ZATERDAG ll'DECEMBER i&26 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Van hier ën daar Boekennieuws. ALLERLEI «ii het 'werd een formeel relletje. Eindelijk! gelukte het -joch Paul Beer in den auto te krijgen en vol spoed werd toen naar hét hoofdbureau Van politie gereden; gister is 'hij over de grens gezet. Een politie-ambtenaar-inbreker. Den laatsten tijd werden er te Dor- rechti eenige diefstallen gepleegjd, die on opgehelderd bleven. Bij de politie rees liet vermoeden, dat een agent-imajoor, die hijzonder actief was in het 's nachts operf vinden van deuren, speciaal van niet- bewoondo panden, de dader zou kunnen zijn. In den afgeloopen nacht werdl de agent-majoor A. L. A. in het pand Groote- kerkshuiurï 23 aangehouden door een in- speeteur en een rechercheur van politie, die zich verdekt "in het pand hadden op-> gesteld. Door middel van een valschen sleutel kwam A. binnen, terwijl hi| meer-" dere loopexs in zijn bezit had. Na verhoor heeft A., die reeds 22 jaar ia dienst 'is, bekend op dezelfde wijize meerderq diefstallen te hebben gepleegd. Het onderzoek der politie is nog in volleni gang, terwijl A. reeds ter beschikking! der justitie werd gesteld. 1 Na twee jaar opgehelderd. Buun twee jaar geleden werd te Mon- drepuis, bijl Saint Quentin een 23-jarige boerenzoon, Eugène Charot genaamd, dood gevonden,met bebloed hoofd. Men dacht aan een ongeluk, meende dat de jongeman, door een auto was overreden, welker in zittenden na het ongeval zich uit de voeten hadden gemajkt. Een ooggetuige heeft thans echter voor do rechtbank van Saint Quentin verklaard Eugène door zijn eigen vader met een revolver! was neergeschoten. Kort daarop vond men een anderen jongeman, zekeren Pierrd Mennessier, opgehangen. Dezelfde ooggetuige verklaarde, dat deze de eerste misdaad had gezien, en daarom door ver gif pit den weg was geruimd en daarna opgehangen door den vader van Eugene Charot, terwijl deze daarbijl vermoedelijk dooi! den vader van het slachtoffer zelf geholpen eou zijn. Do lijken zijn thans opgegraven en het eerste onderzoek heeft reeds uitgewezen, dat in het hoofd van Eugène Charot ridhf een revolverkogel bevond. Da beide ontaarde vaders werden daar- oa onmiddellijk in hechtenis genomen. Contrasten. De wereld en het leven zijn nu een maal vol tegenstellingen. Zoo heeft vol gens een Belga-bericht Buenos Aires last gehad van een plotselinge felle hitte golf. De temperatuur was zoo hoog dat 25 oienschen eraan zijn bezweken in één dagtdjds. i 1 j Dit bericht is dus een tegenhanger der tijdingen van felle koude en vastgevroren schepen in het merengebied tusschen Ca nada ende Ver. Staten. Historische anetdoteii. Napoleon I bezocht scans den schouw burg zonder opigemerkt te willen worden. Dan mochten do soldaten heml niet de mi litaire honneurs bewijwen en het gietwleer presenteeren. Op zekeren avond, toen het incognito in achtgenomen moest worden, stond een jeugdig öadet op post, wa,ar de keizer, door generaal Durod vergezeld, yooitbij ging- i ïn het eerste oogenblik van verrassing presenteerde de cadet het geweer, maar ,werd dadelijk door Napoleon berispt. Waarom presenteert je voor mij:? zeidc hij. Ik heb iiiet streng Verboden. Voor u heb ik niet .gepresenteerd, maar voor generaal Durod: ik ken u nielt, antwoordde de jong® cadet snel beraden. Eenige dagen later ontving de kadet het brevet van luitenant. Toen de koningin van Emgelamld, bij den üond van Willelmi IV, vlernain diat zij' konin gin was geworden, wad het eerste wa,t zij deed een Verzoek, dait flen der hofdames barer moeder bij haan zOu komen. Ben ik nu werkelijk koningin? vroeg Zij deze. Ja. -- En kan ik nu doem en laten al w'a.t ik wil wtas