Tweede Blad
KËRKNTjuWS**"
't Zigeunerkind.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 18 DECEMBER
VAN OVER DE GRENZEN
Voor onze vrouwen.
FEUILLETON
Land- en Tuinbouw
Ingezonden Stukken.
GEMENG D"N7ÊUWS=
In 9t kraaiennest, j
SBJ
De martelaars van de'k.ou
Ter gelegenheid van het. earste'eeuw,
feest van de paters Oblaten van de Onbev
vleMe Ontvangenis hebben wij herinnerd
aan de woorden van Pjius X, die de 'mis
sionarissen in de Noordelijke streken van
Canada met den roemvol ten naaml van
.martelaars van de kou" betitelde. Tóen
tertijd bestond nog niet ae „ijsmissie" on
dier de Eskimo'.». In ao „lieichspost';
vertelt thans pater Schaefer, van dezelfde
congregatie, hoe die iismjssie werd ge»
sticht en hoe. de eerste missionarissen
de slachtoffers werden van hun heloihat
tinheid en hun geloofsijver.
"Tot. 1910, aldus pater Schaefer, hadaen
de missionarissen Oblaten van de Onbe
dekte Ontvangenis tot vijfmaal toe be
proefd, vasten voet te krijgen onder; da
Eskimo's. Het. was tevergeefsc'h gewesfsii.
In 1911 bood zich een nieuwe gelegenheid
aan, om met hen in verbinding te treden
0e bisschop van het vicariaat deit Mac
kenzie, Noordeljjk van het Slavonmeer
had vernomen, dat een 200-tal Eskimo's
naar de Deuse-baai zou tomen. Pater
flpnvière, die tot. dan toe op de statio
van Onze Lieve Vrouw van (loede Hoop
had gewerkt, werd voör de nieuwe po
ging uitgekozen. Moedig, vol Godsvertrou
wen, bewust van de geweldige laaki dio
hij'op zich nam, verliet de dappere missio
naris op 5 Juli 1911de hem lief gewor
den 'statie.
De eerste ontgoocheling ondervond hij
toen hij;, na een uiterst moeilijken tocht
van 30Ó kilometer, verder nog dan van
Groningen naar Maastricht. a,a.n liet doel
dw reis w.as aangekomen; de Eskimo's
waren reeds weder van het Groote Paren-
meer in de richting van -ie IJszee ver'
(rokken Kort besloten trok pater Rouvière
hen achterop. Hij> bereikte hen on 15
Augustus, den luistervollen feestdag van
zijin. Hemelsdhe Moeder, aan wier, dienst,
iedere Oblaat zijn leven gewijd! heeft.. Hel
was aan een meer, waaraan later de naam
Rovièremeer gegeven word.
Hier besloot hij te blijven. Hit houwt
do een armaalige hut en op 17 Sentenrber
las hij er voor de eerste maal de H. Mis.
Hoe vurig moet de missionaris den
Goddelijken Heiland ami do redding der
zielen van' dit arme volk en ook om srachl
en sterkte van Doven, die hij zoozeer
noodig zou hebben in deze eenzaamheid
waar hij een Moedigen dood tegemoet zou
gaan.
In April 1912 keerde hij naa.ï de hoofd
statie terug, bracht zijn bisschop rapport-
uit over de opgedane ervaringen en vroeg
om een metgezel. Pater Le Rou werd 'ram
meegegeven. Nog in dezelfde maand: ba
vonden zich de beide missionarissen we
derom aan het Rouvière-meer, vanwaar zij
op 9 October met een groep Eskimo's
naar de IJszee trokken. Het werd hun
doodsgang. „Moge Maria onze schreden
leiden"; dat was het laatste beriep, dat-
pater Rouvière door bemiddeling Van een
Indiaan aan zijn bisschop deed toekomen
Dan hoorde men niets moer van ie hei
denpriesters.
Maand op maand verging; vergeefs zag
de bisschop uit naar zijtn geliefde zonen.
Geen bericht. Sombere vermoedens dron
gen zich hij- den bisschop op.
