Purol bij Ruwe en Schrale Huid
in alle kringen.
ZATERDAG 30 APRIL 1827
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
KERKNIEUWS
GEMENGD NIEUWS
VAN HIER EN DAAR
Dp Jaalste levensdagen van
Talleyrand.
„NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT"
Voor de Keuken
ONZE DAMRUBRIEK
Nuttige wenken.
Gekke gesprekken
bewoners dier panden een andere m'eening
zijn toegedaan.
Besloten wordt liet gedeelte van het,
plan, dat de Kerkstraat aangaat, aan te
houden en de rest goed ite keuren.
De heer Drucq vraagt of de bestratingen
niet aanbesteed kunnen worden. l>e voorz.
zegt, dat dit reeds het plan was.
De Vergunning tot het plaatsen van een
benzine-pomp, hoek Wijngaardstraat wordt
verleend terwijl het1 bestuur der Rl.-K.
Meisjesschool verlof' kreeg om een fcchool-
ineubel aan te sehaffen.
De rondvraag bracht het zegeltjes-plak
ken naar voren, de standplaats der auto
bussen en den stinkenden Oostsingel. De
finitieve besluiten werden echter niet ge
nomen.
Nog werd besloten om Zaterdag (heden)
een felicitatie-telegram a,an princes Ju
liana te zenden.
Half vijf werd de ppenbare zitting ge
sloten en ging de Baad op verzoek van tien
heer Eokhardt, in comité.
Op den tweeden Zondag na l'ascheu.
Dpfc^tid' I v. d. H. Patrus JI £125,
AllcriiefetepChristus heeft vpor ons
geleden, en u een voorbeeld nagelaten, op
dat gij zijne vootstappeju zoudt volgen. Hij
die geene zonde heeft gedaan, 'en iiui wiens
mond geen bedrog is gevonden die, a-ls
Hiji gelasterd werd, niet tegen lasterdeals
Hij leed, niet bedreigde, ma&i) iziclh over
gaf aan dengenen die hem.' -onreHiilvy a rdig
oordeelde; die zelf onze komde-n in zij®'
lichaam' op heit kruis gedragen [heeft, opdof;
wij', de zonden afgestorv-eiu zijnde, voor da
xec.h'tvla,a'"digheid mogen leven; door wiens
wonden gij1 genezen zij.t, Wainit< gij' (waart
gcljjlc dwalende sdhape®, ma,ar zijd (thans
wedergekeerd tot den herder en opzichter
uwer zielen.
Evangelie, Jeannee X 11 16.
lil dien tijde zeide Jezus a^n die Fari-
zeërs: ik ben de. goedtj [herder. De goe,do
herder geéflt zijn leven voor zijn-a scha
pen. Maai een huurling, cn.idie gciia herder
(is, w'ien de sdhjapteii niet eigen zijm, zie.t-
den wolf komen, c-n verla-ait de schapen uo
vlucht; en de wolf' rooft m, verstrooit da
sribapen. JJaIi -de huurling vlucht, -omdat
'hij' een huurling is en Iheni do scihla-pen 'ndcit
toobdliOorcn. Ik ben de goechj -herder, en
ik k'en mijne schapen, -en do mlijmlen kenfnen'
mij. Gelijk de Vader mij! k'en-t, en ik den
Vu der kenen ik gerff mijn leven voor
.mijne schapen. En. ik he-b nog mnldero scha-
pen, die van dezen schaapstail niet; zijln
deze moot ik ooit 'hier bijbrengen, en zij
zuilen mijne stem hooron, en het zat één
herder worden.
Alodéme tragedie.
Dezer dagen heeft do deurwaarder bij', da
Amsterdamsche R echtba-nk de heer I. Hars
hagen te Blarieum een niet alledaagséhe
opdi'fteht te vervullen gehad.
Deze ambtenaar moest n.l. ten huizo
oener aldaar wonende lamilie de aseh in
beslag nemen van een op- 28 Februari j.l
te Brussel overleden en te Wiesterveld ver
branden heer.