de tweede vraag. -- Ja- i f. I Nu, breng mijl dlan eens gauw een kap thee. Daar heb ik ia! zoo lang naar Ver- Kngd en moeder wil er mij geen geven. Ik wil dan toch wel eens zien of dat mij Be absolutie in een hoed'. Als mén d(6 liefdezusters uit dé gasthui zen verjaagt en deze huizen vierlaïcliseerd' (verwereldlijkt) krijgt men toestanden als waartoe déze schets aan leiding gaf. Vier uur in d®n namiddag. Een za,alf rn een der grootste hospitalen te Parij's; ren zeer groote zaal waarin de bedden vlak naast elkaar geplaatst, wel gelijken op grij'ze straatkeien in een stad; van ellen debedden langs de murenbed den in 't midden, mét de hoofdeinden tegen elkaar.bedjen in "de hoeken. bedden overal. Over die bedden heen hangt de zware, de walgelijke lucht van een groot aantal zich bij lelkaar bevindende zieken. In die atmosfeer komt het lijden naar voren in al zijn vormen. Koortslijders: tubereulosengeopereeri- den en die nog geopereerd moeten worden stervenden en zelfs 'n doode, daar in den hoekoen lijk, warm nog en waaraan niemand denkt om' het door een scherm voor 't gericht te bedekken. m De rector komt de zaal binnen. Het is een priester met witte haren, een Srmclij- ken toog en een sympathiek en kalm uiterlijk. Op 't eerste gezicht zou men meenen dat al die ongelukkigén den reetor zouden begroeten als de brenger Van den vrede en hoop. Hij toch weet hét meeste van t Hiernamaals, wiaar z'ij spoedig zullen zooveel kwaad' zou doen. De koningin kreeg het Verlangde. Zij dronk er drie koppen Van, ward vrij! ern stig ongesteld en heeft sedert nooit meer een verlangen na.ar thee té kennen ge geven Sir .-Tenner, 'de dokter Van de koningin van Engeland, draagt aan zljh horloge ketting een guinje,'Waaraan een aardige geschiedenis verbonden is. Op zékeren d'a.g vond hij onder de pa tiënten in zijn consultkamer een armen timlmlciijmnia'! I Toen hij! dén man zeide dat zijn kwaal door verzuim' reeds ver gevorderd' was, kreeg hij ten antwoord' Ik heb dirie jaren gewacht om u te spreken, dokter. Kon je dan niet vroeger kom'en, vroeg d'e dokter. i i Jawel, antwoordde de timknérmlan. maar ik bon niet eerdér een guinje bijl el kaar krijgen, en iitó bad' hooren zeggen dat u niets anders aanneemt. j Sir Jenner [genas den timlmferman in den loop van aelhb nib,andten Volkoonten en heeft nooi tmeer geld' .aarigenamlen yam dien ar men man, die met Zooveel moeite een guinje bijeen gekregen en zöo geduldig gewacht had' om' hém' te consulteereh. Dionysius, koning Van Sicilijë, dié orn'- Streeks 300 jaar voor Christus leefde, toonde eens ihöe bijl Zelf over ziehi dacht. Ben zijner hovelingen, Damocles, roemde •eiken dag (de rijkdamlhen: "van den koning, de heerlijkheid zijner paleizen en de Zoo aï'wisselenldle Vermaken die hij genoot daar bij onophoudelijk herhalende, dat niemand gelukkiger was dlan Dionysius. Omd|at ge er zoo over denkt, zei d'e koning hem1, inbogit ge er zélf eens die proef van nemen. Damocles neemlt verheugd het aanbod aan. Men plaatst hem1 op' een gouden zetel die mét de kostbaarste taipijitjein toedébt Was. De buffetten stonden gehad (vól gouden en zilveren Vaatwerk. Eenige hon derden slaven omringden heanl Toevallig zie t hij' naar boVen en bemerkt dien punt van een degen, die boyen zijn hoofd' hangt ■en slecht met een paardenhaar aan de zoldering is vast gemaakt. Dadelijk wijkt al zijn vreugde; welke Vermaken en .uitspanningen de koning hem Voorspiegelt, hoe heerlijk die gerechten cob ook zijln,'h oe oplettend en voorkomend de slaven ook zïjin, hij1 ziet slechts het nood lottige zwaard dat hean ieder oogenblik 'tréftfen kan. Hij staiaj, op en verklaart dót hij den ZWaren arbeid en d'e ellende vjan den