Tweede Blad Stille nood. NIEUWE ZEEUWSGHE COURANT ZAT EROM* 6 FEBRUARI 1026 FEUILLETON BEATRIX. UIT DE PERS ^"KMKÏÏTëuws" Nederland èn in Augustus, toen een wer velstorm Borrtdo Langcnboom ver woestte èn einde .December des vorigCn iaars toen zware overstroommgen oen o-root deel van Limburg, Noord-Brabant en Gelderland teisterden. Kmim en mild vloeiden de gaven van allo kanten toe •om den nood zooveel mogelijk te lenigen en de van huifs en baard en bezit en goed berooiden zooveel nvogell'iijk te Imp te komen. Beide rampen spraken luide tot aller medeHjdeo. En inmiddels wordt in een ander deel Van ons land sinds lang in stilte een nood geileden, een armoede ver duurt ent oen leed gedragen ..die in omvang en algemeenheid, in scherpte en in duur den stormnoód en den watersnood, oven- aren, zoo niet overtreffen. Dóch het dringt niet of althans schaars tot de open baarheid door en zoodoende, blijft de zoo hoog noodzakelijke hulp voor de ongeluk kige slachtoffers uit. Waar die nood dan heerscht i VV ei, in de Drentsche Venen waarover sinds maanden en maanden de zwartstei armoede het nijpendste gebrek haar vale vlerken liebbeil uitgespreid. Dezer dagen heeft 'een groep persver- teo-enwoordigers onder geleide van auto riteiten uit de Drentsche veensreken eon autotocht ondernomen om door persoonlijk bezoek aan de noodlijdenden, zooailis ze daar leven op de desolate velden in bun krotten, zich te vergewissen van den aller hoogst™ nood waarin duizenden onzer natuur- en landgenoot-en verkoeren. Voor dit bezoek werd genotnen de ge meente Emmen, bet centrum der veen- streek. Dezo gemeente bcjptaat uit oen agglomeratie van 53 dorpen en gehuchten, beslaat een oppervlakte van 3000 II'.A. bevat 34.000 inwoners, waarvan ruim 20.000 olkomen arm zijn en het getal dervenen, die welvarend zijn, uiterst ge l-in" is. De middenstand lijdt zwaar onder de economisch» malaise cler. bevolking, de belastingen zijn drukkend, vooral' door de enorme eisehen, die do bestrijding der werkloosheid aande gemeentekas stelt, zelfs nu het Bij'lc voor 75 °/o daarin bij springt. Want de werkloosheid is de bronaar van alle ellende. De veenarbeiders plegen te wierken van ongeveer einde Maart tot zoowat midden Juni en daarna -zoo was liet in normale, omstandigheden gingen de mannen in den winter werk zoeken in Dluitselila.nd, kwamen tegen Kerstmis terug en kon den dan rondkomen tot hot tijdstip dal, er Weer gegraven kon worden. Thans hebben niet alleen de kolen goeddeels de turf verdrongen, .maar ook mot het werken in Kuitschlandwed'k land zijn eigen werk- loozrn lvceft, is het uit. Daarmede, was een periode van werkloosheid op groote schaal en dus een algeinccne noodtoestand inge' luid. Uit oen persrelaas van dezen tocht van ;,De Tijd" knippen wij het volgftndo uit: Het was een troostclooze tocht onder den grijzen hemel van dat, troepje bijeen schuifelende, door de kleffe modder bag gerende journalisten, die niet. beliulp van een aanteekenfcoekje en oen stompje pot lood, met jassen zwaar van den regen en druipende hoeden, daar de ellende hadden op te teekenen om een ieder in het land hetzelfde vaderland als dat van deze beproefde Drentsche bewoners te doen vreten En ach, wat te doen weten! Hebben wijl misschien het ergste wel gezien? Die ©ene hut was miserabeler dan do andere, en verderop lag nog