M, GOES
DA
NJiiK?
RBEEM, GOES
sendaal
DEN DRIES
Tweede Blad
GOES
(kelen,
KAAS
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
oferham.
10 ct.
ir kilo
sr kilo
BEZEMS.
JLtjn
Hoes,
HEEKBANK
I Tel. 2865
.schikbaar.
:N, SCHOEN
rITEIT, enz.
IELBURG
57.
VAN OVER DE GRENZEN
FEUILLETON
De vreemde vriend.
KERKNIEUWS
Ontspanningslectuur.
Ontmoetingen
erons
■ertenViortSen.
g 33 ct. p. '/2P.
28 ct. p. V2 Pd«
45 ct.
I.G.-bus 38 ct.
'Jï
45. 16200-30
rika Lijn»
■eeks van
Canada.
1 in builen-
ff e
|AM.
lisP. A. VAN
&SEKE.
Effecten.
IG.
kluren zitting in Int
uk-bij Effectenzaken
XIJK. 15777-30
>NOTEERING
met ons nieuw
rel waard
joedkoop.
IHANDEL.
laverzaden,
uhn Co.,
jeplombeerde
Moringa en
odbol
Kaas
e Kaas
>ek
150 ct.
45-58 ct.
75-50 ct.
20-25-40 ct.
«i-
v
Samenwerking tusschen
werkgevers en.ardbeiders.
Na de sapuenwerkiag in de bedrijfs
takken zuilen wijl thans de saimenwerkijig
tusschen de centrale organisaties van werk
gevers en arbeiders nader beschouwen. De
ze samenwerking bestaat vooral in de olfi-
cieele en setmii-offcieele regeeriiiigsinstel-
jjno-en, bijv. in den Hoogen Raad van Ar
beid, waar de vertegenwoordigers van de
werkgevers- en arbeidersorganisaties miet
een aantal z.g. wetenschappelijke leden
o-ereo-eld satmen komen, om den Minister
van "Arbeid van advies te dienen over
verschillende vraagstukken op arbeidsge
bied. Zooals wij vroeger reeds hebben uit
eengezet, is deze Hooge Raad van Arbeid
kort veleden op een wetteljjken basis ge
schoeid, welke 1 Juli a.s. in werking zal
Naast den Hoogen Raad van Arbeid
bestaan tal van permanente bjjizondere conn-
missies, waarin ook vertegenwoordigers
van werkgevers- en arbeidersorganisaties
elkaar ontmoeten. Zoo bjjv. de Centrale
00,111 [missie voor de Statistiek, de Commis
sie voor de Economische Politiek, do
Rijlkteqmtolissie voor Werkverruiming, do
Rijik&c-cimimissie voor beroepsverandering en
vakopleiding, de Ccimlmissie van bijstand
voor de Arbeidsbemiddeling, enz. Al deze
copinrissies hebben een bepaald doel en
de leden van d'e camimiissiea worden, vooï
Zoover zij niet. rechtstreeks door hun or
ganisaties zjjn aangewezen, geacht de denk
beelden naar voren te brengen, welke in
de kringen, waarin zij door hun da,gelijk-
schen arbeid verkeeren, bestaan.
Een bijzondere wijize van contact tus
schen de centrale organisaties is in. 1920
in het leven geroepen, 111 verband unlet
plannen inzake de ziektewet. Heit over
leg, dat toen plaats vond, leidde tot een
overeenkomst, het z-g. plan Pn&thunra-
Karpers, doch de toenmalige Minister van
Arbeid wensehte dit niet aLs basis voor
een wettelijke regeling te aanvaarden, zoo
dat dit overleg helaas op niets uitliep.
Een ander contact, dat in 1919 in de
R.-IC. organisaties naar voren kwa|m eD
leidde tot d'e oprichting van den R.-Iv.
Centralen Raad van Bedrijven, is ook niet
dat geworden, wat pren er zich aanvan
kelijk van voorgesteld had, otmidfck het
voor de R.-K. groot-werkgevers te be
zwaarlijk werd hun medewerking aan de
zen Centralen Raad te bl'ijlven geven. D|e
Centrale Raad bestaat nog, Wel' tusschen
de R.-K. arbeiders-, boeren- en midden
standsorganisaties, doch met de R.-K.
groot-weokge.vers is het contact veel ge
ringer en vinden slechts af en toe be
sprekingen plaats in den z.g. Raad van
Overleg.
Tenslotte moeten wij' hier melding ma
ken van de jongste poging tot samenwer
king, waartoe het Verbond van Nederl.
