OOSSE ZIJDE GOES RWER R. ERKEN KWAST" Tweede Blad IEGEN. OB SNOODIJK UITGEVOERD K RIEVEN I ÏCHE COURAN 6 NIEUWE ZEEUWSCHE COÜRAN r R EL. ADRES! f f 67,50 r, GOES. 16351 50 HYPOTHEEKBANK 1JMEGEN Tel. 2865 KERKNIEUWS direct beschikbaar. feuilleton De vreemde vriend. Voor onze vrouwen. Ontspanningslectuur. Nuttige wenken. In 't kraaiennest INBEVELENE: IRIAANSTRAAT, GOES 16346-60» ZATERDAG 7 APRIL 1»28 LLENDE >ESSINS ootst mogelijk assortiment, bieden u hierin beste voor de agste prijzen. ;leede en onbe- ie Wiegen vanaf jenvoudigste tot lodernste uitvoe- in alle prijzen anaf f 4,65. azijn „De Ooievaar" St. Adriaanstraat Wijng str. Tel. 215 rai Glaspapier, c en, Dweilen, nts per kilo, nts per kilo, lipolin", enz. ndrlkskinderenstr.45, Goes iS 98'/a Beleedigend en verwarrend. .Woorden, op meetings en propaga.nd.a- vergaderingen, moeten niet op 'n goud schaaltje gewogen worden. De stemming op zulke bijeenkomsten is dikwijls iets ge forceerd en dan komt men er .0.1 gauw toe, dingen te zeggen, die men na rustige over weging niet za.l herbalen. Wie houden met het bovenstaande steed's rekening en doen er meestal het zwij'gen aan toe. Doch het kan te erg worden. Wanneer de grenzen van het betamelijke at te ver overschreden worden; wanneer do waarheid al te veel geweld aangedaan wordt, dan dient er wel geprotesteerd te worden. D;eze week is to Goes de Partijdag der anti-revolutionnairen gehouden en op dezen Partijdag kwam een der sprekers, d'e heer Schouten, tot de volgende verbazingwek kende uitlating: „Wees A.-R., leef A.-R., zegt Spr., ont plooi de banier, kom op voor behoud van ü'e Christelijke, grondslagen van hot staats leven, bewaar de geestelijke, vrijheid, laat geen enkele macht treden tusschen het hart van den jnensch en God. Dat is het positieve standpunt van het Protestantisme. Staatk. Gerei', en Herv. Geref. Staats partij' noemen zich anti-Roomsc'li, maar ziji rijn beiden in wazen door en dóór Roomsch. Zij durven het met der vaad'ren God niet wagen. Geen zwaard 'in dienst van het Chris tendom. Door Gods Geest zal het geschie den. Wij hebben maar één zwaard: het zwaard van Gods Woord'." D'it is toch wel erg bar! De volgelingen van Kersten en Ling- beek, beladen met dom|me vooroord'eelen, gevangen in benepen ideeën, gedreven on bezeten door papenhaat, zijn door en döor Roomsch, beweert de heer Schouten; het aan zijn toehoorders overlatend om uit te maken voor wie dit bel-eedigend' is. We hadden zoo'n concessie aan 't anti papisme van een hoogstaand A.-R. Kamer lid niet verwacht. De woorden van den heer Schouten ge ven voorts aanleiding tot heel' wat opmer kingen. Ongetwijfeld bedoelt hij met d'e macht, die volgens liemi niet tusschen het hart van den men sell en God komen mag, do Kerk. t Maai- weet hij dan niet, dat die Kerk door God ke.lf 'ingesteld' is; en waaroid ageert hijl tegen dit gezag, wanneer hij' tegelijkertijd' he,t gezag erkent van een Synode, die dis. Geelkerken en zijn aanhang schorste. Hoe kwam' de heer Schouten tot de op merking over „der vaadren God'? en waar om' slaakte hij de kreet: Geen zwaard in dienst van het Christendom1. Ziet hij in de Katholieken some Gods-ontrouwen en wil hij het voorstellen, of de Kerk' wel met het zwaard het geloof verbreiden wil? .Wij kunnenhet niet anders dan betreu ren, dat op een A.