Tweede Blad ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1925 NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT De voorbereiding tot een reuzentaak. FEUILLETON BEATRIX. Rondgang op de Heilig-Land-Stichting. v. Een pot Kloosterbalsem in huis is een groot gemak Heiligen worden niet geboren; lia worden g a ml a a k t, gemaakt door do Ge nade en door zichzelf. Zooals de 12—13 jarig© Heter Kanis door de smlalle straten rans het oude stedeke Nijimtcgen stapte, was hij dan ook volstrekt geen heilige. Veeteer oen kwajongen, niet vrij van verwaandheid, wetend .dat z'n vader rijk was, voelend) zich de zoon eener Machtige burgemees tersfamilie. Wals hij dan slecht? Noen. Da eerste jeugdindrukken van een zeer vrotnlet. impeder, wier spoedige en heilige dood hij nooit vergeten kon. en van een har- teljjk-bezlorgde -stieiEmoetter haddon epfn diep on stevig fundament gelegd van gods vrucht. Uit eigen beweging ging hij door deri dog sotms de kerk oinnen, knielde dicht bij 'het altaar, en bad voor zijn toeik'omlst uit eigen beweging ook had hij zliclh.' in versterving geoefend, zonder dal anderen- daar iets van wisten. Thuis had hij plo- 'ziier gehad in altaartjes bouwen en mjis spelen: in de kerk' diende hij nog 'gaarne de H. Wis. Maar hij was de oudste zoon van oen voornaimie familie; aan zijn opvoeding wasniet allo zorg besteed; wamt vader Ihad 't te druk m®t bestoiurszlak'en, en miocdér beheerde een groot huishjoudien. li'n Peter werd buitenshuis, op straat, en in do woning va,n een zijner leeraars waar hij ceinjgen tijd als kostleerling verbleef), de heel-gewone jongen, die omfehnk' had met lichtzinnige kameraden en onwille keurig begon rnlee te doen mat dingien waarover hii zich later zie» sdblaamide. Zalig .echter het kind van bravd loudens: wiant in zijn hart staat diep en onuitwisbaar het beeld geprent van den Goddelijke» Vader en .fleer: heimi om ringen steeds de gebeden van vaderzbiid en (mfoederliafde; en nooit heeft Pater 'zich schuldig gemaakt aa.n de treurigste val van oen braven jongen. Zelf werkte hij dus nog niet ernstig aan zijn heilig-wordan. Maar de Genade, die ihomi reeds voorkomen had. bleef !h(emi be schermen. Op 15 jarigen leeftijd werd hij naar de hoogesehool van Keulen gezon den. Hoewel hij ook daar weldra a.ls rijke en 'kiiappe jongeman een gevierd student was onder z,'n kameraden, die mlee kon fuiven, graag pen gat in den dag sliep, en studentenstreken niet versmaadde; hij kiwato inwonen in een kosthuis dat stond onder leiding van een Nederlanidsch pries ter, Nicolaas van Esch; en Petrus' stu dententijd was spoedig voorbij. Dez'e hei lige priester won 'gijn vadtroulwen en liefde door gebed en dooi' zijn omgaan. Killet hem, wist hij Peter af te keeren van het parelende jeugd-uitvieren. Als tegen gift voor geest en hart leerde hij hieim waardeeren de groote beginselen der -H. Schrift en der Heiligen. „God dienen is heerschen";„ééno zaak slechts brengt geluk: God te dienen; al het .andere is bedrog." Hij bracht liomi in aanraking met 5) o— .VI. Het orkest speelde de eerste aceoor- den van het meesterwerk van Verdi, toen Beatrix, die in haar eenvoudig wit toilet er bekoorlijk uitzag1, de loge binnen kwam gevolgd door Lena. Een lichte beweging was in de zaal merkbaar, alle kijkers richtten zich op baar, maar zij was zoo iu gedachten, dat zij er niets van bemerkte; ziji ging met haar rug. naar het publiek zitten en dacht er alleen aan om te