ZATERDAG 23 JULI 1927 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Ontspanningslectuur. Misverstand. For als Telepaath. ONZE DAMRUBRIEK "gemengd nieuws Gekke gesprekken j talenkennis. 1.814 die censuur weer opgeheven, maar de ontwikkeling van de courant bleef belemmerd door een zegelbelasting. Eerst in 1869 werd die belasting .afgeschaft en sindsdien, ook mede door een verbeterde organisatie der posterijen, is een uitge breid courantenjbedrijf ontstaan. Do tijd is nu voorbij, dat het dagblad verzorgd' wordt door een uitgever en een bediende een groote staf menschen werkt er thans aan mede. Naam en beroep. Een I'arijsch blad bracht onlangs de volgende anecdote uit het leVen van den Spapnschen koning in herinnering. Een jaar of vijftien geleden kwia,m de koning per auto te Bayonne, wiaar eert polit.ieva.gent' in functie, was, die een hart- grondigen afkeer van automobielen had en den auto, welke z.i. t'e snel reed, het stoppen. Er zat met den koning nog een persoon in den wagen. .,llw namen, voornamen en beroepj", verlangde op krachtiger! toon de- ..agent. Even was het stil. „Hebt u niet' gehoord? Najmen, voor namen en beroep Een der beiden keek op en zei.de laj- chend: „Alfons". „Alfons wie? Alfons wat?. Dat is geen naami Eu wat is uw beroep?" „Koning van Spanje", antwoordde Al fons XIII lachend. Men zegt, dat de pgent proces,-verba al heelt opgemaakt; maar men zegt niet of dat wel .Waar is. Raad van Lit-Vb Bij Prunz Liszt (in diens laatsten tijd tu .Weimar) ötudeierde ook Louis Coe,- mln. Deze vertelde: ,,Er kwam1 een jonge man en bood op de les (om 't zoo maar te noemen) een eigen compositie. Liszt zag het in. Wilde het terzijde, leggen,- doch bedacht zidh' en zette zich aan den vleugel en speelde van het manuscript eenige bladzijden door. Plotseling hield hij1 op„Wat staat daar „Oh verdhjrter Meister", zei do glunderende componist, blijde, dat Liszt het manuscript wilde keuren, „dat moest anders wezen, ik heb er overheen geplakt (geklebt)". De mees ter sloeg de partituur dicht en die ter-ugi gevend adviseerde hij„kleben si,e ruhig weiter". Diplomatiek. „Als madam-c Grpnt eu ik eens allebei in het water vielen, wie zou u dan hetj eerst redden vroeg mad,a|me de/ Sta.el eens aa,n Talleyrand, waarop deze. diplo matiek antwoordde: 1' kunt impiers zwem men, madame". De invloed der kleuren op zenuwen. Reeds in de dagelijksche -spreektaal ds op jj,e merken, dat menschen zich door. kleuren laten beïnvloeden. Men spreekt van oen -warme kleur, waftrpnder men vooral rood verstaat verder Van een- koude kleur, bijvoorbeeld b'lauw,yan 'n levendige kleur, geel; enz. Elk fijngevoe lig mensch kan dagelijks gewaar worden, dat do eene, kleur .aangenaam, de andere onaangenaam op hem w-erkt; he-t beste bewijs, dat kleuren invloed op d_e zenu« wen uitoefenen. Do physioloog dr. Parville heeft door talrijke proefnemingen v.astgesteld, dut het roode uiteinde van -het spectrum de zenuwen prikkelt, terwijl het tegenoveiV gestelde uiteinde met de kleuren groen, •blauwt en violet een kalmeerende wert king op de zenuwen heeft. Dr. Bonza gapt. nog verder door te veronderstellen, (lat bepaalde zenuwziekten door bepaalde kleuren te genezen zijn. Ziwaarmoedigj- heid behandelt .hiji m-e-ti rood, -waanzin me-t blauw, andere storingen in het ze nuwstelsel met violet. Een andere physioloog