OOSSE
ZIJDE
GOES
RWER
R.
ERKEN
KWAST"
Tweede Blad
IEGEN.
OB SNOODIJK
UITGEVOERD
K
RIEVEN I
ÏCHE COURAN 6
NIEUWE ZEEUWSCHE COÜRAN r
R EL.
ADRES!
f f 67,50
r, GOES. 16351 50
HYPOTHEEKBANK
1JMEGEN Tel. 2865
KERKNIEUWS
direct beschikbaar.
feuilleton
De vreemde vriend.
Voor onze vrouwen.
Ontspanningslectuur.
Nuttige wenken.
In 't kraaiennest
INBEVELENE:
IRIAANSTRAAT, GOES
16346-60»
ZATERDAG 7 APRIL 1»28
LLENDE
>ESSINS
ootst mogelijk
assortiment,
bieden u hierin
beste voor de
agste prijzen.
;leede en onbe-
ie Wiegen vanaf
jenvoudigste tot
lodernste uitvoe-
in alle prijzen
anaf f 4,65.
azijn „De Ooievaar"
St. Adriaanstraat
Wijng str. Tel. 215
rai
Glaspapier,
c
en, Dweilen,
nts per kilo,
nts per kilo,
lipolin", enz.
ndrlkskinderenstr.45, Goes
iS
98'/a
Beleedigend en verwarrend.
.Woorden, op meetings en propaga.nd.a-
vergaderingen, moeten niet op 'n goud
schaaltje gewogen worden. De stemming
op zulke bijeenkomsten is dikwijls iets ge
forceerd en dan komt men er .0.1 gauw toe,
dingen te zeggen, die men na rustige over
weging niet za.l herbalen.
Wie houden met het bovenstaande steed's
rekening en doen er meestal het zwij'gen
aan toe. Doch het kan te erg worden.
Wanneer de grenzen van het betamelijke at
te ver overschreden worden; wanneer do
waarheid al te veel geweld aangedaan
wordt, dan dient er wel geprotesteerd te
worden.
D;eze week is to Goes de Partijdag der
anti-revolutionnairen gehouden en op dezen
Partijdag kwam een der sprekers, d'e heer
Schouten, tot de volgende verbazingwek
kende uitlating:
„Wees A.-R., leef A.-R., zegt Spr., ont
plooi de banier, kom op voor behoud van ü'e
Christelijke, grondslagen van hot staats
leven, bewaar de geestelijke, vrijheid, laat
geen enkele macht treden tusschen het
hart van den jnensch en God. Dat is het
positieve standpunt van het Protestantisme.
Staatk. Gerei', en Herv. Geref. Staats
partij' noemen zich anti-Roomsc'li, maar
ziji rijn beiden in wazen door en dóór
Roomsch. Zij durven het met der
vaad'ren God niet wagen.
Geen zwaard 'in dienst van het Chris
tendom. Door Gods Geest zal het geschie
den. Wij hebben maar één zwaard: het
zwaard van Gods Woord'."
D'it is toch wel erg bar!
De volgelingen van Kersten en Ling-
beek, beladen met dom|me vooroord'eelen,
gevangen in benepen ideeën, gedreven on
bezeten door papenhaat, zijn door en döor
Roomsch, beweert de heer Schouten; het
aan zijn toehoorders overlatend om uit
te maken voor wie dit bel-eedigend' is.
We hadden zoo'n concessie aan 't anti
papisme van een hoogstaand A.-R. Kamer
lid niet verwacht.
De woorden van den heer Schouten ge
ven voorts aanleiding tot heel' wat opmer
kingen.
Ongetwijfeld bedoelt hij met d'e macht,
die volgens liemi niet tusschen het hart
van den men sell en God komen mag, do
Kerk. t
Maai- weet hij dan niet, dat die Kerk
door God ke.lf 'ingesteld' is; en waaroid
ageert hijl tegen dit gezag, wanneer hij'
tegelijkertijd' he,t gezag erkent van een
Synode, die dis. Geelkerken en zijn aanhang
schorste.
Hoe kwam' de heer Schouten tot de op
merking over „der vaadren God'? en waar
om' slaakte hij de kreet: Geen zwaard in
dienst van het Christendom1. Ziet hij in
de Katholieken some Gods-ontrouwen en
wil hij het voorstellen, of de Kerk' wel
met het zwaard het geloof verbreiden wil?
