Derde Blad Zenuwstillend Mijnhardt's Zenuwtabletten ZEEUWSCHE COURANT KERKNIEUWS feuilleton Machtiger dan de Keizer. VAN OVER DE GRENZEN BINNENLAND ZATERDAG 26 NOVEMBER <927 en Zenuwsterkend is de werking van Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten té fijner tij'd, ijs! bedoel bijl d(e vaststel ling van onS pyogyam' Van aóti|e,. moge vo.o^ijvl|Oiejien de mogelijkheid om; qg bet tleynein van 'bet ta beha»d«Lea Vr,aagsltulk| tot een ons alleln bteyriedligataü prpgftaimjpiuinf tB geratohn. Mogte op dezen voor onze Partij! eta. Voor ons volki zoo belangrijken alfo'e,id Gadis btesta Zegen rusten. Daarom' open i'kT deze Vergadering mét dén Christelijk'én groet; Gvloofd zij Jezus Christus, Van dje médatteelingsn, 'dié 'daarna volg den, geven Wé bet volgende weer: Koutende aan de belhatndieling van piuPt 5 der agenda, zij) bet mij' verguni^ulwe aan dacht te vragen voor eenige ntedè|d(eeli|nge'n( Ito zou z.e ooto kunnen noemten ("enigjé ,f,!hj,e}ulwltjes" Omtrent omsi partijleven. Dat partij-leven is .alleen dan gezond, wanneer er ootoj „leven in onze partij'" is. Hlat is 't streven van bet ParttijhestuiUi' aan; dezen cisdh van besituursbtelawï 'te vélidfcien. Voor zoover dat Van ons' afhangt, wjillen) !wdj trachten den' piartijfliTbteid) 3tejcjd(sl dtead(d dbor in gang ta bonden. Het i!S |(%.n aan dje» partijleden, en in bet bijzondnv aan hei11, dje leidende en béaturen;cl;e fupdties bétolèé-- den, omdat streven te' beanit'w|opii!|pn met hunne daadwerkelijke belangstelling. Ie. De eerstel mededéeUng isl an!i. veruit de belangrijkste. Zij betreft de aötic Voor bet Partijbureau. Hu veftofeer ito in d'e mertofwp,ajrdige po sitie, over dit zoo belangrijke: p;unt piet geheel vrij en ongedwongen te kiunben sprje toien. Met de R..-K. Persmannen is afge sproken, en Wij houden ons; daaraan, dat die Partij-bureau-actie op, een bepaal den datum' oven bet geheele ïanid( zal wor den ingezet. Dan Wordt het sein gegeven voor dm aanval, efl allen, die belang steffi- len in het welzijn en ia de toékomst der R.-K'. Staatspartij, zullen mede optrekken om het gestelde, doel in vlot en vlug tetmpja ta veroveren. Die datum is nog geheim! Dtodh zij onder U, die lidi.zijn dar Bringbe'-1 sturen, zijn in bet bestuursgeheimi ree,ds ilngojwijd. Daarom spreek) ik voor hen niet in raadselen, Wamneen ilk! bijzonder opl he11 «en beroep doe, om medewerking, mede-, werking, en nog eens mtedewerjking. Die aaloet er zijn! Niet in eenige Kiestojring|en> d !odh over geheel de linie. Ik volsta thaha mjefc drie opmerkingen, [tei eerste, dat de acijie voor het Partij bureau een der gewichtigste wertofplunten is voor onze Partijorganisatje, die thans aan de orde, actueel zijn. [Dan tweede; Dn Partij-bureaujadtie'' (moét zijn een zaak! van de geheele Partij', ja, van Ihiet geheele katholieke voli'. Dus niet een voorwerp] van zorg pf van steun! van lenkélen. i i I Tril derde: Het sein voor Ü|en aanval wbr.dt binpeln enkele, weken gegeveh. Houd CJ allen piraat. Blijft niet langs den w'eg tficzien. hoe of ze dat er af zullen bren gen" Laat allei rude grieven en kwpstiies1 druisten. Laten W'e allen één van hart en één van Willen, samenwerken, om' het groo te, mbar ookf zco noodzakelijke doel te be reiken. Tot slot neg dit: M,en klaagt Wél eens en •wél eens terecht dat dé plaatse!