t
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
sl. 93, GOES
II
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
Steenslag
JCHURA"
ROODHUYZEH Go.
ECERIJEN op termijn
WSCHE COURANT
sorteering.
e keuken
-2 KHO 14c t.
zKILO ƒ0.25
FEUILLETON
't Zigeunerkind.
Buitenlandsch Overzicht
BUITENLAND
\TSZANI). Geboren: 9. Apolo.
Aalbrqgt 'V ermiuei en Josi^
Laurentiue, z. V. Jan Ver,
Margarebha .Suzaima van
17. Naatje Adrians, id. y"
der Does en SuZanna Raan-we"
NDE- Geboren': 28, Johanna
'Pieter Mol en Jannetje Rie„
>e.
A R K-X1fSK BRKKGebonen1^
v. Jaciobus Marinus BuZee en
kerse; 10. Catharina, fl. y
dchaik en Jannetjq Adrian^
9. Leuntje, d. v. Pieiter Jan-
ia Sdheele; 12. Adriaain, z. v
en en Santina, op 'tHof; 12*
Basteaan G-aelboed en Elisa.
Slabbekoorn; 22. Gornebg
s Kloosterman en, Pietternellai
22. Pieter Adriaan, is. y,
m Lindenbcrgh en Maria Jfyi
4. Jacob de Hamei', 30 j. j®.,
.WiOIemina NieuwenhuijiZe
3. (Cornelia Otte, 48 j., d. vj,
ye en Cornelia Kole4. Cor-
koorn, 59 j., Z. v. Willet^
en Cornelia, op 't Hof8,
Zamna Domtnicus, 34 j., d.
aniens ten Ddngena van Striea]
rbbekoorn, 50 j.. (wonende t#
edhitgenoote van Jan Ksrigaj
1. 10. Catharima Ars, 55 j.,
ran Coa'nelis vjan Sundereaj
de Leeiuw, 51 j., d. v. Abra,
.w en Elisabeth Lavooij; 16.
s, 59 j., (overleden te Mid-
In. van CaiJiarin fUJahanna
16. Dirkje Priester, 73 j.,
rinus Cornelis Dominittus.
gen en Verpachtingen
wngaard, woonhuis met beig*
tuin, Pilaar. I
joadtel van Dissel,
pan, De Kok.
bouwland, Neervoort,
acktrgjdersinspnn, Pilaar,
nieboamen, Pilaar,
rpi hofetude met bouw- es
Ittmann.
nge, een boefje, Rjla&r.
irtsdjjk, 47. perc1. 'land eg'
laar. i
ndutie, De Kok.
woonhuis en tuin, V. Digsel,
s, 4 woningen en tuin, Va»
i
RUMMER 145
DINSDAG 7 DECEMBER <926
228TK JAARQANR
IEUWE ZEEUWSCHE
iaars- en Naamkaartjes
aarvoor ingericht. Nu
icht raakt, vestigen wij
rraad Naamkaartjes fs"
;e lettersoort op prima
Bestel s.v.p. aan ons
of bij onze Vertegen--
iatsen van Zeeland:
SINES (buiten Syndicaat),
e Steenslag en
rreerende prij-
bestemming.
tasaltsteenslag
en.
soliade Agenten gevraagd.
en tegelijk zijn
W DRUKWERK!
AMSTERDAM
la No. 2 Tel. 4S103-4S&**
damsche Beurs.
ER, 's-ÜMr ArendsksrkA
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie enAdministratie: Westsingel 75, GOES;
Telefoon Interlocal No. 207, voor Redactie en Administratie.
Bijkantoor MIDDELBURG. Marktl en 2! Telefoon No.4-74.
Abonnementsprijs f 1,90 per drie maanden, bij vooruitbetaling;
Advertentie!} van 1tot6 regels fO,90, elke regel meer f 0,15;
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager.
BROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINÊjEN
V Rusland, hoe men 'I ziet en
hoe 't is.
MI. i i i.. i
TerWjl de Sovjet-propagandisten de
jrtield rondtrekken om met fantajstische
verhalen over hun weergevonden paradijs,
de onontwikkeld en te verbijsteren; terwijl
da Russische volkecommislsarisen met on
gehoorde driestheid kle buitenlandsdhè ar-
ieidsdelegaiies en studie-comknissies bij
den neus om den tuin leiden, breekt die
taaiheid zich baan in hiin eigen pers
organen.