.Werkgevers het initiatief heeft genomien.
Dit heeft onlangs d-e centrale arbeiders
organisaties, het N. V. V., R.-K. Wi,
C. N. V. en A. N. V. tot een bespreking
uitgenoödigd over dé vraagstukken van
algnmeenen aard, waarbijl de belangen van
werkgevers en arbeiders parallel loopen.
Hoewel imen uitdrukkelijk de arbeidsvoor
waarden. buiten h«t overleg heeft ge
plaatst (deze toch worden door de or
ganisaties in die bedrijfstakken geregeld),
is het duidelijk, dat. er tocih tal van vraag
stukken zjjh, waarvoor dit overleg nuttig
is. Do eerste bespreking, die 10 Februori
plaats vond, heeft een bevredigend1 resul
taat gehad. Met belangstelling' tmiag! de
verdere ontwikkeling van dit overleg wor
den afgewacht.
De Vesuvius.
Pot.)
Na den heuvel verlaten te hebben, houd
ik weder rechts aan en zak af naar dei
la,va-vlakte, welke naar den spits voert
en welke ik reeds vroeger ben overge
trokken, toen ik' mij! naar de kluis begaf.
Zeli's in tegenwoordigheid van. dleze ver
kalkte overblijfselen kan de verbeelding
zich aiioeüïjk die velden van vuur en
gesmolten aardstoffen voorstellen, welke
zich bij de uitbarsting van den Vesuvius
verkamen. Diante had ze wellicht gezien,
toen hij in zijn „Hel" die brandende <za,njd-
zeeën afschildert, waar eeuwige vla,-mimen
langzaam en stil' nederdalen, als sneeuw
op de Alpen, wanneer de wind Avijgt
me di nev-e in Alpe senza vento). Do
-
2.8,
Maar indien juffrouw Octavie in haar
lang voorbije jeugd eene liefde had' te be
treuren, zooals zoovele andereu, was zij
daarcpni toch niet de typische oude juf-
die zoo dikwijls beschreven wordt.
Zij had eene zeer juiste opvatting van 'haar
plicht en een flink' gezond verstand.
Solange zal nooit een passender en
oordeeliger partij kunnen ontmioeiteu,, zei
ze tot zich zelf. Ik m(oeit dus dia/t plan
egumstigen, ofschoon de jonge mja.n miji
een beetje weekelijik voor komt.
Zij dacht nog langer na. Zijl voelde, dht
gezond verstand haar leid'smian was
meer dan een warme sympathie voor den
zoon van haar oude vriendin. En dat ver-
s and, waar zij' na,ar luisterde, leverd'e
aar prachtige bewijzen. Een dezer lan,trien
gat den doorslag.
7-, 71 Solange het in liaar hoofd kreeg
a len Rabiac niet te nem-en, wien zal zij
dan vinden?... Zij is lief en aardig',
maai heden ten dage Banken, de jongelui
slechts aan grid.
Toen zij, zoover- met hare overwegingen
gekomen was, herinnerde zij zich plotseling
gehoord te hebben, dat Leonce Fouras-
wolken scheiden zich hier en daar al.
en voor een oogenblik 0111dak ik Por-
iie'i. Capri, Iseihia, Pa.ns.ilif-pede ze.e waar-
011 de blanke zeilen der vissdherssöhuitein
schitteren en 'de golf van Napels omringd
met oranjeboom en; liet is het paradijs van
uit, de hel gezien. Wij, zijn aan dein voet
van die spits en stijigein af. Mijn gids geeft
mij een langen stolt on wij, beginnen die
ontzettende asohhoop te beklimtoten. De
wolken pakken weder opeen; de nevels
worden dikker en die duisternis verdob
belt. Eindelijk bevind ik mij opi d'en top
der Vesuvius, schrijvende aan de rand van
den vulkaan, en gereed om1 in de diep'te van
zijn krater al' te dillen. D;e zon vertoont
zidh van tijd tot tijd d'oor den sluier van
dam-pen, welke den geheeleu berg omhult.
