Tweede Blad Bieten rooien UIT DE PERS FEUILLETON Machtiger dan de Keizer. KERKNIEUWS LANDBOUW EN VEETEELT Ontspanningslectuur. HTERPA8 5 NOVEMBER 1927 NIEUWE ZEBUWSCHE COORAWt *>•-— »t< NederlandO Nederland In den eersten -taj'd dier sociale; be|wte|ging pn tijdens de naweeën djeir eerstel werkstaj- ïnigen, die malaise en werkloosheid na fidO sleepten, kon men op da hpeken van straten z.g. „proletariërs", 'f zij1 alleen, 't zij in 't gezelsfclhap van hiin vtoiuIw1, of nog liever m;et kindieren, op denj a,rmi, koo- ren zingen: „Neerlan'd, o Neerland!, %an is het gtoodl Daar wlorden de hondijek imiet "binoiodj [en eieren gevoéd Maar de iwterkloozen verkberen in nood Dijden niet vrouw en kinderen den [grooteten nood. Thans zijn de werklooz'en zoover dat hun .Agitatie-Comité in Rotterdam) aan B. en W. heeft voorgesteld, dat aan alle swrkloozen productief werk! wordt ver schaft tegen de gielilendio coutrackooné", of anders een on|dersltenniag gelijk a.an dlte Joonen. .Wnt dit zeggen wil, m'oge blijken uit het volgende In datzelfde Rotterdam' verdienen stu- dadoors 'b5j> de thans: in aanboulwj zijnde H. B. S. en Gymhasiufal-geWouWten aan het Hienegouwtorplejn van f 75 tot f 100 per yeek. 1 If Voor m'enigen intellectueel oan te 'w ater- tandien - i f Maar de stuoadoor, of „die leeiijke m!an m'et zijn m'ooien naam" (zon noemde Al- berd. Thym h'eta') wias daar niet mieie tevre den en edsdht® 30 «/o vertoogijngl 't Gevolg Was, dat de patroons zoo on geveer 't zelfde zeiden, wat Wleüirigjtoln opperde tegen iem'and, d(ie hem' bedreigde oolmprolmitteerend© bkieven te zullen pu- Wiceeren als !hij: geen geld afschoof: „pu bliceer en.... verdwijn!" De Rotterdalm&'dhe patroons tieten de etucladjuors1 staan en.... dedten zelf het werk: tot groote vreugde der [werkloos gewor- denen, die zich nu bij! hun' wierklooze qol- lega's aansluiten en door m'iddjei van hun Comité van A'dtie aan B. en W, uitkeieiring vragen van een ondersteuning gelijk aan de oontr.a<ftlioone!n 1 lAlls dat 'ook f 75' tot f 100! per Week is, kan de Rottexdaimladhe Werklooshieidj een moderne en Welvarende inldpistric worden, die een goede toekomst) tégfeimbst gaat!!! 'n Betere toeko'mtet in elk! geval, dan Rot terdam! iw'adhf. Koninklijke waardeerjng. „De Tijd'" Schrijft: De stad Nijmegen raakt langzamerhand met haar Universiteit geheel vertrouwd1 en leert ze steeds hooger waardeeren, naar mate haar cultureele en ifSna-nlcieale voor- doelen meer aan 'het licht komen. Nijjmie- gen's burgerij' is inderdaad trotseh op haar. Driversiteit en daarom wekt "daar alge meen© teleurstelling het feit, dat Hare Majesteit de Koningin bij haar bezoek de R.-K. Hoogesc'hool zoo geheel is voorbij' gegaan. Nu Hare Majesteit na zeven en dertig jaren deze gemeente weer bietrad, moest Zij daar veel veranderd vinden, met name het feit, dat Nijmegen Universiteits stad geworden was, zooals door den Bur gemeester van Nijmegen, den heer van Se'haedk Mathon, in zijn toespraak dan ook' uitdrukkelijk en tot ieders voldoening is gereleveerd. Nu begrijpen wij, dat de tij|d van Hare Majesteit uitermate b'epierkt was, dak Zij dus noch' '.Universiteit, noch! ook andere instellingen kon bezoeken; dat Zij zélfs geen opwachting van Recto en As sessoren kon toestaan, aangezien, de re ceptie beperkt bleef! tot de leden van den gemeenteraad.. Maar wel heeft het pijnlijk getroffen, dat de uitdrukkelijke vermel ding, door den burgemeester, va.n Nijme gen als Universiteitsstad', slechts door een algemaene zinsnede ais „de vestiging va.n belangrijke nieuwe instellingen." beant woordt