NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Angstig avontuur.
ALLERLEI
~gemengd~nTëljws
Het hoekje van humor.
ZATERDAG £9 JANUARI 4927
reu, opdat, z'c haar fnuikend wol k niet brui
nen uitvoeren. Ongetwijfeld hebben de in
de laatste jaren toegepaste serum inspui
tingen tegen ziekten als cholera, snot,
diphtheriüis enz. veel succes opgeleverd,
doek de resultaten zullen niet blijvend zijn.
indien men niet tegelijkertijd en navolgend
schoonmaakt het dag- en nachthok en
vooral hel laatste. Die schoonmaak moet
bestaan in ee.ne geregelde bespuiting met
een vloeibare, bijtend© stol', doch niet min
der is de opruiming van de mest eon ge
dwongen noodzakelijkheid. Ij n mere, hot
vuil, dat besmet is mol. ziektekiemen, die
uit. het lichaam naar buitan komen, alsook
het neus- en mond-Slijm, dat de diereu la
ten vallen, moot veel „kwaads' bevatten.
Daarom gebruikt turfmolm als vloc.rbcdek
king, die doodend is voor sommige bac
teriën, alsook opslorpend werkt op be
nauwende ammoniak en koolzuurgassen.
Daar dagdlijksebe reiniging voor den door- -
snee-kippeulumdev niet doenlijk is, pï-
schoon zeer geiveiiSchf, zeg ik: strooi
turfmolm".
lle.l vloeibare ontstemmingsjniddel inoe-t
doodend zi„n en, wijl water dniu'voor niet
afdoende is. moet man een goed en prac
tise!) bruikbaar middel aanwenden, da.t
zuil goed met water mengt en bi gebruik
gom akkeli.U in alle hoekjes en gaatjes
moet binnendringen, waar de smetstof zoo
gaarne vertoeft. Hat goedkoopste en het
doeltreffendste ontsmettingsmiddel is de
rrooliiie. Creoline, een beerachtig product,
donkerbruin, slrooperig en helder van
lel out mot oen verfrissc'hendo geur, m bij
na op alle plaatsen te. koop. Het is eejh
sleik nviddid. dat zelfs tuberkelbacillen
doodt in oen .'1 o/o oplossing, alsmede in
eou nauwere menging niet, water zelfs
chplera. miltvuur, dipheerio voor goed on-
schadelik maakt. Ook parasieten dis luis
en mijt worden het slachtoffer van de.
credible-bcspJiiting. lint behoeft daarom-
ook goen beloog, dat geregelde ontsmeM.i'iug
met creoline er zoor toe bijdraagt, de
dieren togen talrijke ziekten te vrijwaren,
mits men maar zorg driui.gt, dat, men til'los
wait men meant to moeten ontsmetten, ook
werk eb k ©enigen tijd met do noodzake
lijke besproeiing in aanraking brengt. Als
't mogelijk is maakt men den vloer eerst
met water schoon, cvaai'door do creoline
nog boter overal kan indringen. Men doet
verstandig, ramen on deuren dicht te hou
den, opdat de oreoline-dainp beter in
dringt op a,l wat leoft, Gevaar voor ver
giftiging van pluimvee kan niet bestaan,
mits men de oplossing niet sterker maakt
dan 3 °o. Carbol of carbonikum moet
uien eohtoi' niet bezigen, want deze be
vatten doodende stoften voor do kippen.
Gocdkooper middel om te ontsmetten
ia de kalk en toch hoeft bi; sterk' ontsjnr|t-
tende eigenschappen. Ken 5 o/o opllossing'
kan zelfs de oholexa-bacil dooden. Jnjn-
mesr dat de witldlak geen lange nawerking
heeft gelijk creoline, ofschoon het grooi
tere voordeel er van is, dat men goed
kan zien. of alle hoeken en reten bestre
ken zijii. Daarbij geeft het een aangenaam
gezicht, de dieren te zien zitten in een
helderwitte „kamer". Wie tegelijkertijd
van kalle on creoline wil proliteeren ver
mengt beiden on bestrijkt met kwast of
bezem idle wanden. Een ander deugdelijk,
doch lastig middel tot ontsmetting is
bloem vo.n zwavel. Wanneer het hok goed
sluitend gemaakt is, dan zullen na ver
damping ;in een ijzeren pan of pot alljle
jinrasieteu gedood zijn door inademing'
van het zwavelgas, doch de sterke bacte
riën zullen er niet liet slachtoffer van
worden. Pet is daarom een zeer probaat
middel, waar schurftnii/teii of luizen znjii.
