kken
lethode
- HILVERSUM
Tweede Blad
tzalverij
f
SCHE "OURAN
ZATERDAG 7 JANUARI 1928
iwste ontdek»
lelijk deze?
Binnen dertig
hieuw, versleten
itige.
'A,
Machtiger dan de Keizer.
Voor onze vrouwen.
Wetenschap en Kunst
Ontspanningslectuur.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT!
ing van den man die
gebruik van schade-
ede zijn levenskracht
frisch is hij die zijn
oor onze leer.
I e gij uw gezondheid
schriften, dan zijt gij
;ij wascht uw lichaam
en binnenkort zal de
q schitterend gezond-
gezondheid verkrijgt
ijn dan ooit te voren.
gij in maanden, weken,
HET NU, voor U, Uw
;n, schrijvers, denkers,
letuigingen uit alle
s personen. Door de
In groote bespreking uit.
ize hulp niet
Sr genezenen.
gelukkig leven verlangt,
cijnofferten tot slot,
om de symptonen der
oor de volgende ziekten
Verlamming
Vermagering
Verstopping
Vetzucht
Vrouwenziekten
Waterzucht
Zennwachtigheid
Zenuwzwakte
Zenuwptjnenjgg
SenfRAHCO,
Uwerzijds, i
ÜlDSGESCHRlFTEH.
EKEN.
lerlangs afknippen!
'UWSCHE COURANT
Januari 1928.
U gratis en franco te
geheel nieuwe Methode,
i
en.)
Irukwerk aan ons op te
i worden geopenbaard dat
eft terugegeven.
H:
Waarom de Inlander naar]
Moscouj,luistert
(door oud-Resident G. Gonggrijp).
I.
Bij velen heerscht eenige verontwaar
diging over den domunien inlander,, we
genis zijn luisteren naar het zoete gefluit
van Masconl
Wij nieenen het zoo goed pnet ham-
.WJj zijn allen in min 'of meer hevige mate
met ethiek bes.miet. Het hoofdgeld zal af
geschaft worden. Ja, maar Mosteou be
looft a.fcchaffing van alle belastingen. Er
is een Volksraad ingesteld, maar dit laat
Kroino (bijnaam' voor den Javaan) ijizig
koud. Als ik beweer dat misschen 5
°/o van de bevolking eenig begrip hoeft
wat een Volksraad is, jlan ben ik ver
moedelijk te optimistisch. Het eenige waar
naar hij verlangt is de Ratoe Adil!. De
regeering van de vorst dei' rechtvaardig
heid. Geen grooter lofuiting, geen ver-
eerender naam, dan genoemd te worde.rt
de rechtvaardige.
En er is nog zooveel' onrechtvaardig
heid en onder de bestuurders zijn er, nog
velen met kleine zielen en er wordqn
nog vonnissen geslagqn „In naam der Ko-
nigin" waar hij niets van begrijpt. Von
nissen, uitgesproken door brave, eerlijke
rechter. Vonissen, geheel in overeenkom
stig met de wet, maar van wetten waar
ICromo niets van begrijpt. Als dan een
eminent pran als prof. van Vollenhoven
de aanstaande bestuurders op; het hart
drukt om vooral de Adat te bestudeeren,
vooral na te gaan wat recht is volgcn.9
den inlander, dan. worden, kleine zielen
in Holland angstig. Zdj worden bevreesd
dat een geslacht van bestuurders de lei
ding in Indië in handein zal krijgen dat in
de eerste plaats let op de belangen van
den inlander en er worden groote somlmien
beschikbaar gesteld om in Utrecht de ge
legenheid te vestigen waar tegengif tegen
te veel ethiek toegediend kan worden.
Het kapitaal heeft in Indië ontzaglijk
veel nut gebracht. Men kan met trots wij
zen op, groote landstreken voorheen be
dekt met bosschen en moerassen en nu door
kruist door spoorwegen en goede wegen en
in de autobussen gaan vooral Inlanders
mee die hun waren en veldgewassen naar
de groote plaatsen brengen en ontrukt zijn
aa,n hun armoedig bestaan in de bergen.
