ZATERDAG 7 JANUARI 1928
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
In 't kraaiennest. j
ONZE DAMRUBRIEK
ALLERLEI
GEMENGD NIEUWS
•luunwSSSr
m
Te fatsoendel ij'k.
De heer Henri ter Hall, kon ik als Ka
merlid niet bewonderenliij hengelde me te
veel cn te opzichtig naar kiezersgunst. De
heer ter Hall 'kan echter nog iets anders.
Hij is de man, die trouw ieder jaar een Re
vue. fabriceerten qp dit terrein bewonder
ik hem wel. Ten eerste ami zijn artistieken
smaak, ten tweede, ami zijn prachtige fanta
sie en ten derde lest best om kijlp
eerlijkheid op zedelijk gebied. Hier hengelt
ter Hall niet naar den volksgunst, door
de lagere instincten van de massa in 'tl ge
vlei te komenhier weert hij al wat riekt
naar dubbelzinnigheid en schunnigheid
hoe verleidelijk en lokkend ook 't obscure
doet; hij handhaaft het fatsoen en zet het
uitgaande publiek der groote steden, ge
zonde kast voor.
Dit is nobel nietwaar! En het zou voor
de hand 'liggen, dat de pers, althans de.
f atsoendclijke 1 pers, dit streven aanmoe
digde en het den bijval schonk',, die hét)
verdient.
Gij vergist u waarde lezers! Er zijn he
laas persmensehen «net een nette betrek
king, met een net gezicht en nette kleeren,
die naar het schunnige hunkeren en daar
in hun nette bladen openlijk voor uit dur
ven komen.
De „Nieuwe Rotterdammer" het liberale
grootblad, is er het voorbeeld van. Een der
redacteuren is deze week naar de nieuwe
revue van ter Iiall wezen kijken, maar hij
kwam zeer teleurgesteld terug.
Was er niet genoeg aan te koste gelegd
Volstrekt niet! Hij erkent, dat er schaf
ten aan bes'.teed zijn; hij beklaagt zich
dok niet, over een te kort aan geestigheid
en schoonsmaar hij verveelde zicfi
omdat het schouwspel te fatsoendelijk is.
Hoor hoe. deze volksopvoeder zijn gif
uitstort
„De revues van ter Hall onderscheiden
zich nog im|mer in tweeërlei opzicht van de
meeste andere. Zij zijn van een fabelach
tige deugdzaamheid en zij brengen ons Bu-
ziau. Het „fatsoen" ligt er zóó dik op
dat andere revues, al kunt gij ook daar uw
dochter gerust mee naar toe nemien, in ver
gelijking ermee bepaald bijna propaganda
voor lichtzinnigheid worden. Jamlmer maar,
dat dit fatsoensbegrip bijna altijd burger
lijk begrensd is, waardoor aan de verveling
nog wat voedsel-extra wordt gegeven. Maar
wat praten wijdeze revues brengen ons
imimers Buziau
Kan het geniepiger?
Men heeft den treurigen moed oim den
draak te steken met het werk van iejmtand,
die geldelijk nadeel niet tellend, een man
van eer durft blijven in zijn aibejdf.
Men haalt hier een kunstwerk neer,
alleen omdat het niet liederlijk is, want)
al dat z.g. gemoraliseer over burgerlijke
begrenzing van het fatsoensbegrip1, is een
maskertje oimi het Satersgezicht te verber
gen.
Tenslotte neemt dan het Rotterdaimpeh
blad genoegen met het geheel, terwillo
van den komiek Buziau.
Om hpmi te zien, wil men het fateoen
dan wel genadiglijk slikken, maar men
geeft brutaal genoeg te verstaan, dat men
van dat fatsoen zelf, allerminst gediend is.
Het is treurig en men kan alleen ter
Hall do kracht tocwenscthen, dat hij aan
de bedorven neigingen va.n zijn „hoog
staande" beoordeelaars ook in de toekomst
weerstand durft te bieden.