een ellendiger hok, en weer verderop nog vijf, die er nóg erger aan toe waren. Maar steeds verder, steeds verliggen zij, die keten, Waarlijk on- dergrondscho. holen, en zijn zijn, hij' deze weergesteldheid, a.1' bijna niet meer te bereiken. Wij moesten ons dus beperken tot een gering aantal. En dan: over Emmen en de toestanden in de Drentsohe venen is al zooveel ge schreven. Ieder in het. land denkt te. weten, hoe het er daar uitziet. Het is niet waar. Men kan liet niet weten, als men hot niet met eigen oogen heeft gezien. Wij kwamen achtereenvolgens in hutjes van allergeringste afmetingen waarin man en vrouw woonden met zeven a acht kin deren en nog enkele kippen over den vlber kakelden, waar het droop van het door- lokkend water. „Maar waar slapen jullie dan?" Ging 51) -0- Op een kouden winterdag, toen de sneeuw1 in dikke vlokken neerviel kwam oen jonga heer uit de .buurt de aardige D.elphino ten huwelijk vragen. Het, jonge meisje beminde hein, maar haai' vader zei tot haar minnaar, ziet ge de sneeuw1 die' daar valt? Al liadt gij: zooveel! daalders als daar sneeuwvlokken vallen, dan zou ik u nog niet willen. En niettegenstaande de smeekingen en tranen van zijn dochter zond hij hem weg. Eenig-en tijd daarna Iwerd de jonge man dood in het woud1 gevonden. Boeland „zonder hart"- had zeer zeker ccnige ellendelingen betaald die hem moésten vermoorden. En nederknielend op de koude sneeuw bij het lijk van hem dien zij! had bemind, beloofde Delphine zich aan den Heer toe te wijden. Toen .Roeland „zonder hart" het besluit van zijn dochter vernomen had, ontstak hij in vroeselijken toorn en om te verhinderen dat zij haar plan ten uitvoer bracht, liet hij haar in een ouden toren opsluiten. Maar den volgenden morgen, o verras sing! o wonder! toen men haar voedsel er een scheef-getrokken deurtje open en daarnaast nog een: tweo alkoofjes van bij' elkaar nog geen vier vierkante meter. Daarin slapen? Maar dat is toch niet mogelijk! „Ja kij'k een met hot hoofd hier, en oen aan jell andoren kant, eu dan weer een zóó..." Voor hondenhok nog te klein, te benauwd! In een ander krot werd om beurten.geslapentwee uur slapen en dan eruit voor een ander. Weer elders was niet ééns de gelegenheid um zich uit te strekken des nachts. Zittende slapen dus, nis liet te nat was om „hot „meubilair" zoo lang in de op-ui lucht to zetten. .Drie gevallen zijn ons bizonder bijge bleven. Dnar was vooreerst een lekke, vochtige woonschuit, waarin een vrij groot gezin onderdak had gevonden. Via do loopplank stapten wij in het, ruim en daar mede zoó in het groezelige water, dat op den bodem stond. Alles was even voch tig en klam, verrot en smerig. Toen wij onze verbazing uitspraken over zulk een woontoestand, begon do vrouw, overspan nen en ziek, te huilen. Het tweede geval betrof het onrnogdllijk vei-blijf, tusschen Erica en Klazinaveen, van een mail mot zijn vrouw, twee. kin deren en den „zwager" in een uitgegraven en bezijden opgehoogd „hol". Het was er zóó klein, dat de nieusehcu zich 's nachts niet eens konden uitstrekken om te. slapen. Zij sliepen-zittend. Van meubilair geen sprake. Een kacheltje en wat turven was alles. Wij gaven de vrouw wal geld. Zij besefte hel ma-% halt': kindsrlr ge,worden. En tenslotte een houten keet, waarvan liet dal* gedc.eltc-lijk was verdwenen. Zoo lag. vrijwel