-' lijke Kiesvereeni'ging in niet-verkjézingsl-i tijden zoo Wéinig weet, wat te doén. Laten allen begrijpen, dat juist dit te verhelpen een der hoofdtaken zal zijn van hot Paoftijf- bureau. Maar vooral:) nu hebben allen een zeer doncreet. een zeer bevattelijk! w'érk- punt op hét program! van aütie. Daarom), gééft deze leus door: ie'tee plaateelijk'a Kiésvereeniging, dien naain' Wlaaxdig, Zet do Partij bureauaotie dézen wïnteropjhtet Werkprogram'. 1 1 I j Ak onze 1200 afdéelingeta allemlaaiF ac1- lief zijn, zullen We zélf verbaasd staan' over Wat wq kunnen 1 j De twéede tafededieeling betreft dé vol gende PartijpaadBVergatdlering, in het véor- jaar 192g té houden. 8 Hét onderwerp, ia TJ bettend. „De taak) van dén Wtetgevfer in den tagenwoorjdfgdP' tijd' ten aanzien yan het bedrijfsltewJen.'" Ik héb hooren mbmpalen. dat hfet Partijs bletstuur nog al lw|at aandurfde, oml zul'K een onderwierp; ter behandeling voor te 'dragen, 1 j j 5 i 1 Die mompelaars hebbén gelijk an onge lijk, zooals ge het nemen Wilt, Gelijk) ih zooiverrp het een. zwPar ondarwerp' is, dat tot méffijg veiwdhil van tozieht onder ons herft aanleiding gtegeven. Maar ongélijto' in zooverre zij' spreken van .^durven.". Ik) acht het nujitig ,daa,r even op in ta gaan. De eeuhéid onder ons .wjordt door zoo goed als alle katholieken e#n grpiot goed| ge/adht. En tereoht. Tot in het, jongste verledea, IriiiCnaamda zich die eeLhciusarang op geheel natuur-: lijke wijze in het onderwijl-vrapjgsji)ujk). Nu hepft dit vraagstuk zijn bijbomdete adiWakiteit verlopen,. al is da zorg iep voor allerminst ten eipide, e» één dep pjolitiélkte vraagstukoen,, Swieltte thaars del voltomjaaisa bijzonder 'bfel,ang inbaezpin,®n« is het sixaale vrpagstuto'. De B.-E. Staa-tsppryj' hééft deze w!arr-i kiejijtoheid' te erkennen. Hek tegepdéél isl. sjt|puisjViD'geljpoli,tiek. En dat niet alleen, doch' tfcze partijj hepft als politiek!» partij in dit vpaagptuik haar standpunt te bepalen. De mpedijkhedd ia nu deze. Onze ben gipselen op dit terrein der sociale polis ti'ek! zijn voorop té stellen. Wij' aanyiWlden! die allen. Dodhj de uitwerking in d|e prac^ tijk is niqt zoo eenvoudig gegeven als( by' het onderwijsvraagstuk'. Daar is vern schil van Wlaandefering in feiten en fan-i toren, verfdbil van inzicht ia do,elin|atigw hej,d van dit( en dat. I Moeten wij nu, uit jrrees vpiop onze| éemheiid, dit belangrijkte vrja^sttuk mlaai) uaast vns latep liggen Ne|en, mleieut het Partijbestuur. Wijmoe-i ,ben het aanpjatoJken. Dit nu iaj geien overWond of durf'. Dit ia leii,dimg geven, Wlaar leiding gegeven mtoet Iwteriden. In de overtuiging, id|at, wanueeq in die, gedaichteuWfcs;eling, over «Ije praoti-i suhia uitwerkjimg der beginselen dé méés ningen zuiver zijh; gesteld', aan elkaar ge-< ito%sit en op' elkaar hebben inga'wjepkt, de' Wil tot eenheid! van optreden als portijorn ganisatié, de geest van saajmhoorigheid en saménw'crking, ons tot een doelmatig papfci|(Stan/.lpunt leiden zal. Om nu hiertae to geratoten, is voorlich-i tSng van hoogstaande personen uoodig, dia in hun prae-ad'viezen ö(e beginaele^i en hun gedachten zuiver ©n evenwiidh,'tig qtellend, de basis zullen l'eggen voor dp harmuniscfié oplossing dér verschillen v'ah inzicht. j f i En nu volgt ha't „niou'wls". 'Alsi prae-ad'n Ê'«ur& van dit belangrijk w;er(k' zijh uitgor1 digd idle hoeren dr. Jvan Beurd'eU, laiv'isteuil van dien Ned. K.