Tweede Blad
Voorde tweedemaal getrouwd.
buitenland
uit de pers
:lnmttt^-iwte0^dtost
kerknieuws
koloniën
ZATERDAG 10 JULI 1926
AMERIKA
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
FEUiLLETQN
Het hoekje van humor.
Bi# Kii Klax KUn in verval.
Een medewerker van de „Berliner Böi-
san-Courier" wijst op het verval van de
Kn Klux Klan, de geheimzinnige on ge
vreesde beweging iin Amerika, die na vijf
tig jaren van schijndood, een Zevental
jaren geleden in het oude ncgerland Geor
gia. weer opleefde. De Ivla.u, dat weet men,
vatte in de koorts van den wereldoorlog
de halfverwelkte nationale gledachte (in
Amerika weer op, vond tal van aanhan
gers en werd in oen paar jaar de) ^In
vloedrijkste niet-offlideelc organisatie in
de Ver. Staten. Het buitenland 'weet van
haar vooral, hoa haar; in witte pijen ge
hulde en vermomjde leden midldleteeuiw'sldhitl
veemgerichten hielden en terroristisch
wérkten op de binnonlandiödh-poliibiojco
verhoudingen. Zdjj keerde zich tegen de 'ge-
lijkglereohtigheidseischcn van de negiers,
kwam fel op voor raszuiverheid en was
economisch een ma.cht geworden, waarmee
rekening viel te houden. Zij was nationoal-
„völkisch". Op haar schild pn-ijjltboirt do
lemaen: honderd procent Angelsaksische
controle in alles, iiMmgratiebeperlring, anti
radicalisme, strijdbaar protestantisme. Door
dezen laatnten fadtor maakte de Klam van.
meet af ook heftig tegen het' katholicisme-
Hier met economische middelen, daar met
wapenen, als b.v. de invoering, van den
bijtel als éénig sehool-üeerboek voor kin
deren. In het doordrijven van dit laatste
o.a. bewees de Klam haar macht. In de. ja
ren 1923 en 1924 beïnvk>edd(\ zij) op
beslissende wijjz'e in heel de Unie de ver
kiezingen. In die jaren was zijl onaantast
baar on vrijwel almachtig.
Op dit hoogtepunt hamer macht trad
het verval nu in. Strijd en verwar
ring tusschen de hoofdleiders, oncqnighleid
over de gestelde doeleinden, fnuikten recd's
haar aanzien. Toen de opperste figuur,
de „grooto Draak", levenslang had gekre
gen wegens moord op een meisje, werd
de crisis ernstiger. De koers van den
nieuwen functionnaris werd niet geëer
biedigd, vele leden hebben zich laten schrap
pen, de andero &p'litst»n zfch in vereenigin-
gein en verbonden, zoodat zelfs om den
naam Kn Klux IClan ten slotte voor een
gewone rechtbank geprocedeerd moest, wor
den. En sinds anderhalf jaar is de geheels
geweldige organisatie in decadence on ont
binding'. Het ledental is tot op J/6 gedaald.
Zelfs haar c.ens trouwste aanhangers, de
conservatief-rep,ubLikrinsche elementen,
verlaten de Klan, en bij de laatste verkic-
zingien voor do parlementen van een aantal
afzónderlijke staten zijn vele republikeinen
democratisch gaan stemmen, omdat de re-
publikciinsehe cand-id.aten door de Kian-
propaganda gedragen werden. Het ergste
verval in ledental is te boeken in Massa
chusetts, waar van de 100.000 leden
sltthts 7000 over zijn. In Georgia, de
bakermat der Klan. is het vereenigjngs;-
paleis allang verkocht en de „groote Wij-
zoSimmons spoorloos «verdwenen. Een
restant der organisatie wil daar nu de
„Orde van het Laatste Bijk" stichten, die
zich wijden snoet aan de bestrijding der
evolutieleer.
De. Klan heeft een slechte reputatje.
Het lidmaatschap is allang; geen verdien
ste meer. Wel tracht het overblijfsel nog,
door radiciaal en terroristisch! optoden de
ruïne te maskeeren, maar vergjeefs, zöodat
staatsambtenaren, die eens hun Üneitlia door
dt Klan verkregen, thans volgaarne ver
zekeren, in geen verbinding meer met
haar te staan. Aan haar slechte faam
sterft de organisatie. Nieuwe groepen fbr
mccren zich dn de Unie, om haar plaats) in
te nemen. Of zlijj ooit van beteekenis wor
den, is echter een open vraag. (Tel.)
lEen senator vair ma !d!© middeleeuwen.