.Wij kunnenhet niet anders dan betreu
ren, dat op een A.-R. Partijdag, dóór een
man, die beter kon weten, woorden werden
gesproken die voor de katholieken belee
digend en voor zijn partijlgenooten ver
warrend' zijn.
Op. hel Hoifgfeest van Paschcu, of de
.Verrijzenis des Heercn.
Epistel I. van den H. Paulus tot de
Oorinthers.V-, 78
Broeders! zuivert u van den ouden
deesem, ten einde gij een nieuw beslag, rijt,
gelijk gij toch ongedeesemd zpjlt; want ons
paaschlam, Ohristus, is geslacht. Laat ons
dan feest houden, niet mat d'en ouden
deesem, noch met den deesemi der boos
heid en ondeugd', maar miet ongedeesemde
brooden van oprechtheid en waarheid'.
Evangelie, Marcus XVi. 17.
In dien tijde kochten Maria Magdalena
en Maria, de moeder van Jacobus, en Salo
me specerijen, oml Jezus te komen balse
men. En zeer vroeg op den eersten d
der week, kwamen zijl aan het graf, toen
de zon nu was opgegaan. Zij zeiden tot
elkander: wie zal ons den steen van d'en
ingang des grafs afwentelen? W'ant hij w(as
zeer groot. En opziende, Zagen zij dat do
steen afgewenteld' was. En in het graf
tredende, zagen zij aan de rechterzijde
zitten -eenen jongeling, omhangen met eein
wit kleed, en zijl werden verbaasd'. Hij
zei-de tot haar: verschrikt niet, gïji Zoekt
Jez,us van Nazareth, die gekruist is; Hij
is verrezen, Hij is hier nietziet de plaats,
daar zij. He® gelegd hebben. Maar gaat,
zegt aan Zijne Leerlingen en aan Petrus,
dat Hij, u reeds vooruit gaat na,ar Galileo.
iet BEURSNOTEERING
37
Diat overwoog hij', nadat hij, Solange ver
laten had en Zijne wandeling voortzette.
En hij bleef bijl zij|n genomen, besluit. Hij
verhaastte zij ne,-schreden en ging vlug den
ateeniachtigen teeg af. Kwam) bij de brug,
die over de rivier lag eu kwaim' fan,ga d'en
gnooten wag terug naar het dorp.'
.W aarvoor zou hij .wachten W aorom; do
verwezenlijking van zijn plan, dat hij ge
maakt had; en dat in zijn oog noodzakelijk
was nog langer uitstellen? Het was beter,
a nij onmiddellijk wist, waaraan Mj| zich
te houden had.
Hij ontmoette verschillende tnensehten,
ie em verwonderd' bekeken en di»e, wan-
eer ij een eind' weg was, over hem) be
gonnen te praten.
^k^tnerde er zjch niet o|m,
maar Meef haastig doorgaan. Het huis van
I ,uw 0tavie lag wel'dra voor heiini. Hjij
dof ®e,ve kleine venstertjes, het
dak, dat over den muur uitstak,' eu de
Dan zult gij He.mi zien, gelijk Hlijl u Igdzlegjd'
heeft.
Het ZMjldcrk'amrrljo-
In sommige (huizen is het zolderkatn'cr-
tje een romtaélkamertje waar mieiii allle
o-udte, afgedankte prullen terug vindt. Maar
in de 'enkele woningen, jwaar m'en goed
met het (ZOldtervtertrek'je wteet om1 te gaan,
is (bijna fle aardigste kamfer Van 't huis
juist, omdat 't hier Zoo „anders dan an
ders'1 is. Men kan dit onaanzi enüijko ver
trekje bijv. dn een aardig logeerkamertje
herscheppen, indien omen over gelen ander
te beschikken heeft, of in een leuk' wterk-
kalmertje voot 'UW H.B.S.-er, of een geztel-
lig klein zitkamertje voor 'uw oudste
dochtertje. Ge kunt er Van allcd van ma
kten en zondier groote kosten, 't Is zelfs
een gezellig werkje Aio'n kamRrtje in
ordte te Mengen en ik denk ztelkter, d.a,t d^
toekoto'stige eigenaar of eigenares graag)
de vrije uurtjes zal wiiftn besteden om
een handje mee te 'hielpen.
iWerk in :'t zolderkamertje veel met
frissche sterke kleuren. Meestal is all het
houtwerk in een saaie kleur grijk geverfd.
