t
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VODR GEHEEL ZEELAND
l|l
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
Eerste Blad
De ongeziene wereld of het leven
na den dood.
ZATER0A6 2 JUNI 1928
VAN OVER DE GRENZEN
BUITENLAND
NIMMER 66
24s» JAAR6AN6
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie en Administratie j Westsingel 75, GOES;
Telefoon Interlocaa! No. 207,) voor Redactie en Administratie.
Bijkantoor MIDDELBURG, Marktl en 2| Telefoon No.474.
Abonnementsprijs f 1,90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
Advertentifin van 1tot6 regels f0,90, elke regel meer f 0,15;
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager.
«ROOTE WAARDE
tM PUBLICITEIT
WORDT BELEZER
IN ALLE KRINGEN
Olt nummer bestaat uit twee bladen
V Bestrijding alcoholisme.
Het alcoholisme, ,met de uitwassen
daarvan, is ,©en ernstig maatschappelijk
k(waad, en|de coanbinatie'v^n vonefenigingieai
■welkte daatop: nogeens dn aandacht heelt
gevestigd, heeft ,d&armlïïde ongetwijfeld een
Igoed werfo' .gedaan.
Wij doen uit dit geschriftje de volgen
de aanhalingen:
Dr. F. ,B. Banning, Nijmegen: „Gedu
rende mijn (jarenlange letr.varing als politie-
dofkter en algemeen arts(ben ik steeds mlger
bevestigd in .mijn overtuiging, dat het al-i
■coliolisme voq1' «ons volkl en voer alle stan
den een „ware post is."
Prof'. Dr. tH. ï- de Graaf, Leiden: „Ge
loof, hoop ,en liefde wilden nooit gped ge-
dijen in den dampkring van den alcohol."
Dr. W;. G. Harrestein, Amsterdam:,,Als
het alcoholisme ions volksleven bedreigt,
en de feiten sprieUfen hier een ontroerende
taal, is nationaal verzet eisch. Dan m|aig
niemand zich onttrekken." I
Mr. H.. de Bie, Rotterdam: „Maar liij,
/iiie nog een ideaal bovten deze wereld uit-
Biet, wien,het nog'ter hartte gaat, dat.'jonge
levens en jonge gteizinnen verwoest wor.
i'den, terwijl idit voorkomen had kansen
\werden, hij .durft den alcohol, die in tal-
laoze ruwheidsdelicten, ,in zooviCel misdrij
ven tegen levien, en «er, tegenwoordig' ook
in een Ongetelde menigte verktee!r:s©ngteu
vallen met doodelijken afloop .of althans
«matigen afloop, zijn macabere rol speelt
■■nog te 'bestrijden als eeji Vloek v,oor onze
natie. Dat hij de ecnigs vloelf niot is, mag
aan den ernst, waarimiee wij lieta' te kfeer
gaan, geen afbreuk! doen." i
In het .licht van 'dezte uitspraken is on^ei-
twijfeld verheugend het bericht, dat alle
organisaties die bij den handel in gedistil
leerd zijn betrokken, in beginsel ov«raen-
.gjöEcJmen zijn, een contract fff sluiten, waar
aan ten grondslag ligt alle misbuikten te
Jfeeren die in dezen handel voorkomen.
(Dit wordt niet alleen geacht leien belang
"te zijn Van den handel in .gedistilleerd,
Imaar bovendien en misschien nog miser,
de behartiging van het algemieien, be-
g. Vooral jpdien eventueel adöijnsverfa-
jging totstand g,al kfointen, acht m!eu deze
samenwerking noodig. Men wil jnfet alle
•Kracht voorkómen, dat verlaging van den
Igtedistilleerd-accijns tot drankmisbuik zou
'leiden. Bovendien wil mie® den elande-
Stienen vetekbop van sterkleln drank 'door
deze samenwerking bestrijden an allerlei
andere misstanden, ,die op dit gebied be
staan. Men jh,oopt uit eigen kraclït dit doel
jfce bereikten, .rn'aar zal zoo „noodig hiervoor
■Oen beroep doffn op Regeeringshulp.
'-%* Esperanto.
