NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VDOR GEHEEL ZEELAND Kent op 1 Juli a..s uw plicht! Blijft niet tehuis, maar gaat stemmen! Katholieke Staatkunde euwsche Courant DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS WSCHE COURANT Katholieke Lijst No. 23 uikt !s Kruiden 's Pillen. i Stemt de Katholieke Lijst No. 23 I FRUIJTIER. BUITENLAND BINNENLAND Staatspartij vraagt: ing en verderen uitbouw gelijkstelling yan het en bijzonder onderwijs, ien norm: gelijk recht 'n. voon benauwend wias. Toen zij eer startten voor den teTttg allen er yan overtuigd, dat festie van leven erf dood gohl'.. peid om' vrij te komen moest aaakt van allerprimitiefiste zooals kleine bijlen, ijsa®kers, uiteinden van de ski-stokken! van het vliegtuig te ver- op: de landings plek' weten-: instrumenten ter walarde vaul feterling achtergelaten, alsmede pdige uitrustingsstuklkén'. EanJ geplajatstin de Nr. 24, ofL! alleronwaarschijnlijkst is, dat pr een menschenoog zal wordisa Een stapel bri.even Werd ge- een heel lidht petroleumhMi Ünlijk' later nog wel eens zal tonden. ekhingsreizigers verhalen, dat zij van landing een zeehond, prikten, anzen hebben gezien. Dit was wiant tot nu toei wös dia.t er benporden den 85en' |ad geen zoogdieren of! yogela ponderdagavond lalle lede® Rei> Iwear tezamen waren, werd derf gsreizigers gevraagd of zij: niet ld waren, dat zij de Pool niet Ldden. Zij antwoordden!; „Nee®,' wij allen gehoopt hadden da van de Pool' te bereiken, als van' onze moeite. .Wiji zijn ech- over de bereikte Wetenschap* (sultaten, dap® wij 160.000 K.M.* volkomen ongetexploreerd gebied' in Eet gedeeelte van de benoorden Noorwegen. Bovendie® lige wharrfelmingprf verricht op- de landing." Amundsen stemde ge- het deze opvatting. plo hoofdstad van Noorwegen! gemeld, dat, na|a|r Amunds«n| te- aan' de directie van da Noor- heelt medege- hoopt binnen: drie weken te Oslrf zijn om' een! nieuwe Noordpool-, te organiseeren. Int een Wolf-; uit de Noorsclie hoofdstad1 lezen at de stad- inl vlajggentooi prijMJ. va® Asnu®dsens terugkber* felicitatie-telegrammen werdeni gezonden. orthing-zitting van .Vrijdag wterct m'et een rede van den' voorzitter Iter eeere van Amundsen, welke de taande aanhoorde®. Daarna werd! hem! een telegram te; zenden. Ook! I Haak'on zond telegrafisch zijn 1 sdh. i I ontlasting, slechte spijs- koude, influenza, luste- hoofdpijn, enz., de bestaan er niet. „Pertolan" 12,— Zalf 75 cent. e f 2,— oeders 85 cent. bij U verkrijgbaar, dan ge- ontvangst van het bedrag door ria Wortelboer. 553-60 OEBESTE VARINAS fe*sr i[3o]rf p. hilf om prój* ourant- en Handelstfrukker^ sl te 60ES werken Prijscouranten ogramma's, Wissels antiën, Tabelwerken -Kaarten, Dankbetuigingen ns-Opening, Reclamekaarten nvitatiekaarten, Convocaties soorten Enveloppes Menu's, Servetten leurendrukken •rukwerken concurr eerend zengenoemde Drukwerken zijn houden ons gaarne aanbevolen Bureaux van Redactie en Administratie i Weetelngel, GOES Interloc. Telefoon: Redactie en Admlnletratie Telef. No. 207 Bijkantoor: MIDDELBURG, Markt 1 en 2| Telefoon No. 474 AbonnsmentsprQs f1,90 per drie maanden, bij vooruitbetaling Advertenttën van 1 tot 6 regels f 0,90, elke regel meer f 0,15 Contracfregelprije, te beginnen btj 600 regels, beduidend lager •ROOTE WAARDE VAN PUBLICITEIT WORDT GELEZEN IN ALLE KRINGEN Rede van Dr. CASSIANUS HENTZEN O.F.M gehouden op den Politieken Landdag te Utrecht op Zaterdag 20 Juni 1925. (V ervolg). B. Staat, Gezag en bcgiiiselplkht. 1. Wezen van den Staatoorsprong en bevoegdheid van 't Staatsgez: Welke zijn de Katholieke beginselen omtrent het wezen van den staat en den oorsprong en bevoegdheid van het gezag en die-dus de katholieke politiek richten? 