Tweede Blad Luiermand £-driSi ZATERDAG 9 JULI 1927 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT FEUILLETON Verloren sporen. UIT DE PERS KERKNIEUWS^ Nuttige wenken. I nnSl P.Y- jonggeborenen, VlVJUaitl die bijna voort. GEMENGD NIEUWS V Elk voor allen. Wanneer we zitten in de rustige in tieme beslotenheid van on® gezin, van onzen familiekring, waar we ons kunnen o-even zonder misverstaan, zonder veroor deeld te worden, dan komen zoo dikwijls allerlei strijdvragen ons bastonnen; kofmit de wenfiéh 'bij ons op, den kring oml ons teen te sluiten en neerdrukkende gedach ten, pijnlijke indrukken te weren miet alle kracht- Zeer zek'er moeten wij. Bamis een f.ooverkring trekken out onze intimiteit', teneinde daarbinnen in evenwicht to ko men, rust en bezonkenheid te herwinnen en gelegenheid te hebben, ons te Ver staan met, wat) anderen aa,n schoons, en edels hebben neergelegd in hun werken, hetzij in woord, in beeld', in klank. Zoo worden wij rijk aan innerlijk bezit, maar dan koimit ook' tevens de plicht om nu en San voor een wijle den cirkel onzer beslotenheid te verbreken en zélf te geven Te geven met jni'lde hand van onze wijls- heid, onze goedheid,ons schoonheidsbesef, onze ervaring, ons meerdegweten, ons beter inzicht. Want er schuilt een groot egoïsme in'de gedachte: de wereld is toch zoo slecht, zoo verworden, wat kunnen wijl persoonlijk eigenlijk doen? Zou niet, in dien wij' allen deden wat in ons vermogen wab, de wereld er w'eldra anders uitzien? DUs niet elk voor zich, maar elk vo,ra| allen V Arbeidsbemiddeling in Nederland. Voor de bestrijding van le werkloos heid is de arbeiidsbemftidelin.;, dit is het naar elkaar toebrengen, van vraag eau aanbod van arbeidskrachten op {ie ar beidsmarkt, dus van den werkgever, Hid «en arbeider in dienst wenscht te neroat} 'en van den, arbeider die een patroon, zoekt, van groot belang. Vroeger kwamen) daarbij echter neiihaaldelijk misbruiken voor, omdat toen in het algemeen dete «rbeidsbemidaeling met winstoogmerk -ge schiedde, waarbij dus hoofdzaak werd, dat de bemiddelaar zich een bestaan, verschafte. Een en ander -'heeft er too geleid, dat van Overheidswege organen werden op gericht voor .openbare arbeidsbemidde- ling, waarbij als eerste beginsei gold dut de bemiddeling kosteloos vesc) bei. In de meeste gemeenten werden ,ii'beidsbeur- zen opgericht, in 'de Kleinere z.g. corres pondentschappen der arbeidsbemiddeling Zij stelden zich ten doel werkgevers en arbeiders bij 'het zoeken van arbeids krachten of arbeidsgelegenheid behulp zaam te 'zijn? Voor de onderlinge uitwisse ling van aanvragen en aanbiedingen is verder het land in een aantal districten verdeeld, el'fc met een districts-arbeid'sf beurs, terwjjl aan het hoofd van da ge- heele arbeidsbemiddeling da 'Centrale Rijks Arbeidsbeurs te 's-Ciravenhage sfaat. Geregeld worden el'ken dag de aanvragen en aanbiedingen, dlie binnen komen, uit gewisseld, zoodat men voortdurend,, -zoo wel plaatselijk als voor het jeheel'e Ilund, een beeld van vraag en aanbod op d«< arbeidsmarkt krijgt. Deze geheel® materie is echter nog aiet wettelijk geregeld. De gemeentelijke instellingen zijn meestal gebaseerd op een raadsbesluit of een verordening, doch een wettelijke verplichting bestaat nie|t. Reeds een geruimen tijd was -een Zoo danige wettelijke regeling aan den Hoo- gen Raad van Arbeid gezonden