L. ROOS - GOES
Tweede Blad
BEATRIX.
SPAARBANK
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926
NIEUWE ZEEUWSCHb COURAN.
BUITENLAND
blii'
FEUILLETON
UIT DE PERS
KERKNIEUWS
Sociale Berichten.
Voor de Keuken.
GEMENGD NIEUWS
RUSLAND
Een- meilnvaaiiHg Mil,
De ri'ansche Jezuïet d'H erligny over
wiens indrukken van Rusland wij' onlangs
schreven in bus bnitenl'andseh overzicht,
woonde in Moskou een merkwaardig) debat
1\ ij' .lezen daarover liet volgende in
„De Tijd":
Toen d'Herbigny op 4 October te Mos-
cou aankwam, vielen hem op alle aanplak
zuilen grooite biljetten op, die een debat-
avond_ aankondigden tusschen den Volks
commissaris van Onderwijs, Lounatchars-
ky en den metropoliet, Voeden sky, die
dc partijl voor den godsdienst op zou ne
men. (Een metropoliet is wat wijl noemen
een aartsbisschop. Ried. N. Z.' Ct.)
Do vergadering werd gehouden op G
October om 8; uur in don grooten Schouw-
burg, waar plaats is voor 6000 personen.
Althoewel de prijs der kaarten was bè-
paald op een harv-en goudroebtel, was er
geen plaats meer te krijgen, en reeds om
7 uur stonden duizenden uit alle kringen
in regen en sneeuw geduldig te wachten.
Wel: een treken, concludeert d'Herbigny,
hoe diep de godsdienstige problemen nog
lev en^ in do Slavische harten.
Twee orthodoxe bisschoppen hadden
zich bij' d'Herbigny aangeboden om hem
te vergezellen. Nauwelijks had de kame
raad directeur van den schouwburg ver
nomen, dat er een Franseho professor in
de zaal was, of er kwam een uitnoodiging
om met de twee orthodoxe bisschoppen o.p
bet toóhee 1dat voor dc leiding was ge
reserveerd, plaats te nemen.
De zaal is tot in de uiterste hoeken be
zet met een rustige menigte, die gedo
de de redevoeringen haast in godvruch-
e aandacht is verzonken. Ook dc klei-
ere bijzonderheden van d'Herbigny zijn
an belang, omdat zij bewijzen, dat er in
dc groote. steden geheel normale toestan:
deu heersdien. Zoo. was de zaal' goed ver
warmd en verlicht; de hoeden of liever
mutsen en jassen gaf men af aan een ves-
uaire. Iedereen is in zijn Sverkpak en do
kleeding der vrouwen is gesloten. Men
rookt niet. en is goed gewassehen. AÏ-.
leen Lounafcharsky maakt een slordige®
indruk, doch wekt daardoor de verden
king, dat hij comedie speelt.
Als de volkscommissaris binnentreedt
wordt hem door de meesten een donderen^
i-v Scbracht; een vierde gedeelte
blyft echter rustig zitten: 't zijn zij,
cue gekomen zijn om den verdediger van
den godsdienst te stcunen.1 priesters in
loog met het borstkruis, bisschoppen, dra
gende het eneolpion, toeken hunner waar
digheid.
„Maar het vreemdste van alles ïn deze
vergadering, zegt d'Herbigny met recht,
„was mijn tegenwoordigheid. De mees
ten kennen het Romeinsche collare niet
en evenmin de clèrgymandrachtalleen
izounatcharsky beschouwt lang en met
verwondering den Fransehen professor,
dien baardeloozon priester, daar gezéten
naast een Russischen metrorfet met lan
gen baard".
Dan geeft de voorzitter zonder eenige
formaliteit het woord aan „kameraad den
volkscommissaris".
Deze spreekt bijna twee uur, bij wijze
van causerie, cn zal' aamtoonende zin
ledigheid van iederen godsdienst en de
vaarde van het materialisme.
