N Tweede Blad Juliana van Stolberg') Ons Kerstnu 't Zigeui ZATERDAG 11 DECEMBER 1926 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Im FEÜILL ETON 't Zigeunerkind. KERKNIEUWS Voor onze vrouwen. Voor de Keuken "gemengd nieuws In 't kraaiennest. FEUILÜ Ei' is in ons land een comité, dat de bedoeling heeft 't volgende jaar, als Prin ces Juliana 18 jaar wordt, als nationaal huldeblijk aan te bieden het standbeeld' van Juliana van Stolberg. Hier ter stede zijn leden van: 't Oranje- comité bezig, gelden in te zamelen voor bedoeld huldeblijk. Misschien kan het do geachta lezers interesseeren, iets meer te weten van de Vrouw, die als Stammoeder der Oranjevorsten bij de Protestanten zoo'n eerbiedige vereering geniet. Jplianp van Stolberg werd geboren uit Katholieke ouders in 1506 in 't Ihiitscho graafschap, waaraan haar naam is ont leend. Haar moeder was van strenger! op vatting dan haar vader, jammer dat zij aan dien goeden invloed harer moeder ont trokken werd vanaf haar elfde jaareen kinderlcoze oomgraaf Eberhard zu Ko- nigsteinEppstein, nam haar tot zich. Das ze echter katholiek bleef, blijkt uit het feit dat ze twee jaar later nog de H. Mis bijwoonde. Haar eerste echtgenoot, dien ze in 1523 huwde, en die ze zes jaar later verloor, werd met alle plechtigheden der Koomsehe Kerk begraven. Dertig da gen lang droeg men H. Missen op voor zijn zielerust. Twee jaar later hertrouwde ze met Wilhelm de Bijke van Nassau Dillenburg. Aanvankelijk was 'deze Lutherschgezind, maar jarenlange, moeilijkheden om in 't be zit te geraken van 't graafschap Katze- nelnbcgen waren oorzaak dat hiji steun zocht bij den Keizer, die als Katholiek een godsdienstoorlog voerde togen een groot deel der Duitsche rijks- en andere vorsten. De Duitsche geschiedschrijver Bach fail 1, die het leven van Willem de Zwijger beschreven heeft en alles behalvo Katholiek te noemen is, voegt hier aan toe: „Zijn zoon Willem de Zwijger1 (zoon van Wilh. de Bijke!) heeft later getracht het voorbeeld van zijn vader na te. volgent Zulk een schipperen was nog wel moge lijk in 't keizerrijk onder Karei de Vijfde, niet echter onder 't regime van een Phi lips de Tweede in de Nederlanden 'u Schipperen om aardsch gewin, stelt) hij vast in den stamvader van 't Oranje huis! Uit het tweede huwelijk van Juliana' van Stolberg werd Willem do Zwijger ge' boren. In 1533 werd hij, Katholiek gel doopt. Voor 't uiterlijke zullen we Juliand nog Katholiek kunnen noemen. Twaalf 'jaar later echter zal de jongö Willem vertrekken naar 't Katholieke Hof te Brussel. Dan moet hij Katholiek worden, 't Prinsdom Oranje Chalons hangt en van af. 't Blijkt dat bij, dan Luthersch is, Juliana is dus waarschijnlijk tuspehen- tjjds van geloofsovertuiging veranderd. De levensheschrijven van Juliana, dr. E. Ja cobs, archivaris van 't geslacht Stolberg - Wernigerodd zegt, dat ze later op hoogen leeftijd! door 't toedoen vooral van haar zoon Jan van Nassau Galvïniste werd. Hu is 't nagenoeg zeker, dat ze uit den dool hof der toenmalige leerstellingen niet recht wijs zal hebben gekund. Wat Juliana van Stolberg gemeen had met alle Protestantsche ijveraars was de haat tegen de Katholieken. De meerge- noemdn Dr. E. Jacobs wiens boek over Juliana een doorloopende verheerlijking is staat het: „Waar het gaat om de be dreiging der Reformatie door Bome en de Jezuieten daar vindt de belangstelling van Juliana en de haren zeer besliste vurige' uitdrukkingen". In 1576, we waren toen aan 't begin van den 80-jarigen oorlog, dat gedeelte wat we gevoegelijk 'godsdienstoorlog mo gen noemen, gelukte het den Spaanschen