1. Oorsprong van staat en staatsgezag. Ik behoef hier geen college te geven in wijsgierige staatsleer. Gij kent de katho lieke opvatting over den oorsprong van staat en staatsgezag. Tegenover de libe rale en rationalistische leer, welke staat en gezag tot bloot-menschelijke feiten te rugbrengen en daardoor aan staat en ge zag, alsmede aan recht en zedelijkheid geen diepexen grond aanwijst, staat de ónze. De staat is een natunr-noodzakelijke verschijning. Op een bepaalde trap van mensehelijke beschaving is het gemeen schapsleven in staatsverband zoo nood zakelijk, dat zonder haar geen voldoende bescherming nocli ontwikkeling en volko men ontplooiing' der mensehelijke krach ten en vermogens mogelijk is. Van nature is de mensch dus op staatsverband aan gewezen. En omdat God de Schepper en Ordenaar is van het natuurlijke, omdat de orde door Gods wil gesteld en door Zijn Alwetendheid geleid en bestuurd, voert tot den staat, daarom vindt de staat zijn oor sprong in God. En wijl een staat zonder staatsgezag-eenvoudig onzin is, volgt met onafwijsbare consequentie, dat óok het staatsgezag, en heel de rechtsorde, die van haar afhangt, den diepsten en volstrekt- sten grond vindt in God. De H. Schrift bevestigd dit: „Omnis potestas a Deo! Alle gezag is uit Gód!" Laten zij nu, die tegen ons smalen, dat wij den staat niet genoeg eerbiedigen, om dat wij hem als gemeenschap voor onze tijdelijke algemeene belangen van lager rangorde achten dan de Kerk met haar verzorging der eeuwige, algemeene belan gen, eens zeggen, waar de eerbiedwaardig heid en de liooge waarde van den staat en zijn gezag en de plicht van gehoor zaamheid veiliger worden gesteld: bij hen offnj ons? Zeker, wij, katholieken, nemen aan, dat Christus voor onze eeuwige belangen de If. Kerk heeft gesticht, doch wij laten den staat, ja, meer, wij eiscihen voor haar op en in geweten, de souvereiniteit in eigen giebied. 2. Taak en bevoegdheid van staats- gezag. Welke is dan de taak en de bevoegdheid van het staatsgezag? - Als heel de reden, waarom de staat op bepaalden trap van cultuur, nutuur-nood zakelijk is, ligt in de belofte aan rechts- beveilig-ing én positieve bevordering van de algemeene, stoffelijke en .geestelijke (niet relig-ieuse) belangen der burgers,, dan is h.et toch duidelijk, dat de voldoening van die behoefte de eigenlijke taak is van den staat. Deze taak noemt men: de ver zorging van het algemeen burgerlijkbe lang; zij bestaat rechtens en wezenlijk in het bevorderen van de algemeene wel-; vaart,ruim gezien vanaf de stoffelijke belangen tot en met de'geestelijke goede ren der natuurlijke beschaving. Het belang- door den staat te verzorgen is' ten eerste het algemeen belang, en ten tweede het algemeen burgerlijk be lang. De [consequentie uit dit postulaat van het natuurrecht, door de katholieke staats leer te trekken en door de katholieke staatkunde in de werkelijkheid van het staatkundig leven toe te passen, zijn vele en karakteriseeren de katholieke!, politiek, a. Het algemeen belang. Vooreerst dan behoort tot de staatstaak de Verzorging van het algemeen belang. De staat heeft vooreerst de enkelingen niet te vervangen. Daaruit volgt, dat we principieel staan tegenover Sociaal-Demo cratie en Staatssocialisme, die den staat den plicht of althans het recht geven, hee het bedrijfsleven aan zich te trekken. Wat taak is van het gezin, blijve daar aan, bijv. de opvoeding; de "staat bemoeie zich alleen met het maatschappelijke bij liet onder wijsen trede aanvullend op ^christelijke eisch blijft, bijzondere school t regel, openbare aanvulling. Maar vooral dien ik er hier op te wij zen, dat de staat niet tot taak' heeft het persoonlijke of het groepsbelang als zóó danig te dienen, maar alleen het armeen belang. Daarom ook correspondeert zoo pust aan dezen fundamenteelen eisch van -staatsbestuur de samenstelling van de R.