Tweede Blad
Bieten rooien
UIT DE PERS
FEUILLETON
Machtiger dan de Keizer.
KERKNIEUWS
LANDBOUW EN VEETEELT
Ontspanningslectuur.
HTERPA8 5 NOVEMBER 1927 NIEUWE ZEBUWSCHE COORAWt
*>•-—
»t< NederlandO Nederland
In den eersten -taj'd dier sociale; be|wte|ging
pn tijdens de naweeën djeir eerstel werkstaj-
ïnigen, die malaise en werkloosheid na
fidO sleepten, kon men op da hpeken van
straten z.g. „proletariërs", 'f zij1 alleen,
't zij in 't gezelsfclhap van hiin vtoiuIw1, of
nog liever m;et kindieren, op denj a,rmi, koo-
ren zingen:
„Neerlan'd, o Neerland!, %an is het gtoodl
Daar wlorden de hondijek imiet "binoiodj
[en eieren gevoéd
Maar de iwterkloozen verkberen in nood
Dijden niet vrouw en kinderen den
[grooteten nood.
Thans zijn de werklooz'en zoover dat
hun .Agitatie-Comité in Rotterdam) aan
B. en W. heeft voorgesteld, dat aan alle
swrkloozen productief werk! wordt ver
schaft tegen de gielilendio coutrackooné",
of anders een on|dersltenniag gelijk a.an dlte
Joonen.
.Wnt dit zeggen wil, m'oge blijken uit
het volgende
In datzelfde Rotterdam' verdienen stu-
dadoors 'b5j> de thans: in aanboulwj zijnde H.
B. S. en Gymhasiufal-geWouWten aan het
Hienegouwtorplejn van f 75 tot f 100 per
yeek. 1 If
Voor m'enigen intellectueel oan te 'w ater-
tandien - i f
Maar de stuoadoor, of „die leeiijke m!an
m'et zijn m'ooien naam" (zon noemde Al-
berd. Thym h'eta') wias daar niet mieie tevre
den en edsdht® 30 «/o vertoogijngl
't Gevolg Was, dat de patroons zoo on
geveer 't zelfde zeiden, wat Wleüirigjtoln
opperde tegen iem'and, d(ie hem' bedreigde
oolmprolmitteerend© bkieven te zullen pu-
Wiceeren als !hij: geen geld afschoof: „pu
bliceer en.... verdwijn!"
De Rotterdalm&'dhe patroons tieten de
etucladjuors1 staan en.... dedten zelf het werk:
tot groote vreugde der [werkloos gewor-
denen, die zich nu bij! hun' wierklooze qol-
lega's aansluiten en door m'iddjei van hun
Comité van A'dtie aan B. en W, uitkeieiring
vragen van een ondersteuning gelijk aan
de oontr.a<ftlioone!n 1
lAlls dat 'ook f 75' tot f 100! per Week is,
kan de Rottexdaimladhe Werklooshieidj een
moderne en Welvarende inldpistric worden,
die een goede toekomst) tégfeimbst gaat!!!
'n Betere toeko'mtet in elk! geval, dan Rot
terdam! iw'adhf.
Koninklijke waardeerjng.
„De Tijd'" Schrijft:
De stad Nijmegen raakt langzamerhand
met haar Universiteit geheel vertrouwd1 en
leert ze steeds hooger waardeeren, naar
mate haar cultureele en ifSna-nlcieale voor-
doelen meer aan 'het licht komen. Nijjmie-
gen's burgerij' is inderdaad trotseh op haar.
