ZATERDAG 26 MEI 1928 NIEUWE ZEEUWSCHE COUItANl In 't kraaiennest. KERKNIEUWS Gekke gesprekken j ONZE DAMRUBRIEK ALLERLEi ■HHHH ^niUIII lUWv WmiHHWWMM—MMMBa Da wereld oVer dertig jaar. De vorige 'wteék' hgeft er door de pers een artikeltje jgeeireuleercl', iwlaaxin vwvot iWlaron eenijp (voo,flSp>jtjllingen van zeer ge leerde heeren, De mannen (dier iwieteaschapi hadüen eens extra hun hersenen urn iwlerkjing gezet, oin Vervolgens te 'gaan profotmen, hoe of' de twlereld er ,over dertig jaar ,niiiK zalll zien. Niemand zal .kunnen zeggen, dal die voorspellingen in ,h:et fll'gemeiejn van d'ion aard wtaen, :dat men er gqqgtdpiitig van wordt. Dio eereplaats iiwielrd' gegund' pan den Engelschen professor Lolw', die del „ver blijdende" mededleicjlling deed, dj'at over dertig jaar ide studie van het atoom :eo de toepassing (van d<<> saimieogesteble schei kunde, ons geleerd zullen hebben, om mét m,og drastischer wapens dlan tibans, de. imen- fiehen te .verdelgen. Gifgasboni en vljam1- msnspuit vindien 'de heeren. uitvinders be paald nog ,tc liefelijk 0111 hun evienimasten uit den weg te ruimen, en dag en uaeht zijn die <w|eïdoeners der maatschappij' 'be zig. om nog iwl'eedcT m'oordtuiig samen te sleliLon voor d'e oorlogvoerende- mbig>eiud- hoden. Het vl'iegwlezen volgens den Fran- «chen monsieur iEsmault-PeClteriiiei vim -dio dertig jaren |reuisachtóg zijn toegenomen. De lucflit ,zpl er van Iwlemeïeii on do voet gangers, of wielrijders die nu hoofdzake lijk' er voor moeten oppassen, om nieit door een auto ,tp wprdien dioodgteire/l/en, zulffto dan ookl specliaal er voor moeten willeen, om niet ,door de schroef Van can vliegtuig aji noodlanding wit cflk'aar te wjorden gesla gen; hiertegen ,staat. dan de troost, dat ookl de automobilisten '11 Wijten tik van zoo'n vollende vlieger Kunnen krijgen. Het zal dus ongetwijfeld over deirt.ig jaar een ivroolijKo gesdhujeidienis Worden. Toeli is i«r nog_ één troost. 1 Prof. Pin Emianuelle van de Vatieajin- sche sterrenwlacht, zegt dat ovw driemaal tien jaren, Wérkelijk buiitieinaardsche rei zen gemaakt ikunnen Worden. Verpakt in oen soort vuurpijl, znjll het mogejlijkT zijn oml m'enseheu .«Aar de m'ajin of' naar de 'planeten te .schieten. Uitsluitend zullen ei; echter enkele- re.isbiljetten Woeden verkocht, daal' do passagiers naar alle lw|a,arschijnlij"kheid' te pletter zullen vallen of bij Behouden aan komst, geen kanon vinden, wlaar z'e weer mier naar de a.ardlo pfgevuurd' kunnen IwOrdion. i 1 Men zal dan goed! doen, dloor zbpdjer genade alle uitvinders op dlelze m'onior |w|eg to .werkten. De aarde zou er, iwleior he©l' wat rustiger, Vriendelijker en mooiier op Warden, kijkt ons zoa toe. 1 UITKIJK. 't "Wjus een sombere, kille November dag; vroeg vief die schqmér. De onrust van .Blans veranderde nu in vrees, 'n Apgstigo tegenzin bekroop hem1 voor dat aangekondigde bezoek. Bij tlje holf-ged,o,oid<o kachel zat hij' in benauwen den tweestrijd. Vergeten gewaande beeidtn f' 1 it,s,ï'ilui.den. zijn starende pogen voorbij. Tegen d'e neiging omi'in deqmoed to zwich ten, kwaimi yvrokkige trots in vetezet; miet de behoefte zic.h to .geven aan God kiajmpte dc booze lust tot hardnekkige pp,st,a.ndig- lieid. Inwendig verscheurd door t.wijfel, be speurde iiij. plotseling met schrik, da,t do avoniddpnkerte alles verlui ide en in oen on- bored'emeerdon aandrang liep hij naar dis buitendeur en grendelde djie. Topn, ge