genieten van do mnj- ziek, waar zij hartstochtelijk' van hield. Het g-ordijn ging op. Radames en de hoogepriester stonden op het tooneel. H.un kort spel, gevolgd door het won dervolle „Ilemelsche Aïda", zoo goed ge zongen door Jean de Reské, bewoog haar tot schreicns toe. Het jonge meisje dat haar oogen ge richt had opi den onverschrokken krijgs man, voelde haar hart sneller Hoppen: wat had zij er niet voor willen geven om die Aïda te zijn, toen zij die overschoone wooTden van die getrouwe liefde hoorde. Aïda zoo ongelukkig, maar toch zoo be ide diepere godsdienstige stromnlngen van dien tijd, en wat Botrus Kanis toen te zien kreeg sloeg djep in op zijn onbedorven hart. Dat was (de hervormingstijd en -strijd; dat wa.s 'het bedroevende beeld van een aartsbisschop van Keulen, Hermann) von Wied die innerlijk reeds lang geen 'katholiek geloof in,eer bezat; dat was het treurige schouwspel van sompiige pries.- tc-rs die onpriesterlijk leefden en zich om/ geen Zielenheil l>ekoin(merilendat wasjiett gc'zjbht van zoovele nnenschen die bij ge brek aan opwekking en leiding allo echt godsdienstig leven verloren, geen eerbied) hadden voor Kerk of geestelijkheid, geen liefde of achting voor deugd, maai- zelf verloren liepen in zlonde en. onwilligheid. Maar dat was daartegenover het heiliga leven van zijn zieieleider mi vriend, het vu rig -apo st oli sclhe streven en werken van vele kloosterlingen en kanunniken, pterk, voelde Canisius zich getrokken tot het (gebed- en studieleven der karlhiuizie'ruf wlaar hij vrij iin en uitliep. Daar ook leerde hij kennen en beminnen da devotie vian Jeaus' II. Hart. Er heeft toon in z'ijn, zie leen roepstem geklonken, vaag eerst en onduidelijk. Maar al wist. hij nog niet de juiste weg waarlangs hij vooruit ftioesit, een verneven ideaal was in de verte voor Heter opgerezen, en daarne&n zou hij ga,an, 'tmoent kosten wat bet wilde. „lieer, leer mij uw weg, en leer mij dien bewandelen." Dat werd zl'n dagelijksche bode. De 17-j.arige jong'ejinan had den idealen drang van ieder rein jongenshart weer teruggovonden in volle kracht. God riep! Nu vroeg de geroepene nog! slechts don weg, de richting waarheen hij dien, drang moest laten uitstrooïnen. Het a.nlwoord van B-oven kwanr. Ver schillende '.malen den eerstein keer voor 'het H. Sacrament in de Sint Stephanus- kerk v,an z'ijn vaderstad. straalde er als een goddelijk licht over zijn ziel. Hij1 zag als .met 'de oogen de ijdelheid en dwaas heid oéncr zondige wereld, al die gevaren die zijn ziele,heil bedreigden. „Heer, leer ,m'ij uw weg!" was en bleef zlijn bede. En al had ondertusschen zijn vader geheel andore plannen, en was er een passende bruid voor hem gevonden: Petrus Canisius bad reeds na rijp beraad, „vrij en blij,"1 do gelotte afgelegd van eeuwiige zuiver heid. De dienaar an strijder voor Gods Iverk zou zonder eenige band' zicih aan den Hoer kunnen geven. Als 'heiini .spoedis daarna een rijke prebende wordt aange boden, weigert hij ook dez'e: hij' wil geen bcleuijmering zijner krachten, geen banden, tenzijGod zelf hem die aandoet en ham leiden zal. Zoo liet hij zich binden, bond lilij zich zélf, den 8 Mei 1543, toen hij ziedij geroe pen Wist tot da eerst kort besjialandie) Sociëteit van Jezus. Hij was de eerstel Jp'ZWiïet uit de Noordelijke landen. Voor taan was het zijn stelregel: „Voor God en Kjerk: wlaar de Paus of mlijn oversten imij willen, daar sta on strijd ik I daar sterf ik!" Eerst werd