„De Komim'unist", het Weekblad Van de
.[Eomto. Studie- en propagandaclubs, 'die
tegen Moskou in oppositie zïj'n, heeft een
aantal berichten uit de ofiücieele Sovjdt-
'jers verzameld en boven ieder, als hevig
contrast met den inhoud, een titel ge-
kdsatst, die ontleend is aan de mede deen
iingen Van reeds genoemde delegaties em
studie-comlmissica.
Het geheel is te leerzaam' om' er niet
een en lander uit over te nemien.
Men oordeele zelf l
„Dronkaards hebben tri niet meer''.
„Wodka en alcohol zijn tegenwoordig bij
ons Wettige botaalmiddfelen geworden.
Handelaren koopen pelsWaren op liegen
Iden prijs van een beetje opschik en een
Hesc'h wbdka. Het aanzien 'Van een vreem
deling, die zich in onze streken Vertoont,
iwbrdt bepaald 'naar de1 hoeveelheid' wodka,
oie hij 'geacht wlordt mee te brengen. Alles
(drinkt. Niet slechts de inwbners. maar
evengoed de vreemdelingen, en niet alleen
Jde gewone burgers, neen, ook de ofïici-
'celc personen, de Vertegenwoordigers vjan
Ue SoVjet, de President van het Uitvoe
rend Comité, diens vextegenw'oordlg'erIdla
'vertegenwoordiger v;an het staatshandels-
comite, de schoolmeester Men speelt,
sluipt en vteeht. I i i I I
Bericht uit 'Jakoetsk in d'e „Kras-
naja Gazeta", Sovjet-,d'agblad vbor
'den arbeidersraad' Van Leningrad!, 2
October 1926.
„De volksontwikkeling gaat met- reuzen
schreden vooruit".
„Kohioii beschrijft in db PraWda' hoe
hij merkte, ,dla,t een schoolkind nit Odessa
absoluut fout reken'de, maar aan de een
maal gegeven antiwbordien onverzettelijk
Vasthield met de béwering dat hij het
'zoo geleerd had. Na onderzoek' bleek in-
'derdaad, Idlat het kind zijn gegevens heeft
,uit het Staats-Kekenboek der Sovjets.
„Het rekenboek is een boekje van slcht
rosekleurig papier. Op den omslag prijkt
een portret Van Lenin met als onderschrift
„Vermaal met u'wie jonge tanden het gra
niet der wetenschap". Dan volgt genoemd-
„graniet". Een tafèl van vermenig.vuldi'-
ging, gedrukt en uitgegeven door de a,f-
'deeling Odessa Van de staatsdrukkerij! der
Sovjet-unie. Deze geleerden verklaren met
groote zwhrte letters op; roseklemig pa-
pieüf 4 iml. .8. is 3ÜJ 4 «t. 9 is 26, 7 m. ;9 i®
62, enz. enz.
Pralwfta, Centraal Orgaan van de
Komintern. 14-10-'!26.
„Alles voor dfe arbeiderskinderen".
Bezichtiging Van het kindertehuis no.
101, en Van 'de school no. 127, te Leningra d'
„De slaapzalen Wferen onbeschrijfelijk
smerig. De keuken is een zwïj'nepa.n, de
closets Werken niet. De waschgelegenheid'
15) -0-
„WeeS niet bang, Karja; ik heb je toch
zoo lief!"
Daarop lacht ze.
„'Wat doet je nog zeer, mijn kind?"
„Alleen mijn hoofd."
Ik streel haar zachtjes over het verband.
Zal weer genezen, Karja!''
Hara oogen vullen zich jnet tranen.
„U is zoo goed, net als: moeder!"
Een vurige gloed doorstroomt mijn hart.
Een liefelijker woord hoorde ik in mijn
heela leven niet. Mijn gevoel wordt mïil te
machtig.
„En Karja is mijn lieve kind en zal Baij
van nu af vader noemen. Wilt ge?''
„Ja,zegt ze, „wat graagf'. i
Een zoete lach ligt op haan gezichtje,
gouden elkaar hand in hand vast in
4 diepste stilte. Alleen de klok tikt nu
zachtjes en de regen trilt tegen het Ven-
B eJ. Het kind riekt hare groote oogen
andermaal naar mij' toe. j
ilk zal nu niet meer in den boom klim
men. nooTt meer in mijn geheela leven!
Gelooft ge me?"
