NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Angstig avontuur. ALLERLEI ~gemengd~nTëljws Het hoekje van humor. ZATERDAG £9 JANUARI 4927 reu, opdat, z'c haar fnuikend wol k niet brui nen uitvoeren. Ongetwijfeld hebben de in de laatste jaren toegepaste serum inspui tingen tegen ziekten als cholera, snot, diphtheriüis enz. veel succes opgeleverd, doek de resultaten zullen niet blijvend zijn. indien men niet tegelijkertijd en navolgend schoonmaakt het dag- en nachthok en vooral hel laatste. Die schoonmaak moet bestaan in ee.ne geregelde bespuiting met een vloeibare, bijtend© stol', doch niet min der is de opruiming van de mest eon ge dwongen noodzakelijkheid. Ij n mere, hot vuil, dat besmet is mol. ziektekiemen, die uit. het lichaam naar buitan komen, alsook het neus- en mond-Slijm, dat de diereu la ten vallen, moot veel „kwaads' bevatten. Daarom gebruikt turfmolm als vloc.rbcdek king, die doodend is voor sommige bac teriën, alsook opslorpend werkt op be nauwende ammoniak en koolzuurgassen. Daar dagdlijksebe reiniging voor den door- - snee-kippeulumdev niet doenlijk is, pï- schoon zeer geiveiiSchf, zeg ik: strooi turfmolm". lle.l vloeibare ontstemmingsjniddel inoe-t doodend zi„n en, wijl water dniu'voor niet afdoende is. moet man een goed en prac tise!) bruikbaar middel aanwenden, da.t zuil goed met water mengt en bi gebruik gom akkeli.U in alle hoekjes en gaatjes moet binnendringen, waar de smetstof zoo gaarne vertoeft. Hat goedkoopste en het doeltreffendste ontsmettingsmiddel is de rrooliiie. Creoline, een beerachtig product, donkerbruin, slrooperig en helder van lel out mot oen verfrissc'hendo geur, m bij na op alle plaatsen te. koop. Het is eejh sleik nviddid. dat zelfs tuberkelbacillen doodt in oen .'1 o/o oplossing, alsmede in eou nauwere menging niet, water zelfs chplera. miltvuur, dipheerio voor goed on- schadelik maakt. Ook parasieten dis luis en mijt worden het slachtoffer van de. credible-bcspJiiting. lint behoeft daarom- ook goen beloog, dat geregelde ontsmeM.i'iug met creoline er zoor toe bijdraagt, de dieren togen talrijke ziekten te vrijwaren, mits men maar zorg driui.gt, dat, men til'los wait men meant to moeten ontsmetten, ook werk eb k ©enigen tijd met do noodzake lijke besproeiing in aanraking brengt. Als 't mogelijk is maakt men den vloer eerst met water schoon, cvaai'door do creoline nog boter overal kan indringen. Men doet verstandig, ramen on deuren dicht te hou den, opdat de oreoline-dainp beter in dringt op a,l wat leoft, Gevaar voor ver giftiging van pluimvee kan niet bestaan, mits men de oplossing niet sterker maakt dan 3 °o. Carbol of carbonikum moet uien eohtoi' niet bezigen, want deze be vatten doodende stoften voor do kippen. Gocdkooper middel om te ontsmetten ia de kalk en toch hoeft bi; sterk' ontsjnr|t- tende eigenschappen. Ken 5 o/o opllossing' kan zelfs de oholexa-bacil dooden. Jnjn- mesr dat de witldlak geen lange nawerking heeft gelijk creoline, ofschoon het grooi tere voordeel er van is, dat men goed kan zien. of alle hoeken en reten bestre ken zijii. Daarbij geeft het een aangenaam gezicht, de dieren te zien zitten in een helderwitte „kamer". Wie tegelijkertijd van kalle on creoline wil proliteeren ver mengt beiden on bestrijkt met kwast of bezem idle wanden. Een ander deugdelijk, doch lastig middel tot ontsmetting is bloem vo.n