ioncours jes Roosendaal dlTBlad Tweede Blad DE rug MARKT, GOES ns stooten? P. J. LUIJK. Liders i koeken, 1 [>erboonen, tkorrels, I Varkensvoer VREEDE. I fel. 307, GOES. VAN DEN DRIES en catalogus op aanvraag' fSCHE COURANT ZATERDAG 12 NOVEMBER 1927 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT IEEBEN-BAAI oorten Kracht- len, alsmede VEEVOEDER ende prijzen. te Goes, WXN OVER DE GRENZEN FEUILLETON7" Machtiger dan de Keizer. KERKNIEUWS Boekennieuws. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60ct. Laxeer-Tabletten 60c». Zenuw-Tabletten. 75ct. S aal-Tabletten.. 90c». SVgaag-Tabletten 75 ct. Ontspanningslectuur. Voor de Keuken Nuttige wenken. III V- om de ALndZdetd! V. DOUWE EGBERTS 4BAKSFA8RIEKEN OPGERICHT 1755 IDDEL NGUINOSE. Zij bevordert bloed van alle onreine len, verkwikkenden slaap, ag, krachtige spieren, uit- vergezellen de goede ge ns vaderland hebben zulk te danken. Gij kunt geen 1. Een zes flacons Sangui- el. Neemt er de proef van 12 fl. f21,—. eken en bij alle voorname 15139-40 Den Haag. uur Burgers E. N. R.j Heerenhorloge; tnhouder «ntaarn V. T. lend. 14413-60 15231-60 HEER-ABTSKERKE list am, Pyramiden i- en Aalbessen, nboomen, Bosch soen ELEEFD AANBEVELEND' lo nair in Effecten. RIGHTING. ida da markturen zitting imende Bank- en Effictonzit111 R BILLIJK. 91^ «t* Onraad in Brabant! De groote staatsman, dominéé Lingbeek', jje vóór zijn tijd versleten is, omdtit iiij telkens den dooidjsChrik op_ 't llijï krijgt, ivianneer 'hij «ion pr.iester.toog of een mon- jiitehabij^ ziet, heeft zidh Wê,er in volle wapenrusting op 'het oorlogspad begeven. 'Dominee heieft verschrikikelijlke! dingen ontdekt in 't Zuiden en idiaarovfcr eenige vragen naar het hoofd van enkele mi nisters geslingerd, die .het kiabinet" kun nen doen kantelen de geondlvesten van home zulilien schokken. Dominee be/wieert, dat in Brabant' op, Allerheiligen, enkele postkantoren gedeel telijk en eiefi.ge openbar® schollen geheel bloten zijn gqwieest en daaro ver schuimt hij ovor van toorn. Het is natuurlijk best m'ogejllijk, dat men, speeuleereud op de ver.bll'indlo anti- pj^stjisiclha furie, die in dom'jneq geva ren is, zijineerW. tussaheu genomen h,eeft. evenals onlllangs. met dien heer KMjigep' het geval Iw'as. l Maar gestel, dat die feiten zijn' voor.ga- valfien, Wat ziau dit dan nog? Maken andere Kamerleden zich dirulk over het sluiten van posit|kjc/ntjo(r|en en scholen op Kipuingitae-dag; gaan onze Kamerleden vra.giem steillen, Wanneer hier en daar op. Goeden Vrijj(%g, gpmeffintet huizen, enz', ontoegankelijk bQij'ken? We hebben er nooit van geihpprid, hoeWol genoemde dagen toch ook' geen .algemeen erkende christelijke feestdagen zijn. Domjnee Lingbeek heeft natuurlijk zich zich eens 'bijzonderlijk vqrdienstdl'ijik wil len maken in de oogen. van zijm mobteWe 'kiezers, doeh hjj moet to.dh' teieni.gslzins voorzichtig z!ijn. Zelfs dominee Lingheeld jheieifi nog een prestige te vnrlie'zen in dei Kninor. Tot nog toe gold' bijl" op hjati •Bii(ueinlhof voor den hervormden d[on Quichoitei,: dwaalt 'hjj echter nog verdqr in den nu ingeslagen richting, Man heieft hij k'ans om1 te degraderen tot d(en, parieE^enfa.irein hansiWorsten dat wensohen wijl tem| toch' nog niet toe. Een moderne geloofsheld. Joaquim had een zuster, die veel beproe vingen en lijden te doorstaan had. Do manier waarop hij haar troostte is wel een duidelijk hewijs van de edele gevoelens, die in hem 'leefden. Hoeveel troost, schrijft de moeder, heeft hij1 niet in dit door droefheid verscheurde haft uitgestort! welk