-JC1. Maic'ld(ehsJi'aiii'd(:(j)|o|hd:! O. J. KUipér, lid der Dweedja Kamer djri) {5tfciufe|neGener,aal, prof. tat. dr. Ch. Raay-i m'atotera S. J., hooglueraar aan de' KeizeU Karel-UnivePriteit te Nijmtegen, en mr. M. P. L'. Steenberghe, dirfi.'c'teur der N.V". van Puyenbroek's Textiel-Mij. tte Goixle. Aan deze békwhme manUen is de pPae-i aidVieseurstaak' veilig toevertrouwd) (Wordt vooptgtezet.)! Op den eer-' ten Zondag van dien Adv cut,< Episte lv. d. H. Paulusl tot de Hpmrfno™, XIH 11—14. Broeders iwij' w|e|6eu dat dp tijd] en. Jdte( uur is gekomen om uti1 dsn sla,ap; tei oulji twiaken.: w-ant nu ia ons, de zaligheid [najdpr, dau toen wij het gejtoof eerst a,ajnna|mejn. Die nac|bt is voorbij', en dp d|ag reejlp aauge-i to-olnen. Laat ons dap. de| wprktee djer dpisi-i ternis afleggen, ep de wiapjepen des lichts aahtréklkén. Laat ons, als bijj dag, eterbaafl Wiaudelen, niet ia brasserij'eu ep drohk(eu-i schappen, niet in slaupk'aimpirs en onzuiver^ heden, niet in twist en afgunst; m'a.au 'igiejkt aan den Heer Jezus Christus. Evangelie Luclas XXI 2533. In dien tijde zeijdp Jezus aan zïjnqljeers lingenin zon, en maato^ en sfeyreu zulleh! ipiekienen zijn, en op de anrd!e onidler dje vedkten angst, nit Verbaasdheid valu hiet gen ruisch der zea en baren; dé m|e|nséhan zulv len berfvïjtoen van vrees en verwu)chti|nal van hetgeue der geheiela Whreld zalovér,-i komen: wiant de krachtah der hemelen: «uilen beruegd Iwlohd'en, En dpn zullen zij| don Zoon dés melnschein inl "eehc Wélk1 zien klomen, met groota macht en .keerfiijfc-i hejd'.. Als dan djeza dingeln begimtne11 te geschieden, zoo ziet omhoog, eu Heft uWa hoofden op; omdat uWé vetrlossing .nabij is. En hüji zeide hun dfeze gelijkeUiis': Be-- BcihouWt den vijgenboom leh alle boomem^ als zij uitsfehietem, don Wleet gij' dat d(a zomj^ nabij, is. Zoo ook', .alsi gij dezp dingen ziet cgesdhiefien, Weet dan, djat het rijM Gods nabij i». Voorwaar iikj zeg het u„ dat djt geslacht niet zal voorblij^aau^ voor Len aleer al' déze dingen géSchiédléh. Hemél en aarde zullen voorbij'gaajnmaai) mïjhe [woorden zull-ein niet' voorbijgaan. SPREUKEN. Zoo 'de voeten het lichaam dragen, zoo draagt de Beitje d'e. ziel'. - (Hl Gafiharina van, ^ienna-ï Gehoorzaamiteid aan de KértoT ia dpi pToefstaon van het katholieke dankten. Het 75-jarig jubileum van de Rijkstelegraaf jgg2 1 December 1927 (Slot). Ondanks de geregelde verbetering van lijnen en toestellen heeft de Kijkstele- maaf geen bloeiend bestaan geleid. Le verde zij gedurende d'e eerste 15 jaar van kaar. bestaan jaarlijks, een' overschot op, te beginnen met 1868 wordt geregeld met verlies gewerkt. Verschillende oorzaken lebben daartoe medegewerkt. In de eerste plaats de hooge zelltoosten van, den dienst, welke door een zooveel mogelijk! onder tot bereik van ieder liggend tarief, niet zijn te dekken, en voorts de oonOurrentie!- etrijd met haar jongere zuster, de telefoon. De telefoon versohaft ongetwijfeld vele voordeelen boven de telegraaf; men -kan in drie minuten per telefoon m'aer zaken be handelen dan per telegram voor hetzelfde geld mogelijk isal rijn er sjteeds gevallen waarin de telegr-aaf, di-e de berichten zWart op wit geeft, de voorkeur verdient. In het Buiten-Europeesohe verkeer blijft de telegrafie nog een zeer voornamé roll spelen. De kabeltelegrafie is tot een be wonderenswaardige hoogte opgevoerd, en nog steeds blijft meu op dit gebied rinn'en op uitbreiding en op verhooging van snel heid en .rendement, niettegenstaande de opkomende radio telegrafie