zwavel. Wanneer het hok goed sluitend gemaakt is, dan zullen na ver damping ;in een ijzeren pan of pot alljle jinrasieteu gedood zijn door inademing' van het zwavelgas, doch de sterke bacte riën zullen er niet liet slachtoffer van worden. Pet is daarom een zeer probaat middel, waar schurftnii/teii of luizen znjii. Een ander uitstekend' procédé is de. vloei «tof. die onder den naam van Rids in Jen handel komt. Ze wordt uibgespvoeid mei een daarvoor aangewezen sproeier,, waar door .alles stoffijln wordt verspreid. Het is sterk doodend, zoodat niets, wat le.eft in het hok, aan deu dood ontsnapt. Voor nvensch en dier i.s het echter onschadelijk. Wie een klein spannetje kippen heeft, zou ik sterk aanraden een proef te nemen, maar omdat het nog al prijzig is, acht ik «eöline-bespuiting met. een pulvorisafor vim de N.V. Asphalt-fahriek te Utrecht, zeker voldoende. Tets ter overdenking: Herhaaldelijk is bet m-e opgevallen, dat zij; die nieuwe hok ken bouwen, in den beginne nauwgezet aan de zindelijkheids-maatregelen de hand houden. Doch, over een half, oen heel jaar, komt er een zeker sleur, en.... het ongedierte en de ziekten gaan komen. Ter gensjlag in alles is er i. gevolg van, on al spoedig is liet met do kippen het oude liedjeuilige, ziekelijke dieren met ge ringe eicropbrengsf. Onthoudt, het, kippen- houders', lioc ouder de hokken, hoe accUra- ter het onderhoud ar van moot wezen. Slaat, beslist- geen werk over om het vuil te verwijderen en bespuit in den wintel' het hok ©en paar malen. I stuit- er geen zijl, lunar eitjes hij „spin non". Mot vijf zware slagen lood Je toren- •klok kond van 'het uur van den winter nacht. In oen van Je oude huisjes aan zijn voet noemt een ra.mime! ml? wekt: hel sein over en roept Jaap, den post bode van het dorp uil) het land zone" droomen 011 lot nieuwen plicht. In de nauwe bedstee geeft Jaap reeds gehoor aan den Toen en kruipt onder do warme dekens vandaan, om dan huive rend een oogenbiik te luisteren naar :ot gerucht van deu wind. Bij den Bauwen schijn van een walmende nachtpit nu,tak; hij vervolgens toebereidselen voor dher val ting van zijn zware dagtaak. Jaap is- een stoere vent, oen vijftiger, die, met T> regelmaat van een hedendaagsctieii mail stoomer en niet .minder onversaagd Ie elementen frolseerend, zorg draagt voor het transport van do beperkte correspon dentie zijner dorpsgeuooten lie vole uren van ingespannen djenst, met hun lanje marschcn, bij nacht en ontij. zijn blijkbiar zonder 'nadeel voor Jaaps ijzers'erke con slifulie over hem heengegaan. Een be zorgde o; merking over het weer van man- der de vrouw, die in de bedsted i achter Keef, ontlokt bom dun ook slechts een goedaardig gebrom Waal Jaap heeft voor heeler voren ge- slaan op zijn reizen, wanneer do sneeuw voelen hoog lag en alles bodes'e en hij in de d listernis ternauwernood den weg vond. Wanneer ijsgang den overtocht over de rivier bijkans tot een poolreis maakte en zijn maiseh naar hett provin- 1>© griep. E,r wordt' Weer druk gesproken over het voortwoekeren van de griep. Maar van medische z'ijde, met name djoor clou iusp,,c- teur van den gKm)©eaitelijikeu geiieeskuu- digoii dienstf Amsterdam wordt cr op gewezen, dat de griep in ,(i|it, jajiw lufitet, hijr zonder gevaarlijk is. Deze ziokto schijnt alleen om do twintig jaar velen te dooi den. De bodoel:d|e inspecteur dr. Heyer- mans