onder den bloofen hemel, ee.n ziek kind met afzichtelijk gezwollen on derlijfje biliktubemilosc Het einddoel van oen langen tocht, die zelfs tol over de Ihiitscho grens voerde, was al è-ven jontstelliloncl. Wij hadden al menig keer „slootjc-ge sprongen," terwijl een Duitschc Douanier ons in de verte lioofdschuddepd stond na te sinren: kwamen tenslotte bij een soort Indiaanse,he blokhut. Er om heen was Ihet •eenvoudig een modderpoel, nog te, vochtig en te rlrekkig voor een varkenshok. In de lint was het'ditmaal niet uitte houden. Er brandde een open vuur en de verslik kende rook hing in- het vertrekje als een dikke hluuw-wiUe ncvell'. Een man op jaren pookte ofider een zwarten ketel. In den hoek. en dat was nog het ernste, stond -een wieg met oen kindje van nog- geen twee jaar. Wij wisten -niet, hoe sned hier weer uit te komen. En hier leven die m.clisc'h.ui I Hoe dikwijls we ons niet hebben afgevraagd: „maar hoe kunnen ze daar in leven...", het was zoo dikwijls, als wij weet een staaltje zagen van een piigelooÖij'ke primitieve levenswijze, cBn gehardheid in levensomstandigheden, die mensc'helijkerwijs gesproken, niet te har den zijn. En (lit is in 'Nederland en in 1926. ïn een land dus, dat- beschaafd lieet te Zijn en in een tijd, die een bijwijlen gcraffinccrd-gcpcrfectionneerdic wijze van leven kent. Bi,i het lezen alleen van die ellende wordt het eert mensöh wee om het hart. Wat moet het dan wed geweest zijn voor hen die ze aanschouwden. Maar bovenal wat moet hot ziju voor degenen, die in die ellende als in een poel verzonken liggen. Moge liefdadig Necleiftaud. dat nimj nier zijn hand gesloten hield, waar leed viel te verzachten, nood viel' te lenigen, zich o-ver de arme bewoners der' Drent sche venen ontfermen, Hem ter oeija, en Hem ter liefde, die zelfs ga eg glaa water, den dorstigen evenmens-dh toege reikt 003.16100^1 iaat. N. B. Te Emmen lieeft zieli een comité gevormd 0111 ill (leu ergsten nood te voor zien. Bijdragen kunnen worden opgezon den aan den hoer J. Haiders Rz. te Enr- Omtrent de kabinetsformatie schreef' Baron van Wijnbergen- iji „De Maasbode" Eemntail de opdracht gegeven zijnde flan. mi'. Limburg, moet natuurlijk eerst Het resultaat 'worden afgewjaleht. Slaagt hij, dan 'willen wij' nogmaals gaarne lier- halen, dat zeer zeker de heer Limburg ten volle aanspraak mag- maken op de meest loyale oppositie, een loyale oppositie, djo ongetwijfeld ten opzichte van hom' gaarne en van harte zal Worden betnaght. v Gewóón zijnde nu eenmaal onomwon den ohze uiceuimg te zeggen, moeten 'we er echter aaanstonds ,a,an toevoege.ui, dat o.i. eenmaal zal kunnen blijken, dat 's. lands belang- beter gediend is geworden, indien kwam brengen was de godvruchtige Del- phine verdwenen. Men bracht spoedig het nieuws aan Roe land „zonder hart" over, die, nu nog slech ter werd dan de ergste heiden. Drie jaren later stierf hét jonge meisje, dat ongetwijfeld door do engelen nit haar gevangenis verlost was, in geur van hei ligheid in. een zeer streng Miöostcr. Maar eens inhet jaar in het, midden van den nacht van 5 op 6 September, komt de dochter vau Roeland „zonder hart" terug op den toren en staat epn gunst toe aan ieder, die. den moed heeft om op dit, uur haar aan te roepen. Hebt gij haar g-ozien? Ik neen, nooit, maar mijn grootmoe der heeft mij verteld dat toen zij- nog jong tvas, zij verscheidene-, malen dien nacht op het, veld heeft doorgtehraolhii' om de verschijning te zien. 