Diens te Londen wonende wediiwe, 'c!|j«
door haren echtgenoot tot universeel erf
gename was benoemd, vorderde (leze asch.
die zich ie Blarieum. in heti bezit oene^
dame bevond en die weigerdle de. aseh af
te geven, op.
Zooals uit het in het orgaan der Ver -
oenigilig van Gerechtsdeurwaaiders gepu
bliceerd proces-vei'baal van deurwaarder
Harshagen blijkt, sprak deze niet met de
bewuste dame zelve, maar met. haar huis
genoot, den heer Y. Deze verklaarde den
deurwaarder en diens beidien getuigen, dat
de. aseh van den verbranden heer, (foor het
Crematoriuin was afgegeven -aan deze l'e
P.erlij'n wonende, maar zich tijdelijk to
Charleroi bevindende dame. Volgens een
door haar a-nn de Vereeniging voor Lijk
verbranding verstrekte en door haar onder-
teekende verklaring had zij,' de. asch in ont
vangst genomen ten huize van «ten heer
Y., waarna- mcj. Y. of de heer Y. door deze
dame belast werd om' de a-seh te barer; be
hoeve te bewaren.
De hoer V. nu wenschte den deurwaar
der slechts- onder protest en alleen onder
den dwang der executie van het bevel
schrift de gevraagde aanwijzing te doen;
hij stelde daarop den deurwaarder een wit'-
In de Maart aflevering van „Studiën"
kwam een merkwaardig -artikel voor over
Talleyrand, de man, die tijdens hef eerste
Keizerrijk en de daarop volgende decennia
zulk een groote politieke rol in Frankrijk
gespoeld heeft.
Talleyrand, die, hoewel hij' bisschop ge
weest was, op ja-m|merlijke wijze van de
Kerk was afgedwaald, had ten slotte nog
het geluk zich op zijn sterfbed met Haar
te kunnen verzoenen. Abbè Dupanloup, de
latere bisschop van Orleans, speelde daarbij
een voorname rol. Hij' had een bezoek bij
Talleyrand gebracht, om dez-o t-e bedunken
voor een overdruk van een rede door den
hoogbejaarden Staatsman 3 Maart 1838 in
de, .„Academie des sciences morales et poli
tiquies" -gehouden. .Wat er toen verder ge
beurde verhaalt, de schrijver in „Studiën"
als volgt
Het was de eerste maal, ilat zij elkaar
zonder getuigen spraken. Het gesprek was
wel ernstig van toon, maar toch vond D,u-
panloup niet de gelegenheid rcehtjs'Krccks
ule bekeeringskwestie aan te raken. 'E-enige
iLa-gon later meende Dupanloup het aan zijn
priesterschap verplicht niet langer te zwij
gen en schreef' aan Talleyrand een brief,
waarin hij- aandrong- op diens terugkeer tot
de Kerk. Talleyrand was er van onder den
indruk, liet dien brief lazen na-n de herto
gin de Dino en zeide„Als ik ernstig onge.
houten kistje ter hand, dragende een label,
voorzien van de volgende bewoordingen:
F 34 J Crematorium Yelsen,
den Weledelgeleerden Heer
Y.
.laan 110.Blarieum.
benevens vijf lakstempels, waarvan drie op
het deksel en twee op de sluiting aan de
voorzijde, terwijl elke stempel de inscriptie
„Vereeniging Lijkverbranding Crematori
um" vertoonde, alsmede de kapitale druk
letters 'F. en V., terwijl het deksel met
twee schroeven was dichtgeschroefd.
Het procesverbaal vervolgt dan:
„Teneinde alsnu te kunnen comstateeren
wat vorenomschreven kist) bevat, ben ik
deurwaarder in tegenwoordigheid als voor
meld, overgegaan tot de opening daarvan
„Na opening bleek mij', deurwaarder en
mijn getuigen, dat meerbedoelde kist be
vatte een zwart gelakte metalen bus mét
op den bodem de navolgende inscriptie:
„Vereeniging voor Facultatieve Lijkver
branding no. 2211, H.E. W. L. F., 5327.