Hier even een illustratie hoe groot die ver
anderingen ten goede zijn te danken aan
kapitaal. In 1891 diende ik in een afdee-
ling ver van havens gelegen. Het overschot
van hun arbeid na aftrek van hetgeen de
Inlanders voor levensonderhoud noodig had
den, was niet ïn geld om1 te zetten oanidat
de transportkosten alles zouden verslinden.
Een prachtige maïsoogst was de belooning
voor hun werken in do barre zon. Vela
tienduizenden kolven werden op de plaatse
lijke markten gebracht doch zelfs voor ,8
centen de 100 kolven waren geen koopiers te
vinden en de hoeren lieten- ze op- de markt
pleinen liggen. Het volgende jaar plantte
elke boer juist zooveel als hij voor zijn
gezin dacht noodig te hebben, doch ditmaal
werd zijn arbeid niet gezegend en het in-,
dexcijfer bedroeg 50 en door voedsel
gebrek en het nuttigen van) allerlei dat
geen voedsel was, liepen er duizenden met
groote zweren en in enkele maanden stier
ven 3000 Inlanders aan cholera. Ik zie nog
de beelden van ellende vóór me. Hutten
waar een "bos hout tegen de deur lag, want
de bewoners waren allen dood. Een man in
waanzin tandakkende (dansende) bij de lij
ken van vrouw en kinderen. Vijftien jaren
later diende ik oen voorstel in om) in die
landstreek pootindustrie te vestigen en
tramlijnen aan te leggen. Het kapitaal was
onmiddellijk bereid zijn plannen ten uitvoer
te brengen. Geen enkele cent werd uit de
schatkist gevraagd en volle 13 maanden
bleven de voorstellen onder het loodje lig
gen. Dat zijn de zegeningen van de-bureau
cratie. Binnen de week na het publioeeren
•van mijn plannen rolden auto's miet kapita
listen mijn erf op met de aanbieding het ge
hele plan ten uitvber te brengen. Het'
kostte maar 15 mülioen. Na 18 maanden
kreeg ik van de Regeering antwoord. Het
achterlijke Rembang had aan de
bestaande wegen genoeg. Ik noo-
digde de pers uit om de eerstvolgende ver
gadering van den gewestelijken raad bljr te
wonen en gaf als mijn opinio te keninen dat
moeilijk onbenulliger advies had uitge
bracht kunnen worden. Het was het advies.
va,n den Raad van Indië! Zij) hadden de
zweren en de vele dooden niet gezien. Zij
hadden de kreten van de moeders niet ge
hoord bij de lijkjes harer 'kinderen. Do zen-
feuilletqn
73
„Bloemen? Welke bloemen zullen dat
zijn?" vroeg er hier en daar een.
"Hij zal ze onder zijn narrenkap ge
kweekt hebben, spotte een page, want hui-
ten bloeien zelfs de sneeuwklokjes no°*
niet
„Begrijpt mijn heere geimiaal er wat
van?" vroeg de keizerin aan Frederik.
„Ja!" antwoordde deze. „Van morgen
fluisterde hij; mliji in, dat hij sedert hij) niet
meer aan ons hof was, zich onder de lei
ding van een kluizenaar op het kweeken
van zeldzame hloelmen toegelegd heeft, en
dat hij zoo gelukkig was geweest, er drie te
kweeken. Hij had ze meegebracht en hier
in den omtrek verborgen, oim! ze biiji hdfc
eerste feest het beste, hier op den 'Hlohen-
staufen aan alle gasten te vertoonen. Een
vreemde liefhebberij, maar, een naai blijft
een nar!"
Terwijl er zoo hier en daar allerlei gis
singen omtrent de drie bloemen gemaakt
werden, verliet Solon door ""eene der zij
deuren de zaal.
Elke groote zaal was omringd door klei
nere vertrekken, die alle door deuren van
delingen van Moseou vertellen niet dat in
Rusland D/2 millioen imenschen van ellende
omkwa|mon en toen een duizendste v-an die
ellende gefilmd was geworden brachten de
collecten in de bioscopen groote bedragen
op. De ellende in 1891/92 is nog niet uit
het geheugen van Kroimo. Nu doorkruisen
echter tramlijnen de landstreek'. Het over
schot va.n zijn arbeid kan. nu ter markt ge
bracht worden en die landstreken worden
niet genoemd als bestoet met communisme.
