Temengd nieuws"
ZATERPAQ 17 SEPTEMBER 1927
NIEUWE ZEKUWSCHE COURANT
VAN HIER EN DAAR
ALLERLEI
Gekke gesprekken
j In 't kraaiennest.
Oak dit lboejkl lijlkt cms zon'm) gidfiencW
pogi^S1 die hoewe jniet ge
heel gelukt, tocih tolt tevredePheild v«fr
jnag te stemimiep.
Vervelend is de stijl -dezer 12 levens
schetsen gélukkig laimg niet en de over
turning van die „groote mannen .en; vrou-
lWn" ini den geweldigen twéekalnfp mot
zichzelf, is niet zoo tglaid ie|n| gteimlakkte-lïjik
voorgesteld, als vooihléen het -geval was.
Ai wordt niet' '«Je jobj-eptiviiitie'ilti va|n|
Geurt® „Gestalten en geidaöhifcen" bereikt:
aan redelijk» verlangens vtror 'n volks-
toelr is vrijwel - voldaan.
Zoo kunnen we een wiarm© aambdvicliiilg
schrijven en tevens hopen, dat de lering,
mn dit boek, de Mtw-e|r(kip|g zal -hebben,
"Jvelke de schrijver er vap verwacht.
„Naar G»d". Ov-erwegipgep -én gebe
den vooral voor de rijlpejre j-eugd, dbpr
A. M. J. Lourij-sen O. ss. B(.
Vap dit to.t kerkboek yepwerkte boek
Bct gulden sappige levemlriessen is r.eedg
candor in qpts blad een waardeependé be
spreking gewijld, waarom'i wij pp mét deze
aankomidiging vtolsfaan; G© veïkoop van
57.000 lexemipi. in epkeite i j'a,r«p is tnop'wens
welsprekend génioeg.
Lotus-retlame.
De firma, Jurgens, olniuitputbciijk in heit
.beienkepi van origineel© i reclame, luidt
haar nicuiwe reielamtecamlpagnie weer in -miet
«n (prijbvrjaag, dip het doem .zal.
Zijl -stelt ter beschikking' van iedhreenj
wol |m]cidcdipgie|n-, een kaart vton Nederland,
waarop tussclhcn id© h.opd|e|iGen plaatsna
men ia, do woordiep „Lotus, „zoet", ,-als"
es „TQopx1" taRooze mlalep vtor kopien.
De opgaVte is nu, -dat deizo woordjes ge
zocht, opgeteld iep oih|de^attr©e^p(t, -mtofttep
worden, tcTwijl do uitkomst vriu de optal-
ling, voor elk der woordje® iahPzótmdieutllijjh?,
vermeld mote-t worden op het verza-mtel:-
lijstje aan dén; voelt van jdio Epta-lamdkaart
Niet (minder Gap. f 20.000 ,zal d» firmla
Jurgens oimder haar mleekamfpepdé cliën
ten verdiéeleP'.
Dc 'hoofdprijs aid f! 5000 zal worddn toe
gekend aan- haar o'f hém, -die- prec-ieS h|öeft
aaPgegov» door onderstreping _em ver
melding op het vorzapielllïj'stje,. waar, ,«n
hoeveel rnlalen elk deT vier woordéu Lotus
zoet als room is gevrandiejUde volgende
prijzen komen toe aan hen, die het dicjhjtsfc
daarbij- komien.
'Pot 1.8 October staat de mqdcd'ingipg
aan deze dmitetrcssante prijfewraag op-en en
■het Vtalt te voorzien, dat'welderDim(jluizetni-
ilen Ned®pla|nders een kans cq> de bedui
dende geldsommen zullen gaan wagen.
Nadere inlichtingen zijn hij alle wjnke-
liers te bekomen. -
Horaizan.
Horaizan (Dajadijis-g-ebergte) klinkt d'it
■woord nie-t aLs een sprookje? vraagt pater
Joseph Seihwientek in de jongst versehe-
nen aflevering van de Katholieke Missiën.
Geen wonder, zoo vertelt hij verdier, dat dje
fantasie van het Japansche volk het reeds
jnet sagen 'heeft omweven en het voor, dien
Japannees hot Wonderland is gebleven.
Horaizan is een befgiachtige eilanden
groep, heel ver al' in het verre Oosten, dc
zon tegemoet, Waar men den dlood' niet
kent en waar nimpie|r de winter heerseht.