Deze omstandigheid, welke miji het gezicht
van een der schoonste landschappen ont
rooft, vermeerdert nog het ijselij'ke van
deze plaats. De Vesuvius door wolken, af
gescheiden van de betooverendé landou
wen, welke zijn voet om'geven, heelt ai
het voorkömlen van te midden c,en-ar woes
tijn geplaatst te zijn, en do schrik, welke
hij inboezemt, wordt in geenen deele Ver
zwakt door het gezicht der bloeiende stad,
Welke aan zijn voet gelegen is. Ik doe
thans aan mijn gids het; voorstel olm in Iden
krater af te dalen; hij maakt een beetje
bezwaar hiertegen om! een grootere beloo-
ning te krijgen. Wijl stellen een som! vast,
welke hij echter dadelijk ontvangen wil 011
welke ik hem, clan oolil geef. Aanstonds ont
doet hij zich nu van zijn kleed, Wijl loo
pen eenigen tijd langs den mond1 van den
afgrond, om! een minder steile en gemak
kelijker helling te vinden. Eindelijk staat
de gids stil en wenkt mijl om mij gereed' te
houden. Wij laten ons afzakken en bevin
den ons in de diepte van de kolk, Welke
ik moeilijk precies kan beschrijven. Men
verbeelde zich een kom: van een kwartier
in den om-trok, welke driehonderd voet
hoog is en naar boven breed uitloopt in den
vorm1 van éen trechter. De wanden zijn
diep gegroefd door het vloeibare vuur,
hetwelk de kom< bevatte, eu dat Zijl naar
buiten geworpen heeft. De kantige z'ij'den
dezer groeven hebben veel overeenkomst
met de uitspringende hoeken, waarmede de
Romeinen het metselwerk ondersteunden.
Rortspunten hangen over eenige gedeelten
van den krater lieen, en d'eze kiamipeu
steen mot een asdhkorst overdekt, schij
nen den afgrond' te willen badlekken. Die
grond van deze kom, is in alle richtingen
doorsneden. Zoowat in liet midden zijin
drie nieuwe putten of kleine monden, die
vlamimen opspuwden in, 1795, tijdens het
verblijf der Êi-anschen te Napels. Rook
wolken stijgen door de poriën van d'e kolk
heen, vooral na,ai- de zijde van Torre Gr.ecio.
Aan den kant van Ca-serte zie ilc vla,'mtoen|;
ik steek mijn hand' in den asdh, en be
merk dat die eenige dtaim'en onder °P'"
pervlakte brandend- heet is. Over het ge
heel heelt dez® kolk of krater de klem-
van uitgebrande steenkooldooh d'e natuur
weet aa,n de afzichtelijkste voorwerpen nog
bevalligheid te geven. De lava is op sóm
mige plaatsen azuurblauw, geel en oranje-,
kleurig. Blokken granietsteen, door dl
kracht van het vuur verdraaid -en verwron
gen, zijn aan het einde omgekruld' a.l-s
aeantbladen. De opi de rotsgestalte vulka
nische massa vormt hier en daar rosetten,
guirlanden en bloemkransen, of vormt de
figuren van planten en beesten. Op een der
rotspunten vond ik een zwaan va,n wit
te lava, die zeer juist, gevormd was; Imen
zou gezworen hebben dien sc'hoonen vogel
te zien, slapend op een stil wafer, mtet den
kop onder den vleugel' verborgen, en zijp
gekromden hals als -een rol zijde op zijn
rug neergebogen. Ook hier ondervond- ik
die stilte, welke ik weleer, tegen den mid
dag, in de hossclien van "Amerika, op
merkte, wanneer ik, den ademi inhoudend,
niets hoorde dan het druischen mijner! ade
ren aan de slapen vajj het hloofd' en het
kloppen van mijn hart. Soms vallen, wind
vlagen van den spits naariWem afgrond
des kraters af en ruisóhen door mijn klee
deren, of fluiten om mijn stok; ook hoor
ik eenige steenen, Welke 'mijn gids oinider
het afklimmen naar beneden stout, in den
krater rollen. Een verwarde echo-, onge
veer gelijk aan het geluid van ijker of |gias',
verlengt het gedruisclh! van clen val', en
alles zwijgt opnieuw. Men vergelijke die
dcoclelijke stilte roeit de vervaarlijke ont
ploffingen, die dezelfde plaatsen doen be
ven, wanneer d;e vulkaan het vuur uit zijn
ingewanden braakt, en de aarde roet' duis
ternis en damp overdekt. Men zou hier
eenige wijsgeerige opmerkingen kunnen
maken, en waarlijk medelijden krijgen met
alle menschelijke zaken. Inderdaad wat
zijn al die zoo beruchte omwentelingen van
son niet ongevoelig voor het jonge rojeisje
scheenzij had dit trouwens zelf ook'
opgemerktzij' daéht:
Deze is rijk en in staat omi aan een
van zijn grillen toe te geven en zijn vader
te doen toegeven. Maar
De oude vrouw voelde dat hare kainy.o
haar verliet eu het bloed rieeg haar naar
het gelaat. Nu sprak rijf roet luider st.em!