^KIRKNIeuws^
Op den Zondag onder het octaaf van
Driekoningen.
Epistel v. d. H. Paulus aan de Romeinen.
XII 1—5.
Broeders! ik "bid u, .door de barmhar
tigheid Gods, dat gij uwe lichamen tot
eene levende, heilige eu Gode behageLijkie
offerande opdraagt, hetgeue uwe redelijke
godsdienst zij. Maakt u niet gelijkvormig
aan deze wereld; maar wordt hervortoicü
door de vernieuwing van uwen geest, op
dat gij moogt onderscheiden, wel'ke do
goede, aangename en volmaakte wil Gods
zij. Want door de gratie, welke mij' gege
ven is, zeg ik tot ieder van udat niemand
'hooger van ziohzelven denke, dan het be
hoort. maar een matig gevoel van zich zei
ven koestere, en naar de mate des gelooi's,
welke God aan ieder heeft uitgedeeld. Ge
lijk wij toch in een lichaam vele leden heb
ben, maar alle leden hetzelfde niet ver
richten, dus zijn wij, velen, een lichaam
in Christus, allen echter afzonderlijke me
deleden van elkander, in Jezus Christus,
onzen Heer.
Evangelie, Lucas. II. 1252.
Toen Jezus twaalf jaren oud was, gingen
zijne ouders volgens de gewoonte van het
feest naar Jeruzalem, en, dedagen vervuld
zijnde, keerden zijl terug; ed het kind Jezus
bleef te Jeruzalem, en zij ontdekten het
niet. Maar meenende, dat Hij bij! het gezel
schap was, deden zij' eenen dag reizens, en
zij zochten hem onder bloedverwanten, e,u
bekenden. En toen zij1 hem niet vondeui,
keerden zij terug naar Jeruzalem, en zoch
ten hem. En liet geschiedde, dat zij na drie
dagen hem in den tempel vonden zitten, in
het midden der leeraren, heimi hoorende en
vragende. En allen, die hem hoorden, wa
ren verbaasd ov,er zijne wijsheid en ant
woorden. E11 als zij hem zagen, waren Zijl
verwonderd. En zijne moeder zeide ham:
Eoon, waarom hebt gij met pus zoo geJ
daan? Zie, uw vader eu ik zochten p. met
droefheid. En hij zeide hunwaarom) zocht
gij mij Wistet gij dan niet, dat ik mot do
zaken van mijnen. Vader moet bezig Zijp?
En zij verstonden het woord niet, hetwelk
Hij tot hen sprak. 'En hij vertrok niet hen.'
kwam te Nazareth) en was hun onderdanig.
E11 zijne Moeder bewaarde al deze woorden
inh aqr hart. E11 Jezus nami toe in wijs
heid, ouderdom en aangenaam,held bij God
en de menschen.
De Internationale Bidweek.
Binnenkort, van 18 Januari (feest van
Sint Petrus' Stoel te Rome) tob en miet. 25
Januari (feest vau Sint Paulus' Bekeering)
gaat- ook dit jaar weer door geheel die
Christenwereld de z.g. Internationale Bid
week gehouden worden.
Mogen wij Katholiek Nederland wederom
aan de bedoeling ervan herinneren
Gedurende acht dagen wordt deze groot-
stóhe gebedsactie georganiseerd, om te ver
krijgen de bekeering van alle niet-Ohriste-
nen en de vereeniging van alle afgescheiden
Christenen in de ééne ware kerk van Chris
tus.
Voorwaar een prachtige gebedsintentieI
Zóóvelen nog, die omdolen in dan nacht
van ongeloof en onkunde omtrent hun le-
vensbestem|mhng- Zóóvelen, over wie de
lichtende waarheid van Christus nog niet
is opgegaan. Laten we gezamenlijk onze
smeekbede opzenden tot den Vader van alle
Licht!
De geesten worden verscheurd in duizen
derlei godsdienstige verdeeldheid, mocht
eindelijk naar het Hoogepriesterlijk Gebed
van Dnzen Heer Jezus Christus in dn)
Avondmaalzaal de zóó vurig begeerde een
heid onder- de mensohenkinderan kojmten
eenheid van geloof in den Christuseenheid
van onderwerping aan den Christus; een
heid van Liefde tot den Christus.
