wen
T
TOESTEL
Z.C", GOES
Roosendaal
Tweede Blad
L. ROOS - GOES
mNSrB
vmJt
BEATRIX.
SPAARBANK
NIEUWE ZEEUWSCHE COURAfl*
ZATERDAG 17 OCTOBER 1925
CHE COURANT
6 cent per ons
[0 cent per ons
0 cent per ons
3AAR-D
PPARMT
AM
n Witte
fOL
Iknot
>P:
iSs nieuw
t" te Goes,
BUITENLAND
FEUILLETON
Het hoekje van humor.
h de weelde
dagelijks te
in enkele
is op elk uur
GILLETTE
SCHEER-
sel zacht kan
waar hij ook
g tijd hij ook
een frisch ge
in arbeidgaan.
geen timmer-
erapparaat is
ïeerapparaat,
t U onafhan-
langrijke tijd'
r gevaar van
ïuten met een
:n koopt een
men zich tott
ÏG
IIJE WOL fia-
knot 110 cent.
SOORTEN WOL
BREI- EN HAAKNAALDEN
Iileet. 9177-25
RIET, Opril 3, Goes.
OtEM
Ijnair in Effecten.
^RICHTING.
ends do markturen zitting in Hot
-komende Bank- en Eff eeteazafc»"
3R BILLIJK- 1086-ïe
DUITSCHLAND
Hoe aan With (Tin's keizerschap
tra einde kwam.
Er is een boek verschenen te Berlijn,
dat bu-tcng--Woon veel opzien baart, ii.l.
liet leven van Wilhelm II door deii be
kenden gieschiedyorscher Emil Ludwig ge
schreven. Vooral de volgenje passages
zijn zeer merkwaardigi:
Sinds Lu Jendorff het leger en het rijk
regeerde begon Je keizer daaronder te
lijden. Eiken dag' meer nam zijn vrees
voor den generaal nrsl het onderofficiers-
gezicht toe.. F,n Wilhelm 11 besloo-t tei
vluchten bb Je mildere fijmur van den
veldmaaiscbalk v on Hindenburg. Hoor
dat gebaar schrompelde het restant der
keizerlijke autoriteit ineen. In het jaar
'1917 werden zijn Zenuwen iiem de haasi,
hetg-.eu d» tfenadestoot toebracht aan de
politieke systemen, die hem aan zijn. naam
had verbonden. 'Om-dat het niet langer
uitgesteld ion worien, bracht de omge
ving van den cx-keizer Jew® in Juli 1917
met de pirtjjleiJ us uit zijn rglk by elkaar.
(Voor het eerst van»zijn leven zag Wilhelm
11 oen SO' ukil ji-'iuorraatEhert. die z'oo
■spoedig ziin opvolger zon worden, Beth-
«nann Hollweg werd ontslagen. Erzberger
wiilde vreae sluiten, doch DudendorfC
imlaakte d» onvactingen van Erzberaer uit
voor idioot en onwaaraiig.
-De keizer Zride: Laat on^ als we vre-
4e SlujtGn, het gela, de grondstoffen, de
katoen en de petroleum van d,e vijanden
afnemen en ten e-toen bate aanwondJein,. 'i
Le 'varyaderlng stond over dit dwaze
woord verstom Ire kcazer rerrolvde;
„En indien g- m vrede 'dan. inaar oorlog,!
tinnen drie maanden bestaat Engeland
niet (meer. Trouw, ns op.zlee ziet men al
geen tnaelsc-lie scheepn meer. ik wenscjh
Engeland als in een tweeden Punisch™,
ooilofi te vAntstig^n." Eisiberm* en de
anderen konden hun droeve ontsteltenis
niet uiteer verbergen, doch kagen aKèn
kans den keizer te laten begrijpen, hoe 'do
toedracht der zaak' wierkeJijk was.
Overste hamer deelde meda. dat het Ie-
ger m het bepin van 1918 in zjjn, Vertwij
feling. er over heeft gedacht, den keizêr
m arrest te stellen. En zelfs Von Hin
denburg, de loyale, schreef den 7en Jan.