-R. Partijdag, dóór een man, die beter kon weten, woorden werden gesproken die voor de katholieken belee digend en voor zijn partijlgenooten ver warrend' zijn. Op. hel Hoifgfeest van Paschcu, of de .Verrijzenis des Heercn. Epistel I. van den H. Paulus tot de Oorinthers.V-, 78 Broeders! zuivert u van den ouden deesem, ten einde gij een nieuw beslag, rijt, gelijk gij toch ongedeesemd zpjlt; want ons paaschlam, Ohristus, is geslacht. Laat ons dan feest houden, niet mat d'en ouden deesem, noch met den deesemi der boos heid en ondeugd', maar miet ongedeesemde brooden van oprechtheid en waarheid'. Evangelie, Marcus XVi. 17. In dien tijde kochten Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jacobus, en Salo me specerijen, oml Jezus te komen balse men. En zeer vroeg op den eersten d der week, kwamen zijl aan het graf, toen de zon nu was opgegaan. Zij zeiden tot elkander: wie zal ons den steen van d'en ingang des grafs afwentelen? W'ant hij w(as zeer groot. En opziende, Zagen zij dat do steen afgewenteld' was. En in het graf tredende, zagen zij aan de rechterzijde zitten -eenen jongeling, omhangen met eein wit kleed, en zijl werden verbaasd'. Hij zei-de tot haar: verschrikt niet, gïji Zoekt Jez,us van Nazareth, die gekruist is; Hij is verrezen, Hij is hier nietziet de plaats, daar zij. He® gelegd hebben. Maar gaat, zegt aan Zijne Leerlingen en aan Petrus, dat Hij, u reeds vooruit gaat na,ar Galileo. iet BEURSNOTEERING 37 Diat overwoog hij', nadat hij, Solange ver laten had en Zijne wandeling voortzette. En hij bleef bijl zij|n genomen, besluit. Hij verhaastte zij ne,-schreden en ging vlug den ateeniachtigen teeg af. Kwam) bij de brug, die over de rivier lag eu kwaim' fan,ga d'en gnooten wag terug naar het dorp.' .W aarvoor zou hij .wachten W aorom; do verwezenlijking van zijn plan, dat hij ge maakt had; en dat in zijn oog noodzakelijk was nog langer uitstellen? Het was beter, a nij onmiddellijk wist, waaraan Mj| zich te houden had. Hij ontmoette verschillende tnensehten, ie em verwonderd' bekeken en di»e, wan- eer ij een eind' weg was, over hem) be gonnen te praten. ^k^tnerde er zjch niet o|m, maar Meef haastig doorgaan. Het huis van I ,uw 0tavie lag wel'dra voor heiini. Hjij dof ®e,ve kleine venstertjes, het dak, dat over den muur uitstak,' eu de Dan zult gij He.mi zien, gelijk Hlijl u Igdzlegjd' heeft. Het ZMjldcrk'amrrljo- In sommige (huizen is het zolderkatn'cr- tje een romtaélkamertje waar mieiii allle o-udte, afgedankte prullen terug vindt. Maar in de 'enkele woningen, jwaar m'en goed met het (ZOldtervtertrek'je wteet om1 te gaan, is (bijna fle aardigste kamfer Van 't huis juist, omdat 't hier Zoo „anders dan an ders'1 is. Men kan dit onaanzi enüijko ver trekje bijv. dn een aardig logeerkamertje herscheppen, indien omen over gelen ander te beschikken heeft, of in een leuk' wterk- kalmertje voot 'UW H.B.S.-er, of een geztel- lig klein zitkamertje voor 'uw oudste dochtertje. Ge kunt er Van allcd van ma kten en zondier groote kosten, 't Is zelfs een gezellig werkje Aio'n kamRrtje in ordte te Mengen en ik denk ztelkter, d.a,t d^ toekoto'stige eigenaar of eigenares graag) de vrije uurtjes zal wiiftn besteden om een handje mee te 'hielpen. iWerk in :'t zolderkamertje veel met frissche sterke kleuren. Meestal is all het houtwerk in een saaie kleur grijk geverfd. Verf da stutten, balken, deuren ern ven sterkozijnen bijv. 'in een diepe ldleiur, groen of een mooi warme kleur Wkmlwl. Ge ziiJ't eens Zien hoe dót opknapt. Daarna kiest ge een aardig modern behangetje, even eens in ,een sprekende' kleur die goal bij het houtW'eik ipast. 