Nooit verwelkende bloemen rw'edüjivejen er
in geur en klcufenpiradht, glanzende vruch
ten noodep tot plukken. .Wie er -eenmaal
van geproefd heol't, bespeurt nooit mie-er
honger en dofst. Het Wonderlijke Sosjinsji,
het heerlijke Kikoegoaoi, het geheimzinni
ge Bankonto groeit en geneest iedere ziek
te. Ergens ook gfoeit het kruid tegen d-en
dood, oml Wlelke reden de dbod( het niet
waagt, zijn intrede te doen in Horaizan.
Het groeit bijl de ifeeënhron, wier kristal
helder water eeujwig jeugdige schoonheid
schenkt.
Oude mens dien.
Men houdt zich in Bulgarije Wat den
speuidienst en "het verzamelen van sta
tistische gegevens betreft, ni-et louter
bezig met h/et. jacht maken op verdankte
elementen, doch richt ook zijn belangstel
lend! onderzoek opden levensduur 'dier
bevolking. D-e bladen en' naai- het
schijnt ook de regeering. stellen zich d!e
vraag of- het inderdaad wlaar, is, Iw'at in het
buitenland vaak .Woijdlt beweerd, dat n.l.
zooveel Bulgaren _een buitengëWonen, bijpa
fabelachtig-hoogep oud-endorn- bereiken.
Men kent zijn. pappenheimers en houdt dus
rekening anet de eigenschap- vooral van dien
Bulgaarschen boer, die het -met zijn japen-
tal niet zoo nauw! nee-mit. Dikwijls zijn gle-
baortejaai) en -dag hem) onb-ekendl tepjwijH
daarenboven d-e ou.de menschen het bijlzon
der belangwekkend vinden, zich zoo oud
mogelijk voor te doen, veel oud-er, dap zij
zijn. Hierdoor is het te verklaren, d-at in
de eerste statistische gegevens over het
aantal oude liejdien in Bulgarije veel hoo-
gere getallen voorkomen, dan in de latere.
Volgens een telling op 31 December 1900
bevonden zich in Bulgprij-e 9934 aaensichen
van 'beiderlei kunne van 90 tot 99 j.a,ar -en
2719 boven de honderd jaar N.a da telling
werd een opderzoek ingesteld, wlaarbijj dc
gemeentebesturen ^'e opidlracht badd'en, al
het 'mB,teria,al, dat tot oph-e!l|dering kon die
hen, nauwkeurig te yerzamjelen. Na deze
herziening d-aaljd'e het pantal oudjes van
90—99 j-aar op 7577 en die bpvep dh 100
jaar op 2139. Op 100.000 inwoners kjw|a-
men 5H honderd-jarigen voor. Ook dit apn-
is nog hoog en wiordt in geinig ander e
staten bereikt. Zpf» mpeiten -er in Servië
00 'mienschen van over 100 jpar op 100.000
mwoners koim;en, in Griekenlapd .15, ip
Portugal 7, in Estland,, Spanje, Hongarije,
oorwegen 1. In Bejgië, Dienemorken,
'inland, Holland), Ztwitserlgnd, Tsjecho-
sloiVakije bereikt nau|wiellij(ks 1 imwonep op
'mdlioen een leeftdj-d van 100 ja,ar. Groot©
eofiilicicmten hestaap in enkele buitep-
uropeesche staten, zoo bijv. in, Goluml
33, Japan 24, Cuba 23, Brazilië 22,
D-e mienschen zijp er als volwassen kin
deren, altijd! vrij, büiji en gelukkig. Zo
eten hun rijst uit kleipe schaaltjes, waafin
ze niet miindert, vooj d|e menschen verzai
digd zijn. Hun dorst lessöhen ze uit nog
kleinere schaaltjes m-et sakewijn, die niet
leeg raken voof dd dorst gestild is. En
wanneer dezie gelukkige iwiezens gegeten ©n
gedronken hëbbien, d-an voelen zijl v.olLedig
het groote geluk van Hofaizan, hjet piara-
dijs-geluk.
Dit en nog veel andpre d-ingen worden
reeds voor tientallen eeuwen verteld onder
het groote volk van Horaizan, dat ver
naar het Oosten, naaf 'den opgang dier
Zon lag. Daarvan hoorde ook voor 1100
de miachtige vorst Sji-Hoeang. Hij was een
miaohtig heorscher maar kjende nog -een
sterkenen, dien hijvreesde, den dood. Toen
zond hij! zijn lijfarts uit naaf, Horaizan
om het kruid tegen dpn dood te halen.