1918 aan Wiihelnr II„Hat is Uwer Ma-
jestteits hooge recht te beslissen, maar)
gu zfolt het niet wanscfien. dat mannen',
die u c-n het ,vad -rland trouw dienen zich
«aan gedragen op een wijze, die zij kun
nen verantwoord en met de overtuiging
Van hun hart, maar die schadelijk zal
worden voor uw troon en vxjtoir de toe,,
komst van het yk. Ik verzoek Uwe Ma je-
stoft hierover diep na te denken.
9 Novembar 1918. Met het overschot
wam het 'kabinet zit de rijkskanselier in zijn
huis en wacht. Het volk is in opstand ge
komen. Men roept reeds luide op straat:
„Geve de Duftsche republiek)!" Uit hel
hoofdkwartier hoort men niets.
Bjde generaals, een minister en een, k,b-
ning dralen. Be kanselier overweegt of
hij de staat z'al laten beslisaan dan wel
eigenmachtig optreden en de dynastie
redden Dan besluit prins Max van Bad™
tot het laatste en meteen wordt hij, tele
fonisch gewaarschuwd, dat hij reeds tij
laat is. Scheideman had „reeds do repu
bliek uitgeroepen. Toen reddp prins Max
den keizer. Hij seinde aan den kejz'er:'
„Dteet afstand van uw troon en van a'l
uw rechten', maar de kejz'er antwoordt:
„IV-eiTaad; scnaxiniitolooiS veiTcLad."
Telegram na .telegram begint de kjafenB
plotseling,1 te schrijven en hij buldert ad;-
imiraal beheer en vice-adïniraal Van Le?
vetziow toe, dat al is hij geen Duittsch kjeb
if't,'raler' "J toch koning van Pruisen
blijft, loen trad Ton Hindenburg, verge
ff door da generaals Bron er en Von
«wchall kalm voor den „oppersten op
perbevelhebber en zegt: „Majesteit, ikf
herhaal ten aanhoore van allen die hier
zijn, het leger houdt liet niet meer uit. Dp
troepen weigeren nog langer voor u ta
u"' ?uw is niet meer- Gave God*'
d|&t heL anders ware."
^e^ze:f: "Maar ik kan me toch niet
laten arresteeren. Goed. ik zal aftreten
facer, maar koning wan Pruiisert
Hooit heer en, hoe mijn laatste Kanse
lier mij heeft mishandeld. Zonder dat ik
er ïats van afwist heeft prins Max van
baden hedenmiddag een proclamatie uit
gevaardigd, dat ik als keizier en koning!'
ime van den troon terugtrek. Dat heeft
nijj niijii laatste kanselier gelapt." Admi
raal Scheer': „Wat moet er met de marine,
gebeuren, als er geen opperbavelhebbter
Ineor is?" De keizer: „Marine, marine, ik
heb geen marine meer!"
Na dit thcatar-ein.te viielen tusschen 9
en 11 November nog enkele schoten aan
het front: Unitsohe aldel, vooraf Pomnie-
raanséhe jonkers, kWanten naar het hoofd-
kwjarfier gesneld en baden den keizer;
djit hij imet hen aan zijn zijde1 z,,ou ster1 ven,
'zooajls hij jarenlang had geztegd te willen
sterven, aan het hoofd zijner troepen met
ide degen in do vuist! Vooral Dellbruck
smeekte er om, maar de kei&ar reed in
een auto naar Nederland. ,G
AKBIKA
Eenige trekjes uit het leven van
Paul Krngier.
In het tijdschrift ..Zuid-Afnka". waar
van het jongste nummer, zooals wij Zatao-
jhife reeds meldden, geheel ge.wijd is aap'
Paul hriigev, die een eeuw geleien werd
geboren, verhaalt de heer B. G, V. Da
Witt-Hatner uit ayn persoonlijke harim
neringen het volgende over den, beiroemo
den president der vroegere Transvaal scha
republieky
Tijdens een van_ mjin ochtenibelzoe-
kten te 'zijnen huize, kwam daar een hulp
behoevende Boer binnen, die zffin nood
aagde en hulp vroeg. De President in-
iorlmeerde naar zijn doen en Jaten, en tOe-n
de man vertelde hoe zwaar hem de' han
denarbeid viel, zei de hij plotseling to,!
den vrager: „Laat me je handen zien".
Deze wiees hem leon zon vereelte, door
arbeid kromgetrokken handen, waarop de
President er vijf gouden ponden in stopte.