--Fourasso.il... FourassonAlles
eerder dan dal!
Hare verontwaardiging over den oud'en
-gierigaard, wiens verleden niemand heter
kende dan zij' zelf, hare vrees: dht Solamga
zich roet dien gewonen akeligan jongen
•man, den erfgenaam' van gestolen goed zou
tevreden mbeten stellen, deden haar ein
delijk dit besluit nemen.
Ook op het kasteel van Ceias sprak het
nuchter verstand door den roonjl va,11 !me-
vveuw de Rabiac. Zij, kwam: echter tot een
heel ander besluit. De moeder van Fabien
sloofde zich af oni' hem ie bewijzen, dat- hij
grootel'ijks ongelijk had zulk éen m'in hu
welijk te willen aangaan met d'e dochter
van een fabrikant, die weinig vermogen
had en daarenboven vijf kinderen.
Ik geef je toe. dat dit jonge meisje
wel opgevoed is, talentvol en mooi, zeide
zij', maar denk je dat je geen ander zult
ontmoeten, dat ten minste dezelfde, hoe
danigheden heeft, en je een mooie huwe
lijks-gift meebrengt en dat je een schitte-
de grootste rijken bij: deze naituui'tooneelen,
welke het aanschijn der a,arc!e en d'en
zeeën veranderen. ^Gelukkig nog indien
de menselien den korten tijd', welken zij
hier moet elkander te leven hebben, niet
gebruikten, o:m; zich onderling te kwellen!
D,e Vesuvius heeft nog nooit zijn kolken en
afgronden geopend oen: steden te verslin
den of te straffen, of hij overviel de Vol
ken temidden van oorlogen, 0) rouwklach
ten! De tijden zijn veranderlijk, en dfejmen-
schelijbe lotgevallen getuigen van dezelfde
cimlslandigheid -en veranderlijkheid! Plinius
verloor het leven door slechts van verre
den vulkaan be willen beschouwen in
wiens krater ik rustig nederzit. Ik zie
den tafgrond roTt-dom mijl rooken. Ik he
denk, dat eenige vademen dieper een vuur
kolk onder mijn voeten gloeit, en dat d'e
vulkaan van een kon splijten en m'ij! niet
deze. verbroken marmerblokken in de lucht
opwerpen
Op d|cn vierden Zondag 111 de Vasten.
Epistel v. d. H. Paulus tot de Gaflatenj.
IV. 22—31.
Broeders! daar staat geschreven, dat
Abraham: twee zonen lmd, -oenen van de
slavin, en eenen van da vrije vrouw'. Dlo-c'h
[li-e van do slavin tyunl' naar het vleosch
geboren; maar die van de vrije vrouw
door de belofte. Dit gezegde hoeft eene
zinnebeeldige beteekenis. Want dit )>e-
t-eekent de twee tesdaijnientenhet eene
is van d-en berg Sina, ter slavernij! ba
rende, en dit is Agar; Sina is een berig
in Arabië, welke overeenkomt met het Je-
ruzal-eim-, hetwelk hier beneden, en m!et
zijne, kinderen in slavernij) is. Maar het
Jeruzalem', hetwelk hierboven is, is vrij',
-en dit is onze moeder. Want er staat
geschreven: Verblijdt u onvruchtbare, die
niet 'baart; berst uit van blijdschap, gij'
die geene moeder wer.d't; want de verla
tene heeft vele kinderen, ja m'eer, dan d'ie
-eenen man heeft. Maar wij, broeders, rijta
kinderen der belofte, gelijik Isaac. Doch,
even als hij, die naar het vleesch was ge
boren, dengenen vervolgde, die het naar
d-en geest was, zoo ook nu. Maar wat zegt
de Schriftuur? Jaag de slavin weg en ha
ren zoonwant de zoon der slavin zal geen
erfgenaam- zijn met den zoon der vrije
vrouw. D'us broederszijn wij' geene zonen
der slavin, maar der vrije, vrouw, dbor
die vrijheid, dbor welke Christus ons be
vrijd heeft.
Evangelie, Joannes. VI. 115.
