ZATERDAG 26 MEI 1928
NIEUWE ZEEUWSCHE COUItANl
In 't kraaiennest.
KERKNIEUWS
Gekke gesprekken j
ONZE DAMRUBRIEK
ALLERLEi
■HHHH ^niUIII lUWv
WmiHHWWMM—MMMBa
Da wereld oVer dertig jaar.
De vorige 'wteék' hgeft er door de pers
een artikeltje jgeeireuleercl', iwlaaxin vwvot
iWlaron eenijp (voo,flSp>jtjllingen van zeer ge
leerde heeren,
De mannen (dier iwieteaschapi hadüen eens
extra hun hersenen urn iwlerkjing gezet, oin
Vervolgens te 'gaan profotmen, hoe of' de
twlereld er ,over dertig jaar ,niiiK zalll zien.
Niemand zal .kunnen zeggen, dal die
voorspellingen in ,h:et fll'gemeiejn van d'ion
aard wtaen, :dat men er gqqgtdpiitig van
wordt.
Dio eereplaats iiwielrd' gegund' pan den
Engelschen professor Lolw', die del „ver
blijdende" mededleicjlling deed, dj'at over
dertig jaar ide studie van het atoom :eo
de toepassing (van d<<> saimieogesteble schei
kunde, ons geleerd zullen hebben, om mét
m,og drastischer wapens dlan tibans, de. imen-
fiehen te .verdelgen. Gifgasboni en vljam1-
msnspuit vindien 'de heeren. uitvinders be
paald nog ,tc liefelijk 0111 hun evienimasten
uit den weg te ruimen, en dag en uaeht
zijn die <w|eïdoeners der maatschappij' 'be
zig. om nog iwl'eedcT m'oordtuiig samen te
sleliLon voor d'e oorlogvoerende- mbig>eiud-
hoden.
Het vl'iegwlezen volgens den Fran-
«chen monsieur iEsmault-PeClteriiiei vim -dio
dertig jaren |reuisachtóg zijn toegenomen.
De lucflit ,zpl er van Iwlemeïeii on do voet
gangers, of wielrijders die nu hoofdzake
lijk' er voor moeten oppassen, om nieit door
een auto ,tp wprdien dioodgteire/l/en, zulffto
dan ookl specliaal er voor moeten willeen,
om niet ,door de schroef Van can vliegtuig
aji noodlanding wit cflk'aar te wjorden gesla
gen; hiertegen ,staat. dan de troost, dat
ookl de automobilisten '11 Wijten tik van
zoo'n vollende vlieger Kunnen krijgen.
Het zal dus ongetwijfeld over deirt.ig
jaar een ivroolijKo gesdhujeidienis Worden.
Toeli is i«r nog_ één troost. 1
Prof. Pin Emianuelle van de Vatieajin-
sche sterrenwlacht, zegt dat ovw driemaal
tien jaren, Wérkelijk buiitieinaardsche rei
zen gemaakt ikunnen Worden. Verpakt in
oen soort vuurpijl, znjll het mogejlijkT zijn
oml m'enseheu .«Aar de m'ajin of' naar de
'planeten te .schieten.
Uitsluitend zullen ei; echter enkele-
re.isbiljetten Woeden verkocht, daal' do
passagiers naar alle lw|a,arschijnlij"kheid' te
pletter zullen vallen of bij Behouden aan
komst, geen kanon vinden, wlaar z'e weer
mier naar de a.ardlo pfgevuurd' kunnen
IwOrdion. i 1
Men zal dan goed! doen, dloor zbpdjer
genade alle uitvinders op dlelze m'onior
|w|eg to .werkten.
De aarde zou er, iwleior he©l' wat rustiger,
Vriendelijker en mooiier op Warden, kijkt
ons zoa toe. 1 UITKIJK.
't "Wjus een sombere, kille November
dag; vroeg vief die schqmér.
De onrust van .Blans veranderde nu in
vrees, 'n Apgstigo tegenzin bekroop hem1
voor dat aangekondigde bezoek. Bij tlje
holf-ged,o,oid<o kachel zat hij' in benauwen
den tweestrijd. Vergeten gewaande beeidtn
f' 1 it,s,ï'ilui.den. zijn starende pogen voorbij.
Tegen d'e neiging omi'in deqmoed to zwich
ten, kwaimi yvrokkige trots in vetezet; miet
de behoefte zic.h to .geven aan God kiajmpte
dc booze lust tot hardnekkige pp,st,a.ndig-
lieid.