langzamerhand een terrein van beteekenis heeft veroverd'. De radiotelegrafi-e was aanvankelijk! in hoofdzaak beperkt tot het verkeer v-an kuststations met schepen op zee en van scheepstations onderling; hierbij' bewijjst. ze nog steeds, vooral m'et het oog op de veiligheid ter zee (noodseinendienst), on schatbare diensten. Het Nederlandsch-e kuststation te Sdhe- veningen-Haven dat in 1904 werd geopend, heef t in dit verkeer een belangrijke rol ge speeld en was) het eerste radiostation, dat niet door particulieren wqrd geëxploiteerd. Aanvankelijk werkte het uitsluitend' met gedempte golven, welke voornamelijk die nen voor het verkeer met schepen, die ziwli op betrekkelijk' korten afstand bevinden (in de .Noordzee)sedert eenige jaren be schikt het tevens) °ver een ongedempten zender, waarmede verbinding op groota afstanden wordt onderhouden, b'.vt met schepen in den Atlantistóhen Oceaan en de MiddeEandsche Zee. Den laatsten tijd (van 3 Juni j.l. af) wordt tevens gebruik ge maakt van korte-gedfzenders. Nederland was een der eerqte landen, zoo niet het eer ste, dat de korte golf in het scheepsverkeer toepaste. Schier onbeperkte afstanden wor den mét dit verkeersmiddel overbrugd'. Om gelijktijdig seinen en ontvangen moge lijk te maken en daardoor de werkkracht van het station te verhoogen, id het noo- dig gebleken de ontvang- en de zendantenf- ne op verschillende plaatsen op te stellen. In verband hiermede heeft men de onta vangst met het bedienend personeel naar IJmuiden overgebracht, terwijl de uitzen ding der teekens nog steeds te Soheve- ningen-Haven plaats vindt. De zendinrichl- tingen van Scheveningen-Haven worden dus van IJmuiden uit op afstand bediend'. In het Post- en Telegraafkantoor te IJmui den is zoodende de uitvoering van den gei heelen radiodienst met schepen gecentra liseerd. Ten slotte beschikt IJmuiden nog over een ter plaatse opgesteld-en Zender, die in geval van nood als hulpzendar kan optreden. Sedert 1 November 1926 verleent het kuststation rijn bemiddeling voor het over brengen van de aanvragen van schepen om' hun peiling te bepalen, en van de antwoor den daarop (radiopeilingen). Inmiddels heeft ook de r,adiotelegrafi6 tugstehe-n vaste punten ov-er, zeer groote zoowel als middelbare afstanden een be langrijke beteekenis verkregen en is een geduchte concurrent geworden vooj de ka bel- en lijn telegrafie. Nederland is in deZe riet achtergebleven, maar heeft nadat de mogelijkheid van radiotelegral'ische ge meenschap met Nederlandsiöh-Indië was vastgesteld, een groot station gebouwd op het Kootwijksche zand. Dit station, dat in Mei 1923 in dienst werd gesteld, diende aanvankelijk' uitsluitend voor het seinen van berichten naar Nederlands|dh- Indië. Voor- de ontvangst werd gebruik gemaakt van een station te Sambeek. In Augustus 1924 werd de radiodienst met Nederlandsch-Indië gecontroleerd op het telegraafkantoor te Amsterdam'. Het ont vangstation te Sambeek werd' toen ver vangen door dat te Meijendel. De geheele radiodienst wordt dnsi nu uitgevoerd' op de bedrijfseentrale in het telegraafkantoor te Amsterdam. In den aanvang heeft |m®n met verschillende moeilijkheden te katml- pen gehad, maar dank zij de krachtige hulp 56 Eindelijk had Bij! de poort, die toegang tot de trap gaf, welke als een holla weg, tusschen de rotsen uitgehouwen was, be reikt, «n hij liet den zwaren, ijlzeren kl-op-i Kr op het met ijzeren platen