Deze ging, m-aar ke-erde niet terug ea dje
keizer stietrf. Zijp lijfarts bleef in Horai
zan m-aar stierf ook, want hoe schoolt*
het land' ook zijn mocht, hoe gelukkig zijn
bewoners ook scheuep, veel van wat miep
van het mooie land vertelde, ,was m-aar
een sprookje. Jaarlijks dpedI er de .winter
zijn intreden; ellend-e, ziekte en nood .wa
ren ook in Horaizan bekend en d,e feeën-
bron was, Wanneer ze ook al ooit gevloeid
-had, sedert onheugelijke tijden verdroogd.
D-e mindere man at zijin spijzen niet uit
schalen, miaar van gtroote bladar-en en de
sake-wijP, dien hij gaarne dronk, min
derde miaar al te gapwi in de kroezen. Het
leek wel, of d-e kroezen lek' geweest waren.
Ook tranen en grijze haren waren in Ho
raizan beken,d. Maar ondanks alles was
het land mooi en b-eviel den lijfarts. Hij
bleef er en onderwees het gioedto volk,
leerde het bete,re moraal en beteren Ie-
venssm-aak. '.Wanneer h-eden ten d.age een
vreemdeling dit land betreedt, denkt hij
te komen in ©en sprookjesland. O, de za
lige tijd in Japan, wanneer m-en het met
de oogen van den aankomier ziet, dep schijn
voor werkelijkheid, het uiterlijke voor het
innerlijke houdt! Wanneer men d'e taal
niet verstaat, Me historie van het laad; niet
kent en voor alles als voor ©en boek' miet
zeven sloten staat, wanneer m-en zich ver
baast, alles bewondert -en zich over, alles
verhepgt!
Maar zooals voor tientallen eeuw en met
Hpraizan, zoo stapt het ook heden ten diagp
met 'Japan. Het is niet alles zooals mep
het in boeken leest en evenmin zooals men
het ziet bij! den eersten aanblik. W|ie dee
per kijikt, zooals de- lij'fa.rts des keizer^,
ziet, dat het in Japan piet andiers is dan
eldersi 1
(Schminken.
Naar gpijze, .verre tijden moet mam
teruggaan, als m«n de vrouw wil vindeP,
di© het leieist haar, gelapt door sch!mlifn(-
kep mboior hwfifc tnachtani te miaik)ep.
[Wjas hét öep Azia.tische, eeW Europeu-
sdre? Geep mwnsch kap dat imeeii zeg
gen, maar imteinl wieat, dat zoowel ip
Azië als in Europa de vinouwcmi zlich mjaer,
d-an tweeduizepd jaar vpor de Christelijke
tij-drefceni'nig schminktep. Misschien wist
zelfs d© Giewmaansche vfouw r^pdsi vpu
schminken en wel door de Romoicsohc,
di© heur happ met goudstof! poederde, op
dat Jhét zou gelijlsep op- het goiudibloihde
'haax dep Gcrmlaansciha vro-uwcmi. In ieder
geval wiai'en -die vrouwen -d'er oude be-
schpaïjde volken imlett de Wunst van het
schminken reeds tamelijki vertrouwd' en
verstomden zij het, aan 'het gelaat kleur
te gevten, als die opjtbrak.
Mettertijd eeuwen wap,ep| inimid-.
dels voorbijgegaan begunistigde de mo
de het schminken voord'upcnd .meer- Het
klip,kt bijna zonderling, als men hoort,
dipt in -de 12de «©uw, iu een tijd, öat do
schoonheidsverzorgin-g -der vrouw nog
terwijl de Vereenigide Staten van Am|e.rika
-miaar 4 en Canada slechts 2 hopdlerid1-
jarigen op 100.000 ipwoners hebben. Het
aantal 'lieden boven- jdle 90 jaar, bedraagt in
Oostenrijk 20 op 100.000, in Engeland 41,
in Roemenië 64, in Zwitserland! 90, in
Egtypte 372. Ip Bulgarije [w-aren in 1920
268 -mienschen tusschen 90 en 99 j-aar op
100.000 inwoners.
Nu gjng de Bulgaarsphe statistiek ver
der. Er kwaimj een verordening, dat da ge
meente-artsen op 31 December 1926 aüë
inwoners bo-ven de 90 jaar op eenige pun
ten moesten onderzoeken en opdiervragpn.