heeft door ge bruik te maken va.n roode lichten klunst? matig een gevoel yan onmacht opgewekfl nij' liet dat weer verdwijnen, door .afw-isj seling van groene en roode str,afen. r Vérder wordt gemeld, dat, in een groote fabriek van fotogra-phisehe platen d-a stemming onder de arbeiders merkbaar veranderde, sedert in plaats ,van rood licht, groen licht' voor verjlicjhting der arbeidslokalen werd gebezigd. Vroeger zongen de arbeiders en onderhieldpp zij zicih met elkaar op de levendigste -wijze onder het werken, terwijl zij thans o,p- kalme manier met elkander omgaan. Uit al 'deze voorbeelden zou blijken, da.t men bij de hygiëne de- kleuren bijl zenuwl; ziekten volstrekt ni-e-t over het hoofd mag zien. Reeds is het denkbeeld geopj- perd, om' in een herstellingsoord- al del- genen, die kalmeering noodig hebben, te verplegen in een kamer m-et donkere vio*f lette kleur -en hen, die opwekking noodig hebben, onder te- brengen in. een roode kamer. - De hongerrioKiI van Dostojewsky's zoon. In een Russisch blad vertplt een oogge tuige nadere bijzonderheden over het <i(roe-> vig einde van Dostojewsky's zoon. D-eze^ die evenals zijn vader Fedor Dostojewsky, heette, wist in 1918 ondanks groote (moei lijkheden d-oor te dringen tot in .de Krim^ waar zijn imoedor opi sterven la,g. Toen liij haar de oogen gesloten had, vi-el hij ia handen van het roode leger, dat d(a Russische burgeroorlog was in zijn laatst» .stadium1 do laatste overblijfselen van- het Wrangel-leger geduchte klappen gal, Dostojewsky werd in een donkeren nacht niet nog andere gevangenen naar Sim-sero- pol gevoerd. Een commissaris der Tsjekn, bali bedronken -en met verglaasde oogen, nam hcnn in verhoor. „Hoe ben je hierheen gekomen?" - „ik was bij mijn slervendn moeder „Wat! Bij je moeder? Zelf ben je op zijn minst al grootvader en mlij wil je jwijs maken, dat je nog een mpedeij hebt Dostojewsky zei diets meer, „Onmiddellijk fusilleer en" beval de co-riii- njissaris. Op den binnenhof knetterdien onophoudelijk salvo's. Twee soldaten gre pen Dostojewsky vaat en wilden hem naar buiten brengen. Hierop ontwaakt-e de on gelukkige uit zijn verdoving en riep, zoq hard hjj Eon: „Gij schurken! Voor mijn vader wilt ge in Moskou een standbeeld oprichten en ik word doodgeschoten!" Dn cOromiiisSaris werd verlegen en vroeg i „Wat vertelt ge daar? Wie is dam je vai der?" „ik heet Dostojewsky". „Dostojewsky, herhaalde de eommii,ssari-s.j niot begrijpend, „zoo iemand ken ik1 niet". Een der aanwezige ambtenaren fluisterdo ham iets in het oor; de commissaris keek Dostojewsky een oogenblih verwonderd aan eu riep onwillig uit: „Loop naar den duiivel,z oolang je nog; in leven bent". Dostojewsky keerde naar Moskou teriug an leidde er een ellendig bestaan, rlij haïl geen arbeid en geen middelen; alle pogin gen zijner vrienden om hem uit den nood te helpen mislukten. Als zij- er eindelijk# in slaagden van deu Skaat een ondersteu, ning voor hun beschermeling los te kriji-i gen, was het te laat. Die eerste termijn zij ner rente, 23 roebels: groot, werd eerst na zijn dood ter beschikking gesteld. Voon zjjn dood had Dostojewsky, iljje jammerlijk vau honger ges-torven is, aan een bekenda vrouw onuitgegeven handschriften van zijn vader toevertrouwd, die binnenkort ver, schijnen zullen bij een uitgeversfirma ta Miinchen. Diep in haar