Driversiteit en daarom wekt "daar alge
meen© teleurstelling het feit, dat Hare
Majesteit de Koningin bij haar bezoek de
R.-K. Hoogesc'hool zoo geheel is voorbij'
gegaan. Nu Hare Majesteit na zeven en
dertig jaren deze gemeente weer bietrad,
moest Zij daar veel veranderd vinden, met
name het feit, dat Nijmegen Universiteits
stad geworden was, zooals door den Bur
gemeester van Nijmegen, den heer van
Se'haedk Mathon, in zijn toespraak dan ook'
uitdrukkelijk en tot ieders voldoening is
gereleveerd. Nu begrijpen wij, dat de tij|d
van Hare Majesteit uitermate b'epierkt was,
dak Zij dus noch' '.Universiteit, noch! ook
andere instellingen kon bezoeken; dat Zij
zélfs geen opwachting van Recto en As
sessoren kon toestaan, aangezien, de re
ceptie beperkt bleef! tot de leden van den
gemeenteraad.. Maar wel heeft het pijnlijk
getroffen, dat de uitdrukkelijke vermel
ding, door den burgemeester, va.n Nijme
gen als Universiteitsstad', slechts door een
algemaene zinsnede ais „de vestiging va.n
belangrijke nieuwe instellingen." beant
woordt werd. Zóó komt onze Universiteit
op één lijii te staan met b.v. een export-
slagerij en andiere nuttige instituten van
dien aard.
Aan -een koningswoord, wij weten, het,
mag men niet „deuteln", en mien mag hiet
betuttelen evenmin, daarvoor staat het
te hoog. Maar juist omdat wij een woord'
uit koninklijken mond, zoo hoog achten,
zou ook maar 'n vleugje koninklijke waar-
deering; ook maar het simpel noejmlen van
het reeds zoo bloeiendie Nijmeegsch eui-
tuurinstituut. een instelling, die het
nationale element sterk op den voorgrond
dringt, die trouwe kweekt aan God, maar
47
Vrij lang bleef hij' daar geknield lig
gen, doch toen hij opstond, werd hij verrast
door den opdunnenden nevel, die als door
een onzichtbaren mond weggeblazen werd,
en kort daarna straalde en glansde de
zon in volle winterkraoht.
iW,a.t deed dat vriendelijke licht hem'
goed! Het scheen hem toe, dat, na zij'n ge-
hea', ham Gods antwoord gebracht werd
„Vrees niet; want Ik waak over u!"
Geheel bemoedigd reed hij nu, beschenen
door de zon voort. De hoornen hielden op
met druppelen, en na eene poos hoorde hij-
lat eigenaardige kraken van bevriezende
sneeuw, telkens als zijn paard' een poot
nederzette.
Aan de schaduwen berekende Eitel, dat
net reeds na den middag moest wezen, en,
daar de helft van den weg nog niet af
gelegd scheen .te zijn, spoorde hij zijb
faavü tot een galof1 aan.
Vrij- snel ging het nu voort en al heel
npoedig kwam hij- op den tweesprong.
„Halt, Bruin, ho!" riep hij zij'n paard!
en als het dier stil stond:, vroegEiteDj
1 j>VVrat was het nu pok? „Rechts en
ook aan Land en Landsvrouwe, en waar
van ook door tal van Protestanten gebruik
wordt gemaakt welkom en weldoende
geweest zijn, en zou 'in hooge mate tot te
vredenheid en dankbaarheid hebben ge
stemd.
Op den twec-cn-twiniigst.cn Zondag
na Pinks tier en.
Epistel van den H. P.aulus tot de
Philippijinen.
Broeders! wij betrouwen op den Heer
Jezus, dat hij, die het goede werk in u
heeft begonnen, het ook zal voleinden tot
op d'en dag van Jezus Christus, gelijk het
billijk i.s, dat ik zulk' een gevoelen, van
u allen heb; want ik draag u in mijn
hart, bij mijne boeien, bij' de verdedié
-ging en bevestiging van het evangelie,
u, die allen d'eelgenoaten van mijne vreug
de zijt. Want God is mijn getuige, hoe
zeer ik u allen bemin, door de inwendige
liefde van Jezus Christus. Dit bid ik
ook, dat uwe liefde meer en meer boe-
neme in wetenschap en in al'le kennis,
opdat gij moogt onderkennen, hetgene het
beste is, ten einde gij oprecht en zonder
aanstoot zijn tot den dag van Christus,
vervuild! m.et de vruchten der rechtvaar
digheid, door Jezus Christus', tot eer en
lof van God.
