M, GOES DA NJiiK? RBEEM, GOES sendaal DEN DRIES Tweede Blad GOES (kelen, KAAS NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT oferham. 10 ct. ir kilo sr kilo BEZEMS. JLtjn Hoes, HEEKBANK I Tel. 2865 .schikbaar. :N, SCHOEN rITEIT, enz. IELBURG 57. VAN OVER DE GRENZEN FEUILLETON De vreemde vriend. KERKNIEUWS Ontspanningslectuur. Ontmoetingen erons ■ertenViortSen. g 33 ct. p. '/2P. 28 ct. p. V2 Pd« 45 ct. I.G.-bus 38 ct. 'Jï 45. 16200-30 rika Lijn» ■eeks van Canada. 1 in builen- ff e |AM. lisP. A. VAN &SEKE. Effecten. IG. kluren zitting in Int uk-bij Effectenzaken XIJK. 15777-30 >NOTEERING met ons nieuw rel waard joedkoop. IHANDEL. laverzaden, uhn Co., jeplombeerde Moringa en odbol Kaas e Kaas >ek 150 ct. 45-58 ct. 75-50 ct. 20-25-40 ct. «i- v Samenwerking tusschen werkgevers en.ardbeiders. Na de sapuenwerkiag in de bedrijfs takken zuilen wijl thans de saimenwerkijig tusschen de centrale organisaties van werk gevers en arbeiders nader beschouwen. De ze samenwerking bestaat vooral in de olfi- cieele en setmii-offcieele regeeriiiigsinstel- jjno-en, bijv. in den Hoogen Raad van Ar beid, waar de vertegenwoordigers van de werkgevers- en arbeidersorganisaties miet een aantal z.g. wetenschappelijke leden o-ereo-eld satmen komen, om den Minister van "Arbeid van advies te dienen over verschillende vraagstukken op arbeidsge bied. Zooals wij vroeger reeds hebben uit eengezet, is deze Hooge Raad van Arbeid kort veleden op een wetteljjken basis ge schoeid, welke 1 Juli a.s. in werking zal Naast den Hoogen Raad van Arbeid bestaan tal van permanente bjjizondere conn- missies, waarin ook vertegenwoordigers van werkgevers- en arbeidersorganisaties elkaar ontmoeten. Zoo bjjv. de Centrale 00,111 [missie voor de Statistiek, de Commis sie voor de Economische Politiek, do Rijlkteqmtolissie voor Werkverruiming, do Rijik&c-cimimissie voor beroepsverandering en vakopleiding, de Ccimlmissie van bijstand voor de Arbeidsbemiddeling, enz. Al deze copinrissies hebben een bepaald doel en de leden van d'e camimiissiea worden, vooï Zoover zij niet. rechtstreeks door hun or ganisaties zjjn aangewezen, geacht de denk beelden naar voren te brengen, welke in de kringen, waarin zij door hun da,gelijk- schen arbeid verkeeren, bestaan. Een bijzondere wijize van contact tus schen de centrale organisaties is in. 1920 in het leven geroepen, 111 verband unlet plannen inzake de ziektewet. Heit over leg, dat toen plaats vond, leidde tot een overeenkomst, het z-g. plan Pn&thunra- Karpers, doch de toenmalige Minister van Arbeid wensehte dit niet aLs basis voor een wettelijke regeling te aanvaarden, zoo dat dit overleg helaas op niets uitliep. Een ander contact, dat in 1919 in de R.-IC. organisaties naar voren kwa|m eD leidde tot d'e oprichting van den R.-Iv. Centralen Raad van Bedrijven, is ook niet dat geworden, wat pren er zich aanvan kelijk van voorgesteld had, otmidfck het voor de R.-K. groot-werkgevers te be zwaarlijk werd hun medewerking aan de zen Centralen Raad te bl'ijlven geven. D|e Centrale Raad bestaat nog, Wel' tusschen de R.-K. arbeiders-, boeren- en midden standsorganisaties, doch met de R.-K. groot-weokge.vers is het contact veel ge ringer en vinden slechts af en toe be sprekingen plaats in den z.g. Raad van Overleg. Tenslotte moeten wij' hier melding ma ken van de jongste poging tot samenwer king, waartoe het Verbond van Nederl. .Werkgevers het initiatief heeft genomien. Dit heeft onlangs d-e centrale arbeiders organisaties, het N. V. V., R.