landvoogd! in de Zuid-Nederlandsehe pro vincies de Pacificatie( bevrediging-verzoe ning) tot stand te brengen tusschen de Zuidelijke provincies. De Katholieke gods dienst blijft dan gehandhaafd. Juliana van Stolberg waarschuwt ha;ar zoon om op zulk een voorwaarde nooit een vergelijk te bewerken met het Zuiden. Geen vrijheid voor de Katholieken! Ze is wel veel veranderd sinds haar jeugdjaren. Ze wijst Prins Willem van Oranje op de overeenkomst der Katholieken met Satan, die als n wolf in schaapsvel den verrader speelt. Aldus vertelt, haar leveusbe,schrij ver. 't Teekent den geest van Juliana van Stolberg. Er is echter niet mee gezegd, dat haar invloed op Oranje groot geweest, is Meer invloed had zijn Katholieke echt,- genoote Anna van Buren, en volgens den Duiltsrhen schrijver Bachfahl is 't zeer waarschijnlijk dat Oranje (d.i. Willem de 17) 0— Van de geschiedenissen uit het Oude Verbond] boeide de geschiedenis van Jozef haar 't meest. Ze leed met den verlaten Hebreeuwschea jongeling, en vierde met hem de overwinning. En hare levendige verbeeldingskracht maakte eene vergelij king tusschen den armen gevangene in Egypte Rn baar zelve, en knoopte daaraan den jronderen koningsdroom, vol van toe komstige grootheid en verhevenheid hoven de rondzwervende broeders. Misschien dacht ze ook aan een toekomstig we derzien van dezen of genen. Wie weet 'tl Karja heeft het- lezen zeer vlug, ja haast al spelend, geleerd; maar het doelmatige van schrijfpapier met lijnen heeft ze nog niet gesnapt. Hare letters zijn bovendien ta geweldig uitgegroeid, om tusschen ge wone lijnen geplaatst te kunnen worden. Van! rekenen moet ze niet veel hebben, ten minste niet van afgetrokken becijfe ringen met geld evenwel werkt ze zonder, fout. Dat kan ze nog van vroeger. Acht) en vijf maakt biji haar vijftien, maar acht penningen en een stukje van vijf pen ningen maakt biji haar zamen één grosehen Zwijger Prins van Oranje) de breuk met 't Katholicisme in later jaren niet zou begaan hebben, evenmin als den opstand tegen Spanje, indien Anna van Buren niet to vroeg gestorven was (haar dood, vie] Voor in het jaar 1558). Maar Jan van Nassau, 'n andere zoon, <n in onze geschiedenis geen onbekende, beantwoordde meer aan de moederlijke wenschen. „Geen harer kinderen was zoo haar evenbeeld als deze", aldus Dr. E. Jacobs. Voor ons Katholieken is Jan van Nassau in die dagen de verpersoonlijking van 't antipapisme. En z'n zoon Willem Lodewijk, later stadhouder van Friesland, overtrof hem wellicht nog. Van Jan van Nassau zegt de Protes- tantsoha geschiedschrijver, professor Blok, ten onzent; dat de driftige, willekeurige streng Calvinistische graaf met, zijn volle toestemming t Calvinisme in Gelderland gewelddadig uitbreiden liet, op gevaar af van een burgeroorlog, want de meeste stadsregeeringen hielden nog vast aan het Katholieke geloof. En van matiging wilde graaf Jan van Nassau niet weten. Toch had. hij als stadhouder van Gelderland] ge zworen het Katholicisme te zullen hand haven. Zijn zoon Willem Lodewijk is er in geslaagd den Katholieken godsdienst in Friesland nagenoeg te vernietigen. Hij heeft z'n standbeeld gekregen op 't Hof te Leeuwarden; Jan van Nassau heeft z'n standbeeld, in Utrecht, op dezelfde plaats waar eens 't middenschip der Utrechtstohe Domkerk stond. Nu wil men Juliana van Stolberg liaar standbeeld geven. Aan ons Katholieken de vraag: zullen we daaraan kunnen mee werken. Men zegt: 't Is een hulde aan Juliana, onzu tegenwoordige Prinses". In eerbied voor ons vorstenhuis blijven de Katholie- "keu niet achter. Onze eerbied steunt wel licht op