Tweede Blad
Stille nood.
NIEUWE ZEEUWSGHE COURANT
ZAT EROM* 6 FEBRUARI 1026
FEUILLETON
BEATRIX.
UIT DE PERS
^"KMKÏÏTëuws"
Nederland èn in Augustus, toen een wer
velstorm Borrtdo Langcnboom ver
woestte èn einde .December des vorigCn
iaars toen zware overstroommgen oen
o-root deel van Limburg, Noord-Brabant
en Gelderland teisterden. Kmim en mild
vloeiden de gaven van allo kanten toe
•om den nood zooveel mogelijk te lenigen
en de van huifs en baard en bezit en goed
berooiden zooveel nvogell'iijk te Imp te
komen. Beide rampen spraken luide tot
aller medeHjdeo. En inmiddels wordt in
een ander deel Van ons land sinds lang in
stilte een nood geileden, een armoede ver
duurt ent oen leed gedragen ..die in omvang
en algemeenheid, in scherpte en in duur
den stormnoód en den watersnood, oven-
aren, zoo niet overtreffen. Dóch het
dringt niet of althans schaars tot de open
baarheid door en zoodoende, blijft de zoo
hoog noodzakelijke hulp voor de ongeluk
kige slachtoffers uit.
Waar die nood dan heerscht i VV ei, in
de Drentsche Venen waarover sinds
maanden en maanden de zwartstei armoede
het nijpendste gebrek haar vale vlerken
liebbeil uitgespreid.
Dezer dagen heeft 'een groep persver-
teo-enwoordigers onder geleide van auto
riteiten uit de Drentsche veensreken eon
autotocht ondernomen om door persoonlijk
bezoek aan de noodlijdenden, zooailis ze
daar leven op de desolate velden in bun
krotten, zich te vergewissen van den aller
hoogst™ nood waarin duizenden onzer
natuur- en landgenoot-en verkoeren.
Voor dit bezoek werd genotnen de ge
meente Emmen, bet centrum der veen-
streek. Dezo gemeente bcjptaat uit oen
agglomeratie van 53 dorpen en gehuchten,
beslaat een oppervlakte van 3000 II'.A.
bevat 34.000 inwoners, waarvan ruim
20.000 olkomen arm zijn en het getal
dervenen, die welvarend zijn, uiterst ge
l-in" is. De middenstand lijdt zwaar onder
de economisch» malaise cler. bevolking, de
belastingen zijn drukkend, vooral' door de
enorme eisehen, die do bestrijding der
werkloosheid aande gemeentekas stelt,
zelfs nu het Bij'lc voor 75 °/o daarin bij
springt. Want de werkloosheid is de
bronaar van alle ellende.
De veenarbeiders plegen te wierken van
ongeveer einde Maart tot zoowat midden
Juni en daarna -zoo was liet in normale,
omstandigheden gingen de mannen in
den winter werk zoeken in Dluitselila.nd,
kwamen tegen Kerstmis terug en kon
den dan rondkomen tot hot tijdstip dal,
er Weer gegraven kon worden. Thans
hebben niet alleen de kolen goeddeels de
turf verdrongen, .maar ook mot het werken
in Kuitschlandwed'k land zijn eigen werk-
loozrn lvceft, is het uit. Daarmede, was een
periode van werkloosheid op groote schaal
en dus een algeinccne noodtoestand inge'
luid.
Uit oen persrelaas van dezen tocht van
;,De Tijd" knippen wij het volgftndo uit:
Het was een troostclooze tocht onder
den grijzen hemel van dat, troepje bijeen
schuifelende, door de kleffe modder bag
gerende journalisten, die niet. beliulp van
een aanteekenfcoekje en oen stompje pot
lood, met jassen zwaar van den regen en
druipende hoeden, daar de ellende hadden
op te teekenen om een ieder in het land
hetzelfde vaderland als dat van deze
beproefde Drentsche bewoners te doen
vreten
En ach, wat te doen weten! Hebben wijl
misschien het ergste wel gezien? Die ©ene
hut was miserabeler dan do andere, en
verderop lag nog een ellendiger hok, en
weer verderop nog vijf, die er nóg erger
aan toe waren. Maar steeds verder, steeds
verliggen zij, die keten, Waarlijk on-
dergrondscho. holen, en zijn zijn, hij' deze
weergesteldheid, a.1' bijna niet meer te
bereiken. Wij moesten ons dus beperken
tot een gering aantal.