Dat allen aldus één. mogen worden.
Niemand blijve dit jaar achter. Reeds
namen, dank zij de goedkeuringen en de
aanbevelingen van 011s Doorluchtig Episco
paat en de medewerking der Geestelijkheid,
in vorige jaren honderdduizenden aan de
Bidweek deel.
Maar zij kan en moet nog alge|toeener
worden
Heel de Katholieke wereld, heel Katho-
die zaal gescheiden waren. Boven die deu
ren, bijna niet zichtbaar, omdat de wanden
rondom tot op' heel wat meer dan mans
hoogte met eikenhouten paneelen beschoten
waren, bevonden zich de hooge lichtramen
zoodat men uit de groote zaal niet zien
kon, wat er huiten voorviel.
Solon liep' een dezer vertrekken, bijna
bij den ingand der zaal gelegen, binnen.
„Zijn ze er nog niet?" vroeg hij! aan
Eitel, den wappenknaeht.
„Ivo is ze gaan halen," antwoordde deze.
„Stil, daar komen ze!"
De harpenaar, zijne vrouw eu dochter,
door Ivo geleid, traden binnen. Solon ging
hen te gemoet en zeide zacht
„Komt, gaat mede! Houdt goeden moed!
Het daghet in het Oosten. Het lacht Schijnt
overal!"
Hij opende nu de deur naar de zaal, die
voor onzen harpenaar niet vreemd was. Hij
trad er immers voor de tweede maal bin
nen?
Vol verbazing keek iedereen op.
Waren dat nu de beloofde bloemen? Wat
beduidde die narrenstreek?
De drie bleven staan, en S0I011, rinkelend
met de bellen en zwaaiend miet zijn Zots
kolf, naderde den keizerlijken zetel en
zeide„Neef, dat. zijn nu de drie bloemen,
die ik gekweekt heb!"
Hierop wendde hij zich tot den harpenaar
liek Nederland late zich ïnobiliseeren tot
één grootseh maar vreedzaam gebedsoffen
sief. Ter 'bevordering hiervan stelt het
Bureau van het Apostolaat des Gebeds,
Grootestraat 26, Nijmegen, nu ook wederqm
gebedsformulieren verkrijgbaar. De prijs
daarvan is zoo laag mogelijk gesteld, nJm),
100 ex. 50 cent; 500 ex. f2,— 1000 ex.
f3. Postrekening 121378.
Apostolaat des Gebeds
Afd. Internationale Bidweek.
De vrouw in China.
Terwijl de politiekte gebeurtenissen in
China door de geheele beschaafde wereld!
met groote beaugstelling gevolgd worden,
zijn er maar weinigen die oog hébben voor
de onwaardige positie, welk'e de vrouw
in het Hemelsehe Rijk' besiteedt. Toch is
juist het „vrouwenvraagstuk1'' een der
moeilijkste problemen van de Ghiuieesche
revolutie, omdat hier tegen oen traditie
van vele velen 'eeuwen moet worden ge
streden.
De Koeumintang (Volkspartij) mog" "f3-11
al het vrouwenkiesrecht en gelijkte burger
rechten voor man en vrouw op J)8(air pro
gramma hebben gezet, men impgé' inder
daad hier en daar eenige verbeteringen
in depositie der vrouw' kunnen comsitatee-
ren, in het algemeen gesproken, valt er
nog maar weinig succes te boeken.
Men krijgt een juist begrip van de Chi-
neesche opvattingen, als men leest v;an
de Chinees Ts.jeng Ki Tongi van de vrouw
zegti
„Bij ons" aldus zijn uitspraak! „wordt
het mannelijke door de zon, het vrouwe-
ljjke docr de maan gesymboliseerd. De
een geeft licht, de ander wordt verlicht.
De een straalt in verblindende1 helderheid)!
de ander heeft haar matten weerschijn
aan die uitstraling te danken."
Nog duidelijker wordt idle situatie dpor
het volgende Chineesclhe spreekwoord ge
schetst „De mannen Zijn de hemel der
vrouwten, de vrouwen echter de slavinnen
van hunne mannen."
Het ia de vurigste wensch van iederen
Chinees om ten minste één zoon te 'be
zitten.