D-e resultaten van de onjdérzo-ekinglen
zij-n tot nu toe: 1. Een géweldige redludtija
van mienschen, die over 100 jaar oudl zou
den moeten zijn. Er blijven hiervan nau
welijks 7 tot! '8. percent over (in plaats
van 2719 „eeuwelingen" k!w-ami men dus
op een getal van slleohts 216Ü). 2'. D-e
meeste buitengewone oude miepschien stapi-
men van families, die vpn oudls er voor 'be
kend staan, dlat zij- een hoogen ouderdolmj
bereiken. Al "deze langlevende mjenschen
onO-ersicheidten, zich door een- vpedelievendi
karakt-er en koel overleg. Ze zijn allep
vriendelijk van aard', vrooüjk, houden veel
van zingen, en doen dlit zelfs nog op| hun
oud-en dog. GeWoo-nlijk besp-elen ze een oill
-and-er instrument, dlrinken geen alcoho
lisch© dranken, of slechts zulke, die ze
zellfis thuis maken en deze ook maar ju
kleine hoeveelheden en alleen bij maaltij
den. Ze rooken niet, voeden zich hoofdza
kelijk m-et vegetarischen kost en zuivel
producten; gewoonlijk is zure öf karne
melk het hodfidvoedingpmiddel in zomer
en winter. Vleesch eten ze zeldien Of! in
het geheel niet. Z-e zijp- alleeu vlijtig,
staan vroeg op, slapen zonlder bedekking,
zoolang ze het kunnen uithouden. Gewoon
lijk dragen ze Warta© kleeren, leven zede
lijk zeer solide en hebben het gjrootste ge
deelte van hun leven in de open lucht' door
gebracht.
Het Bar niest.
De Z'witsers zijn aan hun tradities ge
hecht en het nuchtere heden doet geenszins
het bekoorlijke verleden verg-eten. Boven
dien houden ze van feest vieren, een kupsfj,
die ze ook uitstekend verstaan, Zpo moest
geen al te groote rol- speelde, het séhmint-
ken reeds algem©ePl v©rspreid wasi; da-t
de Engelsch© vrouw zich bleek wit of
grijswit ^.ijhmdnkte, terwijl d© .Franscoho
frisën rood op haar wangenl schilderde,
in Duitscihland ontstond al zeer vroeg
net spreukj©„Gedwongen; lieiflde gn ge
schilderd rood zijn alletej niets waard".
iWeer ©en paar eeuwen later. Aan het
Pransohe Ihoif- vlajn Lodewijk XIV leefde
een onontbeerlijk verwend man: de rae-
comodeur du visage de la reine" (de
repa.ra,teur van hot gelaat der koningin).
Hij w-as er ofllcieel alleen voo.r de konin
gin, welke hij rood êp wit 'mbcst schmin
ken. Maar ook' apidere dames aan het hof
dongen' naar zijn gunst en naar zijta kust.
Het succes v!an dié kuplsrt was k ven wel
«enigsziius twij'flejlaöhtig', want d» konipgin
e phaar hofdiamtes hfi'ddelu het gelaat miet
roode eu witte sc-hmiplk ajs het ware be-
di-ukt. f
Opider Lodewijk XV klwam d© mpdo
vap het sohmiplken aeer bizoudcr in tel.
Want toen schminkten zelfs vele manneg
zich. T oen wanen hiet hovtePidieu ook nog
leeiijke- tinten-, Wié, ^1' en al onnatu-ur-
lijko kleurschiaihaeaiiingeto', w-elfca die mtida
eischte, zelfs paars© sahimfiink kkviaim op
een goedete dag in d-e niMe. N-aJiuutrlijlt
von-'i deze 'z'ottiei 'rnbde-iplv'al piet al' t-e veel-
aapliam-gde mwjste imodcdiapijas i bedien
den zic'h lievier van het fijne Porjtugeiesachio
rood.
Op het eind© vajn de 18de ©euw ep ook
later nog, tot in (het laa-tst van ida eeréte.
helft ider 19-d© eeuw, mocht de Bchfnjnls
slechts -als een teere Ideurschaltjeorinlg die
waPigemi ibadiekkBn.
Tot 'dp viela tegenstanders van bet
schminken h«e'i,t ook'„behoord- Keizerin Ma
ria Theresia Van Oostenrijk, die- haaitl lipf-
dames hot sdhlrnjplseim streng verbood.
Ecu hof-journalist.
De Epgolschje, kominklijike familie hoeft
een goeden vriend verlor6n: mp. Sjmlith.
D© n,aam zegt wiainig, dit moet wor
den erkejrid. Maar mr. Smith Was nu «en-
ui'aal niet gelijk -aap- -d«i taMooze mt.
Smith's, die, of'sdhooiu «irzalmle buPg61®;
zich niet vermogeinj to opd/eflsch-eidenJn
Eagelaipd's maatschappelijk feVen. George
Ilwbeit gmith was een b-izop|der man:
hij was ho'il-jouxnalist.