hechteren grondslag dan bij de anderen, waar religieuse piëteit voor de voorouders van 't vorstenhuis veelal de 'voorname factor is. We erkennen haar ge zag en daarin Gods Voorzienigheid, maar met. alle respect voor de godsdien,sligei toe wijding, die een Protestant voor de stam moeder der Oranje's voelt, ons stem'tj ,de herinnering aan Juliana van Stolberg eer der treurig, dan dankbaar. C. W. DOGGE, Vergl. „Juliana van Stolberg" door Canitil Tuba „Ons Eigen Blad" 15 Dee. 25,o waaraan vele der gegevens zijn ont leend. Op den derden Zondag van den Advent. Epistel v. d. H. Paulus tot de Philippdjnen IV. 3 7 Broeders! verblijdt u altijd in den Heer; wederom zeg ik, verblijdt u. Dat uwe zedigheid allen ménschen bekend zijde Heer is nabij. Weest nergens in bekom merd; maar laat uwe begeerten in alles, door bidden en smeeken, met dankzegging aan God bekend worden. En de vrede des Heeren, welke alle verstand te boven gaat, beware uwe harten en zinnen in Jezus Christus, onzen Heer. Evangelie, Joannes I. 1928. In dien tijde zonden de Joden priesters eni leviten tot Joannes, om hem! te vra gen: wie zijt gij.? En hiy bekende, 'én loochende met; en hij beleed: ik ben de Christus niet. En zij1 vroegen hem: wie dan? zijt gij, Elias? En hij zeide: die ben ik niet. Zijt gij, de profeet? En hij ant woordde neen. Zij zeiden hem dan: wie zijt gij, opdat wij antwoord geven denge nen, die ons gezonden hebben? Wat zegt gij van u zeiven? Hij zeide: ik ben de viem van die m cfe woestijn roejib: maaktt den weg des Heeren recht, gelijk de Pro feet Izaias gezegd heeft. En de afgezon denen waren uit de Phariseeërs. En zij vroegen en zeiden hemwat doopt gij dan, indien gij noch zijt de Christus, noch Elias, noch de profeet? Joannes antwoord de hun, en zeide: ik doop in water; raaaij midden onder u heeft Hij gestaan, dien gij niet kent. Hij1 is het, die na mij komen zal, die voor mij geweest is, wiens schoen, riemen ik niet waardig ben te ontbinden. Deze dingen zijn te Bethanië geschiedt over de Jordaan, waar Joannes doopte, HOE EEN GOEDE GASTVBOUW, THEE ZET. Theedrinken is zoo'n gewone bezigheid, dat men er ejgenlijk niet de noodige aan dacht aan schenkt. Men zal zich vee] en drie penningen. - Alleraardigst is de manier, waarop we de aardrijkskunde behandelen. Daarbij1 ben ik niet aan het woord, maar Karja. Ze kent den Riijtn, Beieren, Thuringen en veel meer nog en weet tal van sleden, aan wiel' namen een of ander bijzonder feit uit haar leven is verbonden. Van Keulen weet- ze, dat niemand daar binnen mag' komen, omdat de politie dat niet wil heb ben; aan den Donau woont een man, die verschrikkelijk opspeelt, als iemand daar gaal vissehen; in Saksen heerscht het mond- en klauwzeer, daar mag je niet in een herberg komen, en in Pamjmeren had zo bijna, eiken dag ganzebout gegeten, 't Is haast niet te gclooven, wat een boel ganzen in Pommeren in 't wild rond kropen, t is jammer, dat we daar niet wonen, vooreerst om dc goedkoope braad stukken en ten tweede, omdat Pluto, daar erg veel pret zou hebben. De geschiedenis leeft voor ons slechts: in den alleroorspronkelijksten toestand, na melrjk in den vorm van sprookjes en volks overleveringen. 