'En heeft die haar gezien? Zij verzekerde dat men op het oogen- bljk, dat do ldok middernacht sloeg, op de spits van den toren oen jonge non zag, in het wit gebloed. Als dit werkelijk waar.is dan krijgt men geen lust om 's nachts in het veflid te gaan loopen, zei Beatrix. Integendeel, herhaalde Alice» dan- krijgt men juist lust er voor. Juffrouw Anette gelooft gij aan de de hoer Limburg niet slaegd, en het kubi- uet-Ooljjn eigener beweging aan 1 are Majesteit de Koningin meedeelt op de ontslagaanvrage terug te komen, en vrij willig zich bereid verklaart zijn taak als parlementair kabinet voort to zetten. E)1 het Gezantschap dan ztul men via- Dier en- (laar hebben wij gelezen, dat het kabinet Limburg la-anstoiids zou voor stellen het Gezantschap te hssidlvivcn, Wij weten het, niet wij kennen ook niet de plannen, van hel eventueel terug- koerend kabinot-Colajn. Vraagt men ons eelder, wat wc ver wachten, dat in ons antwoord; we ver- wachten stellig - eenvoudig, omdat liet oi.. voor de hand ligt - dat eventueel zoo wol het kabinet-Limburg aio hot kabinet- f «dijn alsnog' de Kamer in de gelegenheid zal stellen zich bij zuivere stemming ml. te sproken over bet. Gezantschap. Mn zui vere Stemming- heeft immers daarover nog niet plaats •.g'öhad. Pu waar verder do Ivamor, dio erover beslissen moet, geheel dezelfde is onder ee.n kabinet-Limburg als ouder een kabinet - Co lijn slant de Geznntschfppskwestee et S-- lieel gelijk voor ouder beule kabinetten, ten zijl i tenzij men mocht meoncn. dat onder een kabinet-Limburg do handha ving van het Gezantschap meer kans zou hebben dan onder h<Jt kabincti-Gohju 'Maar mocht dl het geval zijn, d«n voi- t nrloove men ons hef volgende op te. mer ken. mocht de linkerzijde ol een deel tlior linkerzijde het, Gezantschap willen hand haven, niet wijl ze met de Regeermg over- t.uio-d is. dat het door sInruk belang ge vorderd wordt, maar om liet nu en m torekomst telkens, als liet- uoodig blijkt, te kunnen voor den dag halen als w 'MA ti een de coalitie; mocht men bet Geput eu Sap bij den Raus willen handhaven juist om te beletten dat de lessen omtrent Chris telijke staatkunde, omtrent de noodzake lijkheid, van het betrachten der Christe lijke beginselen W Wetgeving e.n Staatsbe stuur. door de opvolgende 1 auseii ui 1 d van Encyclieken - ook in, 's Pausen jong ste, Encycliek - gegeven, hier te lande toepassing! zouden kunnen vinden, dan zou' naar onze meening. een zoodanige handhaving van hot Gesfefltschap een gro vere belediging jegens den Paus, een, pijn lijke krenking der Katholieken inhouden, dan besloten lagen m, de. ophofiiugspo- uing van l)s. Kersten. Wc willen, .echter ■de mogelijkheid van zoo iets zelfs met vei - umderstollen. Maai' komt dus naar wij meencti te moeten aannemen de Gezaiilscilr.ips- kw est ie in beide gevallen gelijk 1e stu.au, dal, is. ook na "1,1 hetgeen we er de laatste dagen over gelezen hebben, o. t. nog steeds de meest gowensdito oplossing dor cnm». vrijwillige t ertig'keev van hot zittend ka binet als. parlementair kabinet. Dan Zal er blijven èn in s lands belang èn ter volgoening va» den n.lle'rvoovna lin den w'ensch van de meerderheid Her kie zers, het eerst uoodig'e: oen Chnslc.ijke Regeeriivg. De Hetze tegen de Katholieken. Wij lezen in de (aoiti-rcv.) „Rotterdam- mer'V. t 'Een oppervlakkig 'en ktwin.ad spre.tend anti-pajismo grijpt, alles, rijp en groen iivanr en onwaptr, aan om! .Rome in een lrwaad daglicht te stollen. 