Tweede Blad
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1925
NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT
De voorbereiding tot een reuzentaak.
FEUILLETON
BEATRIX.
Rondgang op de
Heilig-Land-Stichting.
v.
Een pot
Kloosterbalsem
in huis is een
groot gemak
Heiligen worden niet geboren; lia
worden g a ml a a k t, gemaakt door do Ge
nade en door zichzelf.
Zooals de 12—13 jarig© Heter Kanis
door de smlalle straten rans het oude
stedeke Nijimtcgen stapte, was hij dan
ook volstrekt geen heilige. Veeteer oen
kwajongen, niet vrij van verwaandheid,
wetend .dat z'n vader rijk was, voelend)
zich de zoon eener Machtige burgemees
tersfamilie.
Wals hij dan slecht? Noen. Da eerste
jeugdindrukken van een zeer vrotnlet.
impeder, wier spoedige en heilige dood
hij nooit vergeten kon. en van een har-
teljjk-bezlorgde -stieiEmoetter haddon epfn
diep on stevig fundament gelegd van gods
vrucht.
Uit eigen beweging ging hij door deri
dog sotms de kerk oinnen, knielde dicht
bij 'het altaar, en bad voor zijn toeik'omlst
uit eigen beweging ook had hij zliclh.' in
versterving geoefend, zonder dal anderen-
daar iets van wisten. Thuis had hij plo-
'ziier gehad in altaartjes bouwen en mjis
spelen: in de kerk' diende hij nog 'gaarne
de H. Wis.
Maar hij was de oudste zoon van oen
voornaimie familie; aan zijn opvoeding
wasniet allo zorg besteed; wamt vader
Ihad 't te druk m®t bestoiurszlak'en, en
miocdér beheerde een groot huishjoudien.
li'n Peter werd buitenshuis, op straat, en
in do woning va,n een zijner leeraars waar
hij ceinjgen tijd als kostleerling verbleef),
de heel-gewone jongen, die omfehnk' had
met lichtzinnige kameraden en onwille
keurig begon rnlee te doen mat dingien
waarover hii zich later zie» sdblaamide.
Zalig .echter het kind van bravd
loudens: wiant in zijn hart staat diep en
onuitwisbaar het beeld geprent van den
Goddelijke» Vader en .fleer: heimi om
ringen steeds de gebeden van vaderzbiid
en (mfoederliafde; en nooit heeft Pater
'zich schuldig gemaakt aa.n de treurigste
val van oen braven jongen.
Zelf werkte hij dus nog niet ernstig aan
zijn heilig-wordan. Maar de Genade, die
ihomi reeds voorkomen had. bleef !h(emi be
schermen. Op 15 jarigen leeftijd werd hij
naar de hoogesehool van Keulen gezon
den. Hoewel hij ook daar weldra a.ls rijke
en 'kiiappe jongeman een gevierd student
was onder z,'n kameraden, die mlee kon
fuiven, graag pen gat in den dag sliep,
en studentenstreken niet versmaadde; hij
kiwato inwonen in een kosthuis dat stond
onder leiding van een Nederlanidsch pries
ter, Nicolaas van Esch; en Petrus' stu
dententijd was spoedig voorbij. Dez'e hei
lige priester won 'gijn vadtroulwen en
liefde door gebed en dooi' zijn omgaan.
Killet hem, wist hij Peter af te keeren van
het parelende jeugd-uitvieren. Als tegen
gift voor geest en hart leerde hij hieim
waardeeren de groote beginselen der -H.
Schrift en der Heiligen. „God dienen is
heerschen";„ééno zaak slechts brengt
geluk: God te dienen; al het .andere is
bedrog." Hij bracht liomi in aanraking met
5) o—
.VI.
Het orkest speelde de eerste aceoor-
den van het meesterwerk van Verdi, toen
Beatrix, die in haar eenvoudig wit toilet
er bekoorlijk uitzag1, de loge binnen kwam
gevolgd door Lena.
Een lichte beweging was in de zaal
merkbaar, alle kijkers richtten zich op
baar, maar zij was zoo iu gedachten, dat
zij er niets van bemerkte; ziji ging met
haar rug. naar het publiek zitten en dacht
er alleen aan om te genieten van do mnj-
ziek, waar zij hartstochtelijk' van hield.