Canisius naar Kouten mind. Want de dochter van den graaf, rijk, .aardig1, erfgename van een schoone titel, stierf bijna van jaloérschlieid om te beminnen en om bemind te worden. Hict is niet te verwonderen, dat zij in deze eeuw, waarin een oprechte genegen heid zoo moeilijk te vinden is, een leven dige bewondering had voor den held, die oin zijn'armc slavin trouw te blijven, een troon en een liefde van een koningsdochter weigerde. Toen na de laatste woorden van het ge bod der gevangen prinses het gordijn viel, keerde zij zich naar haar begeleidster en legde zacht haar hand in de hare. O Lena, wat is dat schoon, zei zij bewogen. Op dit oogenblik trok de komst van Alice en Jacques haar uit haar droomerijl. Men begroette elkaar, men vroeg weder- keerig1 lioe de ouders het maakten, doch toon het gordijn weer opging, dacht men aan niets meer en luisterde men vol span ning. Aan het einde van het eerste bedrijf deed Alice a,an Beatrix het voorstel om zich wat dieper in de log'e terug te trek ken, ten einde beter te kunnen pralen, maar de ware reden hield zij voor haar; ze wilde naar Gabriël vragen, voor dat Armand kwam. Jacques, beleefd als al tijd, ging zijn vriend halen èn om zijn teruggezonden, en ontving er in 1546 do heilige priesterwijding. Reeds bekend gfo. worden en geacht om, ziijn wetenschappe lijke werken en vte'mfnende zielenijver; vaardigden die Keulenaars hém af naar deal Keizer, en door God's Voiorzienigheidl was hij nu in aanraking met de hoogste wereldlijke en geestelijk» autoriteiten van Duitscihland. Nog wijder moest hij gekend worde.n, en zelfs nog1 beter de kerkelijke toestanden loeren zienkardinaal Otto Truehsess bisschop van Augsburg, zond !h«m als theoloog naar bét Concilie van Trento. Zoo voorbereid en uitgerust met een veelzijdige wetenschappelijk» vorming, in aanzien hij de machthebbers van Duitscrn)- land en uitstekend kenner van Duiitseflie toestanden: gekend en geacht bij d'ö hoog ste autoriteiten der Roolmisohe Kerk, zou hij zijn Apostolaat 'kunnen beginnen: ee^ geweldige arbeid, de redding) van D'ujitscih- land in uiterst moeilijke omstandigheden. Alles wat nog goed was ol' nog goed wilde, wachtte op een redder: Petrus Canisius zou komen. Maar eerst riep ds H. Ignatius van Loyola, dien veelbelovenden, reeds be roemden .jongen priester naar Home. Hii wilde Canisius' deugd, de grondslag' van alle apostolisch wer-Ken. !met eigen oogen zien en op de proef stellen. Hij wilde zelf aan ..lat fundament du laatste hand leggen en Canisius, oefenen in gebed on nederigheid. Keukenwerk au geringste ziekendienst werd gedurende enigen tijd zijn gewone bezigheiid. Waar o|m pok niet Alles voor Godl Alles vol gens de van Boven gestelde overheid I Roe geheel en hoe eenvoudig Ih'ij zich toen volgens hot Jezuïeten-ideaal aan Ie God- ijdelijko Majesteit hal overgegeven, blijkt 0.a, uit een schriftelijk antwoord op dd vraag of hii bereid was out naar Messina 1,e gaan en daar een college te stichten. Hij verklaarde zich bereid tot alle bedie ning, even tevreden als men, helm ]©oraar maakte of ook tuinman of portier. Qe- durende één jaar werkte hij werkelijk als leera-ar to Messina, o hoe zal hij loen aan Duitschland hebben gedacht l'agdo daarna te Rome de plechtige laatste kloos tergeloften af in Ignatius' Juinden en werd, naar het Noorden, naar Duitschland gezon den. Het was Gods zending, en de vervul ling .van Canisius' brandend© hartewensch. In zeker opzicht