UITKIJK.
Met deze woorden toonde hij djen ver
baasden hotelhouder een groot stuk
papier, aan het ondereinde waarvan zich
een Zegel bevond.
En hier, vervolgde, luj, is dei
bevestiging van de Weener politic, dat
ik' inderdaad dpn kommissiaris Delarorhe
ben. I
Uitstekend! zeide de hotelhouder.
I'k twijfel geen oogenblik' aan de juist
heid van uw beweringen. Maar als ik'
vragen mag, waarmede kja® ilk u van
dienst zijn?
Ik' bon drie misdadigersi op het
&2>o<r, die ik' geloof hier in Wecnen ge
vonden te hebben en die, hier in uw hotel
verblijf houden....
Met die woorden opende hij een porte
feuille en kreeg daaruit; drie. fotografiën,
die hij den hotelhouder liet» zien.
Kent u die gezichten?
Dc hotelhouder had ma,ar één blik' op
do foto's te silaan om uit te roepen
Heb ik' het niet gedacht? Ja,
mijnheer de kommissaris, die drie spits
boeven wonen hier en leiden ee,n lesten
van vroiollj'kén Frans. Ik heb mijn Ober-
k'ellner al meermalen gezegd, dat ik die
drie heeren niet vertrouw. Weet u,
mijnheer de kommissaris, ik ben een men-
sehenkenner en als zoodanig in heel Wiee-
nen békend. Als hotelier moet, men zich
tegenwoordig met zooveel spitsboeven kun
nen redden. Ik heb het zien aankomen.
Maar vertel mij eens, zijn die kérels, val-
sehe munters
Niet dat ik' weet, antwoordde dj- kom
missaris.
Ik dacht het. Ziet u. voor een half
uur brengt een van die kerels mij een
biljet van duizend francs om t.e wisselen,
wat ik' ook' gedaan heb. Excuseer mij een
oogenblik', ik ben dadelijk terug.
Met die woorden ging hij de dbur uit
en k'wam ni eenige o,ogenblikken terug
met, een bankbiljet in de banden, dat, hij
Delaróche overhandigde met do .woort'l'n:
Wiilt alstublieft eens. onderzoeken
of dit biljet echt is i
De kommissaris bekeek het biljet van
alle kanten, draaide het links en rechts
om. nam een leupe uit zijn zak om het
watermerk en het nummer na. te kijken
en gaf den hotelhouder het biljet terug
met de woorden
Dit biljet, is echt. In dat. opzicht be
hoeft u niet de minste zorg te hebben.
Die kerels hebben genoeg echt geld.
Maai- ik' 2it ze aohtena voor hun oplich
terijen en diefstal. Maar olm nu tot de
hoofdzaak .terug te komenhoe pakken
wij ze?
Schauderl haalde de schouidjers o.p.
fk zal u een voorstel doen. Het
eerste is, dat u de kamers van die djrie
kerels streng lalt bewaken, opdat ze ons
geen van drieën ontsnappenhet twe,ede
is, dat we zorgen, dat u hedenmorgen
geen voet buiten het hotel zet, want uwe
aanwezigheid is onder alle mogelijke, om
standigheden dringend; noodzakelijk). Wan
neer n er op een oogenblik', dat ik moet
ingrijpen, niet was, zou het geheel® plan
in de war 'kunnen loopen. En het derdei is,
dat u aian niemand, zelfs aan uw' vrouw
niet, een enk'e lwoord zegt, van wat w»
op het spoor zijn en clat ik hier in uw
huis ben.
Afgesprokenzei de hotelhouder.
Het uur van de table d'hote naderclle.
Enkele haastigen namen huu 'plaatsen
reeds in en wachtten geduldigdaarna
lléwamen er nog enkelen, eindelijk de
groote massa, en toen de gong voor de
tweede maal weerklonk, kwamen ook de
drie vrienden binnen, spoedig gevolgd)
door den kommissaris van politie.
