kken lethode - HILVERSUM Tweede Blad tzalverij f SCHE "OURAN ZATERDAG 7 JANUARI 1928 iwste ontdek» lelijk deze? Binnen dertig hieuw, versleten itige. 'A, Machtiger dan de Keizer. Voor onze vrouwen. Wetenschap en Kunst Ontspanningslectuur. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT! ing van den man die gebruik van schade- ede zijn levenskracht frisch is hij die zijn oor onze leer. I e gij uw gezondheid schriften, dan zijt gij ;ij wascht uw lichaam en binnenkort zal de q schitterend gezond- gezondheid verkrijgt ijn dan ooit te voren. gij in maanden, weken, HET NU, voor U, Uw ;n, schrijvers, denkers, letuigingen uit alle s personen. Door de In groote bespreking uit. ize hulp niet Sr genezenen. gelukkig leven verlangt, cijnofferten tot slot, om de symptonen der oor de volgende ziekten Verlamming Vermagering Verstopping Vetzucht Vrouwenziekten Waterzucht Zennwachtigheid Zenuwzwakte Zenuwptjnenjgg SenfRAHCO, Uwerzijds, i ÜlDSGESCHRlFTEH. EKEN. lerlangs afknippen! 'UWSCHE COURANT Januari 1928. U gratis en franco te geheel nieuwe Methode, i en.) Irukwerk aan ons op te i worden geopenbaard dat eft terugegeven. H: Waarom de Inlander naar] Moscouj,luistert (door oud-Resident G. Gonggrijp). I. Bij velen heerscht eenige verontwaar diging over den domunien inlander,, we genis zijn luisteren naar het zoete gefluit van Masconl Wij nieenen het zoo goed pnet ham- .WJj zijn allen in min 'of meer hevige mate met ethiek bes.miet. Het hoofdgeld zal af geschaft worden. Ja, maar Mosteou be looft a.fcchaffing van alle belastingen. Er is een Volksraad ingesteld, maar dit laat Kroino (bijnaam' voor den Javaan) ijizig koud. Als ik beweer dat misschen 5 °/o van de bevolking eenig begrip hoeft wat een Volksraad is, jlan ben ik ver moedelijk te optimistisch. Het eenige waar naar hij verlangt is de Ratoe Adil!. De regeering van de vorst dei' rechtvaardig heid. Geen grooter lofuiting, geen ver- eerender naam, dan genoemd te worde.rt de rechtvaardige. En er is nog zooveel' onrechtvaardig heid en onder de bestuurders zijn er, nog velen met kleine zielen en er wordqn nog vonnissen geslagqn „In naam der Ko- nigin" waar hij niets van begrijpt. Von nissen, uitgesproken door brave, eerlijke rechter. Vonissen, geheel in overeenkom stig met de wet, maar van wetten waar ICromo niets van begrijpt. Als dan een eminent pran als prof. van Vollenhoven de aanstaande bestuurders op; het hart drukt om vooral de Adat te bestudeeren, vooral na te gaan wat recht is volgcn.9 den inlander, dan. worden, kleine zielen in Holland angstig. Zdj worden bevreesd dat een geslacht van bestuurders de lei ding in Indië in handein zal krijgen dat in de eerste plaats let op de belangen van den inlander en er worden groote somlmien beschikbaar gesteld om in Utrecht de ge legenheid te vestigen waar tegengif tegen te veel ethiek toegediend kan worden. Het kapitaal heeft in Indië ontzaglijk veel nut gebracht. Men kan met trots wij zen op, groote landstreken voorheen be dekt met bosschen en moerassen en nu door kruist door spoorwegen en goede wegen en in de autobussen gaan vooral Inlanders mee die hun waren en veldgewassen naar de groote plaatsen brengen en ontrukt zijn aa,n hun armoedig bestaan in de bergen. Hier even een illustratie hoe groot die ver anderingen ten goede zijn te danken aan kapitaal. In 1891 diende ik in een afdee- ling ver van havens gelegen. Het overschot van hun