Een ander uitstekend' procédé is de. vloei
«tof. die onder den naam van Rids in Jen
handel komt. Ze wordt uibgespvoeid mei
een daarvoor aangewezen sproeier,, waar
door .alles stoffijln wordt verspreid. Het
is sterk doodend, zoodat niets, wat le.eft
in het hok, aan deu dood ontsnapt. Voor
nvensch en dier i.s het echter onschadelijk.
Wie een klein spannetje kippen heeft, zou
ik sterk aanraden een proef te nemen,
maar omdat het nog al prijzig is, acht ik
«eöline-bespuiting met. een pulvorisafor
vim de N.V. Asphalt-fahriek te Utrecht,
zeker voldoende.
Tets ter overdenking: Herhaaldelijk is
bet m-e opgevallen, dat zij; die nieuwe hok
ken bouwen, in den beginne nauwgezet
aan de zindelijkheids-maatregelen de hand
houden. Doch, over een half, oen heel
jaar, komt er een zeker sleur, en.... het
ongedierte en de ziekten gaan komen. Ter
gensjlag in alles is er i. gevolg van, on al
spoedig is liet met do kippen het oude
liedjeuilige, ziekelijke dieren met ge
ringe eicropbrengsf. Onthoudt, het, kippen-
houders', lioc ouder de hokken, hoe accUra-
ter het onderhoud ar van moot wezen.
Slaat, beslist- geen werk over om het vuil
te verwijderen en bespuit in den wintel'
het hok ©en paar malen.
I stuit- er geen zijl, lunar eitjes hij „spin
non".
Mot vijf zware slagen lood Je toren-
•klok kond van 'het uur van den winter
nacht. In oen van Je oude huisjes aan
zijn voet noemt een ra.mime! ml? wekt:
hel sein over en roept Jaap, den post
bode van het dorp uil) het land zone"
droomen 011 lot nieuwen plicht.
In de nauwe bedstee geeft Jaap reeds
gehoor aan den Toen en kruipt onder do
warme dekens vandaan, om dan huive
rend een oogenbiik te luisteren naar :ot
gerucht van deu wind. Bij den Bauwen
schijn van een walmende nachtpit nu,tak;
hij vervolgens toebereidselen voor dher
val ting van zijn zware dagtaak. Jaap is-
een stoere vent, oen vijftiger, die, met T>
regelmaat van een hedendaagsctieii mail
stoomer en niet .minder onversaagd Ie
elementen frolseerend, zorg draagt voor
het transport van do beperkte correspon
dentie zijner dorpsgeuooten lie vole uren
van ingespannen djenst, met hun lanje
marschcn, bij nacht en ontij. zijn blijkbiar
zonder 'nadeel voor Jaaps ijzers'erke con
slifulie over hem heengegaan. Een be
zorgde o; merking over het weer van man-
der de vrouw, die in de bedsted i achter
Keef, ontlokt bom dun ook slechts een
goedaardig gebrom
Waal Jaap heeft voor heeler voren ge-
slaan op zijn reizen, wanneer do sneeuw
voelen hoog lag en alles bodes'e en hij
in de d listernis ternauwernood den weg
vond. Wanneer ijsgang den overtocht
over de rivier bijkans tot een poolreis
maakte en zijn maiseh naar hett provin-
1>© griep.
E,r wordt' Weer druk gesproken over het
voortwoekeren van de griep. Maar van
medische z'ijde, met name djoor clou iusp,,c-
teur van den gKm)©eaitelijikeu geiieeskuu-
digoii dienstf Amsterdam wordt cr op
gewezen, dat de griep in ,(i|it, jajiw lufitet, hijr
zonder gevaarlijk is. Deze ziokto schijnt
alleen om do twintig jaar velen te dooi
den. De bodoel:d|e inspecteur dr. Heyer-
mans heeft' do gricp-epidemieën nagegaan
sinds 1530. Ziehier watj hij schrijft:
Van de epidemie in 1530 is bekend', (diit
ze in Rome 8000 slachtoffers cisehteook
in Madrid waren er tal van ster'feevjaillen.