Toen het dessext was opgedragen,
stond Delaroehe van zijn stoel, schraapte
zich dc keel en zeide
In den naam der wet. Het spijt, mij
zeer de hooggeëerde aanwezigen te moe
ten mededeelen, dat zich in ons mid|Jien
drie groote misdadigers bevindpn, die ik)
in opdracht van mijn regeering1 hij deze
arresteer.
Nauw hoorden de drie ingenieurs njezo
woorden of zij sprongen van hun stoelen
op en renden, alles wat hen in dep weg
k'wam. omverloopende na,aj- de deur.
knechten en koetsier» van het hotal, die er
Maar daarvoor stonden alle 'Miners,, huis-
wel voor zorgden, dat er niemand dlpar
kwam. In hun midden stond dje hotelier
Schauder len deelde met stentorstem zijn
bevelen uit.
Een wagen voor vier personen! riep
hij. Breng de schurken naar boven,
opdat zij bun goed inpakken, m,aar alleen
jpnder toezicht. De kómmissaris en ik
wachten intussohen hier beneden...
Het rijtuig kwam voor.
Na een paar minuten kwamen ook dc
drie hoeven met arme zondaarsgézidhten
langzaam de trap af, vergezeld van een
leger van bedienden en huisknechts.
Instappen! kommandeerde Defaro-
che.
A propos, mijnheer, hebben de ke
rels huu rekening al betaald
Neen, nog niet.
Hoevee lzijn zij'schuldig?
Ongeveer 600 gulden.
Goed. Ik zal hen op het politie
bureau laten onderzoeken en u laten
betalen met het geld, dat op hen gevon
den wordt. Tot weerziens. Voorwaarts,
koetsier. Naar het politieposthuis Sciha-
kënring.
Het rijtuig reed weg en in „Zuni An
ker" keerde de gewone rust weldra terug,
maar niet voor lang.
Want nog op denzelfden dag moest,
het otude en soliede hui» van Sdhaudeii
ervaren, dat het het slachtoffer was ge
worden van een zeer brutale» oplichting.
De drie levenslustige vrienden waren
zoc goed als de kommissaris van politie,
geraffineerde oplichters, die sedert lang
door de politie gezocht werden, evenwel
zonder succes'.
Het zegevierende; lachje, van den heer
Scliauder 1 verdween langzamerhandte
gen zeven uur 's avonds was er ,angst op
zijn gezicht te lezen en nog een uur later
had hij de uitdrukking van iemlandj. djo-
een ranip heeft onderwonden. En toen het
nacht was geworden en hij zijn bed op
zocht, begon de twijfel hem te plagen en
hield hem geruimen tijd uil den slaap.
Na een slechten na,eht stond hij den
volgenden morgen vroeger op dan ge
woonlijk. Haastig kleedde liij zich aan cn
ging dadelijk naar zijn bureau. Daar nam
bij uit zijn portefeuille een blauw papier
en stakl dat in zijn z|ah. Toen ging hij1
naar een bankier, deze nam het bankbil
jet van hem .aan en onderzocht het. Hij
draaide het rechts en linkshij na,m het
onder ,een lonpe om het watermerk en
het nummer te onderzoeken, kortom,
hij deed precies zooals, mijnheer Dela
roehe, alleen met dit onderscheid, djit hij
tot een ander resultaat k'wam dan de
kommissaris. want hij gaf liet den men-
schenk'enner terug met. de woorden, dat
het bankbiljet niets waard was.
Oplossing vorig probleem.
Wit: 30-24, 40 35, 35 30, 44:35, 49:18, 31:2!
Zwart: 9:29, 29:40, 25:34, 33:44, 22;13.
Nieuw Damprobleem.
Zwart 12 schijven.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Wit 12 schijven
Oplossing volgende week.
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
.Winters in vroeger lijd.