een uiterste goedheid ten opzicht® van zijn treurende Hermanita. Het zou me te ver voeren hier al die wijze en echt teedere woorden aan te halen, die hij' tot haar richtteHij nam werkelijk deel in de smarten zijner zuster, die thans: .geheel gerust is... Luisato zei me eens op oen morgen, met een gelaat van iemand die ontroerd is: „Joaquim is een heilige... als u toch gehoord hadt wat hij me. dezen nacht zei!" Zoo sleet hij zijn dagende goede engel in hnis, druk aan 't werk in de fabriek, doch niet enkel zakenman. Hij wist z'ijh ijver en interesse te verdeelen «ver al die zaken, die deze vroegen .en verdienden1, en dat was op de eerste plaats de zaak van God, van de Kerk. Op een avond, het was 8 Februari 1921, bevond hij zich te midden van een groote menigte Katholieken, die bijeengekomen waren om te protesteeren tegen den aan slag gepleegd op het aartsbisschoppelijk paleis" in Mexico City, dat men had willen verwoesten. Toen iemand publiek een las terlijke besehuldiging tegen de Kerk uitte, hield Joaquim zijn mond niet, maar pro- testeerdo krachtig, 't Kostte hem de ge vangenis; tegelijk met hem wérden ook vele andere jongelingen, bij' wie zijn pro test weerklank gevon,den had, in de ge vangenis gebracht. Daar was Joaquim een echte trooster der bedruktenhij field er den moed in 'bij zijn lotgenooten en was de ziel va.n dit gezelschap vreemdsoortige boosdoeners. Allen bewonderden zijn deugd en moed. Toch zagen ze hem eens echt kwaad worden, 't >Was toen de hoofdinspecteur van politie het waagde in het bij zijp der gevangenen eenige infame beschuldi gingen teigern den aartsbisschop in te bren gen; als gebeten door een slang sprong; Joaquim op'en slingerde met christen vrij moedigheid den lasteraar eenige energeke woorden in 't gelaat, zijn onwaardig optre den aan de kaak stellend. Dit voorvajl kostte hem wel nog eenige dagen gevange nisstraf, doch de sympathie, die hij toch' 50 „Neen, maar de zaal was onder mijn slaapvertrek, en ik kon, terwijl ik wakker °p' bed lag, <jen harpenaar hooren zingen spelen, en ik zeg u: veel schoons) beo ik gehoord, maar zoo-iets hoorde ik nooit. Na den zang en het spel hoorde ik pcn groot rumoer., en een poosje later vernam ik van twee gasten, die in de gang, pn juist voor de deur mijner kamer, een' gesprek hielden, wat dat rumoer te bedui ben had. De harpenaar had trotsch het geld geweigerd, dat de keizer heml 'gevent wilde, en hierover was keizer Frederik zoo gebelgd, dat hij den harpenaar wilde laten wegjagen!" „Wilde? Waarom liet hij het niet doen?" vroeg Solon. „De harpenaar keek de twee Saraceenen, ie met dat wegjagen belast waren, zoo 'er aan, dat ze hem ongehinderd lieten ver rekken. Als een koning, zoo vertelden wee edelen, elkaar, verliet hij1 ,m'eb op-> t,e leven hoofd de hal. Gisteren vonden, Mlder Johann en ik hem dicht bij, den i erhof) in een hol met zijne vrouw on! al in zoo ruimen kring genoot, vermeer derde cr slechts door. De apostel. Joaquim was geen stilzitter of roman- netjeslezer; hij hield van aanpakken. Wiaar het ^noodig was, wist hij zaken op touw! te zetten. Sociale arbeider die hij was en onverschrokken strijder voor de goede zaak, zag hij de noodzakelijkheid in van een groep van katholieke jongelingen bij een te brengen in staat om met moed en de energie van ware apostelen, propagan'' da te voeren voor de katholieke beginselen en pal te staan bij de verdediging delr Kerk tegen hare belagers. In hot begin beproefde hij een soort debatingclub op te richten, maar hierin was hij niet gelukkig. Dan