-K. Wi, C. N. V. en A. N. V. tot een bespreking uitgenoödigd over dé vraagstukken van algnmeenen aard, waarbijl de belangen van werkgevers en arbeiders parallel loopen. Hoewel imen uitdrukkelijk de arbeidsvoor waarden. buiten h«t overleg heeft ge plaatst (deze toch worden door de or ganisaties in die bedrijfstakken geregeld), is het duidelijk, dat. er tocih tal van vraag stukken zjjh, waarvoor dit overleg nuttig is. Do eerste bespreking, die 10 Februori plaats vond, heeft een bevredigend1 resul taat gehad. Met belangstelling' tmiag! de verdere ontwikkeling van dit overleg wor den afgewacht. De Vesuvius. Pot.) Na den heuvel verlaten te hebben, houd ik weder rechts aan en zak af naar dei la,va-vlakte, welke naar den spits voert en welke ik reeds vroeger ben overge trokken, toen ik' mij! naar de kluis begaf. Zeli's in tegenwoordigheid van. dleze ver kalkte overblijfselen kan de verbeelding zich aiioeüïjk die velden van vuur en gesmolten aardstoffen voorstellen, welke zich bij de uitbarsting van den Vesuvius verkamen. Diante had ze wellicht gezien, toen hij in zijn „Hel" die brandende <za,njd- zeeën afschildert, waar eeuwige vla,-mimen langzaam en stil' nederdalen, als sneeuw op de Alpen, wanneer de wind Avijgt me di nev-e in Alpe senza vento). Do - 2.8, Maar indien juffrouw Octavie in haar lang voorbije jeugd eene liefde had' te be treuren, zooals zoovele andereu, was zij daarcpni toch niet de typische oude juf- die zoo dikwijls beschreven wordt. Zij had eene zeer juiste opvatting van 'haar plicht en een flink' gezond verstand. Solange zal nooit een passender en oordeeliger partij kunnen ontmioeiteu,, zei ze tot zich zelf. Ik m(oeit dus dia/t plan egumstigen, ofschoon de jonge mja.n miji een beetje weekelijik voor komt. Zij dacht nog langer na. Zijl voelde, dht gezond verstand haar leid'smian was meer dan een warme sympathie voor den zoon van haar oude vriendin. En dat ver- s and, waar zij' na,ar luisterde, leverd'e aar prachtige bewijzen. Een dezer lan,trien gat den doorslag. 7-, 71 Solange het in liaar hoofd kreeg a len Rabiac niet te nem-en, wien zal zij dan vinden?... Zij is lief en aardig', maai heden ten dage Banken, de jongelui slechts aan grid. Toen zij, zoover- met hare overwegingen gekomen was, herinnerde zij zich plotseling gehoord te hebben, dat Leonce Fouras- wolken scheiden zich hier en daar al. en voor een oogenblik 0111dak ik Por- iie'i. Capri, Iseihia, Pa.ns.ilif-pede ze.e waar- 011 de blanke zeilen der vissdherssöhuitein schitteren en 'de golf van Napels omringd met oranjeboom en; liet is het paradijs van uit, de hel gezien. Wij, zijn aan dein voet van die spits en stijigein af. Mijn gids geeft mij een langen stolt on wij, beginnen die ontzettende asohhoop te beklimtoten. De wolken pakken weder opeen; de nevels worden dikker en die duisternis verdob belt. Eindelijk bevind ik mij opi d'en top der Vesuvius, schrijvende aan de rand van den vulkaan, en gereed om1 in de diep'te van zijn krater al' te dillen. D;e zon vertoont zidh van tijd tot tijd d'oor den sluier van dam-pen, welke den geheeleu berg omhult. Deze omstandigheid, welke miji het gezicht van een der schoonste landschappen ont rooft, vermeerdert nog het ijselij'ke van deze plaats. De Vesuvius door wolken, af gescheiden van de betooverendé landou wen, welke zijn voet om'geven, heelt ai het voorkömlen van te midden c,en-ar woes tijn geplaatst te zijn, en do schrik, welke hij inboezemt, wordt in geenen deele Ver zwakt door het gezicht der bloeiende stad, Welke aan zijn voet gelegen is. Ik doe thans aan