ioncours
jes
Roosendaal
dlTBlad
Tweede Blad
DE
rug
MARKT, GOES
ns stooten?
P. J. LUIJK.
Liders i
koeken, 1
[>erboonen,
tkorrels, I
Varkensvoer
VREEDE. I
fel. 307, GOES.
VAN DEN DRIES
en catalogus op aanvraag'
fSCHE COURANT ZATERDAG 12 NOVEMBER 1927
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
IEEBEN-BAAI
oorten Kracht-
len, alsmede
VEEVOEDER
ende prijzen.
te Goes,
WXN OVER DE GRENZEN
FEUILLETON7"
Machtiger dan de Keizer.
KERKNIEUWS
Boekennieuws.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60ct.
Laxeer-Tabletten 60c».
Zenuw-Tabletten. 75ct.
S aal-Tabletten.. 90c».
SVgaag-Tabletten 75 ct.
Ontspanningslectuur.
Voor de Keuken
Nuttige wenken.
III
V-
om de ALndZdetd!
V. DOUWE EGBERTS
4BAKSFA8RIEKEN
OPGERICHT 1755
IDDEL
NGUINOSE. Zij bevordert
bloed van alle onreine
len, verkwikkenden slaap,
ag, krachtige spieren, uit-
vergezellen de goede ge
ns vaderland hebben zulk
te danken. Gij kunt geen
1. Een zes flacons Sangui-
el. Neemt er de proef van
12 fl. f21,—.
eken en bij alle voorname
15139-40
Den Haag.
uur
Burgers E. N. R.j
Heerenhorloge;
tnhouder
«ntaarn V. T.
lend.
14413-60
15231-60
HEER-ABTSKERKE
list am, Pyramiden
i- en Aalbessen,
nboomen, Bosch
soen
ELEEFD AANBEVELEND'
lo
nair in Effecten.
RIGHTING.
ida da markturen zitting
imende Bank- en Effictonzit111
R BILLIJK. 91^
«t* Onraad in Brabant!
De groote staatsman, dominéé Lingbeek',
jje vóór zijn tijd versleten is, omdtit iiij
telkens den dooidjsChrik op_ 't llijï krijgt,
ivianneer 'hij «ion pr.iester.toog of een mon-
jiitehabij^ ziet, heeft zidh Wê,er in volle
wapenrusting op 'het oorlogspad begeven.
'Dominee heieft verschrikikelijlke! dingen
ontdekt in 't Zuiden en idiaarovfcr eenige
vragen naar het hoofd van enkele mi
nisters geslingerd, die .het kiabinet" kun
nen doen kantelen de geondlvesten van
home zulilien schokken.
Dominee be/wieert, dat in Brabant' op,
Allerheiligen, enkele postkantoren gedeel
telijk en eiefi.ge openbar® schollen geheel
bloten zijn gqwieest en daaro ver schuimt
hij ovor van toorn.
Het is natuurlijk best m'ogejllijk, dat
men, speeuleereud op de ver.bll'indlo anti-
pj^stjisiclha furie, die in dom'jneq geva
ren is, zijineerW. tussaheu genomen h,eeft.
evenals onlllangs. met dien heer KMjigep' het
geval Iw'as. l
Maar gestel, dat die feiten zijn' voor.ga-
valfien, Wat ziau dit dan nog?
Maken andere Kamerleden zich dirulk
over het sluiten van posit|kjc/ntjo(r|en en
scholen op Kipuingitae-dag; gaan onze
Kamerleden vra.giem steillen, Wanneer hier
en daar op. Goeden Vrijj(%g, gpmeffintet
huizen, enz', ontoegankelijk bQij'ken?
We hebben er nooit van geihpprid, hoeWol
genoemde dagen toch ook' geen .algemeen
erkende christelijke feestdagen zijn.
Domjnee Lingbeek heeft natuurlijk zich
zich eens 'bijzonderlijk vqrdienstdl'ijik wil
len maken in de oogen. van zijm mobteWe
'kiezers, doeh hjj moet to.dh' teieni.gslzins
voorzichtig z!ijn.
Zelfs dominee Lingheeld jheieifi nog een
prestige te vnrlie'zen in dei Kninor.
Tot nog toe gold' bijl" op hjati •Bii(ueinlhof
voor den hervormden d[on Quichoitei,:
dwaalt 'hjj echter nog verdqr in den nu
ingeslagen richting, Man heieft hij k'ans
om1 te degraderen tot d(en, parieE^enfa.irein
hansiWorsten dat wensohen wijl tem| toch'
nog niet toe.
Een moderne geloofsheld.