En dan: over Emmen en de toestanden
in de Drentsohe venen is al zooveel ge
schreven. Ieder in het. land denkt te. weten,
hoe het er daar uitziet.
Het is niet waar. Men kan liet niet
weten, als men hot niet met eigen oogen
heeft gezien.
Wij kwamen achtereenvolgens in hutjes
van allergeringste afmetingen waarin man
en vrouw woonden met zeven a acht kin
deren en nog enkele kippen over den vlber
kakelden, waar het droop van het door-
lokkend water.
„Maar waar slapen jullie dan?" Ging
51) -0-
Op een kouden winterdag, toen de
sneeuw1 in dikke vlokken neerviel kwam
oen jonga heer uit de .buurt de aardige
D.elphino ten huwelijk vragen. Het, jonge
meisje beminde hein, maar haai' vader zei
tot haar minnaar, ziet ge de sneeuw1 die'
daar valt? Al liadt gij: zooveel! daalders
als daar sneeuwvlokken vallen, dan zou ik
u nog niet willen. En niettegenstaande de
smeekingen en tranen van zijn dochter
zond hij hem weg. Eenig-en tijd daarna
Iwerd de jonge man dood in het woud1
gevonden.
Boeland „zonder hart"- had zeer zeker
ccnige ellendelingen betaald die hem
moésten vermoorden.
En nederknielend op de koude sneeuw
bij het lijk van hem dien zij! had bemind,
beloofde Delphine zich aan den Heer toe
te wijden.
Toen .Roeland „zonder hart" het besluit
van zijn dochter vernomen had, ontstak hij
in vroeselijken toorn en om te verhinderen
dat zij haar plan ten uitvoer bracht, liet
hij haar in een ouden toren opsluiten.
Maar den volgenden morgen, o verras
sing! o wonder! toen men haar voedsel
er een scheef-getrokken deurtje open en
daarnaast nog een: tweo alkoofjes van bij'
elkaar nog geen vier vierkante meter.
Daarin slapen? Maar dat is toch niet
mogelijk! „Ja kij'k een met hot hoofd
hier, en oen aan jell andoren kant, eu
dan weer een zóó..." Voor hondenhok
nog te klein, te benauwd! In een ander
krot werd om beurten.geslapentwee uur
slapen en dan eruit voor een ander. Weer
elders was niet ééns de gelegenheid um
zich uit te strekken des nachts. Zittende
slapen dus, nis liet te nat was om „hot
„meubilair" zoo lang in de op-ui lucht to
zetten.
.Drie gevallen zijn ons bizonder bijge
bleven. Dnar was vooreerst een lekke,
vochtige woonschuit, waarin een vrij groot
gezin onderdak had gevonden. Via do
loopplank stapten wij in het, ruim en daar
mede zoó in het groezelige water, dat
op den bodem stond. Alles was even voch
tig en klam, verrot en smerig. Toen wij
onze verbazing uitspraken over zulk een
woontoestand, begon do vrouw, overspan
nen en ziek, te huilen.
Het tweede geval betrof het onrnogdllijk
vei-blijf, tusschen Erica en Klazinaveen,
van een mail mot zijn vrouw, twee. kin
deren en den „zwager" in een uitgegraven
en bezijden opgehoogd „hol". Het was er
zóó klein, dat de nieusehcu zich 's nachts
niet eens konden uitstrekken om te. slapen.
Zij sliepen-zittend. Van meubilair geen
sprake. Een kacheltje en wat turven was
alles. Wij gaven de vrouw wal geld. Zij
besefte hel ma-% halt': kindsrlr ge,worden.
En tenslotte een houten keet, waarvan
liet dal* gedc.eltc-lijk was verdwenen. Zoo
lag. vrijwel onder den bloofen hemel, ee.n
ziek kind met afzichtelijk gezwollen on
derlijfje biliktubemilosc
Het einddoel van oen langen tocht, die
zelfs tol over de Ihiitscho grens voerde,
was al è-ven jontstelliloncl.