Daar de -gereldhulptaal Esperanto meer
en mieer ,de aandacht van iedereen begint
■te trehlken, vis het i noodig, dat imlen iets wate
omtrent de .hertbimlst en vete verbreiding, van
die taal, welke- haar beoefenaars reeds bij
Imillioenen telt. Het woord Eispieranto is
'afgeleid van het werkwoord ©speri hopen
esperanto beteiektent ,letterlijkeen hopende,
'duts iemand die hoopt. Esperanto werd sa
mengesteld door den Israëliet Lazaro Lu-
iiovikb Zamienhof, ,dje in 18.59 in de oude
iP.oolsche stad Bialystok' geboren werd. De
ijiawoners dier ^fad behoorden tot vie*
(Verschillende elementen, tnl. Russen, Polen,
Duitschers en Israëlieten, dia vier ver
schillende talen opraken, elkaar duts niet
(varstonden en .ook' al tengeivolge daarvan
als vijanden tegenover «Ikandea" stonden:
Dit verdroot' den kleinen Zamjelnhof, die
zeer godsdienstig .werd opgietvoed, ten zeer
ste. Hij meende, als diei menschen elkaar
maar veretonden, dan zou zulk's wel beter
worden; en toen, hoe jong dan ook, begon
hij reeds naar een taal te zoëlsen, die ge-
Inakkelijk door (iedereen aan te leeren zou
zijn. Eerst zocht hij onder de levende
talen,, toen (Onder de doode, maar beide
verwierp hij ,als te, moeilijk1. Hij zou- een
nieuwe taal m'akten! Na verschilleinde talen
bestudeerd te befbben. besloot hij de Grarn-
maire van het Engelsch tot grondslag te
neanen. .AL'spoedig had'hij ©etn spraakkunst
van 10 eenvoudige taalregels samenge
steld. Maar het woordenboek1 bleef nog
maar te groot, tot op zekéren dag zijn oog
viel op twee uithangborden miet de woor
den: SVejcarskaja ((Portierswoning), en
Konditorskaja (Suik'ergoedwink'el). Dat
achtervoegsel sk'aja bracht hem op eten
ideehij ^stelde ©en genicus bedacht stelsel
van vóór- en achtervoegsels samen. waar
mee hij gemakkelijk woorden kon vormen
en nu islonk het dikke woordenboek weg
tot 'n dun boekje met nog geen 2000
stamwoorden. In 1S78 vierde hij, 19 jaar
oud, met zijn klasgenooten van het gym
nasium. het ontstaan van de „Lingva
Universala". (Universe©!© (Taal). Behalve
de Gtamhiaire |©n de;Dictionnairiel lagen ook!
nog ©enige vertalingen in de nieuwe taak
op tafel. iToch wachtte hij nog m'et de
publicatie ervan Ltpt het jaar 1887. Toen
Verscheen dea^.ersie "brochure„Doktoro
■Esperanto, Lingva Tnternacia". In 188!)
jvebsteheen in jNttrnberg toet eerste tijd
schrift in Esperanto, nl.1 „La Esperantist»"
In 1892 iwerd te St. Petersburg d® eerste
(Veve-eniging gesticht: r,E(spiffro". In 1898
de Eranwhe J^'opaganda Veremiging. In
1901 nam',de Eransche A-cademS© dek Scien
ces kennis ,yan Esperanto. In 1903 stich
ting ©ene tiVerieeeniging in Spanje. In
1905 had „in Bologne sur M'ffr lvet teerste.
Internationale Congres (plaats. waaraan
800 personen tuit verschillende; landen deel
namen en ,dat een rfiusachtig succes was.