heeft' do gricp-epidemieën nagegaan sinds 1530. Ziehier watj hij schrijft: Van de epidemie in 1530 is bekend', (diit ze in Rome 8000 slachtoffers cisehteook in Madrid waren er tal van ster'feevjaillen. Een bekende heter ©on berucht© griepf epidemie is die van het jaar 172,9 geweest, toen getier 1 Europa, was aangetastDe ziekte brak het ©erst in Boulogne uit, ging vandaar naar Oostenrijk en vprspj'.eitdjdp zio'h vervolgens over geheel. Europa. In de jaren 1732 en 1733 volgde een opvilamf- ïuing van de. ziekte, wo J minder ernstig van aard, maar toch werden behalve idö bewoners van Europa ook vglcfn in Afri ka en Amerika aangetast,. Ben volgend© ernstige griep go,li was die, van de jaren 1762 en 1775. Do mcestl uitgebreide, be kende epidqm'ie was dfje. van 1782. De. te iele to begon in China-, «joeg ov©r naar Rust- land, naar Moskou on Petersburg, in welke laatste stad 40000 sterfgevallen vpor- kwanfen. Via Polen ©n Duitsohland ver breidde dja ziekte zildhi verldl©i' ovjar ons werelddeel. i Tn een sue!Ier tempo volgden in d© 19-lv eeuw cle griep -epidemieën elkaar op i!|ie van 1830 ging den gcheelon aardbol rond) en tien jaar laiter brak zij weer uit, eerst in Londen, later iu Parijs, Nancy Genevp en verder oye' TtnJ van landen. Hat landl Tartarijè zag in het jaar 1889 en 1890 oen griep in zijn draven onfetauii, die v,a;n daar uit' heel d(a werel'df Tonldtuok; favw deruo van Europa's bevolking moet; toen ziek zijn geweest en door complicaties was do sterfte vrij' hoog. Na. dit alles gelezen te hebben, z.al, ieder begrijpen, dat de na.ami „Spaansohe. Griep" volkomen onzin is. Men kan cv,e<ngoed van Cihineesche of 'Tartan rselip griep spreken als nog' «en andoren landnaam1 aan i'j? ziakj- te verbinden. De, oorzaak v,nn deze onjuiste benaming is misschien te vinden in de griepl-epidemie van 1918, die na in Amerika en Frankrijk ernstig te -hebben gewoed, zitth over Spanje en over geheel de wereld yeorsptreiicjlte. Volgens Engelsch© onderzoekingen begon de ziekte in Januari 1918 in Amerika, waar op tal van plaatsen kleine epidemieën ontstonden. In M©i van dat jaar dook'd|p ziekte in Frankrijk op; de eerste, weken de'dien zich daar meer den 25000 fciekfegevallen vpor met 24 sterfgevallen; in Juni waren cr in Lotha ringen 12000 gevallen met 14 dooden. Tot op dal oogenbiik was de ziekte. d|us tuinier 1 ijk onschuldig en in Augustus 1918 was cl© e.picVmic zelfs bijna verdwenen. Echter in Nov- brak de ziekt© .weer uit en toen in kwaadaardiger vorm. Van Frankrijk uit' werd Spanje besaniel.; tegelijkertijd volg de Belgrado, Polen, Roemenië, Noor (-Euro pa en verder heel ons weTeWtecJ. De sfei|il- te is ontzettend (gpewesst; men schat hel asnt'al dooden over heel dj' wereld opi on geveer 20 milüoen - de griepeischtic dius nicer slachtoffers dan de wereldoorlog. Zoo zijn ze. Toen keizei' Alexander van 'Rusland eens aan den hertog van Saksen-Weinrar een bezoek bracht, en aan tafel het gesprek op Jena kwam, sprak hij zijn levendagen weiisch uit, de Jenuër student on in corpore te zien, hetgeen, .zooals bij zeide, ige- schi'oden, daar de hertog slechts behoefde te bevelen, dat de studenten zich en liaie zouden opstellen, wanneer hij met hem Jena bezocht. Kar) August glimlachte bij deze woorden en zeide: ciestadje uren en uren van inspanning vergde. Oï a's aanhoudende regens hem telkens tot