beslagen! eikenhout der zware deur neervallen. Een klein luikje in da poort werd gej opend en iemand vroeg: „Wlie is daar?" ilk ben een boodschapper van den kei zer en wensch den Burc'htvoogd heer Benno Tan den Heubach te spreken," gaf Eitel ten antwoord. Ee poort werd geopend en de bezoeker vam voor een tweede poort, die in de rota gemetseld was, en toen deze geopend was, zag hij links en rechts van zich groote gen Welven, die als paardenstallen dienst deden. Onze portier blies op een kleine trom- pe en zeide toen: „Als de jonker afstij1- «M 'w' ^3n kaa zyn P^urd hier im den ai. Wat naast den zadel hangt, zal boven t gebracht worden, jonker! Straks omt de deurwachter van het kasteel om u van de korte-golfzenders, waarvan de eer ste in Augustus 1925 in dienst werd ge steld, geeft de exploitatie van de r-eeht- sfereeksche verbinding alle reden tot te vredenheid. Volgens het jaarverslag van 1926, bewe gen de verkeers- en opbrengst'cijfers zich, in vergelijking met overeenkomstige pe riodieken van vorige jaren, bij', voortdu ring in stijgende lijn. La verband met de toenemende capaci teit der korte-golf'zanders op de v 'ng Amsterdam'Bandoeng en het dientenge volge vrijkomen van den machine-zender te Kootwijk, kon in 1926 worden overgegaan tot rechtstreeks|dh radioverkeer met Ame rika. Van deze verbinding Nederland— Amerika werd tot dusverre vanaf Augus tus 1925,- alleen gebruik gemaakt voor de ontvangst van telegrammen uit Neder- landschIndië via BandoengSan Eran- cisco:New-YorkAmsterdam1 radio. Op 1 November 1926 werd aangevangen met de ontvangst van AmerikaanSche te legrammen over deze verbinding, terwijl 15 November daaraanvolgende werd begon nen met de verzending per radio naa Ame rika. i Ook met Europeesche landen werdien in Augustus 1926 radioverbindingen ge opend en wel- met Denemarken (Kopenha gen) en Oostenrijk (W.eenen). Deze verbindingen worden eveneens van uit Amsterdam bediend. Vergelijkt mieu die bescheiden inrichting van het telegraaf- wezen in den aanvang dezer beschouwing aangegeven, met den omvang, welkio hét bedrijf' thans heeft aangenomen, dan zal het duidelijk zijln, dat het in da 75. jaren van rijn "bestaan een hoogte heeft be reikt welke de pioniers öp dit gebied niet hebben durven droomen. Door het land der Marokkanen.' (Slot.) Arabisch) volksleven. fWie doorkruisten de nauwe straten der inboorlingen, waar zich het geheele leven op straat afspeelt. Tusjschen nauwe be schotten prijst de koopman rijh waar aan, de lucht is gevuld met de meest verschil lende geuren, die voor een Europeaan dik wijls ondragelijk! zijn. Op de koopwaar zitten duizenden vliegen, welke de 'trage koopman slechts af en toe tevergeefs met een lichte handbeweging tracht te ver jagen; ook hier is de kiem van, zoovele ziekten te' zoeken. Overal ziet men be delaars, het lichaam is overdekt met wal gelijke zwerenneergehurkt langs de stra ten trachten ze het medelijden der voor bijgangers op te wekken, door het groote getal wordt er nauwelijks meer op deze ongelutokigen gelet. Typisch is hier ook de waterverkooper. Op den rug van den verkooper hangt een vuil geitenvel, waaruit hij. voojt! 