Het werd 1914. Ontdekkingsreizigers
vertelden, dat zij Eskimo's hadden aange
troffen met priesterkleexen aan. Eski
mo's in priesterkleeren" daar moest
iets gebeurd zijn. De sombere voorgsvoat
lens van den bisschop namen vaster vorm
aan en hij achtte het oogenblik! gekomen
de politie voor Noord-Canada in den arm
te nemen. De bisschop wilde beslist net
raadsel zien opgelost. Een langen, han
gen trjid zou hij moeten wachten in marte
lende onzekerheid Eindelijk na rmee-r dan
twee jaren kwatn bericht, de droevige ze
kerheid.
De beide missionarissen waren do Es
kimo's op een eiland in de IJszee gevolgd.
Na eenige weken reeds ward hun positie
bedenkelijk, daar de voedingsmiddelen der
Eskimo's begonnen op te raken, en hun
lot was bezegeld, toen hun vermaningen
tegen het zedenbederf der Eskimo's met
bedreigingen van moord werden beant
woord. t
Een der Eskimo's die medelijden met
de goede paters had, waarschuwde de
'missionarissen en ried hen aan, in alle
haast te vluchten. Ze spanden dan ook
Imn honden voor hun slee en begonnen
den terugtocht. Reeds den volgenden dag
echter werden ze door tweq Eskimo's
ran den meest verbeten starrt ingehaald.
Deze sloten zich «uasi-vriendschaDpelijk
bijl hen aan, hielpen hen met het besturejf
der slede en bouwden 's avonds een
sneeuwhui, een bij de Eskimo's «eheiligda
plaats. Alles scheen goed te gaan en
niets liet. het verraderlijke plan dor hui
chelaars vermoeden. Den tweed-an avond
was het echter reeds anders. De Eskimo '3
bouwden geen ijshut. De rnissionarissea,
die gevaar duchtten, hielden oimi de
beurt de wacht, het geweer, anders slechts
gebruikt, om zich den noodzakelijke!!
jachtbuit te verzekeren, bereid ter zelf
verdediging.
Het moeten bange uren geweest zijn tof
het: verlossende aanbreken van den grau
wen moregnl Verlossend? Bij dag gelooft
men immers niet zoo spoedig aan gevaar
als 's nachts.
Thans, nu de missionarissen, na,, on
voldoende nachtrust, doodmoe uitgeput
door honger en de moeilijkheden van tlio
reis, zich voortsleepten door de diepo
sneeuw, de een voor blij de honden den
weg banend, de ander achter hij de sleet
thans scheen den beiden. Eskimo's hot.
gunstige oogenblik' voor hun euveldaad
gekomen. Terwijl de priesters zonder
kwaad vermoeden hun weg vervolgden,
greep een der Eskimo's de bijl der miissiq
narissen en spleet pater Ia? Rou, van ach
ter af don schedeloen door merg en heen
dringende kreet en de patel' valt neer;
voor .het. eerst kleurde martelaarsMood
de witte, maagdelijke sneeuw- der Pool
streek.
I}ater Rouvière. geheel ontdaan over de
Moedige misdaad, wil zijn medebroeder te
hulp snellen, maar reeds heeft hem een
doodeJiike korel getroffen, en ook hij
zinkt, neer in Ae sneeuw. De moor 1-naars
snellen toe en 'hakken den in doodstrnkï
liggenden priesters hoofd, handen en bee-
nen a.f, snijden de - lichamen open, eti «ton
v.an hel. nog wahmé hart en de ingewanden
hunner .slachtoffers, om' den geest d'er
Manken in zich op te nemen. Dan Maken
ziji zich van de kileeren der vermoorden
meester, werpen de verminkte ljchatmfen
in een kloof en keeren als: overwinnaars
naar hun stam terug, waar -zvk vol trots
hun heldendaad verhalen.
Zoo veroverden deze martelaars van de
kou de palm- van het) martelaarschap op
de ijsvelden van Canada. Later werd hun
'gebeente gevonden. Ook hier was intus-
schen het Moed der martelaren hot zaad
der Christenen. Hun dood "kondigde den
dageraad aan van een beteren tijd.