Na hetgeen wij' reeds da vorige maal
onder deze rubriek meded^eldjen over
winters, en speciaal strenge wintefs in
vroeger tijd, zal ook' het ondersta,andei
den lezer ongetwijfeld bejlfingstelling in
boezemen
Een 'paar jaar geleden publiceerde een
bek'end Duitsc'h meteoroloog, dr. Henuer,
een statistiek over winterkou in Decem
ber, Januari en Febr.uari en wei ov,e,r 200
jaar, beginnende in 1719. Uit die stati-
tiek' bleek, dat men sedert dat jaar te
Berlijn heeft gehad 16 zéér zachte win
ters met een gemiddelde temperatuur van
0 tot 2,9, 71 kp,ude winters met een ge
middelde temperatuur van 0 tot 3,9 graadl
vorst, en 11 zéér strenge winters met een
gemiddelde temperatuur van 0 tot 4
graad. Zulke zéér strenge wintersi zijn in
de laatste jaren niet mc,e:r voiorgekóinen,
evenmin als de zéér zachte, dei laatste
zéér zachte was in 98-99, de laatste zéér
strenge in... 1837-38. De koudste winters
v.an de laatste 'kwart-eeuw waren 1890-91
met gemiddeld 2,2, nijie van 1894-95 met
1.8. en die van 1908-09 toiek. 1 graad vorst,.
Deze laatste winter, die dus: nog niet
eens zoo heel streng was, is van 1719 ge
rekend nog slechts door 42, en van 1848
gerekend slechts door 13 winters in kou
de overtroffen: die van 1890-91, waarvan
de koude-periode trouwens idjein 23sten
J anuari reeds eindigde, s Cijfert 1848 slechts
door twee winters, die van 1854-55 en van
1870-71. In de laatste 25 jaar vóór 1920
hebben in 't geheel slechts vijf winters
een gemiddelde, temperatuur van 2 gr.
vorst en lager gegevenin d® daarop
voorafgegane 40 jaar kwamen echter 12
zulke winters voor.
Hieruit blijkt wel, dat vau een gesta
dig zachter worden der winters geen
sprake ia.
Onder de strenge winter» in ons land
neemt een voorname, 'plaats in die; van
1740. Opi 17 Maart van dat jaar hadden
de trekschuiten te Haarlem1 reeds 10 we
ken werkloos in het ijs; bekneld gelllegen,
zoodat men teneinde raad besloot oen vaar
geul t e mak'en in de, Amsterdam»!!® Vaart
De Haarlemmers slaagden er werkelijk in
zulk' een geul te maken tot Hafflfwteg, doch
de Amsterdammer» waren niet zoo géluk
kig. Niettegenstaandq zij 12 a 14 paarden
voor him ijsbrek'ers hadden gespannen,
mocht het hun niet gelukken mm- dan
slecht,» 2 a ($00 roeden lengte bevaarbaar
te mak'en.
Er stierven- tengevolge van de> kou in
dat jaar duizenden boomen en d|e levens
middelen werden ongehoord! 'djuuj*, wat
zich vooral, aan de menschen met sim'alllla
beurzen nijpend deed gevoelen.
Het feit, dat het dit jaar ook to Rome
zeer koud was en er vojal sneeuw viel
sinds 1843 was het er niet zoo 'koud ge
weest heeft ook herinneringen aan'
vroegere verschijnselen van dien aard in
de Eeuwige Stad wakker geroepen.
De kronieken verhalen, dat letr in 1620
te Rome zooveel snepnw viel, dat het dak
van een kerk instortte cn dat de' Paus, iu
1693 het earneval verbood, omdat de stra
ten te glibberig' waren voor paarden en
voetgangers. Ook' in 1796 viel er veel
sneeuw, cn, naar verzekerd wordt, hoop
te ze zich zellfs tot een el hoogte in ide-
stratcn op. 1 1 1
Het paleis Bourbon.
