche prins, ter wiens wille
de gravin verlangd heeft, dat wij het slot
bijna op den kop zouden zetten. Wjj heb
ben bevel gekregen, alle tafelgerei uit die
kasten te halen, wat slechts bij de grootte
feestelijkheden gebruikt wordt. Zij wil den
aanstaanden schoonzoon z;apd in de oogqn
strooien, maar of dat 'hagp zal lukken? Hij
■moet zoo rijk z'ijn als de keizer van China.
Hij is de bezitter van al de groote kqpeir-
mijnen cn sm'eltavens aan den overkant
van de rivier.
Schoonzoon? was do - verwonderde
vraag van een der dorpelingen. Is do ge
nadige jonkvrouw dan reeds de bruid
De heer van den Zwaluwenberg drong
het kokende bloed naar de slapen. Zijn
lippen openden zich, maar 'Ze klemden! zich
weer bevend satajen. Hij slingerde m©t
Wiaar heeft u hem 't laatst gezien?
In Ajaccio, voor ongeveer een week
Hij volgde, ons overal als een schaduw,
Een moment, riep ik uit, geheel ver
vuld van de gedachten, die op dit oogen-
blik mijn brein doorkruisten. Heeft die
Scopatta een stevige, breedgeschouderde
gestalte, een gebogen neus, flinke snor en
naar Parijsche mode geknipten puntbaard.
Ja, dat is hij, antwoordde Smithson
en nij voerde nog meer details aan.
Dan heb ik Scopetta gezien op den
morgen, dat we Bocognano verlieten. Hij
heeft van mij de roiute vernomen, die we
zouden volgen. Ik durf er mijn hand voou
in 'tvuur te leggen, dat hij de aanstichter
is.
Het zo,u zeer goed mpgelijk zijn. Daar
hij zelf uit Pisa geboortig is, moet hij de
gewoonten dezer lieden uitstekend kennen,
klaar dat verandert niets aan den toestand
waarin wij ons bevinden, voegde bij er
hopeloos bij.
Dat wil ik nog niet bevestigen, tracht
te ik hemi opi te beuren. U zegt, hij is rijk?
Een der rijkste vreemdelingen van
Londen. 1 1 |j- i J
Wij zaten nog lang be z'a'mien, terwijl Mr.
>Sm'ithSion mie allerlei van zijn wraakiZuch-
tigen vijand mededeelde. iToien volslagpn
duisternis over de .aarde gedaald was,
trad ik naar buiten en overwoog, hoe
ik het best de wraak plannen van den Ifa,-
iiaan verijdelen kon.
Bij zevenen den volgenden morgen, klop
te Eero mij op den eqhoudm'j ppij mij te
wekken.
Bereid 'den Signor voor, spirak hij.
Ik tikte tegen de planken, die het ge
deelte afsloten, waar Smithson en zijn
vrouw gevangen gehouden werden.
De tijd is gekomen, fluisterde ik
hem' zacht in het oor, toen hij verschjieen.
Wij gingen naar buiten. De Italianen
3tonden bijeen. Pero aan de spits. Smitb-
son zag bleek, ofschoon hij geen vrees deed
blijken. In zijn hand hield hiji het over
tuigingsstuk, wat voor do waarheid vau
den inhoud zou gezonden w,orden.
Terwijl ik mijn blik over de groep, liet
wijden, viel het mij op, dat hun aantal
met een vermeerderd was. Het was do
man, dien ik in Bocognano had aangetrof
fen: Scopetta, die gekomen was, om met
leedvermaak den ondergang van zijn vriend
aan te zien.
Is deSgnor bereid? vroeg Pero.
Smithson gaf den brief' over en knikte.
Daarop kwami een tweede Italiaan voor.
Ik bemerkte, hoe een duivelsche .uitdruk
king van vreugde over Soopetta's aange
zicht gleed. Toen kon ik mij niet lager be-
keersohen.
Pero, riep ik luide. Stuur een wach
ter naar de brug. In uw midden is een
verrader.
Pero gaf in zichtbare opgewondenheid
een der naastbijzijnden een bevel. Dadelijk
ijlde deze naar de plank, die de.vroeger©
brug verving en wachtte daar de komendo
dingen af, de bijl tot den slag gereed.
Spreek, mijnheer Smithson, wendde
ik mij tot dezen.
Wie is deze man? Ik wees met de
hand op Scopetta.
Giacomu Scopetta., antwoordde de
Engelschman.
Toen vertelde ik de opmerkzaam luiste
rende Italianen, toet al de 'hartstochtelijk
heid van mijn temperament, de gansc'he
geschiedenis.
Hoe zij door Scopetta met de vermeende
rijkdommen van hun slachtoffer bedmgen
waren, terwijl de Italiaan hen slechts tot
werktuig zijner wraak wilde benutten.
Als hij u voor zijn doel gebruikt
heeft, sprak ik verder, dan zal hij u waar
lijk niet uit de kleur redden, waarin gij ge
kropen zijt. En wie zal de verantwoording
'moeten dragen van uwe daad? 't Is nu
reeds te laat; als eenige uitweg blijft u
de vlucht naar Am'erika. Daarvoor is op-
de eerste plaats geld noodig. En daar kunt
ge Scopetta vooa- laten zorgen, als ge een
voudig ide rollen oimkaerd en heoni op Mr,
Smithson's plaats zet. Bejjroef het. Hoog
stens verliest ge een week tijd; tot scha
deloosstelling kunt ge Scopetta's losgeld
verdubbelen. iVTaag hem honderdduizend
franC.
Het resultaat van mijn rede was dat er
dadelijk beraadslaging werd gehouden.
Mijn voorstel werd aangenomen.
■Smithson wist het adres van Soopet
ta's bankier ên binnen een week was h©t
geld in hun bezit.
Zeg den Engelschman. dat hij vrij
is, wendde Pero zich "tot mij.
E11 welke schadeloosstelling zult ge
het jonge paar aanbieden voor den las£ en
heftige beweging zijn anemonen-ruiker in
'het- plpntsoen en keerde zich oml. om' weg
te gaan. Maar juist nu belichtte een pek-
fakkel zijn gestalte, een kindersteml riep
juibelend zijn naami en in het volgende
oogenblik gevoelde hij ziek door de armen
van den kleinen neef omislotem.
Walter, (Walter^ juichte da ipngen,
Louisa komi, hier is Walter!
Terstond daarop ijlde ook zijn z'usteir
op dezen toe, om' den vriend te begroeten.
Zij voelde in de vreugde haars harten niet
hoe de handen boefden, die de hare om- j
sloten, zij zag ook niet door de donkerte
van den avond hoe bleek de lippen waren,
die haar welkbmi heetten.
Ben je eindelijk hier? vroeg ze, den
heelen dag reeds wachten we op je.
Tic wist niets van uwe aankomst, ik
hoorde daarvan ceirst, toen ik de feest
stoet ontmoette, was het antwoord.
Wonderlijk', riep; Louisa, de brief van
tante, flie 11 onze aankomst m'eldde, is
toch' reeds gisteren in de vroegte we.g gje-
gaan. Maar laten we naar vader gaan,
ging ze verder, terwijl ize haar neef den
arm gaf. Ach, Walter, wat heerlijk is het,
weel- thuis te zijn.
(Wordt vervolgd.)