Wij hadden al menig keer „slootjc-ge
sprongen," terwijl een Duitschc Douanier
ons in de verte lioofdschuddepd stond na
te sinren: kwamen tenslotte bij een soort
Indiaanse,he blokhut. Er om heen was Ihet
•eenvoudig een modderpoel, nog te, vochtig
en te rlrekkig voor een varkenshok. In
de lint was het'ditmaal niet uitte houden.
Er brandde een open vuur en de verslik
kende rook hing in- het vertrekje als een
dikke hluuw-wiUe ncvell'. Een man op
jaren pookte ofider een zwarten ketel.
In den hoek. en dat was nog het ernste,
stond -een wieg met oen kindje van nog-
geen twee jaar. Wij wisten -niet, hoe sned
hier weer uit te komen. En hier leven
die m.clisc'h.ui I Hoe dikwijls we ons niet
hebben afgevraagd: „maar hoe kunnen
ze daar in leven...", het was zoo dikwijls,
als wij weet een staaltje zagen van een
piigelooÖij'ke primitieve levenswijze, cBn
gehardheid in levensomstandigheden, die
mensc'helijkerwijs gesproken, niet te har
den zijn. En (lit is in 'Nederland en in
1926. ïn een land dus, dat- beschaafd lieet
te Zijn en in een tijd, die een bijwijlen
gcraffinccrd-gcpcrfectionneerdic wijze van
leven kent.
Bi,i het lezen alleen van die ellende
wordt het eert mensöh wee om het hart.
Wat moet het dan wed geweest zijn voor
hen die ze aanschouwden. Maar bovenal
wat moet hot ziju voor degenen, die in die
ellende als in een poel verzonken liggen.
Moge liefdadig Necleiftaud. dat nimj
nier zijn hand gesloten hield, waar leed
viel te verzachten, nood viel' te lenigen,
zich o-ver de arme bewoners der' Drent
sche venen ontfermen, Hem ter oeija,
en Hem ter liefde, die zelfs ga eg glaa
water, den dorstigen evenmens-dh toege
reikt 003.16100^1 iaat.
N. B. Te Emmen lieeft zieli een comité
gevormd 0111 ill (leu ergsten nood te voor
zien. Bijdragen kunnen worden opgezon
den aan den hoer J. Haiders Rz. te Enr-
Omtrent de kabinetsformatie schreef'
Baron van Wijnbergen- iji „De Maasbode"
Eemntail de opdracht gegeven zijnde
flan. mi'. Limburg, moet natuurlijk eerst
Het resultaat 'worden afgewjaleht. Slaagt
hij, dan 'willen wij' nogmaals gaarne lier-
halen, dat zeer zeker de heer Limburg ten
volle aanspraak mag- maken op de meest
loyale oppositie, een loyale oppositie, djo
ongetwijfeld ten opzichte van hom' gaarne
en van harte zal Worden betnaght.
v Gewóón zijnde nu eenmaal onomwon
den ohze uiceuimg te zeggen, moeten 'we er
echter aaanstonds ,a,an toevoege.ui, dat o.i.
eenmaal zal kunnen blijken, dat 's. lands
belang- beter gediend is geworden, indien
kwam brengen was de godvruchtige Del-
phine verdwenen.
Men bracht spoedig het nieuws aan Roe
land „zonder hart" over, die, nu nog slech
ter werd dan de ergste heiden.
Drie jaren later stierf hét jonge meisje,
dat ongetwijfeld door do engelen nit haar
gevangenis verlost was, in geur van hei
ligheid in. een zeer streng Miöostcr.
Maar eens inhet jaar in het, midden
van den nacht van 5 op 6 September,
komt de dochter vau Roeland „zonder
hart" terug op den toren en staat epn
gunst toe aan ieder, die. den moed heeft
om op dit, uur haar aan te roepen.
Hebt gij haar g-ozien?
Ik neen, nooit, maar mijn grootmoe
der heeft mij verteld dat toen zij- nog
jong tvas, zij verscheidene-, malen dien
nacht op het, veld heeft doorgtehraolhii'
om de verschijning te zien.
'En heeft die haar gezien?