In „De MorgenV schrijft) „Qumierit/u^t
volgenidj geestig stukje:
.Meester Ju'd^cus Aesdhylos L'aro^ van
N-agell van Am'psen, Lid' v,am de Eersit?
Kamer. Vijftig jaren geleden hoofdpersoon
van die Utrec'htsche studenten-maskara.die,
voorstellenjdie Karei. den Stoute^. Thans
naar eigen verld,ariug het voorrecht) genie"
tend oud en goed- gezond ,t© vzij!n.
Spreekt nit idlien hoofde in dip Aul-n
der Utreclitsche Hoogeschool, namen si
reünisten,
1 ooren w'ar'en gespitst. Meester Ju
><ocufc Aeschylos kuron van Nagell va-n
Amps en spreekt ooki een enkele keer in
de
37)
0—
fl|e
Eerste Kamfer en allesz wüj'gt: zelfs 'd|e b'o-
d!en die niet. op. tdjld| w'cg wisten te konilen
staan orib'cw|ee^gHjlk, stil.
Ma,ar in Utrecht heeft J udloeus Aescihy-
los zich zel'fl overtroffen. Meesterlijke, zoo
niet magistrale redievocring Weidaiiig
noemde spreker den invloed! vau het licht,
het Jich t dier wtetensohap, na. de middel-
eeuwfe® over Europa- uitgestort, ook in ons
dierb'.a ar vaderland."
Alzoo Meester Judiocus Aeschylos bla-
ron van Nagell van Amtojsen.
Na <V Hiiddvlieeuwtn.
Do beeldien aan 'dqtt Dom keken even,
naar h'enadfeln, glimlachten en) stootten el
kaar' aan
„Dit is een senatorV
„Ongelooflijk."
„Jawfel ma,ar van na do mKLJIel-
eeuwlen."
Daarop zwfegen zij en trokken hun
wijdje mantels Wa.t hoogeni op. En He
len .Tud|octus Aeschylos verder praten.
Een voorsprong.
„De StakdlaiairÜ"- drioatart
Men hééft er tlja an.nd.aeht opgevestigd,
dot in het wfetsolntwferpl op het wegen
fonds; de motorrijtuigen, gehouden door
openbare lichamen, niet voor de belasting
in aarmerlring zullen komen.
En >dje vraag is gerezen, of de Over
heid. zidli Icier nie'b een voorsprong wil
geven in 'die concurrentie van üverheids-
t'édirijtf met hét particulier initiatief. Als
een auto Wusonidjo'i'® caning onder ziwaxo bej
lasting valt au dia Overheidsomnibus vrij
gesteld! is van belasting, dan is er indler-
djoad een element vuiul ongelijkheid1 gege
ven. djat niet billijk! is.
'Het wil ook ons* voorkomen, dat deze
Vrijstelling, wiaaromllrent in ie memorie
van toeüohting gezwfegen word|t' geen goe
den grond hoeft.
Men moet het, panticulier initiatief ook
inzake hot verkeer cho kans op cen goede
ontwikkeling niet langs een. omweg eter
l'.elastingpolitiek' trachten te ontnemen.
Wij zien trouwens niet in. waarom men
:1e openbare lichamen niet zou laten be
talen. nu men het beginsel dier besteon-
mingjfelasting aainvaardjt. Ook het Over-
heidsrijt|uig siijit den wieg en ook het
Ovcrheid|srijtuig geniet de voordeelen va®
dpn Weg.
E#ro slecht ja,ar.
De Haag'sche briefschrijver van „De
Tijkl" schrijft dato 3 Juli 1926:
Do Tweede Kamfer dor Sta,ten-Generaal
hoeft gisteren haar werkzaamheden in dit
zittingsjaar geëindigd. Mijn zegsman van
enkele weken geleden hoeft dus gelijk ge
had. Met kunst en vliegwerk is Juli ge
haald en daarmede de schijn gereld!, mianr is
toen dan ook het bijltje erbij1 neergelegd.