Het g-ordijn ging op. Radames en
de hoogepriester stonden op het tooneel.
H.un kort spel, gevolgd door het won
dervolle „Ilemelsche Aïda", zoo goed ge
zongen door Jean de Reské, bewoog haar
tot schreicns toe.
Het jonge meisje dat haar oogen ge
richt had opi den onverschrokken krijgs
man, voelde haar hart sneller Hoppen:
wat had zij er niet voor willen geven om
die Aïda te zijn, toen zij die overschoone
wooTden van die getrouwe liefde hoorde.
Aïda zoo ongelukkig, maar toch zoo be
ide diepere godsdienstige stromnlngen van
dien tijd, en wat Botrus Kanis toen te zien
kreeg sloeg djep in op zijn onbedorven
hart. Dat was (de hervormingstijd en
-strijd; dat wa.s 'het bedroevende beeld van
een aartsbisschop van Keulen, Hermann)
von Wied die innerlijk reeds lang geen
'katholiek geloof in,eer bezat; dat was het
treurige schouwspel van sompiige pries.-
tc-rs die onpriesterlijk leefden en zich om/
geen Zielenheil l>ekoin(merilendat wasjiett
gc'zjbht van zoovele nnenschen die bij ge
brek aan opwekking en leiding allo echt
godsdienstig leven verloren, geen eerbied)
hadden voor Kerk of geestelijkheid, geen
liefde of achting voor deugd, maai- zelf
verloren liepen in zlonde en. onwilligheid.
Maar dat was daartegenover het heiliga
leven van zijn zieieleider mi vriend, het
vu rig -apo st oli sclhe streven en werken van
vele kloosterlingen en kanunniken, pterk,
voelde Canisius zich getrokken tot het
(gebed- en studieleven der karlhiuizie'ruf
wlaar hij vrij iin en uitliep. Daar ook
leerde hij kennen en beminnen da devotie
vian Jeaus' II. Hart. Er heeft toon in z'ijn,
zie leen roepstem geklonken, vaag eerst
en onduidelijk. Maar al wist. hij nog niet
de juiste weg waarlangs hij vooruit ftioesit,
een verneven ideaal was in de verte voor
Heter opgerezen, en daarne&n zou hij
ga,an, 'tmoent kosten wat bet wilde.
„lieer, leer mij uw weg, en leer mij dien
bewandelen." Dat werd zl'n dagelijksche
bode. De 17-j.arige jong'ejinan had den
idealen drang van ieder rein jongenshart
weer teruggovonden in volle kracht. God
riep! Nu vroeg de geroepene nog! slechts
don weg, de richting waarheen hij dien,
drang moest laten uitstrooïnen.
Het a.nlwoord van B-oven kwanr. Ver
schillende '.malen den eerstein keer voor
'het H. Sacrament in de Sint Stephanus-
kerk v,an z'ijn vaderstad. straalde er als
een goddelijk licht over zijn ziel. Hij1 zag
als .met 'de oogen de ijdelheid en dwaas
heid oéncr zondige wereld, al die gevaren
die zijn ziele,heil bedreigden. „Heer, leer
,m'ij uw weg!" was en bleef zlijn bede. En
al had ondertusschen zijn vader geheel
andore plannen, en was er een passende
bruid voor hem gevonden: Petrus Canisius
bad reeds na rijp beraad, „vrij en blij,"1
do gelotte afgelegd van eeuwiige zuiver
heid. De dienaar an strijder voor Gods
Iverk zou zonder eenige band' zicih aan den
Hoer kunnen geven. Als 'heiini .spoedis
daarna een rijke prebende wordt aange
boden, weigert hij ook dez'e: hij' wil geen
bcleuijmering zijner krachten, geen banden,
tenzijGod zelf hem die aandoet en
ham leiden zal.
Zoo liet hij zich binden, bond lilij zich
zélf, den 8 Mei 1543, toen hij ziedij geroe
pen Wist tot da eerst kort besjialandie)
Sociëteit van Jezus. Hij was de eerstel
Jp'ZWiïet uit de Noordelijke landen. Voor
taan was het zijn stelregel: „Voor God en
Kjerk: wlaar de Paus of mlijn oversten
imij willen, daar sta on strijd ik I daar sterf
ik!" Eerst werd Canisius naar Kouten
mind. Want de dochter van den graaf,
rijk, .aardig1, erfgename van een schoone
titel, stierf bijna van jaloérschlieid om te
beminnen en om bemind te worden.