Het ontstaan van den godsdienst is te
wijten aan angsttoestanden in den primi
tieven menseh, die natuurlek uit het dier
geëvolueerd is. Animisme ais grond-type
n godsdienst doet weer opgang en de
priesters zijn niet anders dan een ver
beterde editie van toovenaars. Dat pries-
erdom kwam de kapitalisten natuurlijk!
in het gevlei, en met het koningschap, dat
ontstond uit de lagere despoten, ontwik
kelde parallel! het polytheïsme (veelgoden-
om) tot monotheïsme (leer van één God>
Hu zich aanpassend aan zijin gehoor:
n den hemel een tsaar en dus op aarde
eveneens eentzaar. Dc bourgeoisie werd
gedwongen neer te knielen aan dc voe
merleValU t Kapitaal, en onderhoudt;
mede de geestelyken, die op voorwaarde
vairrio goed - inkomen op aarde zich
gaarne belasten met het aanprijzen van
ue heinelsche "vreugden.
En zoo gaat de rimram1 door, twee uren
aan «en stuk'. En waarachtig, Legt d'He"
J0ny, zonder eenige vooringenomenheid
kan ik liceï dc rede enkel kWli&jelexoB
als „d'une lamentable pauvrete". (All's
zijnde van een allertreurigste armoede aan
argumenten. Red. N. Z. Ct.)
Eu het publick luistert als ménschon,
<lie dat al zoo dikwijls hebben geboord, en
aan het slot een applaus, dat meer weg
heeft van een ceremonieel gebruik' dan
van enthousiasme.
Dan komt de metropoliet Voedensky
op het podium. Indrukwekkende slankt»
figuur, in Oostersch priestergewaad, met-
de kenteekeuen zijner waardigheid als
-bisschop, metropoliet- en doptor in de
tlicologjie op» de borst. Hij is nog jpgg
aes-en-derti'g en baardeloos. Makke
lijk spreker, die zijn gehoor weet te boeien
door rustige voordracht en helderheid van
begrippen, en soms de duizenden in zijn
macht heeft door een we!l!sprekendihiei[d,
die weet te stijgen tot warm enthousiasme.
Tot zesmaal toe han hij bijna al z'ijh toe
hoorders dwingen tot een enthousiast
applaus, als hij, de Bisschop, in deze anti
godsdienstige vergadering, den lof verkon
digt van God, den Godsdienst en Christus'
Godheid.
Zijn argumentatie gaat recht door zee: I
hi. stelt heel simpel de vraag of SovjjKt-
w'aarheid anders is als bourgeoisie-waar-
hcid, of' de Sovjet door haar optreden
plotseling maakt, dat de waarheid der
bourgeoisie, dat twee maal twee vier is,
haar 'waarheid heeft verloren. E11 daar
om verandert evenmin het leerstuk' van
Godsbestaan door bet feit, dat er eeu poM-
Üekc omwenteling hoeft plaats gehad.
En dan ontwart bij zeker en bewust al
de beweringen van Dounatcharsky. Het
getuigt van groote en alzijdige belezen
heid ais bi, de fabels van darwliiiiismlc,
animisme weerlegt met het gezag van ge
leerden uit Rusland en het Westen.
„Met vuur en woorden vol: liefde en
geloof spreekt de metropoliet over Jezus
Christus, Zijn Godheid en Dienst. Deze
preek op dit tooneei, in dezen schouwburg,
in tegenwoordigheid van dit gehoor, in
liet centrum' van het Moskou van 1925,
hoe wonderlijk is dat alles. De toehoor
ders schijnen hem welwillend gestemd tc
zijn".