'k Heb' eeiis den zol- derkkm'crtje. gezien idat geheel 'in oranje en blauwt iw'as ingericht en 't stond aller aardigst. 1 Wilt ge 'het katotertje als' sBaap- of logeerkamertje laten (dienen, zoo zal' 't lileste 'zijln, er een di/vlanbed tid plaatsen. Somtaiigen in'eenen -jwtel' cMnte, dat intern Hier op niet goed slaapt of ongemakkelijk' ï'igt. Dat is een Vergissing. Op' een goed divan- bted slaapt men even heerlijk' en ligt men eVen rustig als oip een geWbon Red. Wij weten dit ;nit jarenlange ondervinding. Het eenige «Verschil mtet Cfen ledikant is, dat het diVanbed! op lagere pootjes staat en niet "Intet hout of ijlz'er omkléedi is, waardoor 't .juist overdag, bedekt met een móói kleed en een paar kussens, zbo ge zellig dóet. 1 Ge k'rijfgt leen prettig en leuk geheel, wanneer ge ,de Verschillende meubWïtjesde stoelSii, het kastje, 't boekennek', 't tafeltje enZ. in (dezelfde Meur van het houtwerk verft. Ge behoeft dan slechts wit houten keukenmteub'els' te koop en. Ook boierenstoe- len m'et 'gebloemde of sterk gekleurde kussens zullen hier goed staan. Nu wensdht ,go natuurlijk nog een aan kleeding Van de wanden. Hang hier voor al geen prulletjes en orVersdhotjies op, waarvóór in i't overige huis geen plaats inteer was, of "dia ge voor het zoldeikamiar- tje nog „goed' genoeg" Vindt. Men kan Voor zoo Weinig geld zelf z'uPJkte aardige dingen mlaken, (dat 't jam'mler is, wauneei m'en smakeloozen iratmtaiel' ophangt. Een mijteer kennisjes, heeft voor liaar kamertje een gcheele serie mooie etsjes en p'entec-i keningen gekocht, in ansichtformlaat ('K g'eloof haast, diat ze tien of vijftien öent per stuk kosten). In een glashanddl ver schafte Zo zieli'»passende glasraampjes en verder kteolit zo nog zwiart bland en lifm' Daarmede inaakte ze ldeine uiüelrst smaak volle schilderijtjes, die ze rondfem: langs de \Vundcn ophing, alle op gelïjike hoogte en op| Meinen afstand van elkaar, juist zooals in een m'useum'. Daar haar behang sel een sterk oranjelint had, deden cl;e zwarte lijstjes en fijne zwarte teekenin- getjes 't. daar uitstekend op. Bijl Tn minder Sprekend behangsel 'Zal mten Qfievielr kleuri ge Schilderijtjes kiëZen. Ook hiervoor kan men zlullke mooie amsidliten krijgen, ge- Heuide copieën naar de schilderijten van groote meesters. Ten slotte legt men ook een aardig kleedje hier en daar, zfet pen mooi vaasje of ander snuisterijtje neer cn ons zolder kamertje. is herschapen in een gejzlelli'g, intiem1 vertrekje. J Daarvoor is noodig een doosje met volders aarde of vol-aarde, diat een drogist u kan verschaffen. En verder alleen een stijf borsteltje, een handenborstel'tja bij'v. Met dit stijve horsteltje schuiert men 'de volders aarde stevig in het vilten hoedje, ook over het lintje om den boi. Heeft men op Üio manier het hoedje heel om aal in het rond bewerkt, dan schudt men de Josse poeder al en begint nog eens opnieuw. Wal men, (b'n hoed dadelijk weer gaan gebruiken, dan gaat men er mee naar buiten en klopt he|m iliuk uit, tot er geen poeder meer uit komt, oimi helm daarna met een kleerborstel in alle richtingen af te schuieren. Ten slotte schuiert men natuurlijk in de rich ting van het vilt. Heeft men den hoed niet direct noodig, d'an is het verstandig hem •na do eerste bewerking met vol-aarde, uit te schudden cn opnieuw in te wrijven den bol