werd. Zóó komt onze Universiteit op één lijii te staan met b.v. een export- slagerij en andiere nuttige instituten van dien aard. Aan -een koningswoord, wij weten, het, mag men niet „deuteln", en mien mag hiet betuttelen evenmin, daarvoor staat het te hoog. Maar juist omdat wij een woord' uit koninklijken mond, zoo hoog achten, zou ook maar 'n vleugje koninklijke waar- deering; ook maar het simpel noejmlen van het reeds zoo bloeiendie Nijmeegsch eui- tuurinstituut. een instelling, die het nationale element sterk op den voorgrond dringt, die trouwe kweekt aan God, maar 47 Vrij lang bleef hij' daar geknield lig gen, doch toen hij opstond, werd hij verrast door den opdunnenden nevel, die als door een onzichtbaren mond weggeblazen werd, en kort daarna straalde en glansde de zon in volle winterkraoht. iW,a.t deed dat vriendelijke licht hem' goed! Het scheen hem toe, dat, na zij'n ge- hea', ham Gods antwoord gebracht werd „Vrees niet; want Ik waak over u!" Geheel bemoedigd reed hij nu, beschenen door de zon voort. De hoornen hielden op met druppelen, en na eene poos hoorde hij- lat eigenaardige kraken van bevriezende sneeuw, telkens als zijn paard' een poot nederzette. Aan de schaduwen berekende Eitel, dat net reeds na den middag moest wezen, en, daar de helft van den weg nog niet af gelegd scheen .te zijn, spoorde hij zijb faavü tot een galof1 aan. Vrij- snel ging het nu voort en al heel npoedig kwam hij- op den tweesprong. „Halt, Bruin, ho!" riep hij zij'n paard! en als het dier stil stond:, vroegEiteDj 1 j>VVrat was het nu pok? „Rechts en ook aan Land en Landsvrouwe, en waar van ook door tal van Protestanten gebruik wordt gemaakt welkom en weldoende geweest zijn, en zou 'in hooge mate tot te vredenheid en dankbaarheid hebben ge stemd. Op den twec-cn-twiniigst.cn Zondag na Pinks tier en. Epistel van den H. P.aulus tot de Philippijinen. Broeders! wij betrouwen op den Heer Jezus, dat hij, die het goede werk in u heeft begonnen, het ook zal voleinden tot op d'en dag van Jezus Christus, gelijk het billijk i.s, dat ik zulk' een gevoelen, van u allen heb; want ik draag u in mijn hart, bij mijne boeien, bij' de verdedié -ging en bevestiging van het evangelie, u, die allen d'eelgenoaten van mijne vreug de zijt. Want God is mijn getuige, hoe zeer ik u allen bemin, door de inwendige liefde van Jezus Christus. Dit bid ik ook, dat uwe liefde meer en meer boe- neme in wetenschap en in al'le kennis, opdat gij moogt onderkennen, hetgene het beste is, ten einde gij oprecht en zonder aanstoot zijn tot den dag van Christus, vervuild! m.et de vruchten der rechtvaar digheid, door Jezus Christus', tot eer en lof van God. Evangelie, Mattheus. XXII 1521. Iu dien tijde gingen de Farizeërs he nen en hielden raad, hoe zij Jezus in zijne woorden zouden vangen. En zijl zon den hunne leerlingen met «enige Herodi- anen tot Hem, en zeidenMeesterwij weten dat Gij oprecht zijt en den weg ontziet, dewijl Gij geen acht geeft op het aanzien der mensehen. Zeg ons dan, wat dunkt U, is het geoorloofd den keizei' cijns te betalen, of niet? Dan Jezus kende hunne boosheid, en zeide: wat toetst gij mij, gij geveinsden! toont mij) den cijbs- penning. En zij vertoonden Hem eenen tie.nling. En Jezus zeide hunwiens beelden opschrift is dit Zij zeiden hem des keizers. Toen zeide Hij hun: geeft dan den keizer wat den keizer toekomt, en aan God wat God toekomt. Zbenwsilie Landbouw Mij. Onder leiding van den viee-voorzitter, den heer W. Kakebeebe, hield het dage lijkse!)