met het verzoek daarover advies te willen uit brengen. De Minister acht om een. zcstat redenen de wettelijke regeling gewienscht, n.l. om de verplichting tot het instellen van een arbeidsbeurs te ra-gelen, om» de moeilijkheden in de samenwerking jus- schen de verschillende organen te, voor- tomen, om de verhouding lusschen plaatl selijke- en districtsorganen en de contralet leiding te regelen, om de finanoiieeilal verhouding tusshhen gemeenten en het Rijk te bepalen, om eenige hoofdbegin selen, die bij de uitoefening in, acht Moe ten worden genomen, vast te leggen en ten slotte om ter wille van 'L internatio nale verkeer op de arbeidsmarkt de orga nisatie een stabiel karakter fe gevêni. Het voorontwerp! zelf baseert zich in hoofdtaak op den bestaanden toestand in Nederland. De punten, waar wel hef meest over gesproken zal worden bij de behandeling, is artikel 6, waarbij bepaald is, dat geen bemiddeling zal worden ver leend ten behoeve van, ondmiemhigen, waar werkstaking of uitsluiting fceer.scht en artikel 7, rdat betrekking heeft op het 74 Veel hadden dje Blanken al bijgewoond, Biaar nimmer waren ze zoo met hun ge- heele ziel erbij als thans. Met ingehouden adem volgden zij d(an vreesetijk'en loop, om het leven j wat sprongen werden ar ge maakt !E«n wa® Athoree steeds een dï-ie- oi viertal sprongen vóór en reeds begon nen allen te vreezen, 3a.t die oiïde Haoton slecht voorspeld had. Maar Athoree bald nog niet al zijne krachten ingespanhen- -toen het er opaan kwam, was hij m,et een sprong of wat zijn gevaarlijksten mede- mger gelijk g,ekomen. Dieze spande zidh nu ook in, Maar hij! had dfifc al heel dien wedloop gedaan en ^as blijkbaar moede. Eu deed- Athoree, wat bij maar eeni^s seconden kon volhouden, Ótoch om' 'n paar seconden was het ook maar te doen. B,aar was hij1 den m'eded|inger voorbij nog twee sprongen en'n stormachtig gejuich steeg omhoog. Athoree had dn handen van H,a,intero gegrepen, toen do ander aankwam1 opn dat te zien. Athorea had het leven behouden en, hem! ter eere klonk' het uit alle monden: „Ajaki Afho' bemiidftolen tegen loonen, die afwijken van'do ter'plaatse in het betreffende vakl gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Ver schillende arbeidsbeurzen mogen krach tens hun reglem'ent geen bemiddeiling ver- leenen wanneer de aangeboden loonen Jld- ger zijn dan d'e ter plaatse in.hef algë- meen geldende loonstandaard. Hiertegen is £chter herhaaldelijk oppositie gekto- mlen, zoodat een aantal arbeidsbeurzen deze bepaling ni'et hebben opgenomen in h-un reglement en anders JS'e weer heb ben geschrapt. De'Minister Kiest rou den middenweg on heeft voorgesteld, dat, wanneer de aangeboden loonen afwijkou van d'e ter plaatse in het betreffende vak 'gebruikelijke arbeidsvoorwaarden, door do arbeidsbeurs aan den betrokken werkzoe kende mededeieling „moet worden gedaan va.n deze gebruikelijke arbeidsvoorwaar den. Hrj, moet A'an z'elf weten of bij vori- tier op het werk wil reEl'ecfeieren. In Uit geval verleent de arbeidsbeurs wel' hare bemiddeling. Met belangstelling mag het advies van- den Idoogen Raad1 van Arbeid worden ver wacht. Conservatief'? Drie weken lang heeft het Weekblad „D|e Vrijheid" een polemiek: bevat, over de vraag, of de Vrijfceidsbonicft in de» laatsten tijd neiging vertoonde, om meer en meer den conservatieven kant u'it te gaan. H'et begon