Daar Valt, schrijft het „Hbl.", niet mieo
te spotten ai» vooral niet geripgsdhattbud
op peer te zién'. Wiapt mr. Smith liep niet
m!aar zoo eiken ochtefad na,ar het Bu-cMng-
hapi| l'aleis om' wat aap dcpl sie^-tarisi des
konapgs -te vragen wat er voor niouwis wiaa
in -de» koninkïijlken huizei en er een com!-
m'upiguó vlajn op te stellcp voor de pers.
Neen, hij wias pieirsooinlijk ibevrj-ond m©t alia
loden dea* faPulie -Windsor, alias Saksiep-
Koburg-G otha. Onder koningin Victoria
en koping Eduard VII oefende hïjl zijn
eigenaardig a-mht reeds uit-.
G<orge Smith, die -dezer dagen aan d,e
gevolgen v.uni een aanrijding is overladen,
werd 'in 1891 aan 'de redacties taf van do
„Press Association" vcrho-nidep en -drie
j,aaen later zag hij- zich tot' „Court Bp-
porter" gepromovtejer-d. Hij was de tus-
soheppersoon. tus-schien het Hof en de piens,
en alles wat d® kon-inkllijke famiKe ge
schikt achtte om omtrent haar ih.uia©dijdi(
leven ém haar mondaine verjplinl*t|ngian
aan de -buitemwereld mede te deden, w-ef®-
doop hem in een bondig berichtje aan Je
pers verstrekt. Hij was: een 'handig stylist,
die v;an een, onbeduidend vorstelijk toe
spraakje op een weld-aidig|heids!b|azaar, eon
pittig specohj© wist te miaken. Koning
Edu-ard kon zelfs eejus de Verleiding niet
woerstaaa m©t hém. miede te rcdigcerep!-
't '.Was naar aanleiding van de ovérrei-
king vap, een vaandel aan een r©gimfent
der Horse Guards' Parade. D© koning
sprak ide troep-ep toe, doch de a-aplweziga
verslaggevers verstonidenl geen woord .van
hieltgeep hjj zeide. Mr. Smith, zette toén
een reide op papier en! vroeg .'d«n koning
dus Wel het Barmfest, dat dit jaar, w;eer
eens gehouden werd' en «wiaarop twee dagen
lang oude nationale kleederdr-achten, onde
gebruiken, volksdansen en -mpziek' in volle
pracht en aantrekkelijkheid herleven, een
groot succes Whrden.
Wie Zaterdagochtend in het zoo imöioi
gelegen en aan stadssohoon rijke Bern aap-
kwlam-, wist al gauw, diat er iets te doen
was, dat dë levendige belangstelling van
burgers en buitenlui in beslag na/mi. Trei
nen stroomden leeg, die steeds maar iwleer
feestgangers en gocostumieerde dleelnomera
aanbrachten. Op straat een ongekende
volte; een zee van vlaggen van land, kan
ton en stad.
Wel een uur -lang duurde het voorbij
trekken van den optocht dtoch -mpn kende
geen oogenblik van verveling, bijl zooveel
afwisseling van de groepen en hun ond'er-
deelen. In hoofd'zaak bestond hij! uit de
viyf groepen van het kanton Bern, aange
zien het toch ook het „Barnfest" was, dat
men vierde. In die eerste afdeeling gingen-
de gasten uit andere kantonsdaarop volg
de de Bernsche folklore: van het Oberland,
het Em|menthal, Seeland en Obepaargau,
en als vijfde in de rij, Aare- en Gürbetal.
Onder de deelnepners uit deni vreetodle
viel vooral den vertegenwoordigers en niet
het minst aan de vrouwen- van Vevey,
die een klein stukje van het fête dies vig1-
nerons voorstelden, overal een hartelijk
applaus ten deel. En m,enige sehoone tros-
senplukster kon m-et fraai gebaar, en een
lieven glimlach bloemen opvangen, die
haar uit het geestdriftige publiek Wërd'en
toegeworpen. Veel succes oogstte ook de
wagen, die een schilderachtig groepje uit
Ticino meevoerde. De kostuums van- de
-menschen uit Neuchatel boeiden al even
zeer het oog als die van da 'Fribourgeois
die hun Wonderlij-k-miooien zang lieten ho,o-
ren en zoo nu en dan een dansje lieten zien.
Schitterend was de vrouw'endracht uit
Grindewald', van fijne kleurencombinatie
en prachtige stof. Dan Weer bloeide de pan
oud-Bretonsche melodieën herinnerende
zang van de groep uit Délémont in hun
fraaien dos.