binnenste wezen vond ze moeder gruwelijk onrechtvaardig. Nooit, nee nooit zou moeder haar 'n apart yrien- delijk woordje zeggen; of 'n hand liefkoo- zeml leggen Op- haar hoofdl; of 'n enkel sober kusje geven. Zeker, omdat zie de oudste was; omdat ze deedl, alsof ze elke blijk van hartelijMieijd' 'best missen kon. Maar begreep moeder dan niet, dat heel haar aanhankelijke hart hunkerde naar zonnige vriendelijkheid'? Begreep ze' niet dat zo zich soms diep, diep ongeluk kig voelde, wanueer"ze zag, hoe lief moe der omging met de anderen, d|p kleineren 'n Eelle ja-loersohheid laaide dan fel op in haar hart en terwijl er, 'n prop tranen kwam in haar keel, zou ze het wel willen uitgillen„ho-ud toch asjeblieft ook een klein beetje van mij-... n klein 'beetje maar". Zoo moeilijk kon ze zich uiten. En ze begreep, dat dlaa.r de fout school. .Wanneer bij een verjaardag b.v. de hnderen ddJcflit drongen rond moeder's stoel en kusjes ga ven en de lieve ha-aden streelden en vrien delijke woordjes zeiden stopdtzij er ge woonlijk stijf en Wrevelig blij', 'n tnorsahe trek van verlegenheid op het ,g]espaoinein gezicht. Haar cadeautje lag achteloos op een hoek van, de tafel, 'n Enkel dank woordje van moeder deed( het bloed wild' stuwen naar haar Wangen, zoodat ze gloei- den. En dat ma-akte haar nog meer verle gen, nog meer pp een afsta,nd. Met -'n vreemde pijn zag ze, hoe moeder d'e andfe- ren aanhaalde en maar haar niet meer opt- keek. Elke liefkozing, aan, de anderen gegeven en haar onthouden, voelde ze als n onrechtvaardig wee schrijnen! t K-wam-, o-mdat ze zoo ontzettend-veel van moeder hield, met een hunkerende be delende liefde. Juist als d|e oudste voelde ze zich innerlijk heel dicht bij, terwijl ze er uiterlijk zoo heel ver afstond. Moede-r, dr schattigste der moeders, -dat was in s meisjes hart als een vereering! En heel dén dag peinsde ze op kleine, lieve atten- tips, dio %e soms niet, sonus schuw, als smeekend bewees bang, dat moeder het merken zou.h ,nn.kerend ook weer, dat ze liet zien zouEigenaardig verlegen kind, s'chijpbaar stuursch. en koud en wre velig; in werkelijkheid, met een hartje, week als warme w(as,'n plantje, dat de warme stovende zon maar moeilijk ont beren kon. En dat mpeder haar -elke liefkozing onthield en .meestal deed, of ze niet voor haar bestonddo-t kon haar jonge leven overschaduwen als een sombere, dreigende donkere wolk ...Ze voelde zich soms zoo' hulpeloos-eenzaam in de groote vree(m|de wereld. En ach, moeders veilige, bescher mende arpiien bleken vpor haar onbereik baar. En de moeder peinsde in bange zorg: VV at is het toch vreemd met mijn oudste5 Zoo n eigenaardig karakter. Teruggetrok ken en schuw! Eu toch zoo zelibowuist- zellstandig! Juist, pf ze mijn r,a,adi en steun makkelijk ontberen kan. Er kwam zorg in haar kayt, speciaal am dit mensje, dat. weldra met haar levens- scheepje in de wilde branding vau het volle leven zou m'oeten worstelen. Hop zop het haar dan vergaan, zij, die overmoe dig scheen te bouwen op eigen kracht?... i i I A i "1S Ze maar eens raadi gevraagd' had! Als ze maar eenige toegankelijkheid toonde! Als ze haar hart maar eeais één keer opende en vertrouwelijk haar ge dachten en vreugden en leed opeuba-ardte... Als ze maar eens blijken liet, ook 'n kind te zijn van haar Doch de trotsohe zelf bewuste trek, die diep groefde