In'di-en tijd ging Jezus' over d'e zep
va,n Galilea, dat is, die van Tiberias, en
een groote menigte volgde Hem, omdat
zij de teekeneu zagen die Hij over d'e zie
ken deed. Jezus ging d'aui opi den berg, en
zat daar met Zijne Leerlingen. Nu Pa
seben, het feest der Jolden, was nabij. Als
Jezus dan Zijne oogen opsloeg, en zag dat
er eene zeer groote menigte tolt Hem
kwam-, zeide Hij1 t-ot Philippus: van waa.r
zullen wij brood 'koopèn, opdat zij! inlagen
-eten -dan, Hij zeide dit om hemi te toetsen
want Hijl wist wel wat Hij, doen zoude.
Philippics antwoordde Hemi: voor t.we-o
honderd tienlingen aa.n brood! is hun niet
genoeg, opdat ieder een weinig krijjgie.
Een van Zijne leerlingen, Andreas, de broe
der van Simion Petrus-, zeide Hem': hier is
een jongen, die vijf gerstcnbroodein en
tw-ee vi&schen heeft; mla-ar wat is dat voor
zoo velen? Jeans zeide dan: laat d'e men
schep nedCTzitten. En daar was veel gras
op die plaats. En zij zaten daar ten getale
van o-mtrent vijf duizend mannen. Jezus
nam- -dan de brood'en; en als Hij1 gedankt
had, deelde Hijl ze uit aan die djaar zaten
desgelijks oak van die visschen, zoo als
zij wilden. Als zij dan verzadigd wanen,
zeide Hij aan Zijme leerlingen: verzamelt
do brokken die overgeschoten zijn, op
dat zij niet verloren gaan. Zij verzamelden
dan, en vulden twaalf mia-ndlen met brok
ken, die van de vijl* gt-erstebraod'en. over
bleven diergenen, die gegeten hadden. Do
nnensehen dan. als zij bel wonderteeken za
gen, lietwielk Jezus deed, zeiden: Hijl is
waarlijk de Profeet, die in d'e wereld ko-
•mien mio-et. Maar toen Jezus vernam, dat
zij wilden ko-mien om Hem' te halen en ko
ning te maken, vluchtte Hij1 weder alleen
naar den berg.
Hist, vertelling door IV. v. Blum-entlial!.
Ongeduldig, vloekend' en tierend, ver
drongen de imensch-en elkander voor cle-n
rende toekomst belooft
Jawel, stamelde de jonge man, dat is
niet- .onmogelijk, maar
Wat maar?
Juffrouw Solan-ge bevalt me.
Een andere zou je misschien even
goed bevallen.
Ik heb nog nooit zoo'n lief meisje
ontmpet.
Je bent nog te jon,g. je h-ebt tijd o:mi
te zoeken.
Wlaartoe?
Waartoe? Maar mijn jongen, voor
je voordeel. Op jou leeftijjd veracht mien
eenige berekening over vooruitzichten.
Ma,ar later heeft mien e,r spdjlfc van.
- Ik geloof niet, dat ik er ooit, ispijjt Van
zal hebben.
Juffrouw Octavie had goed geoordeeld,
de opziener Firtnin eveneensF-abian had
een zwak en besluiteloos karakter. Hij'
wlist zich slecht te verdedigen. Omjd'e op
werpingen van zijin moeder to bestrijden,
bezat hij niet dien kreet' d'es harten, d'i-e
door een vurige liefde word't ingegeven.
Toch schatte hijl de deugden en hoedanig
heden van S.olange op hunne juiste waar
de. Hij voelde zich tot haar aangetrok
ken. Hij beschouwdo de argumenten, die
zijn moeder tegen zijn wensclien aanvoer
de, als zeer alledaagseli en weinig over
tuigend. Maar zij! had hemi altijd be-
heerschthij hield niet van oneenighei'd en
Siberisöhen spoorweg dio amen ingericht
had o|ift vluchtelingen te vervoeren. D:e
«ïënscheu vochten om' in de wageans te ko-
jn-en en om! een plaatsje «p of onder de ban
ken te bemachtigen. Het was onbarmhar
tig heet. Fel brandde d'e Juli-zon; de
lucht w.as zwoel van do hitte, van stof en
rook der zware lovopiiotiewen. Over drie of
vier minuten zou de. trein vertrekken cn
nog altijd drong een ontzaggelijke rnian-
schenim-enigte naar voren opgezweept dooi
den im-oed der wanhoop om het veege lijf
té bergen voor de geweldenarijen der wo-es
te Russische moordenaarsbenden. Diege
nen, dié liet gelukt Was in don projptvoilan:
wagen le klauteren, probeerden de buiten
staanders er buiten te hoiuden. Maar dio
teruggetrapt waren trachtten opnieuw naar
binnen te dringenhet werd -een gewteldigb
stormloop cn een onbeschrijfelijke verwar
ring.