„Bij weging op een z.g. familie-weeg1-
schaai bleek de bus een gewicht -te hebben
van in lo-taal 5 kilogram.
„Hierna heb ik, deurwaarder, steeds in
tegenwoordigheid als voormeld, dp bus we
derom in de wit houten kist geplaatst, het
deksel weder dicht- geschroefd en daarna
geheel verzegeld door omwikkeling met
touw en het' aanbrengen va® vijf lakstem
pels met de initialen J. v. G. en wel op
het deksel en op de sluiting van de tou
wen opnieuw verzegeld en afgesloten, heb
bende ik mede den hierboven gorelateer-
den inhoud van de wit-houten kist in re-
vendicatoir -beslag genomen."
Over dit in revendicator beslag genomen
„roerend goed" stelde -d'e heer Harshagen
een deurwaardersklerk uit- Bussum tot ge
rechtelijk bewaarder aa-n.
De vader van den heer it. Ha-rshagen, die-
deurwaarder te Bussum is, bracht! nicht
dagen later de dagvaardfjng uit, waarin,
nevens de van waarde verklaring van het
beslag, wordt gevorderd -die afgifte van het
in beslag genomen goed.
De zaak is thans voor de Rechtbank te
Amsterdam hangende. Traniddfels zijh par
tijen, hangende de procedure, vrijwillige,
bewaargeving overeengekomen en heeft
deurwaarder I. Harshagen, ingevolge, op
dracht, het kistje met- inhoud onder be
waring' gesteld van den vrijwillig oan-ge-
stelden gerechtelijken bewaarder.
Door zij'n vrienden gewroken.
Tom Meany, e-en Oanadeesehe vallenzet
ter, heeft een jaar geleden :in ©eg gevecht
mot een reusaehtigen grijzen beer, het on
derspit moeten delven. Zijn beide makkers
Jack Yarzea.11 en Martin Day ton zwoeren
aan zijn graf, dat zij hem zou,den wreken.
Dat, hebben zij öok gedaan. Zij zijn Zater
dag uit de bergwoestenij aan de McGregor
teruggekeerd met het vel en den gebedel
van den reus. De pels is 2.70 M; la-ng en
1.65 breed. Do schedel vertoonde een
breuk, die al verscheidene maanden eerdier
toegebracht moet zijn. Tom' Meany zal
zijn vijand dien wel hebben toegebracht in
zijn laatste gevecht, dat onder de jagers
en vallenzetters van Britseh-Colum-bië al
een klassieke vermaardheid heeft, verkte-
gen
Een onderaarilsehe rivier.
Dat; rivieren soms den beganen grond
verlaten en grotten vormend een eindwee-gs
beneden de oppervlakte gtroomen om ver
derop weer aan het licht te komen, id een
bekend feit. Een van die rivieren as do
Donau en de streek waar hij- deze struis
vogelpolitiek voert, ligt op de grens van
Baden en Wurtemberg, dicht bij; Inrmen-
dingen. Het water verzinkt daar in tal-
looze spleten van den kalkbodem, die die
rivierbedden vormt en ko-mt 12 K.M. zui
delijker weer aan de oppervlakte als een
zeer waterrijke bron bij heti -Badenscho
dorp" Aaeh, wa-ar het d-e gelijknamige ri
vier (Aacli) vormt, die bij BadoUkzell'
in het Bodenraeer (en dus in den Rijmj
mondt.
Deze onderaardsehe verbinding tus-
schen do twee groote rivieren was al
lang bekend, doch pas in de la-atsto tij
den heeft- zij verontrustende afmetingen
aangenomen, doordat d-e spleten, waarin
het wat-er afvloeit, steeds wijder worden
cn d-e eigenlijke Donaubedding een groot
de-el van het- jaar vrijwel droog ligt. In
steld word, zou ik graag een priester heb-
ben. Zoudt ge denken, datj abbé Dlupau-
loup zou willen komen?"