rondt den vijandig-gesloten mond, «na-akte haar on genaakbaar. Wanneer de kin;deren lief deo'len en aan hankelijk, stond zo er bij, de oogen donker van wrevel; de trotsche trek om den jnOnd duijdi-hjkerdaii ooit. Of ze het Dwaas vond en flauw. Of ze er zelfs hoos om was. Dmu voelde de moeder, hoe ver d(jt kind van Jiaar aislond, terwijl zij, als Je oudste, juist dichtbij haar moest staan. Ze merkte n vreemde leegte in haar liefdevolle lmrt, omdat dtt kind haar niet nadleren wilde- n droefheid: omdat ze haar beschermen ilige moederarmen het allerliefste in gioote, vertrouwende liefdie gelegd jia.»J werd lro,sl"hw hooH' en afgewezen Eikwjls had do moeder toenadering ge zocht. Doch de vreemde houding van het. meisje had elke poging afgeketst.. loei. had de moeder het t. verstandigste geoordeeld., Imar schijnbaar ,aan haar lot over Ie laten. SidhijnbaarWant haar ge- dachten sponnen steeds om dit dierbare wezen en haar speurende moe'deroogen za gen al haar dgden. Ze heeft gebed-en en gehoopt, in groot vertrouwen, dat <M kind haar eens toch nader komen zou Zoo leefdeu moeder en kind als vreem den naast elkaar, terwijl ze beiden hunker den naar eikaars vertrouwen en li-eftfe. 'i; Meisje voelde zich ste-ed|s dieper ge- lereukt en leed onder de schijnbaar on rechtvaardige behandeling, der moeder. 'Die mpeder sleet haar dagen in zorgj, maar hoopte toch, dat het trotsche, zelf bewust,e,h ooggedra-g.en hoofd' zich spoedig tot- haar buigen zou. 't Meisje hunkerde naar moed-er's liefde, doeh was te sehifw, te gesloten, om1 'n liefkoozing te smeeken. De moeder had haar kind zoo zïelsgra-ag veilig gevoeld in haar beschermende ar men. En toen kwam de dag, dat het groote, gruwbare levensleed jkl°Pl,en £in£: a-a,n 's meisjes deur Bedl'ogen door hiet wreede spel der eerste, idealistisch» liefd|e, de liefde die het meest grieven kan zat ze neer en boog diep het hoofdl ouder ifen grooten last yan weedom! En toen heeft d'e moeder aarzelend ha,ar hand troostenid(_ge legd op dit gebog,en hoof d en 't kind( geno men in haar beschermende veilige armieu. „O, moeder", snikte 't mieisje, houdt u wezenlijk pok 'n beetje van mij ?"- De moeder heeft een oogenblik verstomd geslaan en ha,ar oogen werden groot van verwondering. Niet, om1 wat het mieisje zei. Maar van verwondering om zich zelf. Hoe was het mogelijk dat zij, in ha,air -groote-liefde eóó blind had kunnen zijn en haar kind verkeerd, had kunnen beoor- deelen? Hoe was het mogelijk', da.t- z-e zich bad laten bedriegen door "dien schijn? „Hioudt u wezenlijk ook een beetje van mij?" deze hulpkreet van het ar;mle ver- stooten 'hart, was als een slaig in ha-ar ge zicht; - als een a,aiïklac'ht. Hoe had een moeder zich zóó kunne-n vergissen Ze antwoordde ontroerd „Dat had jo toch moeten weten, mieis;ke, dat, juist jij' me het liefste was va,n alleni". 't Kind zuchtte, in groote troost-; in weelde, dat ze eindelijk, zij het, ook langs steilen, doornige,n weg; moeders be schermende armen bereikt had Nietwaar? we laten ons al te dikwijls bedriegen idkior den schijn? Anny BerkvenS-Hulsmans. sa, Oom Bert die zich binnengewerkt had en daarom buiten woonde, k'waim driemaal per jaar naa,r Leiden, kijken hoe Fft-rry het maakt m-et zijn studie en meteen wat wetenschap opdoen. Over vogeltjeszaad en hondencake, dat ie dertig jaar lang' in zijn dompig winkeltje verkocht had, dacht ie niet meer. Hij hield zich nu bezig roet politiek, dat wil zeggen, dorpspolitiek, vliegerij, radio en allerlei nieuwigjtaden op technisch gebied. Zelfs de onstoffelijke snufjes hadden zijn belangstelling. D,ol was ie op telepathie bijvoorbeeld. Een h,alf maandje terug was er op Lak'wijk zoo'ii magere meneer geweest met geplakt haar cu kooloogen om een seance te geyen. 