Het „Balais Bourbon", het gebouw waai
de Fransche Kamer zetelt, is; dit jaari 2
honderd jaren oud. Ma,ar het haldl aanvan
kelijk een geheel andere bestemming' pn
was niet opgetrokken om afgevaardigden
in zijn midden te zién vergaderen, wat
trouwens in dien-tijd ook niet voorkwam.
Een hertogin van Bourbon liet het paleis,
of „hotel", zooals men toen ook wef! zeide,
voer zich bouwen door den Italiaanschen
architect Girardini. Een smalle strook1
grond scheidde het paleis van het „hotel",
dat de graaf De Lassay op hetzelfde tijd?
ystip had laten bonwen. Dit hui» bestaat
nog vrij'wel in onveranderd en vorin eai
dient thans tot ambtswoning van den
voorzitter der Kamer.
Toen de Prins van Condé klrae'htensi zijn
erfreelitcn eigenaar was géworden van het
„Hotel de Bourbon", liet hij het aanzien
lijk vergrooten. Een uitgestrekt terrein
werd aangekocht, Waarbij het Hote 3 dc
Lassay was inbegrepen.
Veel werd het paleis achter niet be
woond, daar de Conor's meestal op liun
kasteel te Chantilliy verblijf hielden.
Tijdens de Fransche revolutie werd het
paleis in beslag genomen en hicRtd de Raad
van Vijfhonderd er zijn eerste zitting. Van
dien tijd af bleef het de zetel dpr Wet
gevende Vergadering, hoewel het hij do
restauratie in 1814 aan den prins van
Oondé werd terug gegeven. De Kame^
van afgevaardigden huurde toen het paleis
van den eigenaar voor 124 duizend frtes.,
en dit duurde tot 1827, toen leb regeierjng
het paleis met hijbehoorende' gehouwen
kocht voor de som van 51/- millioen fres.,
een voor dien tijd ontzazglijk' bedrag.
Be bijbel van U'ppala.
Enkele weken geleden werd in Zweden
het 450-jarig bestaan gevierd van de uni
versiteit van Upsala.
Deze universiteit, de oudste van geheel
Zweden, is tevens epn der meest beroem
de stichtingen, die wij in onzen moder
nen tijd kénnen. De universiteit van Up
sala dankt haar ontstaan aan de Katho
lieke Kerk. Zij is het levenswerk' van den
Aartsbisschop van Zweden, Jacob Ulfson,
die op. verlangen van Paus Sixtusi IV in
het jaar 1477 den grondslag legde voor
deze stichting. In de 'kathedraal van Up
sala staat nog altijd een borstbeeilld ter
herimfering aan den stichter van deica
universiteit. Bij gelegenheid van de fees
ten ter eere van het 450-jarig bestaan va®
de universiteit, van Upsala heeft men een
photogrliische reproductie uitgegeven van
den beroemden zilveren bijbel die in dteze
universiteit bewaard wordt. Deze bijbel
wordt aldus genoemd, om)d|at hij geschre
ven. is in buitengewoon «ierlijkje zzilvéren
letters. Het ia een gotliischci vertaling van
het oude en nieuwe, ,tetstainent die aan
Bisschop Ulfilas die in de vierde e.emw
leefde, toegeschreven wordt.
Deze zilveren bijbel is een der oudste
werken van heel Europa en he,t
meest kostbare bezit van de, zieldzaam
rijke bibliotheek van do universiteit van
Upsala.
Eigenaardigheden van kunstenaars
en geleerden.
Aardige bizonderheden zijn beklemd), om
trent de. werkwijze van een aantal kun
stenaars en geleerden.
Schiller had alltijd een paar appelen
hij de hand, waarvan de geur' hem inspi
ratie .gaf.
Descartes schreef, terwijl hij .in bed
lag. Montaigne verliet zijn huis wanneer
hij rustig moest nadenken en ging naar
een verlaten toren, waar hij uren hoog
kón blijven peinzen, terwijl deuren en
vensters gesloten waren.
Wanneer Chateaubriand zijn secretaris
zijn proza dicteerde, wandeldfe hij1 gewoon
lijk op z'ijn blcote voeten door de kamer.