Dan gaat 'Voedenslcy resumeeren. Ze
ker, de volkscommissaris heeft met vreug
de geconstateerd, dat de vernietiging van
het Tsarisme den triomf bracht van het
atheïsme. Maar nu waarschuwt hij' voor
onwettige concdusies. Zeker, velen noe
men zich atheïst, doeh men moot onder
hen, die niet' naar de kerk' gaan, drie
soorten onderscheiden, on wel
le. de zeer weinigen, die atheïst zij'n
op wetenschappelijke gronden, zooals Dou
natcharsky cn ik heb bewezen, dat
noch hun atheïsme, noch hun materialisme
in de wetenschap steun vinden;
2e. zij', en dat zijn er meer, dia zelf de
godsdienstige vraagstukken niet bestudee-
ren, doch die atheïst zij'n omdat hun kame
raad Dounatcharsky liet. is, en die. zegt,
dat hij het weet;
3e. nu komen de meesten, nJL zij,
die niet naar de kerk gaan omdat ziji in
staatsdienst zijn en anders worden ontsla
gen; en dat zij'n in hun hart géén atheïs
ten 'maar christenen.
Het einde van zi,u betoog, dat ik zeer
kort moest weergeven, verliest zich) in een
oorverdoovend lawaai. Toejuichingen en
bedreigingen door elkaar. Men roept den
metropoliet toe, dat hij' hen beleedigt, dal
hij moot terugtrekken.
D-e Voorzitter belt, maar weigert dort
redenaar tot de órde te roepen, omdat het
een vrije debatavoncl was.
Dan -gaat de metropoliet door. Maar'
een reus van een kerel overhandigt hem
een stuk papier waarop hij licht te be
grijpen bedreigingen heeft neergeschreven.
Do bisschop scheurt het in snippers en
gaat ongestoord door in stijlgend enthou
siasme. In pakkende beelden schildert hij
wat het materialisme doet voor het volk en
zijn ellende, en hoe daartegenover staat do
Christus met Zijn uitnoodiging:. „komt
allen tot Mij", Christus, de- vriend der
menschen, van de nederige® vooral', dio
evenals Hij' armen en werklieden zijn.
Hot enthousiasme is weer haast alge
meen. „Velen, zegt d'Herbigny, dio waren
gekomen in de meening. datzij! volbloed
atheïst waren, voelen zich in al de tril
lingen van hun Slaviscln gemoed christen".-
Dan probeert Dounatcharsky den in
druk van zijn tegenstander weg te wer
ken mcit wat goedkoope aardigheden en
een verheerlijking1 van den arbeid. Maai
bij heeft geen succes en het sl'ot wees uit,
dat dc avond haast n triomf werd voor
het christelijk geloof.
56) 0—
XXIX.
Mevrouw Vaicreuse had geen wantrou
wende natuur, zij beklaagde' ernstig den
geheimzinuigen grijsaard' van den toren,
die voor Alice en Beatrix zoo goed ge
weest was en wil'de hem! helpen, maar toch
werd haar gedachte nog door een twijfel
ingenomen: Wie was die onbekende, wiens
waren naam men zelfs niet kend'e? Waar
kwam hij vandaan? Zij was al' ,te liefdadig
om een menseh, wiens armoede ziji kende,
niet bij te staan cn ofschoon zij! maar wei
nig vertrouwen in hem had, besloot zij
toch om hem te helpen.
Alice en Beatrix namen, mot de heftig
heid, hun leeftijd eigen, de zaak van den
grijsaard zeer ter harte, zij vroegen zich
zel'fs niet of, of zij! geloof moesten hechten
aan zijb woorden. Zij geloofden alles, zij
namien alles aan. Zij wilden hun tijd, hun
invloed'; en liet weinige geld, waarover zij.
tic beschikken hadden, gaarne geven om
liet lot van den armen grijsaard -geheel en
al' te verbeteren.
Zij waren nog tc jong om gemakkelijk
te gel'ooven aan het kwaad' en geloofden
eerder aan het berouw', maar het bere
kende kwaad, het kwaad dat iederen dag
gedaan wordt onder den sc-hijn van het
goed, scheen hen zoo afschuwelijk toe, dat
zij niet het minste ervan in hun hart wil
den l'aten binnen sluipen; bevreesd als zij
waren 'dat het een onrecht zon zijn,, den
armen bedelaar aangedaan.