Een bekende heter ©on berucht© griepf
epidemie is die van het jaar 172,9 geweest,
toen getier 1 Europa, was aangetastDe
ziekte brak het ©erst in Boulogne uit, ging
vandaar naar Oostenrijk en vprspj'.eitdjdp
zio'h vervolgens over geheel. Europa. In
de jaren 1732 en 1733 volgde een opvilamf-
ïuing van de. ziekte, wo J minder ernstig
van aard, maar toch werden behalve idö
bewoners van Europa ook vglcfn in Afri
ka en Amerika aangetast,. Ben volgend©
ernstige griep go,li was die, van de jaren
1762 en 1775. Do mcestl uitgebreide, be
kende epidqm'ie was dfje. van 1782. De. te iele
to begon in China-, «joeg ov©r naar Rust-
land, naar Moskou on Petersburg, in welke
laatste stad 40000 sterfgevallen vpor-
kwanfen. Via Polen ©n Duitsohland ver
breidde dja ziekte zildhi verldl©i' ovjar ons
werelddeel. i
Tn een sue!Ier tempo volgden in d© 19-lv
eeuw cle griep -epidemieën elkaar op i!|ie
van 1830 ging den gcheelon aardbol rond)
en tien jaar laiter brak zij weer uit, eerst
in Londen, later iu Parijs, Nancy Genevp
en verder oye' TtnJ van landen. Hat landl
Tartarijè zag in het jaar 1889 en 1890
oen griep in zijn draven onfetauii, die v,a;n
daar uit' heel d(a werel'df Tonldtuok; favw
deruo van Europa's bevolking moet; toen
ziek zijn geweest en door complicaties
was do sterfte vrij' hoog.
Na. dit alles gelezen te hebben, z.al, ieder
begrijpen, dat de na.ami „Spaansohe. Griep"
volkomen onzin is. Men kan cv,e<ngoed van
Cihineesche of 'Tartan rselip griep spreken
als nog' «en andoren landnaam1 aan i'j? ziakj-
te verbinden. De, oorzaak v,nn deze onjuiste
benaming is misschien te vinden in de
griepl-epidemie van 1918, die na in
Amerika en Frankrijk ernstig te -hebben
gewoed, zitth over Spanje en over geheel
de wereld yeorsptreiicjlte. Volgens Engelsch©
onderzoekingen begon de ziekte in Januari
1918 in Amerika, waar op tal van plaatsen
kleine epidemieën ontstonden. In M©i van
dat jaar dook'd|p ziekte in Frankrijk op;
de eerste, weken de'dien zich daar meer
den 25000 fciekfegevallen vpor met 24
sterfgevallen; in Juni waren cr in Lotha
ringen 12000 gevallen met 14 dooden. Tot
op dal oogenbiik was de ziekte. d|us tuinier
1 ijk onschuldig en in Augustus 1918 was
cl© e.picVmic zelfs bijna verdwenen. Echter
in Nov- brak de ziekt© .weer uit en toen
in kwaadaardiger vorm. Van Frankrijk uit'
werd Spanje besaniel.; tegelijkertijd volg
de Belgrado, Polen, Roemenië, Noor (-Euro
pa en verder heel ons weTeWtecJ. De sfei|il-
te is ontzettend (gpewesst; men schat hel
asnt'al dooden over heel dj' wereld opi on
geveer 20 milüoen - de griepeischtic dius
nicer slachtoffers dan de wereldoorlog.
Zoo zijn ze.