Inwendig verscheurd door t.wijfel, be
speurde iiij. plotseling met schrik, da,t do
avoniddpnkerte alles verlui ide en in oen on-
bored'emeerdon aandrang liep hij naar dis
buitendeur en grendelde djie. Topn, ge
hurkt voor hat kamerraam, loerde hij als
een roofdier naar buiten. En even 1 art er
vu,urdc in 't d|uiaterzw.a.rte het gloeiende
oog van een zaklantaarn, danste een licht
vlek met wisselende sprongen nader. „Daar
is hij", vloog 't door Plans' brein. Hij lie,t
zich pla.t vallen tegen den vloer, hield
den aileimi in, had slechts dje gedachte Cn
d'en wil, den, priester buiiten te hoiuden.
Do deurklink werd klikkend hewogen,
tegen do deur word geduwd1, cn geat,ooiten.
N11 stond pastpor voor 't raam', nu tuurde
bijl naar binnen; tikte op 't vensterglas.
Uc nagels geklejmidl in de hand en dg spie
ren gespannen, dl'uk te Blans zicih vastier
vegen den grond'. Een martelende stilte
en dan hoorde hij stappen, gedqmjpitl d^or
't gras, zieli verwijderen. Voorzichtig
richtte 'Blaas zich pp. Maar, wat was dat?
Een plons? Een kreet? Wild' bonsde zijn
liart in uiterste spanning luisterde hij
toe... geen geluid... geen gerucht. Zon
de pastoor...? Moest hij; te hulp vliegen?
Maar dan kwajmj zijn, l,afheitll uit. Heb zou
verbeelding geweest zijn; hij had immers
'u lampje... zou dat geweigerd hebben?
Onzin, onzin!
Hij strompelde naar de kachel, ging zit
ten, stond weer pp, liep tastend naar 't
achterhuis, zocht driftig naar lucifers.
Eindelijk flikkerde '11 kaarsvlam' in de
lantaarn. Na,ar buiten? Jachtig liep hij
langs 't landpad cn liet 't f lauwe licht
schaimpschieten. tegen wei en water. Niets,
niets te .zien. „Verbeelding", mcosimuild|e
hij. „Tc laat" spookte het in hqml.
Een afkeer van zichzelf bekroop, hc(mi
.Wa» 't wroeging?
't W;as nog géén dag toen hij: zijn slaap-
looze rust beëindigde en naar zijn werk
ging'. Schuw slao,p hij door de klamme
:niist dampen. Rillend van kou en weerzin,
schrikkend 0|m! niets, ging liiji verder. Hij
zou er den mioed toe gemist hebben, zoo
ne onrust heimi niet gedreven had. B,ij| zijn
haas zou hij: zekerheid' krijgen; di,e was
kerkmeester. Mot gespitst gehoor; beluis
terde hij' scherp dc gesprekken, maar Cr
werd' niet gerept ovor den pastoor. Goed
deels gerustgesteld ging Blans 's avonds
weg. Eerst 'n paar dagen later vernam'
h ij yd! at. pastoor d|oor een longontsteking
zwaai' Ziek lag. 's Zondagsavonds was
pastoor, werd' er bijverteldl, met gedeelte
lijk natte kleeren thuisgekomen; bij1 huis
bezoek wjas hij in „de Meer" in een sloot
gestapt; de juiste omstandigheden wis't
men nog niet. Ontsteld kald! 'Blans 't ver
baal aangehoord'. Nu toch. kwam' alles
uit. Pas|toor zou 't wel verteld' hebben
en Dinuenkort wist 't geheele d!orp| het na
tuurlijk. Iedere boen zou hqmi van 'it erf
jagen; nu moesten ze hem' al nie.t erg.
Pijnigend' wroette oen onbestemde beducht
heid in zijn binnenste, au Blans was ver
blind' en onredelijk genoog, om' 'de schul()
niet bij zich, niiaar bij: dén pastoor to 'Zoe
ken. Op sopimige momenten kon liiji di.en
grijzen herdér haten. „Waaropn had! die
zwartrok zich met hem bqmoeid?" Hij,
Blans, had geen pastoor noodlig!"
Veel werd' er ovor pastoors ziekte en die
oorzaak daarvan gesproken, mla.ar hoe
Blans ook argwanend' en schichtig toehoor
de, er was geen iwoordl bij, dat liqmi bezorgd
behoefde te (maken'.
De dagen verliepen en lapgzaajm her
stelde pastor bonus. Op: zekeren mid|dug
hoordé Blians, dlat de baas bijl hqml op be
zoek geweest wias. Zijn hart krojmp, in;
zpn werk deedl hij in een roes. Bij 't avond
eten kwajm do boer terug. Met .gebogen
hoofd', alsof hij| nu dén genadeslag ver
wachtte, zat Blans or bij. „Hoe was 't |meb
meneer pastoor?" vroeg de boerin. „Nou
dat gaaf, wonidierbest; hij: was erg vlug",
zei de boer. „Heb je nu nog gevraagd!, hoe
hij toch eigenlijk te water is geraakt?"