met vloeipapier opi tie vulen om den vorm1 te bewaren en hem) tenslotte goed in vloei te wikkelen (opdat do poeder er niet uitvalt) en in een kleine, stevig ge sloten zak weg te bergen. Vilthcedjes'. Er zijn vele zuinige vrouwen, die het voorjaar en de voorjaarsmode voor onze hoeden -liever eens kal'm afwachten en daarom1 ondertusschen ton vilthoadjes zou den willen blijven doordragen. Er. zijn er ook, die ook zomers zooals vorig jaar bijvoorbeeld' heel sterk het .geval was - een vilthoedje dragen. U zouid't dat mis schien ook wel willen doen, als uw vilt hoedje niet zoo vuil geworden was. Vooral de lichtere hoedjes toonen vrijl spioed'ig de sporen van het dragen. Welnu, hier is een good middel om' de vuil'geword-en vdlt- hoedjes op afdoende wijze op te knappen. lage d-eur met bronzen klopper. De deur was gesloten. Georges naiml den klopper, liet heml val len en een dof geluid weerklank. Na cpkelfe oogenblikken ging de deur open. Juffrouw Octavie stond voor heimi Met een scherpen blik nam. zij! den jongen man op. U verlangt? vroeg zij'. U te spreken, juffrouw, antwoordde hij met eerbiedige cn flinke stem', ponder overmoed, maar ook zonder bedeesdheid. Nog eens keek zij1 liaml lang aan Dan deed ,ziji d'e deur, die óp een kier stond, wijd open. Ile kreet des harten. Zij bracht heimi niet in het kleine vertrek achter de keuken, waar ziji de weduwe Ca- bassus had ontvangen. Zij. ging op: de bree- de steenen tra-p voor en brac'ht he,ml op het eerste trapportaal, waaran een uit bouw was, die opi den turn uitzag. Daar opende zij een deur on liet hemi in een groote zaal binnen. In dit vertrek, .dat bijna altijd! gesloten was. liet juffrouw Octavie slechts voor name bezoekers. Dla.ar had zijl korten tijd geleden Fa.bien Rabiad ontvangen. Men zou haar zeker in verlegenheid gebracht Door oude vodden. „Anders is ze altijd zoo kerkseh. zoo n kwezel hé?" D.e door elk woord purende nijd van haar collega bijt J'o achterna langs de gesloten winkelrecks voortgaand, Hiupt een traan over haar ooghoeken. Nog een en nog een dikke, uit hartzeer eu zorg gedistilleerde droppen. Ze kruipen la ger, beginnen kleine beekjes te trekken, tot neer in haar overal reeds onthaarde bontje. Denk eens! daar stond zei... zijl.. altijd oven netjes, nu nog in haar armoe deen al mioet ze zelfs dit pakje voor den winkel thuis dadelijk uittrekken. Dit haar eenigeoml het to sporen voor overdag. Net als haar eenige poor, hieelo kousjes. En nu?... juist omi die afgeWas- schen prullen zóó n beloediging! ,t lWos vreeselijk daarnet. „Sedert u adlen gesloten zwart uniform draagt, heb ik wel geen klagen mieer ge- bad, mlaai' vanavond rntoet ik n toch w,a.t zeggen: Wil u lichte kousjes dragen... soit! Na vandaag echter verkies ik hier in mijn zaak géén vleeschkleurige prullen meer. Van wie ik ze m-orgen nog zie, kan gerust naar een andere bletrekki'iig uitkijken." Daar stond zij! opeens alle oogen van de collega's naar haaf voeten! terwijl drie of vier van de anderen toóh óók rosse lorren aan hadden! Alle blikken vol leed vermaak alleen op haar voeten en toen ze er zelf naar keelk,- toen merkte zte het pas: Moe heeft gisteren haar eenige paar goed-e kousen totaal bedorven, door zo na te wassch-eu in het sop van di-o roode blouse. V,attmlor,gen was het nog zoo don ker op haar kamertje, hoeft ze er niets Van gezien. En nu pareert ook zijl in die Zoo vaak door haar zelf veroordeelde