Een ja,ar geleden had1 tegen denzielfde®
tijd da verkiezing! plaats en w'erd de cirisas
geopend. Als wij; op dit oogenblik de ba
rons maken en ons afvragen, wlat in dat
jaar door wfetgavenden arbeid anders is
geworden dan was het, dat kunnen iwij
zonder overdrijving zegigenniets! De
beg,rooting is afgedaan, een bcgrooitimg,
d;ie niet veel meer was en kon zijn dan eteai
credietwet en er is daarop gevolgd1 cfen
tan eenenmale nutteloos debat;, dat terna.u
wernood dien naam verdiende. Er rs ge
sproken en er is geantwoord, maar beide
partijen wisten te voren, dat daarmede de
gieda.chtenwkse.iing onverbddeiliijk ten ein
de was. Men he,eft enkele afgesloten ver-
dragon goedgekeurd, beginnende met het
N:Ciderlandsc'h-Hongji.arsch handelsverdrag
in October en eindigende met het Nfedor-
landsch-Duitsehe 'handelsverdrag In Juli.
Er zijn afgedaan een paar poHbiek a(n
schuldige, wetsontwerpen, die al lang met
ongeduld op behandeling wachtten: da
14-jarig|e Luchtvaartwet, een nieuwe wet
telijke regeling van de zeegriieven, een wij
ziging i-11 ket zeerecht, enz. die, zóó rijp
waren gestoomd door anderen, dat zfij, van-
ziedt afvielen. Merkwaardig is affleen de af
doening van de Bioscoopwet, ook een
oud beestje, dat, in October aangenomen
door do Tweede Kamer, bij de bebanldeling
in dc, Eerstei Kamer, het ka-binet-Colijn een
achtermiddag lifet terugkeeren, om daar
den Minister van Binnenlajndsoiio Zaken
uit dat afgetreden kabinet te worden ver<
cledjgd bij gebreke van den nooldligen lust
daartoe bij' den nieuwen Minister van Bin-
nenlandsclie Zaken. Iets van zich zelf
hebben de beide kabinetten niet geleverd
en niet voorbereid.
Het laatste gfeldt zelfs in meerd.er,e of
mindere mate van de groote ontwe(cpiQ|n
die in het najaar op behandeling w!ac(litten.
Te dien aanzien zijn wij eer achferop ge
raakt, clan vooruitgpkomen. Omtrent de
belastingontwerpcn had de oude Ivamer
reeds eindverslag; uitgebracht. De behan
deling van de omgewerkte voorstellen
Den achtsten d^jg uitzijn aankomst
hacienda, sprak hij don Ramirez a,i
en gaf hem in stamelemdje lëwoording.
zijn besluit te kennen, 4e gastvrijheid J
h^genoten hadi, niet door een linger ver-
blijf te 'willen- misbruiken. Met een.oige.n-
.aardigc mengeling van trots en beschaamd
held, verzocht hij ten- slotte, dat hem) zijn
nuce matrozehldeedLng waarin hij gekomen
'W,as weer mocht ter handt worden gesteld!.
„Ik ben hier gekleed als cen voorname
eeuor, zei lnj met een half droevig, '--»»
ïtter glimlachje„maar in! djeze klc
dieren kan ik niet aa-tnde haven komen
Don Ramirez scheen «van het
gedleelte der «enigszins vedwiarde
neering njete gehoor^ f0 hebben.' Hit
het bock, waarin hij gelezen haft 'biv
tors 'binnenkomen weggelegdt en staarUe
zwajgenidj, als verstrooid, in) 's jongelings
opgewonden gelaatstrekken, nog toen deze
reedis lang had opgehouden te spreken. i
„Gij ;wilt weg, senorL?,'-'1 vroeg hij ein-
op
aan
jen
djio
ver
half
kleede.
om
vind
laatste
rede
had
Vio-
staarde
-lings
deze
d.elijl;, -en het 'klonk1, of die tijding hem on
aangenaam', ja smartelijk verraste. „Is u
in mjjn liuis 't eeij ofl aafdjer wedervaren
wat u tot 'djat haastig bfesluit aanleiding
geeft.? Hec'it zich soms een van mijn
lieden jegens u misdragenJ'H
,,Intiegend)eel, senorl lk1 kan. geen woor
den vinden, om mijn dankbaarheid uit te
spreken voor dfe goedheid) cn vriendelijk
hoi|dt wa,armoe alle bewoners yap, dithuis
mij behandelen. Maar mijn toestand'.
„Gij zitten, -seno-r!" viel de Chileen hem-
in die rede, tciWijl) hij'- op een rieten stoel
wees, die tegenover zijni eigen zetel stond
„Dat .alles kant zoo vlug n-iet gaan, als gij
mij daar voorgepraat hebt."
Victor gehoorzaamde cn wachtte met
kloppend hart, wia.t de sfenor tegen zijn ver
Dek zou hebbeni in te brengen.