„Ja, hij, wou naar iemand' hier in „dé
Meer" gaan."
„Naar wie?"
"t Suisde gonzend! in Blans' hoofd; 'it
leek. of hij déor den grond zonlc.
„Een van imfn schaapjes, zei-de".
Dien avond' begon Blans iets te 'begrij
pen van. de liefje «11 wjjsheid van 'n goe
den herdér; dat, „ik koimi fits ',t donker, is",
dat barmhartig zwijgen over zijn ervaring.
Er klopte iets vreejmds in, Blans, iets
weeks, dat hij verstorven, waande.
E11 op een Zondag in de,n Advent, spra
ken de boeren 011 boerinnen er over, dat
pastoor zoo mooi gepreekt had aandoen
lijk bad'oeldoni zo en z'e spraken er ook
over, dat. Blans te kerk was geweest-,
doch 't verband tusschen die twee dlingen,
wisten alleen God cm pastor bonus.
Op het Hoogfeest van Pinksteren.
Les uit d'o Handelingen der Apostelen.
II. 1 11.
AU die dagen van het Pinksterfeest ver
vuld' wei,don, waren a.lle Lieerlingen te
zomen in dezelfde, plaats; plqtselijk mi
kwam, er een gedruiach uit tlion helmet, als
van oon sterken opkomenden wiinfh eB, ver
vulde het gcheelo huis daar zijl zblten; cn
hun verschenen verdeelde tongen, gelijk
vuur, welke boven oen ieder van ben ver
bleven; zij nu werden allen vervuld imiet
dc-n heiligen Geest,, cn begonnen verschei
dene baten ie- opreken. Daar woonlden 'te
Jeruzalem J,cden, godsdienstige ménnen
va® pilo volkeren,, welke ondér dien hompl
zijn. Toen dit gerucht zich ilian verspreid
de, kwalm, er eeme menigte U' zajnPn, en
was geheel, verslagen dat een j,edjer hen in
zijne taal. hoorde spreken. Zij allen waren
verbaasd' en verwonderden zich, en zeiden
ziet, zlijin a,f. deze, dlio daar sproken, geenc
Giaililéëvs? Hoe hooren wij' dan elk onze
tol, waarin wij geboren zijn: Poqtera, Ma
deira, Elalmiitcrs ein bewoners va-m Meaopio-
taimii.e, Judca, en Oapadioeie, Ponit,u,s en
Azië. Pilij'ygie en PaimphBlie, Egypte cn
het lanid' Libye, hetwelk öm|stree,ks Cyrene
iligt, als ook vreemdelingen van Rome,
Joden cn bekeerlingen, Ureters 'Mi Ara-
biërs; wijl hebben; hen in. onze taten Gods
groote dlaldein, hooren verkondigen.
Evaingfilie, Joannes. XIV. 22 31.
In Ulien tijde zeide Jez'us tot zjjne Leer
lingen: zoo icmlantl! mn'i.j bqmint, lllie zal
imijin wooiid' onderhouden, en mijn ,V,a.i\er
zal fi'ömi bqmjm,linnencn wij, zullen bij hem
krlmciii en ons verblijf bij hqmi nqmën. Dio
mij niet bemint, onderhoudt (mijne woorden
niet. En hot woord', Idlat gij gehoord hebt,
is het Imiijine niet, mia,ar des Vaiders, die mij
gezeul,den heeft. Dit heb ik u ge,zegld( toen
i.lc bij u was. Maai' dé Vertrpoater, de II.
Geest, dien da Vader in mijnen naam zal
zenden, dlio zal! u loeren, on u alios herin
neren, hetgeen ik u gezegd' heb. Ik laat u
vred'e, ik geef ui im|ijin«n vreldie; ik geef 11
dion niet geliijik de wereld hein! geeft. Uw
hart zij niet ontsteld', noch bevreesdi Gij'
hebt gehoord', dat ik u gezqgd hob: ik ga
cm ik koiml tót 11. Indien gijl Itnlijl bciminld'et,
gij zoudét n gewis verblijden, omdat, ik tot
Aon Viad'er g;adewijJ' dje Vaclier grooter is
dam ik. En nu heb ik liet gezqgtli, eer lieili
geschiedtopdat als het zal gesahicdem,
gij zoudet gellioovan,. Ik zal niet veel
meer met u sprekon. iVianit' de vorst Idlezer
wereld wet,e, lila.t ik dein Vadjr bemin, cn
zoo doe, gelijk de "Vader miij gebodpn, heeft.
•«■■■■«■■■■■■■a
m
RETS-A VONT UREN.