Joaquim had een zuster, die veel beproe
vingen en lijden te doorstaan had. Do
manier waarop hij haar troostte is wel een
duidelijk hewijs van de edele gevoelens, die
in hem 'leefden. Hoeveel troost,
schrijft de moeder, heeft hij1 niet in dit
door droefheid verscheurde haft uitgestort!
welk een uiterste goedheid ten opzicht®
van zijn treurende Hermanita. Het zou
me te ver voeren hier al die wijze en echt
teedere woorden aan te halen, die hij' tot
haar richtteHij nam werkelijk deel in
de smarten zijner zuster, die thans: .geheel
gerust is... Luisato zei me eens op oen
morgen, met een gelaat van iemand die
ontroerd is: „Joaquim is een heilige...
als u toch gehoord hadt wat hij me. dezen
nacht zei!"
Zoo sleet hij zijn dagende goede engel
in hnis, druk aan 't werk in de fabriek,
doch niet enkel zakenman. Hij wist z'ijh
ijver en interesse te verdeelen «ver al die
zaken, die deze vroegen .en verdienden1,
en dat was op de eerste plaats de zaak van
God, van de Kerk.
Op een avond, het was 8 Februari 1921,
bevond hij zich te midden van een groote
menigte Katholieken, die bijeengekomen
waren om te protesteeren tegen den aan
slag gepleegd op het aartsbisschoppelijk
paleis" in Mexico City, dat men had willen
verwoesten. Toen iemand publiek een las
terlijke besehuldiging tegen de Kerk uitte,
hield Joaquim zijn mond niet, maar pro-
testeerdo krachtig, 't Kostte hem de ge
vangenis; tegelijk met hem wérden ook
vele andere jongelingen, bij' wie zijn pro
test weerklank gevon,den had, in de ge
vangenis gebracht.
Daar was Joaquim een echte trooster
der bedruktenhij field er den moed in 'bij
zijn lotgenooten en was de ziel va.n dit
gezelschap vreemdsoortige boosdoeners.
Allen bewonderden zijn deugd en moed.
Toch zagen ze hem eens echt kwaad
worden, 't >Was toen de hoofdinspecteur
van politie het waagde in het bij zijp
der gevangenen eenige infame beschuldi
gingen teigern den aartsbisschop in te bren
gen; als gebeten door een slang sprong;
Joaquim op'en slingerde met christen vrij
moedigheid den lasteraar eenige energeke
woorden in 't gelaat, zijn onwaardig optre
den aan de kaak stellend. Dit voorvajl
kostte hem wel nog eenige dagen gevange
nisstraf, doch de sympathie, die hij toch'
50
„Neen, maar de zaal was onder mijn
slaapvertrek, en ik kon, terwijl ik wakker
°p' bed lag, <jen harpenaar hooren zingen
spelen, en ik zeg u: veel schoons)
beo ik gehoord, maar zoo-iets hoorde ik
nooit. Na den zang en het spel hoorde ik
pcn groot rumoer., en een poosje later
vernam ik van twee gasten, die in de gang,
pn juist voor de deur mijner kamer, een'
gesprek hielden, wat dat rumoer te bedui
ben had. De harpenaar had trotsch het
geld geweigerd, dat de keizer heml 'gevent
wilde, en hierover was keizer Frederik
zoo gebelgd, dat hij den harpenaar wilde
laten wegjagen!"
„Wilde? Waarom liet hij het niet
doen?" vroeg Solon.
„De harpenaar keek de twee Saraceenen,
ie met dat wegjagen belast waren, zoo
'er aan, dat ze hem ongehinderd lieten
ver rekken. Als een koning, zoo vertelden
wee edelen, elkaar, verliet hij1 ,m'eb op->
t,e leven hoofd de hal. Gisteren vonden,
Mlder Johann en ik hem dicht bij, den
i erhof) in een hol met zijne vrouw on!
al in zoo ruimen kring genoot, vermeer
derde cr slechts door.
De apostel.
Joaquim was geen stilzitter of roman-
netjeslezer; hij hield van aanpakken. Wiaar
het ^noodig was, wist hij zaken op touw!
te zetten. Sociale arbeider die hij was
en onverschrokken strijder voor de goede
zaak, zag hij de noodzakelijkheid in van
een groep van katholieke jongelingen bij
een te brengen in staat om met moed en
de energie van ware apostelen, propagan''
da te voeren voor de katholieke beginselen
en pal te staan bij de verdediging delr
Kerk tegen hare belagers.
In hot begin beproefde hij een soort
debatingclub op te richten, maar hierin
was hij niet gelukkig. Dan maar iets an
ders! Hij organiseerde groepen van flinke
katholieke jongelingen, die de voorhoede
moesten worden in den heiligen strijd.