Verf da stutten, balken, deuren ern ven
sterkozijnen bijv. 'in een diepe ldleiur, groen
of een mooi warme kleur Wkmlwl. Ge ziiJ't
eens Zien hoe dót opknapt. Daarna kiest
ge een aardig modern behangetje, even
eens in ,een sprekende' kleur die goal bij
het houtW'eik ipast. 'k Heb' eeiis den zol-
derkkm'crtje. gezien idat geheel 'in oranje
en blauwt iw'as ingericht en 't stond aller
aardigst. 1
Wilt ge 'het katotertje als' sBaap- of
logeerkamertje laten (dienen, zoo zal' 't
lileste 'zijln, er een di/vlanbed tid plaatsen.
Somtaiigen in'eenen -jwtel' cMnte, dat intern Hier
op niet goed slaapt of ongemakkelijk' ï'igt.
Dat is een Vergissing. Op' een goed divan-
bted slaapt men even heerlijk' en ligt men
eVen rustig als oip een geWbon Red. Wij
weten dit ;nit jarenlange ondervinding.
Het eenige «Verschil mtet Cfen ledikant is,
dat het diVanbed! op lagere pootjes staat
en niet "Intet hout of ijlz'er omkléedi is,
waardoor 't .juist overdag, bedekt met een
móói kleed en een paar kussens, zbo ge
zellig dóet. 1
Ge k'rijfgt leen prettig en leuk geheel,
wanneer ge ,de Verschillende meubWïtjesde
stoelSii, het kastje, 't boekennek', 't tafeltje
enZ. in (dezelfde Meur van het houtwerk
verft. Ge behoeft dan slechts wit houten
keukenmteub'els' te koop en. Ook boierenstoe-
len m'et 'gebloemde of sterk gekleurde
kussens zullen hier goed staan.
Nu wensdht ,go natuurlijk nog een aan
kleeding Van de wanden. Hang hier voor
al geen prulletjes en orVersdhotjies op,
waarvóór in i't overige huis geen plaats
inteer was, of "dia ge voor het zoldeikamiar-
tje nog „goed' genoeg" Vindt. Men kan
Voor zoo Weinig geld zelf z'uPJkte aardige
dingen mlaken, (dat 't jam'mler is, wauneei
m'en smakeloozen iratmtaiel' ophangt. Een
mijteer kennisjes, heeft voor liaar kamertje
een gcheele serie mooie etsjes en p'entec-i
keningen gekocht, in ansichtformlaat ('K
g'eloof haast, diat ze tien of vijftien öent
per stuk kosten). In een glashanddl ver
schafte Zo zieli'»passende glasraampjes en
verder kteolit zo nog zwiart bland en lifm'
Daarmede inaakte ze ldeine uiüelrst smaak
volle schilderijtjes, die ze rondfem: langs
de \Vundcn ophing, alle op gelïjike hoogte
en op| Meinen afstand van elkaar, juist
zooals in een m'useum'. Daar haar behang
sel een sterk oranjelint had, deden cl;e
zwarte lijstjes en fijne zwarte teekenin-
getjes 't. daar uitstekend op. Bijl Tn minder
Sprekend behangsel 'Zal mten Qfievielr kleuri
ge Schilderijtjes kiëZen. Ook hiervoor kan
men zlullke mooie amsidliten krijgen, ge-
Heuide copieën naar de schilderijten van
groote meesters.
Ten slotte legt men ook een aardig
kleedje hier en daar, zfet pen mooi vaasje
of ander snuisterijtje neer cn ons zolder
kamertje. is herschapen in een gejzlelli'g,
intiem1 vertrekje. J
Daarvoor is noodig een doosje met volders
aarde of vol-aarde, diat een drogist u kan
verschaffen. En verder alleen een stijf
borsteltje, een handenborstel'tja bij'v. Met
dit stijve horsteltje schuiert men 'de volders
aarde stevig in het vilten hoedje, ook over
het lintje om den boi. Heeft men op Üio
manier het hoedje heel om aal in het rond
bewerkt, dan schudt men de Josse poeder al
en begint nog eens opnieuw. Wal men, (b'n
hoed dadelijk weer gaan gebruiken, dan
gaat men er mee naar buiten en klopt he|m
iliuk uit, tot er geen poeder meer uit
komt, oimi helm daarna met een kleerborstel
in alle richtingen af te schuieren. Ten
slotte schuiert men natuurlijk in de rich
ting van het vilt. Heeft men den hoed niet
direct noodig, d'an is het verstandig hem
•na do eerste bewerking met vol-aarde, uit
te schudden cn opnieuw in te wrijven
den bol met vloeipapier opi tie vulen om
den vorm1 te bewaren en hem) tenslotte goed
in vloei te wikkelen (opdat do poeder er
niet uitvalt) en in een kleine, stevig ge
sloten zak weg te bergen.