„In de. .Watte Zee wias dia k'oitde zóó
hevlig, dat iwle onz'e bonden niWI. Winden
streelen."
„Hoezoo niet?"
„Hun staarten (waren zoo stijf bevro
ren. dat ze afbraken, ,a,ls ze ieir mee kwlis-
pelden." j 1
EEN MOEILIJK VRAAGSTUK.
Baron d'e Rothschild, de Parijsdhc mlil'-
lionair, te (as .bekend om: zijn (liefdadig
heid. Eiken clag iwlerd hij op allllariqi ma
nieren lastig .gevatp.cn door mianschen, die
van zijn goedheid Iwfclden profitasren
Ondanks ajpe .Voorzoirgen, |w|istan hijde-
liande gelukzoekers jtot helm door 'te drin
gen au die barr|i,cad)e,''wlejWe hij in den vorm1
van Eécretalissen cn assitMnibanfani' zijn per
soon liad opgdwlorpen, te overschrijden.
|Een Ivan die dkianUeaiklken ïj'igd'e den toe
stand Waarin b;ij veiicherdé, aan diqn filan
troop voor en vroeg hem' 10.000 fr's. ter
leen. Dat jwlas iir'den tijd toen 'dia Frausche
munt nog 'VOltelaardig was en een bedrag
van 5000 gulden vertegen|wloordigdiej.
De Rothschild JwiiJllde ei; niets van wbteu.
Na lang heen en wqqr gepraat, inlaakite
die 'financier er een einde aan, door tegen
den man te zeggen: „KijiJ erqis, aan
10.0110 francs leenen denk" ik vooralfsnog
niiet. Iteizal beglinneai miet j,q 5000 frames te
geven. H'ij schelde zijn secretaris 011 gaf
lieur order ;de cheque gereed te maken.
Toen de miau het liTlaardwvoOBq papier in
haudiun had, jz. i hij mét zijlu onnoozlelstq
gezicht- I
„Eigenlijk', im'ijnheer dc baron, „zij'n wia
nu quitte."
.„Quitte, hoe bodoiel. u dajFi'
Heel cenvoudiig," mijnBflar de "baron.
..Als allies goed gaat, krijgt u fi's. 5000
rvftn m'ij."
„Juist."
„Eu ik' nog 5000'frS. van u."
„Ja."
„Zijn |w'o dan niet quitte?"
OPSNIJiERS.
A.: I'lii heb een neger gqzian, dié zoo
donk'er teks, dat ik licht moest mtiken om
hqm te zien."
B.„Zou telat! Ik'heb een man onttabet,
dio zoo iipager was, dat hij t'wedmlaal
moest binnen k'óm'en vo,oi' ik hem waari-
uam
KI NDER-INTERVIEW
.VriienidHij'kle oude da mé, tot 'dorpskind
„Zoo, liefje, 'wlieus piéisj® ben jij'?"
Doripriklüi'd, vingertje in mond'je: „Moe
ders meisje."
Vriendelijke oud'o damlq: „Ja, ja. Maan
iwlaar W0011 je?"
Dorpskind): „Bif imhedier!"
Vriendelij'k'e oude .dajnie: „NatuiuÜfijlkk
Maar |w|a.ar woont mloeder?"
Dorpskind; „Bij ons!"
DAMPROBLEEM.
Zwart: 8.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Wit: 10.
Oplossing vorig probleem.
I)e dia,gi'aim(stanUt in cijfers was: Zwal'lt
10 Bekijven! op 3, 68, 13, 17, 19, 22,, 28
en 36. Wil, 10 schijven op 16, 20, 23, 30,
34, '38, 39, 41 ,43, 44; witl speelt kier als
eersten zet zieer verrassend cn, orilginqel
23x3211, ver volgens 30- 24, 32—27, 16
x9 en 24x22 wint!
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
I)e drooglegging'.
Wat is het eigenlijk:, dat de Ver
een igde Staten leirvan w'eerhoudt hun on
gelijk' te erkennén ten opzichte 'tan de
drooglegging? De ldroo|'.|l(ejgl'giei'S hebbten, het
oenige jaren igqleden, onjnidde®[jk' na den
oorlog .toon (wie wieten tet niet botav
te karakterieeeiien een golf van gocd-
'wlilllend 'puritanisme over de wereld ging,
goed gehad. .In verséhilpiende landen was
men het ,groote Améri'kaausche gemeente-
best voorgegaan of volgde men heit in zijn.
poging om hot land van don alcohol te
bevrijden, niet .wetende dat men met het
droogleggen van dezë bron van ellende
veel grooter zonde binnenhaalde. Behalve
de Vereen'igde ,Staten mochten de, afschaf
fers or zilch op beroemen, dat Canada,
Groenland, Noorlwégen, Finland, de Isjh-
m/ietisdhe landen en het Sovjetgebied ge
zuiverd wjaren ivan den aleoholHuml'. Was
er een .mcrkwiaardigéi' verandering van de
iwiereldkhart denkbaar dan d.czie:? Maar op
het oogenblik is het beelld dat. deze kaart
te aansehoulwien geeft wel gelieilf anders.