Doch het is in de verste verte nieit mo
gelijk alles, wat er aan miopia, typisch en
of deze éenigszimis wecrglaf ,wait' hïjl gespi-pn
ken had. Bdtiand .vterklaprde, aat <fe re-
dev'oering ibuitéugowoon geslaagd w-as,
phaar idat hij' helaas heel wat apdérs had
gezegd. Hij gipg toén! zelf! eenig© kapt-
teeWnipgcp en wijzigingen aanlhrePgeb,
waarna tm'r. Smith af'sohril'telnl v,ap de al
dus öfficiee 1 geworden toeaprjaak ppar d«
bladep zonld'.
Een dergolijk geval gobeur-de POig! niet
lapg gelédiein; me t - dten tegenwoordigleiu
prins vlanl Wales. Toen «Ifl prins van een
zijner groote reizén terugkeerde en d-o
menigte voor het St. James' Palace stanid
te juichen, verscheen hjj op het balcon en
hield een korte rede, waarvjaln) "door het
rum'oer niets was jé verstaapi. Nadat de
toiensoheni zich viepsp-rei-d1 h,addep, stapte
mr. Smith bedaohtzaa-m' het -palflis bipinep
en vterzocht didnl prins voor hem zijn
epaech tei herhalen, opdat hij haar naar
naar 'de bladen; sturen kon. De prins, die
voor 'dë vuist had gesproken, wist er niet
veel imieler van, m|aar diöteerde vlotweg
oen- nieuwe toast, die uitstekend liep-
Een hoogitapunt in ntr. Smith's carrière
w,as de dag, waarop hij konim)g Eduard
een sovereign, leend©. De koning,w-a«r miet
koningin Alexandra op oep welidaidii^ieidsl-
feest, -eirf' toënl een jo-ng mleiisje Z. M. een
bloem Voor zijn knoopsgat aanbood, bleelH
dpt H!H. MM. gcon v:am- (bsjidep een penny
op 'zak hadden. Smith die als goed! journa
list er met zijn meus ylak [bijl sitopd', bood'
dteffl Iconing -aa.n, hem' «fven pit dén nood! to
helpgn, hetgeen, dankbaar werd aanvaard.
Dadelijk (deed de mkire ae ponxle, dht
id© hof-journalist ,,'pi ISoVeréign uan 'n So-,
yereign" hlald 'gelcénld'l
Een kostbare garderobe.
Keizerin 'Jospphiinc, d'e ©arste gdm'alinl
van Napoleon-, galfl séhatten -ujit aan h'aaT
garderobe. Op e©n- gegevenl pogjemblik be
zat Zij zevimhonidérd1 japonnen, twiee hon
derd vijftig hoeden, kostbare sjaals eins ju-
wetien voor alle 'mhgefllijk© -giallègle/nhediep.
■■■■■■■■■•■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■■aai
m
DE ZWAKKE BROEDER.
Eerste automobilist: „W-el, hoe kwam' je
gisterenavond thuis?"
Tweode dito: „P-er'f'ect! Er gebeurde
niets."
Eerste dito: „Oh, dan kwaml je zeker
met den trein terug?"
'DE ZUINIGE WEDUWE.
Ik ben de vrouwl van den' mian, die
vanmorgen aan het station overreden is.
Wjlt u hem nog eens zien?
Neen, ik kwam eens vragen naap de
nog niet verbruikte helft van zij-n retour-
kaartje 1
BESLUITEN.
Hij. „Ik heb besloten niet te trouwen
voordat ik dertig ben."
Zij'. „En ik heb besloten, niet dertig te
worden voordat ik getrouwd ben."
NAAR ZIJN STAND.
De bankier zat druk te schrijven, toen
een zeer deftig gekleed] heer, binnentrad-
„Neemi een stoel", zei de bankier, min of
mieer verstrooid, zondier op te zien.
„ik veronderstel, d'at u w-el weet, wie
ik ben", zei afgemeten de bezoeker: „Ik
ben gr.a,a'fl Goldensteip!"
D-e bankier ging rustig, door miet schrij
ven en zei nuchter „O, neem! dan maar
twtee stoelen!"
VALSCH.
-4 Ben je bijl de waarzegster, geweest?
En wat zei ze Wel?
Dat ik oud' -wbrdlf!
Nou zeg, dat kan iedereen -wel ziep!
geeistigs te zien Was, te ver-melden. W©
stippen dan ook alleen nog aan, diat het
te Bern inheemeche Heimatschutzffieater
op eenige karossen alleraardigste ejcèpes
uit pas opgevoerde stukken liet zien.