Op uen vieitten Zondag van den Advenjt.
Epistel v'a,n den H. Paulus tot de Corin-
bhiers. IVi 15.
Brooders! alle menfsch besdhouwe ons
als dienaars Van Christus, en uitdteelerg!
van# Gods geheimen. Doch, in uitdeelers'
wordt vereischt, dat men getrouw bevon
den Worde. Doch voor mij', i-k acht het zeer
weinig -tat van u geoordeeld worde, of
van eenig men-schelijk oordeel.; ja ik oor
deel mij zeiven niet. Ik b$a mij wel niets
bewust, maar daarom' niet gerechtvaardigd
doch het is de Heer die mijn rechter is.
Oordeelt dus niet voor den tjijd, bot dat) dia
Heer feome, dje de duistere verborgenheden
aan !h«t licht brengen, en de begeerten dei-
harten openbaren zaldan z-al ieder van
God zijnen lof ontvangen.
Evangelie, Lucas III 116.
In het Vijftiende ja,ar der regeering
van den keizer Tiberius, toen Pontius Pi-
latns stedehouder was v'an Judea, Hero
des viervorst van Galilea, zij'n broeden?
Philippus Viervorst van Itura en het land
schap Rrachonitie, en Lysa.nias viervorst
van Abilene, onder de hoogepriegtars;
Annas en Caïphas, kwam het Woord des
Heeren tot Joannes, den zoon van Zachar
rias, in de woestijn. En haf ging in al het
land omtrent de Jordaan, den doop der
boetvaardigheid prediken ter vergeving
d,er zonden, gelijk geschreven is in het
boek d-er woorden Van Isaï,ag, den profeet
eone stem' van die in de woestijn roept
bereidt den weg des Hoeren; m'aakt zijne
paden recht; alle dal zal geVuld, en alile
berg en heuvel zal geslecht Wordenen de
kromtmo wegen zhllen recht, en do onefJIeno
wegen effen wor,denen alle vleesch zal de
zaligheid G-ods zien.
HET ALZIEND OOG VAN GOD.
Toon wij dezen zomer op oen vacantie
fietstocht overvallen werden dioor een
stortbui, vluchtten wij een boerderij bin
nen. alleen om1 even te schuilen tot da
bui weer over was. Wijt stonden beschei
den in een groote Schuur, niet alle boe
20)
Wanneer ik tp.genwoordig door het dorp
wandel, kijk ik niet meer spiedend rond,
cm te zien, hoe de dorpelingen zich tegenj
over mij gedragenwant ze zijn (é'dój
vriendelijk, als ze vroeger in hun best-en
tijd tenauwernood zijn geweest. En Ka
tharine noemen ze de „jongejuffrouw."
Deze omkeer is langzamerhand geko
men. Toen de luidjes zagen, dat ik on
wrikbaar- vasthield aan mijn besluit in
betrekking tot het kind; toen, alhoewel
het kind hier woonde, de runderpest op
't dorp niet uitbrak', en ook geeaa enkele
graanschuur afbrandde, en ik ten slotte
altoos door even welwillend tegenover hen
optrad, geraakten ze gaandeweg aan het
onveranderlijke gewoon. De verachting,
Katharina voorheen beteekend, ging, voet-
te voor voetje, in eene zekere schuwheid
over, en,maakte ten laatste plaats voor
oerbied, toen ze zagen dat het welopt-
gevoede en vriendelijke kind, waaraan ik
mijne bijzondere zorgen had gewijd, toch
voordeehg tegenover, hen uitkwam. De
knapen groeten Katharina tegenwoordig
beleefder dan mij, en krijgen eene soort
adembeklemming, als ze haar ontmoeten,
en de meisjes dragen allemaal, tot de
laatste toe, des Zondags zware paarlen-
snoeren en groote hangers in de ooren.
Daar draait op de wereld toch niets zoo
gemakkelijk als de wind en als de mee
ning der menschen. Eén ding is evenwel
zeker, namelijk, dat de dorpsjeugd Katha
rina. niet- geheel in haren kring kan opnej-
men en 't niet ka.n brengen tot eeane soor.t
van vertrouwelijkheid.