Vilthcedjes'.
Er zijn vele zuinige vrouwen, die het
voorjaar en de voorjaarsmode voor onze
hoeden -liever eens kal'm afwachten en
daarom1 ondertusschen ton vilthoadjes zou
den willen blijven doordragen. Er. zijn er
ook, die ook zomers zooals vorig jaar
bijvoorbeeld' heel sterk het .geval was -
een vilthoedje dragen. U zouid't dat mis
schien ook wel willen doen, als uw vilt
hoedje niet zoo vuil geworden was. Vooral
de lichtere hoedjes toonen vrijl spioed'ig de
sporen van het dragen. Welnu, hier is een
good middel om' de vuil'geword-en vdlt-
hoedjes op afdoende wijze op te knappen.
lage d-eur met bronzen klopper. De deur
was gesloten.
Georges naiml den klopper, liet heml val
len en een dof geluid weerklank. Na cpkelfe
oogenblikken ging de deur open. Juffrouw
Octavie stond voor heimi Met een scherpen
blik nam. zij! den jongen man op.
U verlangt? vroeg zij'.
U te spreken, juffrouw, antwoordde
hij met eerbiedige cn flinke stem', ponder
overmoed, maar ook zonder bedeesdheid.
Nog eens keek zij1 liaml lang aan Dan
deed ,ziji d'e deur, die óp een kier stond,
wijd open.
Ile kreet des harten.
Zij bracht heimi niet in het kleine vertrek
achter de keuken, waar ziji de weduwe Ca-
bassus had ontvangen. Zij. ging op: de bree-
de steenen tra-p voor en brac'ht he,ml op
het eerste trapportaal, waaran een uit
bouw was, die opi den turn uitzag. Daar
opende zij een deur on liet hemi in een
groote zaal binnen.
In dit vertrek, .dat bijna altijd! gesloten
was. liet juffrouw Octavie slechts voor
name bezoekers. Dla.ar had zijl korten tijd
geleden Fa.bien Rabiad ontvangen. Men
zou haar zeker in verlegenheid gebracht
Door oude vodden.
„Anders is ze altijd zoo kerkseh. zoo n
kwezel hé?" D.e door elk woord purende
nijd van haar collega bijt J'o achterna
langs de gesloten winkelrecks voortgaand,
Hiupt een traan over haar ooghoeken. Nog
een en nog een dikke, uit hartzeer eu
zorg gedistilleerde droppen. Ze kruipen la
ger, beginnen kleine beekjes te trekken, tot
neer in haar overal reeds onthaarde bontje.
Denk eens! daar stond zei... zijl..
altijd oven netjes, nu nog in haar armoe
deen al mioet ze zelfs dit pakje voor
den winkel thuis dadelijk uittrekken. Dit
haar eenigeoml het to sporen voor
overdag. Net als haar eenige poor, hieelo
kousjes. En nu?... juist omi die afgeWas-
schen prullen zóó n beloediging! ,t lWos
vreeselijk daarnet.
„Sedert u adlen gesloten zwart uniform
draagt, heb ik wel geen klagen mieer ge-
bad, mlaai' vanavond rntoet ik n toch w,a.t
zeggen: Wil u lichte kousjes dragen...
soit! Na vandaag echter verkies ik hier in
mijn zaak géén vleeschkleurige prullen
meer. Van wie ik ze m-orgen nog zie,
kan gerust naar een andere bletrekki'iig
uitkijken."
Daar stond zij! opeens alle oogen van
de collega's naar haaf voeten! terwijl drie
of vier van de anderen toóh óók rosse
lorren aan hadden! Alle blikken vol leed
vermaak alleen op haar voeten en toen
ze er zelf naar keelk,- toen merkte zte het
pas: Moe heeft gisteren haar eenige paar
goed-e kousen totaal bedorven, door zo
na te wassch-eu in het sop van di-o roode
blouse. V,attmlor,gen was het nog zoo don
ker op haar kamertje, hoeft ze er niets Van
gezien. En nu pareert ook zijl in die Zoo
vaak door haar zelf veroordeelde dracht.