Zij verzekerde dat men op het oogen-
bljk, dat do ldok middernacht sloeg, op
de spits van den toren oen jonge non
zag, in het wit gebloed.
Als dit werkelijk waar.is dan krijgt
men geen lust om 's nachts in het veflid
te gaan loopen, zei Beatrix.
Integendeel, herhaalde Alice» dan-
krijgt men juist lust er voor.
Juffrouw Anette gelooft gij aan de
de hoer Limburg niet slaegd, en het kubi-
uet-Ooljjn eigener beweging aan 1 are
Majesteit de Koningin meedeelt op de
ontslagaanvrage terug te komen, en vrij
willig zich bereid verklaart zijn taak als
parlementair kabinet voort to zetten.
E)1 het Gezantschap dan ztul men via-
Dier en- (laar hebben wij gelezen, dat
het kabinet Limburg la-anstoiids zou voor
stellen het Gezantschap te hssidlvivcn,
Wij weten het, niet wij kennen ook
niet de plannen, van hel eventueel terug-
koerend kabinot-Colajn.
Vraagt men ons eelder, wat wc ver
wachten, dat in ons antwoord; we ver-
wachten stellig - eenvoudig, omdat liet
oi.. voor de hand ligt - dat eventueel zoo
wol het kabinet-Limburg aio hot kabinet-
f «dijn alsnog' de Kamer in de gelegenheid
zal stellen zich bij zuivere stemming ml. te
sproken over bet. Gezantschap. Mn zui
vere Stemming- heeft immers daarover nog
niet plaats •.g'öhad.
Pu waar verder do Ivamor, dio erover
beslissen moet, geheel dezelfde is onder ee.n
kabinet-Limburg als ouder een kabinet -
Co lijn slant de Geznntschfppskwestee et S--
lieel gelijk voor ouder beule kabinetten,
ten zijl i tenzij men mocht meoncn. dat
onder een kabinet-Limburg do handha
ving van het Gezantschap meer kans zou
hebben dan onder h<Jt kabincti-Gohju
'Maar mocht dl het geval zijn, d«n voi-
t nrloove men ons hef volgende op te. mer
ken. mocht de linkerzijde ol een deel tlior
linkerzijde het, Gezantschap willen hand
haven, niet wijl ze met de Regeermg over-
t.uio-d is. dat het door sInruk belang ge
vorderd wordt, maar om liet nu en m
torekomst telkens, als liet- uoodig blijkt, te
kunnen voor den dag halen als w 'MA
ti een de coalitie; mocht men bet Geput
eu Sap bij den Raus willen handhaven juist
om te beletten dat de lessen omtrent Chris
telijke staatkunde, omtrent de noodzake
lijkheid, van het betrachten der Christe
lijke beginselen W Wetgeving e.n Staatsbe
stuur. door de opvolgende 1 auseii ui 1 d
van Encyclieken - ook in, 's Pausen jong
ste, Encycliek - gegeven, hier te lande
toepassing! zouden kunnen vinden, dan
zou' naar onze meening. een zoodanige
handhaving van hot Gesfefltschap een gro
vere belediging jegens den Paus, een, pijn
lijke krenking der Katholieken inhouden,
dan besloten lagen m, de. ophofiiugspo-
uing van l)s. Kersten. Wc willen, .echter
■de mogelijkheid van zoo iets zelfs met vei -
umderstollen.
Maai' komt dus naar wij meencti te
moeten aannemen de Gezaiilscilr.ips-
kw est ie in beide gevallen gelijk 1e stu.au,
dal, is. ook na "1,1 hetgeen we er de laatste
dagen over gelezen hebben, o. t. nog steeds
de meest gowensdito oplossing dor cnm».
vrijwillige t ertig'keev van hot zittend ka
binet als. parlementair kabinet.
Dan Zal er blijven èn in s lands belang
èn ter volgoening va» den n.lle'rvoovna lin
den w'ensch van de meerderheid Her kie
zers, het eerst uoodig'e: oen Chnslc.ijke
Regeeriivg.
De Hetze tegen de Katholieken.
Wij lezen in de (aoiti-rcv.) „Rotterdam-
mer'V. t
'Een oppervlakkig 'en ktwin.ad spre.tend
anti-pajismo grijpt, alles, rijp en groen
iivanr en onwaptr, aan om! .Rome in een
lrwaad daglicht te stollen.