Zelf bracht hij ze bijl elkaar, onderrichtte
en oefende ze in de deugd, om ,üan, goed'
voorbereid, hen in te lijven biji de A. C.
J.M. (Asoeiat'ion Catolica de 1a. Jurentud
Mexicana). Het beroemde „Centra Oarc'ia
Moreno", dat nog hoogere idealen zocht te
verwezenlijken, was ook door hem! op ge/
richt. Hij wilde metterdaad apostel zijn
der Katholieke Kerk. Die liefde tot on
zen heiligen godsdienst en de ijver oml
hem te verdedigen, was de drijfveer ge
worden van al zijn handelen.
In die ..dagen werd Zamora., een geheel
katholieke stad overstroomd door revolu
tiemakers. Het was hoog noodig tegen
dezen vloed van socialisme, een dam op to
werpen. Joaquim was op, zijn post. Hij1
vcreenigde een kleine groep van zes vurige
propagandisten, van wie één zijn jongere
broer Ignacia was. Vol enthousiasme
maakten zij zich op voor een grootsche
onderneming: de Jongelingschap van de
omliggende plaatsen v,an Zamora wakker
schudden, ze wijzen op het gevaar, dat de
katholieke godsdienst dreigde en op hun
plicht van katholieken, en tegelijk ze or-
ganiseeren en inlijven bij de A.C.J.M.,
om zoio met {meer succes tegen de aanvallen
der Callesianen te kunnen strijden.
Joaquim had een voorgevoel van het
geen hem te wachten stond, toen hij van
zijn moeder afscheid nam, en deze scheen
op het gelaat van haar zoon de gevoelens
van heldenmoed te lezen, die zij z'elf
in zijn hart gekweekt had. Zij' kon het
niet van zich verkrijgen hem' te laten
vertrekkenhet is ook zoo ontzettend!
zwaar voor een moeder zich te scheiden
van een innig geliefden zoon, die den
dood tegemoet wil gaan.
Joaquim/ echter weerstond, zelfs aan de
tranen haar, die hij 't meest beminde; op
resoluten toon sprak hij„Hoor eens, moe
der, het is beter dat we sterven voordat we
de overwinning behalen, want, wie weet,
het geld, de eer mochten- ons hoog
moedig maken en onze goede intenties be
nemen". En dan voegde hij er nog met on
verstoorbare kalmte aan toe: „Adieu,
moederzeg aan- Jo-sé, dat ik hem- in den
hemel wacht." Deze was zijn broer, die
zich toch juist in de Vereenigde Staten be
vond om deel te nemen aan een congres
van ingenieurs.
Dit afscheid had plaats in het begin van
September van het vorige jaar. Op, dien
dag zag men zes flinke jongelingen op
het station van Mexico, wachtend op den
trein naar Zamora, nu eens niet oml deel
te gaan nemen aan eetn- voetbalwedstrijd,
maar om de katholieke propaganda te be
ginnen in de bedreigde dorpen van den
Staat Michoacan. Joaquim, die de aan
voerder der expeditie was, kreeg als m-et-
ge.zel een jongen mee van 17 jaar, lid van
het „Centro Garcia Moreno", Manuel Mel-
garejo, dien God had uitverkoren om een
zelfde kroon te ontvangen als Joaquim.
Voordat de zes uiteengingen kwamen ze
overeen, dat ze elkaar 12 September weer
zouden treffen in het dorp Tinguindin, om
na de opgedane ervaringen te beraadsla
gen over de meest geschikte middelen voor,
het welslagen hunner onderneming.
Beeds was de 12e September aangebro
ken, Joaquim' en Manuel zaten in den,
trein, die hen naar Tinguindin moest brah-
gen, het hoofd vol plannen, het 'hart vol
moed en verlangend om1 hun tmiede-apostfi
len weer te zien en met hen van gedachten
te wisselen over het gemeenschappelijk
„plan de campagne". Een heer, die zoo
juist was ingestapt knoopte met hen een
gesprek aan, over alles eni nog wat, na/-'
tuurlijk ook over de vervolging der katho
lieken. Hij was ook katholiek en toonde
aan zijn twee medereizigers de medailles
en het crucifix, dat hij bijl zich droeg. Do
conversatie begon geanimeerd te worden;
de katholieke heer bood aan hen, te helpen
in hun propaganda en werd op de hoogte
gesteld der grootsche plannen, die de twee
naar deze streken hadden, gevoerd;.