arme verkiest bovten een fortuin waar mede zulke gevlaren gepaard gaan. Onbloed'iger stierengevechten. De correspondent van de „Times" té Madrid mleldt, dat de Spaansc'ha minister 'van binnenlandsche Zaken, generaal Mar tinez Arid©, besloten heeft, proevén te ■doen nemen unlet een pantser, dat d$e- nen ter bescherming v'an d)a arme afge leefde paarden, welken bij [dé stierenge vechten door de Woeste gehoornde vier voeters de buik wordt opengereten. Wanneer er een gfechikt modél gevon den wordt, zal de gebruikmaking) vlan het pantser bij dé w'et worden voorgeschreven. ijeze sitap in de goede richting, is het gevolg van een reeks petities; door de vereeniging ter bescherming yan dieren te. Madrid, in w'elks bestuur leden v'an het koninklijk huis zetelen, ingediend. De „Times"-correspondent voegt er aan 'toe, dat inspecteurs der vereeniging, ge machtigd zullen Worden, de barbaarscih- heden te beletten, welke somtijds in dé stallen der arena's worden bedreven. De picadors, 'die enkele jaren gleledén in staking 'gingen, om'dat Ze, rijdend op paarden, die alleen nog goed voor het abattoir wtaren, tegen de wilde stieren moesten optreden Voor een maximum-loon van 60 gulden per sltier, zullen waarschijtal- lijk met den nieuwen maatregel wél inge nomen rijn. Er behoort intussehen heel Wat moed toe een wijziging te durven brengen in de gewoonten en gebruiken, dié tot nu toe bij de stierengevechten in Spamjet geiden welke, helaas, een al te voorname plaats in het Spaansche leven innemen. De roem- van een Joselito bijvoorbeeld Joselito werd, zes jaar geleden op 25- jarigen leeftijd te Talatvéra door een stier gedood is niet te vergelijken met dien vs,n ook 'maar één onzer grootste mannen. heengaan. Hij'is degtene aan wien men alles zéggen durft...1. Hjijl, die als 'tware al tijd een 'beetje van de onzén lijkt.Hij), de goede bij uitneralen'dheid.Zoo dik wijls al hééft hij: in deze zaal gestaan Voor om'vérgevallen eiken 1 IJdelheid d'er ijdelhé- den behalve God te beminnen en te die nen. En toch is hij' aan de .zieken hchijnbaar onverschillig. Iéder een heeft- hem gezien, 'maar niemand kijkt naar hem', of liever, niemand durft naar hem' te kijken. Een vage angst zweeft door de zaal. De lafhartigheid van ieder persoonlijk vormt niet .die van den buurman een alge- meene lafhartigheid om den priester heen deze lafhartigheid rolt Z'n vireeselijke oogen naa.r alle bedden heen, sluit met 'n brutale beweging' alle monden en staat steeds klaar let spot tegenover elke p;oging om in ierts anders te gelooven dan aan ide chloroform 'te Kinine en de Ricini-olile. Hij loopt daar door de za,al„ de reotor, langzaam, zooals 't hoort want de zieken oppassers houden hem; heel bijzonder in 't oog om te Zien of hij wel neutraal blijlflt. Niemand beantwoordt zijn vragenden Mik Er liggen daaronder toch dorpelingen die godsdienstig, wérden opgevoed' envan wie de ouders honderdmaal om den pries ter Zouden hebben gevraagd als hun kind nog bij hen zou wezen. Ma,ar wacht eens even. Men ijs in een gelaïciseerd hospitaal. Dan ook'de wetenschap 1 Examens ZdekenVeitpleegsters-exainénPaars Lint.!... Bij Joselito's begrafenis werd' de lijk wagen geëscorteerd door de notabelen en afgevaardigden der provincie. De Spaan sche premier bevond Zich onder de me nigte die vfaor het stoffelijk overschot defileerde. i Hoe zeer d'e hartstocht véor gtierenge|- véclhten in .den Spanjaard levendig is, mége blijken uit het feit,, dat 'de öiv|ielie( gouverneur Von Valencia nog niet zoo lang geladen onder een romiantdschiein aqpigteinoi- men na.am' de lalrena als „amateur" betrad en een stier doodde toet een Vaardigheid ,en „stijl", die hem' gToote populariteit! fnitsgaders zij'n onmiddellijk ontslag door dien minister van binnenl|aiidsehe z|aken bezorgde. Er. H. Van de Mark, e.a.': „Jaarlijkséhe boekenschouw". ZeVenJe Jaargang. Met portretten van binnen- en buiitenlandscke scihrijjvers. Het Nederland- selhe Boekhuis, Tilburg, 1926. 