! bestuur dezer dagen te Goes zijn gewone maandelijksche vergadering. Na opening en goedkeuring der notulen werd naar aanleiding van de vele klachten, welke er ten aanzien van het personen- en goederenvervoer meermalen worden geuit, besloten om aan de Provinciale Staten te adviseeren in te stellen een verkeerscom- missie met een adiviaeerend en voorlich tend karakter bestaande uit vertegenwoor digers van alle 'bedrijfstakken, die. onder leiding van den Commissaris der Konin gin of door dezen aan te wjjzen voorzit ter 2 o'f 3 ilceer per jaar zou kunnen ver gaderen. De kosten van de afvaardiging zou voor rekening van de organisaties kunnen komen, terwijl alleen die admini stratieve koéten voor rekening der Provin cie zouden moeten worden gebracht. Uitvoerige besprekingen werden gehou den over 'de knoeierijen in den pootaardap- pelhandel. Besloten werd om de Regeering volledig in te lichten evenals den land- bouwconsulent in België. De plannen tot reorganisatie van het Centraal Bureau werden na uitvoerige be sprekingen in principe met 6 tegen 2 st. aanvaard. De vraag of de Z. L. M. lid zal blijven zal afhankelijk worden gesteld van de aansluiting der plaatselijke vereeni- gingen en van d.e to volgen werkwijze. In overweging zal wordien gegeven op een drietal plaatsen vergaderingen te beleg- gen. Advies werd1 uitgebracht aan het K.N. L.O. betreffende een ontwerp-veiligheids- wet, de forensenbelasting, grondslag van do belastingheffing, Internationaal Land- bouw-Instituut. Besloten wordt behoudens goedkeuring van het Hoofdbestuur te benoemen als leerares in de naaldvakken aan de L,and- bonw-huishoud'school te Zierikzee, mej. G. H. Sterringa te Groningen. Tot afgevaardigde naar de algemeene vergadering van het K.N.L.C. werd de 'secretaris' .aangewezen, terwijl -een lid van de weidec'omïmissie als plaatsvervangend afgevaardigde de vergadering zal kunnen bijwonen. Voor den legwedstrijd van de V.P..Z. zal f 25,beschikbaar worden gesteld. niet links afslaan," of „Links en niet rechts afslaan?" .Waarin versprak Friedel zich? Was het niet links, of wat liet niet rechts?" Een o,ogenblik nog nagedacht en dan „Ik geloof het zeker te weten, dat iki rechts moet afslaan! Ja, ja, het is zoo.: het wa.s rechts!" Vol moed' reed hij nu de heerbaan op, welke aan zijne rechterhand' lag, en hij' Was dus werkelijk op: den goeden weg naar den Schneehorn. De vorst nam met kracht toe; de baan was 'best en een uur lang ging liet in vollen galop verder. Op eenmaal echter werd' de baan veel smaller en ruwer. Groote steenen schenen hier niet opzet neergelegd te zijn om het voortrijden te beletten. Had! Eitel goed gekeken, dan zou hij gezien hebben, dat die steenen met de neerschuivenjde sneeuw van den berg, oan welks voet d-e baan zich kronkelde, mede naa.r benejden gekomen waren. Nu de zon nog zoo helder scheen en het zoo hapd vroor, dacht hij niet aan den nevel en het dooiweder van dezen morgen, en bromide hij ontevreden„Neen, dit kan da heerbaan niet zijn! Friedel moet dan toeih „links afslaan" gezegj hebben. Maar stil, de berg is niet 'hoog. Ik zal op| Hen top klimlmen, miissohian kan ik dan wel Kloven, ontvellingen, schrammen en andere huidverwondingen ver zacht en geneest men snel met PUROL. Doos 30, 60 en 90 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Aan do kringen zal worden verzocht inlichtingen te wllen verstrekken over de schade door waterwild. Het Natuurkundig Genootschap te Mid delburg stelde de introductiekaarten be schikbaar voor de lezing over de Zuider zeewerken, mits d'e Z.L.M. f25,bijdroeg in de kosten. Besloten werd' de introductiekaarten voor 'f! 0,50 'beschikbaar