Evangelie, Mattheus. XXII 1521.
Iu dien tijde gingen de Farizeërs he
nen en hielden raad, hoe zij Jezus in
zijne woorden zouden vangen. En zijl zon
den hunne leerlingen met «enige Herodi-
anen tot Hem, en zeidenMeesterwij
weten dat Gij oprecht zijt en den weg
ontziet, dewijl Gij geen acht geeft op het
aanzien der mensehen. Zeg ons dan, wat
dunkt U, is het geoorloofd den keizei'
cijns te betalen, of niet? Dan Jezus kende
hunne boosheid, en zeide: wat toetst gij
mij, gij geveinsden! toont mij) den cijbs-
penning. En zij vertoonden Hem eenen
tie.nling. En Jezus zeide hunwiens
beelden opschrift is dit Zij zeiden hem
des keizers. Toen zeide Hij hun: geeft
dan den keizer wat den keizer toekomt,
en aan God wat God toekomt.
Zbenwsilie Landbouw Mij.
Onder leiding van den viee-voorzitter,
den heer W. Kakebeebe, hield het dage
lijkse!)! bestuur dezer dagen te Goes zijn
gewone maandelijksche vergadering.
Na opening en goedkeuring der notulen
werd naar aanleiding van de vele klachten,
welke er ten aanzien van het personen- en
goederenvervoer meermalen worden geuit,
besloten om aan de Provinciale Staten te
adviseeren in te stellen een verkeerscom-
missie met een adiviaeerend en voorlich
tend karakter bestaande uit vertegenwoor
digers van alle 'bedrijfstakken, die. onder
leiding van den Commissaris der Konin
gin of door dezen aan te wjjzen voorzit
ter 2 o'f 3 ilceer per jaar zou kunnen ver
gaderen. De kosten van de afvaardiging
zou voor rekening van de organisaties
kunnen komen, terwijl alleen die admini
stratieve koéten voor rekening der Provin
cie zouden moeten worden gebracht.
Uitvoerige besprekingen werden gehou
den over 'de knoeierijen in den pootaardap-
pelhandel. Besloten werd om de Regeering
volledig in te lichten evenals den land-
bouwconsulent in België.
De plannen tot reorganisatie van het
Centraal Bureau werden na uitvoerige be
sprekingen in principe met 6 tegen 2 st.
aanvaard. De vraag of de Z. L. M. lid zal
blijven zal afhankelijk worden gesteld van
de aansluiting der plaatselijke vereeni-
gingen en van d.e to volgen werkwijze. In
overweging zal wordien gegeven op een
drietal plaatsen vergaderingen te beleg-
gen.
Advies werd1 uitgebracht aan het K.N.
L.O. betreffende een ontwerp-veiligheids-
wet, de forensenbelasting, grondslag van
do belastingheffing, Internationaal Land-
bouw-Instituut.
Besloten wordt behoudens goedkeuring
van het Hoofdbestuur te benoemen als
leerares in de naaldvakken aan de L,and-
bonw-huishoud'school te Zierikzee, mej. G.
H. Sterringa te Groningen.
Tot afgevaardigde naar de algemeene
vergadering van het K.N.L.C. werd de
'secretaris' .aangewezen, terwijl -een lid van
de weidec'omïmissie als plaatsvervangend
afgevaardigde de vergadering zal kunnen
bijwonen.
Voor den legwedstrijd van de V.P..Z.
zal f 25,beschikbaar worden gesteld.
niet links afslaan," of „Links en niet
rechts afslaan?" .Waarin versprak Friedel
zich? Was het niet links, of wat liet
niet rechts?"