Vol' van deze liefdadige gedachten gin
gen zij op een achtermiddag naar Clara,
die zij sinds eenigen tij'd minder dikwijls
zagen. Zij' wilden haar vragen ook deel
genoot te. worden in hun liefdadig werk
en belang te stellen in het lot van den
geheimzinuigen onbekende. Zij vonden
Clara in een grooten ruststoel, bij een ge
opend venster stond van de veranda. Cla
ra las een hoofdstuk uit de „Navolging
van Christus". Het boek lag in haar
schoot en haar oogen waren gevestigd op
de mooie bloemenmand die in een hoek
.{stond. Zij' lachte tegen haar kleine vrien
dinnen en reikte hen de hand. men zou
zeggen dat zijl een engel was in het wit
gekleed.
Ik bon erg. blij u te zien, kinderen.
Hot is al' zoo lang geleden sinds gij bier
geweest zijlt. Waar komt gij toc'h van
daan?
Ach lac^ouw, zei Alice, terwijl zij
haar omhelsde, wij zijn een beetje in be
slag genomen door onze gasten.
Een beetje, veel te vfiel! antwoordde
de zieke. Gij wordt .echte werelldlingpn,
gij verlaat mij on de goede God straft u,
want dit leven is niet passend voor u. Ik
vind dat Beatrix erg bleek is.
LANGE KERKSTRAAT 22 - TELEFOON 191
met rentevergoeding
van vier procent.
Correspondent te 's-Heerenhoek
J. M. J00SEN, Dorpstraat, Tel. 12
Campagne tegen den Minister van
Waterstaat.
„Hot Centrum" driestart:
Er wordt een stelselmatige, campagne,
door vrijzinnige en sociaal-democratsch©
bladen gevoerd tegen den Katholieken Mi
nister van Waterstaat.
Eerst was do aanleiding het aan den
Directeur-Generaal der Posterijen gegeven
verlof. Aanstonds heette het, dat de ondier-
grond hiervan was de voorgenomen be
noeming' van een 'KafSholiek tot mede
directeur. Ein dan ging" hot vanl dik liont-
'zaagt luien planken tegeini dezen hoogst, ver
dienstelijken hoofdambtenaar. Totdat het
aan „Het Handelsblad" zelfs al te erg
voorkwam', en dit blad een stevig ander
geluid deed hooien.
Onmiddellijk daarna, kwam- „Hot Volk",
dat zich bij' de Post-afflaire ook niet onbe
tuigd lia.d gelaten, niet een nieuwe sensa-
tioneele onthulling. Er moet een! Secre
taris-Generaal bij het Departement van
Waterstaat benoemd worden. Een daar
aanwezig hoofdambtenaar Was do aange
wezen in'an. Maar liij- zou gepasseerd wor
den. want Minister Boinlgaerts wilde per .se
een Katholiek, die natuurlijk veel minder
geschikt was, benoemen.
En ziet! Nauwelijks waren de lezers
van bun ergernis over zooveel partijdigheid
bekom'en. of daar verscheen bet Koninklijk
Besluit, waarbij de genoemde hoofdambte
naar, die- zoo snood gepasseerd zbu wor-
»dcn benoemd werd tot Secretaris-Gene
raal van het Departement van Water
staat
'n Menscli moet toch maar p'ec'h hebben!
Maar is 't niet diep ergerlijk, dat nu wij
aan het hoofd van dit Departement een
zoo bekwaam en energiek' ingenieur heb
ben. wi'ens onkreukbare eerlijkheid en
gaafheid van karakter hem' sinds jaren
aan beide zijden der Tweedje Kamer ziilk
een groot aanzien verschafte, zelfs hij,
reeds zoo kort na zijn optreden, door idfe
modder wordt gehaal'd|?
En dan verbaast „Het Volk" zich er
nog' over, dat er maar1 niet aankst-onds
neigen geschikte mannen bereid zijn, om
aan Mr. Limburg's verzoek, liet liooge-
Ministersanibt tc. aanvaarden, gevolg te
geven
Verwording.
Niet in alle kerken is het jubilé van
het Koninklijk Echtpaar op- 7 F-ebr. her
dacht.