hurkt voor hat kamerraam, loerde hij als een roofdier naar buiten. En even 1 art er vu,urdc in 't d|uiaterzw.a.rte het gloeiende oog van een zaklantaarn, danste een licht vlek met wisselende sprongen nader. „Daar is hij", vloog 't door Plans' brein. Hij lie,t zich pla.t vallen tegen den vloer, hield den aileimi in, had slechts dje gedachte Cn d'en wil, den, priester buiiten te hoiuden. Do deurklink werd klikkend hewogen, tegen do deur word geduwd1, cn geat,ooiten. N11 stond pastpor voor 't raam', nu tuurde bijl naar binnen; tikte op 't vensterglas. Uc nagels geklejmidl in de hand en dg spie ren gespannen, dl'uk te Blans zicih vastier vegen den grond'. Een martelende stilte en dan hoorde hij stappen, gedqmjpitl d^or 't gras, zieli verwijderen. Voorzichtig richtte 'Blaas zich pp. Maar, wat was dat? Een plons? Een kreet? Wild' bonsde zijn liart in uiterste spanning luisterde hij toe... geen geluid... geen gerucht. Zon de pastoor...? Moest hij; te hulp vliegen? Maar dan kwajmj zijn, l,afheitll uit. Heb zou verbeelding geweest zijn; hij had immers 'u lampje... zou dat geweigerd hebben? Onzin, onzin! Hij strompelde naar de kachel, ging zit ten, stond weer pp, liep tastend naar 't achterhuis, zocht driftig naar lucifers. Eindelijk flikkerde '11 kaarsvlam' in de lantaarn. Na,ar buiten? Jachtig liep hij langs 't landpad cn liet 't f lauwe licht schaimpschieten. tegen wei en water. Niets, niets te .zien. „Verbeelding", mcosimuild|e hij. „Tc laat" spookte het in hqml. Een afkeer van zichzelf bekroop, hc(mi .Wa» 't wroeging? 't W;as nog géén dag toen hij: zijn slaap- looze rust beëindigde en naar zijn werk ging'. Schuw slao,p hij door de klamme :niist dampen. Rillend van kou en weerzin, schrikkend 0|m! niets, ging liiji verder. Hij zou er den mioed toe gemist hebben, zoo ne onrust heimi niet gedreven had. B,ij| zijn haas zou hij: zekerheid' krijgen; di,e was kerkmeester. Mot gespitst gehoor; beluis terde hij' scherp dc gesprekken, maar Cr werd' niet gerept ovor den pastoor. Goed deels gerustgesteld ging Blans 's avonds weg. Eerst 'n paar dagen later vernam' h ij yd! at. pastoor d|oor een longontsteking zwaai' Ziek lag. 's Zondagsavonds was pastoor, werd' er bijverteldl, met gedeelte lijk natte kleeren thuisgekomen; bij1 huis bezoek wjas hij in „de Meer" in een sloot gestapt; de juiste omstandigheden wis't men nog niet. Ontsteld kald! 'Blans 't ver baal aangehoord'. Nu toch. kwam' alles uit. Pas|toor zou 't wel verteld' hebben en Dinuenkort wist 't geheele d!orp| het na tuurlijk. Iedere boen zou hqmi van 'it erf jagen; nu moesten ze hem' al nie.t erg. Pijnigend' wroette oen onbestemde beducht heid in zijn binnenste, au Blans was ver blind' en onredelijk genoog, om' 'de schul() niet bij zich, niiaar bij: dén pastoor to 'Zoe ken. Op sopimige momenten kon liiji di.en grijzen herdér haten. „Waaropn had! die zwartrok zich met hem bqmoeid?" Hij, Blans, had geen pastoor noodlig!" Veel werd' er ovor pastoors ziekte en die oorzaak daarvan gesproken, mla.ar hoe Blans ook argwanend' en schichtig toehoor de, er was geen iwoordl bij, dat liqmi bezorgd behoefde te (maken'. De dagen verliepen en lapgzaajm her stelde pastor bonus. Op: zekeren mid|dug hoordé Blians, dlat de baas bijl hqml op be zoek geweest wias. Zijn hart krojmp, in; zpn werk deedl hij in een roes. Bij 't avond eten kwajm do boer terug. Met .gebogen hoofd', alsof hij| nu dén