>>Ja. Karja, ik geloof je 1"
I 7 i? arts ko:lnt>. en na volbracht onder-
ea verklaart hij tot mijhe vreugde, dat
slechts enkele niet ernstige kneuzingen
staan, die, nog eerder dan de niet ge-
aariijke hoofdwonde, zullen genezen zïj'n.
^ichrijft hij iets voor en vertrekt. De
ina aan- Karja is van afmp,trting|
geslapen, en ik zit wakend bij haar bed.
Schuld!
I dien avond niet barmhartig ware
„Z.eeat.', da,n zou ik nu ontzettend min
zeiven moeten denken,
ia weet nu, waarom Karja, niettegeni-
is in gebruik als' vhrkensstal. De directeur
van de sdhool, Dteimin,, is in geen enkel opj-
zicht in staat de htem opgedragen taak te
vervullen. 8 onderWij'zteressien behooren zich
volgens Ihet leerpjlan m'et de kinderen bezig
te houden, maar er wlaren slechts vier
ter plaatse, toen wijl die school bezichtigden.
De kinderen zijn er nooit zeker van
of' er schSol zijn zal of niet; geen enkele
opvoedkundige bezigheid of arbeW wbxdt
in deze school beoefend.
„Krasjna Gazeta!, dagblad vhn de
arbeidersraden van Leningrad'. 2-10-'26.
avondleditie.
„Alle zargvuldige liefde is ten
dienste der zieke .irbciders-
kinrieren".
„Het Leningrader kinderziekenhuis
Metsehnikoff is goed' ingericht en men zou
derhalve van de leaders van d'it hospitaal
,een voorbeeldige verpleging verlangen.
Maar die daar heerschende toestanden
schreeuwen om openhaarheid.
„Krasjna Gazeta" dagblad der ar
beidersraden te Leningrad' 10-9-'26.
„Dfl arbeidersbemiddeling is voordcelig
geregeld".
Twee factoren oefenen hier een be-
slissenden invloed uit, dat zijn de zwak
heid van den arbeidsraad en het gebrek
aan praetisch inzicht hij! verschillende vak
bonden. Slechts een deel van da arbeids
bemiddeling loopt over den arbeidsraad. In
sommige steden niet meer dan da helft.
Niettegenstaande! de reorganisatie, iö bet
den meesten arbeidsraden niet gelukt Ü'e
arbeidsmarkt te beheerschen. De vakbon
den toonen veel ijver voor sommige tak
ken van arbeid, zijn er evenwel niet in
geslaagd, om voor vele duizenden bemid
delend op te treden. Sedert hun reorga
nisatie jijn zij' afhankelijks-van de vakbon
den, en voor de ongeorganiseerden inte
resseeren zij zich heelemaal niet meer.
„Troed". 18-9126.
(Woitdh v'ervplgd).
De volkenbondshulp in
geval van agressie.
Heb raadscömité voor ontwapenings-
kwestiea beëindigde Zaterdag te Genève
zijn zitting. Het rapport van minister Van
Karnebeek over de bevordering van een
uiterst snel verkeer tusschen het volken
bondssecretariaat en den volkenbondsraad'
bij oorlogsgevaar werd aangenomen.
Het raadscömité zal op 14 Maart weder
bijeenkomen ter bespreking van de raads-
bevoegdheden, op grond van artikel 11 van
het volkenbondsverdrag, en zal dan bjjeen-
blijven gedurende den geheelen duur der
zitting) van de voorbereidingscommissie
vooii de ontwapeningsconferentie, in ver
band met de mogelijkheid, dat overleg ge-
wenschtl is.
Vooii minister Van Karnebeek' brengt
do lange zittingsduur natuurlijk moeilijk
heden mee. Algemeen bestaat er groote
voldoening over de nuttige besprekingen.
8
De a.s. Economische Con
ferentie.
Veel wordt nog gesproken over de vraag
of.de economische volkenbondsconferentie
te Amsterdam of te Genève gehouden
staande mijn verbod, telkens weer in hoo
rnen is geklommen.
Dat is zoo aangekomen:
Bij ons te lande is de treurig-sohoona
gewoonta in zwang, om op den vooravond
van Allerzielendag de graven van geliefde
dooden met brandende kaarsen te sieren.
Daaromtrent heb ik Karja onderricht.