mijn gids het; voorstel olm in Iden krater af te dalen; hij maakt een beetje bezwaar hiertegen om! een grootere beloo- ning te krijgen. Wijl stellen een som! vast, welke hij echter dadelijk ontvangen wil 011 welke ik hem, clan oolil geef. Aanstonds ont doet hij zich nu van zijn kleed, Wijl loo pen eenigen tijd langs den mond1 van den afgrond, om! een minder steile en gemak kelijker helling te vinden. Eindelijk staat de gids stil en wenkt mijl om mij gereed' te houden. Wij laten ons afzakken en bevin den ons in de diepte van de kolk, Welke ik moeilijk precies kan beschrijven. Men verbeelde zich een kom: van een kwartier in den om-trok, welke driehonderd voet hoog is en naar boven breed uitloopt in den vorm1 van éen trechter. De wanden zijn diep gegroefd door het vloeibare vuur, hetwelk de kom< bevatte, eu dat Zijl naar buiten geworpen heeft. De kantige z'ij'den dezer groeven hebben veel overeenkomst met de uitspringende hoeken, waarmede de Romeinen het metselwerk ondersteunden. Rortspunten hangen over eenige gedeelten van den krater lieen, en d'eze kiamipeu steen mot een asdhkorst overdekt, schij nen den afgrond' te willen badlekken. Die grond van deze kom, is in alle richtingen doorsneden. Zoowat in liet midden zijin drie nieuwe putten of kleine monden, die vlamimen opspuwden in, 1795, tijdens het verblijf der Êi-anschen te Napels. Rook wolken stijgen door de poriën van d'e kolk heen, vooral na,ai- de zijde van Torre Gr.ecio. Aan den kant van Ca-serte zie ilc vla,'mtoen|; ik steek mijn hand' in den asdh, en be merk dat die eenige dtaim'en onder °P'" pervlakte brandend- heet is. Over het ge heel heelt dez® kolk of krater de klem- van uitgebrande steenkooldooh d'e natuur weet aa,n de afzichtelijkste voorwerpen nog bevalligheid te geven. De lava is op sóm mige plaatsen azuurblauw, geel en oranje-, kleurig. Blokken granietsteen, door dl kracht van het vuur verdraaid -en verwron gen, zijn aan het einde omgekruld' a.l-s aeantbladen. De opi de rotsgestalte vulka nische massa vormt hier en daar rosetten, guirlanden en bloemkransen, of vormt de figuren van planten en beesten. Op een der rotspunten vond ik een zwaan va,n wit te lava, die zeer juist, gevormd was; Imen zou gezworen hebben dien sc'hoonen vogel te zien, slapend op een stil wafer, mtet den kop onder den vleugel' verborgen, en zijp gekromden hals als -een rol zijde op zijn rug neergebogen. Ook hier ondervond- ik die stilte, welke ik weleer, tegen den mid dag, in de hossclien van "Amerika, op merkte, wanneer ik, den ademi inhoudend, niets hoorde dan het druischen mijner! ade ren aan de slapen vajj het hloofd' en het kloppen van mijn hart. Soms vallen, wind vlagen van den spits naariWem afgrond des kraters af en ruisóhen door mijn klee deren, of fluiten om mijn stok; ook hoor ik eenige steenen, Welke 'mijn gids oinider het afklimmen naar beneden stout, in den krater rollen. Een verwarde echo-, onge veer gelijk aan het geluid van ijker of |gias', verlengt het gedruisclh! van clen val', en alles zwijgt opnieuw. Men vergelijke die dcoclelijke stilte roeit de vervaarlijke ont ploffingen, die dezelfde plaatsen doen be ven, wanneer d;e vulkaan het vuur uit zijn ingewanden braakt, en de aarde roet' duis ternis en damp overdekt. Men zou hier eenige wijsgeerige opmerkingen kunnen maken, en waarlijk medelijden krijgen met alle menschelijke zaken. Inderdaad wat zijn al die zoo beruchte omwentelingen van son niet ongevoelig voor het jonge rojeisje scheenzij had dit trouwens zelf ook' opgemerktzij' daéht: Deze is rijk en in staat omi aan een van zijn grillen toe te geven en zijn vader te doen toegeven. Maar De oude vrouw voelde dat hare kainy.o haar verliet eu het bloed rieeg haar naar het gelaat. Nu sprak rijf roet luider st.em! --Fourasso.il... FourassonAlles eerder dan dal! Hare verontwaardiging over den oud'en -gierigaard, wiens verleden niemand heter kende dan zij' zelf, hare vrees: dht Solamga zich roet dien gewonen akeligan jongen •man, den erfgenaam' van gestolen goed zou tevreden mbeten stellen, deden haar ein delijk dit besluit nemen. Ook op het kasteel van Ceias sprak het nuchter verstand door den roonjl va,11 !me- vveuw de Rabiac. Zij, kwam: echter tot een heel ander besluit. De moeder van Fabien sloofde zich af oni' hem ie bewijzen, dat- hij grootel'ijks ongelijk had zulk éen m'in hu welijk te willen aangaan met d'e dochter van een fabrikant, die weinig vermogen had en daarenboven vijf kinderen. Ik geef je toe. dat dit jonge meisje wel opgevoed is, talentvol en mooi, zeide zij', maar denk je dat je geen ander zult ontmoeten, dat ten minste dezelfde, hoe danigheden heeft, en je een mooie huwe lijks-gift meebrengt en dat je een schitte- de grootste rijken bij: deze naituui'tooneelen, welke het aanschijn der a,arc!e en d'en zeeën veranderen. ^Gelukkig nog indien de menselien den korten tijd', welken zij hier moet elkander te leven hebben, niet gebruikten, o:m; zich onderling te kwellen! D,e Vesuvius heeft nog nooit zijn kolken en afgronden geopend oen: steden te verslin den of te straffen, of hij overviel de Vol ken temidden van oorlogen, 0) rouwklach ten! De tijden zijn veranderlijk, en dfejmen- schelijbe lotgevallen getuigen van dezelfde cimlslandigheid -en veranderlijkheid! Plinius verloor het leven door slechts van verre den vulkaan be willen beschouwen in wiens krater ik rustig nederzit. Ik zie den tafgrond roTt-dom mijl rooken. Ik he denk, dat eenige vademen dieper een vuur kolk onder mijn voeten gloeit, en dat d'e vulkaan van een kon splijten en m'ij! niet deze. verbroken marmerblokken in de lucht opwerpen Op d|cn vierden Zondag 111 de Vasten. Epistel v. d. H. Paulus tot de Gaflatenj. IV. 22—31. Broeders! daar staat geschreven, dat Abraham: twee zonen lmd, -oenen van de slavin, en eenen van da vrije vrouw'. Dlo-c'h [li-e van do slavin tyunl' naar het vleosch geboren; maar die van de vrije vrouw door de belofte. Dit gezegde hoeft eene zinnebeeldige beteekenis. Want dit )>e- t-eekent de twee tesdaijnientenhet eene is van d-en berg Sina, ter slavernij! ba rende, en dit is Agar; Sina is een berig in Arabië, welke overeenkomt met het Je- ruzal-eim-, hetwelk hier beneden, en m!et zijne, kinderen in slavernij) is. Maar het Jeruzalem', hetwelk hierboven is, is vrij', -en dit is onze moeder. Want er staat geschreven: Verblijdt u onvruchtbare, die niet 'baart; berst uit van blijdschap, gij' die geene moeder wer.d't; want de verla tene heeft vele kinderen, ja m'eer, dan d'ie -eenen man heeft. Maar wij, broeders, rijta kinderen der belofte, gelijik Isaac. Doch, even als hij, die naar het vleesch was ge boren, dengenen vervolgde, die het naar d-en geest was, zoo ook nu. Maar wat zegt de Schriftuur? Jaag de slavin weg en ha ren zoonwant de zoon der slavin zal geen erfgenaam- zijn met den zoon der vrije vrouw. D'us broederszijn wij' geene zonen der slavin, maar der vrije, vrouw, dbor die vrijheid, dbor welke Christus ons be vrijd heeft. Evangelie, Joannes. VI. 115. In'di-en tijd ging Jezus' over d'e zep va,n Galilea, dat is, die van Tiberias, en