„Ik heb'," begon dieze, ,tot nu toe -nog
niet naar u!wi toestand, uw laitkomst ge
vraagd, mijn zoon, ik da,cht, er zou eau tijc
komen, d|at de omsta,mlligheden; u zouden
nopen, zelf mij hierover d;e inlichtingen te
geven, 'welke idie hartelijke genegenheid,
dn warme belangstelling, die ik voor u
koester, inij voorzekfer wiensohelijkl deden
voorkomen. Thans schijnt mij liet rechte
oogenblik aangebroken, om ,d(e tot dus
verre in acht genomen terughoifdland1-
heid te doen eindjgen, en ik vraag u dus
kwam' nog, ni-at verder dan tot een onder
zoek in dè aïdeeldnglen, waarvan het ver
loop nog; niat bekend is. Er moet dus) nog
heel wat gebeuren, wil de verWadhtiiiiig)
van den Minister van Financiën in ver
vulling! gaan, dat dc'Ze wetsontwerp-en in
October worden behandeld en mot li Jan.
in working! reden Een jaar geleden was
men verder en hoopte dit de Minister van
Financiën ook.
Over het verdrag mot België w:a.s vorig
jaar om dezen tijd cen voorloopig verslag
verschenen van de behandeling in de af-
deslin,gen. Op dit oogenblik, een jaar later,
moot het voorloopig Verslag) nqg komen.
Ik heb, meen ik, reeds ergens gelezen, dat
het minstens -zoo lijvig is als het eerste,
waarop bet antwoord zich moer flan één
vol jaar 'liet wachten. Do Minister ,van
Buitenlands!-he zaken zal zich dus moeten
reppen en g-rooter haast maken dan een
vorig jaar, wil! cen behandeling in dit jaar
mogelijk zijn. He-t wetsontwerp betref
fende de w'egenvefbetering en wegenbe
lasting is een eindje vooruit gekomen. Het
was -een jaar geloden nog niet ingediend,
nu is het diit wel en heeft het' de a.fdeielin-
gfe-n gepasseerd. i
Wij hebben wel eens momenten g|ehad
in ons land, dat de klok, naar hewfeedd
werd, op hol was geslagen en dc -politieke
wereld plotseling ettelijke jaren ouder was
gcWorden, misschien zelfs wijzer. In het
afgieloopen jaar kan men zeggen, dat tleze
klok heeft stilgestaan en dc -w'ij'z'er in dien
tijd zich niet de moeite heeft' gegeven te.
bcWog'en, tenzij' wellicht om' achteruit! te
De Kamer weet dit ook wel en indien, dc
partijen over een hart beschikken, dat
men kan opensnijden om daarin de geheime
gedachten en wensehen te lezen, dan zou
men hij aUon leedwezen vinden ovbr den
dag van 11 November. Niet natuurlijk dn
dio,n zin, dat alleen de afbreking der be
trekkingen met den Paus betreuren. Het
is z'e.er wel mogelijk, waars,öhijhMjjk! zöUEs,
dat, ten aanzien van het. oordeel over het
gezantschap op zich zelf, de meeniinigen1
onverz'wakt dezelfde zijn gebleven als z'ij
op- 11 November waren. Dat er echter een
partij is, die op dien dag' ds. Kersten aan
zijn overwinning) hielp- uitgezonderd' de
partij van ds. Kersten en ds. L'inglbeek
z'elve, tegen wier houding, van hun stand
punt g'eizlen, Weinig is in te brengen dat
ook zbu gedaan hebben, indien zij1 had ge
weten, wat'daarvan het gevolg' zóu zijn
en -zij hadden kunnem voorzien de ppltdieke
verhoudingen daaruit voortgekomen eh het
intcrmez'zo-kabinet de Geer, is sterk die be
twijfelen. Er is onder dez'e geen partij, die
geen ander motief had en geen ander doel
dan 'C-en toestand te krijgen, als thans is
geschapen en die door deZo niet is teleur
gesteld. Er is vermoedelijk niet één partij)
in hot geheele Parlement, diie dit ;li|eeftj ver
wacht 'en gewe.nscht. In de parlementaire
gie|S|thiedenis van ons land hebben de, par
tijicin, die gewoon zijn dag* in, dat uit, me#
cji naast elkander te Werken, nooit zöo dui
delijk getoond als op den 'bewuste,ni Hem
November, hoe weinig diep zij.' zijn doorge
drongen in elkanders -politiek leven en den
ken, in de wederkeerige mentaliteit en in
wederzij [1 selle bedoelingen en beweegr,ede
n-c.n. En toch is zonder eeni-gen twijfel het
eerst noodigeeigen doel en gedaeBiteu'-
g.ang Sjdhierp voor zich te hebben, maar
daarnaast haast nog sdlicrp-erdoel en ge-
-clacihteingaBjg van -d,en tegenstander. In hot
verband van dit betoog heeft he't| geen
zin dit uit te wierken en na te gfaan in
-W-elke mate dit -bij de. verschillende partijen
liet geval is.