„Het graf," heb ik haar gezegd, „is
eeno droevige, stille woning; maar om
dat een geliefde doode daarin verblijft,
willen vrienden en verwanten bet uiet
kaal en onversierd laten liggen. In de
lente en in den zomer bloeien er bloe
men op de grafterpen en in den winter
schitteren deze in flonkerend-witte
sneeuwkleedij, maar' in den herfst zijn ze
eenzaam en kaal, want dan is er een
treurige tijd voor 'b kerkhof aangebroken.
Dan sieren de menschen de grafplaatsen
met brandende kaarsen. En als dan de
kleine kaarsen alle branden, dan is 't
Kerstavond voor de dooden. De zielen
werpen dan uit hare booge verbKjfplaats
een blik naar omlaag op de schitterende
lichtjes, die uit het duister hunne stralen
tot haar opzenden, zooals de kaarsjes der
kersthoomen op 'Kerstavond doenen de
dooden, die nog behoefte hebben aan de
hulp, zijn gelukkig met goede gedachten
en godvruchtige gebeden, die om -hunnent
wille in den herfstnacht op den grafheu^
vel worden neergelegd, zooals voorheen de
heerlijko gaven en geschenken op de
kersttafel."
Met groote oogen vol aandacht heeft
Karja naar mij' geluisterd. Ze verzet zich'
niet meer tegen verzachtende gedachten en
gevoelens: hare voorheen ongebreidelde
wildheid is reeds aanmerkelijk verminderd.
Op mijne verklarende beschrijving laat ze
deze woorden volgen:
„Dat is mooi van de menschen."
Eu na een poosje vraagt ze:,
„Vader, wilt ge mij ook eeniga kaarsjes
zal worden. Met zekerheid is daaromtrent)
nog niets te zeggen. Minister Van Kar-
neheelj heeft nog geen uïtnoodigin'g voor
Amsterdaml gedaan cn zal die ook: niet
doen, behalve indien het volkenbonds
secretariaat Genève geen geschikte plaats
voor de economische conferentie acht.
Het is intusschen algemeen hekend, dati
do Nederlandsche regeering in dat geval
bereid zal blijken', den volkenbond een
dienst te bewijzen en dan ook tegen eenigc
geldelijke offers niet zal omzien.
Nederland wil zich echter thans even
min als hij de raadsverkiezing opdringen,
De uiterst correcte afwachtende houding
van minister Van Karnebeek maakte te
Genève algemeen een uitstekenden indruk.
Sir Eric Drummond overweegt thans
het rapport van den naar Amsterdam ge
zonden ambtenaar van het volkenbonds
secretariaat over de geschiktheid van Am
sterdam! als conferentiestad.
Ofschoon Amsterdam geschikt is, Staan
aan een verplaatsing van het volkenn
bondspersoneel en het archief uit G-enève
zóó groote practische bezwaren in den
weg, dat men hier geneigd, is, Genève nojg
de grootste kansen te geven.
Militaire controle in
D u i t sch 1 a nd.
Chamberlain en Briand hebben Zater
dag hun besprekingen te Parijs voortge
zet. In den namiddag had Briand' een on
derhoud met den Belgischen minister Van-
dervelde. De kwestie der militaire con
trole in Dmitschland schijnt thans rijp
te zijn om op de agenda van de a.s. zit;
ting van den Volkenbondsraad te worden
geplaatst. Dat men uitgebreide bespre
kingen te Genève verwacht, blijkt mede
hieruit, 4 a6 de Duitsche minister van
buitenlandschq zaken met een gevolg van
hijnn vijftig personen te Genève is aan
gekomen.
Berichten uit Parijs releveeren nog en-
kelo passages uit de verklaring, welke
Chamberlain bij de ontvangst van de ver
tegenwoordigers van de pers heeft afge-
legdT
Op de vraag of de ïntergeaHieerde mi-
lïtaii'a controle-commissie bnneni afzien-
barenj tijd, ongeveer binnen twee a drie
maanden kan worden opgeheven, zeide
Chamberlain: Ik kan u dit niet verzeke
ren. Bij het tegenwoordige stadium, van
do onderhandelingen zou het echter een
teleurstelling zijn, als het recht van con
trole! niet in den loop van de a.s. verga
dering van den raad kan worden overge
dragen aan den Volkenbond.
Inzake een mogelijke ontruiming van
het bezette gebied zeide hij', dat hij' nog
geen voor beide partijen aannemelijke for
mula heeft gevonden, doch hoopte, dat dit
binnenkort het geval zal zijn. Een derge
lijke maatregel zou inderdaad een belang
rijke verbetering in de betrekkingen tus
schen Frankrijk en Duitschland beteeke-
nen.