een groote menigte volgde Hem, omdat zij de teekeneu zagen die Hij over d'e zie ken deed. Jezus ging d'aui opi den berg, en zat daar met Zijne Leerlingen. Nu Pa seben, het feest der Jolden, was nabij. Als Jezus dan Zijne oogen opsloeg, en zag dat er eene zeer groote menigte tolt Hem kwam-, zeide Hij1 t-ot Philippus: van waa.r zullen wij brood 'koopèn, opdat zij! inlagen -eten -dan, Hij zeide dit om hemi te toetsen want Hijl wist wel wat Hij, doen zoude. Philippics antwoordde Hemi: voor t.we-o honderd tienlingen aa.n brood! is hun niet genoeg, opdat ieder een weinig krijjgie. Een van Zijne leerlingen, Andreas, de broe der van Simion Petrus-, zeide Hem': hier is een jongen, die vijf gerstcnbroodein en tw-ee vi&schen heeft; mla-ar wat is dat voor zoo velen? Jeans zeide dan: laat d'e men schep nedCTzitten. En daar was veel gras op die plaats. En zij zaten daar ten getale van o-mtrent vijf duizend mannen. Jezus nam- -dan de brood'en; en als Hij1 gedankt had, deelde Hijl ze uit aan die djaar zaten desgelijks oak van die visschen, zoo als zij wilden. Als zij dan verzadigd wanen, zeide Hij aan Zijme leerlingen: verzamelt do brokken die overgeschoten zijn, op dat zij niet verloren gaan. Zij verzamelden dan, en vulden twaalf mia-ndlen met brok ken, die van de vijl* gt-erstebraod'en. over bleven diergenen, die gegeten hadden. Do nnensehen dan. als zij bel wonderteeken za gen, lietwielk Jezus deed, zeiden: Hijl is waarlijk de Profeet, die in d'e wereld ko- •mien mio-et. Maar toen Jezus vernam, dat zij wilden ko-mien om Hem' te halen en ko ning te maken, vluchtte Hij1 weder alleen naar den berg. Hist, vertelling door IV. v. Blum-entlial!. Ongeduldig, vloekend' en tierend, ver drongen de imensch-en elkander voor cle-n rende toekomst belooft Jawel, stamelde de jonge man, dat is niet- .onmogelijk, maar Wat maar? Juffrouw Solan-ge bevalt me. Een andere zou je misschien even goed bevallen. Ik heb nog nooit zoo'n lief meisje ontmpet. Je bent nog te jon,g. je h-ebt tijd o:mi te zoeken. Wlaartoe? Waartoe? Maar mijn jongen, voor je voordeel. Op jou leeftijjd veracht mien eenige berekening over vooruitzichten. Ma,ar later heeft mien e,r spdjlfc van. - Ik geloof niet, dat ik er ooit, ispijjt Van zal hebben. Juffrouw Octavie had goed geoordeeld, de opziener Firtnin eveneensF-abian had een zwak en besluiteloos karakter. Hij' wlist zich slecht te verdedigen. Omjd'e op werpingen van zijin moeder to bestrijden, bezat hij niet dien kreet' d'es harten, d'i-e door een vurige liefde word't ingegeven. Toch schatte hijl de deugden en hoedanig heden van S.olange op hunne juiste waar de. Hij voelde zich tot haar aangetrok ken. Hij beschouwdo de argumenten, die zijn moeder tegen zijn wensclien aanvoer de, als zeer alledaagseli en weinig over tuigend. Maar zij! had hemi altijd be- heerschthij hield niet van oneenighei'd en Siberisöhen spoorweg dio amen ingericht had o|ift vluchtelingen te vervoeren. D:e «ïënscheu vochten om' in de wageans te ko- jn-en en om! een plaatsje «p of onder de ban ken te bemachtigen. Het was onbarmhar tig heet. Fel brandde d'e Juli-zon; de lucht w.as zwoel van do hitte, van stof en rook der zware lovopiiotiewen. Over drie of vier minuten zou de. trein vertrekken cn nog altijd drong een ontzaggelijke rnian- schenim-enigte naar voren opgezweept dooi den im-oed der wanhoop om het veege lijf té bergen voor de geweldenarijen der wo-es te Russische moordenaarsbenden. Diege nen, dié liet gelukt Was in don projptvoilan: wagen le klauteren, probeerden de buiten