De arme jongens, ze liepen in de val:
(dochter. De arme vrouw was opi het punt
om van honger en verborgen lead te ster
ven, doch ridder Johann wist door zijne
moeder gedaan te krijgen, dat ze op den
Bitterhoi] onder dak kwamen, en toen ik'
van .morgen vertrok, waren ze er nog. O,
dat verheugt mij zoo voor die arme lieden,
die ik vroeger ook al eens dicht bij den
Neuenburg ontmoet had. En als gij die
■drie kendet, eerwaarde vader, dan, dan!"
D'e. kluizenaar glimlachte vriendelijk en
vroeg: „Nu, wat dan?"
„Och, dan zoudt gij mijl niet uitlachen
of! minachten om wat ik deed, eerwaarde
vader! Toen ik hen bij den Neuenburg
ontmoette, was de vrouw, o, zulk
eene beeldschooue vrouw, beelemaal eene
Madonna, diep ontroerd, en toen ze
gisteren uit hare bezwijming ontwaakte en
mij zag, kreet ze: „O, God (,hïj| is het!
Hij is het!" Ze wilde op' mij. toesnellen,
doch viel opnieuw in onmacht. Ik be
greep er niets van, doch toen vertelde
do Harpenaar, die een koning of' hertog
gelijkt, aan mij, dat ze eens een zoon ver
loren hadden, en dat ik zoo op hem gelijk',
zoodat de arme moeder, telkens als ze mi?
ziet, denkt, dat ik "haar zoon ben. 'En
weet go wat ik toen deed? O, lach, ladh
omi me, het deert mij niet, want ik kon
die katholieke heer in burger was niet
mand anders dan generaal Zepedh, de
meest verwoede vijand dér katholieken.
Op listige wijze had hij: zijn netten uitge
zet om de jongelingen te vangen e,n op de
hoogte te komen van de plannen der ka
tholieke jeugd. Toen ze in Tinguindin
aankwamen trok de huichelaar het masker
af, zeggend: „Vrienden, jullie zijt verlo
ren! geef je gevangen!"
(Wordt vervolgd.)
Op den drie en tw|i(n(g(iiigfE|tiein Z-wd/agi
na Tinteleri'n.
Epistel vian den, H. Paulua tot de
Philippijnjon.
IH. 17—21 en IV. 1—3.
Broedersaveest mïjine navolgers on .lot
op hen, die Wapld'elciu volgens het voor
beeld hctWelk gij in ons hebt. Wiant ve
len ,van Welkte jjty ,u dikWijlp hjabl gezegd
©n nu al wieenftnde zeg, waudiele11 als
vijanden v,au Chpistusi kruis; hun einde
is de vcrdoemicous;, hun, hiuïk' is hu» 'Go.d|
en hun roemfis in kunne, s'cüiafldia; zij' stel
len .alleen hunue, zi'n'neu op aardschje din
gen. Maar onze wiandel is in dan hemel,
va,u Waar wij odkf den Zfiigfrn/a/ker ver-
wïwhten, onzen Heer Jez'us Christus, die
ons vernederd lichaam zal ter.vormen en
hjet ,a,an zijn glorierijk) lichaam? gelijkvor
mig makten, door de Werkendje k'racliit
iw'aaümiede Hij zidh alles klan onderwerpen.
Zoo dan, mijn fwjel btemiipde en teed|?ir-
geliefde broeders', m'jjne vr,eu,g|dl en mij'ne
k'roon! sta,at dus, allerliefs(ben, onwrik
baar in den Heer. Ik biiid Evodéa. ien s'meëk
Syntycihe, dat zij eensgeizibd' zijn in dén
Hioer. Jk' bid! u ook, m'ij-n oprechte pa'ede-
hielper,h. elp haar, diiq m'ot mijl, met Clel-
nrens en m'ij'ne andere medehelperis, in
het Evangelie gieiarbfid hebben. Hunne
namien staan in het BoekT degf levdns.
Evsngeiie, Mattlveus IX. 1826.
In dien tijde, ter'wijj/ Jezus tot het volk
sprak', zie daar kwam' een overste die
Hem aanbad, en zei de: Heer! mijne dpih-
te.r is nu overiedta; maar kom', leg uwe
hand op haar, en zij zal" leven. En Jiez'us
stond op en volgde hem' tatert) zijne Leerlin
gen. E.n ziet ,ete>no vro.uW, die twaalf jaren
lang ,aan eene bloie|dvloeiing? üfeed, kwam
vap achter en raakte diep boord Van zijn
kleed aan, en zieide hij' ha,ad zielve: indien
ik .sledhts zijn kleed mag aanraken, dan
zal ik genezen zijn. En Je|zusf keerde zich
om, e.n haar ziende, zlejiide Hij!: betrpulwl,
dochter, u!w geloof h|<je|fh u genezen. En
van dat uur af was da vrouW' gez'oudt En
toen Jezus in het h|uisi van dien Overste
Jkwlam1, en de tre.urpijjitelrs en de woelien'd|e
menigte za,g, z'qiida Hij: gaat vain hier;
'want het dichtertje is, niet dondj, maar
ihet slaapt. En zij lacb|ten' H'Cm: uit. En als
d'e menigte. uitgieidrqV'en iwlaiS, traid! (Hij
t|i,nrien en vatte harte hiapd. Eb het doch
tertje stond op, en dit/gepuichtiVerslpreiidlJe!
zi'urdoor die gehteele landtftrwk'.