Ook een oude man deed' alle mogelijke
mioeite om in den wagen te klauteren., maar
tevergeefs. Men schopte hem, terug, sloeg
hem: o-p z'n handen, en in zijn gezicht. Do
o,ude iman kon onmogelijk in den w'age-n
kamen: de deuropening was heel hoo,g, er
was geen treeplank en daarbij de mian was
Maar klein van gestalte. Maar hij- wilde in
ieder geval miet den trein mee, want hij
wensehte niet doior de Bolsjewisten afge
slacht te worden als een kalf. En daarom)
gaf hij den raoed niet op en het kon hem
niet schelen, of ze hemi al sloegen en trap
ten,, hij probeerde ami in den wagen to
kliimimen. Maar daar ook in die wagen
w:as een gladgeschoren, goed dtoorvoed
jongmiensch met rood haar, die eoc heeleaiaal
niet als een vluchteling uitzag,, (zulke
individulen waren ex heel veel in d'en trein)
■en die miet zijn hak van zijn nieuwe schoe
nen op de vingers va,n den ouden impn trap
te, ja toen moest de stakkerd wel los laten.
Die oude sukkelaar begon luid te schreien
liet was aandoenlijk oiml aan te booren'die
wanhopige jammerklachten van dien ouden
grijsaard overstemden het gejoel en het
gesehreeuwv an heel die im-ensc'henimlenigte.
Eu uit den hoek van den wage,n drang
moeizaam- een jong meisje naar voren. Als
een fee uit een 6prookjo stond' daar haar
tengere figuur ineeus vaar de schuifdeu
ren van den wagen. Ze kon ongeveer 16
jaar oud zijn, ze z'ag er uit als een ge
schrokken nimf. Aan haar teer en. bleek
gelaat kon inen zien, dat ze trilde va,n
verontwaardiging. Hot goed-d'owvoede.
glad geschoren jongmensch met zijn fijne
nieuwe schoenen, du,wda ze ineens flink
orpizijhaar magere linkerhand pakte ste
vig de deurstijl vast haar reAterliandl
reikte ze aan den ouden man en blijkbaar
zonder eenige inspanning trok ze heiml in
den vo-llen wagen. 'Met een sUami waarin
ontroering lag, dankte de grijsaard', nauw
hoorbaar: „Dank, hartelijk dank, lief kind!
God zal het u vergelden, m'n engel!'-'
De heerlijke trekikea van dit kinderlijk!
gezicht vergeet ik nooitnog zie «ik haar
vo-cr 'mijn geest, dat meisje met diie helder
blauwe oogen, kinderlijk-emoe,derlijik', met
een güimlach om haar roozenroode lippen,
waardoor haar mondhoeken nog beter uit-
kwajmen
Die rivier de Angara is reeds twee dagen
dichtgevrorenzooals alle rivieren in Si
berië, zoo vriest ook de Angara h-eel onge
lijk toe! De ijsvlakken zien er uit als een
telkens .afdalend t-erras. Somis zijn ze door
zichtig groen, d'a-u weer wit als melk,
jm-et hier en daar nog open plekken, die
heelepraal niet dichtvriezen. Men legt dan
planken over het ijs zoodat de voetgangers
veilig de rivier kunnen oversteken, want de
hooge brug kan men dan niet gebruiken.
Zoo was het ook in. het jaar 1919.
De laatste trein, propvol met vluchte
lingen uit het Westen, was hier bij de,zie
rivier aangekomen, de trein ging niet, ver
der. De -meniach-en. mtoesten driemaal uit
stappen, te voet de stad doortrekken, dan
de rivier over o(m! aan de Noórdlstatae
van -den Baikelsipoorweg, die opi den an
deren oever gelegen was, te vragen, wan
neer er nag eens een trein zou, gaan.Wanit
wanneer de eerstvolgende trein zou, var-
trekken, en of er nog wel' eens een trein
zou gaan, dat wist niemand. De mtecste
vluchtelingen bleven in het station of op-
de perrons «lood'eenvo,uig wachten qp den
eersten dén besten Balkanferein. Er waren
veel zieken onder de vluchtelingen. Eau
gedeelte dezer zieke roenschen werd' in
goederenlopds-en ondergebracht, dc ande
ren imoesten zoo go-ed of zoo kwaad als
het ging bij familie oi' kennissen in de
stad een onderkoimen zoeken. Zoo trok
dan die lange stoet, een eindélooze rij
zieken,, een ellendige, van uitputting, cn
bibberende menigte, over de diclitgevro-
hiji protesteerde zoo zwakjes, dat iemand',
die getuige dezer bespreking was gewjeest,
zich had kunnen afvragen of deze jonge
man, die beweerde een meisje oprecht lief
te hebben, niet op het punt was 0,m| [uit Ver-
'mipeddh-eid a,an zijn mioeider toe te geven
en van zijne liefde af te zien.