arbeid na aftrek van hetgeen de Inlanders voor levensonderhoud noodig had den, was niet ïn geld om1 te zetten oanidat de transportkosten alles zouden verslinden. Een prachtige maïsoogst was de belooning voor hun werken in do barre zon. Vela tienduizenden kolven werden op de plaatse lijke markten gebracht doch zelfs voor ,8 centen de 100 kolven waren geen koopiers te vinden en de hoeren lieten- ze op- de markt pleinen liggen. Het volgende jaar plantte elke boer juist zooveel als hij voor zijn gezin dacht noodig te hebben, doch ditmaal werd zijn arbeid niet gezegend en het in-, dexcijfer bedroeg 50 en door voedsel gebrek en het nuttigen van) allerlei dat geen voedsel was, liepen er duizenden met groote zweren en in enkele maanden stier ven 3000 Inlanders aan cholera. Ik zie nog de beelden van ellende vóór me. Hutten waar een "bos hout tegen de deur lag, want de bewoners waren allen dood. Een man in waanzin tandakkende (dansende) bij de lij ken van vrouw en kinderen. Vijftien jaren later diende ik oen voorstel in om) in die landstreek pootindustrie te vestigen en tramlijnen aan te leggen. Het kapitaal was onmiddellijk bereid zijn plannen ten uitvoer te brengen. Geen enkele cent werd uit de schatkist gevraagd en volle 13 maanden bleven de voorstellen onder het loodje lig gen. Dat zijn de zegeningen van de-bureau cratie. Binnen de week na het publioeeren •van mijn plannen rolden auto's miet kapita listen mijn erf op met de aanbieding het ge hele plan ten uitvber te brengen. Het' kostte maar 15 mülioen. Na 18 maanden kreeg ik van de Regeering antwoord. Het achterlijke Rembang had aan de bestaande wegen genoeg. Ik noo- digde de pers uit om de eerstvolgende ver gadering van den gewestelijken raad bljr te wonen en gaf als mijn opinio te keninen dat moeilijk onbenulliger advies had uitge bracht kunnen worden. Het was het advies. va,n den Raad van Indië! Zij) hadden de zweren en de vele dooden niet gezien. Zij hadden de kreten van de moeders niet ge hoord bij de lijkjes harer 'kinderen. Do zen- feuilletqn 73 „Bloemen? Welke bloemen zullen dat zijn?" vroeg er hier en daar een. "Hij zal ze onder zijn narrenkap ge kweekt hebben, spotte een page, want hui- ten bloeien zelfs de sneeuwklokjes no°* niet „Begrijpt mijn heere geimiaal er wat van?" vroeg de keizerin aan Frederik. „Ja!" antwoordde deze. „Van morgen fluisterde hij; mliji in, dat hij sedert hij) niet meer aan ons hof was, zich onder de lei ding van een kluizenaar op het kweeken van zeldzame hloelmen toegelegd heeft, en dat hij zoo gelukkig was geweest, er drie te kweeken. Hij had ze meegebracht en hier in den omtrek verborgen, oim! ze biiji hdfc eerste feest het beste, hier op den 'Hlohen- staufen aan alle gasten te vertoonen. Een vreemde liefhebberij, maar, een naai blijft een nar!" Terwijl er zoo hier en daar allerlei gis singen omtrent de drie bloemen gemaakt werden, verliet Solon door ""eene der zij deuren de zaal. Elke groote zaal was omringd door klei nere vertrekken, die alle door deuren van delingen van Moseou vertellen niet dat in Rusland D/2 millioen imenschen van ellende omkwa|mon en toen een duizendste v-an die ellende gefilmd was geworden brachten de collecten in de bioscopen groote bedragen op. De ellende in 1891/92 is nog niet uit het geheugen van Kroimo. Nu doorkruisen echter tramlijnen de landstreek'. Het over schot va.n zijn arbeid kan. nu ter markt ge bracht worden