'Wat dezer dagen werd ronofeebazeld. om
front het exclusief' karakter van het R.-K.
Huisvestingscomité, dat nota bene pas
drie ton'aan de Algemeens Watersnood-
commissie afstond, grenst aan liet onge
looflijke.
Nu gaat Weel' een nieuw fabeltje (looi
de pers. In een stukje, handelend over
«don overvloed van intódledtueelteiS, 'leest
men
„Hoe al die personen, eenmaal gereca
met hun studie, een behoorlijk bestaan
zullen vinden, lijkt voorshands zeer zeker
een meoilijk te onttw'arcn puz'zle. Versehor-
uiu» der examens en inzonderheid ver
zwaring der eisclicn van toelating ijv, n
ons broodnoodig.
Bij de room'scihe universiteit
megen schijnt men cr anders over te
denken. Benige maanden geleden toch kon
men, kort na ha,re opening, in de binden
lezen, dat een Kamerlid tot het volgen
der colleges in de rechten Was toegelaten,
Zonder dat hij' een adniissicrexaincn hlaldl
afgelegd, en ook zonder dat hij' in bet
bezit Was van een diploma, dial, voor een
bezitter de poorten der universiteit ont
sluit. En dezer dagen lcw'am een beridht
in de bladen voor, behelzende- «lat een,
ander Kamerlid, evenmin in, het bezit
van zoo'n diploma, te Nijmegen mi de
rèrsohij'ningen? vroeg Beatrix.
- Ik geloof er aan cn ik g-eUloot er
niet aan, antwoordde (le oude vrouw erg
in verlegenheid gebracht, d.w'.z*. ik wan
trouw er aan.
De godsdienst verbiedt al' deze bijge-
looviglieden, zei Beatrix. Alk uw moedor
ons eens hoorde.
Mama. verbiedt geen vcxtelitmgen
maar wel de geschiedenis van spoken,
(antwoordde Alice kort af. Maar daar
luidt de brill voor bet diner. Dank je Anet
te, je hebt .ons erg veel plezier gedaan.
XXVII.
Met een waai- koortsig ongeduld wachtto
Alice, op den volgenden morgen. Zij' ver
langde erg om' Clara to zien maar zij
vroeg zich zeil af hoe een bezoek te
brengen aan erin persoon die zij ternauw er-
nood keilde. I),e stijve houding die Gabriel
tegenover haar had aangenomen was al
les behalve bemoedigend voor haar ver
langen van het huis van Clara binnen te
komen en toch als men een arme zieke
twat vreugde en torost kon verschaffen
mocht ,m,en de gelegenheid niet) laten voor
bijgaan. Met deze gedachten bezield
ging zi, den volgenden' morgen, na do
Hl Mis!' met ^Beatrix den weg naar Jiet
kasteel op. Men moest een goed hall' uur
loopen eer men er was, maar Alice, van
rechten Was gepromoveerd, terwijl bij
niets anders kon vortooueai dan een doc
torsbul van Leuven.
Voor Kamerleden schijnt men daar
gaarne eens uitzondering te maken en
een oogje dicht te doen. Dit is zeer te
betreuren en noch int liet belang dor maat
schappij, noch in dat dor universiteit1
zelvo, wier cachet door zulke dingen niet
wordt verhoogd."
De lichtzinnige ongeoorloofde aendo-
misc'lio gradueering ynn roomsche .kamer
leden door roomsche universiteiten is daa,r-
mee nu,ar 'w'aarde aan de kaak gesteld."
Jammer dat liet niet na,ait' Waarheid isl
Van jammerlijke onkunde, toch geeft
deze schrijverij blijk.
'Het een© Kamerlid met den doctorsbul
van Leuven, legde niet, te Nijmegen,', maar
aan de rijksuniversiteit 1e Leiden zijn,
■doctoraal examen in de rechten rif.
Noch in hetgeen te Leiden, noch in
wat te Nijmegen geschiedde bovendien
'Was iets ongewoons of* onregelmatigs.