„Ik twijfel daar niet aan," antwoordde
deze, „maar hij, kan u niet van dienst) -zijin,
dan na,dat ge eerst- met de Kerk in orde
zijt -gf'koanen." „Ja, dat weet ik, ik' heb
tegenover Rome iets goéd te maken, ilt
denk er al .lan-g -n.an. f#aar ik dacht, fiat
men mij; dat wtd zou, Vragen." Da her
togin haalde hem toen over, om deze daad
spontaan te stellen en om- hem da-arbij te
helpen, legde zij- hem uit over welke pun
ten hij speciaal zij® eerherstel moest aan
bieden. Inderdaad zette .zich Talleyrand
aan dit pijnlijk werk en zond een schrijven
aan M-gr. de Quellen, wa-arin wel een
schuldbekentenis lag, maar verborgen on
der zooveel verklaringen en ophelderingen,
dat nóch de aartsbisschop-, nóefn Dupan
loup meenden daarmee -genoegen t-e mogen
no-men.
Zij stelden daarom uit deze retract-a-tie
een meer canonieke verklaring op, dia
Talleyrand te gelegener tijd ter onderteekë-
nin-g kon worden voorgelegd. De gezond
heidstoestand van Talleyra-nd was wisse
lend, maar alles te samen toch achteruit
gaande. 'De plotselinge dood van zij'n broer
had hem zeer aangegrepen en hij verklaar
de voor zich zulk oen sterven niet to wen-
schen. Hij, had zich voorgesteld op 17 Mei
naar Rome te vertrekken, waarsehijiidlijlk
om persoonlijk met paus Gregorius XVI
een onderhoud te hebben, maar 17 Mei zou
zijn reis naar de eeuwigheid worden. Den
1920 en 1921 was dat op 201 en'309 dagen
het geval.
Wurtemberg i« 'in den laafeten 'tijd over
gegaan tot-' dichting van do spleten in' dc
rivierbedding bijl ïmmendin-gen, tdjoch daar
tegen komen do bewoners van het Aaeh-
dal, die voor hun kleine indust-rieele- be
drijven de kracht aan de Aaeh ontleenen,
op. Zij| beroepen zich op „verkregen rech"
ten" en de rogeering van .Baden geeft
thans de zaak aanhangig gemaakt hij' het
Staatsgerechtshof van het Duilsdhe rijik.
de instantie, die over bevoegdheidfekwes-
ties tussehen rijk en bondsstaten Cf' bond
staten onderling te belissen heeft. Het hof
zal moeten uitbiaken of 'Wiurteimberg het
recht heeft; den Donau te Swingen, zijn
natumrlijkeH loop weer te volgen.
De
komt eiken Zaterdag, door haar ruime
extra verspreiding in Goes en
Omstreken
De ad verten tiön, daarin geplaatst, zijn
daardoor gewaarborgd te komen ouder
de oogen van een koopkrachtig publiek.
Vraagt het advertentietarief.
Het einde.
De krijgsraad te Mitau (Lettland) heeft
na een proces van twee Weken, ee® bie-
rueht roover, den jeugdigen Ans Kaupen,
evenals zijn handlanger en makker Pe-
balga lof de strop veroordeeld.
Zes jaar lang heeft Kaupen, 'zoo vertelt
de „Vorwiirtsi"J de straatwegen onveilig
gemaakt. Hij; heeft ongeveer 20 moorden
ojj zijn geweten, terwijl Jjjj .een 200-tal
overvallen en plunderingen ou gjjin naam
heeft, staan. Rustig heeft hij .enkele jaren
seleden een onschuldige ter doodl laten
brengen voor een moord, dien hij gedaan
had; oen andere onschuldige is voor hem
tot levenslange gevangenisstraf' veroor
deeld.