jnet een artikel van den be kenden journalist D. Hans, ingeluid door een voor-schrift van den hoofdredacteur, voorzien van niet minder dan 17 k'antj- teekeningen, terwijl bovendien de gehefele redactie ook individueel tegen hem in het strijdperk kwant. In zijn .antwoord in het volgend num mer teekent D'. Hans de situatie geeSta© als volgt „Op de eerste pagina al liep mfn vriend Belinfante, als een gerechtsdienaar, m'et' z'n beschouwing over conservatisme: blijkbaar was dit artikeltje als een heraut bedoeld. Dan volgde opi pag- '3 een inlei dend woord van tl,en hoofdredacteur zelf, waarin al vlast gewaarschuwd -werd, dat m'n kritiek ontstaan is, omidat ik te veel onder den invloed ben gekomen van „op tendentieuze wijlze de waarheid verkrach tende tegenstanders" (en dan moet men vrijwel z'n heele leven de economische na- deelen hebben ondervonden van dSe soms zoo verduiveld-lastige neiging 'van een eigen oordeel, zooals ik!). Daarna volgden !er, keurig netjes naast m'n artikel, nog 17 politie-agentenik kon vrijwel geen zin zeggen, of er stond een noot onder. M'n artikel was als een speech, die Van begin tot eind door interrupties wordt on derbrokenen dan k'omt zoo'n rede nooit tot haar recht. Vergezeld van deze ge wapende macht kreeg ik die tallooze malen hier de.n lof' van het liberalisme heb gezongen dit maal toezang" (zal wel moeien zijn: toegang?). Hij antwoordt weer. D:e redactieleden treden ook weer tegen hem, op. En eindelijk komt in het volgende n-ujnpïer nog! 'een triptiek. Wij hebben met belangstelling! van dit alles kennis1 genomen. Maar ook met cenige verwondering. - D:e heer D. Hans is blijkens zijn ge schriften van onze staatkundige en par lementaire geschiedenis goed op de hoogte. 1 Daarom1 verbaast het ons wel zeer, dat, hij blijkbaar toch op1 zijn eigen partij nog zoo'n slechten kijk' beeft. Die Vrijheidsbond conservatief? Die Liberale Unie vroeger sociaal-libe raal? Zelfs vooruitstrevend? Noch het een, noch het ander 'is het geval. Conservatief en vooruitstrevend zij-0 adjeötiva, die bij de subjecten een stel lige meen.in|g, een vasten wil vooronder stellen. Die stellige meening en vaste wil zijn echter bij de Liberale Partij, hoe Zijl tij delijk ook genaamd' was, na, "Thlorbeelke nooit meer aanwezig geweest. Zij scheen nu eens vooruitstrevendzij scheen dan weer conservatief. Maar zij was noch het een, noch het ander. Zij bleef zichzelf steeds gelijk; zij1 was steeds opportunistisch'. Dat was ze ónder Goeman Borgesius, toen zo zich nooit positief' utisprak, maar altijd stuprde „in de richting van" het een of' het. ander. Zoo van het algemeen Kiesrecht;-zoo van de staatspensioneering. Opportunistisch was ze ook' onder Dlres- sellhuijs, wanneer ze einde 1918 rooder was dan rood, om) later weer 'blaiuw van ree! Ajaki Athoree!" Dat onder ben, die Athoree met bet behoud van zjjh leven gelukwepisAten, Edlgar, Johnson, Wilhelm1 en. Patrick d« eersten waren, behoeven wij, niet te zeg, gen; dat 'is iets, dat'vanzelf spreekt. ,Ein nu inaar de but Wat zouden ze d|a,ar Ivinden? Edlgar moest oprecht bekennen, dat bij onder den indruk van het voor gevallene zijn zuster geheel vergeten had. „Heb ik dezen achterlader nog nood|ig?" vroeg- Wilhelm1 .onder het heengaan aan den Graal. „Waarom1 vraagt gij' dat?" was de we dervraag. „Dan zou ik hem als eene gedachtenis aan Athoree willen