Deze gewoonte, om de inspiratie door een
gevoel Van koude te verwekkën, heeft
men bij vele beroemdheden waargenomen.
Van Beethoven wordt verteld, dat hij
doof is geworden, omdat hij meestal zijn
hoofd in ijswater dompelde, voordpt hij
aan het werk' ging. Dat hij' alleen daar
van doof zou z'ijn geworden is echter niet
zeer waarschijnlijk, al heeft die zonder-^
linge manier van doen er misschien iets
toe 'kunnen bijdragen.
De componist Saint Saëna heeft wel
eens verteld, dat zijn beste muzikale ge
dachten kwamen wanneer hij zich be
vond in het gewoel van een jaarmarkt.
En de beroemde professor Ampère, had
de eigenaardigheid, d@t hij nooit zitten
de kon wenken. Hij was het echte, type
van een verstrooiden proyfessor. Doc'eeren
kón hij alleen wanneer hij heen en w'e'Cr
liep. Meer dan eens heeft hij op straat
wagens nageloopen en met krijt op don
achterkant der karren, die hij1 voor school
borden hield, geometrische figuren getee-
kénd.
Uit het leven van president Wilsun
In het boek van Ray Stannard Baker
over den in 1924 overleden oud-presidjgnt
der Ver. Staten wordt diens persoon als
volgt getypeerd:
Wilson was een curieus mengsel van
ernst en jongensachtige pret. Hij; kón
prachtig allerlei menschen nadoenen
in 't vertollen van historical in, het een oh
.ander dialect was hij een moester. Ook'
voerde hij' de malste dansen uit, als hij
in de stemming was.
Dc „prof." (Wilson was. 'hoogleeraar
in de geschiedenis geweest), was dol op
mallotige versjes en humoristische korte
vertelselshij; was altijd in-blij met' een
aardige nieuwe mop of een nieuw vertel
seltje met een geestigen klap op de
vuurpijl. Er werd in het gezin veel ge
daan aan voorlezen.
Aan sport deed de president weinig,
wel reed hij fiets. Maar hij hield er heel
veel van te kijken naar de. voetbal- en
haseball-wedstrijden.
Op lateren leeftijd leerde hiji golf; maar
hij hield er altijd van om de bekén'dlft
grap van president Grant te plaatsen.
Deze speelde geen golf; en toen hij' het
eens een vriend had zien doe®, z'eidja
Grant:
„Dat lijkt mij een prachtige lichaams
oefening; maar waar is dat kleine .hal
letje nou voor?"
Gepareerd.
De bekende Engelsche schrijver Sheri
dan, die lid van het parlement was, vroeg
spottend aan een jongen edelman, die
juist de hoogeschool van Cambridge Ver
laten had, waar hij niet door groote gaven
had uitgeblonken, welke loopbaan hij
voortaan kiezen'zou, om naam te malcen:
„Wel", antwoordde de jongeman, d»ie
ondanks zijp bekrompenheid, toch het
doell van don vrager snapte, „ik a.a,t mlij
voor het parlement kiezen, en bind een
papi?r om mijn voorhoofd, met het op
schrift te. huur".. Hij' wilde daarmee te
kennen geven, dat Sheridan in dienst van
verschillende 'partijen stond. „Een goed
voornemen", antwoordde, de Idjiehter
droogjes, „maar vergeet er niet hij te
voegen „ongestoffeerd".
Trouwen op liet stadhuis.
Ofschoon tot het jaar 1811 de ke»'ke-
lijke huwelijken voor de wet van kracht
waren en eerst daarna de voltrekking
voor den ambtenaar va® den burgerlij
ke® stand werd vereiseht, zijn ook in het
midden der 17dip oeuw reed^ huwelijken
voor dc hurgerlij'ké autoriteit gesloten,»
verhaalt de ,.A. Ort.". In den tijd, ,d^t d(e
„Gereformeerde" godsdienst hier |d|a ov'er-
heersehende was, was het voor hen, die^
dien godsdienst niet hele'djeoi, moei
lijk hun trouw door een der gerefor,
meerde predikanten t® doen inzegenen.