'Blijkens m'ededeeling" in „De Hervor
ming" e-n toeliclhijing' ia „Het Ha'nde-lls-
blad" door den lieer Knappert te Dan
Haag' heeft genoemde heer, toen mevr.
Markus-Zernik'e, predikant bij' den Pro
testantenbond, die des morgens dp gods
dienstoefening voor de afdeel i®!g' van ge
noemden Bond leiidjelni zou, haar gevraagd
o T zij het zilveren feest van de Koningin
■gedenken zouwaarop dezte predikant
ontkennend antwoordde.
Het twistgesprek naar aanleiding van
deze weigering" wordt in de bladen aldus
weergegeven
„Ja maar waarom niet? Dat moet toch.
„Waarom wel, van wie moet het?"
„Een huiselijk feest van de eerste vrouw
van den Staat mocht toch wel met een on
kel woordje.de synode had! het trou
wens gevraagd."
„De synode! Daar hebben wij toch niets
mee te maken?"
Nu nee, natuurlijk niet, maar 'tis
tqcli ook niet in den g'pest van den Bond
om zoo iets niet te gedenken."
Overigens ook de voorzitter (genoemde
Knappert), was voor een republiek.
't Draaide me. 't Monster-Verbond tus
schen kerk en kbninig» nog nawerkende tot
in een' republikeiinsdh gjezn'nlde'n voorzit
er van een (Protestanten) bondsafdeeling.
Wij zullen niet veel zeggen pdar aan
leiding' van dit incidjen-t.
Mevrouw, Beatrix is -een beetje on
gesteld geweest, haastte Alice te zeggen,
maar haar schuld is het niet, niet waar
Beatrix, ik, ik wilde de verschijning zien.
D,e verschijning, herhaalde Clara
verwonderd, ik begrijp u niet. s
Om u een genoegen te d'oen zal ik u
alles vertellen Mevrouw', alleen
Wat alleen? vroeg Clara, toen zij
z!ag det liet jonge meisje aarzelde..
Beloof mij d'at u ons niat zult uit
lachen.
Ik zal! alles beloven wat ge maar
verlangt.
Nu dan Willt u met ons meewer
ken voor een weldadig doel?
Ik zal' doen zooveel ik kan, want ik
heb niet lang meer te levem aütw-oord'de
de zieke, treurig glimlachend.
Toe Mevrouw, dat moet u nu niet
zeggen! riepen de beide moisjes te gellijk
uit.
Boet u dat pijn? herhaalde Clara
zacht, dan zal' ik om u te pleizierén er
niet meer over spreken, ofschoon ik erg
ziek ben, ik voel hetDc heb reeds aan
den goeden God gevraagd mij te laten,
sterven.
En GabriëJ', Mevrouw Wat moet er
van hem worden zonder u! Hij houdt zoo
veel van u! zei Beatrix vol ontroering.
Clara trok haar naar zieh toe ,en om
helsde haar.
Gij hebt" gelijk lief kind, ik ben een
egoïste. Ik dacht alleen aan mijn geluk en
Maar er is de laatste maanden nogal'
vee 1 geschermd met het protestantsch ka
rakter der natie.
Zonder ons nu te mengen in de dis
cussies tusfeöhen Roomjsche en Chr.-His-
f arische bladen, wagen wij toch de opmer
king, dat een gezantschap bij het Vat.i-
caan (indien ooit) lieel wat mimider gevaar
oplever! voor dat karakter dan republï-
keinsclio uitingen als bovengenoemde.
Uitingen, die do verwording volkomen
maken, naar den regel: geem God, dus ook
geen Meester. („De Zeeuw".)
Op (ten tweeden Zondag in de Vasten.
Epistel I v. d. H. Paulus, to! dia van
Thcssalonica. IV., 17.