Riosina, voelt zich gelukkig, als Katha
rina aan'haar bed zit. Wat kan dat kind
ziek met de oude, gebrekkige vrouw lief
bezig houden, en hoe» deelnemend inlich
tingen inwinnen omtrent alles wat haar
betreft.
„En hoe gaat 't wel 's nachts, Rosinaï"
vraagt ze bijvoorbeeld.
„Ach ja, dan gaat 'fc erg slecht,'1' klaagt
het vrouwtje, „slapen kan ik niet, en
vadertje moet weg, omdat hijf nachtwaker
is. Dikwijls klopt hij met zij'ne spies aan
fc raam en vraagt, hoe 'fc me gaat, dan
bh;ft hij. soms wel één of twee uren aan
't vensters taanwant binnenkomen durft
hij niet, oipdat hij immers toch wacht moet
houden".
ren zijn even gastvrij, toen er al gauw
een oude boerenvrouw, kaVni, die ons mee
naar binnen wilde hebben en ons in de
groote, geriefelijke keu-ben eien zitplaats
aanwees
Wij begonnen al spuw een praatte met
het verstandige oudje, toen mijn ooë viel
op een plaat aan den muur, die ik m-ii
nog uit mijn kinderjaren herinnerde. He.
stelde voor het Alziend Oog van God,
een heel groot oog, omigeven itaor; straal
bundels, dat u in het heele vertrek scheen
aan te staren. Als kind had! ik het ook
gezien, ook hij eenvoudige buitemn'en
sohen, waar ik wel eens mee naar toe;
'mocht en het altijd evefc indruk, oo m'ij
gemaakt. Het oudje zag dadelijk Mijn be
langstelling. „Ja, mevrouw" zei zij, „daar
mochten de menschen tegenwoordig we-1
wat meer aan denken, dat Onze Lieve
Heer alles ziet.' Er moesten overal van dia
platen hangen en zij! moestent de kinder
tjes al heel vroeg ieeren, dat. Godi's Af
ziend Oog hen overal gadeslaat. De men
schen doen veei te veel kwaad en zie den
ken m|aar, als ze een beetje vrooM doen)
en Zondags naar de kerk gaan, zoodat er
uiterlijk niets op hen is aan te -merken, jdat
het dan wel goed is. Hadden zc in "hun
jeugjl wat meer hooren vertellen over
God's Alomtegenwoordigheid, hadden ze
da,t „Oog" 'misschien in hun keuken ge
hangen, dan zouden ze begrijpen, dat
Onze Lieve Heer verder kijkt dan naai'
bun uiterlijke handelingen, da.t Hij precies
weet, wat ze dpen, al zien anderen hen
niet."
Ze zuchtte even na, haar lange speech
en keek de jongeren eens aan, die bij ons
waren. „Ja jongeheeren, ja jongejuffrou
wen,-leert dat maar van een oude boerin
en onthoudt het gooi, als gteen mensoh
je ziet, en je wjlt kwaad doen, -denk dan
dadelijk aan dit „Oog". Eén is er, die
alles ziet. Je vader en moodier kan ja her
dotten, maar Hem niet. Gehoorzaam1 zijn
als ze je zien, dat is geen kunst, maar als
ze je niet zien en het 'kost je.moejfcs, denk
dan aan God's Alziend Oog en je zult niet
zoo makteiijk ondeugd doen."
Heeft de oude vrouw geen gel ijk on
vergeten wij niet dikwijls bij de opvoe
ding dit groote middel „de kinderen te
doordringen van de wetenschap, dat God
alles weet en ziet". Wij weten het wel, ia
wij ouderen ook, maar wjj denken er
niet genoeg aan en het zou ons toch voor
veel kwaad behoeden, als wij: bjjitijus er
aan dachten. Het zou ons aanzetten tot d'e
deugd, fle wetenschap, dat, wat ,anderen
niet zjen en wat Wij tocth) zoo goed '.b-o-
dpeld bebebn, wel dóór dien „Eene> Wordt
opgeteekend, die harten en nieren door
grondt
De tegenwoordig zoo vrij opgroeiende
jeugd, zoo weinig beschermd door, oude
ren en wijzeren, wat wordt zij, dikwijls
op een leeftijd, dat hot karakter) nog niet
eens goed gevormd is, aan groote zede)
lijke gevaren blootgesteld. Zou ook voor
hen „het Alziend Oog van God" geen
sterke besoherining zijn, een bescherming
die hen aanspoort tot het goede.