Toen keizei' Alexander van 'Rusland
eens aan den hertog van Saksen-Weinrar
een bezoek bracht, en aan tafel het gesprek
op Jena kwam, sprak hij zijn levendagen
weiisch uit, de Jenuër student on in corpore
te zien, hetgeen, .zooals bij zeide, ige-
schi'oden, daar de hertog slechts behoefde
te bevelen, dat de studenten zich en liaie
zouden opstellen, wanneer hij met hem
Jena bezocht. Kar) August glimlachte bij
deze woorden en zeide:
ciestadje uren en uren van inspanning
vergde. Oï a's aanhoudende regens hem
telkens tot op de hui l; doorweekten en hij.
moeizaam voort ploeterend overdo moido
rige wegen, alle krachten moest inspan
nen om zijn werk tot een goed eind' to
brengen. Maar niets heeft lieni blijvend
gedeeld; evenwichtig naar lichaam en
geest, doet hij nog steeds trouw ziin
plicht en bet noodweer maakt ook! nu
slechts een voorbijgaanden indruk op
liern. Zijn ontbijt eischt weinig tijd en heit
maken van zlijiii toilet nog «tinder. De
i'akensche pos'jas wordt aangeschoten, dan
'hangt hij. de brieventasch om, gespt len
stormband ondier de kin en na een kort
afscheid van do vrouw s'aat hij! in de
verlaten dorpsstraat. De wrakke deur.
door een rukwind aan zijn hand. ontglipt,,
valt krakend in liet. slot.
Het weer valt Jaap tobh niet mee en op
de hoeken van d'e straat moet. hij, zich
schooi' zetten oin op de heen to blijven.
Maar als hij aan de tegenovergestelde zijd
van den po'd'or het dorp verlaat en in
de luwte van de hoornen den boschwèg
vo'gt, valt hij in zijn gewoontepas van
jaren, een tempo, waarin hij zon ie" ver
moeidheid niijl na mijl kan afleggen en
gaat welgemoed voort. Hoewol het in h«
jjosr.h hetrekklolijik stil is, schijnt de
storm in g aan kracht te hebbenvgewon
nen en Jaap bemerkt zijn geweld, als d-
wind razend over de kruinen den boonien
vaart. W anneer de toppen worden neer
gedrukt, klagen en zuchten clf? dikke stam
men a!s menschenstemmen.
Ongestoord gaat Jaap verder aisscheu
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60ot.
Laxeer-Tabietten60 ct.
Zenuw-Tabletten75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Rflaag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. on Drogisten
Ik zal zien wat. ik doen kim.
Een uur later ging een renbode, met
ene eigenhandige kabinetsorder van dein
hertog na-ar den prorector der hoogescihqol
te Jena, en den daaropvolgenden dag reis
de Karl August zelf, met zijn keizerlij
ken gast daarheen. De open jachtkales van
den hertog, waarin deze naast den keizer
zat was omstreeks een kwartier uurs van
de stad verwijderd, toen men reeds een
menigte studenten opmerkte, die ter rech
ter- en 'linkerzijde van den weg stonden,
die het vorstelijk rijtuig moest nemen.
Eten sluw lachje speelde om den mond van
den hertog en zich tot don keizer wen
dende, zci.de hij:
Gij! zult die vroolijko jongens allen
zien; geen oen zaj thuis Ui,ven.
Fin inderdaad' was het, zoo. In lange
rijen, mut de driekleurige sjerpen om do
borst, het bonte mutsje op bet hoofd en
de lange pijp in den mond, stonden zij
daar allen en lieten de hooge reizigers da
revue passeeren. Keizer Alexander mon
sterde met verraste en nieuwsgierige blik
ken de lange rijen der studenten en, toen
zij aan de stadspoort kwamen, zeide hij,
zich tot den herlog wendende:
Men spreekt zooveel van den onruiS-
atigen geest der academische jeugd, maar
grootere gehoorzaaradlieid dan deze stu
denten toone.n, die zich op uw bevel langs
den wag hebben geschaard, zou ik zelfs
in Rusland niet vinden.
Karl August tastte iu zi,li borstzak en
sprak glimlachend tot tien keizer, terwijl
hi, ham een Mad papier overhandigde:
Wilt gij! dit hevel lezen, Sire? Het
is hetzelfde, dat ik gisteren aan den pro
rector zond, met verzoek liet terstond op
liet zwarte bord f» doen aanplakken,
De keizer vouwde hot Mad open en las
„Daar morgen Zijne Koninklijke Hoog
heid de Hertog' met zijln verheven gaat in
den namiddag Jena denkt to jiassecren,
zoo wordt hierbij', op uitdrukkelijk bevel
van Zijne Koninklijke Hoogheid, aan elk
student Jien strengste verboden, zich op
den weg, dien do hoog© roizjgers zullen
'langs trekken, te vertoonen".