't Is mij niet gelukt, Kar- ja's belangstelling te wekken voor alle Duitsche volkssprookjes, hoewel ik ze haar pas verteld heb, na ze stuk voor 'stuk ■ernstig bestudeerd en voor hare eigen aardige persoonlijkheid pasklaar gemaakt moeite geven voor extra heerlijke koekjes en de thee krijgt het overgeschoten restje aandacht. Maai! de thee is toch 'fc belangrijkst: geurig verseh gezet en heel. Als u de volmaakte gastvrouw wilt zijn, zia dan eens even naar uw theeservies. Een saai theeservies behoeft niemand te hebben tegenwoordig, want er zijn genoeg goedkoop,e soorten, die toch heel fleurig zijn. Maar men dient wel op den vormt te- letten. Hoe sierlijk en mooi do wijde platte kopjes ook zijn, men moet goed beden ken, dat, tenzij men de thee dadelijk op drinkt, ze koud wordt. Kies dus liever kopjes die iets dieper zijn, met een gladden, ronden rand. Ge ribde of aan den rand uitgebogen kopjes drinken niet gemakkelijk en let vooral' op dat ze stevig op hun schoteltje staan en niet heen en weer glijden. En dan de theepot. Het is heel moei lijk de volmaakte gastvrouw te spelen met een theepot die hopeloos drupt in da schoteltjes, of waarvan het deksel met een plons in een kopje valt. Ziet toe dat de theepot goed schenkt, een naai" boven gerichte tuil en dat liet deksel bevestigd is. Toevalligerwijs zijn de vierkante thee potten met haast heelemaal geen tuit, ook zeer geschikt. Het is een fout om een te kleinen thee,- pot te nemen. Laat de menschen maar om u lacheneen grootere hoeveelheid the» blijft veel beter warm dan een kleine hoeveelheid, en 't is veel beter om ineens du kopjes te vullen uit den theepot, clan om bij zeer sterke thee heet water te gie ten. Heet water, tenzij het om! en bijl heft' kookpunt is. is geen bevorderlijke toevoe ging- En zorg dan ook, dat. al wat ge er bij' geeft klein is. Kleine koekjes of kleine stukjes f ake. Zet uw theein een warmen, drogcaf theepot en giet er het werkelijk bubbelend kokende water over. Water, (lat al eens gekookt is, maakt geen lekkere thee. Laat de thee een mi nuut of 3t rekken en schenk dan in. „GK.OOTE" MANNEN. Het is een professors-oordeel, da.t wij hier laten volgen. Dr. Knight. Dunlop, professor voor experimentalpsychologie aan de Johns-Hop kins-Universiteit te Baltimore, behandelt deze vraag in een pas verschenen boelf over „Persoonlijke schoonheid en rasver betering." Met .talloos vele vrouwen heeft hij ge sproken over haar schoonheidsideaal, maar zoo voorzichtig, dat zij niet vermoedden, tot welk doel hij, deze ondervragingen wilde gebruiken. Steeds weer vernam hij dezelfde opmer king: ,,'A. is mooier dan B., want hij is grooter." Zoo is hij tot het Inzicht gekomen, da,t do lichaamsgrootte een belangrijke rol speelt bij het. schoonheids-ideaal der vrouw. Deze voorliefde verklaart hij uit het on bewust] voortbestaan der opvattingen uit den oertijd, toen het, voor de vrouw bij' ide keuze van den echtgenoot beslissend was, of hij een flink krijger en jager was, want alleen groote, krachtige mannen "konden vrouwen en kinderen beschermen en liet noodige voedsel verschaffen. t Tegenwoordig is het wel meer de vrees en belachelijk uit te zien naast een klei nen echtgenoot, wat natuurlijk alleen het. geval kan zijn, wanneer de vrouw groo ter is. In Amerikaansche bladen is deze vraag ook behandeld, maar de schrijfster, CecU Chesterton, die een groote keunis van de vrouwen-psych'a bezit, heeft aan.de voor liefde! der vrouwen voor groote mannen een heel anderen uitleg en oorzaak gegeven. „De vrouwen weten heel goed", zoo schrijft uij, „dat men met groote mannen' veel gemakkelijker klaar komt dan met- kleine.. Men zal steeds ondervinden, dat het zoogenaamde „sterkere geslacht" dat zich onderscheidt door grooteren liöhaams- groei, het gemakkelijkste „onder den pan toffel „geraakt". Do groote man" heeft een fijner gevoel voor de vrouw; hij beschouwt zijn vrouw als iets teers en kostbaars, waarmede hij voorzicht,igj moet omgaan, en de vrouw profiteert daarvan natuurlijk! EIERPANNEKOEKEN. Vier