Een o,ogenblik nog nagedacht en dan
„Ik geloof het zeker te weten, dat iki
rechts moet afslaan! Ja, ja, het is zoo.:
het wa.s rechts!"
Vol moed' reed hij nu de heerbaan op,
welke aan zijne rechterhand' lag, en hij' Was
dus werkelijk op: den goeden weg naar den
Schneehorn.
De vorst nam met kracht toe; de baan
was 'best en een uur lang ging liet in vollen
galop verder.
Op eenmaal echter werd' de baan veel
smaller en ruwer. Groote steenen schenen
hier niet opzet neergelegd te zijn om het
voortrijden te beletten.
Had! Eitel goed gekeken, dan zou hij
gezien hebben, dat die steenen met de
neerschuivenjde sneeuw van den berg, oan
welks voet d-e baan zich kronkelde, mede
naa.r benejden gekomen waren.
Nu de zon nog zoo helder scheen en het
zoo hapd vroor, dacht hij niet aan den
nevel en het dooiweder van dezen morgen,
en bromide hij ontevreden„Neen, dit kan
da heerbaan niet zijn! Friedel moet dan
toeih „links afslaan" gezegj hebben. Maar
stil, de berg is niet 'hoog. Ik zal op| Hen
top klimlmen, miissohian kan ik dan wel
Kloven, ontvellingen, schrammen
en andere huidverwondingen ver
zacht en geneest men snel met
PUROL. Doos 30, 60 en 90 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
Aan do kringen zal worden verzocht
inlichtingen te wllen verstrekken over
de schade door waterwild.
Het Natuurkundig Genootschap te Mid
delburg stelde de introductiekaarten be
schikbaar voor de lezing over de Zuider
zeewerken, mits d'e Z.L.M. f25,bijdroeg
in de kosten.
Besloten werd' de introductiekaarten
voor 'f! 0,50 'beschikbaar te stellen.
In de voortgezette vergadering op: 31
October! d'. a.v. werd kennis genomen van
da correspondentie met den minister van1
Waterstaat over het verbod' van het rijden
met gekoppelde wagens op: de Rijkswegen.
Hoewel thans vanwege den hoofdingenieur
van den Rijkswaterstaat vergunningen
worden verleend, heeft het K.N.L.C. aan
gedrongen om artikel 6 te doen vervallen.
Voorts werdi er opi gewezen, dat ook de
bepaling, dat de lading niet breeder mag
zijn dan 3 M. bezwaren oplevert. Hier
over zullen nadere inlichtingen worden in
gewonnen.
Met instemming werd kennis genomen
van het resultaat der vergadering met
verschillende corporaties 'betreffende de
wijziging van het reglement op die merrie-
keuringen. Op de voorgestelde wijzigingen
zal de goedkeuring vam. het Provinciaal
bestuur worden gevraagd.
Een nader onderzoek zal worden inge
steld naar de verhooging van de recog
nities door' de Spoorwegen.
Aan Gedeputeerde Staten zal worden
verzocht afwijzend te 'beschikken opi het
verzoek tot afpaling van een eendenkooi
op Schouwen.
Kennis werd genomen van de adressen
van het K.L.N.C. betreffende het roekeloos
rijden met motorrijtuigen en het antwoord
van dien minister daarop1.
De vergadering kan zich niet vereeni
gen met het voorstel van de O.verijsseL
sche Landbouw Maatschappij om bij) de re
geering aan te dringen op het instellen van
een Rij lesfonds, waaruit de schade door een
stormramp veroorzaakt, zou kunnen wor
den vergoed. Men was van oordeel dat
door onderling verzekeren daaraan was
tegemoet te komen.
Er wa.s weinig, .animo voor het deelne
men aan een tentoonstelling van de waar
borgen, die in Nederland ten aanzien van
die landbouwproducten worden verleend,
welke ter gelegenheid van de Olympiade
gehouden worden.