Toen de stoet was rond' géwteest, spoedde
de -menigte zich naar het feeafterjeini,
om den oud'en Munster, terlwïjl de deelne
mend© groepen, die zich 's avonds Weer
-moesten laten zien, wat verpoo.zing in de
hotels en restaurants gingen zoeken. Men
kon haast geen hotel p-asseeren of de vrop-
lijike klanken van oude volksliedjes klon
ken u tegen.
De avond begon met -een teleurstelling,
want er viel toen een geduchte regenbui,
zoodat -men aanvankelijk in een aantal'
groote zalen onderdak moest zoeken. Maar'
ook daar ontbrak het niet aan 'feestvreug
de. In de stampvolle glroote Casinozaul,
die Wel een paar diuizend1 mlepsiGhen her
bergde, Werden Ge voorn aamiste zanguit
voeringen gegeven. Paar bracht ook een
knappe blonde jonge kerel uit Unterw.al-
Uen ieder in bewondering voor zijn enorme
prestaties in het vaandelzfwlaaien. Die preit
steeg ten top, toen het Weer opgeklaard'
Was, zoodat dte danslustigen bij 'lamplicht
op den Munsterplatz, ondier het groene
loover, de beanen van den vloer konden
laten gaan. Het plankier, waar jazz-band'
en 'foxtrott ontbraken, doch d-e zoete
voois van klarinet en harmpnica gelegen
heid ga|f voor pplka of tw;als, bleek een even
groote aantrekkingskracht uit te oefenen
als het zgn. moderne plankier.
Tot vroeg in den morgen ging het zoo
door. En een paar uur later was iediereep
al Weer op de been om| nog eens d|en op
tocht te aanschouwen, W|aarna 's middags
de drukte op den Munsterplatz nog eens
zoo groot Was als den diag te voren. Thans
was het mogelijk de uitvoeringen in die
openlucht te geven, Wat aan het .pflfect
nog ten goed ek'w'aml, nu men hier op een
der oudste, meest schilderachtige plekken
van Bern stond.
Van een pompoen en een eik.
Een boer, in zeker tuip gegaan,
Vond daar een deel pompoenen sta-anjj
Hij zag', hoe dat het bol ge>W|as;
DE VROU-Wl. 1 i I
Zij: lk geloofl geen woord' van die
lasterpraat over mevrouwt Verdun en 'k
wil er ook niets meer van hooren!
Hij: W.aaromi vertel je mij die ge
schiedenis dan?
Zij: ik dacht, diat jij er misschien iets
meer vap wist. - i
-.„Gratis".
Men fcab tegenwoordig geen Jfrant open
slaan, poch 'n brievenbus lfidigen, of men
ziet en vindt opzienbarende -reclame vap
Vage venm-ootschap-pen, die m'ct dikkie let
ters kenmiis g-yieu van haar voornemen oim
mooie (boeken gratis uit te déeleP.-.
Mep 'heeft slechts 'p ibrieiflkaart of 'n
bonnetje tie) posten,© n il© meesjtlerwtei^kep
der literatuur wordiep U toc-gewprpenl! i
Gratis, gratis, .giafisil i
Ziulke goeiflrikjken. 1
Loopt Ier echter niet ini waarde lezers en
lezeressen, wianit idie welidoenersi der
m'anschh-eid, zijta. d.ëi war© jbrioeders niet!
Het is althans iinl ide vleirsit» v-eflt^ hun
voorn'eimiein- niëit oim' ©eldteaJutjes aan U te
schenken-. De geest iviap Siptêrkllaaa is hen
ten ©emenmple weeimd.
Het zijn zlakénptenschen, die ©eP behoor
lijke -duit -aan U wilïepi verdiepen.
Diat „gratis" is'een lflugiepi, ©eP leeJijka
pijisledding.
Dat „gratis" is hét lokaasi, waapmbfl za
U -aan delu hepgej willen süaap.
Ge hebt sledhts goed' de sluw, opgesteld^
OUDOnce te lezen oim' re©ds arigwaaa te krij
gen. O,elder -da koeien Van letters di© „Gra-;
tis" loeien, wordt im|mfc|r|S ï)n| piiiorosioopfbch
schrift mèdédsieliPg gedaanl,Van adVeg-
tentie-, inpak- en verzepdipgskloaten.