op de hui l; doorweekten en hij. moeizaam voort ploeterend overdo moido rige wegen, alle krachten moest inspan nen om zijn werk tot een goed eind' to brengen. Maar niets heeft lieni blijvend gedeeld; evenwichtig naar lichaam en geest, doet hij nog steeds trouw ziin plicht en bet noodweer maakt ook! nu slechts een voorbijgaanden indruk op liern. Zijn ontbijt eischt weinig tijd en heit maken van zlijiii toilet nog «tinder. De i'akensche pos'jas wordt aangeschoten, dan 'hangt hij. de brieventasch om, gespt len stormband ondier de kin en na een kort afscheid van do vrouw s'aat hij! in de verlaten dorpsstraat. De wrakke deur. door een rukwind aan zijn hand. ontglipt,, valt krakend in liet. slot. Het weer valt Jaap tobh niet mee en op de hoeken van d'e straat moet. hij, zich schooi' zetten oin op de heen to blijven. Maar als hij aan de tegenovergestelde zijd van den po'd'or het dorp verlaat en in de luwte van de hoornen den boschwèg vo'gt, valt hij in zijn gewoontepas van jaren, een tempo, waarin hij zon ie" ver moeidheid niijl na mijl kan afleggen en gaat welgemoed voort. Hoewol het in h« jjosr.h hetrekklolijik stil is, schijnt de storm in g aan kracht te hebbenvgewon nen en Jaap bemerkt zijn geweld, als d- wind razend over de kruinen den boonien vaart. W anneer de toppen worden neer gedrukt, klagen en zuchten clf? dikke stam men a!s menschenstemmen. Ongestoord gaat Jaap verder aisscheu MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60ot. Laxeer-Tabietten60 ct. Zenuw-Tabletten75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Rflaag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. on Drogisten Ik zal zien wat. ik doen kim. Een uur later ging een renbode, met ene eigenhandige kabinetsorder van dein hertog na-ar den prorector der hoogescihqol te Jena, en den daaropvolgenden dag reis de Karl August zelf, met zijn keizerlij ken gast daarheen. De open jachtkales van den hertog, waarin deze naast den keizer zat was omstreeks een kwartier uurs van de stad verwijderd, toen men reeds een menigte studenten opmerkte, die ter rech ter- en 'linkerzijde van den weg stonden, die het vorstelijk rijtuig moest nemen. Eten sluw lachje speelde om den mond van den hertog en zich tot don keizer wen dende, zci.de hij: Gij! zult die vroolijko jongens allen zien; geen oen zaj thuis Ui,ven. Fin inderdaad' was het, zoo. In lange rijen, mut de driekleurige sjerpen om do borst, het bonte mutsje op bet hoofd en de lange pijp in den mond, stonden zij daar allen en lieten de hooge reizigers da revue passeeren. Keizer Alexander mon sterde met verraste en nieuwsgierige blik ken de lange rijen der studenten en, toen zij aan de stadspoort kwamen, zeide hij, zich tot den herlog wendende: Men spreekt zooveel van den onruiS- atigen geest der academische jeugd, maar grootere gehoorzaaradlieid dan deze stu denten toone.n, die zich op uw bevel langs den wag hebben geschaard, zou ik zelfs in Rusland niet vinden. Karl August tastte iu zi,li borstzak en sprak glimlachend tot tien keizer, terwijl hi, ham een Mad papier overhandigde: Wilt gij! dit hevel lezen, Sire? Het is hetzelfde, dat ik gisteren aan den pro rector zond, met verzoek liet terstond op liet zwarte bord f» doen aanplakken, De keizer vouwde hot Mad open en las „Daar morgen Zijne Koninklijke Hoog heid de Hertog' met zijln verheven gaat in den namiddag