Hict is niet te verwonderen, dat zij in
deze eeuw, waarin een oprechte genegen
heid zoo moeilijk te vinden is, een leven
dige bewondering had voor den held, die
oin zijn'armc slavin trouw te blijven, een
troon en een liefde van een koningsdochter
weigerde.
Toen na de laatste woorden van het ge
bod der gevangen prinses het gordijn viel,
keerde zij zich naar haar begeleidster en
legde zacht haar hand in de hare.
O Lena, wat is dat schoon, zei zij
bewogen.
Op dit oogenblik trok de komst van
Alice en Jacques haar uit haar droomerijl.
Men begroette elkaar, men vroeg weder-
keerig1 lioe de ouders het maakten, doch
toon het gordijn weer opging, dacht men
aan niets meer en luisterde men vol span
ning.
Aan het einde van het eerste bedrijf
deed Alice a,an Beatrix het voorstel om
zich wat dieper in de log'e terug te trek
ken, ten einde beter te kunnen pralen,
maar de ware reden hield zij voor haar;
ze wilde naar Gabriël vragen, voor dat
Armand kwam. Jacques, beleefd als al
tijd, ging zijn vriend halen èn om zijn
teruggezonden, en ontving er in 1546 do
heilige priesterwijding. Reeds bekend gfo.
worden en geacht om, ziijn wetenschappe
lijke werken en vte'mfnende zielenijver;
vaardigden die Keulenaars hém af naar
deal Keizer, en door God's Voiorzienigheidl
was hij nu in aanraking met de hoogste
wereldlijke en geestelijk» autoriteiten van
Duitscihland. Nog wijder moest hij gekend
worde.n, en zelfs nog1 beter de kerkelijke
toestanden loeren zienkardinaal Otto
Truehsess bisschop van Augsburg, zond
!h«m als theoloog naar bét Concilie van
Trento.
Zoo voorbereid en uitgerust met een
veelzijdige wetenschappelijk» vorming, in
aanzien hij de machthebbers van Duitscrn)-
land en uitstekend kenner van Duiitseflie
toestanden: gekend en geacht bij d'ö hoog
ste autoriteiten der Roolmisohe Kerk, zou
hij zijn Apostolaat 'kunnen beginnen: ee^
geweldige arbeid, de redding) van D'ujitscih-
land in uiterst moeilijke omstandigheden.
Alles wat nog goed was ol' nog goed wilde,
wachtte op een redder: Petrus Canisius
zou komen.
Maar eerst riep ds H. Ignatius van
Loyola, dien veelbelovenden, reeds be
roemden .jongen priester naar Home. Hii
wilde Canisius' deugd, de grondslag' van
alle apostolisch wer-Ken. !met eigen oogen
zien en op de proef stellen.
Hij wilde zelf aan ..lat fundament du
laatste hand leggen en Canisius, oefenen
in gebed on nederigheid. Keukenwerk au
geringste ziekendienst werd gedurende
enigen tijd zijn gewone bezigheiid. Waar
o|m pok niet Alles voor Godl Alles vol
gens de van Boven gestelde overheid I
Roe geheel en hoe eenvoudig Ih'ij zich toen
volgens hot Jezuïeten-ideaal aan Ie God-
ijdelijko Majesteit hal overgegeven, blijkt
0.a, uit een schriftelijk antwoord op dd
vraag of hii bereid was out naar Messina
1,e gaan en daar een college te stichten.
Hij verklaarde zich bereid tot alle bedie
ning, even tevreden als men, helm ]©oraar
maakte of ook tuinman of portier. Qe-
durende één jaar werkte hij werkelijk als
leera-ar to Messina, o hoe zal hij loen
aan Duitschland hebben gedacht l'agdo
daarna te Rome de plechtige laatste kloos
tergeloften af in Ignatius' Juinden en werd,
naar het Noorden, naar Duitschland gezon
den. Het was Gods zending, en de vervul
ling .van Canisius' brandend© hartewensch.