te stellen. In de voortgezette vergadering op: 31 October! d'. a.v. werd kennis genomen van da correspondentie met den minister van1 Waterstaat over het verbod' van het rijden met gekoppelde wagens op: de Rijkswegen. Hoewel thans vanwege den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat vergunningen worden verleend, heeft het K.N.L.C. aan gedrongen om artikel 6 te doen vervallen. Voorts werdi er opi gewezen, dat ook de bepaling, dat de lading niet breeder mag zijn dan 3 M. bezwaren oplevert. Hier over zullen nadere inlichtingen worden in gewonnen. Met instemming werd kennis genomen van het resultaat der vergadering met verschillende corporaties 'betreffende de wijziging van het reglement op die merrie- keuringen. Op de voorgestelde wijzigingen zal de goedkeuring vam. het Provinciaal bestuur worden gevraagd. Een nader onderzoek zal worden inge steld naar de verhooging van de recog nities door' de Spoorwegen. Aan Gedeputeerde Staten zal worden verzocht afwijzend te 'beschikken opi het verzoek tot afpaling van een eendenkooi op Schouwen. Kennis werd genomen van de adressen van het K.L.N.C. betreffende het roekeloos rijden met motorrijtuigen en het antwoord van dien minister daarop1. De vergadering kan zich niet vereeni gen met het voorstel van de O.verijsseL sche Landbouw Maatschappij om bij) de re geering aan te dringen op het instellen van een Rij lesfonds, waaruit de schade door een stormramp veroorzaakt, zou kunnen wor den vergoed. Men was van oordeel dat door onderling verzekeren daaraan was tegemoet te komen. Er wa.s weinig, .animo voor het deelne men aan een tentoonstelling van de waar borgen, die in Nederland ten aanzien van die landbouwproducten worden verleend, welke ter gelegenheid van de Olympiade gehouden worden. Het wetsontwerp tot wijziging van de leerplichtwet gaf' aanleiding tot enkele be merkingen welke ter kennis van het K.N. L.C. zullen worden gebracht. Een bespreking had/ plaats over de la gere landbouwscholen. Omtrent het ver zoek van het K.N.L.C. om enkele plaatsen te noemen welke voor de stichting van een lagere landbouwschool in aanmerking komen, zal heb advies worden gevraagd van die kringen. Mededeeling werd gedaan van het on gunstig resultaat van d.e levering van kriel voor d'e aardap/pelmeelfabricage. Vervolgens had een bespreking plaats over de ontwerp-'begrooting 1928. De vergadering van het Hoofdbestuur werd op 28 November a.s. bepaald'. Meer dan drie-honderd-vijftig dagen door Pierre l'Ermite. De huur is aïgeloopen. De kleine huur van 200 tftancs, voor een jaar waarvan de vrouw acht weken en hij slechts veertien dagen genieten kon. Dezen morgen, heel vroeg, want om 9 uur moet hij opi zijn past zijn, en men heeft tot 't laatste oogenblik van de va.ca.ntie willen prólïteer.en, heeft hij de groene blinden van het buitenhuisje opi de haken gezet; zijn vronw en kinderen voor zich laten uitgaan en na nog een laatisten blik te hebben geworpen op 't land|sehap rondom' is hij langq 't steile pad naar 't station afgedaald. Hij is vertrokken met een bedroefd' hart. li," Hij, achterkleinzoon van een boer, hij! die 't landleven ontrouw is geworden, tot hem' zijn de geheimie eharimes van 't land opeens doorgedrongen. den Söhneehorn of een amder kasteel zien!" Hij steeg af, bond zijn paard aan een boom en begon den berg te bestijgen, docjk dat koste moeite, veel moeite, en toen hij. eindelijk den topi bereikt had, nieuwe te leurstelling! Bergtoppen, die hooger waren dan deze zag hij, en niets anders! „Terug, terug naar den tweesprong," zeide hij met een