Jena denkt to jiassecren, zoo wordt hierbij', op uitdrukkelijk bevel van Zijne Koninklijke Hoogheid, aan elk student Jien strengste verboden, zich op den weg, dien do hoog© roizjgers zullen 'langs trekken, te vertoonen". De Keizer schudde het hoofd en zijne gelaatstrekken drukten eene eigenaardig© bevreemding uit, maar K.ai'1 August voeg" de lachend daarbij: Ja, ja, ik weet welk vleeseh ik in de kuip heb. Ljjïi 5 te Amsterdam. „Een ding ia seeker", zei Gerrit, de conducteur, „en dat k dat 'r in Amster dam sulke. dinge toch maar niét foor- falie!" Een man niet een geruite pet op van een huiven Ineter lang, trok bedachtzaam) 5iiii zijii piraatje, en blies een wolk sterke sigarettenrook naar den conducteup. „Eu die mOord op de Noordermart dan? vroeg hi,,, „I)ie snuiter hadde se gauw genoeg In se uekfel. De moordenaars hebbe hier lauw kans. Se kenne 't feel feiliger in Rotter dam of in de Jlaag probeere. Ach pian, vatte suffers. Hè jijl nog wel 's' iwat gehoord van die moord in de De Riemer- siraat, of fan die in de Engel eburgs tra at. D'rh et geen haan meer naar geflote. Eu 'el op mijn woorden, de roofmoordenaars van 'I Eesuildenhoul "fan,ge se hooit rfiet, al werreke se met tweedusend p'lietAe- honde. Se hebbe d'r geen sjoege fan". De Jordaner haalde zi, 11 schouders op en trok lainachtend met zijn lippen, leder goed woord was voor liemi aa.n de Amster- damsche politie verspild. „"Allemaal toefallighe.de", bromde hij! „As hiersoo '11 paar gehaaide jongens 't. op t'r heupe krijge, en se snije een rijk© snui ter au mootjes, ken de prmsemerijj d'p ook niks an doen". „Menscli", zei aèn bedaagde Juffrouw met een wanslaltigon hoed boven een fooi- ieclik gezicht, „je moet niet soo licht- t'aardig ofer '11 menseheleefe spreke. D.e wereld loopt op se end,'tis maar fan moord de hoornen. Langzamerhand erf'Ier maa";t oen onbestemde onrust zich van 'henV meesier, hij heeft liet govofti. niet alleen to zi.in. llij tracht zichzelf wijs ,te ma len, nog niet good wakker te zijn en pro beert de hekileni.ming, van zicli af lo schudden. Maar nie'.s helpt- ue onrust stijgt en stqjgt en doe', hem. tenslotte on willekeurig het hoofd omwenden. En da,11 als verlamids taüt hij' stil. het hart. 'ldopt hem plotseling in de keeï en oen ge smoord „A'leimlachitigl" komt hem over de lippen. Want daur, op iiog. '.een tien passen afstand, volgt hem sluipend een wilde gedaante. Jaap staat als aan den grond genageld en léramipach'.u omrlomt zijn hand den dikken 'slok, dien hij steeds bij ziclh heeft. Doch ook de gestalte staaft stil en van de d ïjsternis uit staren twee vurige oogen naar hem. x llij voelt, dat, zijn zelfvertrouwen hem verlaat, het angstzweet parelt hem, op hot voorhoofd en hij kan' geen woord over de iijïpen te krijgen. En de seconden, dat hij daar staat met, steeds nvvar die -turende .oogen op hem gericht, worden hem, tot oen eeuwigheid van kwelling'. Een gak? intekende angst .kruij t in 'ïem op llij hoort niet, hoe de storm boven zijn hjofj raast, voelt niet, hoe de regen hem in •hel gezicht striemt, hij ziet. slechts flio angstaanjagende, vreeseiijke gedaante dnar voor hem. Dan verlicht voor een oogen- Kik de maan het tooneel en Jaap ziet scherper, ziet, dat de gedaante daar voor hem is van een vrouw, dat verwarde, ra venzwarte haren, nat van den regen, ten doodsbleek gelaat omlijsten en dat