geven. Hij heeft el zoolang met een jaloersA oog naar geke ken." „Ik zal aan Hgintero vragen of er nog gevaar bestaat om' Muskegon te bereiken. Maar weet gij wel, dat hij' er Weinig) aan heeft? Bijna al uwe patronen zjjn ver bruikt, en wat heeft hij aan 'daifc geweer zonder patronen Hij moet de behandeling ook nog leereu." „O, dat laatste zal niet w,a.ar zijin. Hij heeft het wel alflgezi'en, maar we krijlgen im|mers nog andere achterladers?" „Ik 'heb er naar hum om' geschreven, en aks hat een beetje mieegeloopen is, dan staat behoudzucht te worden. Wat aan de Liberale Partij ten onzent na Thórbeeke heeft ontbroken is niet: bekwame leiders, maar wel degelijke, stel lig beleden en toegepaste beginselen. Heel haar politiek was steeds gericht op, stemlmenvangst. Ieder paardje werd voor dit karretje gespannen, als men maar meende, dat het trekken zou. Het alge meen kiesrecht, de staatspensioneering, vóór den achturendag, tégen den aohtijren- dag, vóór staatsbemoeiing, tegen staats bemoeiing al deze paradepaardje® hup pelden achtereenvolgens in dit gareel. Was men daarom, nu eens vooruitstre vend, dan weer conservatief? 't Leek er niet op. Men bleef zichzelf steeds gelijk: men was beginselloos oppor tunistisch, en niets anders. (En zoo was men ook nu. De reactie tegen de Staat-sh'emÖeiïhlg werkt nog door. Thans móest dus dit af- ta.ndBichpia.ardje voor den politieken wagen gespannen worden, om1 daarmee de Chris- telijk-hiistoris'chen in de wielen te rijden. Die heer B. Hans zag dit en werd) er door verontrust. Maar ,*,der kluger Hang" Za(2J verkeerd. Hij zag c.dirSSfv'a.tism'e, maar T was er niet: de redactieleden van „De Vrijheid" hebben daarin groot gelijk. Doch wat hij niet 'zag, maar wat er wel Was, dat was het oude beginsellooze opportunisme. En wanneer de wind keert, en wanneer den vooruitstrevendheid' jneer electorale winst belooft, dan treden deze zich noe mende liberalen weer anti-liberaal ,op;, io rosen mantel gehuld. Laat. D. Hans zich dan niet andermaal vergissen, en zich ten onrechte verheugen, omdat de Vrijheidsbond dan meer Vooruit strevend zal zijn. Zij 'zal dan even weinig principieel voor uitstrevend zijn, als thans principieel con servatief. Zij zal dan zijn. wat zij, nu is na Thor- beeke steeds cm veranderd geweest is0'n partij van beginselloos opportunisme, een partij, die op haar wazig blazoen slechts één duidelijk embleem kan voeren: de weerhaan. „Centr." Op den Aden Zanfilag na Pinksteren. Epistel I. van den H'. Petrus III. '815'. Allerliefstenizijt aften eendrachtig in 'het gebed, medelijdend1, bxoCdletrlkivelndl, barmhartig, zedig, ootmoedig; vergeldt geen 'kWaad met ikfwlaad, noch lasterinfg met lastering, im'aar wenscht integendeel elkander het .goede toe; want hiertoe, zijl- gij geroepen, opdat gijl den zegen! .zouldb bteërven. Hij 'toch, die Eet leven bemintoelni en goede dagen zien wil, bteteugete zijne tong van het fcwlaad, en, zijne tippen van bedrog te spreken. Hij wende zich van h'et kwiade af, en 'doe het goodieHij Zoeik» den vrede, en jage dien n&. Want tile ooigen de® Hlëërën" sloren 'op dó "rechtvaardigen. én zijne ooren luisteren' naar hunne geboddn maar het aanschijn des Heeren' is tegen de kwaaddoeners. E,n Wie zal u "hinderen, indien -gij het goéd® bcdjVert? Ja, zelfs, in dien gij1 om de rechtvaaddSigihieid1 lijdt, zjj't gij gelukzalig. Vreest