Op de vraag of in Zwitserland n vier-
mogendlieden-conferentie zou plaats heb
ben, werd geantwoord, dat Duitschlandl,
Frankrijk, 'Engeland en Italië, welke lan
den allen door het verdrag van Loöarno
verbonden zijn, natuurlijk met elkaar zul
len onderhandelen. Het kan zelfs een
vijf-mogendheden-conferentie worden, aan-
schenken?"
Verheugd streel ik liare wang en zeg:
„Zeker; lieveling, ge krijgt spoedig een
heel pak van mij."
Allerheiligenfeest is voorbij en de avond
iS aangebroken. Ik heb in bet dorp iets
ta doen gehad, en ga nu terug naar mijine
woning om Karja af te kalen. Onderweg
komen me al verscheidene menschen tegen
met kransen en kaarsen. Ik moet mij! alzoo
haasten.
Aant de schoolwoning komend, merk ik,
dat 't overal donker en stil is. Die deur
is op slot, maar ik heb den sleutel in mijn'
zak.
In 't heele huis geen licht! Ik roep
Beata en Karja, gaar geen taal of teeken,
aHeen hoor ik den liond. In de huiska
mer staat een raam open. Diat vind! ik
vreemd, maar vreetmder nog, dat Beata
Karja mee naar het kerkhof schijnt 'te
hebben genomen. Aan iets anders denk ik
niet.
Ik sluit het raam, doe do deur weer
op slot en spoed mij' naar het kerkhof. De
meesten menschen zijn daar al bij'een. Het
hoofd ontbloot, ga ik langzaam en stil heit
pad op. Zelf heb ik geen betrekkingen o(p!
het kerkhof Hggen.
Niet ver van het hek staat Beata; hare
moeden ligt daar. Karja is niet bij' haar.
Ik vraag haar zachtjes, waar het kind is;
daarop geeft ze ten antwoord, dat. het nog
in de huiskamer zat, toen zij, weg gingad
meendd toch, dat ik Karja zou afhalen.
Nu loop ik het kerkhof geheel af. Karja
id nergens te zien. Ik kom weer in zulk
eene spanning, dat ik onmogelijk langer op
het kerkhof kan blijven.
Op de donkere dorpsstraat voortloopend,
val ik met mijne gedachten van, het een op
het ander. Waar is het kind? Het open
staande raam komt mij te binnen, en nu
weet ik, dat Karja door het venster naar
bjiiten is geklommen. Maar, waarom^
gezien ook België aan de onderhandelingen
zal moeten deelnemen.
."Wat het onderhoud tusschen Chamber^
lain en Briand betreft, wjjist de „Petit
Parisien" er opnieuw op, dat men eerst
aan opheffing van de intergeallieerde cpn-
trole-commissio kan denken, als Duitsch
land tegen Maart aan al zijh verplich
tingen tob ontwapening onvoorwaardelijk
heeft voldaan. De opheffing zal des ta
spoediger! geschieden, naarmate Duitsch
land zich' haast, om aan de eislehen der
geallieerden te voldoen.
Do raad van gezanten heeft opnieuw
maarschalk Poch gehoord omtrent den
stand van Duitschlands ontwapening en
volgens het blad nieuwe tekortkomingen
vastgesteld, die nog onbekend waren.
Chamberlain en Briand hebben op som
mige punten wel den goeden wil van. de
Duitsche regeering kunnen vaststeUen,
doch aan den anderen kant zijta er toch
feiten, waarvoor de Duitsche regeering
verantwoordelijk is.
I
Mexico en de Vereenigde
Staten.
De Amerikaansche gezant heeft aan een
diner verklaard, dat hij aHes in het werk
zal stellen om de vriendschap tusscheui
Mexico en de Vereenigde Staten en de re-
geeringeu dier landen te ontwikkelen.
In financieele kringen gelooft men, dat
de ergste crisis in wederzijdsche relatief
voorhij is. i j
8 8 8 ,'j
B i ss tfh o p p e lij! k e oproe
pen tot inschrijving.