uit de en doodslag waf de klok slaaf, 'k Log 's ufes 1© beefe in me bed, dat tuig van La" 'ban is best iu staat om' je foor '11 paar; spaarduitjes te fille". ,,F6ó-sóó, moeder, hep jijl 'n kousie foil spaarcentjes? Waar wóón je?", vroeg de Jordaner en gaf den conducteur ©en knip oog. „Sou jij wel wille wete, hé. Jo ben niks te goed om me te vermoorde, a,s 'k jo soo 's inkijk. Maar me ©entjes hep 'k niet in huis, hoor. Ken je begrijtpe. Mijn feels te gefaarliijk. Soek jij maar andere slacktof- iers as mijn." „Ho beste manier 0111 'tl karweitje op te knappe, grinnikte de man met de pet, terwi,(l hij weer eon knipoogje gaf naar Gerrit, dio met een verkouden gezicht in zijn rooden zakdoek stond te niezen, „de beste manier is om dat te cloen!"... En hij Im'aa'kte het gebaar van 'een kip-T-nek-amdraaien met, een lirampachf tig samengeperste vuist, die do handeling zeer realistisch demonstreerde. De burgerjuffrouw rilde zichtbaar cn ging oen eindje van den Jordaner afstaan. „An 't Besuidenhout. is 'n prianu f'a'kinlan an 't work geweest, dat ken u in ieder gefal van mïjln anneme. '11 Knap .stukkie werk, seg ik. '11 Héél knap sfcukie werkj'. „Noem j" dat. knap, leelijkc, bloedferg-ie- ler', bitste de juffrouw. „As se. die fakmau fan jou te pakk'e liri.ge, anoste se '11 kielhal©, wat jij con ducteur „Se moste 'm", zei Gerrit „lééfend pe- kele, soo'n adder 1"- „Maar so hèbbe 'ini neg niet", meende dc Jordaner v i „E11 asse 'ni hebbe, stelle se een onder soek in naar se geestvermogos, en dan sagge se asdat-io van Lotjo getikt, is, een© dan pakk® se. 'm' nóg met fluweele hand schoentjes au". De tram was do halte Oude Brugsteeg genaderd, en de Jordaner stak een verac'h piraatje op alvorens zijn voet op de tree plank te zetten. De. conducteur trol? aan de bel, en Handkruk, de bestuurder, moppe rend dal het stopsignaal zoo laat kwam; zotte de eleetrisöhe rem aan tot de tram knarsend bleef stl'ilstaan. „Goeien af'eiul" zei dc iman met de pet, „denk'-ie nog 'ns au ine, seliattei- bout Sie jijl nfaar da.t, je je levenswandel verbetert, of 't loopt nog beroerd pielt ji af', snerpte de juffrouw terug. Do Jordaner wierp haar een kushand toe terwijl Gerrit, afbelde en de tram zich in beweging zette, maar de attentie werd niet gewaardeerd, lang niet. ..Sou dio feilt de gesochte moordenaar niet kenne weese?" vroeg de juffrouw. „Alles is mogelijk", zei Gerrit wijs- geerig, en ging zijln traan1 binnen om een 'half dozijn passagiers te voorzien van wat hij' in zijn leukst© buien „een r'ijbe- wihje" noemde. „Maandagm." Zelfmoord door waarzeggerij! Te 'Hallo heeft zich een tragisch voor zal afgespeeld door d© schuld van een kaartlegster. Een jonge vrouw was het bij het bij- geloovige publiek hoog aangeschreven „orakel", de veel geraadpleegde 78-jai'iga weduwe Martha Bieber, gaan consuiteeren. Het nerveuse vrouwtje, dat zonder ceni- ge. reden zeer jalocrsch en dientengevolge zeer wantrouwig tegenover haar man was aangelegd, hoorde uit den mond van het boosaardige wijl', hoe uit de kaart te lozen viel „dat eon zwarte dame tu&schcn haar (cliënte! ©11 haar echtegnoot stond. De jonge vrouw raakte door deze mede deel ing zoo zeer van streek, dat ze ziob het leven benam door vergiftiging!. De rechtbank te Hall, waarvoor de kaartlegster zich te verantwoorden had; ve.i oordeelde deze wegens „Unfig-" tot. 20 Mark