Het, eenige droge gebied is nog da,t van d,e.
Vereemgde Sta,tem en men k'an het; dage
lijks liezen, ,d)ic (hoogheid bestaat alleen....
in naam. Laat; ons even aan de hand va»
w|d.t U©(„Paris Times" daarvan vertelt na
gaan hoo het met de droogleggerij in de
verschuilende landen, idiilei al va.n d|6 zege
ningen van liet droge rogi'mp hebben ge
noten, is igegaan. j
Canada. Er is een tijd geWcest, dat ge
héél Canada. |droog was. Togenwoordiig
heeft heel: Canada, op die kluatprovinciies
na, het droge stelsciS vaar(wie(l gezegd.
Britsdh Columbia, heef't in 1920 een sy
steem ingevoerd, Jwpiarbij alcohnljisehti
dranken mogen Jwlorden Verkocht ondélr
staatscontrole; Quebec in 1921; Manitoba
en Alberta In 1923; Saskat sjéwan in 1921;
Ontario in 1926; Nieujwt Schotland schafte
in 1924 de drooglegging af'. Rutland had
do drooglegging pjb ooiloalsmateriaal aan
vaard. De 'Czaar had den verkoop, va.n
gedisliHllcerd in ,1916 verhiodem, maar '\c,n
verkoop van jwljn en bier bij' plaatsdlljike
keuiZii Vrijgelaten. In 1921kn'lT'd de vurkoolp
van w'oikft van 11 w'eer toegelalieai. In
1923 stond, men den verkoop van, andéide
gediistilléerd wéder ,toe en in 1925 gaf
men Verlof tot d'en verkoop va.n wlodika
va,11 4(1 0/0 en van whiskey van 60 _e/°-
Turk'ijb had de prohibitiq aanvaard in zijn
Aziatii'séhe provincies iep t.oen Constant,i-
nopel in handen van den Nationallisleh
Iwias gekomen, werd het 'aveno'ns drooggt>«
legd, lm.uu' de vreugde duurde' maar Ik'ort
Turkije sdlvaf'te ,iji 1924 de drooglegguig
af en isteldc hot Staatgnionopailije, in voor
den veik'uop, den import cn dié vervaardi
ging van aïcohoüjistahe drank'en. Noouwtegien
verbood in 1917 den verkoop, van gedistil-
loerd van hoven da 12 0/0. AJraa na (tan
oorlog'wérd ldc wettdKijh]' toiqgiTaten SteHTo
gebracht op 14 0/0. Even laiter op 21 0/0.
In October van 'het vorige jaar) wlea'd
zelik op deze veil mw gem(a,iiigd« droog
legging tcrugaékbm'en. ,Z'wle,den Sprak zich
in 1922 tegen do rirooglegginiéj uit mjqt eon
«meerdéibeid van (45000 sWmlmen en nam
een twlet aan, regiilendo den vefkkxipi onder
staatscontrole. Zoo sijn Canad.i', Rusjlfamd/
dc Muzeibmahsche ilianden «11 het groa.tc,
deel der Scandinavische ÖJandtqn, iwtaer nat.
.Van het Wpcuer Uimgries.
Men herinnert zich nog' Iwtd, dlat tijetóns
djen (wsreldoorljog het pjostgqh-eiipU gerer
geld .werd opgehevpu en dat dp qeaauuii
in da oorlogvoerende 1Jjanid|e|n vaorkiuircpdl
bri.cven en qnistziendiingtqn opendo. „Opened1
by Censor", stond er,'.telkens ppd|e, briiejvqu
en zendingen (te tezqu?
Hoe het jyroeger inpt het ppslgélieimi
gesteld |w|as, verhaaljt pep nnedewieirikfc'i;
van de „N. R. Ct." 'in een verha,ndie|t.ing
over het congres van Wecpen, dat na den
val van Nappüeon bijeen 'Ewbpr. Er werd
daar danig tegen het ppstgehC|im gezon
digd en de conceroerendp fjartijep, dlie
tooh bijna nllih bbndgenootein Waren gep
wéost, bespionneprdén elkander, om heit
zeerst.
„Postgeheipien," zegt dief sdhrijver,
„bestonden er nigt. Nijejt vóór Ho groote
revolutie, niet onder Napioïtan sn ook
niet dn de eerstiq jaren na hem. Natuiu>
lijk was ook de i Wlecnsche poSliitiei ver-
trou|w|d met het openen van bripv-enze
Wérden door haar interzipiert (ondjqr-
schept) en dan perlustrjert (gecopiëerd.