eieren, een halvje, liter m'elk, 5 ga-, suiker, 80 gr. boter, geraspte citroenschil of' kaneel, een beetje zout. to hebben. Tot mijn groote spijt hebben „vrouw Holle" en 't aardige „Roodkapje"! bij haar bankroet gemaakt. Toen ik van het vlijtige meisje vertelde ,dat van angst in het water sprong, zei zo op. mee- warigeu toon: „dood!" en ik kon haar voor 't verdere verloop van het sprookje geen belangstelling meer doen opvatten, al sehilflerde ik de weide ook nóg zoo mooi, al vertelde ik ook nóg zoo aardig, van den appelboom en van den oven en wat. er nog verder bijbehoorde van v.rouw Holle, het vlijtige kind, den goudtor, en den vroolijk kraaienden haan. i Daar heb je 't mis gehad, zei ik biji tajijl zeiven, vertel nu niet verder op je eigen langdradigq manier, maar doe het in den klassieken oorspronkelijken trant van Grimm. Haf deed ik dan ook met Bood kapje. Toen 't uit was, keek Karja mij onderzoekend aan „Hebt ge wel eens een levenden wolf gezian?" vroeg ze mij. „Neen," zei ik openhartig. „Dat dacht ik wel," sprak ze, „anders loch had u deze geschiedenis niet ge loofj en dan ook niet verder verteld. ,W"iji zij.n eens aan de Russische grenzen door twea wolven aangevallen. Welk een in -spanning en strijd dat onzen mannen ge geven heeft, is niet te zeggen. E-n één, Bereiding. De eierdooiers mief de suiker vijf minuten roeren, daarbij' wat geraspte citroenschil, melk bijvoegen tot men eetn mooi gla.d beslag zonder kluitjes heeft gekregen. Zoodra. men met bakken begint,, ook het zeer stijf geklopt eiwit er door roe- i. Een gedeelte Van de boter in een koeke- pan laten smelten, d,aarbiji een lepel beslag voegen en het pannekoekje aan den ander kant licht 'bruin laten worden, daarna, kee- ren en ook aan de andere rzijde f la ten bruinen. Opzienbarende aanhouding. De Haagsc.'he politie heeft Woensdjag aangehouden den 28-jariigen Paul Beer, Oostenrijker van geboorte, .die den la,a fsti'ii tijd in Den Haag verblijf heeft gehouden en zSch zoowel in dezle stad als daarbuiten een groote bekendheid heeft verworven dioor zijn propaganda, voor den wereld vrede, welke hij bevorderen wilde, door de stichting van een Menschheifsbedm Om de benoodigde fondsen voor dit Menschheitslheim bij' elkaar te krijgen, schreef hij (het veelbesproken tooneelspiel in vijf bedrijven A. dat in eenige plaatsen van ons land is vertood. Paul Beer vertoeft sinds 1924- in ons land. Ook vóór dien tijd was hij vooral bekend geworden als kabaret- en sneiteekef naar cp de Wandelpier t-e Schevëningeii. In 1924 heeft hij) A. geschreven. Hij is toen poging-en gaan (a|ari wanden' om, te komen tot die vertooning v.an dit tooneel- spel. Daar het benoodigde kapitaal hem ontbrak, moest hij eerst personen zoeken, die bereid wanen, der eerste vertooningen te financieren. Hij heéflt kans gezien, een. eere-comité te vormen, dat hem bij ver se! lillende, gocd-gesitueerdë inwoners van Den Haag introduceerde. Ook was hij in het bezit van een lijst v,an aanbeveling, waarop vele hooge ja(utoriteit.en, bekende kunstenaars en acteurs hun handteekening hadden gezet. Voorzien van deze aanbeveling en gehol pen door do klinkende nampn van de ledeini y-an het eere-comité, is hij propaganda gaan maken voor de vredesidee. Verscheidene dames wist hij! zooveel belangstelling in te boezemen, dat hij de beschikking kreeg oVer voldoende middelen omi de eerste ver tooning te financieren. Zelfs werden te zjj'nen, behalve kostbare paarlen, juweelen effecten als cautie bij! een bankinstelling door bekende personen gedeponeerd. Toen Pa,ul Beer zoover was, begon hij werk te maken