De Keizer schudde het hoofd en zijne
gelaatstrekken drukten eene eigenaardig©
bevreemding uit, maar K.ai'1 August voeg"
de lachend daarbij:
Ja, ja, ik weet welk vleeseh ik in
de kuip heb.
Ljjïi 5 te Amsterdam.
„Een ding ia seeker", zei Gerrit, de
conducteur, „en dat k dat 'r in Amster
dam sulke. dinge toch maar niét foor-
falie!"
Een man niet een geruite pet op van
een huiven Ineter lang, trok bedachtzaam)
5iiii zijii piraatje, en blies een wolk sterke
sigarettenrook naar den conducteup.
„Eu die mOord op de Noordermart dan?
vroeg hi,,,
„I)ie snuiter hadde se gauw genoeg In
se uekfel. De moordenaars hebbe hier lauw
kans. Se kenne 't feel feiliger in Rotter
dam of in de Jlaag probeere. Ach pian,
vatte suffers. Hè jijl nog wel 's' iwat
gehoord van die moord in de De Riemer-
siraat, of fan die in de Engel eburgs tra at.
D'rh et geen haan meer naar geflote. Eu
'el op mijn woorden, de roofmoordenaars
van 'I Eesuildenhoul "fan,ge se hooit rfiet,
al werreke se met tweedusend p'lietAe-
honde. Se hebbe d'r geen sjoege fan".
De Jordaner haalde zi, 11 schouders op
en trok lainachtend met zijn lippen, leder
goed woord was voor liemi aa.n de Amster-
damsche politie verspild.
„"Allemaal toefallighe.de", bromde hij!
„As hiersoo '11 paar gehaaide jongens 't. op
t'r heupe krijge, en se snije een rijk© snui
ter au mootjes, ken de prmsemerijj d'p ook
niks an doen".
„Menscli", zei aèn bedaagde Juffrouw
met een wanslaltigon hoed boven een fooi-
ieclik gezicht, „je moet niet soo licht-
t'aardig ofer '11 menseheleefe spreke. D.e
wereld loopt op se end,'tis maar fan moord
de hoornen. Langzamerhand erf'Ier maa";t
oen onbestemde onrust zich van 'henV
meesier, hij heeft liet govofti. niet alleen
to zi.in. llij tracht zichzelf wijs ,te ma
len, nog niet good wakker te zijn en pro
beert de hekileni.ming, van zicli af lo
schudden. Maar nie'.s helpt- ue onrust
stijgt en stqjgt en doe', hem. tenslotte on
willekeurig het hoofd omwenden. En da,11
als verlamids taüt hij' stil. het hart. 'ldopt
hem plotseling in de keeï en oen ge
smoord „A'leimlachitigl" komt hem over
de lippen. Want daur, op iiog. '.een tien
passen afstand, volgt hem sluipend een
wilde gedaante. Jaap staat als aan den
grond genageld en léramipach'.u omrlomt
zijn hand den dikken 'slok, dien hij steeds
bij ziclh heeft. Doch ook de gestalte staaft
stil en van de d ïjsternis uit staren twee
vurige oogen naar hem. x
llij voelt, dat, zijn zelfvertrouwen hem
verlaat, het angstzweet parelt hem, op hot
voorhoofd en hij kan' geen woord over de
iijïpen te krijgen. En de seconden, dat hij
daar staat met, steeds nvvar die -turende
.oogen op hem gericht, worden hem, tot
oen eeuwigheid van kwelling'. Een gak?
intekende angst .kruij t in 'ïem op llij
hoort niet, hoe de storm boven zijn hjofj
raast, voelt niet, hoe de regen hem in
•hel gezicht striemt, hij ziet. slechts flio
angstaanjagende, vreeseiijke gedaante dnar
voor hem. Dan verlicht voor een oogen-
Kik de maan het tooneel en Jaap ziet
scherper, ziet, dat de gedaante daar voor
hem is van een vrouw, dat verwarde, ra
venzwarte haren, nat van den regen, ten
doodsbleek gelaat omlijsten en dat uit de
en doodslag waf de klok slaaf, 'k Log 's
ufes 1© beefe in me bed, dat tuig van La"
'ban is best iu staat om' je foor '11 paar;
spaarduitjes te fille".