356 blz. ing). f3.75, geb. if' 4.75. (De inteekenprijs tot I Jan. 1927 bedraagt: ing'. f2.50 geb. f3.50.) J Dat is nu reeds de zevende jaargang Waar vindt inen een dergelijke uitgave;, die, pretentieloos en zönder Veel luidruch tigheid, jaar-in jaar-uit, zönder onderbre king zelfs, verschijnt, om de lezers te gidsen door den doolhof der lectuur.? Waai' zoon maximum van verantwoordelijke ar beid, in zöo'n overzichtelijk h andzhaim deel tegen zoo'n minimalen prijs? Vóór 1920 waren het aUéén neutrale jaarboeken, die met tienduizenden exeanl- plaren op de markt geworpen, ook de kk'aj tholieken dienen 'moesten, olm' een inzicht ito en een overzicht van die jajaxlij'ksche boie|- kenprodjuotic te krijgen. Iemand, die iets begrijpt Van die gevaren aan het boekern- lezc.ii verbonden, zal eveneens inzieto, dat dteze toestand onhoudbaar wvas. In 1919, op initiatief van Het Ned,er- lanlsche Boekhuis (Tilburg) werd de groo te jaariijksdhe Boekenschouw gesticht, 'n Zéér risöante onderneming! De z.g. neu trale jaarboeken, gesteund door de adver- tentiën van groote uitgeverszaken, en d)o sympathie van dien niet-ka t.holieken boek" handel (en tegenwoordig' óójk met behulp' van rijke subsidies) worden gratis Ver spreid. De Jaarlijkséhe Boekenschouw kan niet Volstaan mlet 'n inhoudfeopgaye der boeken alleen, 'doch moet keuren, naast aanbevelen, helaas miaar al te veel af keuren en het is te begrijpen, dat Zij;, die in het boek uitsluitend een verkoop-artij- kei zien, (over dit laatste niet zeer géstaeihl zijn en in zoo'n. uitgave, die ze liever zijep verdwijnen dan verschijnen, niet of maar matig ajverteeren! Niets heeft de uitgevers weerhouden in 1919 den Jaarlij'ksche Boekenschouw te stichten en Voort te gaan op' den ingeslagen '.wég. Niets! En wanneer we dit Zevende deel voor ons zien, de yrucht van ijzeren energie, blijden offerzin en beminnelijk op timisme, dian m'eenen wij goed' te doien, naast de -groote verdiensten, zoowel van deze, als Van Voorgaande redactie-ledén ook eens te wijiz'en op die gelukkfcilgfe voort varendheid van Ide uitgeverij, die dieZe cul- tureele udtgavé stichtte en in standi wist to houden, 'ja uit te breiden en belangrijk te Verbeteren. Gelijk dat de latere j.aren gebruikelijk is, wordt een overziéht gegeven van de vcornaamste boekenproductie in Nederland 'België, Frankrijk, Duitschlahd, Engeland Hongarije, Italië, Sovjet-Rusland, Emi granten-Rusland, Denemarken, Ziwed'en, Noorwegen, Polen, Tsjecho-Slowakije,; Zwitserland, Spanje en Portugal. i Dat wederom' naast de Nederlandsche ook een Duitadhe editie Van dit boekwerk .verschijnt, beiwij'st "wel, dat de Jaarlijksöhe Boekenschouw een modeluiitgaVe is 'vjon erkende prioriteit. Da.t het bibliographf" sche Werk Van Het Nejerlandéche Boek huis, züo herh'aaldieilij'k is aanbevolen na- \mens Z. H. die Pa,ug, Kardinalen en Bis schoppen, de Primlaiten der Kerk, moge een prikkel te meer zij'n voor ons katholieke volk, dien Jaarlijikséhe Boekenschouw te koopen en aldus een aotilef aandeiel te nemen in «len strijd tegen het sléchte bock, dat den godsdienst ontvolkt, de geesten em harten Vergfftigj en de zéden ondermijut- Wsnt het is niet 'het sclhbone wbordl, nietl het breede gebaar, maar de eenvoudige daad, idie Van ons apostelen ma-akt, apos telen van het goede boek. W'. S. J. Serum'!hét laatste middel.da.t, dat allies geneest. Een pastoorAch!' ach! ach! En iedere 