In-1920 begon zijn leven van etruikroo-
ver. In lompen gehuld met revolver en
geweer gewapend, een maskér voor 'liet
gezicht, overviel hij reizigers, die hij) uit
plunderde. Had hij gerioeg „verS|jend" op
'deze wijze, dan trok hij naar Riga, wa-ar
hij, keurig in avondtoilet gekleed, 'uiljging
en als grand seigneur zijn buit verbraste.
Dat leventje duurde ongeveer driejaar,
tot hij rustig ging werken Jjij zjjn vroe-
geren behangerspatroon, om' slechts nu
en dan voor een dag of tien UpoofMoOÉsi
te verdwijnenin die dagen werdien o-p de
straatwegen de reizigers op klaarlichten
dag door een woesluitzienden roover aan
gehouden en onder bedreiging mot. een
revolver uitgeplunderd. Weigerde iemand
zich naar zijn ëiso'hen te voegen, dan
schoot de roover onmiddellijk. Zelfs autbs
werden door den bandiet aangehouden,
waarna hetzelfde tafereel zich herhaalde.
Tot 'de brutaalste staaltjes van de .„fails
et gestes" van Kaupen behoorde de aan
houding van een trein, waarvan hij' den
machinist neerschoot-; den passagiers
werden de. passen afgenomen, terwijl hi!
alle tasschen en koffertjes doorzocht, den
postwagen plunderde om- daarna, een goed
heenkomen te zoeken. Bij) een van zijtn over
vallen dwong hij- oen politiebeambte hein!
vijf uur lang te helpen plunderen.
Maandenlang werkte hij op deze wijze,
zonder dat- het- de politie gelukte hen» in
handen te krijgen. Kreeg* zij hem in het
vizier, dan schoot Kaupen altijd het eer
ste en wist hij' tenslotte ongedeerd te ont
komen.
Herhaaldelijk was hij verloofd. Zijn uit
verkorene kreeg steeds- de prachtigste ge
schenken; was het geld op, dan ,trok hij"
er maar weer op uit. Zoo besloot hij 'bijv.
een keer den sneltrein BerlijnRiga in d'e
lucht te laten vliegen; zij'n meisje had nl.
15.000 roebel noodig. De aanslag mislukte,
maar 'Kaupen doodde een wisselwiaoht-er
en plunderde zijn slachtoffer uit'.
Gewoonlijk toog hij er alleen op -uit;
slechts in enkele gevallen werkte hij' sa
men met zijn helper Pebalga. Met' dezen
roofde hij' o.a. twee hofsteden leeg, bij
llden van die -mnand vertoonde zich een
kankerachtig gezwel, dat- 'door een opera
tief ingrijpen onschadelijk imoest worden
gemaakt. De viji'-en-tachltig-jarige -grijs
aard doorstond heldhaftig de pijnen en on
derhield zich aan de thee -'s lavorads imeti ben
achttal -gasten, alsof hem, niets overkomen
was. Den volgenden -dag echter was zij.n
toestand zoo verergerd, dal de geneesheer
ieder oogenblik het einde verwachtte. D.u
panloup werd ontboden en deelde djen lijder
mee, dat zijn retractatie onvoldoende w.asj
hem verzoekend te willen luisteren naar
wat hij, in overeenstem[ming inlet, mgr.
de Quellen, daarvoor in de plaats had op
gesteld. Hiervoor was Talleyrand niet t-e
vinden want: „lk heb goed nagedacht over
wat ik schreef, zij, die goed kunnen lezen,
zullen er alles in vinden, wat. er in moet
slaan." Gelukkig luid Dupanloup de ge
vatheid te antwoorden: „Er zijn veel men-
schen, die nie.t. ,goad kunnen of willen le
zen.' Hierin stemde Talleyrand toe en be
gon toen zelf het concept met aandacht te
lezen, waarna, hij zei: „Ik ben zeer tevre
den over dit stuk." D[upanloup verwachtte
nu niet anders oi de onderteekening zou
volgen, maar tot- zijh ontsteltenis vervolg
de Talleyrand: „Wilt u mij dit stuk hier
laten? Ik wen-seh het nog eens over te le
zen." Hierna had nog een vertrouwelijk
onderhoud plaats, dat- bij Diupanloiip de
beste verwachtingen opwekte. Gedurende
den loop van den dag was de toeslnncj wat
verbeterd. Den volgenden dag gaf de ge
neesheer alle hoop op en verstoutte zich
welke gelegenheid zijl samen acht menschen
ombrachten.