Sedert dien tyrordt elk jaar pen Interna
tionaal Congi'és (gehouden, waaraan dui
zenden personen ;dpelne!m'en van ongevepjC
40 versdiillendc inationaliteitpin. Diiï jaar
heef't het plaats te Antwerpen Van 3 dot
11 Augustus a.s. In 1907 verscheen voor
het eerst („Esperanto7', m'aandtijdschrift
wan U.E.A. ((Universala Esperanto Asoeio
is Internationale .Esperautisten Bond, dièl
in Mei L1908 officieel1 werd opgiejhkcht. Dezó
Bond telt thans zijn leden bij duizendeh,
heef't in 2000 wereldsteden zijn Delegitoj
(gedelegeerden) en ige,ef't elk jaar zijn
Jarlibro (Jaarboek) init. Van 500 blad
zijden, waarin -mfen alle gegevens betref
fende Esperanto Kan vinden. Esperanto
heeft zijn „.lingva Komitato" (Taal Co
mité) en Akadehiio (Academie), waarvan
groote. taalgeleea'den ideed uitm'akëfr, die
de taalkwesties .oplossen isn Voor de lit-
terature zorgen. (Haar biMiothpek' bevat
reeds duizenden (grootc en kleine boekdec-
len, zoowel icorspronkfelijke als Vertaalde
■werken. Het (ivorig jaar versohëen volgens,
de statistiefen iom' den andpren dag een
werk' in of ovei' Bspea-anto. Ook wordt
EepeTanto in .versobillende landen' reeds op
Vele Scholen .onderwielzen. Ook alle groote
Jaarbeurzen ma'kfen voor bunn© reclame
'gebruik van (Esperanto en hebben een
aparte Esperanto-Falkb. In nagenoeg alle
talen van «enige beiteekenis zijn leerb'oe-
Bén en woordenboekpn van, Esperanto ver
schenen; in ons land bestaan (gr reeds ee®
groot aantal. Ook verschijnen er óver
Weiding b
Ondergeteekende werd het vorig jaar
aangezocht door het bestuur van da R.-Ki.
Propaganda-ciub, ofdeeling Sint Jsu, te
Haarlem, osm. .'gedurende de winteravonden
teea godsdienstcursus, te geven voor allen,
die daar belang in stelden.
Hij koos zich daarvoor tot onderwerpj:
De ongeziene wereld of het leven na den
dood.
Deze avonden hebben nog al belang
stelling en interesse gewekt.
iWiegens ziekte moesten wij echter mid
del in de behandelende stof onze voor
lezingen afbreken; een langdurige sanato
rium-kuur maakte-een vervolg onmogelijk'.
Later werd ons van verschillende zijden,
a. ook door het bestuur van "bovenge
noemde Propaganda-club herhaaldelijk ge
vraagd het interessante onderwerp schrif
telijk te behandelen, opdat alle belang
stellenden daarvan kennis zouden kunnen
nemlen.
Daarom hebben wij de stoffige schakels
van die half gebroken keten weer opge
zocht en saamlgesnoerd. Missichien kan de
ze keten van eeuwige, onvergankelijke
waarheden voor enkelen nog een riehtsinoier
zijn, naar de verre, onbekende kusten van
die ongeziene wereld daar achter 'de don
kere poorten van het giraf, die wij allen
©ena zuRen moeten betred»a.
Ziehier inhoud en verdeeliag van da ba
behandelen atof:
i. Over God, den eeuwigen Vergelder.
1. Zijn bestaan.
2. Zijn wezen en eigenschappen,
il. Over de Engelen.
1. Hun schepping en val.
2. Hun wezen en eigenschappen.
III. Over de menschelijke ziel.
1. Haar wezen en vermogens.
2. Haar voortbestaan na den dood.
IV. Over het mtysterie van den dood.
•V. Hemel, Hel en Vagevuur, in het licht
der Kath. Theologie, en Scholastieke
Wijsbegeerte.
VI. Het laatste einde aller dingen en de
jongste dag.
VII. De opstanding en 't laatste gericht.
Vill. Terra Nova of de nieuwe aarde.
Boe het onderwerp zich rechtvaardigt.
Allen zullen het toch hierover wel met
mij eens zijn: doel en bestaan van een
Courant is niet enkel „Nieiuwsblad" te zijn.
