L. ROOS - GOES Tweede Blad BEATRIX. SPAARBANK ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926 NIEUWE ZEEUWSCHb COURAN. BUITENLAND blii' FEUILLETON UIT DE PERS KERKNIEUWS Sociale Berichten. Voor de Keuken. GEMENGD NIEUWS RUSLAND Een- meilnvaaiiHg Mil, De ri'ansche Jezuïet d'H erligny over wiens indrukken van Rusland wij' onlangs schreven in bus bnitenl'andseh overzicht, woonde in Moskou een merkwaardig) debat 1\ ij' .lezen daarover liet volgende in „De Tijd": Toen d'Herbigny op 4 October te Mos- cou aankwam, vielen hem op alle aanplak zuilen grooite biljetten op, die een debat- avond_ aankondigden tusschen den Volks commissaris van Onderwijs, Lounatchars- ky en den metropoliet, Voeden sky, die dc partijl voor den godsdienst op zou ne men. (Een metropoliet is wat wijl noemen een aartsbisschop. Ried. N. Z.' Ct.) Do vergadering werd gehouden op G October om 8; uur in don grooten Schouw- burg, waar plaats is voor 6000 personen. Althoewel de prijs der kaarten was bè- paald op een harv-en goudroebtel, was er geen plaats meer te krijgen, en reeds om 7 uur stonden duizenden uit alle kringen in regen en sneeuw geduldig te wachten. Wel: een treken, concludeert d'Herbigny, hoe diep de godsdienstige problemen nog lev en^ in do Slavische harten. Twee orthodoxe bisschoppen hadden zich bij' d'Herbigny aangeboden om hem te vergezellen. Nauwelijks had de kame raad directeur van den schouwburg ver nomen, dat er een Franseho professor in de zaal was, of er kwam een uitnoodiging om met de twee orthodoxe bisschoppen o.p bet toóhee 1dat voor dc leiding was ge reserveerd, plaats te nemen. De zaal is tot in de uiterste hoeken be zet met een rustige menigte, die gedo de de redevoeringen haast in godvruch- e aandacht is verzonken. Ook dc klei- ere bijzonderheden van d'Herbigny zijn an belang, omdat zij bewijzen, dat er in dc groote. steden geheel normale toestan: deu heersdien. Zoo. was de zaal' goed ver warmd en verlicht; de hoeden of liever mutsen en jassen gaf men af aan een ves- uaire. Iedereen is in zijn Sverkpak en do kleeding der vrouwen is gesloten. Men rookt niet. en is goed gewassehen. AÏ-. leen Lounafcharsky maakt een slordige® indruk, doch wekt daardoor de verden king, dat hij comedie speelt. Als de volkscommissaris binnentreedt wordt hem door de meesten een donderen^ i-v Scbracht; een vierde gedeelte blyft echter rustig zitten: 't zijn zij, cue gekomen zijn om den verdediger van den godsdienst te stcunen.1 priesters in loog met het borstkruis, bisschoppen, dra gende het eneolpion, toeken hunner waar digheid. „Maar het vreemdste van alles ïn deze vergadering, zegt d'Herbigny met recht, „was mijn tegenwoordigheid. De mees ten kennen het Romeinsche collare niet en evenmin de clèrgymandrachtalleen izounatcharsky beschouwt lang en met verwondering den Fransehen professor, dien baardeloozon priester, daar gezéten naast een Russischen metrorfet met lan gen baard". Dan geeft de voorzitter zonder eenige formaliteit het woord aan „kameraad den volkscommissaris". Deze spreekt bijna twee uur, bij wijze van causerie, cn zal' aamtoonende zin ledigheid van iederen godsdienst en de vaarde van het materialisme. Het ontstaan van den godsdienst is te wijten aan angsttoestanden in den primi tieven menseh, die natuurlek uit het dier geëvolueerd is. Animisme ais grond-type n godsdienst doet weer opgang en de priesters zijn niet anders dan een ver beterde editie van toovenaars. Dat pries- erdom kwam de kapitalisten natuurlijk! in het gevlei, en met het koningschap, dat ontstond uit de lagere despoten, ontwik kelde parallel! het polytheïsme (veelgoden- om) tot monotheïsme (leer van één