Gok neb jk gezien hoe een andera
klager, na t uitsteken 'zijner handen, kort
weg werd weggezonden, met de opmer-
ing ciat zujn handen tegen hem getuigden,
daar die meer geleken op vroiiweiïhan>-
den'
In Jen aanvang van het laar 1889
kwam President Krüger naar Johannes-
■buig, tot liet leggen van een hoeksteen
voor een gebouw, opgericht ten behoevo
van een Christelijke Jongelingsvereenigine.
Iu den namiddag van denieifden dag. hajd
er ten hutzie van den mjjneommissa^Ls,,
Jan hloff. een samenkomst plaaLs met tè
Johannesburg gestadonneerde ambtenaren.
„De president sprak de ambtenaren to a,
en gaf z,ijn genoegen te kennen, dat hem
nog geen enkel geval van corruptie tea;
oore sexomen was. Hij hoopte dat ziflks
zoo zou blijven en verhaalde, als een
waarschuwend voorbeeld de geschiedenis
"van den baviaan, die door hebzincht ga-
dreven. z,oo droevig aan zijn einde geko
men was. Gezegde baviaan, zoo vertelde
/yn hoogedele, vond een groofcen pioimr
poen, maakte een gat daarin, groot ge
noeg om zijn hand daarin te steken; toen
hij daarop de pompoenpitten aanvoelde
Werd hij zoo begeerig, dat hij de hand
daarmee geheel vulde, waardoor het hom
onmogelijk werd den arm terug te trekken'
uit de pompoen en de eigenaar van de
pompoen maar min moeite had die baviaan
dood te slaan.
.Velen van die ambtenaren niet gewend
aan de redeneertrant van den president
Vonden de vergelijking van het Ambtena
rencorps met 'n baviaan minder vleiend.
Op Nieuwjaarsdag van het jaar 1888
hield wijlen President Ivruger eene pu
blieke ontvangst in zijne woningda eerste
Presidential Nieuwjaarsreceptie. Onder de
eerste bezoekers waren klerken, werk
zaam aan de Staats-Secretarie. De ont«
vangst vond plaats in Je wel bekende ka
mer links van de ingang, waar Z<H'Ed,
in een leuningstoel gezeten, geplaatst in
den zuidwestelijken hoek' van het vertrek,
ae gtelukwenschen in ontvangst nam. Langfe
de wanden stonden; voor deze gelegenheid
tafels waarop kopjes en pierinkjes, glazen
en schotels met koek, gebak of gelei en
bottels met drank en met sodawater.
Toen de laatste klerk zijn gelukwem-
sehen had afgestoken, stond de President
op, bedankte in korte woorden voor de
gelukwenschen en met een zwaai van den
arm in de richting van de uitgestalde ver
snaperingen en met een olijken klank in
zijn stem, vervolgde hij„Kom jullie om
die hond, of kom jullie om die halsband
je.' „daar is koek, daar is koffie en daar
is drank ook."
Onder luid, gelach bedienden de klerken
zich van het aangebodene en dronken
s Presidents gezondheid.
CHINA
Een aanval van 'hinet'.sclie movers
op de missionarissen van Scheut.
Be annalen der missionarissen, van
Scheut d.d'. 1 October '25 bevatten onder
jmeer het varhaal van den rooveraanvaJ
18 o—
XIII
Om te verklaren hoe het visitekaartje
van Gabriel, over welks verlies hij zich
zoo erg ongerust had gemaakt, ip zijb be
zit gekomen was, moeten wij eenige dagen
terug gaan.
Ongeveer een week voor de laatste
gebeurtenissen, die wij' verteld hebben,
kwam de lakei, na een lange wandeling,
door d,en boulevard Haussmann.
Het was ongeveer één uur, de straten
schenen verlaten, want de morgenwande
laars waren, behoudens cenig® uitzonde
ringen, naar huis gegaan om koffie te
drinken. Ook Gabriel haastte zich, omdpt
hij bangl was te laat te komen. Eensklaps
echter hoort bij een diepe zucht, die hem
°P deed, kijken.
Eenige passen voor hem uit ging, een
vrouw, in haar geheele verschijning een
echte dame; zij' droeg' een uiterst fijn toij-
let, zeker in een der voornaamste huizen
gekocht en steunde op een prachtige pa
rasol; echter sleepte zij zich meer voort
an dat zij ging, en zelfs dit scheen haar
nog de grootste inspanning te kosten.