Broeders! wij bidden en smeeken u door
den Heer Jezus, dat, gelijk gij van ons ge
leerd hebt hoe gij behoort te wandelen
en aan God te behagen, gij! ook aldus wamt
deft, opdat gij meer en meer moogt toe
nemen. Want gij weet, welke bevelen ik
u door den Heer Jezus heb gegeven. Dit
toch is de wil' Gods, dat gij1 u heftig
maakt, u onthoudt van ontucht, eern ieder
van u zij'n lichaam in heiligheid -ooi eere
wetis te bezitten, niet in drift der be
geerlijkheid, gelijk de Heidenen, die God
niet kennen, cn niemand zijnen broeder
in eenigen handel' onderdrukke of bedriego
want de 'Heer is een wreker van all deze
dingen; gelijk wij' ïi voorzegd cn betuigd
hebben. Trouwens, God heeft ons niet tot
onzuiverheid, maar tot heiligheid geroe
pen, door Jezus Christus, onzen Heer.
Evangelie, Ma-ttheus. XVII. 1—9.
In dien tijlde nam Jezus met zicli Petrus
en Jacobus, en Joannes zijhen broeder, cn
leidde hen op eeuon hoogen berg alleen:
cn Hij1 werd voor hen van gedaante! veran
derd. En zijn aangericht blonk als de zon,
en zijne- kleederen werden wit als sneeuw.
En zie, Mozes en EJias Verschenen hun
cn -spraken met hem. Petrus antwoordde
■dan, en zeide tot Jezus: Heer, het is ons
goed hier te zijn; indien Gij will, laten
wij hier drie tenten maken, eciic. ,voor U,
ee-ne voor Mozes, en een© voor .Elïas. Ter
wijl hij nog sprak, zie, zoo overschaduwde
hen een heldere wolk. En zie, OgniC' stem
kwam uit de wolk, die zeide:, Hij: is mijh
welbeminde Zoon, in wien ik mijn Wel
behagen heb, hoort hem. En de leerlingen
dit hoorende, vielen op hunne aangezich
ten en waren zeer bevreesd. En Jezus na
derde -en raakte hen aan, en zeide hun:
staat op en vreest niet. En zij! sloegen
hunne oogen op, en zagen niemand dan
Jezus alleen. En als zij den berg afgin
gen, gebood Jezus hun en zeide: spreekt
niemand van dit gezicht, eer de Zoon des
mensehen van den dood verrezen is.
Een leemte in (te Kinderwetten.
Dezer dagen is terecht de lof gezongen
over de Kinderwetten, welke gedurende
vijï-en-twintig jaar in ons land zegenrijk
hebben gewerkt.
Dit wil geenszins zeggen, dat do wette
lijke- maatregelen ter volledige bescher
ming van het kind niet zouden kunjnen
verbeterd. Daarvoor immers is het men-
sch-enwerk. maar het mag toch a-1 tot
vreugde stemmen, dat met mensche-lijlke
middelen zooveel goeds kan worden ver
richt in aangelegenheden, welke in den
regel 'n sc'herp geaceen-tueerden more'elen
kant bezitten.
Dat moreel'e is en blijft de diepere on
dergrond, ook wanneer naar het uiterfijk
materieel hulp moet worden vferscjhaft.
Het geestelijke en het stoffelijke grijpien
hier, gelijk in, de meeste gevallen, in el
kander volgens de wettelijke bepa
lingen en voorzieningen ten vóórcleele van
het kind.
Toch bestaat er een leende, waar juist
bij dit jubileum van kinderbescherming de
aandacht nog eens op zij gevestigd.
Wij' stellen het geval: de ouders zij'n uit
bun ouderlijke macht ontzet; een alge-
lieele ontzetting dus. Wanneer nu bij hen
wordt aangeklopt, om in de verzorging
van hun kind bi; te dragen, dan weten
zij zich daaraan op allerlei wjjzen te ont
trekken: door werkeloosheid, waar of voor
gewend; door zich financieel in alle qti-
zichten machteloos te toonen; of wel door,
als zij daar de kans toe zienv bjj'v. het land
te verlaten. Wettelijk zijn deze ouders
om wettelijke redenen dus uit de ou
derlijke maevht ontze.t, maar verder trek
ken zij zic'h van het stoffelijke, dat op
niet aan het ïijneMaar ge hebt me
iets te vragen, Alice, zei zij op wat, vroo-
liijker toon, wat wilt gij1, lief kind?