genadeslag ver wachtte, zat Blans or bij. „Hoe was 't |meb meneer pastoor?" vroeg de boerin. „Nou dat gaaf, wonidierbest; hij: was erg vlug", zei de boer. „Heb je nu nog gevraagd!, hoe hij toch eigenlijk te water is geraakt?" „Ja, hij, wou naar iemand' hier in „dé Meer" gaan." „Naar wie?" "t Suisde gonzend! in Blans' hoofd; 'it leek. of hij déor den grond zonlc. „Een van imfn schaapjes, zei-de". Dien avond' begon Blans iets te 'begrij pen van. de liefje «11 wjjsheid van 'n goe den herdér; dat, „ik koimi fits ',t donker, is", dat barmhartig zwijgen over zijn ervaring. Er klopte iets vreejmds in, Blans, iets weeks, dat hij verstorven, waande. E11 op een Zondag in de,n Advent, spra ken de boeren 011 boerinnen er over, dat pastoor zoo mooi gepreekt had aandoen lijk bad'oeldoni zo en z'e spraken er ook over, dat. Blans te kerk was geweest-, doch 't verband tusschen die twee dlingen, wisten alleen God cm pastor bonus. Op het Hoogfeest van Pinksteren. Les uit d'o Handelingen der Apostelen. II. 1 11. AU die dagen van het Pinksterfeest ver vuld' wei,don, waren a.lle Lieerlingen te zomen in dezelfde, plaats; plqtselijk mi kwam, er een gedruiach uit tlion helmet, als van oon sterken opkomenden wiinfh eB, ver vulde het gcheelo huis daar zijl zblten; cn hun verschenen verdeelde tongen, gelijk vuur, welke boven oen ieder van ben ver bleven; zij nu werden allen vervuld imiet dc-n heiligen Geest,, cn begonnen verschei dene baten ie- opreken. Daar woonlden 'te Jeruzalem J,cden, godsdienstige ménnen va® pilo volkeren,, welke ondér dien hompl zijn. Toen dit gerucht zich ilian verspreid de, kwalm, er eeme menigte U' zajnPn, en was geheel, verslagen dat een j,edjer hen in zijne taal. hoorde spreken. Zij allen waren verbaasd' en verwonderden zich, en zeiden ziet, zlijin a,f. deze, dlio daar sproken, geenc Giaililéëvs? Hoe hooren wij' dan elk onze tol, waarin wij geboren zijn: Poqtera, Ma deira, Elalmiitcrs ein bewoners va-m Meaopio- taimii.e, Judca, en Oapadioeie, Ponit,u,s en Azië. Pilij'ygie en PaimphBlie, Egypte cn het lanid' Libye, hetwelk öm|stree,ks Cyrene iligt, als ook vreemdelingen van Rome, Joden cn bekeerlingen, Ureters 'Mi Ara- biërs; wijl hebben; hen in. onze taten Gods groote dlaldein, hooren verkondigen. Evaingfilie, Joannes. XIV. 22 31. In Ulien tijde zeide Jez'us tot zjjne Leer lingen: zoo icmlantl! mn'i.j bqmint, lllie zal imijin wooiid' onderhouden, en mijn ,V,a.i\er zal fi'ömi bqmjm,linnencn wij, zullen bij hem krlmciii en ons verblijf bij hqmi nqmën. Dio mij niet bemint, onderhoudt (mijne woorden niet. En hot woord', Idlat gij gehoord hebt, is het Imiijine niet, mia,ar des Vaiders, die mij gezeul,den heeft. Dit heb ik u ge,zegld( toen i.lc bij u was. Maai' dé Vertrpoater, de II. Geest, dien da Vader in mijnen naam zal zenden, dlio zal! u loeren, on u alios herin neren, hetgeen ik u gezegd' heb. Ik laat u vred'e, ik geef ui im|ijin«n vreldie; ik geef 11 dion niet geliijik de wereld hein! geeft. Uw hart zij niet ontsteld', noch bevreesdi Gij' hebt gehoord', dat ik u gezqgd hob: ik ga cm ik koiml tót 11. Indien gijl Itnlijl bciminld'et, gij zoudét n gewis verblijden, omdat, ik tot Aon Viad'er g;adewijJ' dje Vaclier grooter is dam ik. En nu heb ik liet gezqgtli, eer lieili geschiedtopdat als het zal gesahicdem, gij zoudet gellioovan,. Ik zal niet veel meer met u sprekon. iVianit' de vorst Idlezer wereld wet,e, lila.t ik dein Vadjr