Hetgeen gebeurd, is helaas gebeurd1;
Het is niet te herstellen, vandaag' niet,
morgan niet. Zoolang niet het Nederland1-
scihfe volk in z'ijn groote meerderheid gapt
gevoelen, dat in verband met de alge-
me,ene wereldpolitiek Nederland'® bellang-
'een gezantschap bij den Paus yordert
kunnen en mogen wij; liet herstel' niet
verlangen. Aan een zoo onwaardige be
jegiening, als Nederland den Paus aaudeeid',
stellen wij. het Opperhoofd der Kerk gjcen
tweede maal bloot.
En dit zbu-dem wij- doen, of wij: willen
o£ niet, indien wij zouden medewerken
aan io.e.n herstel op den grondslag, nijejl
van e.en geheide volksovertuiging, maar
van c-,en politieke constellatie, w'ellke ook,
a fortior, du,s va,n een politieke eonstel
la.ti-e, die ons zuLk een herstel min of meer
zlou ku.nnlen doen a,fdwdng|en.
Is 't fait niet ongedaan te maken, nóg
minder kan met dit gevolgde absolute
onvruchtbaarheid van het practisch thans
reeds gesloten en theoretisch op. 19 Sep
tember fee sluiten z'ltiing|sja,ar, Waarvan de
partijen het volk zooveel hadden doen ver
hopen. Hot zittingsjaar 1925/26 zal daar
om tien eeuwigen dage in onze parlemieu
aire geschiedenis als een fout, crg&v dan
een misdaad, van'het Ned'erlandseh piarle-
m)eintairism,e geboekstaafd blijlvcn. Mógen
dleizle aanklacht en dit voninis_ eene .les
zijn voor d,e partijen, die zoo jammerlijk'
in politiek doorzicht te kort schoten en
ons voor herhalingen in dc kbmende jiaren
belw'aren.
Op tien ïen Zondag na Pinksteren.
Epistel v. d. H. Paul,us tot de B'tomeinen.
VI. 19 23.
Broeders 1 ik spreek meuscheHjkcrwijlZe,
om die zlwlukheicl, van uw vlees-chwant ge
lijk gij' HVVB lidmaten hebt overgegeven, om
de onzuiverheid en de ongerechtigheid ter
ongerechtigheid te dienen, zoo geeft nu
uwe ledematen over, om de gerechtigheid
te dienen, ter hoiligwording. Want. t|oen
gij slaven der zonde waart, waart gij vrij
ten aanzien der rechtvaardigheid- VVjolk
eene vrucht hadt gij, toen flit die dingen,
over welke gijl u n<u schaamt? Het einde
toch daarvan i-s de dood. Maar nu giji be
vrijd van de zonden en dienaren GoldJs z'ijn
g|e,wórden, hebt gij1 uwe vrucht in do hei-
lig(making, en uw einde is het eepwig le-
v«i. Want het loon der zónde is do doodl;
maar do genade Gods het eeuwig leven in
Jelzus Christus onzen heer.
Evangelie, Matthcus VII. 5-21.
In dien tijde zeido Jezus aan Zijne Lecx-
lingienwacht u voor de valsche Profeten,
die in schaap'skleederen tot u komen, maar
iiiiweudig grijpende wolven zijln. Aan hun
ne vruchten zult gjj| ze keninon. Plujlct
men wfel druiven van de doornen of vij'gon
van d.c distoleni' Alzoo brengt alllle goede
boom goede vruchten voort. Een goede
boom kan geen kwiade vruchten, noch
een kw'ade boom goede vruchten voortbren-
gpn. Alle boom, die geen goede vruchten
voortbrengt, zal uitgehakt cn in het yuur
gleiworpen worden. Zoo dan, aan hunne
vruchten zult gjij' ze kennen. Niet ieder,
die tot Mij1 zegt: Heer! Heer! zal in 'het
rijk dier -hemelen ingaan; maar die den wil
Mijras Vaders doet, die in den hemel is, Idie
zal in het rijlk der hemelen komen.