staat Petrus Canisius op dit tijdstip voor ons in dsn schoiou- sten glans van zijn Jevan,. Zéker, zijn ge weldige Apostelarbeid moet nog beginnen. Maar welk ©en gewichtig werk), is reeds voorafgegaan; hoe hadden genade en ei gen medewerking hem gevormd en voor bereid: 'n gele,er 1 .man in die togen wlerd hij nog doctor in de .theologie, -- kenner van Duitschland, gekiend en geacht in de hoogste kringen, bekend met het volk <en met de nieuw© teerlingen; in de Volle kracht van zijn lavén naar lichaam en geest, en vooralin innig contact mei de Bron van alle licht en sterkte die moest worden uitgestort, met den Goddelijken Koning wiens Rijk hij; ging herwinnen en herstellen. Voor de onmetelijk uitgebrei de en zware taak die wachtte, ging God zijn strijder nu troosten en versterken. In die dagten, die Canisius te Rome doon- bracht om zich door de meest innige ban den aan God en zijn kloosterorde te bin den, overstroomden hem Gods genaidegun- sten. „Men kan die niet vertellen" erklant hij zelf in zijn eenvoudigi-nederige Belijde nissen „zonder den schijn op' zich te laden van zelfverheffing." Na van Christus' Plaalsbekleeder zijn zending te hebben vernamen em diens, lie gen te hebben ontvangen, ging hij naar de graven der Apostelvorsten JPptrus en Paulus ojn te bidden; daar ontving hij .ook hun hjcmetsche Segen en bescherming over zijn Apostolischen arbeid. Twee dagen la ter was hij 's morgans wederom in do Sint Pietèr om ta bidden. In heilige ver rukking mocht hij toen den Goddelijken Zaligmaker aanscnoirwan, die hem Zijn II. Hart opende én uitnoodigdo uiit' djo bron te drinken. Canisius mocht de lippen drukken op dat Allerheiligste Hart en er zijn dorst stillen. Ook Maria's zegen mocht hij ont vangen! En tot gedurige bijzonder© helpeq' in ;zijn apostolisch wierken wlerd ham een engel gegeven, die hij zich steeds aan zijn rechterzijde te denken had. Sterk door Gods genadekradht, opgewekt, door 's-Be!mels buitengejwone gunsten treedt Petrus Canisius .thans wederom de [wereld in. De bloem, die in het zonnelicht v,an Gods lief.Ie.en genade was opgekomen en ontloken zou schijnbaar de treffendste schoonheid verliezten: de eigenlijk© roe ping ging zich ontplooien in, onmetelijke vruchtbaarheid. Het zaad wterd uitgestrooid' en heeft niejiwle bloelmen voortgebracht en rieuwige vrucht. C. J. L. S. J'. Met de 2de statie begint dan die 400 tot oOO ellenlange Kruisweg die Jez'us van, 'het Pretorium van Filatus tot GolsotJia Sieeft afgelegd. Wel kénnen wij nu, 14 staties of gedenkplaatsen aan JeKus' Lij den maar volgens het Evangelie zijn ons edhter 'maar t) dier staties n.l. de le, 2e, 5e en 8e en de 10e tot en met de,14e be kend. Do andere 5 staties n.l, dé 3 vallen van Jezus, de vmlmoeiing mcit Zijn H. Moeder en die met Veronica, berustten,' geheel op traditie. In den loop dier eeuwen echter zijn deze siatjes door tal yan schrij vers aangenomen en verklaard, en, door da gcloovigen op de door hen vermeend© plaatsen vereerd, vandaar dat ook do H. Kerk daarom dezle stati.es aa.n den Kruis weg heeft toegevoegd. Van de 2de statie g,aal het nu bergafwaarts naai' de 3e sialic, waar Jezlus voor het eerst ter aarde nedieir stort onder Zijn zwaar kruis in Jeruza- Het is zoo prettig goed te kunnen helpen als iemand zich verwondt. Akker's Kloosterbalsem zal de pijn stillen en U snel genezen. Akkers Kloosterbalscm is door zijn bijzondere eigenschappen onover troffen bij ontvellingen, schrammen, brandbla ren, puisten, wonden, zweren, insectenbeten. wintervoeten. Ook bij spierverrekkingen, spit, spierpijnen, rheumatiek. Per groote pot van 20 gram 50ceot. Potten van 50 gr. 11. 