Wa.t zijn niet veel visites, veel Ver
plichte bezoeken, verloren tijid, .waar
kwaad gesproken wordt over kennissen of
vrienden of minstens lijd wordt verbeu
zeld. Welk een vruchtbaar bezoek! had
den wij hier gebracht. En hoe kregen
wij hier van een eenvoudige vrouw, zoo
kalm weg een levensles .la hooren. Ik
hoop, dat het bezoek, vooral op de jon
geren onder ons een büjvonden indruk
heeft gemaakt, dat de plaat met „het
Oog" in die landelijke keuken en hat
oude moedertje mei haar wijze preek, vast
in hun geheugen blijft, dan js voor ons
die verregende fietstocht c-en gezegende
dag geweest.
Kalkstikstof.
Wij voldoen gaarne aan het verzoek
om even de aandacht te vestigen op een
voor vele landbouwers nog nieuwe mest
stof de Kalkstikstof- Alhoewel de
kalkstikstof dooi- verschillende landbou
wers reeds meerdere jaj-en met succ'as is
gebruikt, is ze nog niet algemeen bekend.
Dit heeft .verschillende oorzaken. In de
eerste plaats is de propaganda voor het
product en de verkoop ervan tot nu toe
onvoldoende georganiseerd geweest. In de
tweede plaats had de kalkstikstof vroe
ger een groot bezwaar, d. w. het lastige
uitstrooien. Dit is nu echten zeer veel
verbeterd, doordat het produet geolied
wordt geleverd. Voor onkruidbestrij|ding
kan men echter nog ongeöliede kalkstik
stof verkrijgen. Dit moet speciaal bij de
opgave worden vermeld.
In de advertentie, welke in dit nummer
is opgenomen, kan (men lezen bij' wie d-q
Oók een weemoedig hoofdstukje van
Amor en Psyche. Katharina wendt zich
naar den ouden man.
„Wanneer 't weer eens zoo slecht miet
haar gaat," zegt ze hem, „klop dan met
je spies even aan mijn raa,m. Ik wil dan
met alle pleizier een paar uurtjes bij Ro-
sina komen".
't Oude vrouwtje slaat snikkend de
handen in elkaar, en de nachtwaker, die
bezig is zijne pijp te stoppen, voelt een
traan in zijne tabak vallen.
Reeds sedert ger.uimen tijd heb ik mij
over niémand zoo geërgerd als over C-b{rjE-
toffel. Wat. moet "die kerel nu. toch me,t
zijn eeuwig- voorbij de school rijden! Oude
gehechtheid is niet in 't spel, want hi!!
was alles behalve' een vriend van school
geleerdheid, en was wat blij, toen hij! de
deur dor school voor de allerlaatste keeg
achter zich kon laten toeslaan. Toevallig
is zi;u herhaald verschijnen evenmin, want
hij kan een veel korteren weg naar het
land van zijn vader nemen. Bijgevolg;
moet- ik wel op de gedachte komen, dat
ziiic wandelritten, langs het venster, Ka
tharina tot doei hebben. Dat nu maakt
me verschrikkeH.lk opgewonden, aReen
reeds hierom1, dat hij daarmede eene reus
achtig domme streek begaat.
kalkstikstof o. a. verkrijgbaar is. Land-
houwers, die hun kunstmeststoffen steeds
coöperatief aankoopen, kunnen de kalk
stikstof ook door hun annkoopverceniging
laten .besteUen. Bijl afnatme van groote
partijen is de prijs natuurlijk belangrijk
lager dan bijl aankoop van enkele balen-
Het Inlichtingsbureau te Utrecht ven
strekt op aanvrage gaarne alle gewenschta
inlichtingen, zoowel per brief, als door het
zonden van de brochures „Kalkstikstof
en Proefvelden juet Kalkstikstof 1926".