De Courant heeft niet tob primaire taak
aan te kondigen, hoeveel mienschen er een
arm.' of been hebben gebroken} hoevejel
auto-bussen gekanteld zijn; in hoeveel en
in welke villa's er in den afgeloopen nacht
-is ingebroken. De Courant wil zijn lezers
nog iets meer geven, dan de gewante
nieuwtjes van den dag over mloord of
inbraak; ze raakt ook' dieper© levensvra
gen en wereld-problemenze verdedigt
en propageert een bepaald© richting in het
geestes-leven, al schreeuwt Bn krijflcht ze
nog zoo luid pp hbekeu van pleinen en
de honderd .tijdschriften in Esperanto. In
ons land (noemen we „Nedetrfanda iCato-
likó" en („Hblanda Esperantisto". Ook de
Katholieken hebben ,hun Internationalen
Esperantisten Bona: (I.E.II.B. (Internacia.
Katolik'a Unuigo .Esperantista, met zijn
pTachtig geïllustreerd .piaandschriftEis-
pero Katolik'a", (en sedert 1910 hun jaar-
lijklscli Internationaal .Congres; dit jaar
wordt het (gehouden t© Tilburg. Van 12
to tlö iAugustus a.s. Om inlichtingten
wende men zjüh tot den sejeuetarisP.
Verspeek, BroCkhovienscheweg 100 te Til
burg.
Heidense li e toestanden.
Bij de beidenen in Mayomlbe, zoo verba
len de annalen van scheut worden de
rouwgebruiken behaerscht en ingegeven
door de vrees voor. kwelgeesten, en alles
streeft er naar, am ds of den overledene
te paaien, opdat hij of zij de overlevende
vrouw of den overlevenden mian niet lastig
zou komen vallen.
Die rouwgebruiken zijn dezelfde voor
weduwe of weduwnaar.
Gaan we ze hier na hij de begrafenis
van een getrouwde viouw.
Na den dood van die vrouw, komien de
vrouwen van het doi'p, alsook de vr,ou
wen van die dorpen, waar de famïlie-
langs-mioeders-zijde van de ovei-ledene
woont, rouw zingen in de voorbut en
vóór de hut waar het lijk ligt.
De klaagliederen blijven bijna onver
poosd voortduren tot| laat in den avond
en worden 's anderer^aags wedewmi aan
geheven voor dag eik.dauw.
Ook de mian der "overledene vrouw
kei-mit en klaagt jn zijn eigen hut.
intusschen heeft m.en den weduwnaar
zijn haar, of ten minste eenige tresjes
van zijn haar afgeknipt.
Dat haar wordt zorgvuldig in negen
bladeren gewikkeld van mialemibelamibe
(soort van plant die vooral aan den wa
terkant groeit) en in negen bladeren van
tsaka-tsaka en in negen bladeren van
miayuka.
Stevig samengebonden wordt dat pak
diep in liet bosoh verborgen.
's Morgens vroeg, wanneer het lijk' nog
niet gekist is, roept de weduwnaar, bij
de hut der overledenen, driemaal zijn gade
op. Alsof hij zeggen wilde: 't Is tijd ooi
water te gaan putten en 't werk te be
ginnen.
Hij roept: „Nk'azi amia, mijn vrouw",
©n noemt haar naam!
De treurzangeressen zingen telkenmiaio
naast 't lijk: „Nk'azi 'aumad Mijn vrouw, ^ij
'.heeft opgehouden gehoor te geven aan
den oproeper, imdjn vrouw!"
Daarop gaat de mian terug naar zijn
hut.
Na een dag wordt het lijk gekist.
De kist is gewoonlijk uit parasolboami-
planken gelmaakt.
De rouwklagers hebben matjes meege
bracht. De man van de overledene haalt
stoffen te voorschijn.
Die inatjes en die stoffen worden op
den bodejmi der kist gespreid. Het lijk,
in dekens gewikkeld, wordt er opi neer
gelegd. De kist wordt nog verder aan
gevuld m'et stoffen en matten.
Al die stoffen en imutten worden eerst
imiet een mes doorboord en opengereten
opdat niejmand ze nog wille stelen.
Die stoffen en jnatten laten heit lijk
zacht rusten: doen het gerust en stil in
zijn graf blijven.
Ze waken ook het bezit uit van den
straten, in licht-reolamie boven theater: of
bioscoop, in wachtkamler of spoor-coupé,
dat ze „neutraal" is en ieders overtuiging
eerbiedigt en ontziet. De groote Dr.