In zeker opzicht staat Petrus Canisius
op dit tijdstip voor ons in dsn schoiou-
sten glans van zijn Jevan,. Zéker, zijn ge
weldige Apostelarbeid moet nog beginnen.
Maar welk ©en gewichtig werk), is reeds
voorafgegaan; hoe hadden genade en ei
gen medewerking hem gevormd en voor
bereid: 'n gele,er 1 .man in die togen
wlerd hij nog doctor in de .theologie, --
kenner van Duitschland, gekiend en geacht
in de hoogste kringen, bekend met het
volk <en met de nieuw© teerlingen; in de
Volle kracht van zijn lavén naar lichaam
en geest, en vooralin innig contact mei
de Bron van alle licht en sterkte die moest
worden uitgestort, met den Goddelijken
Koning wiens Rijk hij; ging herwinnen en
herstellen. Voor de onmetelijk uitgebrei
de en zware taak die wachtte, ging God
zijn strijder nu troosten en versterken. In
die dagten, die Canisius te Rome doon-
bracht om zich door de meest innige ban
den aan God en zijn kloosterorde te bin
den, overstroomden hem Gods genaidegun-
sten. „Men kan die niet vertellen" erklant
hij zelf in zijn eenvoudigi-nederige Belijde
nissen „zonder den schijn op' zich te laden
van zelfverheffing."
Na van Christus' Plaalsbekleeder zijn
zending te hebben vernamen em diens, lie
gen te hebben ontvangen, ging hij naar
de graven der Apostelvorsten JPptrus en
Paulus ojn te bidden; daar ontving hij .ook
hun hjcmetsche Segen en bescherming over
zijn Apostolischen arbeid. Twee dagen la
ter was hij 's morgans wederom in do
Sint Pietèr om ta bidden. In heilige ver
rukking mocht hij toen den Goddelijken
Zaligmaker aanscnoirwan, die hem Zijn
II. Hart opende én uitnoodigdo uiit' djo
bron te drinken.
Canisius mocht de lippen drukken op
dat Allerheiligste Hart en er zijn dorst
stillen. Ook Maria's zegen mocht hij ont
vangen! En tot gedurige bijzonder© helpeq'
in ;zijn apostolisch wierken wlerd ham
een engel gegeven, die hij zich steeds aan
zijn rechterzijde te denken had.
Sterk door Gods genadekradht, opgewekt,
door 's-Be!mels buitengejwone gunsten
treedt Petrus Canisius .thans wederom de
[wereld in. De bloem, die in het zonnelicht
v,an Gods lief.Ie.en genade was opgekomen
en ontloken zou schijnbaar de treffendste
schoonheid verliezten: de eigenlijk© roe
ping ging zich ontplooien in, onmetelijke
vruchtbaarheid.
Het zaad wterd uitgestrooid' en heeft
niejiwle bloelmen voortgebracht en
rieuwige vrucht.
C. J. L. S. J'.
Met de 2de statie begint dan die 400 tot
oOO ellenlange Kruisweg die Jez'us van,
'het Pretorium van Filatus tot GolsotJia
Sieeft afgelegd. Wel kénnen wij nu, 14
staties of gedenkplaatsen aan JeKus' Lij
den maar volgens het Evangelie zijn ons
edhter 'maar t) dier staties n.l. de le, 2e,
5e en 8e en de 10e tot en met de,14e be
kend. Do andere 5 staties n.l, dé 3 vallen
van Jezus, de vmlmoeiing mcit Zijn H.
Moeder en die met Veronica, berustten,'
geheel op traditie. In den loop dier eeuwen
echter zijn deze siatjes door tal yan schrij
vers aangenomen en verklaard, en, door da
gcloovigen op de door hen vermeend©
plaatsen vereerd, vandaar dat ook do H.
Kerk daarom dezle stati.es aa.n den Kruis
weg heeft toegevoegd. Van de 2de statie
g,aal het nu bergafwaarts naai' de 3e sialic,
waar Jezlus voor het eerst ter aarde nedieir
stort onder Zijn zwaar kruis in Jeruza-
Het is zoo prettig goed te
kunnen helpen als iemand
zich verwondt. Akker's
Kloosterbalsem zal de pijn
stillen en U snel genezen.