100 gr. (1.75. Hoe grootcr hoe voordeellger. Alom verkrijgbaar lems smalle straten. Door de vreesleijka martelingen en Jiel bloedverlies afgemat is deze val op sen natuurlijke wijze ta ver klaren vooral waar Jezus met zoo,n zwaar kruis beladen is. Met ruwi geweld opge trokken en voortg'esleurd staat Jezus met Zijn geheel doorwond Lichaam weer op en strompelt verder. Doch welk een on beschrijfelijk schouwspel van da grootste Moedersmart ontrolt zien nu aan ons oog Jezius, de Man van Smarten ontmoet voor een van Jeruzalems huizen, Maria, de M.oeder van Smarten. Hoe kunstvol heeft de kunstenaar dit moment in beeld' jie- brac'ht. Onder een Jeruz.alemsohe siraat- boog door, tegen een Jeruzialemsch huis in beeldhouwwerk uitgevoerd die smartvol le ontmoeting van Jezus en Maria. De zielen van Moeder .en Zoon smelten sa men. Jezus, gelaten in Zijn groot Lijden en vol teedere liefde Zijn dierbaar Kjwis, hel verlossingstcefcen omfctómimend met beide handen, Maria, vol medelijden en diepe smart, vol overgaving aan Godsi H. Wil, haar beide handen uitstrekkend naar liaar Goddelijk Kind. En wat een verschil tusschen de II. Maagd en Maria Mjigdale- jna mjet haar -Jmbeiheersohte liefde en smart. En dan JoannesI Wat aeu sohoona Oostersche jongeling, koninklijk v,an ge laat. Verder één Ier vrouwengeheel op gaand in haar smart en zich het gelaat jnct haar kleed bedekkend. Achter Jezlus zien wij dan den Romeinschen soldaat, ver tegenwoordiger van hot Rom. volk, onver schillig op dit alles toeziend. In hem Jigt ee'n heele geschiedenis. Doch Jezus gaat weer verder en ook wij willen Hem volgen op Zijn tocht. Langzaam, begint de weg nu weer te klimmen. Wankelend en ieder,1 oogenblik dreigende te bezwijken beklimt Jez'us den wég. De Joden, vreeaend hun slachtoffer te vroeg ie z'ien bezwijken en Hem niet meer aan zijn kruis 'te zulten zien sterven, dwingen nu een van zijn ak ker terugkomenden landman Simon van Cyrene om Jeztus' kruis te dragen. Met zijn zoontje Rufus, de jongste van de twee (de oudste was Alexander) draagt Simon nu het kruis tot aan den voet van Calvariii terwijl Jez'us er naast wordt verder ge sleurd. Voort gaat het wteor altijd maal ievrder naai- het einddoel der victorie) Golgot'ha, waar zoo straks de God van, Henrol ear Aarde zlal genageld worden aan Zijn Kruis. Wij naderen nu het huisje van Seraphia. Zij zal den moed hebben, oSm| tusschen de ruw© soldaten door Jezus te naderen en Hem haar hoofidoek aan te bieden om zich,'het Bloed en zweet van het Godd. Gelaat te wisschen. Iioviel» een boog, waaronder water stroomt zien wij in ilevensgroote figuren dit moment afge-1 beeld. Jezus buigt zich een weinig -ter aarde alsof Hij zich wil iesschen aan den stroom daar benslen Hem1, gelijk in de H. Schrift staat: „Als een afgematte strij der drinkt hii aan den stroom, (redds in' het O. T. wordt hiermede bedoeld het lij den) die hij op zijn weg ontmoet. En richt liet hoofd weder op met nieuwekraciht (Je zlus heeft zich zelf dus overgeleverd aan de Joden om als zoenoffer te dienen; uit eigen macht dus en zal door eigen macht ook dat offer aan zjch laten voltrokikenl lol de volkomen zegepraal is bevochten." Wij zien op deze statie een donkera en een lichte zijde. Waar God, bij, de schepping donker en