Het wetsontwerp tot wijziging van de
leerplichtwet gaf' aanleiding tot enkele be
merkingen welke ter kennis van het K.N.
L.C. zullen worden gebracht.
Een bespreking had/ plaats over de la
gere landbouwscholen. Omtrent het ver
zoek van het K.N.L.C. om enkele plaatsen
te noemen welke voor de stichting van
een lagere landbouwschool in aanmerking
komen, zal heb advies worden gevraagd
van die kringen.
Mededeeling werd gedaan van het on
gunstig resultaat van d.e levering van kriel
voor d'e aardap/pelmeelfabricage.
Vervolgens had een bespreking plaats
over de ontwerp-'begrooting 1928.
De vergadering van het Hoofdbestuur
werd op 28 November a.s. bepaald'.
Meer dan drie-honderd-vijftig
dagen
door Pierre l'Ermite.
De huur is aïgeloopen.
De kleine huur van 200 tftancs, voor
een jaar waarvan de vrouw acht weken
en hij slechts veertien dagen genieten kon.
Dezen morgen, heel vroeg, want om 9
uur moet hij opi zijn past zijn, en men
heeft tot 't laatste oogenblik van de
va.ca.ntie willen prólïteer.en, heeft hij de
groene blinden van het buitenhuisje opi
de haken gezet; zijn vronw en kinderen
voor zich laten uitgaan en na nog een
laatisten blik te hebben geworpen op 't
land|sehap rondom' is hij langq 't steile
pad naar 't station afgedaald.
Hij is vertrokken met een bedroefd'
hart. li,"
Hij, achterkleinzoon van een boer, hij!
die 't landleven ontrouw is geworden, tot
hem' zijn de geheimie eharimes van 't land
opeens doorgedrongen.
den Söhneehorn of een amder kasteel zien!"
Hij steeg af, bond zijn paard aan een
boom en begon den berg te bestijgen, docjk
dat koste moeite, veel moeite, en toen hij.
eindelijk den topi bereikt had, nieuwe te
leurstelling! Bergtoppen, die hooger waren
dan deze zag hij, en niets anders!
„Terug, terug naar den tweesprong,"
zeide hij met een zucht, en dan links 1"
In woedende vaart ging het nu weer
terug en de zon dook weg.
Nijldig keek Eitel op en bromde: „Zool
Alwee^ sneeuwwolken! Voort, voort, an
ders overvalt mij mogelijk een sneeuw
storm bus^chan de 'bergen!"
L)e tweesprong was snel bereikt en
sneller, in wilder galop' steeds, ging het nu
■links op.
Het werdi donkerder en ijzig koud!
Voort maar, aldoor voort! Bruin söheen
vleugels te hebben.
Nog donkerder, veel donkerder werd het,
nu hij opder de hooge dennen van een
woest bergwoud' kwam,.
Of hij thans den moed begon te ver
liezen?
Integendeel 'hij kreeg meer moed. Zei
de niet de naam van den burcht, dat hij1
op een besneeuwde hoogte lag? Hij m'oest
dus op dert rechten weg zijn, het kon
niet apder®, en nog ging het verder in
vliegende vaart, steeds dieper het diolite
Hij heeft haar herkend' die de koorts
wegneemt van 't brandend voorhoofd. Zij,
die de borst uitzet en de armen Sterk
maakt. Zij, die de bleekheid der wangen
weer roze kleurt. Zij, die 't hoofd doet
omhoog héfïen omidat 't plafond! duizeling
wekkend hoog is. Zij, die de binocle van
do oogen wegneemt omdat de miuren zich
verwijden. Zoo ver als de horizon zich
uitstrekt en omdat de wind dit niet gaar
ne ziet!
Hij is vertrokken, verdrietig.
Aeht weken geleden kwam zijn vrouw
hier, haar arm; was vermoeid'; haar ge
laatskleur verwelkt; h,a,ar zenuwen hevig
gespannen.