derhalve hunne be dreiging niet, en wordt er niet Van ont steld; maar Heiligt den Beer Chïisltlu» in uwe harten. Evangelie, Ma.ttheus. V. 2024. In dien tijde zeilde Jezus aan' Zijne Leerlingen: indien uwe reeihfv!aardiiglhéi<d! niet overvloediger is, lda.n die der SChrift-' igjeleenden en Parizeërs, zoo, Zult gij in het rijk der hemelen met kcrn'opi. Gij h'eht ge hoord, 'dat aan tie ouden gezcgld' is: gij zult niet doodslaan, en al wie dóód staat, zal strafbaar zijn voor het geredhit. Malar ilk ?zeg u da,t, al wie op zijnen broeder vergramd wordt, reédls strafbaar voo het gerecht zal zijn. En die tot zijnen biroeder .zégt: B'ach, zal strafbaar zijn voor den Raad. En die zégt: gij dwaas, zal schuldig zijn aan het helsche vuur. Als gij' dam uwl offer ;a-an het altaar opdraagt,, en daar indachtig Wordt tia,t uW1 biroeder iets tegen u heeft, laat dan UW o'ff'er daar voor -het .altaar, en ga u eerst met, uWen broeder verzoenen, «n dan stuit mij uw offer kóm!en otpldxagen. -1 I Gehruikt uw materiaal zooals het behoort. Een werkspons moet. mfen zlóp gebrui ken, dat ze niet dl te vuil kan wordenj,- dus niet voor alle Mogelijke onzindelijke wehkjes; daarvoor neme Men liever een doek. Telkens na bet gebruik moet dte de kist met tien achterladers en do noo- digeh oeveelbeid patronen al te Lansing op onij te wachten. Stellen wij het dus liever uit tot wij voorraad hebben. Ik zou er den goeden Johnson ook graag een ge ven, en als Wij' de Wyandotten, die zooveel voor ons over hebben, een pleizier willen doen, dan zal een paar achterladers het beste Zijn, wat wij1 geven kunnen. Maar We zijn bijna, bijl onze hut. Hoe zou, het met Iüma zijn Het was, alsof Wilhelm zich seha,a|mlde, dat hij over haar n^g niet gesproken had; maar toen Edgar zijne verlegenheid be merkte, zeide hij: „Waartijk1, die Athoree beslaat eene groote plaats in ons hort, Wilhelm'! Ik bad ze heel vérgeten, zoo was ik in spanning bij den wedloop. En waar ik jje zuster vergeten kon, daajr be hoeft gij1 n niet 'te schamen, dat gij aan haar ook niet gedacht hebt!" Beide mann-eai sloegen den hoek ooni en zagen Irmia. in gezelschap van Sosmladh, die na afloop van den kamp terstond naar tie hut der Manken gegaan was pm Idle zieke te verplegen. IrMa keek' haar broeder vrij ounoozel aan. Niets was aan ha,ar ie zien, dat ze een paa.r heldere oogenbtikken gehad had'. Als altijd' was ze bezig omi overheanjdleD voor Walter te naaien. Zij had haar naai- spbns goed -wlord'en uitgespoeld inl labfos! water, waarin z'on iraen wil wbt! citroensap is gedruppeld'. Zeemen mjpet men ook, tjatkiens nadat Zb gebruikt zijn, uiijwasschen; 'm enfcfetem keur mag 'men wel eens wat deep, ge bruiken, maar vooral Mfoet goed worden nagespoed: Is een zóem, vuil dbn laat toen het een 'tijdje staan in, danwl water toet zfout of soda, waarna toen het eeriige malen goed uitspoelt. Vóbrd'at het goed droog is, rekt men het zdclhtjfd bijl. ZeCm'en, die niet voor glaswerk Izlijrt bestetod, houdt Men zacht door 'n wei nig stoolie in het naspoelwater te doen-; zie worden als nieuw in sop Ivan vloeit, bare ,?eep, z'.g. Izieesp-irjtus. Tullen gordijnen wassohen. Doorgestapte -tullen gordijnen feimnem, als neteldoèksche, in lauw zeepsop g!e- wasschen worden eni nagespoeld in schoon water. Wil toen ze daarnia spa,:» uen, dan moeten ze van te 'vor.eiiï door dunne gekookte stijfsel