Schaepman zegt dan ook terecht:
„En sinds die ure staan en kamipen op
onze aarde
- „Twee machten, beide sterk in zelf
bewuste waarde);
„Het woord der Heemlen en het woocd
der Hel."
(„De Pers")
Maar, dan kan het ook niemland mieer
verwonderen, als hij jn een Rooimlsch-iKa-
tholieke Courant een onderwerp ziet be
handeld van louter godsdienstigeu aard.'
.Want onze mioderne tijd staat in bqt teekem
der- ontwikkeling en wie durft dit feit
loochenen imim'ers de tijd is voorbij,
dat vader in een rustig hoekje aan den
haard z'n pijpje rookt en moeder de kin
deren wat vermaakt op; 't ganzen-bord,
omdat de avonden 's winters zoo lang zijn?
Die goede oude tijd ligt vijftig jaar achter
ons. IWie dit niet wil gelooven, is gelijk
aan den mian in Twain's Boek, die te lang
had geslapen en tegen den avond uit z'n
bed stapte, gehuld in een wollen deken om
eens naar buiten te gaan kijken of de zon
al opkwam, toen ze juist in h'et iWiesten
onderging!
Als het dus waar is en overal wordt ge
constateerd, dat onze tijd vraagtt, naar al-
gemeene ontwikkeling „en in d© Courant
wordt gesproken over allerlei wetenschap
pelijke onderwerpen van verschillenden
aard, dan moet ze ook rekening houden
met den algemeenen trek naar godsdienst!
overledene in de geestenwereld. Dienten
gevolge stopt imten heden ten dage ook nog'
wat papieren geld dn de kist.
Dan Itomit de vader, ntoeder. broer of
zuster van de overledene en raakt, al
schrijvende met een stokje, de borst aan
van het lijk en zegt: „Nata biaku, bika
biama. Neem 't uwe mee. laat het mijne
achter.
Alsof men wilde, zeggen: Kom; ons, na
die goede verdeeling der goederen, niet
nfeer kwellen in verschijningen of anders
zins.
Dat stokje wordt daarop in de kist
uaa^t 't Jtoofd van 't lijk gelegd.
Nu treedt de weduwnaar toe, neeimit
de kern van een palminoot, spuwt er 0|p|,
schrijft ©r mee in de lucht, spuwt en
nogmaals op- en stopt die kem ook in
de kist naast het hoofd van het lijk.
Alsof hij zeggen wilde: Vergeet nu uw
palimnoten en planterijen. .Verontrust m©
niet als ik palimnoten zal afkappen of zal
jagen in het bosc'h.
Dat spuwen heteekent (volgens imijn
ze.gsiman. die mij uitleg geeft, nadat ik
alles imiet eigen oogen gezien heb): Wij
zijn nu gescheiden. Kdml mij dus niet
verontrusten of kwellen.
Intusschen heeft men den weduwnaar
zijn gewone kleeren uitgetrokken en hij
krijgt ©en lapje aan, afgescheurd van de
stoffen, die unlet het lijk begraven zullen
worden.
Een ander reepje wordt nog afgescheurd
van dezelfde stoffen en wordt als een
kroontje rond het hoofd van den weduw
naar gebonden.
Uit de hut van den weduwnaar heeft
mien het bed in palmlatjes gehaald, en in
de plaats hanaanbladeren op den grond ge
spreid,. i
Dat zal z'n bed zijn gedurende de rouw
dagen. i 11
Ook dat rouwkroontje blijft hij ver
schillende dagen, ja verschillende weken
dr^geih IWie dat verliest of wegwerpt
mioet een zware boete betalen aan den oom!
langs moeders zijde van de dverledene.
omldat hij hare gedachtenis niet in eer
heeft gehouden.
ARes is nu gereed: de kist wordt geslo
ten. toegebondeu en genageld.
Eenige jon ge kerels binden ze op een
draagband. De grafkuil is imtmers reeds
gedolven langs den weg aan den boschk'ajit.
De lijkstoet zal dus optrekkten.
Doch intusschen heeft de zuster van de
overledene ©en gebroken kalbas unlet water
gevuld en twijgjes groen hout geplukt.