staanders er buiten te hoiuden. Maar dio teruggetrapt waren trachtten opnieuw naar binnen te dringenhet werd -een gewteldigb stormloop cn een onbeschrijfelijke verwar ring. Ook een oude man deed' alle mogelijke mioeite om in den wagen te klauteren., maar tevergeefs. Men schopte hem, terug, sloeg hem: o-p z'n handen, en in zijn gezicht. Do o,ude iman kon onmogelijk in den w'age-n kamen: de deuropening was heel hoo,g, er was geen treeplank en daarbij de mian was Maar klein van gestalte. Maar hij- wilde in ieder geval miet den trein mee, want hij wensehte niet doior de Bolsjewisten afge slacht te worden als een kalf. En daarom) gaf hij den raoed niet op en het kon hem niet schelen, of ze hemi al sloegen en trap ten,, hij probeerde ami in den wagen to kliimimen. Maar daar ook in die wagen w:as een gladgeschoren, goed dtoorvoed jongmiensch met rood haar, die eoc heeleaiaal niet als een vluchteling uitzag,, (zulke individulen waren ex heel veel in d'en trein) ■en die miet zijn hak van zijn nieuwe schoe nen op de vingers va,n den ouden impn trap te, ja toen moest de stakkerd wel los laten. Die oude sukkelaar begon luid te schreien liet was aandoenlijk oiml aan te booren'die wanhopige jammerklachten van dien ouden grijsaard overstemden het gejoel en het gesehreeuwv an heel die im-ensc'henimlenigte. Eu uit den hoek van den wage,n drang moeizaam- een jong meisje naar voren. Als een fee uit een 6prookjo stond' daar haar tengere figuur ineeus vaar de schuifdeu ren van den wagen. Ze kon ongeveer 16 jaar oud zijn, ze z'ag er uit als een ge schrokken nimf. Aan haar teer en. bleek gelaat kon inen zien, dat ze trilde va,n verontwaardiging. Hot goed-d'owvoede. glad geschoren jongmensch met zijn fijne nieuwe schoenen, du,wda ze ineens flink orpizijhaar magere linkerhand pakte ste vig de deurstijl vast haar reAterliandl reikte ze aan den ouden man en blijkbaar zonder eenige inspanning trok ze heiml in den vo-llen wagen. 'Met een sUami waarin ontroering lag, dankte de grijsaard', nauw hoorbaar: „Dank, hartelijk dank, lief kind! God zal het u vergelden, m'n engel!'-' De heerlijke trekikea van dit kinderlijk! gezicht vergeet ik nooitnog zie «ik haar vo-cr 'mijn geest, dat meisje met diie helder blauwe oogen, kinderlijk-emoe,derlijik', met een güimlach om haar roozenroode lippen, waardoor haar mondhoeken nog beter uit- kwajmen Die rivier de Angara is reeds twee dagen dichtgevrorenzooals alle rivieren in Si berië, zoo vriest ook de Angara h-eel onge lijk toe! De ijsvlakken zien er uit als een telkens .afdalend t-erras. Somis zijn ze door zichtig groen, d'a-u weer wit als melk, jm-et hier en daar nog open plekken, die heelepraal niet dichtvriezen. Men legt dan planken over het ijs zoodat de voetgangers veilig de rivier kunnen oversteken, want de hooge brug kan men dan niet gebruiken. Zoo was het ook in. het jaar 1919. De laatste trein, propvol met vluchte lingen uit het Westen, was hier bij de,zie rivier aangekomen, de trein ging niet, ver der. De -meniach-en. mtoesten driemaal uit stappen, te voet de stad doortrekken, dan de rivier over o(m! aan de Noórdlstatae van -den Baikelsipoorweg, die opi den an deren oever gelegen was, te vragen, wan neer er nag eens een trein zou, gaan.Wanit wanneer de eerstvolgende trein zou, var- trekken, en of er nog wel' eens een trein zou gaan, dat wist niemand. De mtecste vluchtelingen bleven in het station of op- de perrons «lood'eenvo,uig wachten qp den eersten dén besten Balkanferein. Er waren veel zieken onder de vluchtelingen. Eau