Akkers Kloosterbalscm
is door zijn bijzondere
eigenschappen onover
troffen bij ontvellingen,
schrammen, brandbla
ren, puisten, wonden,
zweren, insectenbeten.
wintervoeten. Ook bij
spierverrekkingen, spit,
spierpijnen, rheumatiek.
Per groote pot van 20 gram
50ceot. Potten van 50 gr. 11.
100 gr. (1.75. Hoe grootcr hoe
voordeellger. Alom verkrijgbaar
lems smalle straten. Door de vreesleijka
martelingen en Jiel bloedverlies afgemat is
deze val op sen natuurlijke wijze ta ver
klaren vooral waar Jezus met zoo,n zwaar
kruis beladen is. Met ruwi geweld opge
trokken en voortg'esleurd staat Jezus met
Zijn geheel doorwond Lichaam weer op
en strompelt verder. Doch welk een on
beschrijfelijk schouwspel van da grootste
Moedersmart ontrolt zien nu aan ons oog
Jezius, de Man van Smarten ontmoet voor
een van Jeruzalems huizen, Maria, de
M.oeder van Smarten. Hoe kunstvol heeft
de kunstenaar dit moment in beeld' jie-
brac'ht. Onder een Jeruz.alemsohe siraat-
boog door, tegen een Jeruzialemsch huis
in beeldhouwwerk uitgevoerd die smartvol
le ontmoeting van Jezus en Maria. De
zielen van Moeder .en Zoon smelten sa
men. Jezus, gelaten in Zijn groot Lijden
en vol teedere liefde Zijn dierbaar Kjwis,
hel verlossingstcefcen omfctómimend met
beide handen, Maria, vol medelijden en
diepe smart, vol overgaving aan Godsi H.
Wil, haar beide handen uitstrekkend naar
liaar Goddelijk Kind. En wat een verschil
tusschen de II. Maagd en Maria Mjigdale-
jna mjet haar -Jmbeiheersohte liefde en
smart. En dan JoannesI Wat aeu sohoona
Oostersche jongeling, koninklijk v,an ge
laat. Verder één Ier vrouwengeheel op
gaand in haar smart en zich het gelaat
jnct haar kleed bedekkend. Achter Jezlus
zien wij dan den Romeinschen soldaat, ver
tegenwoordiger van hot Rom. volk, onver
schillig op dit alles toeziend. In hem Jigt
ee'n heele geschiedenis. Doch Jezus gaat
weer verder en ook wij willen Hem volgen
op Zijn tocht. Langzaam, begint de weg nu
weer te klimmen. Wankelend en ieder,1
oogenblik dreigende te bezwijken beklimt
Jez'us den wég. De Joden, vreeaend hun
slachtoffer te vroeg ie z'ien bezwijken en
Hem niet meer aan zijn kruis 'te zulten
zien sterven, dwingen nu een van zijn ak
ker terugkomenden landman Simon van
Cyrene om Jeztus' kruis te dragen. Met
zijn zoontje Rufus, de jongste van de twee
(de oudste was Alexander) draagt Simon
nu het kruis tot aan den voet van Calvariii
terwijl Jez'us er naast wordt verder ge
sleurd. Voort gaat het wteor altijd maal
ievrder naai- het einddoel der victorie)
Golgot'ha, waar zoo straks de God van,
Henrol ear Aarde zlal genageld worden aan
Zijn Kruis. Wij naderen nu het huisje van
Seraphia. Zij zal den moed hebben, oSm|
tusschen de ruw© soldaten door Jezus te
naderen en Hem haar hoofidoek aan te
bieden om zich,'het Bloed en zweet van
het Godd. Gelaat te wisschen. Iioviel» een
boog, waaronder water stroomt zien wij in
ilevensgroote figuren dit moment afge-1
beeld. Jezus buigt zich een weinig -ter
aarde alsof Hij zich wil iesschen aan den
stroom daar benslen Hem1, gelijk in de
H. Schrift staat: „Als een afgematte strij
der drinkt hii aan den stroom, (redds in'
het O. T. wordt hiermede bedoeld het lij
den) die hij op zijn weg ontmoet. En richt
liet hoofd weder op met nieuwekraciht (Je
zlus heeft zich zelf dus overgeleverd aan
de Joden om als zoenoffer te dienen; uit
eigen macht dus en zal door eigen macht
ook dat offer aan zjch laten voltrokikenl
lol de volkomen zegepraal is bevochten."