bemin, cn zoo doe, gelijk de "Vader miij gebodpn, heeft. •«■■■■«■■■■■■■a m RETS-A VONT UREN. „In de. .Watte Zee wias dia k'oitde zóó hevlig, dat iwle onz'e bonden niWI. Winden streelen." „Hoezoo niet?" „Hun staarten (waren zoo stijf bevro ren. dat ze afbraken, ,a,ls ze ieir mee kwlis- pelden." j 1 EEN MOEILIJK VRAAGSTUK. Baron d'e Rothschild, de Parijsdhc mlil'- lionair, te (as .bekend om: zijn (liefdadig heid. Eiken clag iwlerd hij op allllariqi ma nieren lastig .gevatp.cn door mianschen, die van zijn goedheid Iwfclden profitasren Ondanks ajpe .Voorzoirgen, |w|istan hijde- liande gelukzoekers jtot helm door 'te drin gen au die barr|i,cad)e,''wlejWe hij in den vorm1 van Eécretalissen cn assitMnibanfani' zijn per soon liad opgdwlorpen, te overschrijden. |Een Ivan die dkianUeaiklken ïj'igd'e den toe stand Waarin b;ij veiicherdé, aan diqn filan troop voor en vroeg hem' 10.000 fr's. ter leen. Dat jwlas iir'den tijd toen 'dia Frausche munt nog 'VOltelaardig was en een bedrag van 5000 gulden vertegen|wloordigdiej. De Rothschild JwiiJllde ei; niets van wbteu. Na lang heen en wqqr gepraat, inlaakite die 'financier er een einde aan, door tegen den man te zeggen: „KijiJ erqis, aan 10.0110 francs leenen denk" ik vooralfsnog niiet. Iteizal beglinneai miet j,q 5000 frames te geven. H'ij schelde zijn secretaris 011 gaf lieur order ;de cheque gereed te maken. Toen de miau het liTlaardwvoOBq papier in haudiun had, jz. i hij mét zijlu onnoozlelstq gezicht- I „Eigenlijk', im'ijnheer dc baron, „zij'n wia nu quitte." .„Quitte, hoe bodoiel. u dajFi' Heel cenvoudiig," mijnBflar de "baron. ..Als allies goed gaat, krijgt u fi's. 5000 rvftn m'ij." „Juist." „Eu ik' nog 5000'frS. van u." „Ja." „Zijn |w'o dan niet quitte?" OPSNIJiERS. A.: I'lii heb een neger gqzian, dié zoo donk'er teks, dat ik licht moest mtiken om hqm te zien." B.„Zou telat! Ik'heb een man onttabet, dio zoo iipager was, dat hij t'wedmlaal moest binnen k'óm'en vo,oi' ik hem waari- uam KI NDER-INTERVIEW .VriienidHij'kle oude da mé, tot 'dorpskind „Zoo, liefje, 'wlieus piéisj® ben jij'?" Doripriklüi'd, vingertje in mond'je: „Moe ders meisje." Vriendelijke oud'o damlq: „Ja, ja. Maan iwlaar W0011 je?" Dorpskind): „Bif imhedier!" Vriendelij'k'e oude .dajnie: „NatuiuÜfijlkk Maar |w|a.ar woont mloeder?" Dorpskind; „Bij ons!" DAMPROBLEEM. Zwart: 8. 1 2 3 4 5 46 47 48 49 50 Wit: 10. Oplossing vorig probleem. I)e dia,gi'aim(stanUt in cijfers was: Zwal'lt 10 Bekijven! op 3, 68, 13, 17, 19, 22,, 28 en 36. Wil, 10 schijven op 16, 20, 23, 30, 34, '38, 39, 41 ,43, 44; witl speelt kier als eersten zet zieer verrassend cn, orilginqel 23x3211, ver volgens 30- 24, 32—27, 16 x9 en 24x22 wint! Correspondentie over deze rubriek wordt niet gevoerd. I)e drooglegging'. Wat is het eigenlijk:, dat de Ver een igde Staten leirvan w'eerhoudt hun on gelijk' te erkennén ten opzichte 'tan de drooglegging? De ldroo|'.|l(ejgl'giei'S hebbten, het oenige jaren igqleden, onjnidde®[jk' na den oorlog .toon (wie wieten tet niet botav te karakterieeeiien een golf van gocd- 'wlilllend 'puritanisme over de wereld ging, goed gehad. .In verséhilpiende landen was men het ,groote Améri'kaausche gemeente- best voorgegaan of volgde men heit in zijn. poging om hot land van don alcohol te bevrijden, niet .wetende dat men met het droogleggen van dezë bron van ellende veel grooter zonde binnenhaalde. Behalve de Vereen'igde ,Staten mochten