en die landstreken worden niet genoemd als bestoet met communisme. ^KIRKNIeuws^ Op den Zondag onder het octaaf van Driekoningen. Epistel v. d. H. Paulus aan de Romeinen. XII 1—5. Broeders! ik "bid u, .door de barmhar tigheid Gods, dat gij uwe lichamen tot eene levende, heilige eu Gode behageLijkie offerande opdraagt, hetgeue uwe redelijke godsdienst zij. Maakt u niet gelijkvormig aan deze wereld; maar wordt hervortoicü door de vernieuwing van uwen geest, op dat gij moogt onderscheiden, wel'ke do goede, aangename en volmaakte wil Gods zij. Want door de gratie, welke mij' gege ven is, zeg ik tot ieder van udat niemand 'hooger van ziohzelven denke, dan het be hoort. maar een matig gevoel van zich zei ven koestere, en naar de mate des gelooi's, welke God aan ieder heeft uitgedeeld. Ge lijk wij toch in een lichaam vele leden heb ben, maar alle leden hetzelfde niet ver richten, dus zijn wij, velen, een lichaam in Christus, allen echter afzonderlijke me deleden van elkander, in Jezus Christus, onzen Heer. Evangelie, Lucas. II. 1252. Toen Jezus twaalf jaren oud was, gingen zijne ouders volgens de gewoonte van het feest naar Jeruzalem, en, dedagen vervuld zijnde, keerden zijl terug; ed het kind Jezus bleef te Jeruzalem, en zij ontdekten het niet. Maar meenende, dat Hij bij! het gezel schap was, deden zij' eenen dag reizens, en zij zochten hem onder bloedverwanten, e,u bekenden. En toen zij1 hem niet vondeui, keerden zij terug naar Jeruzalem, en zoch ten hem. En liet geschiedde, dat zij na drie dagen hem in den tempel vonden zitten, in het midden der leeraren, heimi hoorende en vragende. En allen, die hem hoorden, wa ren verbaasd ov,er zijne wijsheid en ant woorden. E11 als zij hem zagen, waren Zijl verwonderd. En zijne moeder zeide ham: Eoon, waarom hebt gij met pus zoo geJ daan? Zie, uw vader eu ik zochten p. met droefheid. En hij zeide hunwaarom) zocht gij mij Wistet gij dan niet, dat ik mot do zaken van mijnen. Vader moet bezig Zijp? En zij verstonden het woord niet, hetwelk Hij tot hen sprak. 'En hij vertrok niet hen.' kwam te Nazareth) en was hun onderdanig. E11 zijne Moeder bewaarde al deze woorden inh aqr hart. E11 Jezus nami toe in wijs heid, ouderdom en aangenaam,held bij God en de menschen. De Internationale Bidweek. Binnenkort, van 18 Januari (feest van Sint Petrus' Stoel te Rome) tob en miet. 25 Januari (feest vau Sint Paulus' Bekeering) gaat- ook dit jaar weer door geheel die Christenwereld de z.g. Internationale Bid week gehouden worden. Mogen wij Katholiek Nederland wederom aan de bedoeling ervan herinneren Gedurende acht dagen wordt deze groot- stóhe gebedsactie georganiseerd, om te ver krijgen de bekeering van alle niet-Ohriste- nen en de vereeniging van alle afgescheiden Christenen in de ééne ware kerk van Chris tus. Voorwaar een prachtige gebedsintentieI Zóóvelen nog, die omdolen in dan nacht van ongeloof en onkunde omtrent hun le- vensbestem|mhng- Zóóvelen, over wie de lichtende waarheid van Christus nog niet is opgegaan. Laten we gezamenlijk onze smeekbede opzenden tot den Vader van alle Licht! De geesten worden verscheurd in duizen derlei godsdienstige verdeeldheid, mocht eindelijk naar het Hoogepriesterlijk Gebed van Dnzen Heer Jezus Christus in dn) Avondmaalzaal de zóó vurig begeerde een heid onder- de mensohenkinderan kojmten eenheid van geloof in den Christuseenheid van onderwerping aan den Christus; een