Het wjas begrijpelijk, dat (lit werk tijdens
het Congres' verhonderdvoudigd zo,u wor
den. Verder ^Tochten d,c, vreomdf|Li|ug!e!h
geen moment allfeen gcjlaten Worden, het
hoofd der politie moest van all hun doen
en laten op. do hoogte zijn Zoo werdén
er tlentall'en van personen tijdelijk in
dienst genomen om' do geëerde gasten
voortdurend Ite Kunnen bosiilionnieeren.
Er werden leden v'an dep adidl, kleine
renteniers, menschep die geen vast be
roep) hadden, inaar er |w|af bij wiilden vteir-
(liienen, in dienst genomtn, zonder dpt-
naar hun antceedemten geivrpagd wierd.
Het bureau jw'aar dé brieven geojiend
(wteidén, zou gerepd zijn. Maar er was nog
meer ted oen, die, ürvaren diplomlaten zou
den natuurlijk niet v'an (le post gebruik
ma kén; z'ij hadden hun eigen 'koeriers-
Vertrouwde hulsbe.dicndicp, idio in diepst
stonden van .de 'politie, zo.uldjqni kjljereumbr!-
gen den inhoud van dié papierinaudeh op
dé politie-hureaux Brengien, iwéar voor
al de wjlbeihlL'aden zorgvuldig moestm wior-
dén ontcijferd. Ook! half verkooSöc stuk-
kén papier uit dc li aarden moesten onder
zocht iwördcn. Werkelijk zij'n door diiit
nauwgezet onderzoek |bqc,l wat voornemens
aan den (lag gekomen, die dé: belangheb
benden gaarne gehqi.ni hadden gehoud|en.
Zoo kfwlamj dc Oostenfijksche riegaoring
te wfeton ujt een in epn papiermand ge
vonden stuk papier, dat de Fransehe re-
gcering voornemens' ,wtis Napoléon van
het eiland Elba op te lichten en na,a,r eon
meer ver af gelegen gebied te voeren. Op
zékel'en dag wérd een brief gevondpii van
do ex-koningin van Holllamd aan haar
broer Eugène, waarin zij' veirteldëi dat de
BoiiapBrtisten .in 1 Frankrijk' vja» plan
(wlaron ,hem als partijhoofd te erfennen.
Zoo wérd de Minjfeter van Oostenrijk
Metternieh, steeds ,op die hoogte gehouden
van hetgeen er buitten do vergaderzaal
Verhandeld Wérd. ,In ajfé kWngten zocht e,n
vond 'hij zijn verklikkers.
Behandeling \an duoikluniimen in
vorige eeuiMen.
In de „Arnhem'sehe Couraiit" Van G
Mei 1828; l,as mén het vo(l|goudlq aa'tli'ktl:
„Niettegenstaandé die groote verpldoln
ting 'wlélke ons vadeijljand altijd.' za,l blij'-
ven oehouiden aan den onsteMijkén lioog-
feeraar Guyot door de opi'jidliliing zijns
voortref lelijk™ instituut (ter ondiqr[wlij"zinig.
v.an doofstommen Gronipgen in 't jaar
17.9(1, van te'lelkb heilzame stichting dp
nu zalige ipiensohenviieind gpdurqnde 3.§
jaren, do heerlijkste' vruchten heeft mo
gen inoogsten, Jjlleok' hqt ons echter délzcl'
dlagen, dat ,er hier 1® Üiapdiq i;ee)d|g vrou-
ger enkelé voorbqifldou van zoodanig 011-
denwljjs hebben 'heston, Wïiflirv,an wij er
ouderen anderen pen m«t vülk'om'en zek'et-
hciid'kunnen (O'pigevcu, dat Iwiij om'dép spoe-
digen en gelukkigen uitslag dflr aangj^-
■wiende 'kunstmiddelen dje,r véTtnalfding djub-
oel Waardig keurden.
In de „Haarlcmscthe Courant van den
5 December JJld 'Wordt van Eplkhnizen
gemeldI t I 1 i
Wij hebben .hier onlangs' eep ntefk'wlaar-
dig prosf'stuK gezien van de schoonste der
kunsten, die namelijk, iwlaardoor 'dooven
en stom'inon .spreken Jjecreu en hot qnbor
iaalbarc voorrecht .•wlediqr veji'krïjgen oin
de. woorden van andere nnetaisehen wedien
te verstaan rin dien persoon va.n Jacob
Reynouis, zijnde ,21 jaar oud en gealil-
menteerd wjurdendié ,;ip ons ouiclp mann en
en vrouiwenbuis. Deze jongeling was van
zijne vroege .Mnds'ohhoid af aan doof ön
stom en ,het is door de bekwlam» onder.-
wijziing Van den heer Elebein, bqroemd
heelmeester alhier, .diat hij in den k'orten
tijd van 3 Iwjqkiai al hetgeen lie,111 voorge-
g'elogd iwierd, ioyér|liu,id; gicjLqzön en vrij ver
staanbaar uitgespi'okén heeft.