Vóór het huwelijk leven jongens cn
meisjes, streng van elkaar gescheiden. De
kameraadschappelijke omgang tussehen
beide geslachten, zooals wij' die in Europa
kennen, is voor een echten Chinees1 iets
vrees elijks.
Omdat, de echtverbintenis jwordt aange
gaan in het belang der familie, die men
gaarne talrijk en invloedrijtk zou zien,
wordt het huwelijk ook volkomen als fa
miliezaak beschouwd. De ouders v,an den
bruidegom 2oeken, door tussichenkomst van
een huwelijksmakelaar een bruid uit. De
muitjes trouwen meestal reeds op veertien
de jongens op .16 of l'T-jarigen leeftijd.
Alle huwelijksvoorwaarden worden door
dc wederk'eeri.gc ouders vostgesbelo).
Meestal, ziet het meisje haar echtgenoot
pas als het huwelijk isigeöloten. Nooit mag
een vrouw met haai' man of' met bare zo
nen aau tafel eten. ^iji mioet hem bedie
nen en self den maaltijd'in een hoekje van
het vertrek' gebruiken.
De Chineesc-he vrouw' heeft zeer veel
lfuwvlijksplichten en vrijwel 'geen rech
ten. Kenschetsend zijn de volgende zeven
redenen, die den man het recht' tot schei
den geven'; 1
liet ontbreken van mannelijke nakome
lingen, ontrouw' Van den kant der vrouw,
Pinvoïdoende zorg ten cpzic'hte van de
schoonouders, babbelzucht, diefstal in
eigen huis, jalouzie, besmettelijke ziekten.
De vrouw kan wel is waiafc in bijzondere
gevallen ooit! scheiding^ aanvragen maar
in de praetijk' lukt het. haar alleen met be
hulp van haar vader of een anderen nran-
nelijken bloedverwant,
dere gevallen ook scheidinjg aanvragen
De vrouw kan wel is waar 111 bijizon-
maar in de pr.actijk' lukt het haar alleen
mét behulp van haai' vader of een anderen
m&nnelijken bloedverwant.
De vrouw staat geheel machteloos' tegen
over mishandelingen van haar man. Hij
'kan haar slaan, zelfsi bloedig slaan zon
der dat iemand hem daarvoor ten verant-,
woording kan roepen.
De móeder van den man noemt in een
Chineesche familie een zeer bijzondere
plaats in. Aan haar is de schoondochter
steeds1 gehoorzaamheid verschuldigd). Zéér
dikwijls misbruikt de schoonmoeder haar
recht en zij is zoo tyrannie'k', dat de jonge
vrouw een hel op aarde heeft.
De slechte gewoonte do voeten tc mis
vormen is gelukkig lang niet meer zioo
in zwang ail.9 da,t vroeger in China het
en zeide: „Meesiter, uw spel en uw lied!
Laat hooren, dat Solon in u wat goeds!
bracht!" 1
De keizer hoorde bijna niets1 van alles,
wat Solon zeide.
„Hij, hijj is het," steunde hij, en de vraag
der keizerin: „Wiat overkomt u? lWa.t Zijt
.gij bleek? Hoe beeft giji zoo?" beantwoord
de hij met een„God is goed!"
Wat deed hertog Albrecht hoorbaar zeg-'
.gen: „Ha, ha, hijj is het! Ik herkeu den
kloeken ridder!"
Wat deed'Eitel blozen van, geluk?
Wat deed Solon wegkruipen onder het
voorhang om eens uit te snikken?
Wat deed allen zoo verbazen?
Een schoone, krachtige, man, een ridder
zonder vrees of blaam, in, het kleed ceng
armen straatzangers, de bekende harpenaar,
trad voorop, met de harpi in de hand, ge
volgd door eene vrouw, schoon als eene Ma
donna, en een meisje, dat eene tooverfee ge
leek. Deze laatste twee zetten zich op een
bankje achter den harpenaar neeik cn Ada
liep er heen om ze welkolmi te heelen, want
zij herkende alle drie. Eer ze evenwel! bijl
haar was, sloeg de harpenaar in de snaren
en begon te spelen. Nog nooiL nooit had
'het kostelijkes peeltuig van Guillem de Ca-
bestaing zulke schoone tonen laten hooren,
■als thans in deze «hal. Het werd stil,.