heid van Liefde tot den Christus. Dat allen aldus één. mogen worden. Niemand blijve dit jaar achter. Reeds namen, dank zij de goedkeuringen en de aanbevelingen van 011s Doorluchtig Episco paat en de medewerking der Geestelijkheid, in vorige jaren honderdduizenden aan de Bidweek deel. Maar zij kan en moet nog alge|toeener worden Heel de Katholieke wereld, heel Katho- die zaal gescheiden waren. Boven die deu ren, bijna niet zichtbaar, omdat de wanden rondom tot op' heel wat meer dan mans hoogte met eikenhouten paneelen beschoten waren, bevonden zich de hooge lichtramen zoodat men uit de groote zaal niet zien kon, wat er huiten voorviel. Solon liep' een dezer vertrekken, bijna bij den ingand der zaal gelegen, binnen. „Zijn ze er nog niet?" vroeg hij! aan Eitel, den wappenknaeht. „Ivo is ze gaan halen," antwoordde deze. „Stil, daar komen ze!" De harpenaar, zijne vrouw eu dochter, door Ivo geleid, traden binnen. Solon ging hen te gemoet en zeide zacht „Komt, gaat mede! Houdt goeden moed! Het daghet in het Oosten. Het lacht Schijnt overal!" Hij opende nu de deur naar de zaal, die voor onzen harpenaar niet vreemd was. Hij trad er immers voor de tweede maal bin nen? Vol verbazing keek iedereen op. Waren dat nu de beloofde bloemen? Wat beduidde die narrenstreek? De drie bleven staan, en S0I011, rinkelend met de bellen en zwaaiend miet zijn Zots kolf, naderde den keizerlijken zetel en zeide„Neef, dat. zijn nu de drie bloemen, die ik gekweekt heb!" Hierop wendde hij zich tot den harpenaar liek Nederland late zich ïnobiliseeren tot één grootseh maar vreedzaam gebedsoffen sief. Ter 'bevordering hiervan stelt het Bureau van het Apostolaat des Gebeds, Grootestraat 26, Nijmegen, nu ook wederqm gebedsformulieren verkrijgbaar. De prijs daarvan is zoo laag mogelijk gesteld, nJm), 100 ex. 50 cent; 500 ex. f2,— 1000 ex. f3. Postrekening 121378. Apostolaat des Gebeds Afd. Internationale Bidweek. De vrouw in China. Terwijl de politiekte gebeurtenissen in China door de geheele beschaafde wereld! met groote beaugstelling gevolgd worden, zijn er maar weinigen die oog hébben voor de onwaardige positie, welk'e de vrouw in het Hemelsehe Rijk' besiteedt. Toch is juist het „vrouwenvraagstuk1'' een der moeilijkste problemen van de Ghiuieesche revolutie, omdat hier tegen oen traditie van vele velen 'eeuwen moet worden ge streden. De Koeumintang (Volkspartij) mog" "f3-11 al het vrouwenkiesrecht en gelijkte burger rechten voor man en vrouw op J)8(air pro gramma hebben gezet, men impgé' inder daad hier en daar eenige verbeteringen in depositie der vrouw' kunnen comsitatee- ren, in het algemeen gesproken, valt er nog maar weinig succes te boeken. Men krijgt een juist begrip van de Chi- neesche opvattingen, als men leest v;an de Chinees Ts.jeng Ki Tongi van de vrouw zegti „Bij ons" aldus zijn uitspraak! „wordt het mannelijke door de zon, het vrouwe- ljjke docr de maan gesymboliseerd. De een geeft licht, de ander wordt verlicht. De een straalt in verblindende1 helderheid)! de ander heeft haar matten weerschijn aan die uitstraling te danken." Nog duidelijker wordt idle situatie dpor het volgende Chineesclhe spreekwoord ge schetst „De mannen Zijn de hemel der vrouwten, de vrouwen echter de slavinnen van hunne mannen." Het ia de vurigste wensch van iederen Chinees om ten minste één zoon te 'be zitten. Vóór het huwelijk leven jongens cn meisjes, streng van elkaar