licht scheidde, zoo scheidt Je zus ook bij de herschepping liet donokre, Me Ou Je Wet, van net licht he,t Nieuw,o Verbond. Gelijk .licht en Jonker in tegen spraak met efkaar zijn gaan ook hier do woorden van Simeon in vervulling: „Hij komt tot val en opstanding van velen, tot ■cem teeken vian tegenspraak." I,u die donkere zijde zien wij de schriftgeleerden met afgewend gelaat, terwij! de soldaten onverschillig i toekijken. Simon draagt Jezus' kruis met zijn zoontje. Seraphia, la ter Veronica biedt Jezus een natgemaakte dook aan, terwijl haar dienstmaagd achter haar staat, in de handen een beker water houdend orn de 'doek te bevochtigen. Simon staat half in het donker, lrjalf in liet licht om zijn. overgang weer te géven van het Oude naar het Nieuwe Verbond. De Romeinsche soldaat is nu reeds naden kend geworden en ziet vol verwondering den Godd. Lijder aan. Hij ,is de uitbeel ding van het werken der genade niet in eens maar geleidelijk aan. Achter en on- (ler Jehus' voeten zien wij den grond scheuren en de steenen verbrijzelen, gelijk in de Id. ,Sei!irift slaat: „Wanneer Dij uittrok beefde de aarde en schokten cto bergen en zelfs de steenen smolten als, wa:s voor Uw 'aanschijn." (Judith). In liet licht verrijst dan de Kerk Go>ds in al zijn heerlijkheid. De afstand tusschen 5a en 6e statie is pl.mi. 80 passen. Wij vol gen nu Jezus van de 6e naar de 7© statie, een lengte van 60 passen. Hier viel Jez'us voor de 2de maal. Weer zien wij de don kere en do lichte zijde, tn de donkerte) de 3 schriftgeleerden met de wetsrollen in de hand, de oude wet waarin al hup. overtuiging nogi is gelegen. Als achter, grond de synagoge met ds uitgedoofde zeven-annige kandelaar als teeken van liet vergaan van hot oude én hiet opkomen van 'het nieuwe verbond. In liet licht ziien wij dan Jezus, liggend op den grond. Ge lijk de zondebok in het Oude verbond.' op de Groote Verzoendag, beladen wend met de ztonden der Joden en werd uitgeworpen om buiten de 'legerplaats te worden ge slacht, zho valt pok Jezus hirtr, gebukt ondor de zonden van alle manschen en wordt Hij uitgeworpen buiten Jeruzalem om da.ar geslachtofferd tc worden voor ons aller zonden. „De lichamen der die ren, wier bloed tot uitboeting der zonden door don Hoogepriester in het heiligdom wérden gebracht, werden verbrand 'buiten; de legerplaats. Ook Jezus heeft om door Zijn bloed het volk te heiligen buiten dn poort geleden" (Paul. aan de Hebr.l In 'het licht zien wij dan een Romeinse.! hoofdman te paard, d3 Joden, dia Jezus willen naderen, tegenhoudend), als afbeel ding dat na d© kreet: „Zijn Bloed kome' over ons en .over onzé kinderen", er nu geen plaats is voor hen in het Rijk Gods maar dat eerst zij, de heidenen, in 'dat Rijk zullen ingaan en dan pas zal er toe gang zijn voor de Joden. De Romeinsche soldaat is nu reeds medelijdend geworden en wil Jezus helpen opstaan, de voortwer- kende g-enad© dus. De lijn van Christus' kruisbalk loopt naar den hoek van het tafereel en daar zien wij schitterend van licht op dien hoeksteen Christus' Kerk, gtelijk er staat geschreven: "De steen, die de bouwmeesters verworpen hebben is ge worden tot een hoeksteen". Zoo is Jezus door cle Joden verworpen, geworden het fundament, de kracht, het middelpunt van geheel het nieuw verbond. Eén met deze tclx gïoot belang in de Aïda, terwijl de slavin haar smeekbede richtte tot den trot- schen Amneris. Op dit oogenblik had de muziek van Verdi voor haar