De medicijnen-
Koning Ernst August van Hamviven
had een afkeer van mleid'iclijnqn.
Eens kreeg dé koning leien ziekte,, dio
twélëeiilang aanlnielld.
De geneeshqeren sehrqvqn d'iunkjes en
pillen Voor; dodli tdlklena,als «qa fleseh of
een doos nvet poeders Verscheen, gelastte
d'e koning 'zijn kamerdienaar:
„Zet ze in dé kast."
Dieet, rust en geduld, (wlaron de eenige
middelen, wétttke Z. M. toepaste, die zich
eindelijk beter (vae(llde en zijin Ciotlusi terug
kroeg. t 1 J
Don eersten dag, dat hij' qpstond'ep
iwéer aan 'twer|kf ging, gaf1 hij: den ka,-
iniei'dienaar last al de lleschj^s on doos
jes met medicijnen uit dé kast te halen
en ze langs' den muur van zijn iwlqrklkh-
mcr te plaatsen.
D,an ontving hij de goneosh/qern, dia
heml liaddén! .bphandel'd. Ep toqn zij heUf
met zijn .beterschap, geluk )w|qnsöliten, woes
do koning hen op; d'e doozon ion fleschjes
langs d'en muur en vroeg: „Zoudt ge nijeiï
dorik'en, heerera, dat ik al lang begraven
Iwias, indien ik' dat alilles had geslikt?'!'
David en Balonmn-
In zijn jonge 'jaren leerdle S,chi|Iler ook'
harp, spelen. En ofschoon hij' geeai bisou
dere vorderingen onaokte, bqoeffcndo liijl
dlio kunst Ipeh mét grooten ijlver. E|eu
bu.urmian, Iwlien zijn orave.mnloedd stud)qq<
ren begon te vervélen, zeidei qpj zekeren,
d'ag ironisch tot dén dichter: „Gij" speelt
als David maai' niet zoo móói." „En gij,",
antnborcidö Sohilllfer onmiiddjelijK „spnqjkti
als Salbmon, lma,a^ niet zoo, Iwlijs."
De „Marseillaise"
Rouget do l'Islfe, de dic'htélr d|qr Mar-
seiMaise, Iwist .aanvapkélijlc in het gpl-
lieel niet, dat zijn „Chant, die Guiej-re do
l'anmiéo du, Rhin" in 1792 geschreven, die
later 200 algemeen heikeraden naam,1 krtif-
gon zou. H'ij' wlas in J.uui van genoemd
jaar alg ofllioier der genie "biqzig m.et het
organisoeiien van de verdediging jdjer vqi;-
sterklte plaats Huiningea aap, dé Ziwlit-
sorsche grens, toen hij1 van zïjln, motqcllqi' oeai
brief 'krce.g, waarin zij. hem vroeg wat
dat todijvoor een liedje jwlas, dat dpi „Miap-
Séillllaise" heette én da,t een troep. Imn-
dicteii in de straten van het stadje Lons-
le-Saunier, 'waar zij woonde, Raqd "schulll-
len. Zij1 hoopte dat d'e geruelitlep die het
maaksel pan thömi toeschreven, onjuist wla-
ren. Rouget antlwborddé, dat zij: gerust
kon zijn, daar liij' nooit iets had geselhrje-
ven, dat'„(MarseiJEhiise'' heeltte.
Tiwtee maandlen later, toien Rouget de
l'Isjlfe had! gdwlqigerd zich aan hét (teeraet
der Nationale Vergadering tB and«rfwter-
pen, en 'door Frankrijk zwierf, zicüi in
dorpicn en gehuoliten véirbergend', hoordé
liij op een goodten dag iqe.n boenepjlopgein1,
die hem in de bossehen der Vogezen tot
gids strekte, londedwteg een liedje neu
riën, met liet bekende refrain: ,„Aux ar
mies, oitoyens, fbrméz1 Vos bataikljons"....
Dat iWas züjtn hymne, Hij' vroeg dén Wnaatp1
Iwat hij daar zong. „Wjat of ikr daar zing?