zucht, en dan links 1" In woedende vaart ging het nu weer terug en de zon dook weg. Nijldig keek Eitel op en bromde: „Zool Alwee^ sneeuwwolken! Voort, voort, an ders overvalt mij mogelijk een sneeuw storm bus^chan de 'bergen!" L)e tweesprong was snel bereikt en sneller, in wilder galop' steeds, ging het nu ■links op. Het werdi donkerder en ijzig koud! Voort maar, aldoor voort! Bruin söheen vleugels te hebben. Nog donkerder, veel donkerder werd het, nu hij opder de hooge dennen van een woest bergwoud' kwam,. Of hij thans den moed begon te ver liezen? Integendeel 'hij kreeg meer moed. Zei de niet de naam van den burcht, dat hij1 op een besneeuwde hoogte lag? Hij m'oest dus op dert rechten weg zijn, het kon niet apder®, en nog ging het verder in vliegende vaart, steeds dieper het diolite Hij heeft haar herkend' die de koorts wegneemt van 't brandend voorhoofd. Zij, die de borst uitzet en de armen Sterk maakt. Zij, die de bleekheid der wangen weer roze kleurt. Zij, die 't hoofd doet omhoog héfïen omidat 't plafond! duizeling wekkend hoog is. Zij, die de binocle van do oogen wegneemt omdat de miuren zich verwijden. Zoo ver als de horizon zich uitstrekt en omdat de wind dit niet gaar ne ziet! Hij is vertrokken, verdrietig. Aeht weken geleden kwam zijn vrouw hier, haar arm; was vermoeid'; haar ge laatskleur verwelkt; h,a,ar zenuwen hevig gespannen. Nu ziet ze er kalm' en flriseh weer uit. Z'n kinderen zijn hier gekomen met 'n ronden rug, smalle schouders, niet etend, slecht slapend, met te groote holle oogen in hun wasbleeke gezichten. In den tijd van enkele weken hoéft hun borst zich uitgezet, hun teinten zijn verhard, hun huid heeft zich gebruind als-een goud-reinet. O, die mooie kinderen; met tanden als jonge wolven Hijl zelf, hij voelt zich beter. Lucht is binnengedrongen in z'n lon gen die vol stof! waren. Het r.ustige buitenleven hééft ook in vloed gehad op z'n ziel. Hij,, die in Piarjjls nooit naar de kerk ging, hij heeft de twee Zondagen de H. Mis bijgewoond in de kleine dorpskerk, hij is er heengegaan alé familievader, z'n jongste aan de eene, zijn kleine meisje aan de andere hand. Tweemaal heeft hij van dien kansd door den pastoor de eeuwige waarheden hooien verkondigen waaraan Hij nooit meer dacht. En menigmaal hee(f d hij, afs hij; 's lajvondis) den schitterenden sterrenhemel bewonder de, uitgeroepen Wiat moet Hij toch groot zij'n, d:e God: Die dit alles in 't heelal heeft ge schapen en geordend. Hij! is verdrietig. Hij hééft het vertrek verschoven tot 't laatste oogenblik, als een vriend' die de hand van zijlui vriend niet'kan loslaten. Het was o'f er melancholie hing in de lucht. Reeds is het land niet heelemaa 1 meer groen. Neen, ieder© .boom schijnt zich als 't ware tot d'en dood voor te bereiden. De kastanjeboom' wordt bruin; de esch lijkt wel van louter goud:; de wingerd bloedrood. Ziet hoe zijn vruchten als 't- ware gretig opdrinken de laatste stralen van de laatste zon. Men zou zeg'gen d!at de aarde haar af valligen wil terughouden, of ten minste berouw bij hen opwekken en dat ze zich daarom tooit met ha.ar rijkste tooisel o|m' hen dien indruk mee te_geven bij hun ver trek. Maar men moet zich haasten. Het sein wordt gegeven dat de trein in aantocht is. De kinderen hebben afscheid genomen van hun konijn, hun kippen, hun duiven, en laten beloven dat men ze altijd: zou laten leven, altijd! D'e moeder heeft voor 't laatst een kleinen ruiker geplukt. D'e man drukt do han;d van den tuinman, die rustig dat vertrek van mensehen en bagage naar 't station gadeslaat. Dan komt 't g'eheisch