Als de kist wordt opgenolmien, neeun't die
zuster van de overledene den weduwnaar
hij den anmi, en saïn'en volgen zij den lijk
stoet tot aan de laatste hutten van het
dorp.
Daar gekiolmen, wlrpi de vrouw de kal
bas mlet water aan stukken, en gooit ook'
de groene takjesi langs het dorpspad.
Dat is het laatste afscheid, de alge
heel© scheiding. 'i l'ïiSllMf
Nu is alle hand tussc'hen weduwnaar en
overledene verbroken.
Dan neeimlt de vrouw den weduwnaar hij
de hand ©n leidt ham)te midden van de
laatste hutten.
Daar blijft de weduwnaar plat op den
grond op zijn huik liggen en loert bet
dorpspad op, totdat de begravers terug-
konten.
Nu is hij zeker dat het lijk begraven is,
staat op, en keert naar zijn hkt terug.
Na de begrafenis neetmit een der 'fami
lieleden van de overledene vrouw, (ge
woonlijk de zu,ster of broeder), den we
duwnaar hij den pink;, geeft heimi een mand
je, waarin een mies en een bijltje liggen, en
ge ontwikkeling en blijft het dus altijd van
groot belang ook daarvoor de kolomtmen
M te staan, want ook in ODzen modernen
verlichten tijd, blijft nog waar Thomas'
djepe woord uit de „Navolging^beter 'n
eenvoudige boer, die biddend die handles
vouwt, dan de trotsche „geleerde,, die den
loop der sterren nagaat
En zoo langzamerhand gaat de verdoolde
miensohheid toch weer inzien dat de ge
heimzinnige Gast van Bethanië wel de vol
le waarheid sprak, toen hij zeide aan da
drukdienende Martha dat er miaar één ding
noodig is. En daarom! ligt Zij nu al
2000 jaar op haar knieën voor dien Leer-
aar uit Nazareth als eens die 'Gallileesdh©
visscher op 't strand te Caesarea met, da
hartstochtelijke bede: Heer tot Wien zul
len wij gaan Gij hebt de woorden van het
eeuwige leven.
En herhaalt zij miet gloeiende aandrang
voor dien geboeiden Gevangene van het
Ronreinsche Pretorium! de Pilatus-vraag
.Wat is waarheid Geef ons de waarheid,
Gij die, U noemt de W,eg, de Waarheid en
het Leven! En ten slotte moeit. Zij hef
wel inzien hel en klaar: de Christus blijft
toch het Begin en het Einde aller dingen
en de afgrond van goddelijke geheimen
tussclien twe« deelen van de geschiedenis
der mensChheid.
Neen de menscb leeft niet van brood
alleen, maar van alle woord dat uit Gods
mond voorkomt. En heeft de Arpi'e van
Nazareth die rijker was dan alle mdllion-
nairs van de wereld, al hebben z'n geiZe
gende handen nooit de blinkende, gladde
Schijven van den MamtaJon aangeraakt, die
geleidt heimi achter' de hutten van hejti
dorp, oimi ham1 opnieuw in te wijden in zijni
dagelijtóch veld- en hosdhwerk.
Dat verleent he,ml de vjjjjheid om! wggn
naar 't veld en 't bosoh te gaan werken,
Men brengt heimi ook naar 't water,
waai'in hij zieh baadt.
Daarna is hij wederom) een gewone ster
veling.
Al die ceremoniën moeten slchts één
maal ondergaan worden; Bfcreft de vrouw
met wie de weduwnaar een nieuw huwelijk
'heeft aangegaan, dan is hij onmiddellijk
vrij man.'z onder plichtpleging.
Maar weigert ieimiand na het sterven
van zijn eerste vrouw die ceremipmeëa
te ondei'gaan, dan is dat een teeken dat
de tweede vronw, m'et wie hij getrouwd
is, Spoedig sterven zal.
Wie de ceremonieën afwijst, is mibonio.
Zoo'n m|bondo kan moeilijk een tweed©
huwelijk sluiten, omdat niemand zich aan
een spoedigen dood bloot wil stellen.