'Wat dezer dagen werd ronofeebazeld. om front het exclusief' karakter van het R.-K. Huisvestingscomité, dat nota bene pas drie ton'aan de Algemeens Watersnood- commissie afstond, grenst aan liet onge looflijke. Nu gaat Weel' een nieuw fabeltje (looi de pers. In een stukje, handelend over «don overvloed van intódledtueelteiS, 'leest men „Hoe al die personen, eenmaal gereca met hun studie, een behoorlijk bestaan zullen vinden, lijkt voorshands zeer zeker een meoilijk te onttw'arcn puz'zle. Versehor- uiu» der examens en inzonderheid ver zwaring der eisclicn van toelating ijv, n ons broodnoodig. Bij de room'scihe universiteit megen schijnt men cr anders over te denken. Benige maanden geleden toch kon men, kort na ha,re opening, in de binden lezen, dat een Kamerlid tot het volgen der colleges in de rechten Was toegelaten, Zonder dat hij' een adniissicrexaincn hlaldl afgelegd, en ook zonder dat hij' in bet bezit Was van een diploma, dial, voor een bezitter de poorten der universiteit ont sluit. En dezer dagen lcw'am een beridht in de bladen voor, behelzende- «lat een, ander Kamerlid, evenmin in, het bezit van zoo'n diploma, te Nijmegen mi de rèrsohij'ningen? vroeg Beatrix. - Ik geloof er aan cn ik g-eUloot er niet aan, antwoordde (le oude vrouw erg in verlegenheid gebracht, d.w'.z*. ik wan trouw er aan. De godsdienst verbiedt al' deze bijge- looviglieden, zei Beatrix. Alk uw moedor ons eens hoorde. Mama. verbiedt geen vcxtelitmgen maar wel de geschiedenis van spoken, (antwoordde Alice kort af. Maar daar luidt de brill voor bet diner. Dank je Anet te, je hebt .ons erg veel plezier gedaan. XXVII. Met een waai- koortsig ongeduld wachtto Alice, op den volgenden morgen. Zij' ver langde erg om' Clara to zien maar zij vroeg zich zeil af hoe een bezoek te brengen aan erin persoon die zij ternauw er- nood keilde. I),e stijve houding die Gabriel tegenover haar had aangenomen was al les behalve bemoedigend voor haar ver langen van het huis van Clara binnen te komen en toch als men een arme zieke twat vreugde en torost kon verschaffen mocht ,m,en de gelegenheid niet) laten voor bijgaan. Met deze gedachten bezield ging zi, den volgenden' morgen, na do Hl Mis!' met ^Beatrix den weg naar Jiet kasteel op. Men moest een goed hall' uur loopen eer men er was, maar Alice, van rechten Was gepromoveerd, terwijl bij niets anders kon vortooueai dan een doc torsbul van Leuven. Voor Kamerleden schijnt men daar gaarne eens uitzondering te maken en een oogje dicht te doen. Dit is zeer te betreuren en noch int liet belang dor maat schappij, noch in dat dor universiteit1 zelvo, wier cachet door zulke dingen niet wordt verhoogd." De lichtzinnige ongeoorloofde aendo- misc'lio gradueering ynn roomsche .kamer leden door roomsche universiteiten is daa,r- mee nu,ar 'w'aarde aan de kaak gesteld." Jammer dat liet niet na,ait' Waarheid isl Van jammerlijke onkunde, toch geeft deze schrijverij blijk. 