in d© overvolle coupé's, gevuld! met zwijgendij reizigers, bedienden als hij, met zorg gekleed, vol gens de dure eischen van de moderne beschaving. Gefluit! En do stoet veroordeelden zet zich in beweging. .W.aut hij voelt zich nu een veroor deelde. God' schiep: de oneindige ruimte. Hij zal, met een jaarlijiksch inkomen van duizend: francs, zich moeten bchelpien met dlrie kamertjes van drie meter o.p drie en een halven elk. God! schiep de wjjde hemel. Hij' zal er oen zien, groot als een zlak- doek. God schiep de vogels en de bloemen. Hij mag een kanarie in een kooitje houdien, maar o wee als hij een bloempot! aan 't venster durft zetten. Dan komt de po litie dadelijk proces-verbaal tegen hem' op maken. God maakte het heldere bronwater. Hij' zal water dbinken uit de waterlei ding. God schiepl de lucht zuiver. Hij zal die inademen van de mehropo- litain! Van vandaag af is hij nu weer voor een jaar opgenomen in het raderwerk van de groote stad'. Voor een heel jaar, het zoo- I I In 't kraaiennest, j h»nh» ihbuhr rauuiam hih* Zioo die ouden zongen... De radio-ruzie duurt nog vroolijk voort. Het is inderdaad vermakelijk de boos heid te aanschouwen van die liberale en neutrale pers, nu de christelijke volks groepen, met dien eigen zender, het deel kregen wat li,nn toekwam. De vrij'zinnige heieren hadden de huid al zoo prachtig verdeeld. Het vierkante vel' was voor de neutralerigheid en de pootjes met 't staartje voor katholieken en chris- telijlren. De beer moest nog geschoten worden, doch de op geldzakken steunende hand van de Hilversumsche lag zoo vast; het Telegraaï'geweer scheen zoo voortref felijk, en de beer was zoo dik en Zoo nabij, dat missen onmogelijk Scheen. Eilasie! de hoeren hadden buiten den mi nister van .Waterstaat en pater P'erquin gerekendi, die net het deel van 'n seconde vlugger waren; Bruintje neerlegden en de huid naar recht en reden versneden. De poppen aan het dansen; erger dan ooit de beer het op zijn gloeiende plaait gedaan had. 'n Golf van scheldwoorden vloeiden via de kolommen der groote bla den over Neêrlands landouwen. Erger! De laster moest te hulp komen. 't Is een geldzaakje giftigd© de Tele graaf, die zoo bang is voor „liet slijk der aarde", de leiders, pater Rerqnin en mr. v. Deurne, trekken er centjes van. Hoogstaande journalistiek nietwaar, zoo'n gefantaseerde opwerping. De liberale grootbladen, dje anders van het eene slakje naar den ander hollen^ met hun zoutpotje, lieten het glibberige leugen- dier van de Telegraaf! kruipen. Zie hadiden er hun deugd' in en kletsten mede over sectarisme in den aether, splijtzwam, en meer van dat fraais. Waar de Oude zoo. valseh Zongen, lag het voor de hand, dat het gepiep der jon gen, niet gehoor-streelenid/ zon zijn. 't Gebeurde dan ook en zoo kregen We Zaterdag de Middelburgsche Courant in het concert der dissonanten te hooren. O, o, wat kraste dat! 't Moest lever- schudding beteekenen, maar 't draaide op een gaïbreuk uit. Hoe groot is ons land toch in kleine zaken! Daar zijn nu een honderdtal .onzer intel- lectueele volksgeestvoederaarS bezig, om een eenvoudige daad van rechtvaardigheid, scheef te praten; daag: probeert nu sinds jaar en jjag, bet merg onzer natie, om bun mallemeulentje tegen dien wind in te draaien en de goegemeente wijs te maken, 'dat een onbenullig klein groepje liberalen eigenlijk de massa is, en de meer derheid van ons volk, ,den pietpenterigen naam' vap sect© toekomt. Enfin, wie 't laatst lacht, laeiht het laatst. De radio-ruzie zal wel uitraz'eaen wij houden den zender. UITKIJK'. veelste onderdeel van 