alleen de uit werking, dat zij zich de woorden van haar vriendin nogmaals in herinnering bracht. Zeker, Gabriël had iets dat aantrok. Alice had dit heden morg'en zelfs te veel be merkt. Op wien kon hij toch zoo spre kend gelijken? Alioe wist het misschien, en in dit géval vond zij het ongetwijfeld voorzichtiger maar te zwijgen. Hoe het ook wezen mocht, zij1 maakte het voornemen, om dezen zelfden avond als Gabriël nog op was, als zij thute kwam, hem onder eenig' voorwendsel bij1 liaar te roejven en eens goed gade te slaan. Misschien zou zij het dan kunnen raden, want zij kende bijna al de vrienden van Alioe en haar familie. Terwijl zij dit overdacht, keek' zijl van tijd tot tijd naar haar vriendin met ge mengde gevoelens van nieuwsgierigheid; en wantrouwen. Zij zou, zei zijl bij! zich zelve, wel zoo voorzichtig zijn om Gabriël niet,meer naar de Valcreuses te zenden. Bij liet nemen van dit besluit klonken op eens en nog schooner de schetterencje trompetten en Radames verscheen op het tooneel, in triomf rondgedragen. (Wordt vervolgd.) zuster een pleizier te doen èn vooral om- dat de tegenwoordigheid van Armand liem de gelegenheid gaf gemakkelijker met Beatrix te spreken. Alleen met haar in de log'e achtergebleven, ging Alice met do haar eigen beslistheid recht op het doel af. Hoe heet de jonge man, die je van morgen met je brief gestuurd hebt? In de groote oogen, vol uitdrukking^ van Beatrix toonde zich een levendige ver rassing'. Ik weet het niet, antwoordde zij ver wonderd. Wat? Hij dient u en je kent zijn naam niet? Hij heet Gabriël, zei Beatrix, die liaar verwondering door de onbescheiden vrag'en van baar vriendin veroorzaakt, overwonnen had. Goed, maar hoe is zijn andere naam', die van zijn vader? - Ik weet het niet, antwoordde Bea trix nog meer verrast. Is hij al lang in uw dienst? Neen, nog niet lang. Kun je me ten minste niet zeggen, waar hij vroeger diende? Ik weet er niets van. Luister eens, Bea, hernam Alice ver trouwelijk, ik zal je iets vertellen, maar je moet me beloven er met niemand ovter' tes preken. Dezen morgen toen ik den jongen zag, heb ik in hem een treffende gelijkenis gevonden met iemand, dien ik al meer gezien heb; daarom wilde ik zoo graag iets over hem weten. Op wien moet liij dan gelijken? Dat kan ik me juist niet herinneren. Heeft hij nog ouders? -Tracht/ (h et te weten te komen bij Bernard, bij immers huurt de bedienden. Dat zal ik doen. Goed, tracht zooveel mogelijk te we ten te komen, het is van mij alleen geen nieuwsgierigheid; in dien jongen stel ik veel belang ik heb een groote sympathie voor hem, en zijn manieren lij'ken alles behalve op' die van een knecht. D'e verwondering1 van Beatrix veran derde in een groote verbaasdheid. Op haar beurt deed zij Alice eenige vragen, wier belangstelling naar haar lakei de natuurlijke grenzen scheen te overschrijl- den, omdat zij hem eerst dezen morgien voor do eerste maal gezien had,.Jacques kwam binnen, gevolgd door Armand, en dit gaf a.an het gesprek een andere wen1- ding. Een kleine trek' van ongeduld speel de om Beatrix's lippen en met een aller fijnst glimlachje keerde zij zich naar den nieuwen bezoeker, die haar werd voor gesteld. Kort na de gewone begrooting', begpn het tweede bedrijf, en opnieuw stelde Bea- St. Canisius in conferentie met Keizer Karei V en Kardinaal Otto van Truehsess over den toestand der Kath. Kerk in Duitschland

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 6