Omdat u zoo goed zijtMevrouw,
bid ik u ter hulp te komen aan een! grijs
aard' die in do grootste ellende zit,'
Dit wil ilc graag doen. Ik zal be
ginnen met u een kleine som -gclds te ge
ven voor uw beschermeling, honcïerd
francs. Is dat genoeg? vroeg ziji toen zij
de verbazing der twee vriendinnen zag.
Maar Mevrouw, dat is veel te veel,
rlejien d-e jonge meisjes uit.
Laat mij- toch goed doen, zei Cl'ara
lachend'. Ik' hef echter een belasting op
die 100 francs. Gij moet hem vragen voor
mij te bidden. Enwaja* woont uw
vriend?
't Is treurig Mevrouw1, in een ver
laten ouden toren, meer geschikt om er
uilen te berbergen dan menschen.
Arme man! men moet hem een an
dere woonplaats geven, men moet liern
plaats-en in een oude-mannein-huisof
liier
Hier? bij u? riep Allice verwonderd
uit, d:a,ar moogt u toch niet aan denken,
Mevrouw, dat is onmogelijk!
Onmogelijk? Waarom?
Omdiat die man een onbekande is,
een vreemdeling. Bij' liem' is alles geheim
zinnig, wij weten niet eens vanwaar hij
komt.
Hoe heet hij?
Dat is een geheim, wij' weten er
hun kind betrekking Heeft, niets aan. D:o
moreel'e zijde, va-n de zaak deert- hen nog
veel minder, en er is niets, dat hen wet
telijk dwingen kan niet alle verantwoor
delijkheid va,li zich af te schuiven, nadat
zij moreel aan hunne ouderlijke, dus eerste
plichten zijn te kort geschoten. Een dwang
bijv. bij nalatigheid, hoe dan ook„ opzen
ding naar een rijkswerkinrichting, bestaat
niet. Met de stoffelijke verantwoordelijk
heid nemen die ouders bil ajjgeheele ont
vetting ].iet al'even gemakkelijk als met
de moreele.
Maar andersom, als men hier vaiMcgcn-
stelling spreken mag, is het precies zóó,
Stelle-n wijl' alweer het gevalouders,
die uit hun ouderEjhe macht ontzet zijn.
Aan iiot kind. dat elders goed en degelijk
is opgevoed, hebben zij' zic'h moreel noch'
materieel' ook maar iets laten gelegen Jig-
geu. Het kind is, ver van schadelijke' in
vloeden, grooter geworden en alle men-
schol'ijke waarborgen zijn aanwezig oirt het
eon goede maatschappelijke kans te ge
ven. Dan komen d-e ouders tot het besef,
dat zij financieel voordeel kunnen hebben
van het kind op een leeftijd, dat het kan
gaan verdienen. Zucht naar een voldoen
aan moreele verantwoordelijkheid is dit
niet; het is louter een stoffelijk, geldelijk
motief, dat hen leidt het kind terug te
krijgen, waarbij' liet veelal de vraag is of
dit voor bet kind en zijn verder feve-A
goed is. Het kan natuurlijk gebeuren, dat
de ouders niet meer zijn a.ls vroeger, toen
zij uit hun macht ontzet werden, .maar do
verwaarlbozing ook van hun materieelo
verplichting daarna, duidt gewoonlijk op
niet veel' goeds. Ook hier is een leemte,
welke nog niet afdoende mocht worden
aangevuld, en waarmee in dc pr.ac'tijilc'
vaak moeilijkheden worden ondervonden,
rechtstreeks ingaande tegen het belang
van het td,e beschermen.
(Dagbl. v. N.-Br.)!
DE TAFEL IN DE, VASTEN.