'Van wege d-e belangstelling verloor de kastelein van „de Zon" z'n voordeur .en door een mconingsverschil over een besproken plaats kwamen d'r vijf op een rijtje in de zieken barak te liggen. Maar dat was bijzaak'. Oom Bert die op d'e voorste rjj! zat, had een besproken plaats gehad. Da.t kwam omdlat ic door de week ook op schoenen liep. Roden genoeg om hemt bij die notabelen iu te doelen. Meneer Jansinski hadl hem liet toen 't gordijn opgjngl even aangeke ken en toen was ie automatisch opgestaan, had zijn stoel en de neus van den notaris afgeveegd en was toen weer g,a,an zitten. t Zelf wist 'ie er geen sikkepit van, dji-e-i^ avond. Maar d'e zaal zat te gieren en d'r braken vijf stoelen van den weexomfetuit. T#ien die s avond' thuis -kwam zat ie zijp vrouw maar aan te staren, 't Goeie men-sell vroeg of ze som-s een veeg1 in d'r gezicht had. Den volgenden morgen pro beerde hij' 't bij den melkboer, die aan zijn Wanten vertelde dat 't oom- Bert in z'n hoofd geslagen was. Gelukkig kreeg ie op een Zaterdagmiddag na 't eten d(en goeden inval om Ferry te gaan bezoeken, die stu deerde in de rechten, kon er meyr van we ten. Om vier uur zat ie al op den trein naar Leiden. Z'n vrouw was bljj' dat ie d'r uit was. 't Zal goed zijn voor z'n hersens en z'n zenuwen dacht ze. Ferry hadl al «treepje-s op de kalender getrokken oml de dagen te zien inkorten van oom's k'oimlst. Z'n hospita liep al een week of' zes m'et een verfrommelde kwitantie van d'e Wasch- van-drie-maanden. Geen won-der (%t ie de vloer haast indanste van genoqgen toen iq beneden een stem hoorde gillen: Meneer, daar is oom Bert1 Oom Bert liep m-eteen naar boven en toen ie de deur openstootte zat Eer te blokken. Oom viel op1 een wankele sofa en na de thee 'wpu ie. toch even d'e stad i'n. Lan-g had ie loopen piekeren of ie al of niet de historie met. de stoel zou vertellen. Fer «oil 'm uitlachen natuurlijk. Hij kon beter «en vraag' op- den m,a,n al' doen Ein des avonds om tien uur trok ic. voor 't stad huis midden op- de Breestraat Fer aan zijn jas. Moet je me toch is vertellen als we thuis zijn wat dat nou eigenlijk is: tele pathie gekke vraag hè? Niks gek' vond Ferry, heel eenvou dig je kijkt iemand' aan -rriiet strakke oogen hij slaat op.komt, op je af. Moet. jo mij eens iloen, als wo° thuis zijn. keek oom' Bert schuin, interessant. Familie gaat niet, zei Fer gewichtig en dat is 't juist wa-t ze nog niet kunnen verklaren. D;ui» jij bent ook telepaath? zei oom' Bert met zijn vinger op zijn schouder tik kend. Eer loerde door de -groote. glazen van „de Vergulde Turk". Laten we hier even koffie drinken wees ie en hij duwde oom de gang in. Kijk, zei Per, -die Voor oom' een wan» delende encyclopedie was, kijk oom, ik draai mijn stoel o-mi, zie de ober daar tegen 't billard atrak aan. Schel nou uit met die grapjes, grin nikte oom' toen de ober in beweginjg; k'w'aimi en dp hun tafelfje afdroste!. Oom' bestelde twee koffie en 'toen de ober we-g was zei die Nou serieus Per, vooruit! Eer had d-e zaal al afgeloerd cn aan (l)e ldestafel za-g ie twee hoeren- o-véir de krant gebogen. Hij- kuchte even ,en de m'agiere m'e't een lorgnet op en gekleed in jaquet keek over z'n bril heen naar 't iraa-ml Oom zat te poperen. Ik 'begin, fluisterde Eer cn, om' Weur- ten keken de twee heeren ovier dier kpant heen naar 't raam' toe. Oolm| Slootte v-an opwinding Eer aan ond'er tafel. 