'sMans houding voor zijn rechters wa^
in overeenstemming met' zijn daden; bru
taal, overmoedig, zelfbewust'. Tot bij) het
-einde van zijjn proces een ontzettende
angst hem plotseling klein maakte.
WITTE SOEP.
I ons (ruim) zoete ain'andelen3 bitte
re amandelen; 1 eelderSjhiart8) deciillüler
melk; 1 kopje roonr; 1 theelepeill peper
korrels; 1 middelsoort ui; 8 deciüliter wa
ter- oil [bouillon; 1 <tiheelllè.pel 'zout; 30 grani
boter30 gram bloem'.
Ontdoe de amandelen van de veMW en
kook' ze een uur in da bouillon, met da pe
perkorrels, uien en. selderij'. Daarna, met
een bouten tepel docr de, zeef roeran na
de amandelen er uit geuomlen te hlebbetal.
Verwarm de boter in een pannetje m'aar
laat niet bruin worden; roer het meel bij
eni daarna de melk. Drie minuten late'nl ko
ken en vervolgens de bouillbn bijvoegen! e.n
het zout; weer op'wannen,. d,e room' in do
soép terrien doen en ihiier op, de soe,p.
Oplossing van probleem No. 7.
Wit: 28-22, 38-32, 32-27, 42-38, 34-30,
48:10, 25:1.
Zwart: 19:17, 12:23, 21:32, 32:43, 24:33,
4:15.
Damprobleem no. 8.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Zwart, 13 schijven; wit II schijven, 1 dam.
OploBsiug volgende week.
Correspondentie over deze rubriek wordt
niet gevoerd.
Omgekrulde tapijtraiideii.
Heeft u omgekrulde, tapijt-randen, leg het!
tapijt- dan met den onderkant na,ar boven
op den vloer en leg natte doeken op de ran
den van dien achterkanti "fran liet kleed.
Strijk die kanten zoo lang met een heet
strijkijzer, tot de doeken en het kleed djroog
zijn. Als dit gebeurd is, vinidti' men nergens
aan het kleed meer omgekrulde, randen.
Bovendien kan deze behandeling, altijd
weer zonder kosten en met weinig moeite
en tijdverlies avor-den toegepast. Er is
geen stijfsel, geen geknoei met lijm of der
gelijke bij noodig'. Het resultaat dat men
bereikt, is steeds zeer bevredigend.
Het reinigen van witte strooien hoeden.
Er zal 1111 met- liet) voor den dag halen
Van de zomerhoeden van vorige jaren nog
menige hoed te voorschijn komen, die nog
in uitstekenden staat is en nog heel goed
ram kunnen worden gedragen,, als Wij niet
zoo echt -vuil was. En H; is np eenmaal
'n feit dat! we in zoo'n geval direct) be
ginnen te redeneeren, dat zoo'n hoed uit
gestoomd (moe-t worden en dat dla-t tegen
woordig zoo enorm duur is, dus d(at wo
dan maar liever een nieuwen ïnoeten ne
men. Onnoodig u te vertellen dat die ook
buitensporig hoog zij'n in prijs. Maar nu
vraag ik u, lezeressen, is het nu,' alleen
mogelijk een hoed schoon te krijlgen door
hem voor veel geld 'te laten stooonen?
Ge kunt hem toch ook wel zelf reinigen.