Gabriel keek haar eerst met-volle aan
dacht aan, vervolgens toegevend aan zijn
gevoel van medelijden liep hij op haar toe,
uit geheel, zijn hart de onbekend^ dajne
beklagend, die zeer zeker erg veel pijn
moest hebben.
Op ditzelfde oogenblik zuchtte zij nog
erger dan <3,en eersten keer en nog meer op
haar parasol steunend, bleef zij midden
op den boulevard staan.
Erg: getroffen en alleen luisterend naar
zijn medelijden, naderde Gabriel tot vlak
vöor haar en vroeg heel zacbt:
Mevrouw, is u niet goed?"
De oogen van de onbekende vestigden
zich op hem. Zij was nog een jonge vrouw,
die zonder bepaald schoon te zijn, toch
iets innemends had; op haar geheele ge
laat lag' een uitdrukking van lijden en de
lakei geloofde niet er ooit zujk een op
een menschelijk gelaat gezien te hebben.
Ondertusschen bleven de groote oogen
van de d,ame op hem a:evestigd, maar zij
keek als een wezenlooze. Gabriel besloot
opnieuw zijn vraag' te herhalen:
Is u niet goed, mevrouw?
Dank u,' het is niets, het zal wel
overg'aan.
Dpch Gabriel, die met dit antwoord niet
gerustgesteld was, bleef haar aankijken.
Hoe kon een zoo zwak persoon, en die
zoo ziek scheen, zich toch] zoo alleen in
Iviaa 17 Maart 1925 op de missie van
Sio-jior.
Sio-noi- is een groot dorp-, bewDtenl'
floor Chineesehe landbouwers. Allen zijn
christenen. Dit dorp ligt ten Noorden van,
Ortosiand. De Gele Stroomt, een weinig'
breeder dan de Schelde te Ainwerepn)
stroomt op korten afstand van de Missie
ten Noorden voorbij, 't. Zomers kan men
in booten oversteken; 's winterp stapt men
oVer het ijs, dat een meter dik is. .Jaarlijks'
bij 'den dooi, voert 'de stroo'nr grojoite ijs-
scholten iriee en dan is de misfeie Sdo-uor
,'zbnder verbinding met de purgterlijKe o-veter
beid en met de bisschoppelijke residentie:
imgr. van Dijc'k te Swi-yuan (de Blauwe
sta dl.
Op 7 Maart komen hier de roovers,
voorbijzij' voeren pater De Clippefe mieej.
Is Apderen daags trekken zij; 't Noorden
in pn steken dein Geien Stroom over.
Twee, drie, dagen later komen 1200 solda
ten aan op de missie. De officieren zeg
gen, dat 'zij hier blijven voor Jang, 'si Air-
deren daags komen zij xneJden, dat' ziji
bevel hebebn ontvangen om naar de stad
Portoe te trekken. Wij trachten hen vruch
teloos te overtuigen, dat zij zteodjoende de
missie overlaten aan haar' .tot, daar da
dooi weldra beginnen zat en zij ons, bij
een aanval van de roovers, niet te hulp
izlulfen kunnen komen. Doch zij, pebben
orders en trekk'en op. Als wij bang zijn,
kunnen wij met hen naar Po-toe meegaan.
Dla't nooit! Wij verlaten onzie christenenj
niet! i
Acht dagen verloopen. De roovers Zijn
aan '1 weik in het Toemeit-plein en '.t is
verschrikkelijk. Gp .15 M,aart vernemen
wij, dat de bandieten den strocwri weer
overgestoken zijn en in onze streek zijn
beland: de dooi is begonnen; slechts op
enkele plaatsen kan -men nog over den
stroom, mits met groote voprzjórgen. Wat
zal er gebeuren?
Ppter de Clippele is nog, steeds bij de
roovers. Hij zjèndt ons een briefje: in
spijt van z'ijn lijden, blijft hij vol goeden,
moc-d. Wij zenden hem wat voedsel. Des
avonds plaatsen vfy talrijke wachten uit
op de buitenmuren van het dorp. Wij
LANGE KERKSTRAAT 22 - TELEFOON 191
met rentevergoeding
van vier procent.