.doodstil! Men durfde bijna niet adem! te
geVal was. De sage meldt dat eens een
keizerin een misvormden Toet had en dat
daarom ook' de hofdames hare voeten lie
ten verminkten. Sindsdien werden ongeluk
kige voeten als mooi beschouwd.
Een andere, aannemelijke echter, lijkt
de verklaring dat de misvormdje, v,oet Voor
de vrouw liet Symbool moet' zijn Van hare
onzelfstandigheid. Do misvorming wprdt
docr het feit, dat een stijVe band '%n Voet
voert durend druikt, in circa, tien jaar tot
stand gebracht. Men begint er meestal
mee alsl het meisje vier, a zeé jaar oud is.
Hoe kleine de vcet doon deze bewerking
wordt des te mooier is diij' in de oogen van
den Chinees. In deftige families weegt
den voet op tegen een gTooten bruid
schat.
Tal van dichters1 hebben „de gouden
leliën zooals de misvormde voeten ge
noemd worden, bezongen. Onder clje volks
klasse treft men de verminking slechts-
zelden aan, omdat het loopten er zeer door
wiordt bemoeilijkt en ook het zwakke ge
slacht daarmee den kbsit moet verdienen.
Hier z'ijn het dus de maatsc'hp(p|pelljlk!a
omstandigheden die het symbool d|er vrou-
wyenslavernif uit den weg ruimden.
In Zuid-China mérkt men a.l iets van
een vrouwenemancipatie, die zich k)a,nt
tegen de verdrukking en dé machteloos
heid der vrouw1 en gelijkte rechten Voor
beide geslachten eisolit.
Intusschen zal, ook' wanneer de Cllinee-
sche revolutie Werkelijk en voorgoed zal
zegevieren, de vrouw* in China, een harden
strijd te klampen hebben, alvorens! d« nieu
we regeering haar dezelfde rechtten als
den man zal toekennen. Vcoroordecleu die
duizenden en duizenden jaren oud zijn,
ruimt men maar niet zonder uiteer uit den
De Schelde.
Te Utrecht heeft de Geografische Kring
onder voorzitterschap van prof. dr. K.
Oestreich vergaderd. I11 de middagverga
dering hield de heer Jan G. Sloff een lezing
over „De Schelde met haar schorren en,
slikken".
Met een groote reeks uiterst" instructieve
en voortreffelijk geslaagde lichtbeelden de
monstreerde sprg hoe het Ze.euwscha land
juist ook door zij*n diereu eu plantenl een'
bij uitstek typisch landschap is. Merk
waardig is reeds de toegangsgeld tot de
Bergen-op-Zoomsche havenbij eb een nau
we watergeul, waar echter bij1 vloed 41/2
meter water staat. Men heeft hier goede
gelegenheid waarnemingen omtrent den
groei der wieren te* doen, die steeds tot de
zelfde hoogte voorkomen. Een sterke tegen
stelling bestaat, tusschen de met gras be
groeide schorren en de slikken met hum
wisselend slibgehalte, zoodat men op eoimt
mi,ge punten bij eb er overheen kan ïoopen,
maar op andere punten tot het middel weg
zakt. In de slikken komen veel zandban
ken voor en op deze zandplaten vindt een
intensieve beoefening van de weervisscherij
op ansjovis plaats, door het plaatsen van
takken in v-vorm. Een enkele miaal wordt,
wel eens iets anders gevangen, zoo zijn b.v.
de zeehonden va.n den Antwerpsohen die
rentuin van deze platen afkomstig. Ook
oestervangst. vindt m,en in dit gebiedhier
op kon spr. echter door gebrek aan tijd niet
ingaan. Op deze zandplaten vindt men nog
vele resten van vroegere cultuur, b.v. de,
resten van een eiken laan op de plaat van
Reymerswael, die nog op het kaartje van
Van Deventer van omstreeks 1560 is terug
te vinden. Talrijk zijn liier oo-k de schedel-
fragmenten etc. ter plaatse van het vroe
gere kerkhof.
Ook elders zijn oude resten gevonden.
Op deze platen is toch nag wel eenig orga
nisch loven, b.v. de gewone strandschelp.