dracht. Wat een pret voor ctè anderendie haar altijd kwetsen, juist omdat zij nog steeds juffrouw Reikers bleef, zelfs voor den patroon, die gewoonlijk miaar roept van: Krijt, Sprong, S-toelinga doe dit pi dat eens g,auw. Maar haar behandelde me neer nog altijd met een zekere onderschei ding, tot d,a(areven d'e sc'ènel En 't erg ste is, hoe komlt ze zoo gauw aan nieuwe Deze maand kan er geen cent mteer af, moeder is zpo zwak, möet d,at eene eitje-daags honden. En d'e bakker kómt morgen. En 't gas kan ook niet minder en zorg, zorg, zoi'gl nooit wiat anders. Meneer zou, eens met één piaar solsken toe moeten!... die hij thuis kon uittrekken, o,mi ze te sparen voor de volgenden dlag. Mismoedig klimt Jo naar drie-hoog-aclli- ter. O,mi den hoelk van de kamerdeur valt zo op een stoel, draait 't meubel' bij zóó met beide armen tegen den muur en mót het hoofd daarop, begint ze te snikken, snikken. „Maar kind!" schrikt een grijiz-e vrouw waarvan elke trek vertelt, dat ziji betere dagen heeft gekend. „Maar kind', wat is er nu?" „Vreeselijk! de piatroon heeft mie belee- digd. Of neen beleedligd niet. Maar 't. hajd er toch véél van. Die naro man! En dat alleen omdat n gister mijn beige kousen in dat r-oode sop hebt gestoken. Die ake lige fit! die nare krent! Zelf houdt hijl er misschien wel twee doizijn zijlden sokken op na en ïkoml deze oude vodlden krjjjg ik misschien mijn ontslag. "Miaar wat dan?" gilt Jo van overspanning. „Ontslag?" Mevrouw kan dit nog niet hegrijpen, evenmin als wat haar dochter ratelt of huilt over zeejjsop en kousen. En meneer Wrees 'n fit? „Je he.bt me nog pas verteld, dat jé pa troon altijd zoo öorrecili-vriendelijk tegen jo is. En dat hijl óok eiken keer vraagt, hoe ik het m,a,a,k of zoo." ,,'k Moet voor miorgen nieuwe-'kousen hebben, als men haar gevraagd had, waar- ornl zij daar vandaag den convoudigcn be ambte ontving. Zij naiml tegenover hem plaats, en zag hes» langen tijd onbewegelijk aan. Zij han delde ond'er ©en drang, die volstrekt nielt" gemotiveerd was, lietziji dat zij in dten jon gen ana-n, dien ziji nooit van nabij gezien had, iet-s hoogers zag, dan zijn ned'er.igen stand, lietziji dat ze het buitengewone ge wicht vermoedde, d'at heit onderhoud zp,u hebben, Zonder weifeling en zonder bedeesdheid ging hij recht op zijn doel af en begon aanstonds de beweegreden van zijln bezoek bloot te leggen, Juffrouw, ik zal u verrassen, mis schien zelfs u aanstoot geven en u ergeren. Zonder eenig recht, zonder eenige redten omi uw vertrouwen te vragen, veroorloof ik mij een vraag, 'dje buitengewoon, kieiseh en onbescheiden is. Ik moet dit noodzake lijk doen, omldat het gaat over het geluk van iemand, die u zveer dierbaar is. Dit begin ha,d de oude juffrouw niet al leen móeten verwonderen, maar ook, zooals de jonge mian zelf erkend had', verontwaar digen en boos miaken. Hoe kwam het, dat aan en waar zal ik ze halen zónder geld? Poffen wil ik niet en ui evenmin." „Heuseh kind, ik begrijp je niet. Dïink' nu eerst je koffie eens wit en vertol dan kalmi, wat er is gebeurd," veranlaant de ofoJ dit dreigende ontslag ook reeds dim® ge schrokken weduwe. Zoodra ze echter, het voorgevallene heeft vernomen, trekt ze aardig opgelucht een lade open, waarin pillen- en poeierdoosjes even zpovele spaar potjes vor.mien 't ©ene voor gafs, 't (apdere voor licht èn dat „Niet van da centen voor uw eieren" veronderstelt het opgewonden meisje dade lijk weigerend. „Komt Joke beter één maand geen eitje dan nooit meer. D|an d'at jij je betrek king zoudt verliezen. Jamaner het is [me vanmorgen heelejnaal niet opgevallen van die beige dingen d'an had ikz-olf niet ge wild-, dat je er zoo d'e straat mee op ging. Maar als je mieneer -Wr-ees nu morgen eens de zaak uitlegde?" „Nooit! dat doe ik niet. 