gescheiden. De kameraadschappelijke omgang tussehen beide geslachten, zooals wij' die in Europa kennen, is voor een echten Chinees1 iets vrees elijks. Omdat, de echtverbintenis jwordt aange gaan in het belang der familie, die men gaarne talrijk en invloedrijtk zou zien, wordt het huwelijk ook volkomen als fa miliezaak beschouwd. De ouders v,an den bruidegom 2oeken, door tussichenkomst van een huwelijksmakelaar een bruid uit. De muitjes trouwen meestal reeds op veertien de jongens op .16 of l'T-jarigen leeftijd. Alle huwelijksvoorwaarden worden door dc wederk'eeri.gc ouders vostgesbelo). Meestal, ziet het meisje haar echtgenoot pas als het huwelijk isigeöloten. Nooit mag een vrouw met haai' man of' met bare zo nen aau tafel eten. ^iji mioet hem bedie nen en self den maaltijd'in een hoekje van het vertrek' gebruiken. De Chineesc-he vrouw' heeft zeer veel lfuwvlijksplichten en vrijwel 'geen rech ten. Kenschetsend zijn de volgende zeven redenen, die den man het recht' tot schei den geven'; 1 liet ontbreken van mannelijke nakome lingen, ontrouw' Van den kant der vrouw, Pinvoïdoende zorg ten cpzic'hte van de schoonouders, babbelzucht, diefstal in eigen huis, jalouzie, besmettelijke ziekten. De vrouw kan wel is waiafc in bijzondere gevallen ooit! scheiding^ aanvragen maar in de praetijk' lukt het. haar alleen met be hulp van haar vader of een anderen nran- nelijken bloedverwant, dere gevallen ook scheidinjg aanvragen De vrouw kan wel is waar 111 bijizon- maar in de pr.actijk' lukt het haar alleen mét behulp van haai' vader of een anderen m&nnelijken bloedverwant. De vrouw staat geheel machteloos' tegen over mishandelingen van haar man. Hij 'kan haar slaan, zelfsi bloedig slaan zon der dat iemand hem daarvoor ten verant-, woording kan roepen. De móeder van den man noemt in een Chineesche familie een zeer bijzondere plaats in. Aan haar is de schoondochter steeds1 gehoorzaamheid verschuldigd). Zéér dikwijls misbruikt de schoonmoeder haar recht en zij is zoo tyrannie'k', dat de jonge vrouw een hel op aarde heeft. De slechte gewoonte do voeten tc mis vormen is gelukkig lang niet meer zioo in zwang ail.9 da,t vroeger in China het en zeide: „Meesiter, uw spel en uw lied! Laat hooren, dat Solon in u wat goeds! bracht!" 1 De keizer hoorde bijna niets1 van alles, wat Solon zeide. „Hij, hijj is het," steunde hij, en de vraag der keizerin: „Wiat overkomt u? lWa.t Zijt .gij bleek? Hoe beeft giji zoo?" beantwoord de hij met een„God is goed!" Wat deed hertog Albrecht hoorbaar zeg-' .gen: „Ha, ha, hijj is het! Ik herkeu den kloeken ridder!" Wat deed'Eitel blozen van, geluk? Wat deed Solon wegkruipen onder het voorhang om eens uit te snikken? Wat deed allen zoo verbazen? Een schoone, krachtige, man, een ridder zonder vrees of blaam, in, het kleed ceng armen straatzangers, de bekende harpenaar, trad voorop, met de harpi in de hand, ge volgd door eene vrouw, schoon als eene Ma donna, en een meisje, dat eene tooverfee ge leek. Deze laatste twee zetten zich op een bankje achter den harpenaar neeik cn Ada liep er heen om ze welkolmi te heelen, want zij herkende alle drie. Eer ze evenwel! bijl haar was, sloeg de harpenaar in de snaren en begon te spelen. Nog nooiL nooit had 'het kostelijkes peeltuig van Guillem de Ca- bestaing zulke schoone tonen laten hooren, ■als thans in deze «hal. Het werd stil,. .doodstil! Men durfde bijna niet adem! te geVal was. De