maar iets an ders! Hij organiseerde groepen van flinke katholieke jongelingen, die de voorhoede moesten worden in den heiligen strijd. Zelf bracht hij ze bijl elkaar, onderrichtte en oefende ze in de deugd, om ,üan, goed' voorbereid, hen in te lijven biji de A. C. J.M. (Asoeiat'ion Catolica de 1a. Jurentud Mexicana). Het beroemde „Centra Oarc'ia Moreno", dat nog hoogere idealen zocht te verwezenlijken, was ook door hem! op ge/ richt. Hij wilde metterdaad apostel zijn der Katholieke Kerk. Die liefde tot on zen heiligen godsdienst en de ijver oml hem te verdedigen, was de drijfveer ge worden van al zijn handelen. In die ..dagen werd Zamora., een geheel katholieke stad overstroomd door revolu tiemakers. Het was hoog noodig tegen dezen vloed van socialisme, een dam op to werpen. Joaquim was op, zijn post. Hij1 vcreenigde een kleine groep van zes vurige propagandisten, van wie één zijn jongere broer Ignacia was. Vol enthousiasme maakten zij zich op voor een grootsche onderneming: de Jongelingschap van de omliggende plaatsen v,an Zamora wakker schudden, ze wijzen op het gevaar, dat de katholieke godsdienst dreigde en op hun plicht van katholieken, en tegelijk ze or- ganiseeren en inlijven bij de A.C.J.M., om zoio met {meer succes tegen de aanvallen der Callesianen te kunnen strijden. Joaquim had een voorgevoel van het geen hem te wachten stond, toen hij van zijn moeder afscheid nam, en deze scheen op het gelaat van haar zoon de gevoelens van heldenmoed te lezen, die zij z'elf in zijn hart gekweekt had. Zij' kon het niet van zich verkrijgen hem' te laten vertrekkenhet is ook zoo ontzettend! zwaar voor een moeder zich te scheiden van een innig geliefden zoon, die den dood tegemoet wil gaan. Joaquim/ echter weerstond, zelfs aan de tranen haar, die hij 't meest beminde; op resoluten toon sprak hij„Hoor eens, moe der, het is beter dat we sterven voordat we de overwinning behalen, want, wie weet, het geld, de eer mochten- ons hoog moedig maken en onze goede intenties be nemen". En dan voegde hij er nog met on verstoorbare kalmte aan toe: „Adieu, moederzeg aan- Jo-sé, dat ik hem- in den hemel wacht." Deze was zijn broer, die zich toch juist in de Vereenigde Staten be vond om deel te nemen aan een congres van ingenieurs. Dit afscheid had plaats in het begin van September van het vorige jaar. Op, dien dag zag men zes flinke jongelingen op het station van Mexico, wachtend op den trein naar Zamora, nu eens niet oml deel te gaan nemen aan eetn- voetbalwedstrijd, maar om de katholieke propaganda te be ginnen in de bedreigde dorpen van den Staat Michoacan. Joaquim, die de aan voerder der expeditie was, kreeg als m-et- ge.zel een jongen mee van 17 jaar, lid van het „Centro Garcia Moreno", Manuel Mel- garejo, dien God had uitverkoren om een zelfde kroon te ontvangen als Joaquim. Voordat de zes uiteengingen kwamen ze overeen, dat ze elkaar 12 September weer zouden treffen in het dorp Tinguindin, om na de opgedane ervaringen te beraadsla gen over de meest geschikte middelen voor, het welslagen hunner onderneming. Beeds was de 12e September aangebro ken, Joaquim' en Manuel zaten in den, trein, die hen naar Tinguindin moest brah- gen, het hoofd vol plannen, het 'hart vol moed en verlangend om1 hun tmiede-apostfi len weer te zien en met hen van gedachten te wisselen over het gemeenschappelijk „plan de campagne". Een heer, die zoo juist was ingestapt knoopte met hen een gesprek aan, over alles eni nog wat, na/-' tuurlijk ook over de vervolging der katho lieken. Hij was ook katholiek