Nu ziet ze er kalm' en flriseh weer
uit. Z'n kinderen zijn hier gekomen met
'n ronden rug, smalle schouders, niet etend,
slecht slapend, met te groote holle oogen
in hun wasbleeke gezichten.
In den tijd van enkele weken hoéft
hun borst zich uitgezet, hun teinten zijn
verhard, hun huid heeft zich gebruind
als-een goud-reinet. O, die mooie kinderen;
met tanden als jonge wolven
Hijl zelf, hij voelt zich beter.
Lucht is binnengedrongen in z'n lon
gen die vol stof! waren.
Het r.ustige buitenleven hééft ook in
vloed gehad op z'n ziel. Hij,, die in Piarjjls
nooit naar de kerk ging, hij heeft de twee
Zondagen de H. Mis bijgewoond in de
kleine dorpskerk, hij is er heengegaan alé
familievader, z'n jongste aan de eene,
zijn kleine meisje aan de andere hand.
Tweemaal heeft hij van dien kansd door
den pastoor de eeuwige waarheden hooien
verkondigen waaraan Hij nooit meer dacht.
En menigmaal hee(f d hij, afs hij; 's lajvondis)
den schitterenden sterrenhemel bewonder
de, uitgeroepen
Wiat moet Hij toch groot zij'n, d:e
God: Die dit alles in 't heelal heeft ge
schapen en geordend.
Hij! is verdrietig. Hij hééft het vertrek
verschoven tot 't laatste oogenblik, als
een vriend' die de hand van zijlui vriend
niet'kan loslaten.
Het was o'f er melancholie hing in de
lucht.
Reeds is het land niet heelemaa 1 meer
groen.
Neen, ieder© .boom schijnt zich als
't ware tot d'en dood voor te bereiden.
De kastanjeboom' wordt bruin; de esch
lijkt wel van louter goud:; de wingerd
bloedrood. Ziet hoe zijn vruchten als 't-
ware gretig opdrinken de laatste stralen
van de laatste zon.
Men zou zeg'gen d!at de aarde haar af
valligen wil terughouden, of ten minste
berouw bij hen opwekken en dat ze zich
daarom tooit met ha.ar rijkste tooisel o|m'
hen dien indruk mee te_geven bij hun ver
trek.
Maar men moet zich haasten.
Het sein wordt gegeven dat de trein in
aantocht is.
De kinderen hebben afscheid genomen
van hun konijn, hun kippen, hun duiven,
en laten beloven dat men ze altijd: zou
laten leven, altijd!
D'e moeder heeft voor 't laatst een
kleinen ruiker geplukt.
D'e man drukt do han;d van den tuinman,
die rustig dat vertrek van mensehen en
bagage naar 't station gadeslaat.
Dan komt 't g'eheisch in d© overvolle
coupé's, gevuld! met zwijgendij reizigers,
bedienden als hij, met zorg gekleed, vol
gens de dure eischen van de moderne
beschaving.
Gefluit!
En do stoet veroordeelden zet zich in
beweging.
.W.aut hij voelt zich nu een veroor
deelde.
God' schiep: de oneindige ruimte.
Hij zal, met een jaarlijiksch inkomen van
duizend: francs, zich moeten bchelpien met
dlrie kamertjes van drie meter o.p drie en
een halven elk.
God! schiep de wjjde hemel.
Hij' zal er oen zien, groot als een zlak-
doek. God schiep de vogels en de bloemen.
Hij mag een kanarie in een kooitje houdien,
maar o wee als hij een bloempot! aan 't
venster durft zetten. Dan komt de po
litie dadelijk proces-verbaal tegen hem' op
maken.
God maakte het heldere bronwater.
Hij' zal water dbinken uit de waterlei
ding.
God schiepl de lucht zuiver.
Hij zal die inademen van de mehropo-
litain!