'zieke, zelf ihij die beangst den dood Voelt naderen, zelifc hij' die m'et schrik terugblikt, op een heel Zondig Verleden, stopl uit Vrees z'ij'n neus diep onder "de de kens van de 'Publieke WeldfildSjgheid. Vrijheid!Gelijkheid.].... Broeder schap! Maar toch niet allen. Een zieke geeft een teeken.Meer nog hij roept (jen Reetor bij' Zich Mijnheer d'e Rector Vriendjüef. Ik Wilde, u even spkreen Vier zieken met katoenen slaapmutsen op zitten te kaarten vlak' bij d'e karfel, sperren hun mond' Wijd! open. Het rijn tu berculoselijders, die op 'huil stoel Zutlen sterven, maar 'wa;air de oogen nog goed van zijn en 'die ooren ook. Ik 'zég je dat hij! gevraagd heeft om' 'te biechten! Niet mogelijk -Ik troefik troef óveron die aas'?, Neen, wacht ev'eneerst even kijken De spelers staken hun spel. Ze gevén een teeken aan de anderen en Vooral aan 'n kléine 'ziekenverpleegster dié beZi'g is 'n kapsel te (verschikken in een ruit. Idade Breta-gner gaat biechten Wie.dje Bretagner. No. 84. Hei olifantengrai. Een van de grootste geheimen, welke nog verborgen liggen in de geweldige Afrikaansc'ho en Indische wouden, is de vraag,-waar de olifanten hun laatste ruef- plaat? kiezen. Het is tot dusver aan nie mand gelukt, ergens het skelet van één' dezer! reusachtige woudkoningen te vin den. Onder de Afrikaansche stammen loopt de legende, 'dat de olifanten, wan neet! zij hun laatste ©ogenblikken voelen' naderen, zich op een stil, bijina onvindbaar plekje terugtrekken, om daar te sterven. Een bekende Amerikaansche onderzoe- kings-reizigster, mrs. Humphrey, die on langs van een reis van zeven maanden,' in de Afrikaansche wildernissen terugkeerde naar Boston, is nu vastbesloten den sluier, welke over het „olifantengraf" ligt, op te lichten. Haar verblijf in Afrikh is haar zoo goed bevallen, dat zijl zoo spoedig mogelijk daarheen wil ter.ugkee- ren. Ook zij is er tot nu, toe niet in geslaagd, op een of andere plaats de overblijfselen' van een olifant te ontdekken, ófsohoonf rij| uitgestrekte gebieden, waarin de olifanten in grooten getale voorkomen, heeft door kruist. Zij is er echter vast van over tuigd, dat het mogelijk zal blijken, een massagraf van olifanten te ontdekken. Deze aangelegenheid is er niet uitsluitend een van wetensoliappelijken aard, doch lieeft ook een zakelijken kant, daar in een dergelijk olifantengraf een hoeveelheid ivoor van ontzaggelijke waarde aanwezig moet) Zijn. Een zoodanige expeditie, zou, ingeval' zij slaagde, zeer loonend züjh. De moeilijkheden, hieraan verbonden, worden intusschen nog vermeerderd, doordat de bïj'geloovige inboorlingen, uit vrees voor de wraak van den beschermgod der olifanten,, weigereü om behulpzaam te zijn blij het zoeken naar deze graven. De oorsprong van geld en geldswaarde. Da priesters der Grieksche heidentem pels hadden ten gerieve van mildé geverk, dia den tempel wilden begiftigen of aan de goden offeren, stukken edel metaal ter beschikking gesteld, waarop de beeltenis van de godheid of den tempel met een vermelding van gewicht en waarde wa ren aangebracht. Dezë stukken metaal waren de voor- loopers van de latere munten. Uit krachij van den oorsprong kregen de latere mun ten dan ook een gewijd karakter en de priester^ wisten hun monopolie van munit- recht. langen tijd te handhaven. Dé vor sten, die hun beeltenis op de munten lieten aanbrengen, konden dat aUeen doen, wanneei' zij' zich een goddelijke afkomst aanmatigden. Toen b.v. Alexander de Groote munten met zijn beeltenis in Grie kenland in omloop bracht, deed hij het voorkomen, alsof dit het beeld was van een goddelijken voorvader, waarvan hij do trekken had geërfd. Als bezitters van de tempelschatten do priesters ook