God> Hu zich aanpassend aan zijin gehoor: n den hemel een tsaar en dus op aarde eveneens eentzaar. Dc bourgeoisie werd gedwongen neer te knielen aan dc voe merleValU t Kapitaal, en onderhoudt; mede de geestelyken, die op voorwaarde vairrio goed - inkomen op aarde zich gaarne belasten met het aanprijzen van ue heinelsche "vreugden. En zoo gaat de rimram1 door, twee uren aan «en stuk'. En waarachtig, Legt d'He" J0ny, zonder eenige vooringenomenheid kan ik liceï dc rede enkel kWli&jelexoB als „d'une lamentable pauvrete". (All's zijnde van een allertreurigste armoede aan argumenten. Red. N. Z. Ct.) Eu het publick luistert als ménschon, <lie dat al zoo dikwijls hebben geboord, en aan het slot een applaus, dat meer weg heeft van een ceremonieel gebruik' dan van enthousiasme. Dan komt de metropoliet Voedensky op het podium. Indrukwekkende slankt» figuur, in Oostersch priestergewaad, met- de kenteekeuen zijner waardigheid als -bisschop, metropoliet- en doptor in de tlicologjie op» de borst. Hij is nog jpgg aes-en-derti'g en baardeloos. Makke lijk spreker, die zijn gehoor weet te boeien door rustige voordracht en helderheid van begrippen, en soms de duizenden in zijn macht heeft door een we!l!sprekendihiei[d, die weet te stijgen tot warm enthousiasme. Tot zesmaal toe han hij bijna al z'ijh toe hoorders dwingen tot een enthousiast applaus, als hij, de Bisschop, in deze anti godsdienstige vergadering, den lof verkon digt van God, den Godsdienst en Christus' Godheid. Zijn argumentatie gaat recht door zee: I hi. stelt heel simpel de vraag of SovjjKt- w'aarheid anders is als bourgeoisie-waar- hcid, of' de Sovjet door haar optreden plotseling maakt, dat de waarheid der bourgeoisie, dat twee maal twee vier is, haar 'waarheid heeft verloren. E11 daar om verandert evenmin het leerstuk' van Godsbestaan door bet feit, dat er eeu poM- Üekc omwenteling hoeft plaats gehad. En dan ontwart bij zeker en bewust al de beweringen van Dounatcharsky. Het getuigt van groote en alzijdige belezen heid ais bi, de fabels van darwliiiiismlc, animisme weerlegt met het gezag van ge leerden uit Rusland en het Westen. „Met vuur en woorden vol: liefde en geloof spreekt de metropoliet over Jezus Christus, Zijn Godheid en Dienst. Deze preek op dit tooneei, in dezen schouwburg, in tegenwoordigheid van dit gehoor, in liet centrum' van het Moskou van 1925, hoe wonderlijk is dat alles. De toehoor ders schijnen hem welwillend gestemd tc zijn". Dan gaat 'Voedenslcy resumeeren. Ze ker, de volkscommissaris heeft met vreug de geconstateerd, dat de vernietiging van het Tsarisme den triomf bracht van het atheïsme. Maar nu waarschuwt hij' voor onwettige concdusies. Zeker, velen noe men zich atheïst, doeh men moot onder hen, die niet' naar de kerk' gaan, drie soorten onderscheiden, on wel le. de zeer weinigen, die atheïst zij'n op wetenschappelijke gronden, zooals Dou natcharsky cn ik heb bewezen, dat noch hun atheïsme, noch hun materialisme in de wetenschap steun vinden; 2e. zij', en dat zijn er meer, dia zelf de godsdienstige vraagstukken niet bestudee- ren, doch die atheïst zij'n omdat hun kame raad Dounatcharsky liet. is, en die. zegt, dat hij het weet; 3e. nu komen de meesten, nJL zij, die niet naar de kerk gaan omdat ziji in staatsdienst zijn en anders worden ontsla gen; en dat zij'n in hun hart géén atheïs ten 'maar christenen. Het einde van zi,u betoog, dat ik zeer kort moest weergeven, verliest zich) in een oorverdoovend lawaai. Toejuichingen en bedreigingen door elkaar. Men roept den metropoliet toe, dat hij' hen beleedigt, dal hij moot terugtrekken. D-e Voorzitter belt, maar weigert dort redenaar tot de órde