en toonde aan zijn twee medereizigers de medailles en het crucifix, dat hij bijl zich droeg. Do conversatie begon geanimeerd te worden; de katholieke heer bood aan hen, te helpen in hun propaganda en werd op de hoogte gesteld der grootsche plannen, die de twee naar deze streken hadden, gevoerd;. De arme jongens, ze liepen in de val: (dochter. De arme vrouw was opi het punt om van honger en verborgen lead te ster ven, doch ridder Johann wist door zijne moeder gedaan te krijgen, dat ze op den Bitterhoi] onder dak kwamen, en toen ik' van .morgen vertrok, waren ze er nog. O, dat verheugt mij zoo voor die arme lieden, die ik vroeger ook al eens dicht bij den Neuenburg ontmoet had. En als gij die ■drie kendet, eerwaarde vader, dan, dan!" D'e. kluizenaar glimlachte vriendelijk en vroeg: „Nu, wat dan?" „Och, dan zoudt gij mijl niet uitlachen of! minachten om wat ik deed, eerwaarde vader! Toen ik hen bij den Neuenburg ontmoette, was de vrouw, o, zulk eene beeldschooue vrouw, beelemaal eene Madonna, diep ontroerd, en toen ze gisteren uit hare bezwijming ontwaakte en mij zag, kreet ze: „O, God (,hïj| is het! Hij is het!" Ze wilde op' mij. toesnellen, doch viel opnieuw in onmacht. Ik be greep er niets van, doch toen vertelde do Harpenaar, die een koning of' hertog gelijkt, aan mij, dat ze eens een zoon ver loren hadden, en dat ik zoo op hem gelijk', zoodat de arme moeder, telkens als ze mi? ziet, denkt, dat ik "haar zoon ben. 'En weet go wat ik toen deed? O, lach, ladh omi me, het deert mij niet, want ik kon die katholieke heer in burger was niet mand anders dan generaal Zepedh, de meest verwoede vijand dér katholieken. Op listige wijze had hij: zijn netten uitge zet om de jongelingen te vangen e,n op de hoogte te komen van de plannen der ka tholieke jeugd. Toen ze in Tinguindin aankwamen trok de huichelaar het masker af, zeggend: „Vrienden, jullie zijt verlo ren! geef je gevangen!" (Wordt vervolgd.) Op den drie en tw|i(n(g(iiigfE|tiein Z-wd/agi na Tinteleri'n. Epistel vian den, H. Paulua tot de Philippijnjon. IH. 17—21 en IV. 1—3. Broedersaveest mïjine navolgers on .lot op hen, die Wapld'elciu volgens het voor beeld hctWelk gij in ons hebt. Wiant ve len ,van Welkte jjty ,u dikWijlp hjabl gezegd ©n nu al wieenftnde zeg, waudiele11 als vijanden v,au Chpistusi kruis; hun einde is de vcrdoemicous;, hun, hiuïk' is hu» 'Go.d| en hun roemfis in kunne, s'cüiafldia; zij' stel len .alleen hunue, zi'n'neu op aardschje din gen. Maar onze wiandel is in dan hemel, va,u Waar wij odkf den Zfiigfrn/a/ker ver- wïwhten, onzen Heer Jez'us Christus, die ons vernederd lichaam zal ter.vormen en hjet ,a,an zijn glorierijk) lichaam? gelijkvor mig makten, door de Werkendje k'racliit iw'aaümiede Hij zidh alles klan onderwerpen. Zoo dan, mijn fwjel btemiipde en teed|?ir- geliefde broeders', m'jjne vr,eu,g|dl en mij'ne k'roon! sta,at dus, allerliefs(ben, onwrik baar in den Heer. Ik biiid Evodéa. ien s'meëk Syntycihe, dat zij eensgeizibd' zijn in dén Hioer. Jk' bid! u ook, m'ij-n oprechte pa'ede- hielper,h. elp haar, diiq m'ot mijl, met Clel- nrens en m'ij'ne andere medehelperis, in het Evangelie gieiarbfid hebben. Hunne namien staan in het BoekT degf levdns. Evsngeiie, Mattlveus IX. 1826. In dien tijde, ter'wijj/ Jezus tot het volk sprak', zie daar kwam' een overste die Hem aanbad, en zei de: Heer! mijne dpih- te.r is nu overiedta; maar kom', leg uwe hand op haar, en zij zal" leven. En Jiez'us stond op en volgde hem' tatert) zijne Leerlin gen. E.n ziet ,ete>no vro.uW, die twaalf jaren lang ,aan