Gelukt hij er toch in een tweede vrouw
te krijgen en sterft die werkelijk na kor
ten tijd, dan krijgt de mibondo gewoonlijk
berouw en wil boete doen om- 'die onrein
heid, die hij met zich omdraagt, weg t©
namien.
Luister, hoe de mibondo nu zijn schuld'
uitboet.
Hij wordt aan den voet van een baonj
geleid, waaraan een nest zwarte, zeer kwa
de tuieren hangt.
Dc schuldige gaat onder dat mierennest
staan en de straffer (eender wie), schudt
den tak waaraan het mierennest hangt,
zoodat de imieren op| het bloote lijf van
den schuldige vallen, en hem onbarmhartig
bijten.
Dan snijdt de straffer enkele buigzaam©
twijgen a.f en geeselt daawnee den schul-
dig'c. - i v .1
Daarna worden de mieren afgeklopt en
afgewreven en Re boeteling wordt op da
vlucht gedreven door bosch en dal.
Wordt hij het grasland ingejaagd, dan
steekt men bet gras achter hém! in brand,
opdat hij ver vludhte.
Daarmee ia hij gezuiverd van de vlek,
die op heimi kleefde. Hij mag in zijn dorp
terugk'otalen, mag een nieuw huwelijk aan
gaan zonder vrees dat de kwelgeesten zijn
nieuwe gade zullen koimen halen.
Het heidendolml is een nadht, waarin da
zielen angstig dolen!
BELGIE
De Belgen en de 0©ng©.
De blanke bevolking in Belgisch "Cpmgoi
heeft zich in vier jaren tijds bijna ver
viervoudigd, zoo leest men in „Agentia
Fides". De meerderheid bestaat uit Bel
gische Katholieken. Da missionarissen van
&o;m|mige streken krijgen dan ook' de zorg
van dit belangrijke contingent, dajt in htellj
land binnenfcoimlt.
Vooral sedert den grooten oorlog heeft'
België sterk de kolonisatie van het Iandi
door ©igen onderdanen aangemoedigd an'
'zijn best gedaan, .maatregelen te treffan
voor de hygiëne en hun alle mogelijke fa
ciliteiten te verschaffen om hun succtas ta
begunstigen. Men heeft ook het belang er
kend van den troost, dien de godsdienst
In Elisabethville bedraagt de blanken
bevolking op heden 2.892' zielen: in Leo-
poldville 1.851; in Likasi 1,736. Het to
taalcijfer der blanken in het land, de staten'
Uruimdi en Roimanda meegeteld, bedraagt
18.525 zielen.
zich toch niet ontzagen de vochtigs aard#
te kneden tot slijk om! blinden de oogen to
openen, niet plechtig verzekerd, dat hjet
den miensch niet veel zou baten, al wou
hij de geheele wereld als hij z'n ziel en
mlee verloor? De tasnsch leeft niet vaa
geld alleen, maar van alle woord dat uit
Gods mond voorkomt!
De miensch leeft evenmin van, genot al
leen! Al maakt men in dezen genat-Zoe
kenden, liehtzinnigen tijd van 't leven 'a!
ï'umloerigen keirtmds-dag 'n bonten speel
tuin of vroolijken feest-disch-', dat wistl
voor '3000 jaar al de wijste aller wijzen,
toen hij in 't oude boek der Schriften dit,
vernietigend Vonnisi neerschreef ov|er a'lla
aardsche geneugten:
„Ik ben Koning van Israël", zegt Sa
lomon daar, en ik zeide tot mij Zeiven:
genieten zal 'k van alle goederen dezer
aarde en mij in genoegens: baden; en ik
bauwde paleizen en legde lusthoven aanjj
©n 'k bezat alle geneugten der mensoheni
Niets van wat mijn oogen zagen ont
hield ik hun; wie smaakte zooveel van
de bedwelming des genots als ik? En
'k zag dat de vreugde een bedriegster
was en het leven werd mij een walg,
want alles is ijdelheid der ijdelheden!'*
Neen, de mensoh leeft niet van brood
noch van geld noch van genot alleen,
maar van alle woord da,t uit Gods mond'
voortkomtDaarom- behandelen wij hieic
een „godsdienstig" onderwerp.
O. VIS, Rector Goes. I