De aartsbissschoppen van Udine, Ternï
en andere prelaten hebben aan de geeste
lijkheid en de geloovigen oproepen ge
richt, waarin zij hen uitnoodigen in te
schrijven op de Italiaansche „littorio"-lee
ning. Zij wijlzen er op, dat het sueicea der.
leening het nationale productievermogen
zal vermeerderen en de lire weef opl
koers zal brengen.
In de oproepen wordt de geestelijkheid
aangespoord,, de actie der regeering te on
dersteunen, die een krachtig leven aan de
natie moet verzekeren.
Voort-S wordt betoogd, dat het gaat om
een verheven werk, dat groot ia als een
sociale plicht en beslissend als een groote
veldslag.
Talrijke banken en vereenigingen van
Katholieken hebben voor verscheidene mil-
lioenen! lire ingeschreven, en hun geest
verwanten uitgenoodigd eveneens op de
leening in te schrijven.
Dn Boomsch Katholieke „Relief BiH",
strekkende tot opheffing van de nog tegen
da Katholieken bestaande uitzonderings
wetten, is door 't Lagerhuis aangenomen.
Alvorens zij' den koning ter bekrachti
ging kon worden voorgelegd, zal zij' ook de
vuurproef in het Hoogerhuis moeten door
staan. Ofschoon in dit college fanatieke
anti-papisten,, zooals lord Hugh Cecil, zit
ting hebben, verwacht men dat het Zijln
vete niet aan het Lagerhuis zal opdringen.
Da voornaamste verbodsbepalingen, tot
welker ppheffing de Commons besloten
hebben, zijn:
Het uitoefenen van een Roomseh-Katho-
lieken ritus of ceremonie buiten een voor
waarom? Uit bangheid niet, want Karja
iS over het geheel volstrekt niet vreesaeh-i
tig. En waarheen? Bliksemsnel schiet mij
een vermoeden te binnen, dat eene, koortsi
ge rilling door mijne leden jaagt. Ik'
begin in eens te loopen, zoo hard als de
duisternis! toelaat, de dorpsstraat af, de
school voorbij, de velden over, naar het
boschl toe.
Daar zag ik, wat ik had vermoed. Licht
schijnt tusschen de boomen aan den boöch?
rand.
Karja zit aan het Zigeunergraf, aan het
graf harer moeder, en dat ligt ondör 'den
zelfden boom, waaruit ze naar beneden; ia
gevallen.
Als onder eene betoovering blijf ik onbe
weeglijk staan. Geen spier trilt aan mijn
lichaam, zelfs mijn oog staat strak, mijn
hart aHeen bonst of het zal barsten.
Dan ga, ik weer verderéén-, twee hon
derd schreden. Ik hoor niet eena mijl»
eigen stap. Ik heb een gevoel, alsof ik mij
op gewijden grond, op verboden wegl be
vind-
Nu zie ik alles. Karja knielt ineengedo
ken naast de linde. De zes kaarsjes, die
ikf haar heb gegeven, flikkeren aan den
voet van den boom, en druppelen af in bet
groene mosze werpen bun gedempt licht
op 't gelaat van het kind, en daarin trilt
eene aandoening weergaloos.
Een poosje is 't zóó doodstil, dat ik
meen het branden der kaarsen te hooren.
Dan begint Karja halfluid te bidden:
„Onze Vader l"1
Ik weet niet of ik ween of niet. Met
da oogen verslind ik het lieve, godvruch
tige kind; maar ik denk ook aan hare
moeder, daar onder het moa begraven.
„Onze Vader!" Hoe dat mij in het
diepste van mijn hart heeft getroffen I
Arma Zigeunervrouw, ik weet niets van
uw lot af, ik weet dit alleen, dat God ook
uw vader was, en daaïom bid ik voor U'
den eere dienst bestemd gebouw of een
particulier; huis.
Het in het openbaar verschijnen in het
habijt eener orde.
Het yormen van een Roomsch-Katho
lieke religieuse vereeniging.
Het dienst doen van een priester, in een
voon den eeredienst bestemd gebouw met
een bel en een toren.
Het houden van boeken van Roomsch-
Katholïek rituaal.
Het schenken van eigendom aan een
abdij pf klooster.
Het nalaten van een legaat aam een
Rfaomsch-Katholieka orde.
Het binnenkomen van kloosterorden ihi
Engeland.
8 8 8
In militaire kringen van Feng-Tsin
(China) wordt evrklaard, dat thans defini
tief is besloten, krachtige versterkingen!
te zenden naar den Bek'mg-Haniow-spoor-'
weg om de rooden te bestrijden. Verschil
lende divisies zullen 8 December vertrek
ken.