Van vandaag af is hij nu weer voor een
jaar opgenomen in het raderwerk van de
groote stad'. Voor een heel jaar, het zoo-
I
I In 't kraaiennest, j
h»nh» ihbuhr rauuiam hih*
Zioo die ouden zongen...
De radio-ruzie duurt nog vroolijk voort.
Het is inderdaad vermakelijk de boos
heid te aanschouwen van die liberale en
neutrale pers, nu de christelijke volks
groepen, met dien eigen zender, het deel
kregen wat li,nn toekwam.
De vrij'zinnige heieren hadden de huid al
zoo prachtig verdeeld. Het vierkante vel'
was voor de neutralerigheid en de pootjes
met 't staartje voor katholieken en chris-
telijlren. De beer moest nog geschoten
worden, doch de op geldzakken steunende
hand van de Hilversumsche lag zoo vast;
het Telegraaï'geweer scheen zoo voortref
felijk, en de beer was zoo dik en Zoo
nabij, dat missen onmogelijk Scheen.
Eilasie! de hoeren hadden buiten den mi
nister van .Waterstaat en pater P'erquin
gerekendi, die net het deel van 'n seconde
vlugger waren; Bruintje neerlegden en de
huid naar recht en reden versneden.
De poppen aan het dansen; erger dan
ooit de beer het op zijn gloeiende plaait
gedaan had. 'n Golf van scheldwoorden
vloeiden via de kolommen der groote bla
den over Neêrlands landouwen.
Erger! De laster moest te hulp komen.
't Is een geldzaakje giftigd© de Tele
graaf, die zoo bang is voor „liet slijk
der aarde", de leiders, pater Rerqnin en
mr. v. Deurne, trekken er centjes van.
Hoogstaande journalistiek nietwaar,
zoo'n gefantaseerde opwerping.
De liberale grootbladen, dje anders van
het eene slakje naar den ander hollen^ met
hun zoutpotje, lieten het glibberige leugen-
dier van de Telegraaf! kruipen. Zie hadiden
er hun deugd' in en kletsten mede over
sectarisme in den aether, splijtzwam, en
meer van dat fraais.
Waar de Oude zoo. valseh Zongen, lag
het voor de hand, dat het gepiep der jon
gen, niet gehoor-streelenid/ zon zijn.
't Gebeurde dan ook en zoo kregen We
Zaterdag de Middelburgsche Courant in
het concert der dissonanten te hooren.
O, o, wat kraste dat! 't Moest lever-
schudding beteekenen, maar 't draaide op
een gaïbreuk uit.
Hoe groot is ons land toch in kleine
zaken!
Daar zijn nu een honderdtal .onzer intel-
lectueele volksgeestvoederaarS bezig, om
een eenvoudige daad van rechtvaardigheid,
scheef te praten; daag: probeert nu sinds
jaar en jjag, bet merg onzer natie, om
bun mallemeulentje tegen dien wind in
te draaien en de goegemeente wijs te
maken, 'dat een onbenullig klein groepje
liberalen eigenlijk de massa is, en de meer
derheid van ons volk, ,den pietpenterigen
naam' vap sect© toekomt. Enfin, wie 't
laatst lacht, laeiht het laatst.
De radio-ruzie zal wel uitraz'eaen
wij houden den zender.
UITKIJK'.
veelste onderdeel van 't zooiveelste onder
deel van de groote machine.
Vanaf vandaag zal hij prompt, zooals
de wijzer van zijn horloge, in zij'n rayon
van de zijden stoffen moeten staan 'q knor-
gens van 8 tot 121/2 en verder den ge-
heelen namiddag.
Dat is een overdrukke zaak, waarin
steedis een lucht hangt als van zieke mus-
kusdieran; tussehen een chef! die lijdend©
is aan slechte spijsvertering en een eerste
bediende die hem wil verdringen. En dat
gedurende drie honderd vijftig dagen in
't jaar.