gedeelte dezer zieke roenschen werd' in goederenlopds-en ondergebracht, dc ande ren imoesten zoo go-ed of zoo kwaad als het ging bij familie oi' kennissen in de stad een onderkoimen zoeken. Zoo trok dan die lange stoet, een eindélooze rij zieken,, een ellendige, van uitputting, cn bibberende menigte, over de diclitgevro- hiji protesteerde zoo zwakjes, dat iemand', die getuige dezer bespreking was gewjeest, zich had kunnen afvragen of deze jonge man, die beweerde een meisje oprecht lief te hebben, niet op het punt was 0,m| [uit Ver- 'mipeddh-eid a,an zijn mioeider toe te geven en van zijne liefde af te zien. Een onverwacht bezoek kwam: juist op tijd, omi zulk een besluit te verhinderen. Het kiezel van de laan kraakte, een rijtuig liield voor het bordes stil'. Eeu bediende kondigde d'en notaris aan. Mr. Viala was een oud vriend van d'e familie. Na de gewone plichtplegingen, werd d'e notaris ernstig, ja hijl nam! een plechtigen toon, om' aan mevrouw Rabiad en haar zoon te zeggen, dat liij belast wns miet hun een zeer gewichtige mededeeling te dben. Waarover gaat het? vroeg mevrouw Rabiac. Over een zaak, die ik gedurende mijn notariëele loopbaan nog nooit heb behandeld. En die. ons betreft? D-e geheimlzin- nige toon van den notaris maakte haar edhit nieuwsgierig. Ik weet niet in hoeverre dat u be treft, antwoordde Mr. Viala.; ik rnrag hier omtrent geen veronderstelling maken. Zie hier de feiten. Iemand d'ie niet wil ge noemd worden, heeft onlangs o-p in'ijin kan toor een som' van vijfhonderd d'uizen francs gedeponeerd. Dieze somi moet dbor m'ij reu rivier naar de stad', die ze juislt te voren verlaken hadden. Men had! de zie ken op primitieve draagbaren gelegd., twee lange stokken door een laken vea-bo:nden, dat was een draagbaar Over de slapende rivier stond' een scher pe wind: een doodrihe stilte lag over de doorzichtig groene ijsvlakten. Maar in den boezem- van de rivier onder het ij's brod delde het koude water, en ik hoorde een zacht nauw merkbaar droevig geluid. Het was het water dat gevangen zat cn tegen den ijswand klopte maar het klopte tevergeefs. Onverbiddeliijk hield1 h.et ijs met zijn doorzichtig groene en roelk-witte klauwen zijn prooi vast. Langzaam liep ik over de nieuwe pas- gezaagde planken, zoodat ik dé frissche dennenlucht nog opsnoof. Voor en achter tnïj zieken, en nog eens' zieken, allemaal zieken. E11 hier te midden in die ijzingwekken de Siberische stilte zag ik weer de slanke gestalte van dat jonge meisje met haar blauwe goedige iinderoogen, met eeu vriendelijke trek p,mi haar mond; ja, zijl was het, die Bestijid's opi dien sniklheeten Juliedag dien armen grijsaard' te hulp kwa;mi,t oen deze vergeefsehe moeite dééd' omi in den goederenwagen te klimimen. Op liaar mftgere bloote armen droeg zij een kindje van anderhalf jaar, 'dlat zij' met den eenigen doek, d'ien zij1 bezat, be schutte tegen de fell-e kouzij drukte liet koortsig gloeiende gezichtje van hlet arme schaap tegen haar bleeke wangen. N,aari haar, gebroken dioor lijden cn verdriet; ging moeizaam! een haveLoos geki'eede vrouw, de mpeder van het kind', ieder OiOgenblik dreigde zij' te vallen; bibberende van de korts, dit was haar laatste gang, den dood! tegemoet.. Men kon het goed aan haar zien dat de typhusi het stejme pel van den food1 opi haar ge!a.,at geplrukt ih,ad. Den anderen d'ag wel-d zijl begraven en tegelijk roet ha,ap 286 andere vluchte lingen, die evenals zij' aan de vreeselijke typhusziekte ten slachtoffer vielen. Zij' gingen binnen im het eeuwig