't Begint waarachtig' zei die, eep beetje onder d'en indruk. Ik begin met die magere, zei For heel gewichtig, maar ik verdlwjjn als, 't te erg wordt hoor! U betaalt d'e koffie en blijft nog even zljtten, gaf Eer de. oonöitglnes. Oom knikte en greep; nata|r z'n kleie-l w|a|nt! hij' zag wal! In de miagere milan, k'wiajm1 langzaam' 'beweging. Kijltcn deqdl ie, stond eerst half op, ging- wéér zitten. Ein nou stond ie ineens rechtop met' z'n krant in z'n handen. De zaal -draaide voor oom,' als een carroussel.Wat zag ie nou? Fer met een wit gezicht, nerveus1 aan zfn sigaret paffend. E-n d-aar in de verte een man als een schim langzaam' langs de tafeltjes heenscliuiyend pp hcml afkamlcn. Oom Bert wou, net Fer op z'n -arlmj takken, want hij had een hekel aa.n scènes en dlan in een vreemde stad'. Ga nou! sloeg ie nog mét. zijn hapi-df op tafel. i Toen die opkeek' wa-s Eer verd]wencn. De magere -mlan keek' ooM Bert waZig aan en liepl de deur raft. Die andere zag io warempel ook al door d'e zaal krassen, als maar miet kleine pasjes van 't eene tafefltjo naar 't andere. Dlie -keek 'm ook even a.an cn dra,a.ijde achterwaarts de gang in. Oom1 zag paars van opwinding. Hij' was nog niet goed cn wel bekomen ol" achter in de zaal klapte een deur open cn de twee #sc|him!men zag hij achter elkapr op de lees tafel aanschuiven. In 't spiegelglas zag iie dia;t' zie) in e-en fauteuil kropen. Hij -had geen ad'em ameer om den ober te roepen ,sranect 't gel|d! op tafel, greep z'n hoed eu rend'e dp g.ang u,it. Eer stond aan den overkant te grinni ken Oom Bert zwaaide miet zijn arm; liep op een drafje een zijstraat in. Ik' stadoodi'sangsten uit, zei die be nauwd, toen Fer hemi .achterop kw]aiml... is me dat een geheimie beweging!- ik word d'r koud Van. Eer's dikke waschbaas en Fer's magere tailleur keken elkaar over die leestafël van „de Turk" even, stilzwijgend aan. Oplossing vorig probleem. Wit: 25-20, 27-22, 2I-I7, 37-31, 48-42 38-32, 32:1. Zwart: 14:25, 17:28, 12:21, 26:37, 37:48, 48:19. Gedurende de zomermaanden, zullen we geen nieuwe problemen geven. (Red.) De jongste bediende. Men schrijft in het' „schetsboek" van de „N. R.'I: In de 'beduimeldle huisjes, in de dompige strapf jes van het handelskwiaxtiiep: zijn ze op -alle étages té vinden, vóór met he,t uitzóoht op 't rookcrig-bewasem'dei, geveltje; van eommissionniaar X en mlakelaar zus of zoo, achter kijkend op den klajn-bèf- sdliimtoieldeu muur van eiein ppkhuis. Eien onbegrijpelijk 'eigenschap hult hlem' in de zelfde uamelooZa kleuren -als z'n stoffige omgeving. Een reflector spiegelt een kil pchijnsel op z'n wiebelend tafeltje, waar op een groot stuk vloei li'gt bij êie-n brie- venweger, lak-usbensiliën en nchrijfgerij' Wat schrijft' 'hij-? Adressen. „Paar krijg je een loopeinde hand van':', zegt de procuratiehouder, cn ds 's ande ren daa-gs al 'n piatsie ge|mlelijk, omdat