Dan, terwijl de wagen schomlmelt en er
fluitende treinen voorbijrijden ziet de arme
Parijzenaar in den geest voor zich de rus
tige boer die hen daar straks zag Vertrek-"
ken.
Wat zou hij nu doen, vadertje Ma,-
thieu? Dat is er ten minste een aan wien
de spijsvertering van zijn chef onvers)dhil-
lig is- i
Hij weegt op dit .oogenblik misschien hoe
zwaar do pieren zijn om' te iweten of e'e
geplukt moeten worden?
Of op een bos stroo gezeten, rist hij: mis
schien de snijboonen afll
Of hij ziet hoe de zon stajjgfc in den
blauwen hemel en zegt dan tot zich Zelf:
goed: weer voor m'n appelboomen?
En van avond zal hij, vergezeld door
zijn hond; naar zijp huisje terugkeerem,
zijn avondeten klaarmaken en terwijl hij
zich; ontkleedt om te gaan slapen, uitre-
kenne of' 't verblijf van de P,anj|zenaars
hem werkelijk voordeel gebracht lieeft.
Hij! draagt geen stijven boord, geen
"woud in.
Zwaarder werden de groene kruinen der
forsche dennen, en nam daardoor die duis
ternis in het would toe, nog donkerder
werd het nu de wolken zich verdikten en
de eerste sneeuwvlokken door de kleine
opien ruimten Jer boomkruinen dwarre
lend op de heerbaan neervielen.
Nog eenige oogenjblikken slechts en het
zou onzinnighiei)d: geweest zijn, niet alleen
om voort te hollen, maar zelfs piml stap
voets te rijden.
Van het paard' kon hij de heerbaan niet
meer zien.. Hij steeg dus af, nam! s&jn hijl-
gend ros bij den teugel en schreed voort.
Kouder, werd het, veel kouder! Dich
ter, voortdurend dichter viel de sneeuw, en
boven zijn hoofïdi hoorde hij' den storm
de dennenkruinen geeseïen,
Moeitevol sleepte Eitel zioh voort, al
door langzamer, steeds trager!
Even rusten, even voortstrompelen
Hij kon niet m'eer, ach, hij kon niet
meer verder!
„Hier, hier sterven! Ver, heel ver van
vadier en Moeder, van Adolf en Ada!"
klaagde hij.
Op; het gevoel bond' hij zijn paard nan
een boom, kuste het voor den kopt, en
snikte: „Arm, trouw beest, konidet ge mij
maar verstaan! Vaarwel, lief diier, vaar
wel l"
Nog een kus, en naar een boom strompe
lend, knielde Eit el neer om, zoo hij! in een de,
zijn laatste avondgebed te doem- Toen
zette hij zich neer, wikkelde zich in jzij;n
mantel, murpi'eMie «en: „Vaarwel, vaar
wel, goede vader, lieve moeder! Vaarwel
vaarwel, Adolf en Ada! Heer, wees mij
mij... genadig!"
Hij sloot de oogen en
„Wof! IWjof! iW.of!" hoorde hij in de
verte 'blaffen.
Luisterend hieif Eitel zich op.
„Wöf! Wof! .Wof!" klonk het weer,
maar ver, heel ver af.
„Mogelijk wolven," dacht Eitel, en hij
liuiver.de bij de gedachte eene prooi van
die vreeselijke dieren te moeten worden.
Kalm bleef Bruin staan, want Eitel hoorde
het arme dier zich niet bewegen.
Daar schoot hem' het verhaal van deD
wol ven jager zijns vaders te binnen,.
„Op meer dan een half uur afstands
ruiken de paarden de wolven en worden ze
onrustig," had hij verteld, en dit was nu
geen „rechts, niet links", ófl „links^ niet
rechts"! Neen, dat wist hij zeker, dat,
dat had de wolvenjager gezegd:.
Eitel stond! op, legde zijn© hand op
het paard! en
(Wordt vervolgd.)