Wat een pret voor ctè anderendie
haar altijd kwetsen, juist omdat zij nog
steeds juffrouw Reikers bleef, zelfs voor
den patroon, die gewoonlijk miaar roept
van: Krijt, Sprong, S-toelinga doe dit pi
dat eens g,auw. Maar haar behandelde me
neer nog altijd met een zekere onderschei
ding, tot d,a(areven d'e sc'ènel En 't erg
ste is, hoe komlt ze zoo gauw aan nieuwe
Deze maand kan er geen cent mteer af,
moeder is zpo zwak, möet d,at eene
eitje-daags honden. En d'e bakker kómt
morgen. En 't gas kan ook niet minder en
zorg, zorg, zoi'gl nooit wiat anders.
Meneer zou, eens met één piaar solsken toe
moeten!... die hij thuis kon uittrekken,
o,mi ze te sparen voor de volgenden dlag.
Mismoedig klimt Jo naar drie-hoog-aclli-
ter. O,mi den hoelk van de kamerdeur valt
zo op een stoel, draait 't meubel' bij zóó
met beide armen tegen den muur en mót
het hoofd daarop, begint ze te snikken,
snikken.
„Maar kind!" schrikt een grijiz-e vrouw
waarvan elke trek vertelt, dat ziji betere
dagen heeft gekend. „Maar kind', wat is er
nu?"
„Vreeselijk! de piatroon heeft mie belee-
digd. Of neen beleedligd niet. Maar 't. hajd
er toch véél van. Die naro man! En dat
alleen omdat n gister mijn beige kousen
in dat r-oode sop hebt gestoken. Die ake
lige fit! die nare krent! Zelf houdt hijl
er misschien wel twee doizijn zijlden sokken
op na en ïkoml deze oude vodlden
krjjjg ik misschien mijn ontslag. "Miaar wat
dan?" gilt Jo van overspanning.
„Ontslag?" Mevrouw kan dit nog niet
hegrijpen, evenmin als wat haar dochter
ratelt of huilt over zeejjsop en kousen. En
meneer Wrees 'n fit?
„Je he.bt me nog pas verteld, dat jé pa
troon altijd zoo öorrecili-vriendelijk tegen jo
is. En dat hijl óok eiken keer vraagt, hoe
ik het m,a,a,k of zoo."
,,'k Moet voor miorgen nieuwe-'kousen
hebben, als men haar gevraagd had, waar-
ornl zij daar vandaag den convoudigcn be
ambte ontving.
Zij naiml tegenover hem plaats, en zag
hes» langen tijd onbewegelijk aan. Zij han
delde ond'er ©en drang, die volstrekt nielt"
gemotiveerd was, lietziji dat zij in dten jon
gen ana-n, dien ziji nooit van nabij gezien
had, iet-s hoogers zag, dan zijn ned'er.igen
stand, lietziji dat ze het buitengewone ge
wicht vermoedde, d'at heit onderhoud zp,u
hebben,
Zonder weifeling en zonder bedeesdheid
ging hij recht op zijn doel af en begon
aanstonds de beweegreden van zijln bezoek
bloot te leggen,
Juffrouw, ik zal u verrassen, mis
schien zelfs u aanstoot geven en u ergeren.
Zonder eenig recht, zonder eenige redten
omi uw vertrouwen te vragen, veroorloof
ik mij een vraag, 'dje buitengewoon, kieiseh
en onbescheiden is. Ik moet dit noodzake
lijk doen, omldat het gaat over het geluk
van iemand, die u zveer dierbaar is.
Dit begin ha,d de oude juffrouw niet al
leen móeten verwonderen, maar ook, zooals
de jonge mian zelf erkend had', verontwaar
digen en boos miaken. Hoe kwam het, dat
aan en waar zal ik ze halen zónder geld?
Poffen wil ik niet en ui evenmin."
„Heuseh kind, ik begrijp je niet. Dïink'
nu eerst je koffie eens wit en vertol dan
kalmi, wat er is gebeurd," veranlaant de ofoJ
dit dreigende ontslag ook reeds dim® ge
schrokken weduwe. Zoodra ze echter, het
voorgevallene heeft vernomen, trekt ze
aardig opgelucht een lade open, waarin
pillen- en poeierdoosjes even zpovele spaar
potjes vor.mien 't ©ene voor gafs, 't (apdere
voor licht èn dat
„Niet van da centen voor uw eieren"
veronderstelt het opgewonden meisje dade
lijk weigerend.