Correspondent te 's-Heerenhoek
J. M. JOOSEN, Dorpstraat, Tel. 12
hebben een buitenmuur rondom het. dorp
en ook een binnenmuur rond kerk en re-
sjdentie,. 's Avonds laat trekt Pater Lefe-
vere op, oms de wachten tot stipte waak-
'zlaamheid aan "3 zetten. De volgende in
spectie "blijft mij (pater' Biermans) opge
dragen.
Gm een uur 's morgens schiet ik' wjak-
;kjer. .Geweerschoten knallen. Een inaq
komt toegeloopen: „Pater, de ropvers zijn
ongemerkt lot aan den buitenmuur Kungien
komien. .Luistert -D'at zijn roovers, did
schieten en nu antwoorden, onzte mannan."
't Komt er op aan 'den binnenmuur te
beveiligen, pater Lefevere is bij de man
nen aan da Zu.iderpoort; ik bewaaik de
Noorderpoort. Langzaam kruipt Je nacht
verder. Al 't nieuws wordt pator Lefevefet
aangebracht; jk weet van niets en dat is
pijnlijk'. Eindetijk begrijp ik', 'dat de bui-
ten,Muren proeten ingenomen 'zijn: Chris-
tenen die daar streden, kómlen aang'eloo-
pen. De dageraad glimt aan dej Ooster
kim. Wij vernemen, dat jrater Lefeveref
order heeft gegeven aan al de christenen,
inannen en vrouwen en kinderen, om zich
terug te trefckfcen tol ban den binnjenmiujir.
Ook paaiden en .muilezels worden daar
heen geleid. In 't veriatien doi'p.zien we
fde roovers overal binnendringen. Onze
strijders staan reeds strijdvaardig om hup
nieuwe schans en bestoken ze geWeldig.
Die vrouwten bidden luidop in da KeatK.
Brand breekt uit in 't dorp op verschil
lende plaatsen, 't Geweervuur knettert
onophoudelijk. Een too,ver heeft brandend,
stroo tegen een poort kunnen, werpen ou
de poort vat vuur. M.et steenen en brikken
sluiten wij vlug de gemaakte opening.
Plots komt ean afgezant afeen christen
door dte roovers in 't dorp gevangen. Van
wjege de roovers moest hij 't Volgende!
melden„Wij hebban uw dorp ingenomen,
zullen het heeleipaal verwoesten, als zij
de stratemvan Parijs begeven? Achter de
voile zag hij' een hol-bleek gezicht met
geheel kleurlooze lippen. Nog grooter
werd het medelijden van den jongpn man,
toen hij tot deze ontdekking! kwain.
Wat te doen? Kon ik haar maar van
dienst zijn!
Terwijl hij zich die vragen stelde, bad
de dame haar weg' vervolgd, en verwij'-
derde zich langzaam. Met een paar stap
pen had Gabriel haar ingehaald, en op
nieuw haar naderen sprak hij schuchter,
als vreesde hij haar lastig te vallen:
Mevrouw u schijnt niet goed te zijn,
als !u wilt, zal ik een rijtuig voor u halen.
Zij keek' hem' met dezelfde strakheid en
onverschilligheid aan als den eersten keer.
Dank u! sprak zij op een toon van
iemand, d,ie voor altijd aan eep hoop heeft
vaarwel gezegd, het is niet noodig,.
En zij vervolgde haar weg, maar steeds
even langzaam en moeielijk.
De jonge man volgde h£ar eerst ang
stig met zijn oogen, als vreesde hij; fbdj
iederen voetstap, die de dame zette, haar
te zien vallen, vervolgens toegevend aan
een onweerstaanbaren drang, besloot hij
haar te volgen om, zoo het noodig mocht
zijn, haar te hulp te komen. Nimmer had
een wandeling' hem zoo lang toegeschenen.
De onbekende, die geen vermoeden had,
dat zij door hem gevolgd werd, begaf zich
[üjuzte voorwaarden niet aanvaardt: da
christenen moeten ons bun wapens en mu
nitie overleveren de twee mlsisaonaria-
sen [moeten ons volgen om bij den, manda
rijn 0112e inlijving b bepleiten. Aanvaardt
gij die condities, wij .verlaten 't dorp on
middellijk,; slaat gij ze af, wee u dan!"
liet overleg van pater Lefevere mat da
voornaamste christenen duurt niet lang
I antwoord aan de roovers is kojrt en
klaar:-„Gij krijgt onze geweren niet en
onze missionarissen ook niet."