geha.ald1 wofrd'en; wenscht men ze te strijken, dan moiet meer stijfsel gebtuilkt Worden. B,ij bét wasschen van -tullen gordijnen kan mien niet voorzichtig genoeg tie wepk' gaami 'Als men ze eerst heeft gfesltopt, worden ze -opgevouwen, in 'een Wuip gelegjd eri toet tooud watér overgoten. Den volgen den dag uit hun bad genom'en en uit gedrukt, .in geen gfeval g'ewrongien,. Dan ,z'eep't m'en '/Je in, vouwt ze wleier op, -giet er schoon water cup -en zet zie op M:t fornuis -otai Iang)z!aatoi -wlarm. te ward«n. Het water Mag echter in geen geval koken. M'en drukt en knipt z'o voor/'ichtjg in het wartoe fcleepsopf en hemhaalt 'dezfe Wewlerlk'ing totdat de' goildijnen schoon zijn. Hierna worden zfq gespoeld en gleblauwd, giest.evien eln\, naar feigen verkiezlng g|esfrekm of giespamneo. Rep'araties rnoefen vólèr flelzie waschk'uuli1 V-orden aapgebracht, jr De teere huid var durend bloot Ka R C f|\ staan aan smetten OC en schrijnen, eischt j een bijzondere zalf huidplooien te zuiveren en te genezen. Zulk een zalf als Akker's Kloosterbalsem,-(60 cent) die dan ook in geen luiermand mag ontbreken. Koopt daarom nog heden een pot - ook in tal van an dere gevallen zal Kloosterbalsem goede diensten kunnen bewijzen (bij brand-, snij- en andere wonden, insectenbeten en als wrijfmiddel bij rheumatiek en spierpijn). Zijn heerlijk ver zachtende pijnstillende en ontsteking-werende eigenschappen zijn de oorzaak van het korte, duizenden" >|GC61\gOlld ZOOgOftl" B;e vliegtocht van Byrdl In het hier volgende relaas beschrijft Byrd. than® tie wederwaardigheden, van hem en zijn toAtgenooten luit. Novlille, luit. Ballchem! en Acosta. in hun Fokker- vliegtuig; met drie moto ren boven den At- lantislchen Oceaan. H;et vertrek uit Amerika, Het .regende even voor wij Woensdag om 5 urn- 23 's ochtends Van het Róose- Velt-veld, op Long Island1, opvlogen en het motregende van het ocigjenblik af dat wij vertrokken t-oti ongeveer half negeu 's oA,tends. In de eerste uren trachtten wij veiligheidshalve zoo hoog te komen als wij m'aar konden, en schonken wij1 (mieer aandacht a,an veiligheid dan aan snelhiedt Wij hadden vrij' helder weer tot wijl New foundland bereikten, ofgdhoon het som te vrij guur was, vooral toen wij Nieuiw- Schotland overstaken. Op weg naar New foundland hkd'dlpn wijl een prachtige gele genheid om' eenige uitstekende gegevens tie krijgen over de hoogte waarop men Hnoet vliegen om „de meeste hulp van den wind te. krijgenmet andere woorden den koet sten luchtweg te k'iezen. Als men de meest mogelijke partij van de winden trokt, kan de route met ongeveer E00 mijl verkort wordtn en Wij wenstóhten dat onze tocht iets zou bijdragen tot deze verbetering. H;et moeilijkste (m-et die lange vtiegftoA- ten is het meevoeren van zware vrachten. Wij kwamen spoedig op 3000 voet, Wat. naar mijn, imeeniaig, o.ptoerk'etijk wa®, .ge geven de. zware belasting. Natuurlijk had den wij. Wel meet benzine kunnen nelmieu, als wij, de 'dtaadlooze installatie achter wege gelaten, sleAts twee m'a.n mleug|eno- mlen en niet 300 of' 400 Eng. ponden uit rusting voor geval van nood, post, le vensmiddelen, en genees- en verbandlmóidjle- len geladen hadden. Nu het voorbij is, ben ik blij1 dat wij1 werk steeds in een soort van reismandje bij zidh'. Heinrich zat naast haar. Zoódra de knaap zijn oom' in het oog kreeg, stond hij op en