5 cent het water in blikken beiers schenkt. Met luid- klinkende koperen schellen prijzen de han delslui hun .waren aan. Nu treden we een Arabisch café in. Stoelen en tafels zijn niet te vinden, op stroomatten neemt Imieu plaats. Voor 10 ets krijgt men een. glas oVefZbete thee of koffie, welke mét een peparmuntachtig kruid toebereid is en zeer goed smaakt. .We gaan naar ons, logement terug, waar ook de ezel zioh, na den in- spannenden marseb, erg op z'ijn gemiak voelt. Na een rusttijd van 2 dagen gaat de toobt verder over Meknes naar B,a< b'att, dat gelegen aan zee, een uitgespro ken Europeesdie stad is. Over Monitza komeu we vervolgens in Alcazaquivir. Hier rijn slechts een paar honderd Euro peanen, overigens Arabieren. Op de oude wallen en moskeeën trekken de talrijke ooievaarsnesten de aandacht, deze s|tad is een der winterverblijven van onze ooie vaars. Bij een bezoek' aan de Arabfecho wijk raakten we zoo verward' in de tal rijke steegjes, dat we met moeite den weg konden terugvinden. Na een dagmarseh' van 30 K.M. kwa men we in Larache, een beduidende ha venstad. Ook hier vindt mén naast do aardige Europeesche wijk een geheel op zich zelf staande Arabische stad. lederen avond vóór zonsondergang ziet men da sprookjesverteller, die onder een talrijk! ge hoor, tegen oen kleine vergoeding, mét groot gebaar geschiedenissen verhaalt van Alah en zijn profeten, Mohamed en an dere. 1 N a ch t el ijk overval. Van hier uit haddeu we ons voorgeno men door te dringen tot het ongeweten leven der inboorlingendaar, waar nog geen cultuur rijn invloed had doen geldén. Wie trokken door het gebergte naar Xanen, sinds kort door den Spanjaard heroverd'. Al onze bagage lieten we naar TotnMj I zenden en namen met den ezel slechts' eeo tenttent mede, benevens levensmiddelen en bij den Burehfvoogd te brengen. Heb' slechts een oogenb'lik geduld!" De oude, die dit alles op beleefdén en vriandelijken toon zeide, had' een aange naam uiterlijk en scheen den jonker nu én' dan met medelijden te beschouwen en dat deed hij zoo sterk, dat het Eitel opviel eii hij de vraag deed: „Hoe ziet ge mij zoo aan, oude?" „Het is een verre en gevaarlijke tocht, dien ge deedt, jonker! En gij rijjt nog| zoo jong!" i „Gevaarlijk Waarom „Er huizen hier bij' winterdag vele wol ven, jonker! Vooral tusschen den Ritterhof en den Schneehorn. Het woud is daar wijd eu rijd door lerucht. Bij' dag wagen rij zich' niet Zoo op de heerbanen, doch gij hadt heel gemakkelijk' kunnen verdwalen. Daar is de deurwachter!" De oude wendde zich' nu tot dezen en zeide: „Breng den jonker naar boven! Hij komt van wege den keizer!" „Arme jongen, gij doet uw laatsten gang," mompelde de portier toen ze heen gingen. „Dat is nu de twintigste in 'dit jaar, dien ik naar boven zie klimmen o)m hem niet' weer te zien neerdalen. Een! engel ligt den knaap op het gelaat! Hoe water, alsook een revolver. Na een dagmarseh van bijna 40 K.M. zagen we, juist op het oogenblik dat we een rustplaats voor den nacht zochten, over een heuvel een troep van 40 a 45 bereden Arabieren op ons af komen. Ons verber gen, daar was geen sprake van, men had ons reeds gezien. De leider riep onS in ge broken Spaanech! toe, de wapens weg te doen, aan verdediging tegen de overmacht viel nauwelijks te denken. Wie losten een paar schoten, maar reeds drong men van alle zijden met' messen naar onS toe, en moesten we ons wel in ons lot schikken. Ik werd stevig aan handen en voeten ge bonden, en zag nog hoe mijn vriend, Karl Heinrich Rohwedder, zicih tegen een Ara bier weerde, en hierbijl zoo een messteek in don linkerarm kreeg, dat het bloed er nit stroomde. In gevangenschap. Ik werd naar eeh op ongeveer 6 K.M. afstand