'k Vind' hém opeens zoo'n nare pedanto-mi zoo min over me te denkenterwijl hij tot nu altijd zei dat hij u eu vader zoojgoed ha|d gekend. Dat hij' altijd zooveel achting voor u had gehouden, vooral nadat ui ftlles ver loor. Enne, dat ik precies' op u leek' overal in. Zóó zei hij toen ook, dat 't góed was, dat u hier weer bleef wonen." „Ga nu gauw een paar kousjes halen op den hoek doen ze nog wel open, als ze jou zien. En wanneer je dan vannacht eens hebt uitgerust, lijkt de heele zaak [mis schien anders." Dioeh het nachtje slapen heelt de wond in Jo's gevoel niet: Diat meneer nu juist haar moest beleedig-eu! Zóó, waar alle ,am deren bij waren. Hij1 staat wel bekend' als streng op dit punt wat opzithzelf na tuurlijk héél prachtig is! miaar veertien dagen geleden heeft hijl haar nog geprezen óók wa,ar allen bijl stonden. En laatst op kantoor„Toen was hij, u gelooft niat hoe vriendelijk! Toen vond ik hemi zelfte overdreven," vertelt Jo tusschen twee hapi- pen van haar boterham door. „Ik zou het tenminste érg vinden, als jiji je ontslag kreeg, kind. Niet om ons broodje alleen. Zoo lang ik noig wat kan naaien Maar ik weet je nu in zoo'n netto O'mge^ ving en niet .alle patroons zijn als meneer Wrees, door en door degelijk. Als ik je was, ging ik hemi straks de heele geschie denis uitleggen want hijl kon gisteren imlmers niet weten dat jij' geen schuld had'. Doe 'li maar, voor je eigen goeden-naam." „Nooit!die fit!omi me dadelijk zóó in 't gezicht te slaan. „Maar 'n paar andere meisjes droegen imimers ook van die rose lorren. En als 't meneer nu juist van jou eens héél erg is opgevallen?" Buiten leeft heit sitadsspektakel al weer op. 't Maant dat voorttrippelende, nog Steeds op haar patroon vertoornde juffertje tot voorzichtig zijn, tot oppassen 't leidt haar boosheid af. Langzaamaan sussen ook de bezigheden van eLken morgen J,o's boosheid onder het afstoffen en 't helpen van een enkele vroege klant begint ze beter in te zien: Feitelijk toch wel' degelijk van mieneer oml zóó streng tff zijn daarin heeft mioe gelijk. Moe? nu moet zdjl die eitjes missen, een halve maand lang, terw'ijjl de dokter laatst nog wild'e 'n Nieuwe zorg pijnigt juffrouw Reikers voor moe zou ze tot alles iu staat z'ijn, en als mieneer na een korte monstering door zijn winkel haar weer werkelijk' vrien delijk toeknikt, rijst Jo's heldenmoed voor moe nog hooger. Ze groeit uit tot een dee- mlocidiging, een buigen van liaar anders zoo fier gedragen, mooie bopije. Op 't stil ste uur van den dag gaat het meisje naar kantoor „Ik zou u iets willen vragen, meneer." „Over gister hè?" 