'Het een© Kamerlid met den doctorsbul van Leuven, legde niet, te Nijmegen,', maar aan de rijksuniversiteit 1e Leiden zijn, ■doctoraal examen in de rechten rif. Noch in hetgeen te Leiden, noch in wat te Nijmegen geschiedde bovendien 'Was iets ongewoons of* onregelmatigs. Het berust op het nieuwe instill ut,- dat in art. 133 lid 5 van de llooger Onderwijs- gere.g'eld is, waar .bepaald werd: „Perso nen, die den leeftijd va» dlprtig' jaren heb ben bereikt, "kunnen1, zonder een der in' de vorige 1 eden vermelde getuigschriften te bezitten, in bijzondere gevallen door onzen 'Minister, met, de uitvoering1 yah deze wet, belast, 1ot de examens afin een universiteit worden toegelaten, op grond van een verklaring vim, de, JVeulteit, ol' faculteiten, voor .welke- dik bedoelde per sonen examen wenschen af te leggen, ilat zij voldoende algemcene ontwikkeling e" geschiktheid bezitten Voor de, studio van het door hen gekozen vak." Die. bepaling geldt voor alle universi teiten, voor roomsche cn niet-voomsche. Die bepalug moeti aan ji.l 1-e universi teiten Worden toegepast, aan roomsche en niet-rooniscbe. Die bepaling' geldt voor aillri dertig- jarigen, roomschen en n-iet-rooinsclion.. -Die bepaling geldt ook voor roomsche Kamerleden. lie Militie ka IsTiiaiïl'. De a. r. Rotterdammer" driestar! J Zou één politicus zich in de laatste ja ren meer geblameerd bonbon dan Mr. Mar diant Die vergooit nu letterlijk zijn politieke reputatie. Het wordt een reeks van staat kundige blunders. En al luider roept men aan all'en kant: a'is er één is, die alleen zijn eigen partij zoekt cu in de. partij zich zelf, dan is hot (leze man van de demo- crattisohé allures. Zijn reput atie had Jtoc-h al veel geleden. De vrijziiinig-demokra-ten, die aan Bos eu Dviukrr herinnerden,- waren achteraf ge raaid en de leiding ging er niet op voor uit.. Denk slechts aan de. vo'l'to face ten aanzien van do landsverdediging. Maar op 11 November deed Mr. Mar- chant een fijnen politiekcn Zet;. Hij, de minister-slachter, richtte nu een waar bloedbad aan. Hij kogelde alles omver. Wat ,een voldoening! Eu als bij: spoedhestetUing kroeg- hij het, honorarium thuis: kabinetsformateur. Wat de. S. D-. A, P. in j^ren niet kon, zou hij in dagen tot, .stand brengen. Hij op den bok, want meneer moest zelf mennen: Albania en Nolens palfrenier. Ach, al spoedig bleek, dat hij' slechts 'een stokpaardje voor een Neuronberger karretje kon spannen. Van dat oogenblik af, oefende bij zich als politieke Ismaël: zijln hand was tegen allien en diensvolgens 'aller liand tegen hem. Van de anti-rov. fractie had hij' na tuurlijk nimmer eenige verwachtingdus was minister Colij'h reeds bij voorbaat grof b'eleedigd. Nu kroeg Dr. Nolens don bons. Al'sof deze al gereed stond om Mr. Marchant in „zijn" kabinet op te nemen, moest hij hooreu: In een roomsche politieke proces sie loop ik nooit mee. Eerst tegeii liet, gezantschap; toen er hartelijk Vóór; nu er weer mordicus tegen. Principieeïö pol'i Mek Maar hij krijgt zijn trekken thuis. Do partijgenoot-, Mr. Limburg, zal pogen do crisis op te lossen. Mr. Mar,chant wast bet nog niet eens, of hij giet de fiolen van igjjh bruisenden toorn over hem uit en li ij geeft hem aan de verachting' over. Zijn eenige. troost is: och, Limburg was toch reeds oen halve renegaat. Hoe is het mogelijk, dat cr onder zoo'n leiding nog renegaten gevormd worden? (;)1', zou Mr. Marchant in zijn eigen poli tieke huis even „bitter" zijn als op de politieke markt 't Is de