'L Bevecht zet nu opnieuw, in. Gedu
rende den nacht hebben wij tweemaal een
afgezant naar de stad Po-toe gezonden.
Hebben de .twee Christenen hun bestem.
tiling kunnen bereiken:? Dat weten wij
niet. Plots doet het nieuws de rondede
soldaten komen. Waar of vatsch, Jat ge
rucht wekt ons op.
IV ij zien een troep roovers vertrekken
in de richt ing van Po-toe. Wij .lenkisn: zij
hebben lont geroken. Twee uur tater hoor
ik de Christenen juichen: de soldaten)!
Een troep ruiters draaft nadar uit de rich-
ting van Po-toe.maar 't Zijn de hooevsn
vermelde roovers. die terugkomen.
Dndertusschen houdt bet schieten aan.
Fen r.oover is onzie vasting zoo,tanig kun
nen benaderen, dat hij nu buiten schot zit
-}?-®®1 onderaan in Jan aarden maar.
VVij hooren hem werken om den muur te
doorboren: hij, wil daar waarschijnlijk een
nujn leggen. De muur is niet dik op dia
plaals, doch de kerel weet dat niet. De
Christenen beloeren zijn verborgen bedrijf.
Op t oogenblik, dat de roover bijna heel
den muur doorboord heeft, schieten z,ij
hem van dichtbij omver.
De jongensschool brandt en verschillen
de gebouwen van 't weeshuis der H.
Kindsheid. De meisjesschool leunt aan
tegen onzie muren. D'e roovers zijn daar
binnen en Weerom buiten schot. Wij
hooren .ze onze muren ondermijnen met
houweelslagen, 't Wordt uiterst sevaariii'k
voor ons. pater Lefevere seeft order aan
de Christenen, bran lend stroo op 't dak
der school te werpen. Het dak vat vuur,
de bandieten vluchten.
De roovers wforden voorzichtiger. Zij)
hebben ondervonden dat onze Christen™
raak schieten. Maar als de soMatan niet
komen en wij hier irog verschillende ia-
gen moeten opgesloten blijven binnen on/„
nauwe muren, dan is er gayaar, dat wij
vergaan van den dorst. *t Water van dan
eenigen put die wij hereiken kunnen is
slecht, de wijwaterbakken in de kerk rijn
reeds geledigd, om de Kleine kinderen 'te
laven. Een weinig na vier uur gaat er
plots een dolle kreet op van echt ra2iend
gejubel ("k heb dat nog nooit, a'fhoordjï
De soldaten!
Ons leven is gered! Twee kanonschot™
daveren: De soldaten (heelemaal niet
vechtlustig) melden de roovers nun komst
van ver! Het salvogesehut onzer Cliriste.
nen peantwooikelt ,1e kanonschoten. Dp
roovers springen te, caarj en verdwijnen
in kleine bendetjes. Ie:lereen alhier is
opgewonden vain vreugde. De vrouwen
in de kerk zijn reeJs begonnen het ,T'a
Deum" te zingen. D'e eerste soldaten, 'dia
111 de missie aankomen, worden onthaal;1
als engelen uit jlsn <he:mel. Een oud
vrouwtje beweent en vermist een kleeding
stuk 'licn personen stoppan haar dent
inond„Zwijg grootmoeder, ons mven is
gered!"
Een wooiJ van hulde aan onze dap
pere christenen moet mij hier uit de pen.
De bandieten trachtten hen op alle mogcr
gelijke manieren over te halen om het ge
vecht op te geven en da twee priesters
over Ie leveren: „Zijn die vreemdeduivejls
u dan zoo dierbaar", riepen zij onzen'
onzen h rist en en toe. „dat gij er vrouiw
en kinderen voor offert en meer dan,
tw;ee duizend menschen tot den beidel-
staf brengt?" Dat was wel een verschrik
kelijke verzoeking, als men oedenkt, dat
vieel .Christenvrouwen en kinderen, niet
binnen de verschansing waren geraakt
en nu jn de handen der roovers waren,
gevallen. Doch „onze dappzre Christenen
aarzelden niet een oogenblik: grimmfe
hielden zij stand tot het uiterste toe en
antwoordden de roovers: „Doet wat gij
niet laten kunt, maar onze priesters kniel
gij nooit!"