z'n voorspelling nog miet in- vervulling is, gegaan- Als ,/meheer't' gekomen is, en de „ken nisgevingen)" goteekemt Zijh, ga|ah hij' er fluitend mee op s't'apj, n-a-a-r 't. postkantoor,- onderwerpt icdepe motorfiets, die hij- langs 't trottoir zipt, sta|a-n aa.n een nauw^- keurig onderzoek, laa-t «wen den claxon- loei door de straaiti golven, drentelt zeer voldaan verder, komt met bleake kornui ten in de file van „busrephtho-Udeirs'i", Ver handelt cn passant een vreemde postzegel, bespreekt die kansen yan Spart», ontvangt z'n brieven, maakt «in gijnlje met een zaalwachter, snelt naar iedsri relletje, rust uit bij: een ijseo-ventjeir, terwijl hiji z'n w'afel zuinig belikt. Quilantfiesinnen. En d,an die plotseling-! angst, dat- het knoedeltje bankbiljfe|ttej| niet kloptDan mafeRen- i>p 'n Wlindiejrigenl hoek van 'n gracht en soms eien ener vee- ren de wedloop mjef Acolus achter Voort vluchtige „bankies". Of „relmihouraiies" in nen biji de schippers iin d'e Blaak, en -de schuit, die hij hebben moet, maar nooit t-e vinden Plank op, plank af, balancwt- reitd boVen, 't. goox-gelei waiter, waarin stroo en stronken dpijiv'en ep eindelijk iwèg-gevloekt door sjouwers m'et balen uien. op hun spier-nekken. Brieven opbergen, een a.rbeiid, w'aarbijl de N.V. tot' dit. of da,t. en d-e sAlge/miefftnle- Maatschappij voorheen Dinges Co. -rampspoedige ciSehen stellen aan z'n al- phabetisehe kennis -en organisatorische ta lenten. De voorzichtige vraagt voorlich ting, de. gohaaiilde -doet het bij' intuïtie goed, d-e onverschillige stopt de- oorres-. pOndenti-e Voor eeuwig weg in den papie ren chaos der ajrchieviein. D,a.n het h|aiven-k!w|artier wew) in o-m cön- jos'scmenten fa Vertoonen. Eiv'en een potje knikkeren in de blauwatiepneW gang .yan 'f Zeekantoordan weey copiceren, adressen (sclhrijven, standjes oploop-en d'af d® ruiten rinkelen: van den boekhouder, yap den facturisf en y'an di® snibbige juffertjes; die vergeten gemaakt te spreken, wan neer zij- hpar venijtnigh-etdien als 'n sdhroei- end zuur over 'm uitstbrten. En 's avonds hiji een moetster in "ti slaperige klapje- En- gelsohe iwOordjes 1-eeren: ze, Zem; zfeer, zooslis! i i 11 Dje gicvlui'hte notaris. De rechtbamk te Groningen heeft Don- deridiagmorgcn failiet verklaard, djen voort- vluohtigen notaris H. Sanders. Tot rech- ter-ciomim|issaris is benoemd mr. Klop-pen- borg en tot c-uratoren werden benoemd de heeren Mr. Bolt en mr. A. B. Riood. Een onwelkome verrassing'. Volgens de „Wjrelcs Worldf' is een R-adio-photo aanlei)ding geweest, dat een man, die gezocht werd wegenis bankroof te Vera Cruz, biji het verlaten van- de boot de New-,Y-ork, geïd'entif'ic'eerd en aanga, hoiijden kon worden. Een dorp door brand vernield. Volgens te Berlij'n ontvangen bericht iis een klein dorp aan de Einisohe bocht volkomien door brand vernield. Die blikiseimi sloeg in een der met stroo gedekte, daken, dat vlam vatte en de hevige wind ,d(ped da vlamlnuen op de naburige huizen overslaan. Ei' zijn -70 huizen totaal en 50 gedeeltelijk verbrand waardóór 200 families dakloos zijn geworden. 'Bij pogingen oiri huisraad te redden hebben eenige personen brand wonden lopgeloopen. 