Daarom bepaalden burgemecsteren, sche
penen en raad van Arnhem op Mei 1647,
dat allen, die niet den Gere'form'eeiïl.V11
godsdienst beleden en niet voor een d|pr
(predikanten wenschten te trouwle®, be
vestigd kénden worden op het Raadhuis1,
ten overstaan van gecommitteerden uit
den magistraat, na voorafgaande drio
aankondigingen. De huwelijksvoltrekking
had dan plaats op een vastgesteld uur
„met oipen deuren" en kwam dus reeds:
veel overeen met de tegenwoordige wijze
van (burgerlijke) huwelijksvojlltrckking.
Keizer en Kanselier.
Keizer Wilhelm I was wed zeer ge
steld op, zijn grooten raadsman Bismarck
bekend is, dat do keizer, toen rJe
kanselier eens. va® aftreden sprak, daarop
met een „niemals"' antwoordde maar
dc gevoeligheden van den oudfen monarch
moesten toch steeds worden ontzien, op
dat er- geen naijver ontstond op Bis
marck's enorme populariteit. Een staal
tje daarvan geeft het volgende voorval,
dat door Bismarck zélf werd opgeteekendj:
Tijdens den oorlog met Frankrijk hield
een trein, waarin de 'koning zich met
hem bevond, stil aan het station. Op het
Pjerron waren juist eenige Duitachers in
luid gesprek over de vraag, of de Duit--
fiche troepen op zeker punt waren aan
gekomen i I
„Ja, dc Bismaxokérsi zijn al zoover,"
riep een der praters.
,W|at bedoelen de menschen toch
vroeg koning, Wilhelm; ma,ar Bismarck
zeide niet recht versta,an te, hebben. De
koning zeide toen; l
„Het volk moest toch weten, dat het
mijne en niet uwe soldaten zijn."
Sedert, ging Bismarck1 'voort, heeft mijn
vrouw mij' bij herhaling dat .voorval her
innerd en zoo dikwijls ilk door een of an
der de gevoeligheid ,van djen «uidjen heer
kon kwetsen, waarschuwde zly1 mij
„Denk' a,an de Bistaaxcfcersi".
Op grinden vuet.
De uitdrukking op greoten voet leven
is wel algemeen hekjend en ieder weet
dat hiermede bedoeld) wordt gxootei -uit
gaven doen en een duur leven leiden. De
herkomst van deze uitdrukking is de vol
gende: Toen de graaf van An jou, Geof
frey Plantagenet, eens door oen zweer
aan den voet gepl<aagd werd, gaf men
hem de raad zich schoenen te doen ver
vaardigen met zeer lange punt en. Alztoo,
geseniedde en in dien tijldj vertegenwoor
digde zulk een paar schoenen een zeer
ruim bedrag. Deed dus iemand; buiten
sporige uitgaven dan zei men„hij1 leeft
op grooten voet."
Uit hun isolement verlast.
Van Schiermonnikoog wordt gemeld:
Donderdagochtend .8. u,ur is ,dfe postboot
hier zonder eenige stoornis, van liet ij's
aangekomen. Door liet ruwe weer en het
hoo.ge Wiater is liet ij» weggedreven. De
veerdienst isi weer hersteld.
Van Ameland:
De pfostboot Nes;Holwerd, die tenge
volge ,va.n ijs en lagen 'wiatersitand in zeve®
dagen de reis niet had kunnen maken, is.
eer,gisterochtend weer van Ameland Ver-
trókken. Door het zeer hooge getij' en den
wind is het ijs in hooidzaak' van de Wa.d(-
den weggedreven, zoodat id|e boot op haar
reis naar Holwerd zeer Weinig ijs ont
moette.
Vakche munterij.