sage meldt dat eens een keizerin een misvormden Toet had en dat daarom ook' de hofdames hare voeten lie ten verminkten. Sindsdien werden ongeluk kige voeten als mooi beschouwd. Een andere, aannemelijke echter, lijkt de verklaring dat de misvormdje, v,oet Voor de vrouw liet Symbool moet' zijn Van hare onzelfstandigheid. Do misvorming wprdt docr het feit, dat een stijVe band '%n Voet voert durend druikt, in circa, tien jaar tot stand gebracht. Men begint er meestal mee alsl het meisje vier, a zeé jaar oud is. Hoe kleine de vcet doon deze bewerking wordt des te mooier is diij' in de oogen van den Chinees. In deftige families weegt den voet op tegen een gTooten bruid schat. Tal van dichters1 hebben „de gouden leliën zooals de misvormde voeten ge noemd worden, bezongen. Onder clje volks klasse treft men de verminking slechts- zelden aan, omdat het loopten er zeer door wiordt bemoeilijkt en ook het zwakke ge slacht daarmee den kbsit moet verdienen. Hier z'ijn het dus de maatsc'hp(p|pelljlk!a omstandigheden die het symbool d|er vrou- wyenslavernif uit den weg ruimden. In Zuid-China mérkt men a.l iets van een vrouwenemancipatie, die zich k)a,nt tegen de verdrukking en dé machteloos heid der vrouw1 en gelijkte rechten Voor beide geslachten eisolit. Intusschen zal, ook' wanneer de Cllinee- sche revolutie Werkelijk en voorgoed zal zegevieren, de vrouw* in China, een harden strijd te klampen hebben, alvorens! d« nieu we regeering haar dezelfde rechtten als den man zal toekennen. Vcoroordecleu die duizenden en duizenden jaren oud zijn, ruimt men maar niet zonder uiteer uit den De Schelde. Te Utrecht heeft de Geografische Kring onder voorzitterschap van prof. dr. K. Oestreich vergaderd. I11 de middagverga dering hield de heer Jan G. Sloff een lezing over „De Schelde met haar schorren en, slikken". Met een groote reeks uiterst" instructieve en voortreffelijk geslaagde lichtbeelden de monstreerde sprg hoe het Ze.euwscha land juist ook door zij*n diereu eu plantenl een' bij uitstek typisch landschap is. Merk waardig is reeds de toegangsgeld tot de Bergen-op-Zoomsche havenbij eb een nau we watergeul, waar echter bij1 vloed 41/2 meter water staat. Men heeft hier goede gelegenheid waarnemingen omtrent den groei der wieren te* doen, die steeds tot de zelfde hoogte voorkomen. Een sterke tegen stelling bestaat, tusschen de met gras be groeide schorren en de slikken met hum wisselend slibgehalte, zoodat men op eoimt mi,ge punten bij eb er overheen kan ïoopen, maar op andere punten tot het middel weg zakt. In de slikken komen veel zandban ken voor en op deze zandplaten vindt een intensieve beoefening van de weervisscherij op ansjovis plaats, door het plaatsen van takken in v-vorm. Een enkele miaal wordt, wel eens iets anders gevangen, zoo zijn b.v. de zeehonden va.n den Antwerpsohen die rentuin van deze platen afkomstig. Ook oestervangst. vindt m,en in dit gebiedhier op kon spr. echter door gebrek aan tijd niet ingaan. Op deze zandplaten vindt men nog vele resten van vroegere cultuur, b.v. de, resten van een eiken laan op de plaat van Reymerswael, die nog op het kaartje van Van Deventer van omstreeks 1560 is terug te vinden. Talrijk zijn liier oo-k de schedel- fragmenten etc. ter plaatse van het vroe gere kerkhof. Ook elders zijn oude resten gevonden. Op deze platen is toch nag wel eenig orga nisch loven, b.v. de gewone strandschelp. De zeepieren