van de vorming van een ensemble, dat A zou Vertoonen. Een groot aantal menschen meldde zich aan voor dezen werkkring, tot winkelbe dienden aan toe. Het spreekt vanzelf daj. vele personen, die hij aanvankelijk had aangenomen, latter ongeschikt bleken in verband met, techni sche moeilijkheden en ook doordat de Dmlschet aal vbor hen een beletsel was. Zonder genade werden zë dan ontslatgefi. Het gevolg' was, dat v-ele personen op deze wijze gedupeerd werden en dan in het geheel geen betrekking meer hadden. .Maatschappelijk Hulpbetoon moest er dan aan te pas komen. Op deze wijze heeft Paul Beer ander half jaar met Zijn steeds wisselend gezel schap gewerkt, en het aantal gedupeerden werd zoo groot, dat de directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon het noodig oordeelde, de politie van e.en en ander in kennis te stellen. De politie gebood Paul Beer toen, met zijn eindelooze repetities op te ouden en een vertooning te g'even, daar hij -a nders als „zonder middel van be staan" over de grenzen gez'et zóu worden. Lang aarzelde Beer, maar eindelijk be sloot hij1, op 18 October in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Demi Haag de première Van A te doen gaan. Zooals men 'zich zal herinneren, heeft deze ook inderdaad plaats gehad. De recette van deze vprtooning was alleszins bevredigend. Echter heieift eetn onderzoek uitgewezen, da,t geen der mede spelers meer dan f 17 'heeft ontvangen. Van de recettes (ook in Haarlem heeft een vertooning plaats gehad) werd nooit meer een cent uitbetaald, d,en .artiesten, werd geen voeding Verstrekt, .en zelfs leende Beer geld van leiden van heit gteztel,- sohap. illat hij: nal maanden nog niet terug betaald heeft. De politie meende, dat er een eind moest komen aan deze handelwijze, ep be sloot P aul Beer ov'er de grenzen tei zetten, omdat hij gevaarlijk geacht wordt vlooi de gemeenschap. Woensdagmorgen vervoegden eenige re chercheurs zich aan zijn woning omi hem' itn verzoeken, m'ee te gaan, daar dei hoofdconi hebben ze er toch maar gedood. Ik heb hem gezien emzijin tanden bevoeld. IJselijk hoor! Die 'had met Roodkapje ni,et eerst een tijid gepraat, maar had zo dadelijk opgegeten en die. eens door den wolf ver scheurd en verslonden is, wordt door geen enkelen jager meer le.vend voor den dag gehaald. U kon dat niet wefien, omdat nooit 'een wolf hebt geziendie geschie denis moet ge daarom niet meer gelooven." Toenmaals liet ik die verhalen een poos rusten en dacht, de sprookjestdjd is voor Karja verstreken. Laffer evenwel be proefde ik 't nog eiens met „Asschepoes- ter", „Sneeuwwitje'', en de „Bremer stadsmuziekanten.'1 't Eerste sprookje ont roerde haar tot schreiens toe, het tweede bracht haar, bij do schildering van de huishouding der dwergen in die grootste verrukking, en het laatste ontketende, bij haar vlakweg een stormachtig gejubel. Kinderziel, wie peilt u! Waar houdt bij !u het kindergeloof op, en waar vangt de verrafelenda kritiek aan; tot hoelang laat ge u medevoeren op de wonderen der ro mantiek, en wanneer zoekt ge metl s-ether pen blik naar de. opgesmukte waarheid? En waar is de groote kunstenaar te vin den, die u, uiterst teêre levensadem, juist weet te behandelen!" Dezei woorden schreef ik bij die gele Wie heeft gelijk? Hun, die onbenepen willen onderzoeken, wat de gevolgen zullen zijn van het ver drag met België, is het niet gemakkelijk gemaakt door de tegenstrijdige beweringen dei' tegenstanders. 