'Dr bezoldiging van een brieven- .gaarster. Te j&alisbury stpn-d deze week een, brie- vengaarster terecht Vegiens het verduis teren van '11 pd.st. uit <l-e kaïs .van de jiost over eent ïj-dvak van 11 maamdleji. Zij had de betrekking meer dan vijf jaar bekleed en verklaarde diat zij1 onschuldig was. Het postkantoor werd 'in haar huisje gehahd'en en zij maakte geen, scheiding] tussehien haar eigen geld bn de kas. Toen de inspecteur de kas kwam nazien, had' zij niet genoeg geld om het tekort aan te zuiveren -en naar aanbod bml dit alsnog te doen, werd' aig.eslagen. Zij; 'werd geschorst en het kantoor gesloten. Bij- de behandeling] van de zaak bleek' dat zij dertien- slhülinglsl zeven stuivers (dun iets m-eer dan adhf gul den) in de week verdiendp en m-et K|er.stiniis oen „gratificatie" van achttien stuivers k|ceeg. i E'e rechter Veroordeelde de, vrouw enkjel voorwaardelijk. MOHAMMED AAN DE TELEFOON. Ook onder de kooplieden van het .Oos ten komt de telefoon steeds meer in ge bruik. Toch maken sommigen van hen zldh van dit nuttige instrument nog .een eigenaardige voorstelling. Zoo had zich laatst een koopman u.t een Arabfedhe stad, luisterend naar den bekenden naam Mohammed, ;a(an het telefoonnet laten aan sluiten. De eerste, dme met hem' sprak, iwas een koopman uit een, nalbairige st!ad. Maar iwlat gebeurt'? Mohammed vejrstaaf; er geen woord van, omdat hiji aJleien de haal vnn den profeet gebruikt, ter)wijl de ander een Griek ds. .Woedend belt hij af, loopt naar het telefoonkantoor endoet daar, zijn beklag: „U hebt mij een telefoon geleverd, die alleen Griekséh spreekt, maai ijk' moet er een hebben die (le Arabische taial mach- *l" I Twee Hagenaars en een Amsterdalml- mer zitten dn een café te praten. JDe HagM-enrs 'bluffen verschrikkelijk! op hun ervaringen, -verre reizen, avonturen, enz. De eene Hagenaar schept vooral op met zijn talenkennis. Allen luisteren, maar mis t' den Amlatepr dammer te bont- -wordt, yaft ie udlt: „Dab allemaal nog niks, mèn, ik spreek! drie talen: HioUapdsch, Amsterdapisch en door de neusi'j KLEIN ,MAAR DAPPER. Kareltje, «es jaar oud, speelt' erg op z'n poot tegen de kin-derjhejiid. „•Zeg een», ventje," roept' z'n vader: „;wïi je wel oens aanstond» stlii ^ijn of moet ik soms met de zwei-p Jiomen „Ik heb geen zweep noodig. papa,\ roept k',ar el tg e, „ik zal dy zonder .z-weep wel klein krij'gen. DE VERGISSING. Er kwam eens een jongen op ^ahool, die „Hendrik Wacht heette. Toen hij ging zit tmi vroeg meester hoe hij heette. jjWaoliit", zei de jongen. Da onderwijzer keek even vreemd op, ma-ao: zweeg, in de veronderstelling' dat het ventje wat verlegen was. Na eenige oogenibli'kken, toen de jongen nog geen ander geluid gaf, herhaalde ,hij zijn vraag. „-Wacht", zei de jongen weer. Nog even bleef de meester kalmtoen viel hij ongeduldig uit. /Vooruit, zeg nu, hoe je heet ik heb lang genoeg gowlaohtl" Toen schaterde het „verlegen' jon gentje het uit en begreep n%pStar, dut hij- zich vergist -had. ZOETE HERINNERING. Kijk Eduard, dat is <l« straathoek, wiaafl je op mij stond te wachten. Weet je 't nog? Ja, je hebt gelijk, en nou stoftt er 'n- andere idioot. TOOH BETER. Mozes: Hoo gnat h«t; miet je nieuwen kassier Levie: Nali Wpt zal ik zeggen 't Gaat, 't gaat; maar, hiji schij'nt niet goed op de boogje van dé- Npderlapldsdlie taial ;h ij verwisselt gedunig, d'ei e-n den. Mozes: Zoo l W/l je den mijniei? Die verwisselt alleen m,a,dr Voortdurend mijn en dijn.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 6