zijn het eerste organisme, dat den. grond doet veranderen. In de litteratuur wordt aan de werking van zee- pieren gewoonlijk afslag toegeschreven, wat althans voor dit terrein in tegenspraak is met de feiten. Na de zeepieren koim|t het smalbladige zeegras en ook dieren beginnen te helpen: het wadslakje. Als de grond op deze wijze, wat opgehoogd is, gaat de Zee kraal er groeien, en nog later het echte slikgras, dat zoo typisch is voor Zeeland. Ook dit wint weer slib, en dan komen de zeeasters er groeien, als landwinnerg op gevolgd door de lansoor cn weer later door de gewone grassenkweldergxas voorn.l. Dan is dus de eéhte typische schor ont staan, zoodat deze haar^aanzijn te danken heeft aan een duidelijke biologische op;- eenvolging. Al de genoemde planten groei en echter laag. Eén der oorzaken hiervan zoekt spr. in 'het drijfijs, dat afschurend halen. En sstl sstl daar begon hij te zingein! Hoe zacht, hoe teeder, Zong hij van een jongen graaf, die zoo innig, innig gelukkig op ziju burcht leefde! Hij! zweeg Z acht, heel zacht begon de hai|p weer, maar langzaaimi begonnen de tonen te zwellen, tot ze de wijde lial, als met de bulderende geluiden van den storm, welke de gehoorvliezen dreigden te scheuren, ver vulden. En da.11 zong hij hoe eqn jaloersch vorst gehoor gaf aan allerlei lastertaal,, zijn graafschap) .veroverde, en zijn burcht boven zijn hoofd en dat Zijner vrouw! iu vlammen liet opgaan, waaruit God hen redde door eene onderaardsche gang. Zoo vertelde hij in zijn lied al zijn lief en aljzSjln leed, en allen, snikten -of waren diep aan gedaan. Bij Zijn vloek krompen allen, in elkander van angst, en de keizer, wien die vloek gold, moest zich aan zijn Zetel vast klemmen. Maar dat vreeselijk oogenblik der wraak ging. voorbij. De harpenaar had berouw. Haar verhief hij! weer! heS hoofd, schoon klonk da machtige stand van den zanger O, God, die veel en graag vergeeft, Hun hart is zoo verslagen! Leer hen dat verdragen, Wat Gij hun hier te dragen geeft! Maar zoo dat dierbaar kind nog leeft, werkt, maar de belangrijkste factor is wel het water zelf. Uitvoerig ging spr. dan na het proces van afslag en aanwas en overtuigde daarbij t'ei) volle zijn toehoorders, hoe het levende in het Zeeuwsohe landschap juist een zijner grootste aantrekkingskrachten uitmaakt. Onder den indruk van het vele sohoone en interessante, wat de Schelde te bieden heeft, werd spontaan besloten den spreker uit te noodigen een exoui'sie voor de leden voor te bereiden aan het eind der komende groote vaoantie. 1 i -i ,De Mensohenkenner. 'Voor het hotel „Zunr Anker" te W«e- nen hield een rijtuig stil, waaruit drie voorname heeren stapten. De, portier ont ving hen eerbiedig en vroeg wat ze ver langden. i Drie kamers eerste étage, sprak de een met een Peetje vreiepid acetent en op bevelenden toon. De drie kamers waren spoedig aange wezen en de k'amerkellner legde den heeren het gastenboek voor, waarin zij zich als ingenieurs, inschreven, die zich in opdracht van hun regeering tijdens de tentoonstelling ten behoeve van liuji studie, eenige wekten in Wleenten zouden ophouden. Men bemoeide zioh verder niet veel met de heeren,maar wel trof én den hoteleigenaar én den portier het royale leven dat de heeren lleiddjen. Toen hun rekening zcowat driehonderd gulden beliep, vond de eigenaar het ge- wenstht htm die eens. te presenteeren. Franz', zei hij tot tien ober, Schrijf