boete. Een holler. Een Braziliaansc.il dagblad vertelt het volgende Joao Bandeira was een schavuit van de ergste soort. Hij had all© ondeugden cm was reeds vaak in aanraking gekomen met de politie van hel stadje Carvociro, waar lii woonde. Luieren, drinke.n, spoten, wa len cle voornaamste bezigheden van Joao, en wanneer hij zei: „Ik ben aan 't werk", moesl nren hieruit verstaan, da.t hij des nachts de kippen van een buur had ge stalon, of erger, een stuk vee. Straffen hielp niet, en toen een rechter 1 oprende oogen boosaardigheid en moord lust hem tegenblijcken. De handen heeft zo achter den rug. Dan, terwijl de maan weer schuil gaat. uit het wezen een langen, gillenden 'kreet doordringend .en onbeschrijfelijk afschu welijk, een geschreeuw,, dat ni.ts mm- schelijprs heeft en overgaat in een demo nisch® s 'haterlaich. Jaap is een bezwij ming nabij, zijn knieën krikken, liet laatsto restje zelfbeheersching zai hem spoedig ontzinken. E11 als hij, dan in een allesove'rheer schende ontzetting dreigt neer te slorten. bemerkt hij. dat d'e vrouw hem! nadert bemerjfct hij ook, dat zij de verborgen gehouden handen naar voren heeft 'ge bracht en dat in een van die 'union 'het lemtnet van een mes glinstert Mot een plotseling besef van het ga- vaar, waarin hij verkeert, komt nij tot bezinning. Zijn zelfb'e'heerscHin?' ke rt te rug en hij, is' weer de koelbloedig kerel, die geen vrees kent zoolang liJt gevaar lastbaar is. llij, voelt, dat zijn leven op het spel staat en instinctmatig grijpt hij naar den zw.irén slok, die zijn beven ie hand was ontvallen. Mw neen, bit zal eeon vrouw, hetzij, geest of iiKnsch vin vleeseh en bloed, niet slaan en een se conde voordat ze zich met geheven wa pen op hem werp', springt. Jaap- man moedig toe. Als een s Tiroel o-müdeminicn zijn gespierde knuisten de polsen van Tct arnxe wezen en daar volgt in de luister nis van den boschwèg, onder tot huilen van den storm, een vreeselijk g 'vec it. een strijd op leven en dood. Een afgrijzelijse FEN WANBOFFER:. De dorpspastoor tot boer Blomr, die bjj de verloting voor bet te stichten patro naat een auto gewonnen heeft: „Nou, Blom, voor iemand, die pas zoo n mooien prijs gewonnen heeft, zie je er allesbehalve -voldaan uit". JHooi graten, pastoor", zei Blom. „Ik ha<l twee loten gekocht; die andere halve gulden is dus zoo maar in het water ge smeten!" IIFT GESTOMMEL IN DEN NACHT- Vandera„Gisterennacht werd ik wak ker. ik hoorde gestommel,, keek qp en zag dat iemand ni'n portemonnaie uit mgfu pantalon haaldeIk greep al naar mijn revolver,... maar ik heb toch niet gescho ten' Vanderbee: „Waarom niet?" Vandera: „Och, clan zou ik nou we duwnaar geweest zijln". NERGENS BANG VOOR. Zeg ventje, moet jijl met naar huis gaan ben ie niet banc voor het onweer? Ik bajg? 'k Ben nergens bang voor want m'n pa is van de politic. LOGICA. Roovcr; Als je een vinger verroert ben je een man des doods. ProfessorOch, onzin, ajs ik een bo- wegjpg kan maken, is dit het duideljjtobo bewijs, dat ik le,ef. DAT WAS NOGAL GEMAKKELIJK. Woont liicr meneer Geruits Neen, meneer. .Woont hij in deze straat? Dat wol, noeneer. W.oet uhet huisnummer ook? Neen, meneer, maar dat vindt h wal, want het staat W'ei' op den lc\eurpost. licni zijn vadsigheid verweel, merkte Joao dioogjes op: Niem.and laat mij werken, daal' ieder een denkt dat ik niets verrichten kan. Ik