In deze broahures worden de bereiding,
het .uitstrooien, de werking en de resul
taten van kalkstikstof eenvoudig en dui
delijk beschreven.
Ieder, die gesteld is op een goedkoopen
en goeden stikstofimest, stelle zich met
genoemd bureau in verbinding.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
't Marcheert! 't Marcheert! 't, M;areheetrt!
Weet je 't nog?
21 April 1926 't eerste onnoozele arti
keltje over den geestelijken nood op de
Fransehe dorpen 't
En twee da.gen later al 1000 gulden!
't Kloim tot over do 10.000!
R.euzensuöcesdank zij! den toege
zegden i-Qzenzegen van de H. Theresia,
zou 'k denken.
Van dat bedrag droeg ik 360 giulden af
aan den Hollander Abbé Vorage, leider
van de Hollandsehc jongens, die in (Frank
rijk voor priester stndeea-en.
Behalve die 360 gulden pikte Abbé Vo
rage 12 ferme Hoilandsche jongens mee
van tegen de 20 "die hot b^st
maken.
Met de dorpslmissies marcheert het ook
al. 1
De onkosten zij'n wel veel hooger dan
geraamd was. i I
vóór alles op de degel ijl kh eï dj van 't
werk letten.
Welnu, wees gerust!
't Wordt degelijk aangepakt in de Bis
dommen Angoulame, Carcassonne, Versail
les, Carnibrai, waar de missies al in gang
Zijn.
De bisdommen Carthago en Soissons be
reiden de missies- nog voor.
De imissiesi duren moestal veertien da
gen, terwijl in veel gevaHen twee paters
hot werk doen.
De Bisschop van Angolêpae wees er
uitdrukkelijk óp,, dat huisbezoek ar
aan voorat" moest gaan.
Groot is aUer dankbaarheid voor dit
inooie werk, heel groot 1
Wilt ge op Kerstdag bij uw Heilige
Gom|m.unio ook eens denken aan. de missies
in Frankrijjk?
De Christus, dien gijl dan ontvangt, is
dezelfde, die zegenend wil binnenkomen
bi; zooveel afgedwaalde Fransehe katho
lieken op de dorpen.
En zijit ge al aan, 't jmlten tegen den
komenden zomer?
Want, als het me toegestaan wordt
kom ik dezen zomer wéér bedelen vooi;
de dorpsmissise.
't Is toch zoo'n schoon werk.
G. HU.YS,
Breda. R, Kl. Pr.
Tragisch.
Eergisterenavond ha-d te Deurno ejen
ernstig ongeval plaats. Toen de landbou
wer Th. v. D. met de dorschmacihine aan
het dorschen w'as, kwamen zijn beide kin
deren te di'cht bij: he t'vliegwiel en werden
gegrepen. Ze werdjen eenige malen rondge
slingerd en ernstig Verwbnd.
De toestand van de beide kleinen, die
dloor de plaatselijke geneesihieeren wérden
verbonden, is zeer ernstig.
Ito ramp bij) dte Vink en nog wij!.
We lezen in die M,sb.
Naar wij' vernemen is aftüïcieel .dpor de
.cjirectie der Ned. Spoorwegen de afkondi
ging geedhia'd;, dat de heer J. Vennonbos,
bouwkundige 'bij; de Ned. Spoor wegen in de
sedtie Maastricht met) ingang van 1 Febr.
1927 zal wbrdten overgeplaatst naar Rot
terdam. Hij zal Werkzaam worden gesteld
op -het bureau van den dhef van wieg en
werken, Ir. Pantheleon van Eök, waar Idp
heer J. Leiifch' tot nog toe als h,oofidbou|w(-
kundjge werkzaam was. Daar er op da,t
bureau sleclths één derK^ijhe functie ver
vuld kan twbrden, is de gevolgtrekking dat
d'e heer Leith plaats zal moeten maken
voor den 'heer "V eenenbos voor dé handlig
gend,.