Een onverwacht bezoek kwam: juist op
tijd, omi zulk een besluit te verhinderen.
Het kiezel van de laan kraakte, een rijtuig
liield voor het bordes stil'. Eeu bediende
kondigde d'en notaris aan. Mr. Viala was
een oud vriend van d'e familie.
Na de gewone plichtplegingen, werd d'e
notaris ernstig, ja hijl nam! een plechtigen
toon, om' aan mevrouw Rabiad en haar zoon
te zeggen, dat liij belast wns miet hun een
zeer gewichtige mededeeling te dben.
Waarover gaat het? vroeg mevrouw
Rabiac.
Over een zaak, die ik gedurende
mijn notariëele loopbaan nog nooit heb
behandeld.
En die. ons betreft? D-e geheimlzin-
nige toon van den notaris maakte haar edhit
nieuwsgierig.
Ik weet niet in hoeverre dat u be
treft, antwoordde Mr. Viala.; ik rnrag hier
omtrent geen veronderstelling maken. Zie
hier de feiten. Iemand d'ie niet wil ge
noemd worden, heeft onlangs o-p in'ijin kan
toor een som' van vijfhonderd d'uizen francs
gedeponeerd. Dieze somi moet dbor m'ij
reu rivier naar de stad', die ze juislt te
voren verlaken hadden. Men had! de zie
ken op primitieve draagbaren gelegd., twee
lange stokken door een laken vea-bo:nden,
dat was een draagbaar
Over de slapende rivier stond' een scher
pe wind: een doodrihe stilte lag over de
doorzichtig groene ijsvlakten. Maar in den
boezem- van de rivier onder het ij's brod
delde het koude water, en ik hoorde een
zacht nauw merkbaar droevig geluid. Het
was het water dat gevangen zat cn tegen
den ijswand klopte maar het klopte
tevergeefs. Onverbiddeliijk hield1 h.et ijs
met zijn doorzichtig groene en roelk-witte
klauwen zijn prooi vast.
Langzaam liep ik over de nieuwe pas-
gezaagde planken, zoodat ik dé frissche
dennenlucht nog opsnoof. Voor en achter
tnïj zieken, en nog eens' zieken, allemaal
zieken.
E11 hier te midden in die ijzingwekken
de Siberische stilte zag ik weer de slanke
gestalte van dat jonge meisje met haar
blauwe goedige iinderoogen, met eeu
vriendelijke trek p,mi haar mond; ja, zijl
was het, die Bestijid's opi dien sniklheeten
Juliedag dien armen grijsaard' te hulp
kwa;mi,t oen deze vergeefsehe moeite dééd'
omi in den goederenwagen te klimimen.
Op liaar mftgere bloote armen droeg zij
een kindje van anderhalf jaar, 'dlat zij'
met den eenigen doek, d'ien zij1 bezat, be
schutte tegen de fell-e kouzij drukte liet
koortsig gloeiende gezichtje van hlet arme
schaap tegen haar bleeke wangen. N,aari
haar, gebroken dioor lijden cn verdriet;
ging moeizaam! een haveLoos geki'eede
vrouw, de mpeder van het kind', ieder
OiOgenblik dreigde zij' te vallen; bibberende
van de korts, dit was haar laatste gang,
den dood! tegemoet.. Men kon het goed
aan haar zien dat de typhusi het stejme
pel van den food1 opi haar ge!a.,at geplrukt
ih,ad. Den anderen d'ag wel-d zijl begraven
en tegelijk roet ha,ap 286 andere vluchte
lingen, die evenals zij' aan de vreeselijke
typhusziekte ten slachtoffer vielen. Zij'
gingen binnen im het eeuwig vaderlanjcl',
waar vrede en geluk en heerlijke luisteT
geen einde neimien. Die sneeuw vioklcen, di-o
van den hamel vielen zongen voor heaj
het Requiaml en als van teere epgel'ein-
stelmjmen klonk het door de eind'elpos
wijde steppen van Siberië „Pie, Jesu Do-
mine,, dona eis requiim1. Heere Jezus, geef
liun de eeuwige rust!"