de, afschaf fers or zilch op beroemen, dat Canada, Groenland, Noorlwégen, Finland, de Isjh- m/ietisdhe landen en het Sovjetgebied ge zuiverd wjaren ivan den aleoholHuml'. Was er een .mcrkwiaardigéi' verandering van de iwiereldkhart denkbaar dan d.czie:? Maar op het oogenblik is het beelld dat. deze kaart te aansehoulwien geeft wel gelieilf anders. Het, eenige droge gebied is nog da,t van d,e. Vereemgde Sta,tem en men k'an het; dage lijks liezen, ,d)ic (hoogheid bestaat alleen.... in naam. Laat; ons even aan de hand va» w|d.t U©(„Paris Times" daarvan vertelt na gaan hoo het met de droogleggerij in de verschuilende landen, idiilei al va.n d|6 zege ningen van liet droge rogi'mp hebben ge noten, is igegaan. j Canada. Er is een tijd geWcest, dat ge héél Canada. |droog was. Togenwoordiig heeft heel: Canada, op die kluatprovinciies na, het droge stelsciS vaar(wie(l gezegd. Britsdh Columbia, heef't in 1920 een sy steem ingevoerd, Jwpiarbij alcohnljisehti dranken mogen Jwlorden Verkocht ondélr staatscontrole; Quebec in 1921; Manitoba en Alberta In 1923; Saskat sjéwan in 1921; Ontario in 1926; Nieujwt Schotland schafte in 1924 de drooglegging af'. Rutland had do drooglegging pjb ooiloalsmateriaal aan vaard. De 'Czaar had den verkoop, va.n gedisliHllcerd in ,1916 verhiodem, maar '\c,n verkoop van jwljn en bier bij' plaatsdlljike keuiZii Vrijgelaten. In 1921kn'lT'd de vurkoolp van w'oikft van 11 w'eer toegelalieai. In 1923 stond, men den verkoop van, andéide gediistilléerd wéder ,toe en in 1925 gaf men Verlof tot d'en verkoop va.n wlodika va,11 4(1 0/0 en van whiskey van 60 _e/°- Turk'ijb had de prohibitiq aanvaard in zijn Aziatii'séhe provincies iep t.oen Constant,i- nopel in handen van den Nationallisleh Iwias gekomen, werd het 'aveno'ns drooggt>« legd, lm.uu' de vreugde duurde' maar Ik'ort Turkije sdlvaf'te ,iji 1924 de drooglegguig af en isteldc hot Staatgnionopailije, in voor den veik'uop, den import cn dié vervaardi ging van aïcohoüjistahe drank'en. Noouwtegien verbood in 1917 den verkoop, van gedistil- loerd van hoven da 12 0/0. AJraa na (tan oorlog'wérd ldc wettdKijh]' toiqgiTaten SteHTo gebracht op 14 0/0. Even laiter op 21 0/0. In October van 'het vorige jaar) wlea'd zelik op deze veil mw gem(a,iiigd« droog legging tcrugaékbm'en. ,Z'wle,den Sprak zich in 1922 tegen do rirooglegginiéj uit mjqt eon «meerdéibeid van (45000 sWmlmen en nam een twlet aan, regiilendo den vefkkxipi onder staatscontrole. Zoo sijn Canad.i', Rusjlfamd/ dc Muzeibmahsche ilianden «11 het groa.tc, deel der Scandinavische ÖJandtqn, iwtaer nat. .Van het Wpcuer Uimgries. Men herinnert zich nog' Iwtd, dlat tijetóns djen (wsreldoorljog het pjostgqh-eiipU gerer geld .werd opgehevpu en dat dp qeaauuii in da oorlogvoerende 1Jjanid|e|n vaorkiuircpdl bri.cven en qnistziendiingtqn opendo. „Opened1 by Censor", stond er,'.telkens ppd|e, briiejvqu en zendingen (te tezqu? Hoe het jyroeger inpt het ppslgélieimi gesteld |w|as, verhaaljt pep nnedewieirikfc'i; van de „N. R. Ct." 