't Begon al voor de behandeling in da Tweede Kamerterstond na de aanneming nam het euvel toe, om: een caeophonie te worden nu de Eerste Kamer de beslissing kreeg. „Rotterdam",, roept de een: „neen, Ro me" schettert een ander; „o jé de Maas", klaagt, iemand; „zwijg", beveelt zijp buur man, „let op de Schelde"„we gooien onza welvaart over de grens"„neen. onza souvereïniteit".'t duizelt voor de oogen en vvaa.r is 't eind We lazen van de week twee, beide het Verdrag slecht gezinde bladenze kwamen uit één stad en ze hadden 't ovdr ééij speech van den socialist de Zeeuw, j.l. Woensdag in de Eerste Kamer gehouden, waarin betoogd werd, Hat, de regeefing liet Verdrag niet de Eerste Kamer had moeten toezenden. i Do „N. Rott." bewonderde dien heer do Zeeuw om wat hij zeide en eindigde mot den wensch„Mogen er vele tegenstanders in de Eerste Kamer zijn, even beslist en overtuigd als de heer de Zeeuw". 1 Do „Maasbode" daarentegen zei„Het speechje zal nooit als sieraad in de Hande lingen worden aangewezen. Het gesproke ne getuigde van zoo weinig kennis van za ken, da.t het dezen sociaal-democraat alq senator blijvend zal hlameeren. Da Tweede Kamer zendt het Verdrag naar de Eerste en niet de Regeering, zoo- ala hij betoogde. Het was dan ook dwaas heid om de Regeering er een verwijt van to maken, dat ze een ontwerp, dat met slechts drie stemmen meerderheid was aangenomen, aan de Eerste Kamer zond. Het, heeft er niets mee te maken, hoe groot do meerderheid is geweest. De wiet kent geen gr-oote of kleine meerderheid. Wat de heer de Zeeuw voori had met zijn uiteenzetting, was niemand duidelijk. Een voorstel deed hij' niet, alleen uitte h!ij! zijn misnoegen, dat het ontwerp er, was. Een dergelijke beschouwing moet hij! hou den als het aan de orde is, maar nu had het geen zin. Het was zulk een malle vertooning, dat de heele Kamer, zelfs zijn partijgenoot-en, er mee verlegen waren. Niemand wensehte over zijn uiteenzetting ook maar een woord te zeggen. De voorzitter vond dit wel een beetje mal en daarom] betoogde hij, dat hetgeen geschied was geheel overeenkomstig de Grondwet was. Een les voor den heer de Zeeuw, die da belofte op de Grondwet heeftl afgelegd en deze niet eens kent." Wie heeft gelijk? Wel mag men nu zeggen: In raadse len wandelt de menseh op aarde! UITKIJK, mi-ssaris -hem wensehte te spreken. Paul Beer die lont geroken had, ver zocht oen oogenblik tijd om zich te söhteren. Dit werd toegestaan. Hij! .verwijderde zich wierp de deur in het slot en keerde niet meer terug. Eer de rechercheur de deur weer ge opend hadden, was de Vogel al lang gevlo gen. Door een klein raampje was hij1 op het dak geklauterd en ov'er eetnige daken had hij kans gezien, een onbewoond per- isel te bereiken. Oogienblikkelijk werd "door een grooï aantal rechercheurs ide gehëele stad afge zocht, echter zonder eenig resultaat. Paul Beer was en bleef verdwenen! Omstreeks 11 uur reed toevallig de hoofdcommissaris Van politie, vergezeld' van den prooureur-generaa! bij het Ge rechtshof, in zijn auto op d'en Schëve- iiingsdhen Wieg. Juist bespraken beide hee ren de Zaak-Beer en zijn plotselinge! Vlucht toen die hoofdcominissaris den vluchteling kalm op het wandelpad za.g foopen. De heer Van 't Sant zond zijn chauffeur om Paul Beer te Verzbeken, teven bij' hem1 ta komen Aanvankelijk gajf hij hieraan gehoor en ging hiji gewillig mee. Maar op een gege ven oogenblik rukte hjj zich los en zette het op een loopen. Hij had er echter wei nig plezier van, want, heel gauw haid de chauffeur hem ingehaald en hij bracht Beer onder Ihevig vlerzet naar dien(aluto.