Een telegram- uit Moekden verklaart,
dat 't zenden der troepen naar het Zuidenl
een gevolg is van sovjet-bedreigingen en.'
geruchten, dat de sovjets .troepen conoen-
treeren langs de noordelijke grens van;
Mandsjoerije, teneinde Tsjang-Tso-Lin ta
verhinderen zijn voHe kracht te ontplooi
en tegen de rooden langs Yang-Tse.
AMERIKA
Be Kerkvervolging in Mexico.
A an een niet-officieel rapport, uit Mexi-
cq naar Rome gezonden, ontleenen wijl
enkels bijzonderheden over gebeurtenisSenj
dis zich onlangs te Chalchihuites in het
diocees Durango (staat Zacatedas), hebben
afgespeeld. j
Daar verscheen èen twaalftal solda
ten, onder aanvoering van een luitenant^
Ontiveros géhee'ten.
Zij trokken het dorp binnen onder het
in het wilde afschieten van hun geweren!
en omsingelden de woninj* van denl .pas
toor, Don Louis Battiz. Onder het voor
wendsel, een huiszoeking te houden,
maakten zij zich van alles meester wat
eeniga waarde had en stelden den; pastoor)
in arrest, hem onder doodsbedreiging som-
meerend hun een zoogenaamd complot
tegen de veiligheid van Sen staat te ont
hullen.
Toen de geestelijke herder aan hun!
wenschen geen gevolg gaf, keerden ds
soldaten hun woede tegen drie leiders vanl
den plaatselijken werkliedenboud, namelijk
Emmanuel Borrades, president; Salvador
Lara, secretaris en David Roldam, afdee-
lingsleider.
Da bevolking verzette zich tegen deza
wiHekeuriga arrestaties, doch de pastoor
slaagde er in, haar te kalmeeren en den'
luitenant en zijn mannen voor den lynch',
dood te behoeden.
Toen het gevaar voor hem en zijb,
soldaten geweken was, haastte de luite
nant zich, het dorp te verlaten, den pas-
toon en de drie arbeidersleiders meevoe
rend.
Du pastoor smeekte den soldaten on*
Emmanuel Borrades te sparen, daar deza
gehuwd was en een gezin had te onder
houden. „Doet met mij, wat ge wilt", zoq
met 't kind:
„Onze Vader!" i
Ontsteld slaakt Karja een kreet. Ik heU
in mijn opgewondenheid de woorden hard
op gesproken, zonder dat ik 't wist. Ni*
moet ik naar haar toe. Zoodra, ze miji ziet;
komt ze me tegemoet.
„Weed niet boos, beste Karja," breng
ik stamelend uit.
Ze siddert hevig, maar dan zegt ze diep
ademhalend
„Is u 't, dan is 't goed! Niemandj
ander® mag 't weten, maar u zeg ik 'tl
Daan onder de linde ligt mijne moeder.'-'
Ik buig mijn hoofd op hare lokken neeij
en omhels haar teeder. Dan knielen Wa
samen aan den voet der linde, lang, zeefl
lang.
Du kaarsjes zijn opgebrand en we gaan'
naar huis. Ik vertel Karja, waaromfikj ge
komen ben. Daarop antwoordde ze;
„Ik had 't u reeds lang geleden moe
ten zeggen, en ik wou 't ook telkens doen^
maar ik kon er niet toe komen. Als ik
wilda beginnen, had ik geen trek om ta
praten."
„En hebt ge ontdekt, waar het graf
uwer moeder is, Karja?"
Ze vlijt zich vertrouwelijk tegen mïjj aan
en zegt dan zachtjes: „Als een Zigeuner;
sterft, dan begraven ze hem onder, een
boom, die, vermoedelijk, piet zoo spoedig
zal gerooid worden. Het graf kan door
niemand worden ontdekt, want het wordt
geheel met den grond rondom' gelijk ge
maakt. Een knaap evenwel klimt in den
boonf en kerft daar. in den hoogsten top'
een teeken met zijn mes."
„En gij Karja ge hebt altoos doop
naan dat teeken gezocht?" i. i
„Ja," zegt ze, „eerst in da laan en dan!
aan den boschrand! Daarom kon ik ook
niet doen wa,t u zei; en ik wilde 't telkens
zeggen, maar ik waa zoo bang"
I CWpxdi vervolgd.)