liep bemi te gwmoet, en zeide: „Mam'a heeft wel een hal'fl uur lang gezongen van „Mijn Yater ist ein Postillon" en toep ik haar vroeg, of ze nog andere liedjes kon zingen, zeidie ze: „O, ja, hoor maar!" en toen zong ze wel twintigmaal achter alkander hetzelfde, lied je, dat ik nu uit het hoofd] ken en ook' zin gen kan. Het begint: „Veel Englen, vee) Engl'len Na een poosje verlieten de Blanken Ir ma, en Edgar vroeg, aan Johnson: „Wiat zoudt gjj denken, mijn vriend^ over andere kleederen voor Irma? Op Fort Mulder hebben ze er zeker Wie weet of gewon» Europeesche' kleeding haar ook' niet zou helpen om hare gedachten uit het gtevon- gen-leven onder de Saulteux te brengen!" „Dat geloof ik ook! Weet je wat? Wö Ikunnen toch niet dad'clijk op reis. .Wie hebben de paarden ook noad|ig. Als ik mlet ■Wilhelm en Patrick eens naar Fort Mul der ging omJ alles te halen?" „Zoudt gijl dat willen? O, tijpe dat', doa datIk zal haar de maat netmlen van het lijf en de lengte, dan kunt gij k'leeren koo- pen, die haar zoo wat pas zijn. Ein breng dan* voor mijn neefje ook andere kleereu zulke m'oeilijke weersarmstandighoden heb ben gehad, omdat onze tocht bewezen beeft wat ,een vliegtuig te boven kan kamen en wij imleenen iete geleerd te hebtten aam- gaande hetgeen men bij zulk slecht weer moet doen. Bijvoorbeeld wanneer mefl uren en uren lang vliegt door mist of hoven een laag wolken met een tweede laag er boven is de eenige metbode pon rekening te houden met de wmdr.ieh.ting dlat mien draadlooze oriënteeringsbefiAten van schepen opvangt. Hiermede kan mien zich op uen heelen toAt oriënteeren. Van de 19 uren waarin wij, noA zee noch land za gen, eu „zelden zelfs de lucht, besefte vik nog beiter hoe belangrijk deze kwestie voor vliegoAten over den Atlantische® oceaan is. Wiji hadden feitelijk mist en wolken heel de route, van nog vóór New foundland tot wij te Ver-Bur-Mer neer daalden. To.en de tijd van zonsbndergangi aan brak, hadden wij het juist klaar gesipeeld boven dé hoogsre toppen van de groote wolken te kamen. De zon ging onder in een anagnifieken tiéhtgloed. Toen begton een groote worsteling, in de uren van Uien eersten naAt, oanl uit de wolken te blij ven. Van tijd tot tijd Strekte de wolken bank zich boven ons uit en moesten wij in den blinde werktuigelijk' voortvliegen. Het was een heele troost in dien tijdi om draadt looze berichten te krijgen. Be draadlooze werkte op heel den overtocht prachtig en Noville kamt hiervoor de grootste eer toe. ,Wij waren nog in de wolken, toen de dag aanbrak. Het licht was ons zeer wel kom. B,en geheelen dag zagen we anaiar bitter weinig van de zon en soims was de mist zoo dik dat we nauwelijks de .uitein den van da vliegtuig-vleugels konden zien. Als we boven de .wolken stegen, zagen we sórnrs vreeimde tooneelen. Honderden meters beneden ons strekte zich het Mist- vlak uit, donk er en onheilspellend, terwijl aan den gezichtseinder wolkgevaarten, die precies op bergsplitsen leken, opdoemden, Op" een gegeven oogenbiik, toen we op 10.000 M. hoogte vlogen volgen we eau draadloos sein van het station Ulgaland op 't welk ons mededeelde dat onze geinen zoo sterk waren, dat wij, dicht bij1 h^ü station inioesiten zijn. Zij gaven ons een draadlooze peiling en kort daarop vingen we een bericht van den Eifeltoren op> 't welk ook inhield dat onze seinen zoo sterk waren dat we