- Het gelukte niet, Beer in den auto ,te krijgen. Hij trapte, sloeg en krabde den hoofldicOmimiissaris en diens chauffeur. In middels was er veel publiek bij; gekomWi genheid in mijn opvoedkundig dagboek. Karja vertelt mij, ook sprookjes van haai' volk. Een wil ik hier, meedeelen, zooala 't kind mij dat heeft verteld, na melijk: het sprookje van den Donau-ko- ning. i i ,,'Ditar komt uit de steppe een Zigeuner gereden. Zijn paard is mager en zwak, en liij zelf is oud en gebogen cn gekleed in een gescheurd gewaad. Hij ziet er. af schuwelijk uit, en zijn paard nog erger; dt< weg is ru.w, maar de menschen zijn nog ruwer. Daar woont een burger in een grooten tuin. Daarin staan honderd boomen, elk met duizend takken, en elke tak heeft duizend bladeren. De moede schiimimel plukt met zijn bek, onder 't loopen door. vijf bladeren, die over den weg hangen. Daar springt de eigenaar dier vijf blaadjes op den muur en slaat den diefaehtigen schimmel met een knuppel zóó oftziju kop, dat een roode bloedstreep langs zijn nek neerloopt*. De Zigeuner zegt niets, maar hij kijkt den grimimigen burger aan één .t( wee drie polsslagen lang. Dan rijdt hij verder. Aan een slootkant buiten plukt' hij een wonderkruid en legt dat op Jq wonde van den schimmel. Deze is op 't eigen oogenblik genezen. Wordt vervolgd.) Bureaux van Redactie e» Telefoon Interlocaal No Bijkantoor MIDDELBU. fiROOTEWAARDE VAN PUBLICITEIT Belangrijke medec Abonné's en Advt Aangemoedigd doorl de belangstelling iy welke zich ook demoil een verblijdende n| van velerlei zijden, besloten dit jaar een nummer uit te gevei Vier pagina's met k en mooie illustraties geheel kosteloos aan editie toevoegen. Onze Adverteerder er bovendien op at kloeke Kerstnumme schaal extra versprei in Goes, Middelburg e zonder dat wij dc verhoogen. Een pr heid dus, om doi annonceeren. Zij die zich met 1 Januari 1927 op Zeeuwsche Couran te abonneeren, ontv: Kerstnummer gratis v Niet zoo onschj Inf do Maasbode van 2 poging gedaan om inza eteunverleening aan het diet, de regeering en schoon te wasstchen en ta schuiven op de Ned Zoo lazen we o.m'. „Vast is komen te stal Geer noch aan de gev voor1 de Hanzebank te da verleende garanties persoonlijk eenig deel post van de 10 millioen zooala hij' het uitdrukt, <le begrooting gekomen; geen „vanité d.'auteur",, vroeger, verleende garan Het niet verleenen aan de Hanzebank is e stuit is op verschil vaj deze instelling en de Ne Deze laatste beweerde, baar geen volkomen inz In hoeverre dat juist echen deze instellingen 1 den gebracht. De vraaj Bank bij de A. C. B. 1 met een aceountantsrapj zebank niet. Aan het gevoel van ling, of als men wil eei maten ten opzichte va kunnen we ook na het ontkomen, doch dan n der regeering, maar wel Nederlandschq Bank." Da zaak is, zoo vre onschuldig als de Maasl iiistei' de Geer mag dï aan de Haarlemsche H gerd hebbende reeger: behalvd de Haarlemscl dere Hanzebanken ge instellingen verzochten regeering en die aanvrt sitief zeker, door minis deld en afgewezen, m het prestige dier bank schatkist waard was. Bovendien heeft mi langs aan een andere moedt de Boaz-bank, 18) —0 Diaau staat een he; waarin zes mannen z gerechten eten. De Zl jeS naar hen toe en v< schotels, die op tafel geven. Die zes mam op en verjagen dien kijkt hen alle zes aar drie polsslagen lang Buiten in eene laan van een boomt, eet dien oogenblik verzadigd. Op een berg stlaat lende blankheid, da| ■honderd] zalen en dui zaal en elke kamer h stevige deur, ami te bei en storm. „Geef mijl de Zigeuner aan den t ia guur, de avond vs De burchtheer echter honden hijten den scl en scheuren den Zf van de schouders, j burchtheer aan -vjolecTc nsov. lp-»"- o

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1926 | | pagina 6