'in een verha,ndie|t.ing over het congres van Wecpen, dat na den val van Nappüeon bijeen 'Ewbpr. Er werd daar danig tegen het ppstgehC|im gezon digd en de conceroerendp fjartijep, dlie tooh bijna nllih bbndgenootein Waren gep wéost, bespionneprdén elkander, om heit zeerst. „Postgeheipien," zegt dief sdhrijver, „bestonden er nigt. Nijejt vóór Ho groote revolutie, niet onder Napioïtan sn ook niet dn de eerstiq jaren na hem. Natuiu> lijk was ook de i Wlecnsche poSliitiei ver- trou|w|d met het openen van bripv-enze Wérden door haar interzipiert (ondjqr- schept) en dan perlustrjert (gecopiëerd. Het wjas begrijpelijk, dat (lit werk tijdens het Congres' verhonderdvoudigd zo,u wor den. Verder ^Tochten d,c, vreomdf|Li|ug!e!h geen moment allfeen gcjlaten Worden, het hoofd der politie moest van all hun doen en laten op. do hoogte zijn Zoo werdén er tlentall'en van personen tijdelijk in dienst genomen om' do geëerde gasten voortdurend Ite Kunnen bosiilionnieeren. Er werden leden v'an dep adidl, kleine renteniers, menschep die geen vast be roep) hadden, inaar er |w|af bij wiilden vteir- (liienen, in dienst genomtn, zonder dpt- naar hun antceedemten geivrpagd wierd. Het bureau jw'aar dé brieven geojiend (wteidén, zou gerepd zijn. Maar er was nog meer ted oen, die, ürvaren diplomlaten zou den natuurlijk niet v'an (le post gebruik ma kén; z'ij hadden hun eigen 'koeriers- Vertrouwde hulsbe.dicndicp, idio in diepst stonden van .de 'politie, zo.uldjqni kjljereumbr!- gen den inhoud van dié papierinaudeh op dé politie-hureaux Brengien, iwéar voor al de wjlbeihlL'aden zorgvuldig moestm wior- dén ontcijferd. Ook! half verkooSöc stuk- kén papier uit dc li aarden moesten onder zocht iwördcn. Werkelijk zij'n door diiit nauwgezet onderzoek |bqc,l wat voornemens aan den (lag gekomen, die dé: belangheb benden gaarne gehqi.ni hadden gehoud|en. Zoo kfwlamj dc Oostenfijksche riegaoring te wfeton ujt een in epn papiermand ge vonden stuk papier, dat de Fransehe re- gcering voornemens' ,wtis Napoléon van het eiland Elba op te lichten en na,a,r eon meer ver af gelegen gebied te voeren. Op zékel'en dag wérd een brief gevondpii van do ex-koningin van Holllamd aan haar broer Eugène, waarin zij' veirteldëi dat de BoiiapBrtisten .in 1 Frankrijk' vja» plan (wlaron ,hem als partijhoofd te erfennen. Zoo wérd de Minjfeter van Oostenrijk Metternieh, steeds ,op die hoogte gehouden van hetgeen er buitten do vergaderzaal Verhandeld Wérd. ,In ajfé kWngten zocht e,n vond 'hij zijn verklikkers. Behandeling \an duoikluniimen in vorige eeuiMen. In de „Arnhem'sehe Couraiit" Van G Mei 1828; l,as mén het vo(l|goudlq aa'tli'ktl: „Niettegenstaandé die groote verpldoln ting 'wlélke ons vadeijljand altijd.' za,l blij'- ven oehouiden aan den onsteMijkén lioog- feeraar Guyot door de opi'jidliliing zijns voortref lelijk™ instituut (ter ondiqr[wlij"zinig. v.an doofstommen Gronipgen in 't jaar 17.9(1, van te'lelkb heilzame stichting dp nu zalige ipiensohenviieind gpdurqnde 3.§ jaren, do heerlijkste' vruchten heeft mo gen inoogsten, Jjlleok' hqt ons echter délzcl' dlagen, dat ,er hier 1® Üiapdiq i;ee)d|g vrou- ger enkelé voorbqifldou van zoodanig 011- denwljjs hebben 'heston, Wïiflirv,an wij er ouderen anderen pen m«t vülk'om'en zek'et- hciid'kunnen (O'pigevcu, dat Iwiij om'dép spoe- digen en gelukkigen uitslag dflr aangj^- ■wiende 'kunstmiddelen dje,r véTtnalfding djub- oel Waardig keurden. In de „Haarlcmscthe Courant van den 5 December JJld 'Wordt van Eplkhnizen gemeldI t I 1 i Wij hebben .hier onlangs' eep ntefk'wlaar- dig prosf'stuK gezien van de schoonste der kunsten, die namelijk, iwlaardoor 'dooven en stom'inon .spreken Jjecreu en hot qnbor iaalbarc voorrecht .