eene bloie|dvloeiing? üfeed, kwam vap achter en raakte diep boord Van zijn kleed aan, en zieide hij' ha,ad zielve: indien ik .sledhts zijn kleed mag aanraken, dan zal ik genezen zijn. En Je|zusf keerde zich om, e.n haar ziende, zlejiide Hij!: betrpulwl, dochter, u!w geloof h|<je|fh u genezen. En van dat uur af was da vrouW' gez'oudt En toen Jezus in het h|uisi van dien Overste Jkwlam1, en de tre.urpijjitelrs en de woelien'd|e menigte za,g, z'qiida Hij: gaat vain hier; 'want het dichtertje is, niet dondj, maar ihet slaapt. En zij lacb|ten' H'Cm: uit. En als d'e menigte. uitgieidrqV'en iwlaiS, traid! (Hij t|i,nrien en vatte harte hiapd. Eb het doch tertje stond op, en dit/gepuichtiVerslpreiidlJe! zi'urdoor die gehteele landtftrwk'. Kalenders. Van de firm'a Wieeaenk en Snel te ',s-Gr.aven>hage ontvingen |wij een viertal Weekkalenders voor 1928. Berst noemen wij den zeer hdjteondeireu bijltelsehen kalender met 52 iStostraties naar B/embrandt. De groote wlaarde d(izer uitgave ligt dn 'het feit, dat ,voo.r re productie uitsluitend db meest beroemde' stahepipingen van den grootep Betab'raWlt Werden gekozen, die zoo. va,a.k een nieu wen kijk geven op mteuig Bijbelseh tafe reeltje, en waarbij de fijnzinnige psycho loog „in de glorie van zijn sterk BijbteSfech sohouwten en de diepte van zijn gihriste- lij'k mystisoh realism'e" zijn kumste.naa.ife- gaven van aanvoelen en klarakteriseeirj^P zoo duidelijk 'in het licht stelt. - De prijs dezer uitgave is, f 2,50voor het verzamelen der platen die mat vol gende uitgaven een geheel van groote Waarde zullen vormen, zijn tevens ajlbtenfe; verkrijgbaar tegen f 1,50. Op de tw'eectei plaats vermeldpn wij de bekend© „Ons eigen lanid£'-ika]iepH(pr (prijs f 1,90luxe uitgave f2,90). De kalender ti'evat wederom' een keur- collectie 'van ,de moooisbe en nieulwfete: 'kiekjes uit geheel Nederland. De uitvoe ring in k'oper/dj.epjd'ruik mag als steeic% acihitterend geslaagd wor,dpn genoemlk Bij zonder veel z'org is ditmaal a,an h©,t siohallal besteed.. Be Vogr-Hcalcmler {prijs f 3,25, bijbe- hoorend album f 1,50), eveneens reeds, voor velen een oude bekielndje, is inidlezlelfd'e mö;- het niet laten, ik heb, toen ze daar in onmacht lag, 'den bleeken mond gekust en haar toegefluisterd: „Arme moeder, alsoif hij van uw zoon kwam!" He'if beeldschoon® meisje heb ik gekus|t, alsof ze mijn engelachtig lief! zusje was, en den edelen Harpenaar heb ik «ene hand gegeven, zooals ik vader Albreehit van Neuenburg bij 't afscheid de hand drukte. Lacht gij miji nu niet uit, dat ik zooi bij de arme zangers deed? Och, ze zijn imjmers ook mensehen, en als gij hen kendet Daar sprong de kluizenaar op, en ter wijl er tranen 'langs Zijne wangen biggel den, greep hij jonker Eitel's handen en zeide: ,,U uitlachen, jonker, u uitlachen? God zal u zegenen,voor wat gij deed! En als gij denkt, dat wij die drie niet kennen, dan vergist gij u. Buim eene week geleden waren ze ook mijne gasten, en nu weet ik ook h.oc het kwam, dat ik meende u vroeger gezien te hebben, want gij gelijkt inderdaad op den edelen harpenaar! Geloof mij, jonker, menig edelman leeft aan het hol' in hoogo eere, dien ik den rug toe keer,en zou,, als ik hem ..ontmoette, terwijl ik den harpenaar mijn zoon ,en zijne vrouw mij.no dochter zou willen noemen. Mijne 'waarschuwing aan u om niet alle,s te ver tellen, hebt gij voortdurend vergeten. .Wiel- derne uitvoering gehouden als vorig jaar, slechts met verandering van het dekblad!. Het Wterk van den samtensitellcr, der; tek sten en foto's, B. Tep© uil| Apeldoorn, be