Vooral de ronde heerenhoeden en die een
voudige modellen leveren niet de minst'o
moeilijkheid op. Probeert het b.v. eens
op de manier, die ik hieronder zal laten
Volgen, met een heel ouden hoed, zoo een
den prins de waarheid te zeggen„Gij! zÜlt-
in een toestand, waarin elk ernstig menscii
orde op zijn zaken stelt." Opnieuw ver
scheed Dupanloup om, hem op den dood
voor te bereiden, verwachtend de verkla
ring onderteekend in ontvangst te kunnen
nemen. Van onderteekening was echter bij
den stijfhoofdig™ grijisaard geen sprake:
de pijnen hadden hem belet het stuk over
te lezen. Dat moest eerst gebeuren en bo
vendien wilde hij] er nog iets aan toevoe
gen. Hiervan kon nochtans- om, dezelido
reden ook dien dag niets komen. De lijder
kon ieder oogenblik sterven, de spanning
steeg-, het huis was vol belangstellenden,
voor- en tegenstanders van een bekeering,
tot eindelijk de hertogin de Dino het waag
de hem- de vraag te stellen, wanneer hij
wilde onderteekenen. E11 beslist kwam
het onverwachte antwoord: „Morgen vroeg
tussehen vijf en zes uur". Angstig vroeg
men zich af of de stervende dat uur wel
halen zou. In groote onrust verstreek do
nacht, de morgen brak eindelijk a,an en het
achternichtje van den stervende trad, ge
heel in het wit, het ziekenvertrek binnen,
om den zegen te vragen, nu zij haar eerste
H. Communie ging doen. Diep bewogen
schonk de oud-bisschop zijn zegen en sprak
„Zie daar de twee uitersten van het leven,
zij' gaat -haar eerste H. Communie doen
en ik
De getuigen, zoowel door den aartsibis-
schop als door Talleyrand aangewezen,
stonden gereed, de klok sloeg zes uur, de
hertogin begon op verzoek van Talleyrand
Waarbij ge redeneert, dat! het er niets op
aan komt, of' bijl bedorven wordlti of hiet.
Iin ik wed, dat ge zoo voldaan zultj zijp
over de verkregen resultaten, dat ge di
rect met! veel animo aan den gang zult
gaan, om ook' uwe andere witte hoeden
op dezelfde wijize te behandelen. Ge ueemti
wat zwavel, die ge bijl den drogisfj kunt
bekomen, en mengt! die met' koud water;
aan tot een dikke brei. 'Maakt ilan den
hoed nat, en bedekt hem zóó met de zwa-
velbrei dat 'er niets meer van het s-troo
te zien is, het spreekt Van z'elf, dat
lint of gaiueering er t'e voren van ver
wijderd zij'n. Nu wrijft 'ge hard en bor
stelt Hink, totdat de hoed mooi witl is
geworden. Zonder veel moeite is dit in
korten tijd gebeurd. Bij' voorkeur doet men
dit werkje buiten in de frissche lucht.
B
Die moorddadig© bokkemi.
De aandacht was hopeloos weg ju de
klas en wat er voor in da plaats kwam,
leek wel in staat om den meester tot wan
hoop te brengen.
Een „veelbelovende" leerling, die zijn
vriendje een potlood 'toegezegd liad, Ü(och
na voortdurende aanmaning oan' zijjn woord
gestand te doen, met een liniaal a(an het
klappen uitdeelen was begonnen, stond
reeds in de gang rare gezichten !t!o trekken,
tot vermaak van de jongens, die niet moch
ten omkijken. Een ander bevolkte een
sehoollokaalhoek, met ppgelieven handen,
t-oti welke Wjld-West-liouding hij) yeroor-
deeld was, wegens het beknabbelen van
gepafte erwten; en niettegenstaande deze
vonnissen, heerschte er een stemming van
baldadigheid en verstrooidheid'.
Téneinde raad, begon de meester te. Ver
halen over de vaderlandsche geschiedenis.