heel dichtbiji moesten zijn. Ook Farijs gaf ons een peiling;, die onze berekeningen bevestigde ein deelde onsmrea dat de wolken laag dreven en did wind west was. i Uit laatste bericht was bemoedigend', te meer daar we nu en dan. even de zon te zien kregen, 't geen bewees dat het wol kendek minder dik werdl, Toen we ten slotte Ka-ap Fenisterre in ziAt kregen, waren we natuurlijk erg in onze nopjes. Vandaar begonnen we uit alle riAtingen draadlooze seinen te krijgen. Het leek wel of heel Europa in oontaót met ons wilde komen. Ik zette koers naar Payjs en zag nauw lettend uit naar de steden en landtongen, die wij voorbij moesten koman. Weldra viel de avond en het weer ,werd regenach tig en mistig, zoodat we vaak onzen koers niet konden bepalen van de ver lichte steden beneden ons. Tegen den tijd dat we Parijs moesten naderen zagen we enkele verlichte bakens voor ons en ik begon al een draadloos tele gram voor den- heer Wanampker (die den tocht bekostigde) op te stellen, dat Parijs in zicht was. Maar toen wiji de heldere lichten bereikten zagen we tot onze groote verwondering dat \ve boven een „plaats van vermaak pp het water" waren. Onze compassen hauuan ons in een kring, in plaats van in een reAte lijm geleid. Het was moeilijk te zeggen in welne riAtdng (naa.r links of naar rechts) we in, een, kring hadden gevlogen. Ik vermöed:d|e dat het naar links was en op ,een gegist bestek zette ik weer koers naar PaHjs- Bit was een hachelijke .onderneming daar we ona nu genoodzaakt zouden kunnen zien er gens wegens benzinegebrek te moeten lan- uen. Dan zou misscnien niet ililren ons toestel in gruzelementen gaan, maar zou den we pok mensohen kunnen treffan. Het staat vast da,t ons compas niet goedl werkte toen we voor de eerste maal op Parijk aan hielden. Toen we de tweede poging d|edten, «jrtlj'olcerden we de twee compassen en bevonden aaf ZïJ mis-wezen. Ik geloof niet uat zij defect waren en vermoed djait in het toestel de een of andere magnetische stof was verplaatst. Zoo zetten we op de gis onzen tocht voort, totdat wij dachten bij Parijs te moeetn .zijn, nnia-ar de mist was inmiddels zoo dik geworidjen dat wij woar- sAijnlijk Le Bourget met hadden kunnen zien, zelfs al waren wij er vlak 'bijl ge weest. mede. Van heuni kunt gij, de ma,at namén. Ik zal hem roepen!" Den volgenden morgen gjngen de dirie met Athoree, die den naasten on veitigen weg zou wijzen en niet thuis wildie blijven, op weg. Edgar, bleef nu alleen over en besteedde elfen tijd ,om Met HeinriA' te spreken .over allerlei dingen. Hij vertelde van don Eadensteinv en Irma zat er dien bij toe te luisteren, en eens dat hij1 diait weer deed, besAxeef hij ,dle kinderkamer van den Fadenstein^dae die zijne zou wordesnv als zjj weer in Duitsehland bij1 Grootvader zou den zijn. Hij1 deadi dit zoo duidelijk moge lijk, en toen hij ophield, zeide Irma eensklaps: „Een hobbelpaard is er ook', en een geel kanarie-vogeltje!" Verrast zag Edgar op. Het was zoo! Hobbelpaard en kanarie-vogeltje wajren m toen zij nog kinderen waren. Nu bemerkte hij, dat Irma wel zweeg, als hij' sprak, maar dat zij toA luisterde en....,, diaabitl Hij zag ook met den dag', d|at hare oogjen dat ziellooze begonnen te verliesen en dat de ziel langzaam ontwaakte, maar alles was bij haar nog verward. (Wordt vervolgd)-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 5