ben te aron om een stuk 'land te kno pen, anders zou ik heb bewijs leveren, da'l ik voor landbouwer in do wieg beu ge legd. De inwoner,s van Carvociro, die Joao vreesden, besloten hom het gowenncli ba stuk land te geven om voortaan van zijn rooverij bevrijd te blijven. Joao kreeg het noodige om liet land te bewerken maar hot duurde niet lang, of hij wierp schop en houweel in - een hoek van zijn leemten hut. Kerel, zoo sprak do burgemeester hem toe, ik ben je fratsen moe. Morgen ga je aan 't werk, begrepen? Mij goed, lachto do man. En den volgendon dag zag men hem. spitten. Zijn schop stootte op een hprd voor werp, op een steen, en kijk, het ding) schitterde. Joao vond nog meer van die steenen, en 's nachts toonde hij ze aan een spitsboef, die in een mijn had gewerkt. Diamanten! zei de halfdronken kerel. En waarachtig, de luiaard had schatten gevonden. Nu woont hij in e,en prachtige villa en droomt er van burgemeester van Carvociro fe worden. Een schrander© hond. Een lezeres uit Isleworth in Middlesex doet in de „Daily Mail" het volgende ver haal van de schranderheid van een hond. Een vriendin van haar had haar sdapend kindje in de kamer achtergelaten onder bewaking va.n een hond. Toen-zijl terug keerde waren kind en hond verdwenen. Ten zeerste ongerust keek zij in den tuin om te zien of het kind daar soms heen was gekropen. Zoodra zijl in den tuin ver scheen sarong de liond op voor het llon- dehok, blafte en liep terug naar hot hok. De vrouw snelde er dadelijk heen en vond haar kindje in het hok vast in klaap. Een buurvrouw kwam meteen het hek binnen stappen en vertelde de moeder, dat zij gezien Iiad, da.t het kind door den tuin kioop in de richting van de rivier, die daar achter stroomt. Toen het bind t© dicht bij het water kwam:, begon de hond' er om heen te springen en te blaffen1 Hij joeg het kind terug, het af en toe hiefe zijn kop voortduwende, naar hen hondehok. Toen het kind daarin was gekropen ging de hond er voor op wacht liggen tob de moeder kwam'. worsteling tusschen boosaardigheid en waanzin eenerzijds, zucht tot zeJbohoud en doodsangst anderzijds. Beiden ontwik kelden een bujtengemtcene kracht en de vrouw weert zich als een boosaardig monster, groinlmend, bijtend en krabbend. Elike zenuw, elike spier gespannen, zwaai en de twee hijgend over den weg, komen te vallen, richten zich weei op; maar Jaap geeft geen kamp en met «en uiterste krachtsinspanning gelukt het hem ren s!,o!te, de vrouw hel mes te ontwringen. Eenmaal ontwapend, blijkt all'e weer stand gebroken en d:e furie van zooeven is een hulpelooze, zwakke stakker, dier. half bezwijmd en wartaal stamelend, Joo Jaap dorpwaarls moet worden gevoerd waar ijlings toeschietende icrpeliugeu 'hém bijstaan. Dan is het ook met Jaaps geesLkrach. en koelbloedigheid' gedaan en riet duurt goruimen tijd voor hij' verslag v.in ziin wedervaren kan doen. Bij het aanbreken van den dag wordt de oplossing van het geval gevonden, ais uit de nabijgelegen provinciestad mannen bet dorp bereiken, die op zoek zijn naar de arme krankzinnige, die in nachtgewaad aan het toezicht ontsnapt, dien nacht w,as ontvlucht. Nog vele jaren heeft Jaap zijn dienst vervuld en djen foeiht dloor het bosdr gemaakt, miaar zelden is hij d'e bewuste plaats zonder een huivering gepasseerd;

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1927 | | pagina 2