hoeft geen verdere aanbcjvteling, lipt is! tot in alSle onderdeden af. Vogjeljl ipfhebbers vooral zulllen de vele. schoonheden ten volle waardeer in. Bovendien bezit ze uitgave 'n sterke opvoedende kracht,\c.o.r:a(,'.jeugd d".or de. leerzame'1 bijschriften. Wij' kun nen ouders niet genoeg' aanraden1 ami hun ne kinderen dezen kalend|er t^u geschenke ge gevei». Ten laatste noemen Wijl da „Sp jri'lialk'n- flfir" (f2,50). Tot nu toe ia daze kalenidliir qteeids als voJlksuitgaiVe tegen zoioi laag mo gelijk gesteüldcn prijs, verkocht, waardoor aan uiterlijke versiering niet veei (jijen aan uiterlijke versiering niet v'aeül (gn kloste kon wlcrden gelegd. Het jaar 1928, mie.t z'ijn Olymlpiade, vormt echter, een hoogtepunt voor den Noderl anldkcljen sport liefhebber, zoo,dat de uitgevers meenclfeii dtz-n kalender in een felBstk!/yer'(.be,m!oelo11l steken, ondanks ae,n kleine prijsvephon- ging wtelk'e hiervan h|e.t geivloClg] moeste zijn. H. Wils ontw'iierp ditm'aall een, toepasselijk houtsnede voor schild en dfekbClad'. Bij Apoth. en Drogisten Ten eeuwigén vrede! Ons gezelsdhap oude hpertjes is taet,één lid verta'CqrideaKlV En 'welk! een "li|d|! Nooit OiHtmioebte .ik iemland Buej, groptere fanta,-- sie dan hij b'eait! Ee.rsit onlangs' is hij- ,als gepensioomeerd offl:cIerrm:a,chinist jn ojfs dorp kpmen 'wonen. Op. zijn© wahdielikgeui l.an,gs de singels kwam1 hij ons bankje voorbij en lichtte den teed. L.a/tor, toen ex eens plaats ;was, zette hij zich) neder en stelde zich voor. Al spoedig nam' hjj' ic\ec|3 aan 't gesprek en nainl alras cte Jgijl/ijng! ervan. Hij deed zicih tennen als een ynr- woed vijanü van alle poflitiek', dlxün tevens als een gezworen vriend van den' Volken bond. „Daar moet het hoen!" zei hij'. En toen kwam hethij! had voo? den Volken bond een afdoend! ikididftll gevonden om zonder bloedvergieten ontaftd^jellllijk eten eind te maken aan alle gewapend^ tw'istieni liUBSichen de natiën. En hjj' zette, ons dat middel ,u|iteen. „Je boort," zoo zei.de hij', „op/ 't strand a,an den Hoek van Holland oen. p.ut van 13 kilometer diepte en mat eten miid(?|pE|ijh v'an 3 meter. En .in dien/ put laaiq j« 'naa,r beneden een met asbest dikb'Oikl.ee|d(i sta len buis van 2 meter nnjdictejip^jn. Wjaar komt het ondereind; van d(i©i buis ffiain uit?" (Wij' 'zwegen al» visschen.) „In de vloeibare vuurktern der aar'die," ging- hij voort, „en wiapneer jo dain een leiding 'm:aakt van den Maasmond^ naar die buis, zoodat het Maaslwiater: dgar goed1- deels in verdwijntwat gebeurt' er dgA (Geen antwoord.) „Dan Wordt dat water onlmildtjpllijk stoom, en die stoom' stijgt met ge|w(ald'igo kraoht naar boven tnssèhpn den, binnen wand van den piit en d|^n biujftkwflnd van de stalen bujsi. Zet ikl nn, op. dfen piut een groote, lange, draaibare stalen tuit, eindigend bijvoorbeeld!, op, geningen af stand van bat stille strand' ter Sdhpivoniili.- gen dan is al'daar. djs stooml wel needs ge- cloiudenseerd tot znivor wlatcr, tot aqua pura, zoo,als de apothekers' zeggen. Dat zuivere Water leid übj naar reuzenitapte1. j'Wat is daarvan 't gevolg?" „Dat de apothekersdnanlcjies: goeidljcpoper Iwlordan." waagde Snoek! te zoggen. „Ook' dat!"' antlwteordjdis Bonosl (zoo heet hij), „ook dat! Maar ,i,k' kan van Sche- v'eningen ,uit door middlpl' van, ieildjlngenl heel Ned«ijl(and van hot id^nklbaan miteost zuivere idr,ink'w!ater voorzlaen. Gev.olg?" „Grootere algeïmeene gezonidheid," op pende ik1. f I „Juist: langere leviensiduiur, mhar ook', door die opbrengst van djpn