te roepen, omdat het een vrije debatavoncl was. Dan -gaat de metropoliet door. Maar' een reus van een kerel overhandigt hem een stuk papier waarop hij licht te be grijpen bedreigingen heeft neergeschreven. Do bisschop scheurt het in snippers en gaat ongestoord door in stijlgend enthou siasme. In pakkende beelden schildert hij wat het materialisme doet voor het volk en zijn ellende, en hoe daartegenover staat do Christus met Zijn uitnoodiging:. „komt allen tot Mij", Christus, de- vriend der menschen, van de nederige® vooral', dio evenals Hij' armen en werklieden zijn. Hot enthousiasme is weer haast alge meen. „Velen, zegt d'Herbigny, dio waren gekomen in de meening. datzij! volbloed atheïst waren, voelen zich in al de tril lingen van hun Slaviscln gemoed christen".- Dan probeert Dounatcharsky den in druk van zijn tegenstander weg te wer ken mcit wat goedkoope aardigheden en een verheerlijking1 van den arbeid. Maai bij heeft geen succes en het sl'ot wees uit, dat dc avond haast n triomf werd voor het christelijk geloof. 56) 0— XXIX. Mevrouw Vaicreuse had geen wantrou wende natuur, zij beklaagde' ernstig den geheimzinuigen grijsaard' van den toren, die voor Alice en Beatrix zoo goed ge weest was en wil'de hem! helpen, maar toch werd haar gedachte nog door een twijfel ingenomen: Wie was die onbekende, wiens waren naam men zelfs niet kend'e? Waar kwam hij vandaan? Zij was al' ,te liefdadig om een menseh, wiens armoede ziji kende, niet bij te staan cn ofschoon zij! maar wei nig vertrouwen in hem had, besloot zij toch om hem te helpen. Alice en Beatrix namen, mot de heftig heid, hun leeftijd eigen, de zaak van den grijsaard zeer ter harte, zij vroegen zich zel'fs niet of, of zij! geloof moesten hechten aan zijb woorden. Zij geloofden alles, zij namien alles aan. Zij wilden hun tijd, hun invloed'; en liet weinige geld, waarover zij. tic beschikken hadden, gaarne geven om liet lot van den armen grijsaard -geheel en al' te verbeteren. Zij waren nog tc jong om gemakkelijk te gel'ooven aan het kwaad' en geloofden eerder aan het berouw', maar het bere kende kwaad, het kwaad dat iederen dag gedaan wordt onder den sc-hijn van het goed, scheen hen zoo afschuwelijk toe, dat zij niet het minste ervan in hun hart wil den l'aten binnen sluipen; bevreesd als zij waren 'dat het een onrecht zon zijn,, den armen bedelaar aangedaan. Vol' van deze liefdadige gedachten gin gen zij op een achtermiddag naar Clara, die zij sinds eenigen tij'd minder dikwijls zagen. Zij' wilden haar vragen ook deel genoot te. worden in hun liefdadig werk en belang te stellen in het lot van den geheimzinuigen onbekende. Zij vonden Clara in een grooten ruststoel, bij een ge opend venster stond van de veranda. Cla ra las een hoofdstuk uit de „Navolging van Christus". Het boek lag in haar schoot en haar oogen waren gevestigd op de mooie bloemenmand die in een hoek .{stond. Zij' lachte tegen haar kleine vrien dinnen en reikte hen de hand. men zou zeggen dat zijl een engel was in het wit gekleed. Ik bon erg. blij u te zien, kinderen. Hot is al' zoo lang geleden sinds gij bier geweest zijlt. Waar komt gij toc'h van daan? Ach lac^ouw, zei Alice, terwijl zij haar omhelsde, wij zijn een beetje in be slag genomen door onze gasten. Een beetje, veel te vfiel! antwoordde de zieke. Gij wordt .echte werelldlingpn, gij verlaat mij on de goede God straft u, want dit leven is niet passend voor u. Ik vind dat Beatrix erg bleek is. LANGE KERKSTRAAT 22 - TELEFOON 191 met rentevergoeding van vier procent. Correspondent te 's-Heerenhoek J. M. J00SEN, Dorpstraat, Tel. 12 Campagne tegen den Minister van Waterstaat. „Hot