Wij hebben ons djt aangaande tot den
heer Leith gewen dj d'ie, zooals bekend is,
Voor de dotamiesie-Klraus, inzake de spöor-
AVat wil 3o slungel? Eene vrijterij' op
touw zotten? Dat zou eerstens volstrekt
onmogelijk zijn van Katharinaós kant, wijl
ze boven iets van dien aard ver verbejven
is, en ten tweede kon 't best gebeuren^
da.t de kranige ruiter van zijin pittigen
vader, als die achter zijne streken komit,
een vrauht muilperen kreeg.
ik heb Katharina dezen tijjd dikwijls
gadegeslagen, wanneer de komende of
gaande hoefslag langs de straat klinkt
Ze kijkt van haar werk niet op, hoe onze
ruiter daar huiten ook met zij'ne muts
zwaait en welke luchtsprongen hij met zijn
'.paard uitvoert. Toch merk ik 'bij haar
een zekere onrust, 't Spreekt imtmcrpi
van zelf, dat ze zich ook ergert.
„Katharina!" zeg ik op een goeden
dag tegen haar, „ik ben die eeuwige rui-
terkunsten moe, en daarom moeeten we
maar eens van plaats verwisselen. Neem'
uw werktafeltje op en ga aan "'t tuiuraam
zitten, dan zet .ik mija gemakkeHjjken:
stoel, waarin ik miyne courant lees, bijt 't
raam aan de straat. We willen dan eens
afkijken, wat er verder gebeurt.
Zij bloost sterk, maar zegt
„Zooals gewilt, vader!"
En we verwisselen van plaats.
Nog geen half uur latex dreunt een
O n g e 1 o o f e 1 ij k maar waar.
Het leven, zoo zei eens 'n denker,
is de grootste fantast.
De man had volkomen gelijk.
Deze week hoorde we nog een juffrouw,
die met een karbics in haai' hand en 'n
drup aan den nous 'n gesprek voerde meil
'n kennis, zeggen.„Mensch a*5 dat in 'n
boek stond, geloofde je 't niet".
Doch al had dit goede vrouwtje onze
levensloop niet gekruist, dan zouden we
ook uit een Kamerverslag, dezelfde beves
tiging van bovengenoemde ineening geput
hebben.
Er is moet u weten, in onze Tweede
Kamer een heele bekende persoonlijkheid.
Als onverdacht anti-revolutionnair, lijkt
hijl de belichaming van het wettig gezag
en duldt nimmer dat een ander er naar
knipoogt. Prijzenswaardig!
Als officier treedt hijl zonder vrees of
blaam op voor waschechte en krimpvrije
tucht. Iioudt er de-n wind onder, potstau-
zendl luidt zijn devies. Voorwaar zeer
kranig
Onze staatsinrichting maakte het mo
gelijk, dat hij zonder een dag dienst te
doen, van kapitein tot generaal promo
veerde en er is dan ook geen pHchtsge'-
trouwer bewaker van onze wetten, dan
bedoelde volksvertegenwoordiger.
Dankbaarheid is 'n schoone deugd!
Voor verzet tegen de regeering stopt
hijl niet alleen zijn ooren, maar trekt
zelfs zijin staatsie-degen, om dien snood
aards, die den euvelen moed hebben, mores
to Ieeren. Do Vrijwillige Landstorm!
dan ook zijin troetelkind.
En zoo hebben we altijd, iederen jongen
van Jan do Wit, die een goed vaderlander,
wilde worden, verwezen naar dat Ulustre
voorbeeld, hetwelk de heer Duymaer van
Twist gaf.
Hadaen we 't maar niet gedaan! -
Ja, geachte lezers, buig met Uitkijk
droevig uw hoofd en zucht, want dat
exempel van tucht, gezag en alle deugden
die een goed Nederlander versieren, is de
zer dagen voor 't oog van 't foruim1, razend
en briesend 'opgesprongen, is ver voor
zijn beurt en bleek van drift naar de
ministerstafel gestevend, heeft zijin stem
tegen het kabinet verheven en dit gedroigidi
met onverkwikkelijke daden, wanneer de
heer Duymaer geen homoepatischen leer
stoel krijgt, waar hij; reeds 25 jaren voolr
ijvert-
„Ai Lucifer wat zijit gij! diep gevallen".