als bankiers optreden. Uit Babel gevonden kleitabletten blijkt, dat de waarden een groote rol speelden, in het economische leven dier dagen. Die-> den, die zaken wilden doen, gingen een leening aan in den tempel vanjden zomhej.» g°d. Dergelijkq toestanden deden Hen tijldge- noot Curtius schrijven, dat de goden do eerste kapitalisten van Griekenland wa ren. Zoo konden de Grieksche staten, die inet da Delphisehe priesters bevriend waren, lecningen met hen sluiten en rekendé PeJ ricles, bij den aanvang van den! PeloponeJ sisehen oorlog, het vaatwerk in de tem pels en het goud, dat zich aan het beeld] van Pallas bevond, tot Athene's krijgs- schat. Honderd bliksemflitsen per seconde. Een interessante berekening leert, dat het totale aantal onweders over de ge- heele aarde per jaar ongeveer 16 mil- lteen bedraagt, dus 44.000 per dag. Stelt meir den gemiddelden duur van een ou- weeij op 1 .uur, dan zonden zich op elk oogenblik 1800 onweders over den gehee- leu aardbol verspreid, ontlasten. Neemt men, verder aan, dat men gedurende een. onweer, gemiddeld 200 bliksemflitsen per uuu waar kan nemen, dan volgt hieruit voor de geheele aarde een totaal van 360.000 bliksemflitsen per u.ur, d.i. 100 pen seconde. Ja, het was dé Brctanger, die d'e pries ter een teeken gegeven hadeien armé jonge, v'an negentien jaar, in Parijs geko- -men om te verdienen en Hie yap een steiger op 'het trottoir gevallen was. Hij 'hald eerst willen wachten tqt (Kerstmis. Maar 'zal hij d'aii nog levén over veertien dagen Im'et z'n vier gebroken rib ben, |dié hem zoo véeesehjjb pijn doen en hem ,de long openen eiken keer Jat hij a'dern haalt. Vooruit dan maar! Hij pakt al zijïi jnoed' l'o'ijëen, vergeet een oogenblik zijn buurman van links, z''n buurman vjanl rechts, d'e Verpleegster, die zich zal wre ken, dé kaartspelers.vergetend', alles zich voorstellend 'nog te zijn in het rustige kleine 'huisje op| d'e heide, heeft hij zij'n arm uitgestrekt naar den priester: Ik wilde graag biechten Gelach van alle kantenen lachen dat de kcelpatiënten doet hoesten en de temperatuur döet stijgen bij de koorts lijders. Ma,ar lachen Zal men al zou 'het zij'n ten Icoste via.n het laatste stukje long.i Neen maar dat is. toch' te gek.Be staat dat nog, typen die hiech|te.n Zeg eens, Bretanger, ben je haast klaar. Zachtjes fluistert de priester dan zïjin penitent tiroostwooxd'en toehij luistert naar zijn laatste wensëhien, hij' tradlit voor al aan dén stervende het gezicht te bespai- ren van 'zij'n buren, die sinaakaplpelschillleh naar hem' toewérpen en half uitgezogen euc'a.lviptiei'-'pa,stilles. Ze gooien m'et wajt Gekke gesprekken D'e oplossing Een week voor Petje Pie 'I, huis z'ijner meesteres zou verlaten, braokt da post op -den laten avond een brief voor hem'. Groote verwondering onder bet perso neel; .dat was nog nooit gebeurd. Zoo als de oogen der mobilisatie-sol daten waren geves.igd op kwatta, .zoo gingen nu alie blikken uat naar, Petje Pie. Deze hield ziin waardigheid echter hoog, opende het epistel met non-cihalanca en las zonder een spier op ziin gezicht te vertrekken. Men plaagde hem met duizend dingen. „Ga je gai^maar", zei Petjle Pje. „wan neer de menschen in nooi Zitten, dan waardeeren ze me pas, dat zie i'fc alweer uit dezen btrief ook!.'' 't Klonk zoo droef, dat de keukenprinses er meewarig van werd en medelijdend vroeg, of er iets was in de famiilSe. „Lees maar, 't valt maj te ziwtaar" rukum pelde P. P. Alls uitgevaste gieren vielen allen 'Op het velletje aan. 