't Klinkt goedig, zelfs wat schuldbewust terwijl' die oogen ond'er den grijzenden kuif haar jeugdig m|ooi' in zich lOp'nemien. Net haar moeder van jaren geleden destijds voor hem, jong volón- t-airtje, nog onbereikbaar terwijl nu het dochtertje gut, hij' wordt imlmers al zes enveertig! „J-a..a. N..een mieneer. Ik nou u willen vragen -om wat voorschot opi mijn salaris?" Watbliei'? Hebben zo het zóó armi? Do verbl-uffing over dit feit bindt zijin mkmid dicht wat J-o nu verkeerd uitlegt. Nog ze nuwachtiger biecht ze opi: ,,'t W,as heelemiaal zonder schuld, van mijn kousen gistermóe had ze per on geluk in rooidl sop van mijn bloes gewas- schen. En 't was onszelf niet eens opge vallen. Maar nu moest ik opeens nieuwe, waar we heel niet op hadden gerekend'. En na kan er haast geen -extraatje voor moeder meer af, terwijl de dokter Maand'ag nog zeiJo hapert. Weer kruipt een tra,an uil- haar ooghoek, maakt 'n donkere möes op haar groenen jurkkraag. „Natuurlijk, graag" ha,ast meneer zich. „Zelfs héél graag, kind." Haar salaris ver- zij' 'dien onbes'choften jongen mlan, die haar aldus toegesproken had, nog m bare tegen woordigheid dhlde? Een enkele zaak kón dit verklaren: juf frouw Octavio bleef Georges bekijken, in plaats van naar heimi te luisteren. Zij be keek heimi cn lette niet opi zlijh woorden. Kfijl beschouwde hemi hartstochtelijk en tracht te in de trekken op zijln gelaat, in Zijjme uitdrukking, in zijn bewegingen iets te onderkennen, dat een verleden in haar te rugriep, dat zij, dood waande en dat haar hart dierbaar wa.s ge-b-leven. Georges wilde echter tot het uiterste gaan en ongewoon de vraag stellen: Heeft Solan-ge Fabien Rabiiaö wel lief? Op het punt deze woorden uit te spre ken, begreep hij er het ontzettende van. Maar» zijn besluit was genomen en hij was impus genoeg oml het uit te voeren. Hijl vervolgde Ik heb voor juffrouw Sol-ange een-e zeer eerbiedige bewondering. Mijn beschei den stand, het verladen mlijteer familie, dat ik niet kan blootleggen, sitellen m|ij' niet in staat oimi er ook m!aar in de verste verte aan te denken, hare hand te vragen, miaar ik moet weten, of zij er zich in schikt, de 'iWWW NHHHa 'l Ook daar vervolging? De jongsto daad van Mussolini, heeft Wel' .overduidelijk! getoond', van wleïlk ge halte de staatkunde 'is, die dj©n dlidtator van Italië (Voert. Wel is op' zijln eeréte soherpl bleslnit, eenige Verzachting toegepast, maar reeds het stellen Van zoo'n aanm'a.tigeadte daad, verraadt genoeg het karakter van den dlader. Tot nu! toe wteren er -nóg véle katho lieken, die imisleid door eenig mooiei ge- blaren, met iMussolini sympathiseerden; zij' die echter (Letten op het stelsel!' flait Mjl voorstaat, zagen reedfe van den aanvang af, met 'zórg dten dte-g tegemoet, waarop het fascisme zich st'erk genoeg vóelt, om het onverbiddelijk door te voeren. De Staat ihó-Ven allte' d'eóretcHrde do Duoe reeds long. Do Staaf bóven de Kiwk'; d'e Staat ook bóven de gewetens cn in dio gesteltenis vaardigde hif het besluit uit dat de jeugd binnen d'e fascistische organi satie dwingt; dat alle andere venaenigin- gen op dit gebied onmóg'elïjk maakt. I's -dit ,de inz'et Van d'en godsdienststrijd, in Italië Of is het slechte een uiting Van wre vel' na jde kloeke vermaning van dc« Paus aan de katholieken, die zich als fascist misdroegen In ieder igeVal' schond Mussolini met zijh maatregel .rechtenstak hij zijh hand uit naar het heilige waar een Staat niet aan mag reikten. Do Dnce zette hlrutaal den ett-sfen stap op' het gebied der Kerk, wèdfee) niet zal nalaten hemi' hot hoofd „te Medenwhnt lioo streng «zij' eerbied eisclit voor het aaidsch gëzhg, hoe verdraagzaam zij1' is tegenover de meest uiteenloopend© regeé- ringst-el'selsinmenging(in zuiver relli- giense zaken mag Zij' niet 'toestaan en dia gevolgen, die -uit Haar rechtmatig ver zet vóortvloeien, kom'en niet over Haar. Dat