•wlediqr veji'krïjgen oin de. woorden van andere nnetaisehen wedien te verstaan rin dien persoon va.n Jacob Reynouis, zijnde ,21 jaar oud en gealil- menteerd wjurdendié ,;ip ons ouiclp mann en en vrouiwenbuis. Deze jongeling was van zijne vroege .Mnds'ohhoid af aan doof ön stom en ,het is door de bekwlam» onder.- wijziing Van den heer Elebein, bqroemd heelmeester alhier, .diat hij in den k'orten tijd van 3 Iwjqkiai al hetgeen lie,111 voorge- g'elogd iwierd, ioyér|liu,id; gicjLqzön en vrij ver staanbaar uitgespi'okén heeft. De medicijnen- Koning Ernst August van Hamviven had een afkeer van mleid'iclijnqn. Eens kreeg dé koning leien ziekte,, dio twélëeiilang aanlnielld. De geneeshqeren sehrqvqn d'iunkjes en pillen Voor; dodli tdlklena,als «qa fleseh of een doos nvet poeders Verscheen, gelastte d'e koning 'zijn kamerdienaar: „Zet ze in dé kast." Dieet, rust en geduld, (wlaron de eenige middelen, wétttke Z. M. toepaste, die zich eindelijk beter (vae(llde en zijin Ciotlusi terug kroeg. t 1 J Don eersten dag, dat hij' qpstond'ep iwéer aan 'twer|kf ging, gaf1 hij: den ka,- iniei'dienaar last al de lleschj^s on doos jes met medicijnen uit dé kast te halen en ze langs' den muur van zijn iwlqrklkh- mcr te plaatsen. D,an ontving hij de goneosh/qern, dia heml liaddén! .bphandel'd. Ep toqn zij heUf met zijn .beterschap, geluk )w|qnsöliten, woes do koning hen op; d'e doozon ion fleschjes langs d'en muur en vroeg: „Zoudt ge nijeiï dorik'en, heerera, dat ik al lang begraven Iwias, indien ik' dat alilles had geslikt?'!' David en Balonmn- In zijn jonge 'jaren leerdle S,chi|Iler ook' harp, spelen. En ofschoon hij' geeai bisou dere vorderingen onaokte, bqoeffcndo liijl dlio kunst Ipeh mét grooten ijlver. E|eu bu.urmian, Iwlien zijn orave.mnloedd stud)qq< ren begon te vervélen, zeidei qpj zekeren, d'ag ironisch tot dén dichter: „Gij" speelt als David maai' niet zoo móói." „En gij,", antnborcidö Sohilllfer onmiiddjelijK „spnqjkti als Salbmon, lma,a^ niet zoo, Iwlijs." De „Marseillaise" Rouget do l'Islfe, de dic'htélr d|qr Mar- seiMaise, Iwist .aanvapkélijlc in het gpl- lieel niet, dat zijn „Chant, die Guiej-re do l'anmiéo du, Rhin" in 1792 geschreven, die later 200 algemeen heikeraden naam,1 krtif- gon zou. H'ij' wlas in J.uui van genoemd jaar alg ofllioier der genie "biqzig m.et het organisoeiien van de verdediging jdjer vqi;- sterklte plaats Huiningea aap, dé Ziwlit- sorsche grens, toen hij1 van zïjln, motqcllqi' oeai brief 'krce.g, waarin zij. hem vroeg wat dat todijvoor een liedje jwlas, dat dpi „Miap- Séillllaise" heette én da,t een troep. Imn- dicteii in de straten van het stadje Lons- le-Saunier, 'waar zij woonde, Raqd "schulll- len. Zij1 hoopte dat d'e geruelitlep die het maaksel pan thömi toeschreven, onjuist wla- ren. Rouget antlwborddé, dat zij: gerust kon zijn, daar liij' nooit iets had geselhrje- ven, dat'„(MarseiJEhiise'' heeltte. Tiwtee maandlen later, toien Rouget de l'Isjlfe had! gdwlqigerd zich aan hét (teeraet der Nationale Vergadering tB and«rfwter- pen, en 'door Frankrijk zwierf, zicüi in dorpicn en gehuoliten véirbergend', hoordé liij op een goodten dag iqe.n boenepjlopgein1, die hem in de bossehen der Vogezen tot gids strekte, londedwteg een liedje neu riën, met liet bekende refrain: ,„Aux ar mies, oitoyens, fbrméz1 Vos bataikljons".... Dat iWas züjtn hymne, Hij' vroeg dén Wnaatp1 Iwat hij daar zong. „Wjat of ikr daar zing? Wel, dlat lis hot (Hied der MaTjsleillknien. dlat za ide Marseiüüfaisie" noélmiem. Kent u hel niet IcdloUqen z'ingt liet (hier. ABten kien ik de woorden niet atllémiaal 15 Waarop Rouget ,de l'Isöfe uiltr|i*sp„Dan zal ik ze voor je zingen." En niét dbndei- ronde stern! 