Sedert een paar weklen zij'n in het .Wes
telijke deel van Rotterdam eenige yalsche
zilverhons van f 2,50 in omloopgebracht.
Drie van deze valsche biljetten zijn bij' de
centrale recherche gedeponeerd. Dezieij
dagen wilde een vrouw oen groentenkjoop-
vrouw betalen met een valschcn zilverbon.
De koopvrouw merkte, dat het biljet
valsch was' en weigerde het ,aan te. nemen.
Zij deelde aan de politie mee, wie haar
met valsch geld had wililicn betalen, cn de
centrale recherche organiseerde daarop
een inval in de woning,'van dc vrouw.
Op den zolder van deze woning^ welke
is gelegen aan de Zoutziederstraat alhier,
werd toen een geheelo inrichting tot het
mak'en van valsche zilverhons1 aangetrof
fen. De man van de vrouw, de werkloo-ze
'kleermaker J. K. en zijn helper, de kóóp
man O .A. G. A. L. van het Staringplein,
werden aangehouden. Do vroulw he»eft een
volledige bokëntenis afgelegd. Daaruit -
bleek', dat de mannen de biljetten vervaar
digden en dat dje vrouw het valsche geld'
uitgaf. Een echte zilverbon werd Oivórge-
teekend met copieerinlit, waarna, afdruk
ken Werden gemaakt op gesatineerd tee
kenpapier. Deze afdrukken waren vrij'
bleek en werden aanvankelijk met gelen
inkt en 'ater met waterverf bijgewerkt.
Tusschen licht en donker gingen de
vrouw cn Ij. er op uit. I». gaf haar bijl
elk'en winkel, waar zij zon trachten de
valsche zilverbons te verzilveren, een
biljet,waarnal zij' naar binnen ging, een
kleinigheid kocht en deze met een val-
sc'hen zilverhon betaalde.
Meestal ia dit in kleine winkels in hef
Westen gebeurd. In het geheel zijn er
ruim' 20 valsche bonsi uitgegeven. D'e bil
jet ten zijn heel goed van dn echte te on
derscheiden. De oimstandigheldpn, djat die
vrouw altijd in schemerdonker het val
sche geld uitgaf, en het publiek' in den
regel zilverbons niet nauwkteurig bekijkt,
hebben het mogelijk! gemaaajkt, dat er nog
zocvelen zijn ingeloopcn..
Bij den inval zijn een echapixograaf,
vo,cr het makten van afdrukken, flesehjea
niet inkt, tubes verf, 1 beteekende zilvfer-
bon, een voorraad gesatineerd teekfenpa-
pior en nog onafgewerkte valsche zilvter-
bons in beslag genomen.
De (beide mannen, die ontkennen, zijln
opgesloten.
Een vrachtauto ontploft.
Bij Dunstable is een vrachtauto, die met
vierduizend kilogram ontplofbare stoffen
beladen was, geslipt en op den berm van
den weg ontploft. Het was een gebulder
als van eer artilleiie-bomba,rdeuiient.
De brandweer kon de plaats niet gena
ken om de vlamimen te blusschen, daar ex
nog geruimen tijd gevaar bestond voor
nieuwe ontploffingen.
De bestuurder werd als verkoold lijk
gevonden. Vier andere, manne® zijn zwaar
gewond.
liet Engelsche iuihtsahipi R 100.
Wanneer het nieuwe luchtschip R 100 in
April klaar is, zal het na voltooiing van
zijn proeftochten waarschijnlijk een demon
stratie-tocht over den Atlantischen Oceaan
doen. De eomlmiandant Burney zal in ver
band hiermede komende week naar Ameri
ka vertrekken. Voorgesteld wordt dat de
R 100, die het grootste lucht schip van de
wereld zal zijn, passagiers over den Oceaan
mee zal nomen. De reis duurt twee etmalen
en de passage zou ongeveer 120 kosten.
Er i,s ruimte voor 100 passagiers en een be
manning van 50 koppen.