:fs ïfs
In de Metro de ond'ergrondsohe spoor
weg vau Parijs zaten twee Riussische da
mes. Men zon zeggen dat z'ij daar juist
kennis hebben geim(aiakt mjet elkaar. D,e
eene al een dlaimfa opi leeftijd miet een
lorgnet o.p is een echt typio van een
Russische dame, zooals er in Parijls zoo
veel zijn; do tweede kon zao ongeveer 20
of 21 jaar ondl zijin; Zij! w"as' slank' en> le
nig, zooals een jonge Berkébooimi in de
uitgestrekte steppien van Noord-Riuslamd.
Zcodra imen haar bezi-et, bemerkt rn'en
ha,ar vriendelijke oogen, als korenbloemen
in een goud geel graanveld, en in mfjiiil
geest rijst Weer dat beeld vaorijaren terug,
aLs een zoete geur op een stille zoimler-
avond.
Want hier in de Metro: de ondérgromjcl-
sche spoorweg van Parijs, te mlidden van
lachende levenslustige mienSchen ontmoette
ik weer datzelfde mteisje d'a.t ik voor het
eerst gezien had! op' dien bewusfea z:on-
nigen Julidag, en later weer o.p' den plan
ken overgang van de toe,ge,vroren An
gara. rivier.
Op haar knieën zat een lief kind' mét
helderblauwe oogen. Het kind zal onge
veer acht of negen geweest) zijn, miaar wa-s
waarschijnlijk! een oorlogskind dat ten
gevolge van ondervoeding en ziekte niet
niet normaal ontwikkeld! was. Het kind
Was eenvoudig, doch! ne'tjes gekleed' niet
zoo opzichtelijk a.ls sojn|mige mensclhen he.a
(doen om de alge.me.ene aandacht te trekken.
„Is dat uw nichtje?" vroeg de idlame met
haar lorgnetje, een tikje ongeloovig en
keek haar jonge' meisjesgezellin strak' in
de ocgen Het kleine kind vleidé haar
gezichtje tegen het gelaat van de jonge
dame net zooaD kinderen d'at alleen bij
haar moeder doen, wanneer ze wiUen la
ten zien dat ze veel van haar houden,
„Neen, gaf het jonge meisje ten ant
woord. „Het is een weeskind', een kind' van
vreemde inenschen. De vader word! d-oor
de Bolsjewisten doodgeschoten en de m|oe-
der is in Mantsjoerij-e aan de vlek-typhus
gestorven. Mijn mloeder heeft dit kind'
toen opigeuomlen.
„Maar juffrouw, liet is' tegenwoordig
toch al zoo mjoeilijk om kinderen groot
te brengen, vooral hier in Parijs' waar de
uitgeweken Russen het todh reeds zoo
zwaar te verantwoorden hebben!
aan juffrouw Solange Pages ter hand!
gesteld worden en wel' op d'en dag van
haar huwelijk. Men heeft mlij opgedragen
u dit te zeggen."
Door wien? kon mievrouw Rabiac
niet nalaten te vragen, niet,tegenstaande
de. notaris reeds vooraf verklaard! h^d,
dat de geheimzinnige gever niet wildé
genoemd worden.
Het spijt mij', mevrouw, antwoordde
do notaris, dat ik aan uwe verklaarbare
en gegronde nieuwsgierigheid niet kan
voldoen. Mijn ambtsplicht gebiedt mijl te
zwijgen.
Ik begrijpja ik begrijp. Maar
u zult Eet toch wel mot mij eens Zijn, dat
uwe mededeeling vreeand', uiterst vroemjd
is.
Jawel mevrouw. En ik ben ook' van
meening.d at dit wel het meest buitenge
wone is van alles, wat hier in den laatsten
tijd in dit opzicht gebeurd' is." 1
Notaris Viala vertrok.
I Dat is een raar iets! riep mevrouw
Rabiac uit, toen ze miet haar zoon alleen
was.
E11 toch iets, dat mij' verre van
onaangenaa.ro is, antwoordde Fabie-n. Ik
vraag haar hand en u zult niet meer kun
nen zeggen, dat het een min huwelijk i-s.
(Wordt vervolgd.)