Eeu Nimrod, gevold.
t' In hot micl|den van 1925 is de heer Ber
nard Ledeboer, de( bekend'q jagor opugrpoti
wdluli, erfpachter van hat J aragp-la|teau en
medto-eigenaar van het- koffie) and W,a-
idpeiig West (Banjoewlaingi), na,ar Oost-
Afrilia gegaan om| daia-r te jagen.
Dezer dagen is in Indïë onifvangeuj
een telegram van djen consul te Momb'asai
(Br. Oost-Afrika, liet. vi-oegek» Duiitscho
gebied*), meldend, da,t de heer Ledlebocr
op jacht door een olifant is gedoojl.
Z,(e,ntgi'aaf£) herdenkt hem in liet
S-oer. HM. en vertelt van een ondierhoud
diat lijj eens me-t den jager had-
iLedpboea' w;as in da eerste plaats tij-
gierja.ger, hoewel hij in z'n hart de
echte jagers zujllen ,d|jit met hem eens
zjjn .illit niett de echte jacht noemJie.
De gi-oote jacht 'waa voor liem dfe op oli
fant en rhinoceros, 'w'a.artoe hij die meest
atgelegetu streken van Sumatra tot het
hart van Atjeli doortrok.
„De tijger is laf", zei L., hij vlucht
altijd, ook als hij is aangeschoten -en wórdt
eerst gevaarlijk- ,als hij niet meer vluchten
kan, of dbodelijk' gewóndl is".
NatuurJbjk is er geen regel zondpr uit
zond|iering. Toch Ondanks Ore minaehtfing
voor -djen tijger, zoo zuiver gemeend, dat hij
oen aangeschoten tijger, dje de vlucht nam
in eenige holeu en grotten in de buurt van
F'ajukoembioeh, op handlen en voeten na-
kroop, het geweer meesleep-nd*, tot ié het
doodelijk isoliot kon plba,atsen, Was déze
jac'ht voor hem he# a,aantrekkelijkst.
Een tijgci' is slim, voorzichtigin stre
ken van !Suma,tira, Waar veel op heim
'WordB, gejaagd, bijv. bij die doesoens, komt
hij, -wijs nHpoi' routine, dikwijls niet meer
terug bij het achtergelaten pias. Zoo luid
do jacht op; hem iets faseineerends.
Leesboer kende de taak van het wbud,
het leven in dfezo ruige gehejmenis en
hjj las 'd|q historie van' deraiclpg op de pa
dden waarlangs het gedierte zich beweegt
naar jachtveld) of bron. Uit de gelui-
dien hooi*de hij, 'wié er op het pad) waren.
Hiel, zenuwachtig göluidj ïieli* eekhoorns-, dia
kakelend wegrvHegendo boschkilp, de met
lia-fffend gerucht, vluchtende kida'ng, en
vooral: de luidruc-htig-aiijgstige apen, z'ij
leeixjn dat de sdterik van het woud, de
Streepte Dood< rondsluipt, onhoorbaar) cn
zellis in het denker, een takje op z'n 'wieg
vermijdjend.
Maar vooral iceidje Ledeboer op, toen
hjj begon te vertellen van olifant en rbi-
B.Naar; dien bankier Zilverling, di-e
ben i'k al lang een bezoek' SehuMljg. Ou. je.
^jf*U.9XlA
'A..Waarom zoo haaotig, béste
meet? 7,
A Neen, d*anla je, ik ben hem: ook
w;at -schuldig.
P AKTOlUFELHEiLD
Rechter: „Ik' vinld)'tvl'ijl brutaal mid
den op den dag te stelen''.
Bek'iaa,gdie: „J;a, mijinhceit 'enjaichts- mag
ik van mij'u vr(ouwl niet uit.
OOK LEVENSWIJSHEID.
Ondier'wijlzer„Onthoudt steeds het
mooie gezejjdp: 'tis beten -te geven dan
te ontvangen','.
Jantje: „Dat is dn lijfspreuk van mijn
vadier meester.'1'' 1
Onderwijzer,,W;at i» jouw vader,., i
Jantje: „Boktor, nfeleater!"
RECORD'.
Haas wlas oip( jacht gew'eest en hafl
goede ibiuit gemaakt. '«Avonds ging, bij
naar ld,e soc&ebeit.
Op jadht ge.wfe.est, vroeg hem hom en
kennis.