Kalenders.
Van de firm'a Wieeaenk en Snel te
',s-Gr.aven>hage ontvingen |wij een viertal
Weekkalenders voor 1928.
Berst noemen wij den zeer hdjteondeireu
bijltelsehen kalender met 52 iStostraties
naar B/embrandt. De groote wlaarde d(izer
uitgave ligt dn 'het feit, dat ,voo.r re
productie uitsluitend db meest beroemde'
stahepipingen van den grootep Betab'raWlt
Werden gekozen, die zoo. va,a.k een nieu
wen kijk geven op mteuig Bijbelseh tafe
reeltje, en waarbij de fijnzinnige psycho
loog „in de glorie van zijn sterk BijbteSfech
sohouwten en de diepte van zijn gihriste-
lij'k mystisoh realism'e" zijn kumste.naa.ife-
gaven van aanvoelen en klarakteriseeirj^P
zoo duidelijk 'in het licht stelt. -
De prijs dezer uitgave is, f 2,50voor
het verzamelen der platen die mat vol
gende uitgaven een geheel van groote
Waarde zullen vormen, zijn tevens ajlbtenfe;
verkrijgbaar tegen f 1,50.
Op de tw'eectei plaats vermeldpn wij
de bekend© „Ons eigen lanid£'-ika]iepH(pr
(prijs f 1,90luxe uitgave f2,90).
De kalender ti'evat wederom' een keur-
collectie 'van ,de moooisbe en nieulwfete:
'kiekjes uit geheel Nederland. De uitvoe
ring in k'oper/dj.epjd'ruik mag als steeic%
acihitterend geslaagd wor,dpn genoemlk Bij
zonder veel z'org is ditmaal a,an h©,t siohallal
besteed..
Be Vogr-Hcalcmler {prijs f 3,25, bijbe-
hoorend album f 1,50), eveneens reeds, voor
velen een oude bekielndje, is inidlezlelfd'e mö;-
het niet laten, ik heb, toen ze daar in
onmacht lag, 'den bleeken mond gekust
en haar toegefluisterd: „Arme moeder,
alsoif hij van uw zoon kwam!" He'if
beeldschoon® meisje heb ik gekus|t, alsof
ze mijn engelachtig lief! zusje was, en
den edelen Harpenaar heb ik «ene hand
gegeven, zooals ik vader Albreehit van
Neuenburg bij 't afscheid de hand drukte.
Lacht gij miji nu niet uit, dat ik zooi bij
de arme zangers deed? Och, ze zijn imjmers
ook mensehen, en als gij hen kendet
Daar sprong de kluizenaar op, en ter
wijl er tranen 'langs Zijne wangen biggel
den, greep hij jonker Eitel's handen en
zeide: ,,U uitlachen, jonker, u uitlachen?
God zal u zegenen,voor wat gij deed! En
als gij denkt, dat wij die drie niet kennen,
dan vergist gij u. Buim eene week geleden
waren ze ook mijne gasten, en nu weet
ik ook h.oc het kwam, dat ik meende u
vroeger gezien te hebben, want gij gelijkt
inderdaad op den edelen harpenaar! Geloof
mij, jonker, menig edelman leeft aan het
hol' in hoogo eere, dien ik den rug toe
keer,en zou,, als ik hem ..ontmoette, terwijl
ik den harpenaar mijn zoon ,en zijne vrouw
mij.no dochter zou willen noemen. Mijne
'waarschuwing aan u om niet alle,s te ver
tellen, hebt gij voortdurend vergeten. .Wiel-
derne uitvoering gehouden als vorig jaar,
slechts met verandering van het dekblad!.
Het Wterk van den samtensitellcr, der; tek
sten en foto's, B. Tep© uil| Apeldoorn, be
hoeft geen verdere aanbcjvteling, lipt is! tot
in alSle onderdeden af. Vogjeljl ipfhebbers
vooral zulllen de vele. schoonheden ten volle
waardeer in. Bovendien bezit ze uitgave
'n sterke opvoedende kracht,\c.o.r:a(,'.jeugd
d".or de. leerzame'1 bijschriften. Wij' kun
nen ouders niet genoeg' aanraden1 ami hun
ne kinderen dezen kalend|er t^u geschenke
ge gevei».