Wij zien op deze statie een donkera en een
lichte zijde. Waar God, bij, de schepping
donker en licht scheidde, zoo scheidt Je
zus ook bij de herschepping liet donokre,
Me Ou Je Wet, van net licht he,t Nieuw,o
Verbond. Gelijk .licht en Jonker in tegen
spraak met efkaar zijn gaan ook hier do
woorden van Simeon in vervulling: „Hij
komt tot val en opstanding van velen, tot
■cem teeken vian tegenspraak." I,u die
donkere zijde zien wij de schriftgeleerden
met afgewend gelaat, terwij! de soldaten
onverschillig i toekijken. Simon draagt
Jezus' kruis met zijn zoontje. Seraphia, la
ter Veronica biedt Jezus een natgemaakte
dook aan, terwijl haar dienstmaagd achter
haar staat, in de handen een beker water
houdend orn de 'doek te bevochtigen.
Simon staat half in het donker, lrjalf in
liet licht om zijn. overgang weer te géven
van het Oude naar het Nieuwe Verbond.
De Romeinsche soldaat is nu reeds naden
kend geworden en ziet vol verwondering
den Godd. Lijder aan. Hij ,is de uitbeel
ding van het werken der genade niet in
eens maar geleidelijk aan. Achter en on-
(ler Jehus' voeten zien wij den grond
scheuren en de steenen verbrijzelen, gelijk
in de Id. ,Sei!irift slaat: „Wanneer Dij
uittrok beefde de aarde en schokten cto
bergen en zelfs de steenen smolten als,
wa:s voor Uw 'aanschijn." (Judith). In
liet licht verrijst dan de Kerk Go>ds in al
zijn heerlijkheid. De afstand tusschen 5a
en 6e statie is pl.mi. 80 passen. Wij vol
gen nu Jezus van de 6e naar de 7© statie,
een lengte van 60 passen. Hier viel Jez'us
voor de 2de maal. Weer zien wij de don
kere en do lichte zijde, tn de donkerte)
de 3 schriftgeleerden met de wetsrollen
in de hand, de oude wet waarin al hup.
overtuiging nogi is gelegen. Als achter,
grond de synagoge met ds uitgedoofde
zeven-annige kandelaar als teeken van
liet vergaan van hot oude én hiet opkomen
van 'het nieuwe verbond. In liet licht ziien
wij dan Jezus, liggend op den grond. Ge
lijk de zondebok in het Oude verbond.' op
de Groote Verzoendag, beladen wend met
de ztonden der Joden en werd uitgeworpen
om buiten de 'legerplaats te worden ge
slacht, zho valt pok Jezus hirtr, gebukt
ondor de zonden van alle manschen en
wordt Hij uitgeworpen buiten Jeruzalem
om da.ar geslachtofferd tc worden voor
ons aller zonden. „De lichamen der die
ren, wier bloed tot uitboeting der zonden
door don Hoogepriester in het heiligdom
wérden gebracht, werden verbrand 'buiten;
de legerplaats. Ook Jezus heeft om door
Zijn bloed het volk te heiligen buiten dn
poort geleden" (Paul. aan de Hebr.l In
'het licht zien wij dan een Romeinse.!
hoofdman te paard, d3 Joden, dia Jezus
willen naderen, tegenhoudend), als afbeel
ding dat na d© kreet: „Zijn Bloed kome'
over ons en .over onzé kinderen", er nu
geen plaats is voor hen in het Rijk Gods
maar dat eerst zij, de heidenen, in 'dat
Rijk zullen ingaan en dan pas zal er toe
gang zijn voor de Joden. De Romeinsche
soldaat is nu reeds medelijdend geworden
en wil Jezus helpen opstaan, de voortwer-
kende g-enad© dus. De lijn van Christus'
kruisbalk loopt naar den hoek van het
tafereel en daar zien wij schitterend van
licht op dien hoeksteen Christus' Kerk,
gtelijk er staat geschreven: "De steen, die
de bouwmeesters verworpen hebben is ge
worden tot een hoeksteen". Zoo is Jezus
door cle Joden verworpen, geworden het
fundament, de kracht, het middelpunt van
geheel het nieuw verbond. Eén met deze
tclx gïoot belang in de Aïda, terwijl de
slavin haar smeekbede richtte tot den trot-
schen Amneris. Op dit oogenblik had de
muziek van Verdi voor haar alleen de uit
werking, dat zij zich de woorden van haar
vriendin nogmaals in herinnering bracht.