Ja. li'
.Yee.1 gesdiotenl?,
Nou, een ree en twee liazcn.
Dat 'b'eteekenf nies. T'kl heb v,.i.udlaa.g
zes hazen, twiaalf konijnen, negen gapzuu
diertien kippen en vier eenden ai cergelégd.
Sapperloot, d*an b'en je 'J1 goede
schutter.
Pardpn'ra Automobilist.
PROPJE' OP DE SOM.
Professor voor zich lieenmompelenidj:
Waarom heb ik todlu dje 'knoop in mij»
i zakdpék gelegd.? Zou ik| ergens een voor
dracht hob'ben moeten liouden.,
Toen hoo,rcl)i hij een stem uit «1e loud-
spreak'er: „id(e voordirjtebt van» Professor
Lange over: „Hod sterken wij' 0»e geheu
gen.? Kjan niet ,d|oorg.a,an, piangerzien de
professor niet is verschenen.".
GOEDE, IN(FORMATIE.
„Kan je mij het hfeete hotel van d|eze
plaats wijzen',', vioeg een vreemdieli-ng aan
iemand op; toet* istption.
„Ja, d^t kan ik( wfel, zei de man maar
ik wil 'ttoch nietl idpen".
„En wfeiarom niet.?"
„Wel, omldjat jij; niet zou denken, als
je het ge-zien he'b, d|ah ik1,maar een leuge
naar ibien.'f' j
PROMPT BEDIEND.
lOudie jongejiullUlróuw: „Zes k'cer hebi
ik geadiyer'teerd, dat een) eenzaam meisje
iidht en Warmte zoekt in haar leven, en >d|a
eenige birief, idjje er op' klwöm, was van de
gasfabriek."
niet djen oprechten iwfenscli, u op eau toe
komstigen levensWeg van nuf te khnncu
zijn: jwfelk'e zijln e| omlsljdphdjighedjan, die
i)ood|zak'era u van liicr te verwijderen?,
Verbeidpn misschien uW: ouders vol ver
laujren uw; terugkomst Wie jz'ïjn uw
ouders, Waar is uw) vaderlan|d? Welke
planmeu heht gjj voor u!w( toekomst ge
blaakt.?"
Tn 'de ziel van de'n jongeling verhief
zich een storm van bittere en tegenstrij
dige gevoelens. De Welwillende Span
jaard dra,nidie liet mes; om in de diepe 'wion
Idjen zjjns harte®. Hij streed een geruimd
poos uit alle kracht) tegen djjn vloed va®
droefenis, bitterheid en berouw', die over,
hem heenstroomde, alsof do 'Wielgemfepndn,
-cjoclh zoo Wieede vragen sje verhojijgen:
Muizen van zjjn cll-enno geopend hadden
en d.e losgelaten 'wlateren luan nu dreigden
te verzWfelgen.
De Chileen 'wSichtte kalm, zondpr het
minste teeken va® ongeduld of 'wlantrou-
tot 'die jonge m'an zich zoover hersteld luid
owm te 'kunnen, antwoorden.
„Ik heb' geen vadjerla,nd'1'; hr,aoht hij er
ein jelijk uiut, „geen vooruitziqhten', geen
plannen voor dje toekomst, dan dit enkele,
een kóm'mervol bestaan te moeten voort-
sleeden, in het eeniga beroep, d*at ik ira-
ataat ben uit te oéfenfen.'é
G ctrófien zag djon José de® hevig op,-
gewondpn jongeling aan. „Kind',', sprak'
hij zacht, „gij moet tooh ergens een te
huis hebben.? Stel vertrouwen i® mijik
meen liet werkelijk goed' met u, zeg mij',
Wie uw oud|ers zjj'n, of waren, en hoe gij
in dezen verlaten toestand; gekomen zijt.'-'
„Mijn vader," antwoordde .Viotor, wa,t
tol bedjaren gekomen, „was e«n Duitsch
edelman van goeden huize. Hij stierf, toen
ik nog klein W;as. Mijn moeder hertrouwde
en ik ontvluchtte op vijftien jjarigen leef
lijd het huis van mijn stiefvader. Zonder
hulpmiddelen, zander aanbevelingen, jjon-
«ter de minste legitimatie, met de kennis
van een middelmatige® schooljongen, ging
ik de wereld in. Ik wilde zeeman worde»
moest ond;er deze omstandigheden blij
lij®, op een Hollandjsch; küop'vaardlijschip
ais scheepsjongen aangenomen to w'ordjm.