Dal de roovers het ten overstaan van
eulke strijders hard te verduren hebben
gehad, is .zeker. Zij .verloren 41 man en
19 warden zwaar gewond. Dooden en
gekwetsten laadden zij onder 't gevecht
op karren en voerden ze naar 't Oosten
wjeg. De Christenen, die in 'tdorp ver
scholen waren gebleven, hadden h'et be
spied, hoe de roovers ontmoedigd; waren
door de dapperheid van onzie mannen-
„Die Christenen zijn niri gelijk de andere
Chineezen, hoorden rij de roovers xif.g-
zeer langzaam naar hare woning. Het loo-
pen in de nog' al stijgende rue Téhéran,
kostte haar veel moeite, dikwijls bleef zij
staan en bracht een harer hianden aan
haar hart, en aan haar kleurlooze lippen
ontsnapte een dier zuchten, die 't gevoelige
hart van Gabriel zoo had doen sidderen.
Nogi een half uur duur dp die tocht die
zoo pijnlijk was voor de vrouri, en, /zoo
bezwaarlijk voor den lakei. Met dp uiter
ste krachtsinspanning: beproefde zij' haar
gang te versnellen, verlangend als zij was
om zoo spoedig mogelijk haar woning!
te bereiken, teneinde zich Jaar geheel
en al aan haar geheime smart over te ge
ven Gabriel keek van tijd tot tijd, on-
rustig op zijn horlogehij was bang te
laat thuis te komen, toch kon bij' niet be
sluiten om 11 persoon die zooveel belangfetel-
lmg waard was, zonder hulp achter te laten.,
.51., 1 Ewam er aan die lange en
moejhjke reis midden door Pareis een ein
de. De onbekende slaakte dezen keer een
zucht van verlichting, toen zij voor de
deur stond van een der schoonste huizen
van de rue Courcelles. Doch deze laatste
inspanning: had haar uitgeput, zij moest
zich op den drempel nederzetten om tot
adem te komen. Zij keek om zich heen.
En voor den derden keer vielen hare oogen
op Gabriel, die slechts eenigie passen van
"aar ai onbewegelijk stond en haar niet
Bans Hans kwam uit de stad en d')
pp'stoor vroeg hean:
Awel, Dams, Wat heeft u het meest
getroffen, en indruk op u gemiaakt-?
Een steen, die vjajn een steiger viel en
di-t is do indruk.
En hij liet een groot litteeken zien op
zijh hoofd.
Werk jjj ijverig, Henna®
Jlai oom, ik' werk wat ik kan.
Zoo en Waarom doe je dat
Ja), dan kan ik later rijk worden en
een automobiel koopen.
En jij, Flip, waarom voer jij niets
uit?
Niet noodig: ooui ik 'miajg: met Her
uiun meerijden.
In een proces wordt een neger ails ge-
tuige gehoord. Voor de beëedjging vraagt
de rechter: Weet je wjaf er gebeurt als
je een v)a|lscbe getuigenis geert?
Jat dan Sam gaan moet naar de hel.
Juist, hijaar als je trouw de waarheid
zfcjgt
Dap Sam verliezen proces.
gen, rij durven hun leven wagenjt", Een
roover zei: „Wachten wij den nacht af
dan zullen WÖ gemakkelijker in de .ves
ting kunnen"; maar de anderen antwoor
den met een vloek'. Da Christenen zijn
reeds zoo verschrikkelijk bij dag; wat za!
liad dan 's nachts zijn? Trekken wij. lie
ver op, zij, vechten gelijk da duivels)!"
hn inderdaad, onze Christenen waren
„dapper tot roekeloosheid toe. Zij schoten
niet door kanteelen, maar staken hu.u
hoofd hoven den muur om beter te kun
nen mikken. Als wij ons daartegen ver
zetten, antwoordden zjj: Laat ons maar
doen; wij kunnen op die wijlte veel rakör
schieten.'.'