De zeepieren zijn het eerste organisme,
dat den. grond doet veranderen. In de
litteratuur wordt aan de werking van zee-
pieren gewoonlijk afslag toegeschreven, wat
althans voor dit terrein in tegenspraak is
met de feiten. Na de zeepieren koim|t het
smalbladige zeegras en ook dieren beginnen
te helpen: het wadslakje. Als de grond op
deze wijze, wat opgehoogd is, gaat de Zee
kraal er groeien, en nog later het echte
slikgras, dat zoo typisch is voor Zeeland.
Ook dit wint weer slib, en dan komen de
zeeasters er groeien, als landwinnerg op
gevolgd door de lansoor cn weer later door
de gewone grassenkweldergxas voorn.l.
Dan is dus de eéhte typische schor ont
staan, zoodat deze haar^aanzijn te danken
heeft aan een duidelijke biologische op;-
eenvolging. Al de genoemde planten groei
en echter laag. Eén der oorzaken hiervan
zoekt spr. in 'het drijfijs, dat afschurend
halen.
En sstl sstl daar begon hij te
zingein! Hoe zacht, hoe teeder, Zong hij
van een jongen graaf, die zoo innig, innig
gelukkig op ziju burcht leefde! Hij! zweeg
Z acht, heel zacht begon de hai|p
weer, maar langzaaimi begonnen de tonen te
zwellen, tot ze de wijde lial, als met de
bulderende geluiden van den storm, welke
de gehoorvliezen dreigden te scheuren, ver
vulden. En da.11 zong hij hoe eqn jaloersch
vorst gehoor gaf aan allerlei lastertaal,,
zijn graafschap) .veroverde, en zijn burcht
boven zijn hoofd en dat Zijner vrouw! iu
vlammen liet opgaan, waaruit God hen
redde door eene onderaardsche gang. Zoo
vertelde hij in zijn lied al zijn lief en aljzSjln
leed, en allen, snikten -of waren diep aan
gedaan. Bij Zijn vloek krompen allen, in
elkander van angst, en de keizer, wien die
vloek gold, moest zich aan zijn Zetel vast
klemmen. Maar dat vreeselijk oogenblik
der wraak ging. voorbij. De harpenaar
had berouw. Haar verhief hij! weer! heS
hoofd, schoon klonk da machtige stand
van den zanger
O, God, die veel en graag vergeeft,
Hun hart is zoo verslagen!
Leer hen dat verdragen,
Wat Gij hun hier te dragen geeft!
Maar zoo dat dierbaar kind nog leeft,
werkt, maar de belangrijkste factor is
wel het water zelf.
Uitvoerig ging spr. dan na het proces
van afslag en aanwas en overtuigde daarbij
t'ei) volle zijn toehoorders, hoe het levende
in het Zeeuwsohe landschap juist een zijner
grootste aantrekkingskrachten uitmaakt.
Onder den indruk van het vele sohoone
en interessante, wat de Schelde te bieden
heeft, werd spontaan besloten den spreker
uit te noodigen een exoui'sie voor de leden
voor te bereiden aan het eind der komende
groote vaoantie.
1 i -i
,De Mensohenkenner.
'Voor het hotel „Zunr Anker" te W«e-
nen hield een rijtuig stil, waaruit drie
voorname heeren stapten. De, portier ont
ving hen eerbiedig en vroeg wat ze ver
langden. i
Drie kamers eerste étage, sprak
de een met een Peetje vreiepid acetent en
op bevelenden toon.
De drie kamers waren spoedig aange
wezen en de k'amerkellner legde den
heeren het gastenboek voor, waarin zij
zich als ingenieurs, inschreven, die zich
in opdracht van hun regeering tijdens de
tentoonstelling ten behoeve van liuji
studie, eenige wekten in Wleenten zouden
ophouden. Men bemoeide zioh verder
niet veel met de heeren,maar wel trof
én den hoteleigenaar én den portier het
royale leven dat de heeren lleiddjen.
Toen hun rekening zcowat driehonderd
gulden beliep, vond de eigenaar het ge-
wenstht htm die eens. te presenteeren.
Franz', zei hij tot tien ober, Schrijf
jij voor die heeren de rektening eens uit.