't Bellemeisje was er 't eerst blij. en om verdere handtastelijkheden te voorkomen las die 't voor: „Beste 'broer! Er is wat a,an 't handje !met onze kippen. lederen morgen kijk' ifc in 't bokj en vind er twee of drie op den grond liggén, koud en stijf, met de poolen in de lucht. Kan je pns niet vertellen wat ze schelen? Ik' schei uit met de pen, maar niet m'et het hart. Je zuster."' „Is dat alles" pruttelden allen. Petje Pie liep de keuken op en neeir verzonken in diepe gepeinzen an ieder, die hem' wat vroeg, kreeg tot bescheid: „Hou je mond, want ik denk na!." De nacht had raad gebracht. Den vol genden morgen deelde Patja Pie aan Zijn Collega's mede, dat hij de oorzlaak; vav het vreerpde gedrag der zusterlijke kippen ontdekt en in schrift gebracht .had op. een briefkaart. Aan 't bellemeisje verzodht hij de tijding naar een brievenbus te br.m gen. „ïfc zal maar niet vragen .of je de kaart niet leest, want dat doe te toeft." 't Bellemeisje protesteerend© de deur Milt, om na den eerstvolgenden hoek, haar nieuwsgierigheid te bevredigen. 't Anne kdnid kreeg een zenuwlachhui. 'n Verkeersagent redde 'haar van den dood en zette SienLe tegen een woon huis. De goede man zocht ook de briefkaart op en beKeék haar in de gauwigheid Hij Jas: „Beste zus, ifc denk dat ze dood zijn. Petrus." Hij schokschouderde en stopte de de.pèdhe Weer in de handen :,van het meisje, dat onderhand tot bedaren ge- kqmen was. „Wat had je kind?" „Niss, ik moest zoo noodig lacjhen ora die gekke kaart." ,;Je mag niet de correspondentie van een ander lezen, dat staat onbeleefd.," 'Hij zeil wat" dacht Sjentje en ging verder, maar ze durfde uiiti vrees voor nieuwe gevaren, niet denk'en, aa,n het gezicht dat die zuster van E P. monzeu zou trekken. REfJNOUT- De bruiloft. Dokter: Neen, juffrouw, de volgende week mag u helaas nog niet het bed uit. Patiënte; Maar dokter, dan kan ik niet naar de bruiloft van mijn vriendinDaar ben ik nu al twee keer niet geweest en wie weet hoe lang het dan duurt, vóór ze weejr trouwt! Dienstjaren. Bedeesde minnaarIk heb uw dochter jaar lang het hof gemaakt. Kort aangebonden heer: Nu, wat wil je dan? MinnaarMet haar huwen, natuurlijk. HeerIn orde, hoor. Ik dacht eerst, dat je om pensioen kwam1 vragen. Niet on tv ank eliji k. Zij (met een trillend dweepstemjniHje) - O, die zomeravonden! Hoe heerlijk'! Hoe eenig, vind je niet, lieve? te blikkert naar de zilveren jnaan en de schitterende sterren, te luisteren naar het weUuidend kwinkeleeren der vogels die uittrillen hun' liefdelide. Hij (geeuwend)Kom, laat ons naar hu.is gaan, Truus. 'k Heb trek' in een pe kelharing met witte boonen! zé hebben. En om' niet méér gelegenheid! te gevén tot heiligBchennenide grappen buigt oe priester Zie'h over den. patiënt op 't oogenblik der absolutie en 't is slechts achter 'den hoed dat hij! de h|and' ophefft en 't kruasteeken taakt, dat de kWijlteelhall- oing vergezelt. Als alles vborbij' iskeert ide pries ter zich om De z'aal lach t nog, ma,ar 't is geforceerd1 lachen, dat medelijden wekt. Hij beschouwt zédie zaal. W'at moet ,de VTijm'etselarijl tevreden zijn ovér haar wérk!... in een hospitaal bij wilden z'ou mén zich fatsoenlijlker ge dragen. Dat is nu wel het volk zooals de Loge het m'aken wil. Mijnheer Pastoor, roept ironisch een borstlij'cler, ik wil biédljten.Ik heb een 'dikke zonde Ik ook En ik Binnen weinige 'dagen, denkt idie Rector, morgen misschien, Zullen er versdheiden van hen sterven.en gebracht worden op de griezelige tafel Van het amphitheater, waar men het opperm'aehtiig Proletariaat in stukken snijdt! Morgen zullen ze het Hiernamaals ingaangebracht woriden voor God's r echterstoel I En als zijn Goddelijke Meester biidt do priester bij 'theengaan: „Vader ver geef 'het hun, want zij! w'eten niet svat zij doen. 1 l J

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1926 | | pagina 5