Minister Waszink nam. de zaak luchtig
op, toen hij sprak over een zilveren jubi--
irum-vraaestuuae minister nam genoege-
lijlt wraak miet het zinnetje:
„Ik heb nog niet de adviezen van allo
medische faculteiten ontvangen, wanneer
echter die, welke ik nog itrijgen -moeit',
even vernietigend zij-n aJs de adviezen,
welke ik reeds ontvangen heb, dan zeg ik
den heer Duymaer van Twist nu eene en
voor altijd: al zwem ik in het geld, hij
krijgt, zijn leerstoel niet."
Indien echter minister .Waszink, de tra
giek van deze gevallen grootheid, had
doorvoeld, zooals wij, dan liad' hij; niet ge
sproken, maar roet .Uitkijk bitterlijk ge
weend.
Hofmanndruppels kunnen niet worden
afgewacht. Geen zakdoeken 1
UITKIJK. -
wegratolp, bij die Vink, verklaringen heelt
afgeleg,a, welke voor den chef' van zijn
bureau, den heer Pantheleon Van Eök, zoo
wel als voor dien hoofdopzichter Berg
huis zeer bezwarend) waren.
De heer Leifcb verklaardp ons, dat jhij
offSciieel nog geen mededeeling van opt-
slag te Rotterdam' heeft) ontvangen, doch
dat de benoem'ingl van den heer "Vmeneubos!
inderdaad 'zijn aanwezigheid op het bureau
onmogelijk zal maken. Hoewel hij reedjs
verscheidene keeren bijl de directie heeft
aangedrongen om' te vernemen wat roem'
hem y'an zin is, ontving hiji nog steedp geenj
antwoord-
Hij is dus inderdaad dp meening toege
daan dat rnien hem wil loozeh. Voorts ver
klaarde de heer Ledith, dat zijn Verklarin
gen Voor de commissie-Krams, inderdaad
bezwarènd, zijin geweest vpor verschillende
personen dpdft dat dit uitsluitend een ge
volg was vim het feit, dp.t hij' fouten in idem
Weg hal geconstateerd, welke hij omdat
de z'a,ak juist wilde heHdhten, heeft ge
meend te moeten mtedédeejlen.
Dit acht hij! in belang van lietl pu
bliek en vain ,d,e wetenschap, ook al is dit
der directie onaangenaam.
Voorts deelde de heer Lqith ona xnlede,
djftt iiij de houding, wteLke in den laatste®
tijd dioor spoorbeambten tegenover de pers
hoefslag. Ik Schuif een beetje achteruit en
verschuil mij! achter het gordijn. Juiet
kamt de jeugdige ruiter aan, zet zich op
't voordeeligst in postuur, rukt, daar hij
de gordijn ziet bewegen, zijn rijlmjuts af,
en daar koont zijn mooiekop voor, 't
raam opduiken, en ik breng met een al
lerliefst lachje en met eene neiging zoo
maagdelijk zedig, dat het braafste meisje
liet niet beter kan, mijn dank voor de
aangeboden hulde.
Te donder, wat kan die Zwart beenen
maken! Ik barst in een schaterlauli uil en
wend mij. naar Katharina.
„D'ie heeft zijne bekomst," zeg ik.
Het meisje eebter blijft stil zitten en
lacht niet mee.
Christoffel is sedert dien dag niet meer
langs de onderwijzerswoning gekomen. Hij
heeft me biji gevolg goed begrepen. Ovell
de gevolgen mijner optreding evenwel' ben
ik niet in mijm schik, want Katharina lijkt
me sedert dien tijd veranderd.
Ze wil Jt niet laten merken, en ze is
even vriendelijk en ijverig als anders,
maar omdat, ik ha.ar zoo innig liefheb,
valt mij; de stiHe treurigheid 'op, die over
haar- is gekomen.
(Wordt vervolgd.)