liggend dorp gesleept, waar men mij gebonden in een eiröa één meter hooge hut legde, zoodat ik me nauwelijks kén bewegen. Aan vluchten viel niet te den ken, daar ik dag en nacht bewaakt wérd'; toen ik den volgenden dag nog niets van mijn reisgenoot hoorde, waande ik hem verloren. Zoo bracht ik 17 dagen doog. Mijn voedsel bestond uit droog brood' en een weinig zeer slecht water. Omtrent mijn lot bleef ik geheel in het onzekere. Onverwachte redding. Daar hoorde ik den 17den dag omstreeks den middag hevig geweervuur, en was ik een anderhalf uur later door een sterke af- deeling Spaausche legioenen bevrijd. Het dorp werd in brand gestoken, en alle Ara bieren, die nog in leven gebleven waren, werden gevangen genomen. Nu vernaml ik ook hoe alles toegegaan was. Mijn vriend had zich kunnen redden en ging nog den zelfden nacht naar Larache terug, om' melding te maken van het gebeurde. Eerst nu had men mij' gevonden, ik was zoo zwak dat ik nauwelijks kon staan. Men bracht mij eerst naar Larache, vandaag naar Ceu- ta, waar ik weder met Karl Heinrich' Rohwedder te zamen was. Ook hij! was erg verzwakt door het groote bloedverlies, de arm' was bijna genezen. Hier moest ik )m>e onder dokter's behandeling stellen, de maag was zoo zwak, dat ik' de eerste dagen bïjn(a niets kon verdragen. Na ongeveer! .8 dagen vertrokken we naar de Kanarische eilan denwaar ik direct in het ziekenhuis Santé Cruz te Tefferiffe werd opgenomen. Ik had mijn krachten overschat, maar na een goe de verpleging van 45 dagen was ik weder om' geheel hersteld en kon ik de reis met mijn vriend' rustig voortzetten. R.-K. STAATSPARTIJ. .Vergadering Partijraad'. De partiij-r:aaid van de R.-Kj. Staatspartij! vergadert gelijk' gemjteld helden te Utrpclht In de voor-vergadering) gister gjehouidjem Sprafc jhr. Ruija dé Beerenbirouiclk, het vol gende openingswoord: Geiadhte vergadering, Da voorzitter, van den Par^ijrqad jxeteft mij verzo cht dez e avond vergaf pring vépij te zitten. i i i In cle oijeenkjomst van morgen zulljep wij' het voornaamste agendapunt dezer Partij-- raadsvergadering, Ihet Bela&tingyraagstuik onder leiding van. ,d;esi voorzitter van d|&n voorzitten van den Partijraad, pehandplen. Dit neemt niet weg, dat ooto 'hedem avend getwidhtige agendapunten), onze aari- dadht vragen, en verschillende Selangeu, onzer partijorganisatie, waaronder ootode niet van belang ontbloote nu.ishO|U,delijto(e| aangelegenheden onzer par tij aan de or|d|e zuilen komen. I Hét is mij daarom als voorzitter van het Partijbestuur een aangename en Wjel- kiome taak*de leiding over Uwe vergade ring van dezen avond te mpgem vciexeh. Gaarne spreek ii den wiensub uit, dat de Dijeentoéml&t, wélkte ik' het voorrecht heb thans ta mogen openen, van gTopt nut vooi] pnza Partij zal rijn. Dazen avond komen ter behandeling de versichillende voorstallen door dh Rijks-; 'kieskring-organisaties ingedend. En ver der eenige huishoudelijke zaken, en 01e vraagpunten, welke bij; de rondvraag naar voren zullen "worden gebracht. Morgen begint voor den Partijraad het g|e|w!i'ehtigé werk', de bespreking.van be langrijke politieke vraagstukken, wtelk'ö arbejd in het licht der Parjij -reprganisatitej het eigenlijke, essentieel® Wérk van uwen Raad' vormit. 