democratie van den dictator; de kinds af op- het land jipgcgroeid, kendo de _goheele streek en was niet hot minst b'cvreosd. -Laten wo een oogenblik wachten, zei Alice. Gabriel moet hier langs komen om naar den pastoor te gaan. Het ^gil niet lang in-ec.r duren. Zij' gingen beide aan den kant Van den weg zitten. Tien minuten verliepen, doch niemand kwam. Iliet duurt erg lang zei het jonge meisje terwijl zij opstond, we kunineoi niet, langer wachten. Ik ga eens aanbdl1- len en vragen aan den knecht hoe het met Mevrouw d'Astray gaat. Blijf hier zoolang; als je tenminste wilt. En zij ging recht op haar doei af en bedde. Een jong meisje deed open. Bij' liet zien van juffrouw Valcreuse fronste zij' het voorhoofd'. Vergeef lust mij: dat ik u stoor, juf frouw, zei Alice, hoe gaat hel; met Me vrouw d'Asti'ay dézen morgen? Het jonge meisje dat steeds met; ge mengde gevoelens van nieuwsgierigheid men wantrouwen Alice aan bloei kijken antwoordde wat bar sellèj Cv-rouw is niet erg goed. Zij ontvangt geien visitie. ..Doch lias had' zji dit .gezegd of de: deur van het huis ginu ooen- en Olara.geldbed in witte ochiendiaBou verscheen aan de deurhaar blikken gingen van Allïcie naar welwillendheid van den t Bo-eeuwschen planter. „Ik zaJ hei pnrlomeidairisme réd den, als ge maar doet, wat ik' zeg; an ders .vertrap ik hel tot gruis. Ben parle mentair stelsel', ja, als ik aan den top sta". Dóch daarvoor is Nederland nog niet rijp. oni het zacht te zeggen. Dus gaat Mr. Marchant. „amok maken". Zijn hand te-gen all'en. Ismaël! Op (le'jn Zondag Sexagesima. Epistel II v. d. 1-1. Paulus tot de, Corinth. XI. 19- 33 en XII. 1.—9. Broeders! gij verdraagt gaarne do on wijze», wijl gij zelven wijs zijl; Want gij verdraagt hel, indien iemand u in slaver nij brengt, indien iemand u uitzuigt, in dien iemand u berooft, indien' iemand zich" verheft, indien u iemand in het aan gezicht slaat. Ik zeg het ter onzer schan de, alsof wij hierin te zwak waren ge- woest. Waarop zich iemand durft be roemen, (ik spreek nu a-ls dwaas,) durf ik ookzijn zij H ebreen, ik ookzijn z'ij Israëlieten, ik ook; zijn zij nakomelingen van Abraham, ik ook; zijn zij dienaars van Christus (ik zeg het in onverstand), ik ben hol nog meer, in last en arbeid, veel meier in gevangenissen, in slagen bovenmate,dikwijls in doodsgevaar. Vijf maal heb ik van de .Joden veertig slagen min oen ontvangen; driemaal ben ik mot roeden gogeeseld, eens gestecnigd, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en een dag beu ik in de diepte der, zee ge weest, dikwerf op reis in gevaar van wa terstroom™, in gevaar van moordenaars, -iu gevaar onder mijn eigen volk, in ge vaar onder de heidenen, in gevaar in do steden, in gevaar in do woestijn, in gevaar op zee,-in gevaar onder de valseihe broo ders. lil arbeid en kommer, in veel waken, in honger eu dorst'J iu voel vasten, in kou de cn naaktheid. Behalve deze dingen, welke uitwendig- zijn, drukt m'ij dagelijks de zorg van alle kerken. "Wie wordt zwak, zonder dat ik zwak worde?'Wie ergert zich, zonder dat ik mij kw'eUe? Indien men roomen moet, wil ik' op mijm Zwak heden roemen. Cod de Vader van onzen Heer Jezus Christus, die in eeuwigheid gebenedijd is, weet dat ik niet lieg! Te Damascus bewaakte de stedehouder van den koning Arétas de stad der Damaskers, om mij te vangen; doch ik