Mussolini (Voorzichtig zijl! Ook' Napoleon heeft in zi]h machtdwaan- zin zich 'Ve-rgrCpen aan dte rechten eter Keik' en Spottend uitgeroependié' hanVlbek zal de geweren niet uit dc hande|n vap mïjh soldlaten i-doen Valfeimaar Napoleon werd vernietigd Jen d'e Kerk 'bleef. Ook BiftoarCk, de KerkVeirvolgter, hoor de 'in de Rijkyd'agzitt.ing vaji 14 Mei 1872: ..Nach Ca-nossa jgehen wir nicht"; m'aar Bism'arck tuimelde omlaag en de Kerk bï'eef. No-gmlaals: Sat (Mussolini Voorzichtig feSji! I. i De K-enk heeft de hteüóftw van Ohristus, dat Hij'tmtet Haar is tot het einde der tijk den en idat zelfs Satans macht haar niet overweldigen z'al. Al is ,d'us de einduitslag Van allf wait 'd|e moderne geweldenaar tegicn d'e Kerk wil ondernemen, niet onzteher, wljrhapetn Van Iiarfce, dat e;en juist' inz'iicht Mussolini mag weerhouden van dalden idjie elan storm1 van leed over do Kerk zóuld«n ontketenen on Wlaarvan de sdhrikkelijkte vorantfwfoording hem en 'zïjh medelielpterö zou blelfffen. UITKIJK. hoogen? hij' durft het nu dadelijk ni,e.t aanbieden. En zouden ze het waarachtig zóó krapjes hebben? f Wanneer de mierkelijk verlichte Jo weer haar waren aanprijst, zit meneer Wlrees in kwellende gedachten achter zijn bureau: Dat hij' haar net moest treffenmaar 't viel liemi ook juist van "juffrouw Reikers zpo op. Vau 't meisje, dat altijd' -zoo'n hoioge plaats bekieldl In z-ijn reeds wat cy nische levensbeschouwing van zosanveer- tiger. Ja, 'n hooge plaats straks heeft hij pa-s goed 'bemerkt hoe hoog! Hij! had Jo zijn heele brandkast wel willen geven, als als ziji z-e maar aannam'. Als hij' (dat miaar vast wistwist, zie je. Als hij', oude man, maai' voor geen blauwtje b-e- hoel'de te vreezen bij! zoo'n mooi jong ding, eigenlijk gevaarlijk mio-oi in zoo'n stad'. En juist daaroml in haar degelijkheid! zoo vèr boven anderen uit. Enkele dagen later klimt ook' meneer Wr-ees naar drie-hoog-aclhter 'n kwasi- visite, omi te hooren naar de gezondheid' van mevrouw Reikers, die hij na haar ver dwijnen -uit de zakenwereld' nooit meer on,t- moette. Deze kwast-visite wordt echter spoedig gevolgd dtaor bezoeken uit ouÜo vriendschap', 'uit genegenheid. Meneer's zorg zoekt de dames' zóo, gauw mógelijk een haar beter passende woning en het duurt niet lang of de Collega's missen Jo in den winkel. Opi zekeren morgen stekten weer alle hoofden van de juffertjes! bijl el kaar: Die patroon verloofd' met Jo Reikers! „En ze trouwen dit voorjaar al.., zij heeft het me zelf verteld. Raad, eens wat ze ook zei? - die reprimande toen... echtigenoio-te van Fabien Rabiao te worden, of zij heimi werkelijk lief heeft. Juffrouw, wil mijl een antwoord geven Hij zweeg. Gedurende eenige verschrik kelijke oio,genhlikken w-achtto Georges die uitspraak af. D:an stond! juffrouw Ocltavie op. Haar gelaat had eeu lijkldeur, haar oogen stonden Wijldl open. Wat zou zij' antwoorden? Zij gaf geen antwoord op de haar ge stelde vraag, miaar over liaar bevende lip pen kwaimien deze onverwachte woorden Gij zjijt zlj'n zoon!.. Gij z'ijt zijn zjoon!... W,at zegt u juffrouw? Ik zeg, diat gijl rijn zoon zij|bde zoon van Lueien Diubor! Georges werd bleek en hij stond op zijn beurt op: Heeft u heim| gekend? De oude juffrouw' had nu hare oogen vol tranen en met bevende stem! legde rij deze bekentenis af: Ja, mijn kind, ik heb hem gekenidj. gekend, enliefgehad'. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5