„Komt Joke beter één maand geen
eitje dan nooit meer. D|an d'at jij je betrek
king zoudt verliezen. Jamaner het is [me
vanmorgen heelejnaal niet opgevallen van
die beige dingen d'an had ikz-olf niet ge
wild-, dat je er zoo d'e straat mee op ging.
Maar als je mieneer -Wr-ees nu morgen eens
de zaak uitlegde?"
„Nooit! dat doe ik niet. 'k Vind' hém
opeens zoo'n nare pedanto-mi zoo min
over me te denkenterwijl hij tot nu
altijd zei dat hij u eu vader zoojgoed ha|d
gekend. Dat hij' altijd zooveel achting voor
u had gehouden, vooral nadat ui ftlles ver
loor. Enne, dat ik precies' op u leek'
overal in. Zóó zei hij toen ook, dat 't góed
was, dat u hier weer bleef wonen."
„Ga nu gauw een paar kousjes halen
op den hoek doen ze nog wel open, als
ze jou zien. En wanneer je dan vannacht
eens hebt uitgerust, lijkt de heele zaak [mis
schien anders."
Dioeh het nachtje slapen heelt de wond
in Jo's gevoel niet: Diat meneer nu juist
haar moest beleedig-eu! Zóó, waar alle ,am
deren bij waren. Hij1 staat wel bekend' als
streng op dit punt wat opzithzelf na
tuurlijk héél prachtig is! miaar veertien
dagen geleden heeft hijl haar nog geprezen
óók wa,ar allen bijl stonden. En laatst op
kantoor„Toen was hij, u gelooft niat
hoe vriendelijk! Toen vond ik hemi zelfte
overdreven," vertelt Jo tusschen twee hapi-
pen van haar boterham door.
„Ik zou het tenminste érg vinden, als jiji
je ontslag kreeg, kind. Niet om ons broodje
alleen. Zoo lang ik noig wat kan naaien
Maar ik weet je nu in zoo'n netto O'mge^
ving en niet .alle patroons zijn als meneer
Wrees, door en door degelijk. Als ik je
was, ging ik hemi straks de heele geschie
denis uitleggen want hijl kon gisteren
imlmers niet weten dat jij' geen schuld had'.
Doe 'li maar, voor je eigen goeden-naam."
„Nooit!die fit!omi me dadelijk zóó
in 't gezicht te slaan.
„Maar 'n paar andere meisjes droegen
imimers ook van die rose lorren. En als
't meneer nu juist van jou eens héél erg
is opgevallen?"
Buiten leeft heit sitadsspektakel al weer
op. 't Maant dat voorttrippelende, nog
Steeds op haar patroon vertoornde juffertje
tot voorzichtig zijn, tot oppassen 't leidt
haar boosheid af. Langzaamaan sussen
ook de bezigheden van eLken morgen J,o's
boosheid onder het afstoffen en 't helpen
van een enkele vroege klant begint ze beter
in te zien: Feitelijk toch wel' degelijk van
mieneer oml zóó streng tff zijn daarin
heeft mioe gelijk. Moe? nu moet zdjl die
eitjes missen, een halve maand lang, terw'ijjl
de dokter laatst nog wild'e
'n Nieuwe zorg pijnigt juffrouw Reikers
voor moe zou ze tot alles iu staat z'ijn,
en als mieneer na een korte monstering
door zijn winkel haar weer werkelijk' vrien
delijk toeknikt, rijst Jo's heldenmoed voor
moe nog hooger. Ze groeit uit tot een dee-
mlocidiging, een buigen van liaar anders
zoo fier gedragen, mooie bopije. Op 't stil
ste uur van den dag gaat het meisje naar
kantoor
„Ik zou u iets willen vragen, meneer."
„Over gister hè?" 't Klinkt goedig, zelfs
wat schuldbewust terwijl' die oogen ond'er
den grijzenden kuif haar jeugdig m|ooi' in
zich lOp'nemien. Net haar moeder van jaren
geleden destijds voor hem, jong volón-
t-airtje, nog onbereikbaar terwijl nu het
dochtertje gut, hij' wordt imlmers al zes
enveertig!
„J-a..a. N..een mieneer. Ik nou u willen
vragen -om wat voorschot opi mijn salaris?"