Het berust op het nieuwe instill ut,- dat
in art. 133 lid 5 van de llooger Onderwijs-
gere.g'eld is, waar .bepaald werd: „Perso
nen, die den leeftijd va» dlprtig' jaren heb
ben bereikt, "kunnen1, zonder een der in'
de vorige 1 eden vermelde getuigschriften
te bezitten, in bijzondere gevallen door
onzen 'Minister, met, de uitvoering1 yah
deze wet, belast, 1ot de examens afin een
universiteit worden toegelaten, op grond
van een verklaring vim, de, JVeulteit, ol'
faculteiten, voor .welke- dik bedoelde per
sonen examen wenschen af te leggen, ilat
zij voldoende algemcene ontwikkeling e"
geschiktheid bezitten Voor de, studio van
het door hen gekozen vak."
Die. bepaling geldt voor alle universi
teiten, voor roomsche cn niet-voomsche.
Die bepalug moeti aan ji.l 1-e universi
teiten Worden toegepast, aan roomsche en
niet-rooniscbe.
Die bepaling' geldt voor aillri dertig-
jarigen, roomschen en n-iet-rooinsclion..
-Die bepaling geldt ook voor roomsche
Kamerleden.
lie Militie ka IsTiiaiïl'.
De a. r. Rotterdammer" driestar! J
Zou één politicus zich in de laatste ja
ren meer geblameerd bonbon dan Mr. Mar
diant
Die vergooit nu letterlijk zijn politieke
reputatie. Het wordt een reeks van staat
kundige blunders. En al luider roept men
aan all'en kant: a'is er één is, die alleen
zijn eigen partij zoekt cu in de. partij zich
zelf, dan is hot (leze man van de demo-
crattisohé allures.
Zijn reput atie had Jtoc-h al veel geleden.
De vrijziiinig-demokra-ten, die aan Bos eu
Dviukrr herinnerden,- waren achteraf ge
raaid en de leiding ging er niet op voor
uit.. Denk slechts aan de. vo'l'to face ten
aanzien van do landsverdediging.
Maar op 11 November deed Mr. Mar-
chant een fijnen politiekcn Zet;. Hij, de
minister-slachter, richtte nu een waar
bloedbad aan. Hij kogelde alles omver.
Wat ,een voldoening!
Eu als bij: spoedhestetUing kroeg- hij
het, honorarium thuis: kabinetsformateur.
Wat de. S. D-. A, P. in j^ren niet kon,
zou hij in dagen tot, .stand brengen. Hij
op den bok, want meneer moest zelf
mennen: Albania en Nolens palfrenier.
Ach, al spoedig bleek, dat hij' slechts
'een stokpaardje voor een Neuronberger
karretje kon spannen.
Van dat oogenblik af, oefende bij zich
als politieke Ismaël: zijln hand was tegen
allien en diensvolgens 'aller liand tegen
hem.
Van de anti-rov. fractie had hij' na
tuurlijk nimmer eenige verwachtingdus
was minister Colij'h reeds bij voorbaat
grof b'eleedigd.
Nu kroeg Dr. Nolens don bons. Al'sof
deze al gereed stond om Mr. Marchant in
„zijn" kabinet op te nemen, moest hij
hooreu: In een roomsche politieke proces
sie loop ik nooit mee.
Eerst tegeii liet, gezantschap; toen er
hartelijk Vóór; nu er weer mordicus tegen.
Principieeïö pol'i Mek
Maar hij krijgt zijn trekken thuis. Do
partijgenoot-, Mr. Limburg, zal pogen do
crisis op te lossen. Mr. Mar,chant wast
bet nog niet eens, of hij giet de fiolen
van igjjh bruisenden toorn over hem uit
en li ij geeft hem aan de verachting' over.
Zijn eenige. troost is: och, Limburg was
toch reeds oen halve renegaat.
Hoe is het mogelijk, dat cr onder zoo'n
leiding nog renegaten gevormd worden?
(;)1', zou Mr. Marchant in zijn eigen poli
tieke huis even „bitter" zijn als op de
politieke markt
't Is de democratie van den dictator; de
kinds af op- het land jipgcgroeid, kendo
de _goheele streek en was niet hot minst
b'cvreosd.