Centrum" driestart: Er wordt een stelselmatige, campagne, door vrijzinnige en sociaal-democratsch© bladen gevoerd tegen den Katholieken Mi nister van Waterstaat. Eerst was do aanleiding het aan den Directeur-Generaal der Posterijen gegeven verlof. Aanstonds heette het, dat de ondier- grond hiervan was de voorgenomen be noeming' van een 'KafSholiek tot mede directeur. Ein dan ging" hot vanl dik liont- 'zaagt luien planken tegeini dezen hoogst, ver dienstelijken hoofdambtenaar. Totdat het aan „Het Handelsblad" zelfs al te erg voorkwam', en dit blad een stevig ander geluid deed hooien. Onmiddellijk daarna, kwam- „Hot Volk", dat zich bij' de Post-afflaire ook niet onbe tuigd lia.d gelaten, niet een nieuwe sensa- tioneele onthulling. Er moet een! Secre taris-Generaal bij het Departement van Waterstaat benoemd worden. Een daar aanwezig hoofdambtenaar Was do aange wezen in'an. Maar liij- zou gepasseerd wor den. want Minister Boinlgaerts wilde per .se een Katholiek, die natuurlijk veel minder geschikt was, benoemen. En ziet! Nauwelijks waren de lezers van bun ergernis over zooveel partijdigheid bekom'en. of daar verscheen bet Koninklijk Besluit, waarbij de genoemde hoofdambte naar, die- zoo snood gepasseerd zbu wor- »dcn benoemd werd tot Secretaris-Gene raal van het Departement van Water staat 'n Menscli moet toch maar p'ec'h hebben! Maar is 't niet diep ergerlijk, dat nu wij aan het hoofd van dit Departement een zoo bekwaam en energiek' ingenieur heb ben. wi'ens onkreukbare eerlijkheid en gaafheid van karakter hem' sinds jaren aan beide zijden der Tweedje Kamer ziilk een groot aanzien verschafte, zelfs hij, reeds zoo kort na zijn optreden, door idfe modder wordt gehaal'd|? En dan verbaast „Het Volk" zich er nog' over, dat er maar1 niet aankst-onds neigen geschikte mannen bereid zijn, om aan Mr. Limburg's verzoek, liet liooge- Ministersanibt tc. aanvaarden, gevolg te geven Verwording. Niet in alle kerken is het jubilé van het Koninklijk Echtpaar op- 7 F-ebr. her dacht. 'Blijkens m'ededeeling" in „De Hervor ming" e-n toeliclhijing' ia „Het Ha'nde-lls- blad" door den lieer Knappert te Dan Haag' heeft genoemde heer, toen mevr. Markus-Zernik'e, predikant bij' den Pro testantenbond, die des morgens dp gods dienstoefening voor de afdeel i®!g' van ge noemden Bond leiidjelni zou, haar gevraagd o T zij het zilveren feest van de Koningin ■gedenken zouwaarop dezte predikant ontkennend antwoordde. Het twistgesprek naar aanleiding van deze weigering" wordt in de bladen aldus weergegeven „Ja maar waarom niet? Dat moet toch. „Waarom wel, van wie moet het?" „Een huiselijk feest van de eerste vrouw van den Staat mocht toch wel met een on kel woordje.de synode had! het trou wens gevraagd." „De synode! Daar hebben wij toch niets mee te maken?" Nu nee, natuurlijk niet, maar 'tis tqcli ook niet in den g'pest van den Bond om zoo iets niet te gedenken." Overigens ook de voorzitter (genoemde Knappert), was voor een republiek. 't Draaide me. 't Monster-Verbond tus schen kerk en kbninig» nog nawerkende tot in een' republikeiinsdh gjezn'nlde'n voorzit er van een (Protestanten) bondsafdeeling. Wij zullen niet veel zeggen pdar aan leiding' van dit incidjen-t. Mevrouw, Beatrix is -een beetje on gesteld geweest, haastte Alice te zeggen, maar haar schuld is het niet, niet waar Beatrix, ik, ik wilde de verschijning zien. D,e verschijning, herhaalde Clara verwonderd, ik begrijp u niet. s Om u een genoegen te d'oen zal ik u alles vertellen Mevrouw', alleen Wat alleen? vroeg Clara, toen zij z!ag det liet jonge meisje aarzelde.. Beloof mij d'at u ons niat zult uit lachen. Ik zal! alles beloven wat ge maar verlangt. Nu