Watbliei'? Hebben zo het zóó armi? Do
verbl-uffing over dit feit bindt zijin mkmid
dicht wat J-o nu verkeerd uitlegt. Nog ze
nuwachtiger biecht ze opi:
,,'t W,as heelemiaal zonder schuld, van
mijn kousen gistermóe had ze per on
geluk in rooidl sop van mijn bloes gewas-
schen. En 't was onszelf niet eens opge
vallen. Maar nu moest ik opeens nieuwe,
waar we heel niet op hadden gerekend'. En
na kan er haast geen -extraatje voor moeder
meer af, terwijl de dokter Maand'ag nog
zeiJo hapert. Weer kruipt een tra,an
uil- haar ooghoek, maakt 'n donkere möes
op haar groenen jurkkraag.
„Natuurlijk, graag" ha,ast meneer zich.
„Zelfs héél graag, kind." Haar salaris ver-
zij' 'dien onbes'choften jongen mlan, die haar
aldus toegesproken had, nog m bare tegen
woordigheid dhlde?
Een enkele zaak kón dit verklaren: juf
frouw Octavio bleef Georges bekijken, in
plaats van naar heimi te luisteren. Zij be
keek heimi cn lette niet opi zlijh woorden. Kfijl
beschouwde hemi hartstochtelijk en tracht
te in de trekken op zijln gelaat, in Zijjme
uitdrukking, in zijn bewegingen iets te
onderkennen, dat een verleden in haar te
rugriep, dat zij, dood waande en dat haar
hart dierbaar wa.s ge-b-leven.
Georges wilde echter tot het uiterste
gaan en ongewoon de vraag stellen: Heeft
Solan-ge Fabien Rabiiaö wel lief?
Op het punt deze woorden uit te spre
ken, begreep hij er het ontzettende van.
Maar» zijn besluit was genomen en hij was
impus genoeg oml het uit te voeren. Hijl
vervolgde
Ik heb voor juffrouw Sol-ange een-e
zeer eerbiedige bewondering. Mijn beschei
den stand, het verladen mlijteer familie, dat
ik niet kan blootleggen, sitellen m|ij' niet in
staat oimi er ook m!aar in de verste verte
aan te denken, hare hand te vragen, miaar
ik moet weten, of zij er zich in schikt, de
'iWWW NHHHa
'l Ook daar vervolging?
De jongsto daad van Mussolini, heeft
Wel' .overduidelijk! getoond', van wleïlk ge
halte de staatkunde 'is, die dj©n dlidtator
van Italië (Voert.
Wel is op' zijln eeréte soherpl bleslnit,
eenige Verzachting toegepast, maar reeds
het stellen Van zoo'n aanm'a.tigeadte daad,
verraadt genoeg het karakter van den
dlader.
Tot nu! toe wteren er -nóg véle katho
lieken, die imisleid door eenig mooiei ge-
blaren, met iMussolini sympathiseerden; zij'
die echter (Letten op het stelsel!' flait Mjl
voorstaat, zagen reedfe van den aanvang
af, met 'zórg dten dte-g tegemoet, waarop
het fascisme zich st'erk genoeg vóelt, om
het onverbiddelijk door te voeren.
De Staat ihó-Ven allte' d'eóretcHrde do
Duoe reeds long. Do Staaf bóven de Kiwk';
d'e Staat ook bóven de gewetens cn in dio
gesteltenis vaardigde hif het besluit uit
dat de jeugd binnen d'e fascistische organi
satie dwingt; dat alle andere venaenigin-
gen op dit gebied onmóg'elïjk maakt.
I's -dit ,de inz'et Van d'en godsdienststrijd,
in Italië
Of is het slechte een uiting Van wre
vel' na jde kloeke vermaning van dc«
Paus aan de katholieken, die zich als
fascist misdroegen
In ieder igeVal' schond Mussolini met
zijh maatregel .rechtenstak hij zijh hand
uit naar het heilige waar een Staat niet
aan mag reikten.
Do Dnce zette hlrutaal den ett-sfen stap
op' het gebied der Kerk, wèdfee) niet zal
nalaten hemi' hot hoofd „te Medenwhnt
lioo streng «zij' eerbied eisclit voor het
aaidsch gëzhg, hoe verdraagzaam zij1' is
tegenover de meest uiteenloopend© regeé-
ringst-el'selsinmenging(in zuiver relli-
giense zaken mag Zij' niet 'toestaan en dia
gevolgen, die -uit Haar rechtmatig ver
zet vóortvloeien, kom'en niet over Haar.
Dat Mussolini (Voorzichtig zijl!