jij voor die heeren de rektening eens uit. Wie zullen ze eens een kiüein'en domper opzetten; ik1 ben benieuwd of ze .betalen zullen. Zoo gezegd, zoo gedaan. De rekening werd aangeboden en m'et e-en goede fooi betaald. i Maar mijnheer Schauderl, de eigenaar, vertrouwde toch de heeren niet volko men. Hij stak het geld bij1 zich, ging daar mee naar den bankier en intormeJejrtir of de bankjes echt waren. Hij* kreeg een volkomen bevredigende boodschap. De drie ingenieurs leidden intusschen hun vroolijk leventje verder, drenkten champagne en aten oesters:, reden met de ehiqueste equipages: naar het Prater, kortom, zij deden als menaehen van veel geld, die het, leven weten te genietien. Op een dag echter hoorde men in een van de drie kamers een luide woorden wisseling. De verschillende klamer- k'ellners en kamermeisjes slopen naderbij en luisterden. Zij hoorden dat een o'(?r heeren in slecht Duitsch zei: Help hem toch met die paar gulden. Hij geeft ze wel terug Waarop een a-nder antwoordde: Ik bezit nog maar een biljet van duizend francs. Ik' kan zelf ,o,ofc in moei lijkheden komen en wat dan? Za,l mij.... een vreemde... in Wteenen iemand hel pen Gooi niet zoo onzinnig met geld om je heen, dan kom je piet in Imocilijltheden... Het gesprek' werd den hotelhouder pre cies overgebracht en hij gaf order dat de 'k'amerkellner en de portier van heden af de drie vrienden nog scherper in het oog zonden houden dan tot dusverre. En dat gebeurde ook. Den volgenden dag Ifwam een der dtpie vreemden bij, den hotelier en vroeg hom om een biljet van duizend francs te wis selen. Aha dacht Schauderl, dan heeft hij zich toch laten vermurwen. Zijn tweede gedachte waS evenwel het bankje te laten onderzoeken, want hij vertrouwde deze drie gasten nu eenmaal niet. Er is iets: niet in den haak! zejde hij tegen den ober. Pas maar op of ik! geen gelijk krijg. Ik' ben een m'enSchenkeumer en wij moeten op onze hoede wezen. Geen half uur nadat dit gedprek ge voerd Was, kwam de ober in de kamer van den hotelier en deelde dijzCn mtedle', dat een vreemde heer hem wteDSChte te 'spreken. De heer Schauderl ging dadelijk naar den kleinen, wat donkeren ontvangst- salon en vond daa.r een Zeer kbrpulemt man, van ongeveer 40 jaren, met een pince-nez op den neus en naar Zijn uiter lijk'te oordeelen een Franschman. Waarmede kan ik iu, vla(n dienst zijn vroeg Schauderl. Ik hen, antwoordde de vreemd)) in gebroken Duitsch, de kómtoissaris van politie Delaxoche, uit Parijs. Hier is mijn legitimatiebewijs.... Schenk hem', o Heer, Schenk' hemi dan weer! En, Vader, dan vergeeft hun hart Hem al het leed en al de smart, Die jaren lang bij nacht en dag Diep in hun ziel hegraven lag. Dan zal, na langen, donk'ren nacht De nieuwe dag in 't Oosten De lijders troosten, Verstommen doen de bange klacht In vloek en tranen uitgebracht. Doch, waar vindt, waar, Dat Ouderpaar Den schat zoo edel, grootsch en schoon Den lieven lang verloren Zoon?:., j Ach! nieuwe dag brengt nieuw verdriet! Zij zien bem niet! Zij: zien helm! niet! Een oogenblik zweeg de zanger, en de harp klaagde zoo aandoenlijk de diepste klacht. Maar haar toon werd woester cn weer zong de zanger, rondwarende met de oogen, om te blijven rusten op Eitel: Kind, kind, waar zijt gij? Wanneer bevrijdt gij Dat Ouderhart Van alle smart? Kind! Kind, waar zijt gij!? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1928 | | pagina 5