Ten laatste noemen Wijl da „Sp jri'lialk'n-
flfir" (f2,50). Tot nu toe ia daze kalenidliir
qteeids als voJlksuitgaiVe tegen zoioi laag mo
gelijk gesteüldcn prijs, verkocht, waardoor
aan uiterlijke versiering niet veei (jijen
aan uiterlijke versiering niet v'aeül (gn
kloste kon wlcrden gelegd. Het jaar 1928,
mie.t z'ijn Olymlpiade, vormt echter, een
hoogtepunt voor den Noderl anldkcljen sport
liefhebber, zoo,dat de uitgevers meenclfeii
dtz-n kalender in een felBstk!/yer'(.be,m!oelo11l
steken, ondanks ae,n kleine prijsvephon-
ging wtelk'e hiervan h|e.t geivloClg] moeste zijn.
H. Wils ontw'iierp ditm'aall een, toepasselijk
houtsnede voor schild en dfekbClad'.
Bij Apoth. en Drogisten
Ten eeuwigén vrede!
Ons gezelsdhap oude hpertjes is taet,één
lid verta'CqrideaKlV En 'welk! een "li|d|! Nooit
OiHtmioebte .ik iemland Buej, groptere fanta,--
sie dan hij b'eait! Ee.rsit onlangs' is hij- ,als
gepensioomeerd offl:cIerrm:a,chinist jn ojfs
dorp kpmen 'wonen. Op. zijn© wahdielikgeui
l.an,gs de singels kwam1 hij ons bankje
voorbij en lichtte den teed. L.a/tor, toen ex
eens plaats ;was, zette hij zich) neder en
stelde zich voor. Al spoedig nam' hjj' ic\ec|3
aan 't gesprek en nainl alras cte Jgijl/ijng!
ervan. Hij deed zicih tennen als een ynr-
woed vijanü van alle poflitiek', dlxün tevens
als een gezworen vriend van den' Volken
bond. „Daar moet het hoen!" zei hij'. En
toen kwam hethij! had voo? den Volken
bond een afdoend! ikididftll gevonden om
zonder bloedvergieten ontaftd^jellllijk eten
eind te maken aan alle gewapend^ tw'istieni
liUBSichen de natiën. En hjj' zette, ons dat
middel ,u|iteen.
„Je boort," zoo zei.de hij', „op/ 't strand
a,an den Hoek van Holland oen. p.ut van 13
kilometer diepte en mat eten miid(?|pE|ijh
v'an 3 meter. En .in dien/ put laaiq j« 'naa,r
beneden een met asbest dikb'Oikl.ee|d(i sta
len buis van 2 meter nnjdictejip^jn. Wjaar
komt het ondereind; van d(i©i buis ffiain uit?"
(Wij' 'zwegen al» visschen.)
„In de vloeibare vuurktern der aar'die,"
ging- hij voort, „en wiapneer jo dain een
leiding 'm:aakt van den Maasmond^ naar
die buis, zoodat het Maaslwiater: dgar goed1-
deels in verdwijntwat gebeurt' er dgA
(Geen antwoord.)
„Dan Wordt dat water onlmildtjpllijk
stoom, en die stoom' stijgt met ge|w(ald'igo
kraoht naar boven tnssèhpn den, binnen
wand van den piit en d|^n biujftkwflnd
van de stalen bujsi. Zet ikl nn, op. dfen piut
een groote, lange, draaibare stalen tuit,
eindigend bijvoorbeeld!, op, geningen af
stand van bat stille strand' ter Sdhpivoniili.-
gen dan is al'daar. djs stooml wel needs ge-
cloiudenseerd tot znivor wlatcr, tot aqua
pura, zoo,als de apothekers' zeggen. Dat
zuivere Water leid übj naar reuzenitapte1.
j'Wat is daarvan 't gevolg?"
„Dat de apothekersdnanlcjies: goeidljcpoper
Iwlordan." waagde Snoek! te zoggen.
„Ook' dat!"' antlwteordjdis Bonosl (zoo
heet hij), „ook dat! Maar ,i,k' kan van Sche-
v'eningen ,uit door middlpl' van, ieildjlngenl
heel Ned«ijl(and van hot id^nklbaan miteost
zuivere idr,ink'w!ater voorzlaen. Gev.olg?"
„Grootere algeïmeene gezonidheid," op
pende ik1. f I
„Juist: langere leviensiduiur, mhar ook',
door die opbrengst van djpn wlaterverkoöp:,
id'ekiking van het in de zaak gestoken ka
pitaal .en v,an de explartitarftiieko'Sten, a|s-
mjede van de afschrijving op put, bfisi, gei-
bbuw'en en leiding, later zeSïs winst, kiox't-
om:: ciomtaercieel© leensvatblaarheid v,an de
zaak."