Ook' Napoleon heeft in zi]h machtdwaan-
zin zich 'Ve-rgrCpen aan dte rechten eter
Keik' en Spottend uitgeroependié' hanVlbek
zal de geweren niet uit dc hande|n vap
mïjh soldlaten i-doen Valfeimaar Napoleon
werd vernietigd Jen d'e Kerk 'bleef.
Ook BiftoarCk, de KerkVeirvolgter, hoor
de 'in de Rijkyd'agzitt.ing vaji 14 Mei 1872:
..Nach Ca-nossa jgehen wir nicht"; m'aar
Bism'arck tuimelde omlaag en de Kerk
bï'eef.
No-gmlaals: Sat (Mussolini Voorzichtig
feSji! I. i
De K-enk heeft de hteüóftw van Ohristus,
dat Hij'tmtet Haar is tot het einde der tijk
den en idat zelfs Satans macht haar niet
overweldigen z'al.
Al is ,d'us de einduitslag Van allf wait 'd|e
moderne geweldenaar tegicn d'e Kerk wil
ondernemen, niet onzteher, wljrhapetn Van
Iiarfce, dat e;en juist' inz'iicht Mussolini mag
weerhouden van dalden idjie elan storm1 van
leed over do Kerk zóuld«n ontketenen on
Wlaarvan de sdhrikkelijkte vorantfwfoording
hem en 'zïjh medelielpterö zou blelfffen.
UITKIJK.
hoogen? hij' durft het nu dadelijk ni,e.t
aanbieden. En zouden ze het waarachtig
zóó krapjes hebben? f
Wanneer de mierkelijk verlichte Jo weer
haar waren aanprijst, zit meneer Wlrees in
kwellende gedachten achter zijn bureau:
Dat hij' haar net moest treffenmaar
't viel liemi ook juist van "juffrouw Reikers
zpo op. Vau 't meisje, dat altijd' -zoo'n
hoioge plaats bekieldl In z-ijn reeds wat cy
nische levensbeschouwing van zosanveer-
tiger. Ja, 'n hooge plaats straks heeft
hij pa-s goed 'bemerkt hoe hoog! Hij! had
Jo zijn heele brandkast wel willen geven,
als als ziji z-e maar aannam'. Als hij' (dat
miaar vast wistwist, zie je. Als hij',
oude man, maai' voor geen blauwtje b-e-
hoel'de te vreezen bij! zoo'n mooi jong ding,
eigenlijk gevaarlijk mio-oi in zoo'n stad'. En
juist daaroml in haar degelijkheid! zoo vèr
boven anderen uit.
Enkele dagen later klimt ook' meneer
Wr-ees naar drie-hoog-aclhter 'n kwasi-
visite, omi te hooren naar de gezondheid'
van mevrouw Reikers, die hij na haar ver
dwijnen -uit de zakenwereld' nooit meer on,t-
moette. Deze kwast-visite wordt echter
spoedig gevolgd dtaor bezoeken uit ouÜo
vriendschap', 'uit genegenheid. Meneer's
zorg zoekt de dames' zóo, gauw mógelijk
een haar beter passende woning en het
duurt niet lang of de Collega's missen Jo
in den winkel. Opi zekeren morgen stekten
weer alle hoofden van de juffertjes! bijl el
kaar: Die patroon verloofd' met Jo Reikers!
„En ze trouwen dit voorjaar al.., zij
heeft het me zelf verteld. Raad, eens wat
ze ook zei? - die reprimande toen...
echtigenoio-te van Fabien Rabiao te worden,
of zij heimi werkelijk lief heeft. Juffrouw,
wil mijl een antwoord geven
Hij zweeg. Gedurende eenige verschrik
kelijke oio,genhlikken w-achtto Georges die
uitspraak af. D:an stond! juffrouw Ocltavie
op. Haar gelaat had eeu lijkldeur, haar
oogen stonden Wijldl open.
Wat zou zij' antwoorden?
Zij gaf geen antwoord op de haar ge
stelde vraag, miaar over liaar bevende lip
pen kwaimien deze onverwachte woorden
Gij zjijt zlj'n zoon!.. Gij z'ijt zijn
zjoon!...
W,at zegt u juffrouw?
Ik zeg, diat gijl rijn zoon zij|bde
zoon van Lueien Diubor!
Georges werd bleek en hij stond op
zijn beurt op:
Heeft u heim| gekend?
De oude juffrouw' had nu hare oogen
vol tranen en met bevende stem! legde rij
deze bekentenis af:
Ja, mijn kind, ik heb hem gekenidj.
gekend, enliefgehad'.
(Wordt vervolgd.)