Zeker, Gabriël had iets dat aantrok. Alice
had dit heden morg'en zelfs te veel be
merkt. Op wien kon hij toch zoo spre
kend gelijken?
Alioe wist het misschien, en in dit géval
vond zij het ongetwijfeld voorzichtiger
maar te zwijgen.
Hoe het ook wezen mocht, zij1 maakte
het voornemen, om dezen zelfden avond
als Gabriël nog op was, als zij thute
kwam, hem onder eenig' voorwendsel bij1
liaar te roejven en eens goed gade te slaan.
Misschien zou zij het dan kunnen raden,
want zij kende bijna al de vrienden van
Alioe en haar familie.
Terwijl zij dit overdacht, keek' zijl van
tijd tot tijd naar haar vriendin met ge
mengde gevoelens van nieuwsgierigheid; en
wantrouwen. Zij zou, zei zijl bij! zich
zelve, wel zoo voorzichtig zijn om Gabriël
niet,meer naar de Valcreuses te zenden.
Bij liet nemen van dit besluit klonken op
eens en nog schooner de schetterencje
trompetten en Radames verscheen op het
tooneel, in triomf rondgedragen.
(Wordt vervolgd.)
zuster een pleizier te doen èn vooral om-
dat de tegenwoordigheid van Armand liem
de gelegenheid gaf gemakkelijker met
Beatrix te spreken. Alleen met haar in de
log'e achtergebleven, ging Alice met do
haar eigen beslistheid recht op het doel af.
Hoe heet de jonge man, die je van
morgen met je brief gestuurd hebt?
In de groote oogen, vol uitdrukking^
van Beatrix toonde zich een levendige ver
rassing'.
Ik weet het niet, antwoordde zij ver
wonderd.
Wat? Hij dient u en je kent zijn
naam niet?
Hij heet Gabriël, zei Beatrix, die
liaar verwondering door de onbescheiden
vrag'en van baar vriendin veroorzaakt,
overwonnen had.
Goed, maar hoe is zijn andere naam',
die van zijn vader?
- Ik weet het niet, antwoordde Bea
trix nog meer verrast.
Is hij al lang in uw dienst?
Neen, nog niet lang.
Kun je me ten minste niet zeggen,
waar hij vroeger diende?
Ik weet er niets van.
Luister eens, Bea, hernam Alice ver
trouwelijk, ik zal je iets vertellen, maar
je moet me beloven er met niemand ovter'
tes preken. Dezen morgen toen ik den
jongen zag, heb ik in hem een treffende
gelijkenis gevonden met iemand, dien ik
al meer gezien heb; daarom wilde ik zoo
graag iets over hem weten.
Op wien moet liij dan gelijken?
Dat kan ik me juist niet herinneren.
Heeft hij nog ouders?
-Tracht/ (h et te weten te komen bij
Bernard, bij immers huurt de bedienden.
Dat zal ik doen.
Goed, tracht zooveel mogelijk te we
ten te komen, het is van mij alleen geen
nieuwsgierigheid; in dien jongen stel ik
veel belang ik heb een groote sympathie
voor hem, en zijn manieren lij'ken alles
behalve op' die van een knecht.
D'e verwondering1 van Beatrix veran
derde in een groote verbaasdheid. Op
haar beurt deed zij Alice eenige vragen,
wier belangstelling naar haar lakei de
natuurlijke grenzen scheen te overschrijl-
den, omdat zij hem eerst dezen morgien
voor do eerste maal gezien had,.Jacques
kwam binnen, gevolgd door Armand, en
dit gaf a.an het gesprek een andere wen1-
ding. Een kleine trek' van ongeduld speel
de om Beatrix's lippen en met een aller
fijnst glimlachje keerde zij zich naar den
nieuwen bezoeker, die haar werd voor
gesteld.
Kort na de gewone begrooting', begpn
het tweede bedrijf, en opnieuw stelde Bea-
St. Canisius in conferentie met Keizer Karei V en Kardinaal Otto
van Truehsess over den toestand der Kath. Kerk in Duitschland