dan Willt u met ons meewer ken voor een weldadig doel? Ik zal' doen zooveel ik kan, want ik heb niet lang meer te levem aütw-oord'de de zieke, treurig glimlachend. Toe Mevrouw, dat moet u nu niet zeggen! riepen de beide moisjes te gellijk uit. Boet u dat pijn? herhaalde Clara zacht, dan zal' ik om u te pleizierén er niet meer over spreken, ofschoon ik erg ziek ben, ik voel hetDc heb reeds aan den goeden God gevraagd mij te laten, sterven. En GabriëJ', Mevrouw Wat moet er van hem worden zonder u! Hij houdt zoo veel van u! zei Beatrix vol ontroering. Clara trok haar naar zieh toe ,en om helsde haar. Gij hebt" gelijk lief kind, ik ben een egoïste. Ik dacht alleen aan mijn geluk en Maar er is de laatste maanden nogal' vee 1 geschermd met het protestantsch ka rakter der natie. Zonder ons nu te mengen in de dis cussies tusfeöhen Roomjsche en Chr.-His- f arische bladen, wagen wij toch de opmer king, dat een gezantschap bij het Vat.i- caan (indien ooit) lieel wat mimider gevaar oplever! voor dat karakter dan republï- keinsclio uitingen als bovengenoemde. Uitingen, die do verwording volkomen maken, naar den regel: geem God, dus ook geen Meester. („De Zeeuw".) Op (ten tweeden Zondag in de Vasten. Epistel I v. d. H. Paulus, to! dia van Thcssalonica. IV., 17. Broeders! wij bidden en smeeken u door den Heer Jezus, dat, gelijk gij van ons ge leerd hebt hoe gij behoort te wandelen en aan God te behagen, gij! ook aldus wamt deft, opdat gij meer en meer moogt toe nemen. Want gij weet, welke bevelen ik u door den Heer Jezus heb gegeven. Dit toch is de wil' Gods, dat gij1 u heftig maakt, u onthoudt van ontucht, eern ieder van u zij'n lichaam in heiligheid -ooi eere wetis te bezitten, niet in drift der be geerlijkheid, gelijk de Heidenen, die God niet kennen, cn niemand zijnen broeder in eenigen handel' onderdrukke of bedriego want de 'Heer is een wreker van all deze dingen; gelijk wij' ïi voorzegd cn betuigd hebben. Trouwens, God heeft ons niet tot onzuiverheid, maar tot heiligheid geroe pen, door Jezus Christus, onzen Heer. Evangelie, Ma-ttheus. XVII. 1—9. In dien tijlde nam Jezus met zicli Petrus en Jacobus, en Joannes zijhen broeder, cn leidde hen op eeuon hoogen berg alleen: cn Hij1 werd voor hen van gedaante! veran derd. En zijn aangericht blonk als de zon, en zijne- kleederen werden wit als sneeuw. En zie, Mozes en EJias Verschenen hun cn -spraken met hem. Petrus antwoordde ■dan, en zeide tot Jezus: Heer, het is ons goed hier te zijn; indien Gij will, laten wij hier drie tenten maken, eciic. ,voor U, ee-ne voor Mozes, en een© voor .Elïas. Ter wijl hij nog sprak, zie, zoo overschaduwde hen een heldere wolk. En zie, OgniC' stem kwam uit de wolk, die zeide:, Hij: is mijh welbeminde Zoon, in wien ik mijn Wel behagen heb, hoort hem. En de leerlingen dit hoorende, vielen op hunne aangezich ten en waren zeer bevreesd. En Jezus na derde -en raakte hen aan, en zeide hun: staat op en vreest niet. En zij! sloegen hunne oogen op, en zagen niemand dan Jezus alleen. En als zij den berg afgin gen, gebood Jezus hun en zeide: spreekt niemand van dit gezicht, eer de Zoon des mensehen van den dood verrezen is. Een leemte in (te Kinderwetten. Dezer dagen is terecht de lof gezongen over de Kinderwetten, welke gedurende vijï-en-twintig jaar in ons land zegenrijk hebben gewerkt. Dit wil geenszins zeggen, dat do wette lijke- maatregelen ter volledige bescher ming van het kind niet zouden kunjnen verbeterd. Daarvoor immers is het men- sch-enwerk. maar het mag toch a-1 tot vreugde stemmen, dat met mensche-lijlke middelen zooveel goeds kan worden ver richt in aangelegenheden, welke in den regel 