De laatste reis met den Ergelschman wlas
nijjn eerste ais matroou."
„Arm kindi!" mompelde dora José. „En
h«bt gij," ging hjj overluid voort, „nooit
een poging ged-aa», om- de vergiffenis:
van uw' moeder, vw uw1 stiefvader to ver
wnrvenK"
Jaw'el, senor. Ik sclirséfl twee-, ,dgie
maal, verzocht smeeken'di, om] vergiffenis,
«au 'd# noodige papieren, te® einde bij de
marine geplaatst te kunnen* wórdt®, om
noceros op Sumatra. Iiij; nam op idjpze jaoht
niet stolling in een boom, tenzij dit voor
het werk noodig, was, doch nooit voor
eigen veiligheid; Zoo trad hij' djen olifant
tegemoet, mic|t v.aist vertrouWten offi het nim
mer 'faieradl schot. I
De oüflant reageert niet op geluidt hij
maakt zelf te veeL lgwlaai' in het bosch
doch op reuk. Niemand) wëet, Wat het is
met dien reuk vara den mensch, en het ia
misschien ook) niet erg vleiend! voor ons,
maar er is geen monster in bosch' of
jungle, of hef Word(t aangegrepe® door een
v'reem'dten angst ,als' liét de® reuk van den
mensch wlaarneeint. Is he# ee® waarschu
wend insti'uct, dat hie® het grootste ge
vaar naidlert, dat eanig d^er, ook het stei'k'-
ste, b'edireigen kan, of iets adders.?. Er zij®
uitzonldleringfeneen kw'aadaardjge rhino
ceros of oüfarat, djja alitaipueert, ook' al is
hij: niet aangeschoten, maar als regel neemt
alie.s de vlucht, en er zijn voorbecilldfen wit
de gr.oote jacht, dat een olifant dagen ach
tereen voortHep, als-ie, dien me®soli had ge
roken.
Maar als IJj1 aanvalt.Bij! dit jyefhaal'
sprong Ledjoboei- opi cu) zei-: „De brcedó
kop, idlaarnaast. de reusachtige, -wij.d, uit-
st.aan'die ooren, de rec'ht vooruitgestoken)1
sluff.een breed» massa, die op je toe
schiet. Dan spring je op, het laatste mo
ment op zij; en plaatst j-e kogel i® :d|e her
sens, achter liet oog','.
M^n moet ld|an 'Wiel ee® zeker sfehot
hébben; hij .liet me het geraamte van ee®
kop zien, 'W|aa,rin d|e| holte voor de herse
nen, ongeveer de grootte van een klopper.
En dan, in diei voorbijvliegende geweldige
mOiSsa liet d(oödend( schot te zetten i® dazfe
lileine ruimte.d#.t ik wel het echte ja-
gerswerk. I
Hjj heeft eens in de buurt va® Kola
Agoeng dtagen achtereen het spoor van een
vlucht endje® olifant gevolgd, zonder eenig
ondjeirsteuni®g,d aar ik' dan hongerdood
nabij wias, maai) ik' kreeg nooit) (eie®
regel antwlooïdl. Ze hebben jnjj'. venstoóte®
ei\ vergeten."
Bfj ld»ze woorden barstte hij; in over
vloedige tranen uit. Do herinnering wlas
h«ra te machtig g%wói)d«in, om) 'bedaard
te kunnen blijven.
De Chileeai stond; van 'zijn zetel op en
schreed; in gepeins eenigq malen de kamer
op en neer. Nu, on d^n,wlierp- hjj1 ee® ibllik
don w'eenen'den jongeling, maar hij stoorde
bom dpor geen geluid. "Toen hij' eindelijk
meen'dip .op te merken, dat de jongeimpiji
kalmer gew|ord)en was, bleef) hij voor hem
staan, en terwijl liij mat dje lia®d over zijn
«ched'el streek, zei hij) op mil'dcn toon:
„Kom tot u zeiven, mijn Hindi 6® hoor mij
aan H';
yerschrikt sprong Victor op.
„Vergiffenis, sonor!" riep hij beschaamd,
en in verwlarring, terwijl) hij -haastig zijn
tranen a'^dfioogde.
Don José wenkte geruststellend), met
de han'd. Hij had zich wleer in zij® zetel
iaten neervallen, en zijpl, geb'aiar bedpidde
Idjen jongeling ook' zijh .pla.a.tsi w;aer in
te nemien.
(JEónit varvolgd.)