werd cloor een venster in eene mand langs den muur nedergolaitcn, en dus ontvluchtte ik zijne handen. Indien men nog roemen moet, al hoewel het niet betaamt, zoo. wil ik op dó gezichten en openbaringen des Heer,en ko nten. Ik' leen ecnen menscih in Christus, die voor veertien jaren, hetzij in het lichaam, hetzij buiten liet lichaam, .tic weet het niet, God weet liet, opgenomen werd tot in cl-en derden hemel. En ik weet, dat deze. m-enscih, lietzijl in liet lichaam, hetzij! buiten liet .lichaam, ik weet liet niet, God weet liet, opgenomen werd tot in het Paradijis, en aldaar geheimvolle woorden hoorde, welke het geen mensch geoorloofd is te spreken. Op zulk «enen wil ik roemen, maar op miji wil ik nieit roemen, tenzij op mijne zwakheden. Dloch, indien ik mijl ook wilde beroemen, ik zou alzoo niet dwaas zijn, want ik zou de waarheid zeggen; maar ik laat het, opdat niemand' mij' aohte boven hetgeen hij in mij ziet, of van mij hoort. En opdat, de verhevenheid der openbaringen ni'ij niet zoude verheffen, .is mijt een prikkel des vleesc'h-cs gegeven, een dienaar van Satan om mijl te k'wellièti. Djelialve heb ik driemaal den Beef gebeden, dat hij van mij zoude gaan; maar liij1 antwoordde mij!» mijne .gratie is u voldoende; want mijiiie kracht, wordt in de zwakheid volkomen. Ik wil derhalve gaarne op mijne 'zwak heden roemen, opdat de. kracht van Chris tus in mij' verblijve. Evangelie, Lucas. VIII. 415.. Iu dien tijde, als een groote menigta bijeen kwam, cn uit (jjo steden to-t Jezus ijlde, zeid» Hij in gelijkenis: Ü!e zaaier ging uit om zijn zaad ie zaaien; e.n ais hij zaaide, viel een deel bij' den weg, en het werd vertreden, cn de vogelen des he mels aten het op. En een ander deel- viel op de steenrots, cn toen hot .uitschoot ver dorde het, omdat liet geeiiB Vodhttigtliioid had. Ook viel een deel tusschen de door nen, en de doormen, te gelijk opgroeiend», verstikten liet. Wieder viel een deel op goede aarde, en opwassende bracht het honderdvoud vruchten voort. Diit zeggen de, riep Hij'; die, oorcii heeft om! te hooreu die hoor©. En zijtoe Leerlingen vroegen Hem, wat dit voor oen gelijkenis ware? Mij z'eide. hun:, u wordt het geheim' ge geven van Gods rijk te kennen, maar aan Valeria. Hier is een juffrouw1 dio naar uw gezondheid komt vragen, zei het kamer meisje slecht gehumeurd. Kom binnen, juffrouw', kom binnen, zei de zieke glimlachend. „Laat haar bin nen komen Valeria"! 1 Deze. ging nu qp zij om Alice, te Haten voorbijgaan, bradjft haar in een mooie, kamer vol divans en verschillende stoelen. l'k wil u niet storen. Meivrouw, zei Alice heel! zacht, die niettegenstaande liaar gewone flinkheid, nu toc'li wat verdienen was. 11; was gekomen óm naar uw gel- aoudheid te vlagen maar daar het al Haat is on Beatrix op mij wacht, moet ik spoe dig naar huis. Toen zij dit gezegd had, wilde zij! heen gaan. Hebt gij een zuster die Beatrix heet? vroeg Clara om luiar nog wat bij zich te jjouden. Ik heb geen zuster. Mevrouw» het is mijn beste vriendin, een vriendin mijner jeugd, Beatrix Beaumont. Beatrix Beaumont! herhaalde de zie ke die nu scheen na te denken.... Ik heb veel over liaar hooren spreken. Toe! be loof mijl, nog cens_ met liaar bij! mij" terugl te komen, ten minste als uw mama het soed vindt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1926 | | pagina 5