wlaterverkoöp:, id'ekiking van het in de zaak gestoken ka pitaal .en v,an de explartitarftiieko'Sten, a|s- mjede van de afschrijving op put, bfisi, gei- bbuw'en en leiding, later zeSïs winst, kiox't- om:: ciomtaercieel© leensvatblaarheid v,an de zaak." „Maar," zei Karper, „u zou van den Volkenbond" „Iklben nog niet' uitgtespTokten," nterlktcj Bonos op. „Wiajt .i|k| n tot nu toe gezlegd' nu,, door u mijn geheim te zeggen, zal ik u niet ongerust maken, dat ik' ui Verra den zal. Ik ben koning Ottoeax van Bo booien geweest, en werd, door keizer Otto IV onttroond. Iedereen meent, dat ik sinds lang overleden ben, en hoewel keizer Fre derik mij geen leed deed, en ik' geen plan heb om inp,laats van „kluizenaar Otto" weer „Koning Otto,car van Bohemen" te worden, zou mijn te voorschijn treden toch groote moeilijkheden in het K'ijk kunnen brengen, en zou ik de vijand des keizers kunnen worden. Keizer Frederik mag dus niet weten wie ik hen, en nu hebt ge van mij een groot geheim in uw bezit, vertel mij thans gerust waarheen uwe reis; is." ,„Sire", begon Eitel, doch werd onmid dellijk in de rede gevallen met een: „Sire was ik, doch nu ben ik, wat ik' zoo pas nog voor n was: „eerwaarde vader", niets anders. Er is geen koning Ottocar meer. Vertel nu!" Do jonker aarzelde geen oogenblik om te zeggen, dat hij den brief, dien hij! te voorschijn haalde en zien liet, bij! heer Eenno op jlen Heubach moest brengen,, en waarom hij dat doen moest. Hij! Üraaljlo ook niet om te vertellen hoe de krankzinj nigc vrouwe van den Fielstein hem in een' briefje, dat ze hem wist te doen toekomen, heb, ra,akt de vredestaak van mijn, plan. Er is ecihter «en oorlogstaak', de hpofd- zaak!Ik' hebi namelijk' op500 jmete' af stand van den put een tjwteiei meten ,d(Lk!kiC: stalen afsluitdeun 'boven dB tuit hangen, jd,ie, neergelaten, die tuit afsluit a£fei cien wand. Als ik' die afsl,U|it:d|ju(r neey/janf, wait doet mijn tuiit dan 'c (Wij dachten en kwiegem.) „Let nu goed op, mijne heterem, jyant ihjer hebt n h«t Weltiensteapfciolijk? wapen v,an den VDlitenblond'met o|nttecttoin|dki kiiaicibt kimt dte sitoom naar hp,ven en drukt liegen den aidhitierWaJid van ml'in fU|it. Ziio-f ,alji| u Wfeêt is dietujitl draaihKar. En nu ik' op dezewlijz® e©n steunpunt jn de aardla hteb gevonden, laat ik door ld(e| .oinnoam'e- lijk'o kraciht der drukking van d|en ^toota op den achterwand' van mijn tujilvt'lq aarrJia naai' tlelieven draaiien oml haar as. van 't Oosten naar 't Wiesiten, van 't Noorden1 naar 't Zuidien, van Noordwest naar Zuidj; oost, 'kbrtomi, precies zoo,als 'ik' wil, en, door :aan mijn tuit een snel' drjaaitcmdp he- iWleging te geven, Iaat ikr de iaaide zelfs p;tils]taan. Bqgrijlpit u?" (Wjj deden alsof.) „Maar Wat heeft da Volklenblonri Haar- mec te makten vroeg ijk 'einidpljjk'. „De Volk'enbonid," menpier, „of liever 't bestuur ervan, is «igenaar v,ani de heele zaalc en dus meester van da tuitlbbwie^jing. Bestond de zaak" op 't .ooganlMik re-edte!. dan zou het bestuur kunnen ttel:egr(afeeiren zet aanle stil, Ohiniai in 'tldonkler. Klwtestia van eon moment. In het Hemelse/te' Bijk ging net zoolang, de zon niet 'meer op, totdat het uit Was met vachten. En dat zon gauw genoeg uit zijn, want denk' er je maar eens in: diq zon blijft 'srm'orgens Weg.... niets groqit mleer, niet gedijt.