,,F6ó-sóó, moeder, hep jijl 'n kousie foil
spaarcentjes? Waar wóón je?", vroeg de
Jordaner en gaf den conducteur ©en knip
oog.
„Sou jij wel wille wete, hé. Jo ben niks
te goed om me te vermoorde, a,s 'k jo soo
's inkijk. Maar me ©entjes hep 'k niet in
huis, hoor. Ken je begrijtpe. Mijn feels te
gefaarliijk. Soek jij maar andere slacktof-
iers as mijn."
„Ho beste manier 0111 'tl karweitje op
te knappe, grinnikte de man met de pet,
terwi,(l hij weer eon knipoogje gaf naar
Gerrit, dio met een verkouden gezicht in
zijn rooden zakdoek stond te niezen, „de
beste manier is om dat te cloen!"...
En hij Im'aa'kte het gebaar van 'een
kip-T-nek-amdraaien met, een lirampachf
tig samengeperste vuist, die do handeling
zeer realistisch demonstreerde.
De burgerjuffrouw rilde zichtbaar cn
ging oen eindje van den Jordaner afstaan.
„An 't Besuidenhout. is 'n prianu f'a'kinlan
an 't work geweest, dat ken u in ieder
gefal van mïjln anneme. '11 Knap .stukkie
werk, seg ik. '11 Héél knap sfcukie werkj'.
„Noem j" dat. knap, leelijkc, bloedferg-ie-
ler', bitste de juffrouw.
„As se. die fakmau fan jou te pakk'e
liri.ge, anoste se '11 kielhal©, wat jij con
ducteur
„Se moste 'm", zei Gerrit „lééfend pe-
kele, soo'n adder 1"-
„Maar so hèbbe 'ini neg niet", meende
dc Jordaner v i
„E11 asse 'ni hebbe, stelle se een onder
soek in naar se geestvermogos, en dan
sagge se asdat-io van Lotjo getikt, is, een©
dan pakk® se. 'm' nóg met fluweele hand
schoentjes au".
De tram was do halte Oude Brugsteeg
genaderd, en de Jordaner stak een verac'h
piraatje op alvorens zijn voet op de tree
plank te zetten. De. conducteur trol? aan de
bel, en Handkruk, de bestuurder, moppe
rend dal het stopsignaal zoo laat kwam;
zotte de eleetrisöhe rem aan tot de tram
knarsend bleef stl'ilstaan.
„Goeien af'eiul" zei dc iman met de
pet, „denk'-ie nog 'ns au ine, seliattei-
bout
Sie jijl nfaar da.t, je je levenswandel
verbetert, of 't loopt nog beroerd pielt
ji af', snerpte de juffrouw terug.
Do Jordaner wierp haar een kushand
toe terwijl Gerrit, afbelde en de tram zich
in beweging zette, maar de attentie werd
niet gewaardeerd, lang niet.
..Sou dio feilt de gesochte moordenaar
niet kenne weese?" vroeg de juffrouw.
„Alles is mogelijk", zei Gerrit wijs-
geerig, en ging zijln traan1 binnen om een
'half dozijn passagiers te voorzien van
wat hij' in zijn leukst© buien „een r'ijbe-
wihje" noemde.
„Maandagm."
Zelfmoord door waarzeggerij!
Te 'Hallo heeft zich een tragisch voor
zal afgespeeld door d© schuld van een
kaartlegster.
Een jonge vrouw was het bij het bij-
geloovige publiek hoog aangeschreven
„orakel", de veel geraadpleegde 78-jai'iga
weduwe Martha Bieber, gaan consuiteeren.
Het nerveuse vrouwtje, dat zonder ceni-
ge. reden zeer jalocrsch en dientengevolge
zeer wantrouwig tegenover haar man was
aangelegd, hoorde uit den mond van het
boosaardige wijl', hoe uit de kaart te
lozen viel „dat eon zwarte dame tu&schcn
haar (cliënte! ©11 haar echtegnoot stond.
De jonge vrouw raakte door deze mede
deel ing zoo zeer van streek, dat ze ziob
het leven benam door vergiftiging!.