'n sc'herp geaceen-tueerden more'elen kant bezitten. Dat moreel'e is en blijft de diepere on dergrond, ook wanneer naar het uiterfijk materieel hulp moet worden vferscjhaft. Het geestelijke en het stoffelijke grijpien hier, gelijk in, de meeste gevallen, in el kander volgens de wettelijke bepa lingen en voorzieningen ten vóórcleele van het kind. Toch bestaat er een leende, waar juist bij dit jubileum van kinderbescherming de aandacht nog eens op zij gevestigd. Wij' stellen het geval: de ouders zij'n uit bun ouderlijke macht ontzet; een alge- lieele ontzetting dus. Wanneer nu bij hen wordt aangeklopt, om in de verzorging van hun kind bi; te dragen, dan weten zij zich daaraan op allerlei wjjzen te ont trekken: door werkeloosheid, waar of voor gewend; door zich financieel in alle qti- zichten machteloos te toonen; of wel door, als zij daar de kans toe zienv bjj'v. het land te verlaten. Wettelijk zijn deze ouders om wettelijke redenen dus uit de ou derlijke maevht ontze.t, maar verder trek ken zij zic'h van het stoffelijke, dat op niet aan het ïijneMaar ge hebt me iets te vragen, Alice, zei zij op wat, vroo- liijker toon, wat wilt gij1, lief kind? Omdat u zoo goed zijtMevrouw, bid ik u ter hulp te komen aan een! grijs aard' die in do grootste ellende zit,' Dit wil ilc graag doen. Ik zal be ginnen met u een kleine som -gclds te ge ven voor uw beschermeling, honcïerd francs. Is dat genoeg? vroeg ziji toen zij de verbazing der twee vriendinnen zag. Maar Mevrouw, dat is veel te veel, rlejien d-e jonge meisjes uit. Laat mij- toch goed doen, zei Cl'ara lachend'. Ik' hef echter een belasting op die 100 francs. Gij moet hem vragen voor mij te bidden. Enwaja* woont uw vriend? 't Is treurig Mevrouw1, in een ver laten ouden toren, meer geschikt om er uilen te berbergen dan menschen. Arme man! men moet hem een an dere woonplaats geven, men moet liern plaats-en in een oude-mannein-huisof liier Hier? bij u? riep Allice verwonderd uit, d:a,ar moogt u toch niet aan denken, Mevrouw, dat is onmogelijk! Onmogelijk? Waarom? Omdiat die man een onbekande is, een vreemdeling. Bij' liem' is alles geheim zinnig, wij weten niet eens vanwaar hij komt. Hoe heet hij? Dat is een geheim, wij' weten er hun kind betrekking Heeft, niets aan. D:o moreel'e zijde, va-n de zaak deert- hen nog veel minder, en er is niets, dat hen wet telijk dwingen kan niet alle verantwoor delijkheid va,li zich af te schuiven, nadat zij moreel aan hunne ouderlijke, dus eerste plichten zijn te kort geschoten. Een dwang bijv. bij nalatigheid, hoe dan ook„ opzen ding naar een rijkswerkinrichting, bestaat niet. Met de stoffelijke verantwoordelijk heid nemen die ouders bil ajjgeheele ont vetting ].iet al'even gemakkelijk als met de moreele. Maar andersom, als men hier vaiMcgcn- stelling spreken mag, is het precies zóó, Stelle-n wijl' alweer het gevalouders, die uit hun ouderEjhe macht ontzet zijn. Aan iiot kind. dat elders goed en degelijk is opgevoed, hebben zij' zic'h moreel noch' materieel' ook maar iets laten gelegen Jig- geu. Het kind is, ver van schadelijke' in vloeden, grooter geworden en alle men- schol'ijke waarborgen zijn aanwezig oirt het eon goede maatschappelijke kans te ge ven. Dan komen d-e ouders tot het besef, dat zij financieel voordeel kunnen hebben van het kind op een leeftijd, dat het kan gaan verdienen. Zucht naar een voldoen aan moreele verantwoordelijkheid is dit niet; het is louter een stoffelijk, geldelijk motief, dat hen leidt het kind terug te krijgen, waarbij' liet veelal de vraag is of dit voor bet kind en zijn verder feve-A goed is. Het kan natuurlijk gebeuren, dat de ouders niet meer zijn a.ls vroeger, toen zij uit hun macht ontzet werden, .maar do verwaarlbozing ook van hun materieelo verplichting daarna, duidt gewoonlijk op niet veel' goeds. Ook hier is een leemte, welke nog niet afdoende mocht worden aangevuld, en waarmee in dc pr.ac'tijilc' vaak moeilijkheden worden ondervonden, rechtstreeks ingaande tegen het belang van het td,e beschermen. (Dagbl. v. N.