Natuurlijk' hadden de roovers ook rel
letjes met hun oversten. Zij verwelten hut'
da,t zïjdxen bedrogen nadiden: „Wat! dia
Christenen domme boerkens? Wij iftogen
onzen kop niet toonen, pf rij plantan er
een balleken in!" En menigeen van die
kerels speelde daarbij zoo akelig met
een browning, dat de. overste op zijn tan-
Men beet en zweeg. Een overste ging zelfs
2öo ver, te knielen voor zijn mannen en
hun de groote buiging ta geven, naar da
methode .van 'sommige Chineesöbe offi
cieren, als zij het oproer van hun man
schappen willen .verhinderen.
fn alle- -gejvat, dikwijls nebben roovers
«1 soldaten hier g Durende de laatste
twee jaren met elkander gevochten, maar
nooit hebben de roovers daarbij z)ok»veal
yeriiezien geleden ,als dat hier nu'het »öval
is geweest.
Igid rij zich op alias, wat in het jloip
in nun handen viel, gewroken, hebben,
spreekt vanzelf.
Ik beschrijf maar liever de verwoes-
ting van het dorp niet verder. Enkel stiip
ik' aan, dat de roovers Jiet op eeaï bizbn-
n [5 wÖze °P Ae kruisbeelden gemunt te;
hebben: die werden ovarii stukgeslageiw
Ook Ta-non, een kleine Christenheid!
van hieruit bediend, werd verwoest met
kérk en al.
'Onze weeskinderen, vooral dp weeskïn-
deren uit de H. Kindshsid 'zijn te bekla
gen: gelukkig dat, de zomer voor de desur
staat! Tegen 'den volgenden winter zal
er wel hulp zijn opgedaagd. I Daar ziin
nog edelmoedige z'ielen in de wereld'.
Onze .verliezen aan imenschemteveiis?
Zes Christenen werden gedood: t-oji twin-
Ugtal (gewond, doch niet ai ta zlwaar.
Een van onze onderwijzers was getroffen
in de longen. Hij spuwde bloed. De Chi
neesehe geneesheer gat hem' nog twteie
Idagen leven. Maar de gekwetste ha,d
Zuster Theresia van Lisieux aangeroepen.
Wonderbaar! (Hij is nu aan 't genezen,
Zuster Theresia van Lisieux noemde zich
hij levende z'uster .van ie missionarifS-
sen. Nu zïj in den hemel is. kan zij veel
:wf'J hebban voor haar aen groote
devotie, die ook! gedeeld wordt door onzU
christenen.
j Gok tal van "ónze christsnen wterJéni
door de roovsrs gevankelijk meegevoerd,
verschillende rijn reeds kunnen ontsnap-
epn. Wij vermissen er nog vijf, w. o. twee
jongens van tien jaar, een van vijftien
jaar, en een jonge vrouw van twintig
jaar. God besccherme hen.
Een brief van pater Cyriel Lbfevera
aan pater August van de Velde, mi'ssioj-
naris in Ningsia, geeft ons beschouwingen
ten beste over 't verder verloop van de
gebeurtenissen en de ingewikkeldheid van
Chineesehe toestanden.
„Nn legeren er te Sio-nor soldaten. Een
uit het oog verloor.
Hunne blikken ontmoetten elkaar. Op
de onverschilligheid, van de onbekende
volgkle nu een levendjge verrassing, en de
jonge man, verlegen en ontsteld, scheen
door zijn nederige houding haar vergeving,
te vragen. De ontroering verlamde haar
als het ware, haar geheele leven kwafti
haar voor den geest, haar hart scheen te
breken, toen zij den jongen man met be-
venae stem hoorde zeg'gen
Mevrouw, vergeef het mij dat ik u
heb durven volgen, ik hacj zoo'n angst,
dat u iets zou overkomen ik kon het
waarlijk niet nalaten. Vergeef mij; me
vrouw, ik smeek het u!
Gabrjel was de onbekende dame gena
derd en dezen keer zoo dicht, dat zij wel
het kloppen van zijn hart kon hooren. Dit
deed ook haar hart, dat zij voor iedere
menschelijke genegenheid' dood geloofde
opnieuw leven.
Het is al lang geleden sinds iemand
mij zoo zacht en teer heeft toegesproken,
antwoordje zij.
En op dit oogenblik speeltje een glim
lach, de eerste misschien sindp jaren, om
haar bleeke lippen, en klaarde haar lijdend
gelaat wat op. Zij voegde er aan; toa:
P. SV ooit een viientjin noodig
hebt, kunt gaj op mij rekenen.
(Wordt vervolgd.)'