BD.ApPEIMJR.OQU ETTKiN,
250 gr. koude aardappelen, 2 hard ge
kookte eierdooiers, wat fijngehakte ui, pe
terselie, selderij!, 30 gr. boter, iets melk,
pep-er, zout, noot. Bereiding: De aarda-p-
pateii fijn malen cn vermengen mcit de
fijngewreven eierdooiers, de fijngehakte
kruiden, zout, pep-er en noot, de gesmolten
boter en zooveel' melk tot men een goed
samenhangend geheel! 'heeft verkregen.
Hiervan langwerpige, rolletjes vormen, de
ze door los geklopt eiwit, en paneermeel
halten en ze. in heel warm frituurvet goud
bruin -en knappend bakken.
SARDINE-BROODJES.
1 blikje sardines, 2' eieren, fijngehakte
ui, wat mosterd, zout, cayenho-peper, i-e.ts
kruid-euazijn, olie van de sardines. Berei
ding: De sardines van de graten ontdoen
-en fïj'n Wrijven met d,e hard gekooide ei
dooiers, de ui, de kruiderijen, a-zijh en
zooveel van de olie tot men een goed
smeerbaar mengsel heeft gekregen. Mpt
dit mengsel' nette stukjes geroosterd,1 broocl
bestrijken en ze schikken op een schaaltje,
met een vingerdoekje belegd en versierd
mtet takjes krulpeterselie.
WARME PUDDING.
100 gr. bloem, 100 gr. boter, 50 gr. sui
ker, 2 eieren, 3 eetlepels abrikozenjam',
iets bakpoeder. Bereiding: Die boter tot
room roeren, dan cle suiker, de eieren en
de bloem met gistpoeder toevoegen: en dan
de jam door de- massa roeren. Overdoen in
een met boter en paneermeel gppirepa-
reerden puddingvorm en pffin'. 2 uur au-
bain ma-rie laten kok-en. Den pudding pre
sente,eren met een ja-msaus. Hiervoor
neemt men 3 l'epels jam, verdunt dez'e met
2 d.L. wat-er, voegt wat citroensap toe
en bindt de sa-us met aangemaakte aard-
app-el'sago. (De Tij'd")
Meineed eu aansporing tot meineed.
Een bewoonster van een perceel aan de
Paviljoensgracht te Den Haag, die door
de politie, in verzekerde bewaring was
gesteld, verdacht een vriendin van haar
en een kellner te hebben aangespoord tot
meineed in een zaak, di-e verleiden wiee'k
voor den politierechter diende en. waarin
zï. terecht stond wegens smaad ten op
zichte van een agent van po-litie (ziji had
den a-gent beticht en de getuigen weten
te bewegen zulks onder cede te doen) is,
evenals de vriendin en de kellner, dio
niets van.
Arme -man! herhaalde Mevrouwi
(l'Astray vol van medelijden, misschien is
hij meer ongelukkig dan schuldig. Daten
wij hem toch goed doen om zijn lte&tste
dagen gelukkig te maken.
-Mama. zou het wel erg prettig vin
den alis zijl eenige inlichtingen van hem'
had, zei Alice. Als hij! ons de namen en
de adressen maar kon aangeven van de
personen met wie hij' in betrekking ge
staan heeft, zouden wij' wel .te weken ko
men wie hijl is.
Laten wij! het hem vragen, stelde
Beatrix voor.
Alice schudde het hoofd.
Hij zal niet antwoorden.
Beloof mij alles in het werk te stel
len om achter zijn naam te komen, kin
deren, zei Clara, ge zult zien dat hij' zal
antwoorden, als hij' begrepen heeft,'dat gij
hem juist ondervraagt om zij'n lot te ver
beteren.
En als hij nu weigert eenige inlich-
tingien te geven.
D;an moet ge hem toc'h nog helpen..
Het is een grijsaard, een ongelukkige
grijsaard-. Is dit niet voldoende om hem
hulp te verschaffen
Ja Mevrouw Wat zijt gij toch goed'!
z-ei Beatrix ontroerd.
(Wordt vervolgd.)