.Verschrikt id|at addertjei onder 't gras
U echter niet, dari zult ge wel'dru m(e|t
een v'lo-a-1 van verlokkende, en pverrod'an-
de woonden ovlergehiaald wordéni,, otm| die
gratis" -boeken, doo-r (dj© vfeptaoiot'sch'ap t's
laten (binden in prachtbapidte|n - tegen „bil
lijke" prijzen, anlz., zood'at het goeldigielboi-
vigo slachtoffer ten laatste evelnl duur ftpt
is, lafs hij- of zij', (die in d«B{ wipkali.dei boe
ken koopt. 1 I
Al ligt het badrdeigielijke dui|mfep-daSkl
op (dit „gratis" wie workedijlW iets gra
tis uitdeelt, 'behoeft gie©p dur© adveptela-
ties te plaaitsiem. ,toch is' heit t© biegrij'-
pep, dat het schootnildin|k|ande woord, dui
zenden bteltoovert, vooral opildat do sjadhlt-
dfïfers v-ertrouwicu h)a|ddle(nl op \d© erlijikheid
ivlap hun' courant pf hjup (blad waarop ze
gealbomnieteirid zijn. 1 1
„Wlanpieer be|t niet waar' was" (hoort
men dikwijls, „data! zou het toch' niét in
deze courant of iclit blad staalu".
Bladen en- courantian, die tei'wille van
d'en sméér, zich Ie©plen tot het opnépilen,
wan dergelijke mlisleaidéude annonces, Jtio-
gen daarom wel ééus Ibédlénfcen dat zij!,
diaartóee èn uplflaiiia zaken -en liedleP steu-
npu èn het vortrpuwen vpp hüp lezers
kringen verbepren.
Dit laatste (kon ldiapl'wel pens 'n schade
opleveren, welke die winst vap dia adver
tenties te piet de^d-
-Llatep Wte idus hop|e|ni, Idat dezelfde win
zucht, die het giejwatan yp/u onzte pers in
-slaap sus'te, 1de leiders za(l apMmtecreP' met
die geVolgdla methode te (breken.
Of' is hot peil onaep hbogistaan|de peda
reeds zoo gezakt, dat zoo, -goed lals iedlerl-
eep betaald mtedewerk©r wil' worden' d'e*
-miodeme baurzepjspijdJerij
Eet begint ér aaijdig op te lijkeml.
't Is besch(a)m|epid I
UITKLJE.
P.S. Een der (firm|a's pfopitpieit iet» yhia
regcteMiPgSsteuiu! tW|e zo-U|dten- Wel eeoa
willen w-etani waar en wannegr 'hëtf -be
sluit d'a-artoe afgeköpi'diigd ia.
Ganseh dik en opgezwollen wlas
En dat het looif en iedler tak,
W-as teer en voos en bijlster zwak;
Hij zag te zijner rechterhand,
Daar stond een eikeboom applant,
Die geen zoo Zware vruchten droeg.
Maar klein geWlas, «lat niet «p, woeg-
Hier vaart da maan giewpldig uit
Ziedaar een d|ing|, dat piaf en sluit!
Een vast, een dik, een maehtagl houtj
,W|el 't hardste van het heele -wtoud',
D-at stijlgt tot boven in do lucht, i
Draagt maar alleen een kleine vrucht;
En ziet, een kruid van geene miacht, i
Dat brengt ons voort zoo Zware dracht!
Terwijl hij' dit in gramschap zeit
En met den hemel staat ep pleit,
Een eikel, boven uit den tqp,
Die valt den kinkel op dep kOp
En maakt een put in zijnen hoed.
Dus zoo verschiet zijin innig b'loed
En hïj zeit: God, vergedft het mij1!
Ik sprake los en al te vrijt, J
Ik sprake tegen uWi beleid',
En Wat ik zeg heeft geen- bescheid,;
-Want had het naar mjjp zin gegaan,
Het Ware nn met mïj gedaan,;
Helaas, mijn onbesuisde hoöfdl
D-at Wlare v-an zijn 'brein berooifd;
Ik lage met den neus in 't zand',»
Alleen door enkel onverstand]
De mensch is dikmaals zoo gesteld',
Zooiwel in stad als op het veld1,
Dat hijj verscheiden d'ingen ziet
En 't meerendeel en p-rijisti Rij niet.
Het schijnt, indien hij' scheppen mocht
D-en 'hem-el m!et de gansöhe lucht
En 't aardrijk en het jeugdig groen,
Hij zou het vrij' Wat beter doen
Gij, stóf en asch! gij', aarden pot!
Gij, oordeel vellen over God:!
Die noo-it terdeeg hebt ondertast
Een haar, dat aan uwl led-en- wOst.
Gij, zeg ik, di© noo-it kleine mier,
Nooit hebt doorgrond) het juinste dier,
Zoudt gij berispen God es iwlerk?
Het minste ding is u te sterk.
Eilieve, 't is een kwiade slag
Die nooit een m.énsch1 en plagen mag.
Taiöoh Gat».