Wie zullen ze eens een kiüein'en domper
opzetten; ik1 ben benieuwd of ze .betalen
zullen.
Zoo gezegd, zoo gedaan. De rekening
werd aangeboden en m'et e-en goede fooi
betaald. i
Maar mijnheer Schauderl, de eigenaar,
vertrouwde toch de heeren niet volko
men. Hij stak het geld bij1 zich, ging daar
mee naar den bankier en intormeJejrtir
of de bankjes echt waren. Hij* kreeg een
volkomen bevredigende boodschap.
De drie ingenieurs leidden intusschen
hun vroolijk leventje verder, drenkten
champagne en aten oesters:, reden met de
ehiqueste equipages: naar het Prater,
kortom, zij deden als menaehen van veel
geld, die het, leven weten te genietien.
Op een dag echter hoorde men in een
van de drie kamers een luide woorden
wisseling. De verschillende klamer-
k'ellners en kamermeisjes slopen naderbij
en luisterden. Zij hoorden dat een o'(?r
heeren in slecht Duitsch zei:
Help hem toch met die paar gulden.
Hij geeft ze wel terug
Waarop een a-nder antwoordde:
Ik bezit nog maar een biljet van
duizend francs. Ik' kan zelf ,o,ofc in moei
lijkheden komen en wat dan? Za,l mij....
een vreemde... in Wteenen iemand hel
pen Gooi niet zoo onzinnig met geld om
je heen, dan kom je piet in Imocilijltheden...
Het gesprek' werd den hotelhouder pre
cies overgebracht en hij gaf order dat de
'k'amerkellner en de portier van heden af
de drie vrienden nog scherper in het oog
zonden houden dan tot dusverre.
En dat gebeurde ook.
Den volgenden dag Ifwam een der dtpie
vreemden bij, den hotelier en vroeg hom
om een biljet van duizend francs te wis
selen.
Aha dacht Schauderl, dan heeft hij
zich toch laten vermurwen.
Zijn tweede gedachte waS evenwel het
bankje te laten onderzoeken, want hij
vertrouwde deze drie gasten nu eenmaal
niet.
Er is iets: niet in den haak! zejde hij
tegen den ober. Pas maar op of ik! geen
gelijk krijg. Ik' ben een m'enSchenkeumer
en wij moeten op onze hoede wezen.
Geen half uur nadat dit gedprek ge
voerd Was, kwam de ober in de kamer
van den hotelier en deelde dijzCn mtedle',
dat een vreemde heer hem wteDSChte te
'spreken.
De heer Schauderl ging dadelijk naar
den kleinen, wat donkeren ontvangst-
salon en vond daa.r een Zeer kbrpulemt
man, van ongeveer 40 jaren, met een
pince-nez op den neus en naar Zijn uiter
lijk'te oordeelen een Franschman.
Waarmede kan ik iu, vla(n dienst zijn
vroeg Schauderl.
Ik hen, antwoordde de vreemd))
in gebroken Duitsch, de kómtoissaris
van politie Delaxoche, uit Parijs. Hier is
mijn legitimatiebewijs....
Schenk hem', o Heer,
Schenk' hemi dan weer!
En, Vader, dan vergeeft hun hart
Hem al het leed en al de smart,
Die jaren lang bij nacht en dag
Diep in hun ziel hegraven lag.
Dan zal, na langen, donk'ren nacht
De nieuwe dag in 't Oosten
De lijders troosten,
Verstommen doen de bange klacht
In vloek en tranen uitgebracht.
Doch, waar vindt, waar,
Dat Ouderpaar
Den schat zoo edel, grootsch en schoon
Den lieven lang verloren Zoon?:., j
Ach! nieuwe dag brengt nieuw verdriet!
Zij zien bem niet! Zij: zien helm! niet!
Een oogenblik zweeg de zanger, en de
harp klaagde zoo aandoenlijk de diepste
klacht.
Maar haar toon werd woester cn weer
zong de zanger, rondwarende met de oogen,
om te blijven rusten op Eitel:
Kind, kind, waar zijt gij?
Wanneer bevrijdt gij
Dat Ouderhart
Van alle smart?
Kind! Kind, waar zijt gij!?
(Wordt vervolgd.)