-Br.)! DE TAFEL IN DE, VASTEN. BD.ApPEIMJR.OQU ETTKiN, 250 gr. koude aardappelen, 2 hard ge kookte eierdooiers, wat fijngehakte ui, pe terselie, selderij!, 30 gr. boter, iets melk, pep-er, zout, noot. Bereiding: De aarda-p- pateii fijn malen cn vermengen mcit de fijngewreven eierdooiers, de fijngehakte kruiden, zout, pep-er en noot, de gesmolten boter en zooveel' melk tot men een goed samenhangend geheel! 'heeft verkregen. Hiervan langwerpige, rolletjes vormen, de ze door los geklopt eiwit, en paneermeel halten en ze. in heel warm frituurvet goud bruin -en knappend bakken. SARDINE-BROODJES. 1 blikje sardines, 2' eieren, fijngehakte ui, wat mosterd, zout, cayenho-peper, i-e.ts kruid-euazijn, olie van de sardines. Berei ding: De sardines van de graten ontdoen -en fïj'n Wrijven met d,e hard gekooide ei dooiers, de ui, de kruiderijen, a-zijh en zooveel van de olie tot men een goed smeerbaar mengsel heeft gekregen. Mpt dit mengsel' nette stukjes geroosterd,1 broocl bestrijken en ze schikken op een schaaltje, met een vingerdoekje belegd en versierd mtet takjes krulpeterselie. WARME PUDDING. 100 gr. bloem, 100 gr. boter, 50 gr. sui ker, 2 eieren, 3 eetlepels abrikozenjam', iets bakpoeder. Bereiding: Die boter tot room roeren, dan cle suiker, de eieren en de bloem met gistpoeder toevoegen: en dan de jam door de- massa roeren. Overdoen in een met boter en paneermeel gppirepa- reerden puddingvorm en pffin'. 2 uur au- bain ma-rie laten kok-en. Den pudding pre sente,eren met een ja-msaus. Hiervoor neemt men 3 l'epels jam, verdunt dez'e met 2 d.L. wat-er, voegt wat citroensap toe en bindt de sa-us met aangemaakte aard- app-el'sago. (De Tij'd") Meineed eu aansporing tot meineed. Een bewoonster van een perceel aan de Paviljoensgracht te Den Haag, die door de politie, in verzekerde bewaring was gesteld, verdacht een vriendin van haar en een kellner te hebben aangespoord tot meineed in een zaak, di-e verleiden wiee'k voor den politierechter diende en. waarin zï. terecht stond wegens smaad ten op zichte van een agent van po-litie (ziji had den a-gent beticht en de getuigen weten te bewegen zulks onder cede te doen) is, evenals de vriendin en de kellner, dio niets van. Arme -man! herhaalde Mevrouwi (l'Astray vol van medelijden, misschien is hij meer ongelukkig dan schuldig. Daten wij hem toch goed doen om zijn lte&tste dagen gelukkig te maken. -Mama. zou het wel erg prettig vin den alis zijl eenige inlichtingen van hem' had, zei Alice. Als hij! ons de namen en de adressen maar kon aangeven van de personen met wie hij' in betrekking ge staan heeft, zouden wij' wel .te weken ko men wie hijl is. Laten wij! het hem vragen, stelde Beatrix voor. Alice schudde het hoofd. Hij zal niet antwoorden. Beloof mij alles in het werk te stel len om achter zijn naam te komen, kin deren, zei Clara, ge zult zien dat hij' zal antwoorden, als hij' begrepen heeft,'dat gij hem juist ondervraagt om zij'n lot te ver beteren. En als hij nu weigert eenige inlich- tingien te geven. D;an moet ge hem toc'h nog helpen.. Het is een grijsaard, een ongelukkige grijsaard-. Is dit niet voldoende om hem hulp te verschaffen Ja Mevrouw Wat zijt gij toch goed'! z-ei Beatrix ontroerd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1926 | | pagina 5