„Maar," zei Karper, „u zou van den
Volkenbond"
„Iklben nog niet' uitgtespTokten," nterlktcj
Bonos op. „Wiajt .i|k| n tot nu toe gezlegd'
nu,, door u mijn geheim te zeggen, zal
ik u niet ongerust maken, dat ik' ui Verra
den zal. Ik ben koning Ottoeax van Bo
booien geweest, en werd, door keizer Otto
IV onttroond. Iedereen meent, dat ik sinds
lang overleden ben, en hoewel keizer Fre
derik mij geen leed deed, en ik' geen plan
heb om inp,laats van „kluizenaar Otto"
weer „Koning Otto,car van Bohemen" te
worden, zou mijn te voorschijn treden toch
groote moeilijkheden in het K'ijk kunnen
brengen, en zou ik de vijand des keizers
kunnen worden. Keizer Frederik mag dus
niet weten wie ik hen, en nu hebt ge van
mij een groot geheim in uw bezit, vertel
mij thans gerust waarheen uwe reis; is."
,„Sire", begon Eitel, doch werd onmid
dellijk in de rede gevallen met een: „Sire
was ik, doch nu ben ik, wat ik' zoo pas
nog voor n was: „eerwaarde vader", niets
anders. Er is geen koning Ottocar meer.
Vertel nu!"
Do jonker aarzelde geen oogenblik om
te zeggen, dat hij den brief, dien hij! te
voorschijn haalde en zien liet, bij! heer
Eenno op jlen Heubach moest brengen,,
en waarom hij dat doen moest. Hij! Üraaljlo
ook niet om te vertellen hoe de krankzinj
nigc vrouwe van den Fielstein hem in een'
briefje, dat ze hem wist te doen toekomen,
heb, ra,akt de vredestaak van mijn, plan.
Er is ecihter «en oorlogstaak', de hpofd-
zaak!Ik' hebi namelijk' op500 jmete' af
stand van den put een tjwteiei meten ,d(Lk!kiC:
stalen afsluitdeun 'boven dB tuit hangen,
jd,ie, neergelaten, die tuit afsluit a£fei cien
wand. Als ik' die afsl,U|it:d|ju(r neey/janf, wait
doet mijn tuiit dan 'c
(Wij dachten en kwiegem.)
„Let nu goed op, mijne heterem, jyant
ihjer hebt n h«t Weltiensteapfciolijk? wapen
v,an den VDlitenblond'met o|nttecttoin|dki
kiiaicibt kimt dte sitoom naar hp,ven en drukt
liegen den aidhitierWaJid van ml'in fU|it. Ziio-f
,alji| u Wfeêt is dietujitl draaihKar. En nu ik'
op dezewlijz® e©n steunpunt jn de aardla
hteb gevonden, laat ik door ld(e| .oinnoam'e-
lijk'o kraciht der drukking van d|en ^toota
op den achterwand' van mijn tujilvt'lq aarrJia
naai' tlelieven draaiien oml haar as. van 't
Oosten naar 't Wiesiten, van 't Noorden1
naar 't Zuidien, van Noordwest naar Zuidj;
oost, 'kbrtomi, precies zoo,als 'ik' wil, en,
door :aan mijn tuit een snel' drjaaitcmdp he-
iWleging te geven, Iaat ikr de iaaide zelfs
p;tils]taan. Bqgrijlpit u?"
(Wjj deden alsof.)
„Maar Wat heeft da Volklenblonri Haar-
mec te makten vroeg ijk 'einidpljjk'.
„De Volk'enbonid," menpier, „of liever
't bestuur ervan, is «igenaar v,ani de heele
zaalc en dus meester van da tuitlbbwie^jing.
Bestond de zaak" op 't .ooganlMik re-edte!.
dan zou het bestuur kunnen ttel:egr(afeeiren
zet aanle stil, Ohiniai in 'tldonkler. Klwtestia
van eon moment. In het Hemelse/te' Bijk
ging net zoolang, de zon niet 'meer op,
totdat het uit Was met vachten. En dat
zon gauw genoeg uit zijn, want denk' er
je maar eens in: diq zon blijft 'srm'orgens
Weg.... niets groqit mleer, niet gedijt.—/
Zouden zóó niet alle ruziies tussdhen de
naties en tussclken dia burgers onderling
ineens .fit z'ijn? Hè? China, in. ,'t donker!