De rechtbank te Hall, waarvoor de
kaartlegster zich te verantwoorden had;
ve.i oordeelde deze wegens „Unfig-" tot.
20 Mark boete.
Een holler.
Een Braziliaansc.il dagblad vertelt het
volgende
Joao Bandeira was een schavuit van de
ergste soort. Hij had all© ondeugden cm
was reeds vaak in aanraking gekomen met
de politie van hel stadje Carvociro, waar
lii woonde. Luieren, drinke.n, spoten, wa
len cle voornaamste bezigheden van Joao,
en wanneer hij zei: „Ik ben aan 't werk",
moesl nren hieruit verstaan, da.t hij des
nachts de kippen van een buur had ge
stalon, of erger, een stuk vee.
Straffen hielp niet, en toen een rechter
1 oprende oogen boosaardigheid en moord
lust hem tegenblijcken. De handen heeft
zo achter den rug.
Dan, terwijl de maan weer schuil gaat.
uit het wezen een langen, gillenden 'kreet
doordringend .en onbeschrijfelijk afschu
welijk, een geschreeuw,, dat ni.ts mm-
schelijprs heeft en overgaat in een demo
nisch® s 'haterlaich. Jaap is een bezwij
ming nabij, zijn knieën krikken, liet laatsto
restje zelfbeheersching zai hem spoedig
ontzinken.
E11 als hij, dan in een allesove'rheer
schende ontzetting dreigt neer te slorten.
bemerkt hij. dat d'e vrouw hem! nadert
bemerjfct hij ook, dat zij de verborgen
gehouden handen naar voren heeft 'ge
bracht en dat in een van die 'union
'het lemtnet van een mes glinstert
Mot een plotseling besef van het ga-
vaar, waarin hij verkeert, komt nij tot
bezinning. Zijn zelfb'e'heerscHin?' ke rt te
rug en hij, is' weer de koelbloedig kerel,
die geen vrees kent zoolang liJt gevaar
lastbaar is. llij, voelt, dat zijn leven op
het spel staat en instinctmatig grijpt hij
naar den zw.irén slok, die zijn beven ie
hand was ontvallen. Mw neen, bit zal
eeon vrouw, hetzij, geest of iiKnsch vin
vleeseh en bloed, niet slaan en een se
conde voordat ze zich met geheven wa
pen op hem werp', springt. Jaap- man
moedig toe. Als een s Tiroel o-müdeminicn
zijn gespierde knuisten de polsen van Tct
arnxe wezen en daar volgt in de luister
nis van den boschwèg, onder tot huilen
van den storm, een vreeselijk g 'vec it. een
strijd op leven en dood. Een afgrijzelijse
FEN WANBOFFER:.
De dorpspastoor tot boer Blomr, die bjj
de verloting voor bet te stichten patro
naat een auto gewonnen heeft:
„Nou, Blom, voor iemand, die pas zoo n
mooien prijs gewonnen heeft, zie je er
allesbehalve -voldaan uit".
JHooi graten, pastoor", zei Blom. „Ik
ha<l twee loten gekocht; die andere halve
gulden is dus zoo maar in het water ge
smeten!"
IIFT GESTOMMEL IN DEN NACHT-
Vandera„Gisterennacht werd ik wak
ker. ik hoorde gestommel,, keek qp en zag
dat iemand ni'n portemonnaie uit mgfu
pantalon haaldeIk greep al naar mijn
revolver,... maar ik heb toch niet gescho
ten'
Vanderbee: „Waarom niet?"
Vandera: „Och, clan zou ik nou we
duwnaar geweest zijln".
NERGENS BANG VOOR.
Zeg ventje, moet jijl met naar huis
gaan ben ie niet banc voor het onweer?
Ik bajg? 'k Ben nergens bang voor
want m'n pa is van de politic.
LOGICA.
Roovcr; Als je een vinger verroert
ben je een man des doods.
ProfessorOch, onzin, ajs ik een bo-
wegjpg kan maken, is dit het duideljjtobo
bewijs, dat ik le,ef.
DAT WAS NOGAL GEMAKKELIJK.
Woont liicr meneer Geruits
Neen, meneer.
.Woont hij in deze straat?
Dat wol, noeneer.
W.oet uhet huisnummer ook?