1 Hë,t Partijbestuur veitroulwt, dat onze bleyaajdaljagingan zulletu staan in het' ttee- kéu eenerzijds van ernst en dégelïjlkheddi anderzijds van onderlinge lwUaPdjeietijnlgf van elkanders inzichten. Opdat daaruit kan deze nu iets misdreven hebben?" De oude keek de twee klimmers na, schudde hef grijze hoofd en wiscjhte zich! een traan van de wang, om) nog een te mompelen: „Arme jongen!" „Heet gij Eitel?" vroeg de jonker aan' den deurwachter. i „Ja, jonker! Hoe vraagt gij' dat zoo?" „Ik heet ook Eitel. Eitel van Neuen- burg!" „Van Neuenburg? Ik heb', toen ik1 nog aan het Brabantsche hof was, daar een hertog Albrecht van Neuenburg leeren kennen. Hij was gehuwd met de schoone Frida, hertog .H®11^^3 liefste dochter." „Ik dacht tiet al aan uwe spraak te hooren, dat gij een Brabant er waart. Her tog Albrecht is mijn vader, en mijne lieve moeder is Frida van Brabant." „Een Brabanter ben ik niet, jonker! Ik' ben een Zwaab en kom' uit' het graafschap ZeH, doch ik heb heel veel gezworven. Mijn meester was graaf Albert van Constanz, die het graafschap Zeil veroverde. Hij' was een bar heer, en gaarne had ik hem' allen dienst geweigerd, maar hij' was de gunste ling des 'keizers en machtig genoeg om1 mij te dwingen. Thans is hij', dood. Koning Hendrik heeft hem met eigen hand in den' slag neergeveld, en keizer Frederik biraohÖ mij hier op den Heubach!" „Waar het u goed bevalt?" „O, neen, .jonken! Ik wansebte wel den1 Heubach nimmer betreden te hebben. Maaj beet u nu werkelijk Eitel van Neujen- burg?" - i „Zeker! Waarom! vraagt ge dat zoo?"- „Waarom O, jonker, vóór die graaf van' Constanz, God moge hem' al het leed' vergeven, dat hij' mijf em duizenden andérem' aandeed, vóór die graaf van Constanz heel Zeil veroverde, hadden wij) een jongen graaf Wialter van Zeil. Een' vriendelijker, vromer en dapperder ridder leefde er niet'. Onder zijn bestuur was Zeil een paradijfe. En zijne lieve vrouw Irma, o, die, die, Godd engelen hadden zich in baar hart een temp pel gemaakt. Maar de bboze kwaiml enl beschuldigde den edelen graaf Wlalter bij den keizer van hoogverraad, en toen Ir'wa.m) graaf Albert van Constanz met een leger in het graafschap vallen. Ook door laag verraad en vuigen laster veroverde hij' het heele land, en belegerde dén Bijgsteiu in het hartje van den winter. Met bran dende pijlen liet bijl het slot van onzen graaf in brand steken en de graaf en de gravin kwamen in de vlamjmen om'. Opl dien graaf Walter van Zeil lijkt gjij nu zóój Jonker, dat' het mij is, alsof ik hem! in leB venden lijve, en in twintig jaar, niet ver-i ouderd, voor mij zie." f Het klimmen was al langzajimer en langb zanier gegaan, en eer de deurwachter, uifc gesproken was, stond de jonker stil en ia gedachten. „Zeg mij, Eitel, zegmijj weet gij ook; of die graaf Wlalter op de harp speelde?") „Ja, ja, jonker! Hoe weet ge dat zoo3 Men zei, dat' hij' speelde en, zong, als eenl Provengaalscbe Troubadour. Zijne stenj was, als de uwe, diep en vol. En vrouwef Irma, o, eens heb ik baar hooren zingen, enl toen dacht ik: „Zóó, zóó zongen de engac len in de velden van Bethlehem1 het „Eterel rij God!" Maar wat deert u, jonker? GjiJ hebt tranen in de oogen!" „Weet gij zeker, dat die graaf Walter ent zijne gemalin in de vlamtaen omkwamen „Het heele slot was door de benldén van( graaf Albert omringd, jonker! Zé kon den niet ontvluchten en moeten omgekpmléhl rijn!" „Laten wij! verder stijgen, Eitel!" De deurwachter aarzelde, doöh een 4 „Het moet!" fluisterend, stegen ze hoogierj (Wordt vervolgd.) i

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 9