—/ Zouden zóó niet alle ruziies tussdhen de naties en tussclken dia burgers onderling ineens .fit z'ijn? Hè? China, in. ,'t donker! Die Sovjets in 't donkerPortugal'! Wat G een van ons anderen lcion hek. .plan b'e- ooriileelen cp zijn iwietonsidhappedijkleiwaiari- de. Van de miadha.nio'a, wieten wijl enkbl nog m'a,ar, da,t actie gelijk! is aan rcacitiie. Maar de actie van onzen nieuwen- pra,tefl had' op ons verschillende uitwerking. De m'eesten Iwaren er stil van gewonden. Aliïeen Pril ler, .die zoo'n soort van natuiulrfilósoo'f' is, e.n die anders steeds weinig ziegt, h;er(- haald'e nu„J,a,, denk! je d|aaq oanB in, als 'smlor.gens het licht van de zon; eens Weg bleef, het zonnelicht, Waai" we geen woord v,an dank voor uiten en dat.wiejsJtp,eKl^!'m'a.a-J aanvaarden als ,i ets héél gelwbans wat' zonden 'al onze ahdeoe poB'PP^wjtj6® ons nesterijen van niikfe' toeschijnen „Volkomen juist," beaamd,e Bonos, die miji'bij 'tlaöclbejdnetaien een knipoogje gaf. Maar dat k!an ik me óók'Wtel vekblaeld hebbten Amandeltaartje. 250 gr. zelfrijzend bakmeel, 150 gr. suiker, 150 gr. amandelen, 100 gr. boter, 2 eieren, 1 d.L. melk. Bereiding: Die eier dooiers lang kloppen met de suikerhier bij vo.egen het meel, de gemalen amande len, de gesmolten boter (in oen dun straal tje), de melk en ten slotte het ytijf gel- klopte eiwit. Van te voren een spring vorm insmeren jn-ct boter, het mengsel hier dadelijk in overdoen en de taart in een gelijkmatig verwarmden oven, imiet goede ondorwarmte gaai' en lichtbruin bakken (1 a li/2 uur). Koud laten worden, en dik bestrooien met poedersuiker. Pinda-kaas. (Voor de boterkarn.) 1 Kg. olienoten, 10 gr. boter, zont en peper. Bereiding: De verseh gebrande pinda's van schil en vlies jes ontdoen. Eenige keeren door den vleesehmblen tot ze goed' fijn geworden zijn. £ie dan goed vermengen met de boter, zout en iets pe per. De pinda-kaas niet al te lang bewa ren, daar ze dan ranzing van smaak kan worden. Over afgeroomde jui Karnemelk. In melk' zijn all de voedenidlq bestandldic|a- len aanwezig, noodig voor ophouw en in,- standhouding van het lichaam'. Die stof fen zijn eilwiit, vet, koolhydraten (stoffen, Waaronder b.v. suikter en zetmeel tei rokte nen zijn), iwlater en zouten. Het vet- hun nen wte zonder Ihfipmiddjellen gemakkelijk in de melk' aantoonen. Daarvoor behoeven 'wte haar slechts een dag rustig te Haten staan, Iwlaa.rbij zidh dan aan de oppervlak- te de bekende roomlaag vormt. Uit dieze room wlordt de boter bereidj. We honden dan over melk', wharin nog silledhtsi weinig vet meer voorkomt,, fcefwijl nagenoeg aJle vet vefw'ijderd is bij d|a hunstmlatige af gemeld had, dat zijn leven o,pi den laatsten dag van zijn tocht gevaar liep, en dat ridder Johann hem dat ook op een strookje perkament, dat tusschen zijn brood' lag, geschreven had. Zonder dat 'Eitel het zag, gaven do kluizenaar en de voormalige hofnar el kander «en teeken met de oogen, en de laatste zeide: „Eerwaarde vader, het is al laat, en de jonker zal vermoeid zijn. iWie moesten daarom nn liever ons avond)miaaï gaan doen, dan kan de jonker gaa,n sla pen." „Dat is goed, Solon, haal het brood en' doe er ook eene kan van den wijn) bij!, dien we zelf gemaakt hebben," zeide de kluizenaar. Na weinige «ogenblikken genoten alle drie van het eenvoudige maal, doeh toen men met een vollen beker elkander goeden nacht zon toedrinken, deed Solon onge merkt in den beker van Eitel een paar druppels uit een klein flesdhje. Het was een onschuldig middel, dat vast deed sja- pen, en niet zoodra lag Eitel dan ook op zijn warm varenleger, of' hijj sliep vast dn, en eenige «ogenblikken later sloop Spion binnen en haalde den brief fit dan zak van des jonkers lijfrok. (Wprdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 5