't zooiveelste onder deel van de groote machine. Vanaf vandaag zal hij prompt, zooals de wijzer van zijn horloge, in zij'n rayon van de zijden stoffen moeten staan 'q knor- gens van 8 tot 121/2 en verder den ge- heelen namiddag. Dat is een overdrukke zaak, waarin steedis een lucht hangt als van zieke mus- kusdieran; tussehen een chef! die lijdend© is aan slechte spijsvertering en een eerste bediende die hem wil verdringen. En dat gedurende drie honderd vijftig dagen in 't jaar. Dan, terwijl de wagen schomlmelt en er fluitende treinen voorbijrijden ziet de arme Parijzenaar in den geest voor zich de rus tige boer die hen daar straks zag Vertrek-" ken. Wat zou hij nu doen, vadertje Ma,- thieu? Dat is er ten minste een aan wien de spijsvertering van zijn chef onvers)dhil- lig is- i Hij weegt op dit .oogenblik misschien hoe zwaar do pieren zijn om' te iweten of e'e geplukt moeten worden? Of op een bos stroo gezeten, rist hij: mis schien de snijboonen afll Of hij ziet hoe de zon stajjgfc in den blauwen hemel en zegt dan tot zich Zelf: goed: weer voor m'n appelboomen? En van avond zal hij, vergezeld door zijn hond; naar zijp huisje terugkeerem, zijn avondeten klaarmaken en terwijl hij zich; ontkleedt om te gaan slapen, uitre- kenne of' 't verblijf van de P,anj|zenaars hem werkelijk voordeel gebracht lieeft. Hij! draagt geen stijven boord, geen "woud in. Zwaarder werden de groene kruinen der forsche dennen, en nam daardoor die duis ternis in het would toe, nog donkerder werd het nu de wolken zich verdikten en de eerste sneeuwvlokken door de kleine opien ruimten Jer boomkruinen dwarre lend op de heerbaan neervielen. Nog eenige oogenjblikken slechts en het zou onzinnighiei)d: geweest zijn, niet alleen om voort te hollen, maar zelfs piml stap voets te rijden. Van het paard' kon hij de heerbaan niet meer zien.. Hij steeg dus af, nam! s&jn hijl- gend ros bij den teugel en schreed voort. Kouder, werd het, veel kouder! Dich ter, voortdurend dichter viel de sneeuw, en boven zijn hoofïdi hoorde hij' den storm de dennenkruinen geeseïen, Moeitevol sleepte Eitel zioh voort, al door langzamer, steeds trager! Even rusten, even voortstrompelen Hij kon niet m'eer, ach, hij kon niet meer verder! „Hier, hier sterven! Ver, heel ver van vadier en Moeder, van Adolf en Ada!" klaagde hij. Op; het gevoel bond' hij zijn paard nan een boom, kuste het voor den kopt, en snikte: „Arm, trouw beest, konidet ge mij maar verstaan! Vaarwel, lief diier, vaar wel l" Nog een kus, en naar een boom strompe lend, knielde Eit el neer om, zoo hij! in een de, zijn laatste avondgebed te doem- Toen zette hij zich neer, wikkelde zich in jzij;n mantel, murpi'eMie «en: „Vaarwel, vaar wel, goede vader, lieve moeder! Vaarwel vaarwel, Adolf en Ada! Heer, wees mij mij... genadig!" Hij sloot de oogen en „Wof! IWjof! iW.of!" hoorde hij in de verte 'blaffen. Luisterend hieif Eitel zich op. „Wöf! Wof! .Wof!" klonk het weer, maar ver, heel ver af. „Mogelijk wolven," dacht Eitel, en hij liuiver.de bij de gedachte eene prooi van die vreeselijke dieren te moeten worden. Kalm bleef Bruin staan, want Eitel hoorde het arme dier zich niet bewegen. Daar schoot hem' het verhaal van deD wol ven jager zijns vaders te binnen,. „Op meer dan een half uur afstands ruiken de paarden de wolven en worden ze onrustig," had hij verteld, en dit was nu geen „rechts, niet links", ófl „links^ niet rechts"! Neen, dat wist hij zeker, dat, dat had de wolvenjager gezegd:. Eitel stond! op, legde zijn© hand op het paard! en (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 5