-Laten wo een oogenblik wachten,
zei Alice. Gabriel moet hier langs komen
om naar den pastoor te gaan. Het ^gil
niet lang in-ec.r duren. Zij' gingen beide
aan den kant Van den weg zitten.
Tien minuten verliepen, doch niemand
kwam.
Iliet duurt erg lang zei het jonge
meisje terwijl zij opstond, we kunineoi
niet, langer wachten. Ik ga eens aanbdl1-
len en vragen aan den knecht hoe het
met Mevrouw d'Astray gaat. Blijf hier
zoolang; als je tenminste wilt. En zij
ging recht op haar doei af en bedde.
Een jong meisje deed open. Bij' liet zien
van juffrouw Valcreuse fronste zij' het
voorhoofd'.
Vergeef lust mij: dat ik u stoor, juf
frouw, zei Alice, hoe gaat hel; met Me
vrouw d'Asti'ay dézen morgen?
Het jonge meisje dat steeds met; ge
mengde gevoelens van nieuwsgierigheid
men wantrouwen Alice aan bloei kijken
antwoordde wat bar sellèj Cv-rouw is niet
erg goed. Zij ontvangt geien visitie.
..Doch lias had' zji dit .gezegd of de: deur
van het huis ginu ooen- en Olara.geldbed
in witte ochiendiaBou verscheen aan de
deurhaar blikken gingen van Allïcie naar
welwillendheid van den t Bo-eeuwschen
planter. „Ik zaJ hei pnrlomeidairisme réd
den, als ge maar doet, wat ik' zeg; an
ders .vertrap ik hel tot gruis. Ben parle
mentair stelsel', ja, als ik aan den top sta".
Dóch daarvoor is Nederland nog niet
rijp. oni het zacht te zeggen. Dus gaat
Mr. Marchant. „amok maken".
Zijn hand te-gen all'en.
Ismaël!
Op (le'jn Zondag Sexagesima.
Epistel II v. d. 1-1. Paulus tot de, Corinth.
XI. 19- 33 en XII. 1.—9.
Broeders! gij verdraagt gaarne do on
wijze», wijl gij zelven wijs zijl; Want gij
verdraagt hel, indien iemand u in slaver
nij brengt, indien iemand u uitzuigt, in
dien iemand u berooft, indien' iemand
zich" verheft, indien u iemand in het aan
gezicht slaat. Ik zeg het ter onzer schan
de, alsof wij hierin te zwak waren ge-
woest. Waarop zich iemand durft be
roemen, (ik spreek nu a-ls dwaas,) durf ik
ookzijn zij H ebreen, ik ookzijn z'ij
Israëlieten, ik ook; zijn zij nakomelingen
van Abraham, ik ook; zijn zij dienaars
van Christus (ik zeg het in onverstand),
ik ben hol nog meer, in last en arbeid,
veel meier in gevangenissen, in slagen
bovenmate,dikwijls in doodsgevaar. Vijf
maal heb ik van de .Joden veertig slagen
min oen ontvangen; driemaal ben ik mot
roeden gogeeseld, eens gestecnigd, drie
maal heb ik schipbreuk geleden, een nacht
en een dag beu ik in de diepte der, zee ge
weest, dikwerf op reis in gevaar van wa
terstroom™, in gevaar van moordenaars,
-iu gevaar onder mijn eigen volk, in ge
vaar onder de heidenen, in gevaar in do
steden, in gevaar in do woestijn, in gevaar
op zee,-in gevaar onder de valseihe broo
ders. lil arbeid en kommer, in veel waken,
in honger eu dorst'J iu voel vasten, in kou
de cn naaktheid. Behalve deze dingen,
welke uitwendig- zijn, drukt m'ij dagelijks
de zorg van alle kerken. "Wie wordt zwak,
zonder dat ik zwak worde?'Wie ergert
zich, zonder dat ik mij kw'eUe? Indien
men roomen moet, wil ik' op mijm Zwak
heden roemen. Cod de Vader van onzen
Heer Jezus Christus, die in eeuwigheid
gebenedijd is, weet dat ik niet lieg! Te
Damascus bewaakte de stedehouder van
den koning Arétas de stad der Damaskers,
om mij te vangen; doch ik werd cloor
een venster in eene mand langs den muur