Die Sovjets in 't donkerPortugal'! Wat
G een van ons anderen lcion hek. .plan b'e-
ooriileelen cp zijn iwietonsidhappedijkleiwaiari-
de. Van de miadha.nio'a, wieten wijl enkbl nog
m'a,ar, da,t actie gelijk! is aan rcacitiie. Maar
de actie van onzen nieuwen- pra,tefl had' op
ons verschillende uitwerking. De m'eesten
Iwaren er stil van gewonden. Aliïeen Pril
ler, .die zoo'n soort van natuiulrfilósoo'f'
is, e.n die anders steeds weinig ziegt, h;er(-
haald'e nu„J,a,, denk! je d|aaq oanB in, als
'smlor.gens het licht van de zon; eens Weg
bleef, het zonnelicht, Waai" we geen woord
v,an dank voor uiten en dat.wiejsJtp,eKl^!'m'a.a-J
aanvaarden als ,i ets héél gelwbans wat'
zonden 'al onze ahdeoe poB'PP^wjtj6® ons
nesterijen van niikfe' toeschijnen
„Volkomen juist," beaamd,e Bonos, die
miji'bij 'tlaöclbejdnetaien een knipoogje gaf.
Maar dat k!an ik me óók'Wtel vekblaeld
hebbten
Amandeltaartje.
250 gr. zelfrijzend bakmeel, 150 gr.
suiker, 150 gr. amandelen, 100 gr. boter,
2 eieren, 1 d.L. melk. Bereiding: Die eier
dooiers lang kloppen met de suikerhier
bij vo.egen het meel, de gemalen amande
len, de gesmolten boter (in oen dun straal
tje), de melk en ten slotte het ytijf gel-
klopte eiwit. Van te voren een spring
vorm insmeren jn-ct boter, het mengsel hier
dadelijk in overdoen en de taart in een
gelijkmatig verwarmden oven, imiet goede
ondorwarmte gaai' en lichtbruin bakken
(1 a li/2 uur). Koud laten worden, en dik
bestrooien met poedersuiker.
Pinda-kaas. (Voor de boterkarn.)
1 Kg. olienoten, 10 gr. boter, zont
en peper. Bereiding: De verseh gebrande
pinda's van schil en vlies jes ontdoen.
Eenige keeren door den vleesehmblen tot
ze goed' fijn geworden zijn. £ie dan goed
vermengen met de boter, zout en iets pe
per. De pinda-kaas niet al te lang bewa
ren, daar ze dan ranzing van smaak kan
worden.
Over afgeroomde jui Karnemelk.
In melk' zijn all de voedenidlq bestandldic|a-
len aanwezig, noodig voor ophouw en in,-
standhouding van het lichaam'. Die stof
fen zijn eilwiit, vet, koolhydraten (stoffen,
Waaronder b.v. suikter en zetmeel tei rokte
nen zijn), iwlater en zouten. Het vet- hun
nen wte zonder Ihfipmiddjellen gemakkelijk
in de melk' aantoonen. Daarvoor behoeven
'wte haar slechts een dag rustig te Haten
staan, Iwlaa.rbij zidh dan aan de oppervlak-
te de bekende roomlaag vormt. Uit dieze
room wlordt de boter bereidj. We honden
dan over melk', wharin nog silledhtsi weinig
vet meer voorkomt,, fcefwijl nagenoeg aJle
vet vefw'ijderd is bij d|a hunstmlatige af
gemeld had, dat zijn leven o,pi den laatsten
dag van zijn tocht gevaar liep, en dat
ridder Johann hem dat ook op een strookje
perkament, dat tusschen zijn brood' lag,
geschreven had.
Zonder dat 'Eitel het zag, gaven do
kluizenaar en de voormalige hofnar el
kander «en teeken met de oogen, en de
laatste zeide: „Eerwaarde vader, het is al
laat, en de jonker zal vermoeid zijn. iWie
moesten daarom nn liever ons avond)miaaï
gaan doen, dan kan de jonker gaa,n sla
pen."
„Dat is goed, Solon, haal het brood
en' doe er ook eene kan van den wijn) bij!,
dien we zelf gemaakt hebben," zeide de
kluizenaar.
Na weinige «ogenblikken genoten alle
drie van het eenvoudige maal, doeh toen
men met een vollen beker elkander goeden
nacht zon toedrinken, deed Solon onge
merkt in den beker van Eitel een paar
druppels uit een klein flesdhje. Het was
een onschuldig middel, dat vast deed sja-
pen, en niet zoodra lag Eitel dan ook op
zijn warm varenleger, of' hijj sliep vast dn,
en eenige «ogenblikken later sloop Spion
binnen en haalde den brief fit dan zak
van des jonkers lijfrok.
(Wprdt vervolgd.)