Eerst hielp liet wat. !W,el verdraaiden
sommige deugnieten den schoonen naam
van Julius Cesar tot1 Julius Rleescar en
dachten zijl bij de voorvaderlijke Bafa,-
vieren aan profane biervaten, doch ft ging,
maar toen de historie op Friesland'fi bodefirt
werd geplant en de euveldaad d|er Dok-
kunjmors op het tapijt kwajm, wipte de
attentie over naar éen dikke bruine bij;, -die
tegen de ruiten. hotn|melde.
„Wat gebeurde, er in 755?" vroeg d-e
meester plotseling barsch aan Pietje Lut.
Pietje leek verlamd -en keek' verwezen.
Nog -eens herhaalde moester zijjn vraag;
Pietje bleef sto:m(, spitste zijn noren om het
helpend gefluister te ver-staan „Bonifaeius"
hoorde hjj| sissen en prompt gaf hij 'f
woord weer. 1
„Juist," zei de meester „en verder?"
Weer lispelde een voorlichtende stlem
achter Pietjes rug en eindelijk het ver
staande, riep liij triomfantelijk „Bonifaeius
door een bokkemi ver-moord!"
Tableau!
Even later zag de hoofdonderwijzer zich
genoodzaakt;, om- in het lokaal, waar dit
drama zich afspeelde, zelf orde te helpen
stichten.
REIJNOUT.
SPORTIEF.
Secundant: 'Hij' bood 30 twee honderd
gulden als- je verloor, de smeerlap. Maar.
je hebt 'm fijn knock-out! geslagen!
Bokser: Waarom, niet? Ik heb nog
nooit voor .minder dan vijffihonder-ij' guldlpn
verloren. I
LEUK BEDlACHT.
Tandarts: „Ik constateer, dat al uw
kiezen aan het' zweren zijjn."
Patiënt gemoedelijk': „Dat is dan zooveel
als een Samenzwering in een kiesvere
niging".
ROYAAL. j
Arme blinde, heti spijltj me, dat ik
geen geld bijl me heb, hi-er heb ja een
kaartje voor de bioscoop!
SPREUKEN.
Een goede raad is veel waard, maar
vooral wanneer hij: door een goed voorbeeld
wordt gesteund.
De voornaamste eiseh van den goeden
toon is zich glimlachend 'te kunnen verve
len.
Niets imponeert minder dhn te willen
imponeerenhet laatste is de rariciatuur
van het eerste.
de voorlozing der st,ukken, waarop deze,
half opzittend, vastbesloten zijn handtee-
kening zette en de dateering ervan be
paalde op 10 Maart, in Verband met' do
laatste -rede door he.ni gehouden.
Om acht uulr ontving Talleyrand den 3co-
uing en diens zuster met groote waardig
heid, hij stelde volgens ihel ceremonieel
de aanwezigen aan den koning; voor en be
dankte hem voor de hooge eer van zijn. be-
'zoek. Vermoeid door deze inspanning
m'oest men den stervende eenige uren al
leen laten. Daarop sprak Dupanloup hem-
toe, dat nu het oogenblik gekomen was om
na zijn verzoening met de Kerk zich ook
met God 'te verzoenen. Onmiddellijk greep
Talleyrand de handen v.an den priester en
Ic-gde, diens handen steeds vasthoudlemd,
zijn schuldbekentenis af', waarna hij onder
teekenen van groote nederigheid en geloof
de absolutie ontving. Daarna ontving hij'
het H. Oliesel, waarbij! hij zooveel .tegen
woordigheid van geest toonde, dlat hij) Du
panloup* er opi wees, da.t hij do handen aan
den buitenkant moest zalven, want: „Gij
vergeet, dat ik bisschop ben".
Met groote ingetogenheid en vurigheid
bad hij- de litanie der stervenden mee, boog
het lioof'd bij de aanroeping zijner patroon
heiligen, Maurits en Karei, tot bij het be
ëindigen der roerende gebeden zijn krach
ten hem begaven. Hij overleed 17 Mei
1838 omstreeks half vier 's middags.