nedergolaitcn, en dus ontvluchtte ik zijne
handen. Indien men nog roemen moet, al
hoewel het niet betaamt, zoo. wil ik op dó
gezichten en openbaringen des Heer,en ko
nten. Ik' leen ecnen menscih in Christus,
die voor veertien jaren, hetzij in het
lichaam, hetzij buiten liet lichaam, .tic
weet het niet, God weet liet, opgenomen
werd tot in cl-en derden hemel. En ik
weet, dat deze. m-enscih, lietzijl in liet
lichaam, hetzij! buiten liet .lichaam, ik weet
liet niet, God weet liet, opgenomen werd
tot in het Paradijis, en aldaar geheimvolle
woorden hoorde, welke het geen mensch
geoorloofd is te spreken. Op zulk «enen
wil ik roemen, maar op miji wil ik nieit
roemen, tenzij op mijne zwakheden. Dloch,
indien ik mijl ook wilde beroemen, ik zou
alzoo niet dwaas zijn, want ik zou de
waarheid zeggen; maar ik laat het, opdat
niemand' mij' aohte boven hetgeen hij in
mij ziet, of van mij hoort. En opdat, de
verhevenheid der openbaringen ni'ij niet
zoude verheffen, .is mijt een prikkel des
vleesc'h-cs gegeven, een dienaar van Satan
om mijl te k'wellièti. Djelialve heb ik
driemaal den Beef gebeden, dat hij van
mij zoude gaan; maar liij1 antwoordde mij!»
mijne .gratie is u voldoende; want mijiiie
kracht, wordt in de zwakheid volkomen.
Ik wil derhalve gaarne op mijne 'zwak
heden roemen, opdat de. kracht van Chris
tus in mij' verblijve.
Evangelie, Lucas. VIII. 415..
Iu dien tijde, als een groote menigta
bijeen kwam, cn uit (jjo steden to-t Jezus
ijlde, zeid» Hij in gelijkenis: Ü!e zaaier
ging uit om zijn zaad ie zaaien; e.n ais
hij zaaide, viel een deel bij' den weg, en
het werd vertreden, cn de vogelen des he
mels aten het op. En een ander deel- viel
op de steenrots, cn toen hot .uitschoot ver
dorde het, omdat liet geeiiB Vodhttigtliioid
had. Ook viel een deel tusschen de door
nen, en de doormen, te gelijk opgroeiend»,
verstikten liet. Wieder viel een deel op
goede aarde, en opwassende bracht het
honderdvoud vruchten voort. Diit zeggen
de, riep Hij'; die, oorcii heeft om! te hooreu
die hoor©. En zijtoe Leerlingen vroegen
Hem, wat dit voor oen gelijkenis ware?
Mij z'eide. hun:, u wordt het geheim' ge
geven van Gods rijk te kennen, maar aan
Valeria.
Hier is een juffrouw1 dio naar uw
gezondheid komt vragen, zei het kamer
meisje slecht gehumeurd.
Kom binnen, juffrouw', kom binnen,
zei de zieke glimlachend. „Laat haar bin
nen komen Valeria"!
1 Deze. ging nu qp zij om Alice, te Haten
voorbijgaan, bradjft haar in een mooie,
kamer vol divans en verschillende stoelen.
l'k wil u niet storen. Meivrouw, zei
Alice heel! zacht, die niettegenstaande liaar
gewone flinkheid, nu toc'li wat verdienen
was. 11; was gekomen óm naar uw gel-
aoudheid te vlagen maar daar het al Haat
is on Beatrix op mij wacht, moet ik spoe
dig naar huis.
Toen zij dit gezegd had, wilde zij! heen
gaan.
Hebt gij een zuster die Beatrix
heet? vroeg Clara om luiar nog wat bij
zich te jjouden.
Ik heb geen zuster. Mevrouw» het is
mijn beste vriendin, een vriendin mijner
jeugd, Beatrix Beaumont.
Beatrix Beaumont! herhaalde de zie
ke die nu scheen na te denken.... Ik heb
veel over liaar hooren spreken. Toe! be
loof mijl, nog cens_ met liaar bij! mij" terugl
te komen, ten minste als uw mama het
soed vindt.
(Wordt vervolgd.)