Wel, dlat lis hot (Hied der MaTjsleillknien.
dlat za ide Marseiüüfaisie" noélmiem. Kent u
hel niet IcdloUqen z'ingt liet (hier. ABten
kien ik de woorden niet atllémiaal 15
Waarop Rouget ,de l'Isöfe uiltr|i*sp„Dan
zal ik ze voor je zingen." En niét dbndei-
ronde stern! 'zong hij in de eenzaamheid'
v'an het boseh „Le Chant dé guernel de.
l'armée du Rhin", dat zonder zijin tvleton
de „Marseillaise" gdwOrdé'n was. Toen hij
klaar w:as, vroeg hij dén verbluften bb.ee
renklnaap, wla,a.roinl het lied' de „Maïseiill'
laise" heette. „Omdat zei 't aljemiaal zoo
noemen", luidde ,'het antiwbord.
In het .diépst van de Vogazian vernam1
Rouget do l'Iale dus uit den mond) .van
een boeronjongein, dat liij de maker wlas
V|an do'„Marseillaise", d'ie «lans het natio
nale lliied van Franklfijfc Iwordan zou-
Ecu doodstrat-debat vóór 100 .("ar-
De doodstraf die in ons lawjf géflfekkig
miet inteer bestaat (in 1870 wjard zij' afge
schaft) vond reeds een éeuiwi geleden liane
bestrijders in de Bwhe'de Kataér, al was
hun getal nog niet groot.
„Een der dagbladen affidjus een cou
ranten-bericht Van Mei 1828 bevat dc
volgende op'gave van de (stemming in af-
deelingen in die T|w|e,ede Kamér d|er Sta-
len-Generaal, over .«énige dieiefflen van het'
ontwierp van wetboek op hot strafnegt
Van dio .75 leden hobblqn z'ioh 61 vonr hét
behoud der doodstraf en 14 tegen dezelve.
Verklaard: 7 'van dezé 14 D(.mtaten hlqbbfeh
voorgesteld om te beginnian mét, de dood'
staaf gedurende eqn zeker aantal jaren
op te jschort.en, tonoindiei door die proef1
beter over dc ïioodlzaklelijkhqid1 "van ha,ar
behoud ot' 'de mogelijkheid van hare af
schaffing te Icfunnen oordeollem. De ge
voelens zijn zeel' verdeeld gewéeet, ten'
aanzien ivan ,de bepaling der misld»!d(qn
dlie mét; den doold béhooildi3n gqsti'afl, te
Iwörden. 50 leden waren van oord|e|e)l|, dja,t
do doodstraf jvoor voorbqdachtén mhorld1
dlirmde behouiden ,tq |w|ordon, aoht' hunne»
hebben d'en kindérmOofdldoor dia moe
der uitgezonderd, ,en 8 andjera ld« vergif
tiging, 34 leden hebben geoordéalid 'd[nt idle
doodstraf behoorde, itpegepast te iwordén
Op de schuldigen aan hoogvfcnraad', 24 op
dc schuldigen aan brandstiiclitmg dek
nachts in reen beiwtoond huis, 33 ledwi
liebben voor ide gui®atiné geiStetaP, 6 voor
dé onthoofding door miiid|d'el penter valbijl
13 voor ,de galg, 13 voor de guillotine of
hel zlwhnrd en de galg. D'e giaesdsitrlaf is
met. eene 'ttnieerdethlelid' van 54 Stelmim!eii,
en dlien fvlan het ziwlaard over, lilét hoofd'
toet. eene mleérdterlicid' van 57 van d'e 68
etcimtaen verlwlorpén." 1
Studenten.
HoindérlJI jaren geleden bedjroag h|et aap
tal fitud'aniteu aan lie hbagascholen in ons
land', waartoe deS|tij!ds ook' nog België be-
hoord'e. nauwelijks 3000.
Op het Collegium' Philosophiouto' ware»
er d(in 1 Novclm'ber 1826 252 en ielllle de
ac'ad'eimie te Leinlian 536, te Utrecht 480,
le Gi'cmiugem 300, te Leuven 622, te Luik
481 on to Gen|b' 355 studenten.
Daar zijin er tegenwoordig heel' w,ajt'
m'eer. 0,0k al' neemt Imlen d'e toenam^ dier
bevolking in aanmerking.
Socrates'.
Toen dé veiimiaan3ie wijlsgeeri va'n hét
oudé Griekenlandl door zijin vijanïfen ter
d'oicd was ve.roordeelidl om hij' dien giftbeker
moest drinken, klaagde een zlijjnex vrienr
dën 1'uilde over lief lof, dat hij) onschulidjig
sterven mloestt.
„Zo,u het dan beter zijp", voegll'e So-
efatés hom k'a.Tm' en. bij wEj'ze, van vartroos-'
tinlg toe, „indien ik' soh'uLd|ig zo,u mioe"
ten sterven?" 1 1 II'