vaderlanjcl', waar vrede en geluk en heerlijke luisteT geen einde neimien. Die sneeuw vioklcen, di-o van den hamel vielen zongen voor heaj het Requiaml en als van teere epgel'ein- stelmjmen klonk het door de eind'elpos wijde steppen van Siberië „Pie, Jesu Do- mine,, dona eis requiim1. Heere Jezus, geef liun de eeuwige rust!" :fs ïfs In de Metro de ond'ergrondsohe spoor weg vau Parijs zaten twee Riussische da mes. Men zon zeggen dat z'ij daar juist kennis hebben geim(aiakt mjet elkaar. D,e eene al een dlaimfa opi leeftijd miet een lorgnet o.p is een echt typio van een Russische dame, zooals er in Parijls zoo veel zijn; do tweede kon zao ongeveer 20 of 21 jaar ondl zijin; Zij! w"as' slank' en> le nig, zooals een jonge Berkébooimi in de uitgestrekte steppien van Noord-Riuslamd. Zcodra imen haar bezi-et, bemerkt rn'en ha,ar vriendelijke oogen, als korenbloemen in een goud geel graanveld, en in mfjiiil geest rijst Weer dat beeld vaorijaren terug, aLs een zoete geur op een stille zoimler- avond. Want hier in de Metro: de ondérgromjcl- sche spoorweg van Parijs, te mlidden van lachende levenslustige mienSchen ontmoette ik weer datzelfde mteisje d'a.t ik voor het eerst gezien had! op' dien bewusfea z:on- nigen Julidag, en later weer o.p' den plan ken overgang van de toe,ge,vroren An gara. rivier. Op haar knieën zat een lief kind' mét helderblauwe oogen. Het kind zal onge veer acht of negen geweest) zijn, miaar wa-s waarschijnlijk! een oorlogskind dat ten gevolge van ondervoeding en ziekte niet niet normaal ontwikkeld! was. Het kind Was eenvoudig, doch! ne'tjes gekleed' niet zoo opzichtelijk a.ls sojn|mige mensclhen he.a (doen om de alge.me.ene aandacht te trekken. „Is dat uw nichtje?" vroeg de idlame met haar lorgnetje, een tikje ongeloovig en keek haar jonge' meisjesgezellin strak' in de ocgen Het kleine kind vleidé haar gezichtje tegen het gelaat van de jonge dame net zooaD kinderen d'at alleen bij haar moeder doen, wanneer ze wiUen la ten zien dat ze veel van haar houden, „Neen, gaf het jonge meisje ten ant woord. „Het is een weeskind', een kind' van vreemde inenschen. De vader word! d-oor de Bolsjewisten doodgeschoten en de m|oe- der is in Mantsjoerij-e aan de vlek-typhus gestorven. Mijn mloeder heeft dit kind' toen opigeuomlen. „Maar juffrouw, liet is' tegenwoordig toch al zoo mjoeilijk om kinderen groot te brengen, vooral hier in Parijs' waar de uitgeweken Russen het todh reeds zoo zwaar te verantwoorden hebben! aan juffrouw Solange Pages ter hand! gesteld worden en wel' op d'en dag van haar huwelijk. Men heeft mlij opgedragen u dit te zeggen." Door wien? kon mievrouw Rabiac niet nalaten te vragen, niet,tegenstaande de. notaris reeds vooraf verklaard! h^d, dat de geheimzinnige gever niet wildé genoemd worden. Het spijt mij', mevrouw, antwoordde do notaris, dat ik aan uwe verklaarbare en gegronde nieuwsgierigheid niet kan voldoen. Mijn ambtsplicht gebiedt mijl te zwijgen. Ik begrijpja ik begrijp. Maar u zult Eet toch wel mot mij eens Zijn, dat uwe mededeeling vreeand', uiterst vroemjd is. Jawel mevrouw. En ik ben ook' van meening.d at dit wel het meest buitenge wone is van alles, wat hier in den laatsten tijd in dit opzicht gebeurd' is." 1 Notaris Viala vertrok. I Dat is een raar iets! riep mevrouw Rabiac uit, toen ze miet haar zoon alleen was. E11 toch iets, dat mij' verre van onaangenaa.ro is, antwoordde Fabie-n. Ik vraag haar hand en u zult niet meer kun nen zeggen, dat het een min huwelijk i-s. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5