Neen, meneer, maar dat vindt h wal,
want het staat W'ei' op den lc\eurpost.
licni zijn vadsigheid verweel, merkte Joao
dioogjes op:
Niem.and laat mij werken, daal' ieder
een denkt dat ik niets verrichten kan.
Ik ben te aron om een stuk 'land te kno
pen, anders zou ik heb bewijs leveren, da'l
ik voor landbouwer in do wieg beu ge
legd.
De inwoner,s van Carvociro, die Joao
vreesden, besloten hom het gowenncli ba
stuk land te geven om voortaan van zijn
rooverij bevrijd te blijven. Joao kreeg het
noodige om liet land te bewerken maar
hot duurde niet lang, of hij wierp schop
en houweel in - een hoek van zijn leemten
hut.
Kerel, zoo sprak do burgemeester
hem toe, ik ben je fratsen moe. Morgen
ga je aan 't werk, begrepen?
Mij goed, lachto do man. En den
volgendon dag zag men hem. spitten.
Zijn schop stootte op een hprd voor
werp, op een steen, en kijk, het ding)
schitterde.
Joao vond nog meer van die steenen, en
's nachts toonde hij ze aan een spitsboef,
die in een mijn had gewerkt.
Diamanten! zei de halfdronken kerel.
En waarachtig, de luiaard had schatten
gevonden.
Nu woont hij in e,en prachtige villa en
droomt er van burgemeester van Carvociro
fe worden.
Een schrander© hond.
Een lezeres uit Isleworth in Middlesex
doet in de „Daily Mail" het volgende ver
haal van de schranderheid van een hond.
Een vriendin van haar had haar sdapend
kindje in de kamer achtergelaten onder
bewaking va.n een hond. Toen-zijl terug
keerde waren kind en hond verdwenen.
Ten zeerste ongerust keek zij in den tuin
om te zien of het kind daar soms heen was
gekropen. Zoodra zijl in den tuin ver
scheen sarong de liond op voor het llon-
dehok, blafte en liep terug naar hot hok.
De vrouw snelde er dadelijk heen en vond
haar kindje in het hok vast in klaap. Een
buurvrouw kwam meteen het hek binnen
stappen en vertelde de moeder, dat zij
gezien Iiad, da.t het kind door den tuin
kioop in de richting van de rivier, die
daar achter stroomt. Toen het bind t©
dicht bij het water kwam:, begon de hond'
er om heen te springen en te blaffen1
Hij joeg het kind terug, het af en toe hiefe
zijn kop voortduwende, naar hen hondehok.
Toen het kind daarin was gekropen ging
de hond er voor op wacht liggen tob
de moeder kwam'.
worsteling tusschen boosaardigheid en
waanzin eenerzijds, zucht tot zeJbohoud
en doodsangst anderzijds. Beiden ontwik
kelden een bujtengemtcene kracht en de
vrouw weert zich als een boosaardig
monster, groinlmend, bijtend en krabbend.
Elike zenuw, elike spier gespannen, zwaai
en de twee hijgend over den weg, komen
te vallen, richten zich weei op; maar
Jaap geeft geen kamp en met «en uiterste
krachtsinspanning gelukt het hem ren
s!,o!te, de vrouw hel mes te ontwringen.
Eenmaal ontwapend, blijkt all'e weer
stand gebroken en d:e furie van zooeven
is een hulpelooze, zwakke stakker, dier.
half bezwijmd en wartaal stamelend, Joo
Jaap dorpwaarls moet worden gevoerd
waar ijlings toeschietende icrpeliugeu
'hém bijstaan.
Dan is het ook met Jaaps geesLkrach.
en koelbloedigheid' gedaan en riet duurt
goruimen tijd voor hij' verslag v.in ziin
wedervaren kan doen.
Bij het aanbreken van den dag wordt de
oplossing van het geval gevonden, ais uit
de nabijgelegen provinciestad mannen bet
dorp bereiken, die op zoek zijn naar de
arme krankzinnige, die in nachtgewaad
aan het toezicht ontsnapt, dien nacht w,as
ontvlucht.
Nog vele jaren heeft Jaap zijn dienst
vervuld en djen foeiht dloor het bosdr
gemaakt, miaar zelden is hij d'e bewuste
plaats zonder een huivering gepasseerd;