'zong hij in de eenzaamheid' v'an het boseh „Le Chant dé guernel de. l'armée du Rhin", dat zonder zijin tvleton de „Marseillaise" gdwOrdé'n was. Toen hij klaar w:as, vroeg hij dén verbluften bb.ee renklnaap, wla,a.roinl het lied' de „Maïseiill' laise" heette. „Omdat zei 't aljemiaal zoo noemen", luidde ,'het antiwbord. In het .diépst van de Vogazian vernam1 Rouget do l'Iale dus uit den mond) .van een boeronjongein, dat liij de maker wlas V|an do'„Marseillaise", d'ie «lans het natio nale lliied van Franklfijfc Iwordan zou- Ecu doodstrat-debat vóór 100 .("ar- De doodstraf die in ons lawjf géflfekkig miet inteer bestaat (in 1870 wjard zij' afge schaft) vond reeds een éeuiwi geleden liane bestrijders in de Bwhe'de Kataér, al was hun getal nog niet groot. „Een der dagbladen affidjus een cou ranten-bericht Van Mei 1828 bevat dc volgende op'gave van de (stemming in af- deelingen in die T|w|e,ede Kamér d|er Sta- len-Generaal, over .«énige dieiefflen van het' ontwierp van wetboek op hot strafnegt Van dio .75 leden hobblqn z'ioh 61 vonr hét behoud der doodstraf en 14 tegen dezelve. Verklaard: 7 'van dezé 14 D(.mtaten hlqbbfeh voorgesteld om te beginnian mét, de dood' staaf gedurende eqn zeker aantal jaren op te jschort.en, tonoindiei door die proef1 beter over dc ïioodlzaklelijkhqid1 "van ha,ar behoud ot' 'de mogelijkheid van hare af schaffing te Icfunnen oordeollem. De ge voelens zijn zeel' verdeeld gewéeet, ten' aanzien ivan ,de bepaling der misld»!d(qn dlie mét; den doold béhooildi3n gqsti'afl, te Iwörden. 50 leden waren van oord|e|e)l|, dja,t do doodstraf jvoor voorbqdachtén mhorld1 dlirmde behouiden ,tq |w|ordon, aoht' hunne» hebben d'en kindérmOofdldoor dia moe der uitgezonderd, ,en 8 andjera ld« vergif tiging, 34 leden hebben geoordéalid 'd[nt idle doodstraf behoorde, itpegepast te iwordén Op de schuldigen aan hoogvfcnraad', 24 op dc schuldigen aan brandstiiclitmg dek nachts in reen beiwtoond huis, 33 ledwi liebben voor ide gui®atiné geiStetaP, 6 voor dé onthoofding door miiid|d'el penter valbijl 13 voor ,de galg, 13 voor de guillotine of hel zlwhnrd en de galg. D'e giaesdsitrlaf is met. eene 'ttnieerdethlelid' van 54 Stelmim!eii, en dlien fvlan het ziwlaard over, lilét hoofd' toet. eene mleérdterlicid' van 57 van d'e 68 etcimtaen verlwlorpén." 1 Studenten. HoindérlJI jaren geleden bedjroag h|et aap tal fitud'aniteu aan lie hbagascholen in ons land', waartoe deS|tij!ds ook' nog België be- hoord'e. nauwelijks 3000. Op het Collegium' Philosophiouto' ware» er d(in 1 Novclm'ber 1826 252 en ielllle de ac'ad'eimie te Leinlian 536, te Utrecht 480, le Gi'cmiugem 300, te Leuven 622, te Luik 481 on to Gen|b' 355 studenten. Daar zijin er tegenwoordig heel' w,ajt' m'eer. 0,0k al' neemt Imlen d'e toenam^ dier bevolking in aanmerking. Socrates'. Toen dé veiimiaan3ie wijlsgeeri va'n hét oudé Griekenlandl door zijin vijanïfen ter d'oicd was ve.roordeelidl om hij' dien giftbeker moest drinken, klaagde een zlijjnex vrienr dën 1'uilde over lief lof, dat hij) onschulidjig sterven mloestt. „Zo,u het dan beter zijp", voegll'e So- efatés hom k'a.Tm' en. bij wEj'ze, van vartroos-' tinlg toe, „indien ik' soh'uLd|ig zo,u mioe" ten sterven?" 1 1 II'

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 6