- Staatspartij, die alle standen en klassen en groepen der katholieke burgerij omvat. Het is nuttig, dat in haar fractie alle groepen vertegenwoordigd zijn, om in on derling overleg de juiste determineering te vinden van wat in bepaalde omstandig heden het algemeen belang in t bijzonder met het oog op bepaalde groepen der be volking vraagt. Maar daartoe is niet noodzakelijk en zelfs in het algemeen niet wensohelijk, dat het aantal fractieleden uit eat bepaalde groep evenredig zij aan het stemmenaantal bij de verkiezingen, door zulk een groep uit te brengen. Het. is niet ondienstig, hierop te wijzen. Er zou gevaar kunnen zijn, dat men, in stede van door h,et katholiek beginsel, men liet algemeen belang ging bepalen door^ het liberaal beginsel van de helft plus één In elk geval is de z.g. groeps- of stan denvertegenwoordiging in onze partij ten senenmaie onduldbaar. Het Bisschoppelijk Communiqué van 5 Februari 1918 heeft dit ten overvloede nog eens duidelijk ver klaard. Een als gelijk niet lang gele den gebeurd is onze afgevaardigden van een bepaalden stand door een vakver eeniging uit zulk een Stand als 't ware ter verantwoording worden geroepen, dan ligt zulk een handelwijze mijlen ver af van het. karakter der R.-K. Staatspartij. Om diezelfde reden schijnt mij het „R.-K." voor de nieuwe partij, die zich noemt de „R.-K. Volkspartij", reeds daarom, een usurpatie, omdat zij zich lijnrecht tegen het katholiek beginsel van Staatkunde in voornamelijk orienteert naar een be paalden stand of klasse van ons volk. Die partij bedenkeW el, dat het noemen van eenige speeifiek-katholieke eischen haar nog in de verste verte verte niet stempelt tot een in wezen katholieke partij! h. Het algemeen burgerlijk belang. G. V. Het belang, de welvaart, door het staatsbestuur te dienen en bijgevolg zijn taak wordt niet alleen gekarakteri seerd door het „algemeene" daarvan. Het algemeen belang, dat object is van de staatszorg is het algemeen burgerlijk be lang. De algemeen-religiouse belangen als zoo danig vallen buiten de competentie van den Staat. Voor die belangen staat de geestelijke, de godsdienstig-geestelij'ke ge meenschap, de Kerk, door Christus ge sticht. i !J I b>! !lT<I De katholieke staatkunde heeft er voor te waken, dat de staat de rechtspositie der Kerk niet aantast, en deze zoo sterk en waardig mogelijk stelt. Onze partij is daardoorg een kerkelijke of leerstellige partij, zooals Schaepman reeds bemerkte, alsof ze uitsluitend of voornamelijk hier voor bestond. Doch onze partij heeft wel den duren plicht, voor dit alles te waken. Zelfs, al zijn de ^regeerders de Kerk' gunstig gezind, de moderne staatsinrich ting zelf is de vrucht van het inzicht, dat de staat onbeperkt souverein is en zij blijft het middel om deze absolute sou vereiniteit door te voeren. Was de ICul- turkampf in Duitschland en de Combes- Herriot-vervolging in Frankrijk iets an ders dan vrucht van de moderne staats- gedaohte? En al benijden velen in het buitenland de rechtspositie der Kerk in ons land, wij houden liet geweer aan den voet en zien scherp toe. Ik zeg dit niet om te alarmeeren, maar ook de Staat der Nederlanden grijpt in op het kerkelijk terrein. Waar het gebod geldt van Chris tus: Gaat en onderwijst alle volkeren, stelt art. 123 van het Indisch Regeerings- reglement zich tussehen dit nadrukkelijk eebod en onzen Dlicht het od te volgen. Waar het katholieke hart met rmweer- staanbaren drang den Christus Eucharis- t-icus wil uitdragen over straten en plei nen, daar stelt lie| processieverbod zich op aan onze kerkdeuren en sluit de openbare wegen af voor onze processies, zelfs daar, waar geen schijn van rust verstoring kan gevreesd worden. Waar hel, huwelijk der Christenen in zijn we- zénlieid uitsluitend aan de rechtsmacht der Kerk is onderworpen, praetendeert de Staat eveneens *le huwelijken te sluiten en dwingt ze bruid en bruidegom slechts langs en door het gemeentehuis naar de kerkelijke inzegening te gaan. Wij hebben nog de ongrondwettelijke wet op de Kerk genootschappen van 1853 en nog andere maatregelen, die de rechtspositie en het rechtsgebied der Kerk aanranden. Onze staatkunde zou dan ook geen katholieke zijn, als onze politieke werk zaamheid niet mede aan de Katholieke Kerk een zoo gunstig mogelijke rechts positie zocht te verschaffen, voorzichtig en natuurlijk verdraagzaam en rekening houdend met allerlei moeilijkheden, die zich in dit verband voordoen: en als wij niet zorgden, dat de staats- en gemeente- wetgeving he tchristelijk godsdienstig; en zedelijk leven bevordert en de Kerk bij de verzorging daarvan krachtig steunt. II Beginselplicht. G. V. Heeft de Staat naar de Katho lieke^ staatsleer het algemeen burgerlijk welzijn te behartigen, met uitsluiting van de, directe behartiging, ofschoon bevor- De R.-K. Staatspartij vraagt: Handhaving van het financieel evenwicht in het Staatshuis- houden. Dat baant den weg tot verlaging van belastingen. dering der religieuze belangen, zooals wij uiteen zetten, dat alles wil nog' niet zeg gen, dat de staatsoverheid het algemeen burgerlijk belang te verzorgen lieeft, onaf hankelijk van de godsdienstig-zedelijke be ginselen. De staat zelf is gebonden aan de zedenwet en aan de geopenbaarde christe lijke bepalingen er van. Dit bedoelen wij op de eerste plaats, als we zeegen, dat er christelijk geregeerd moet worden. „De natuur en de rede, zegt Leo XIII; - „die beveelt, dat ieder mensch heilig-lijk en godsdienstig God moet vereeren, in Wiens macht wij zijn, en tot Wien wij' moeten terugkeeren, verplicht evenzeer de burgerlijke samenleving." 'Ds katholieke, de christelijke levens beschouwing moet aan de gemeenschap den gedragsregel aangeven, hoe zich bij allerlei zaken van burgerlijk bestuur te gedragen. Denk maar na! Slechts een gedrongen, ordelooze opsomming is mo gelijk. Overal vragen de maatregelen van den Staat de oriënteering van het chris telijk beginsel. Ik noem slechts het fa milierecht, de rechtspositie van het na tuurlijk kind en der ongehuwde moeder, het ouderlijk gezag, het huisgezin en' de belastingen; het strafrecht, gelijk het on- lings in de Kamer behandelde Psycho paten-ontwerp, waarbij volgens de mo derne str.a-fleer de gelijkstelling werd ge vraagd van straf en maatregel, waarbij zedelijke verantwoording en sdhuldhet geens prake meer is van vrjjen wil en onderwijsvraagstuk, waarhjj jyij de .finan cieele gelijkstelling aanvaard hebben, niet als een beginsel, maar als het practisch meest bereikbare voor ons ideaal; onze kindexen godsdienstig te kunnen opvoeden, waarbij hot ons niet onverschillig kan zijn, dat ook de godsdienstlooze en anti godsdienstige vrije school financieel gelijk gesteld is, en waarbij wij blijven betreu ren, dat de openbare school meer en meer een godsdienstloos instituut is geworden; onze sociale wetgeving, waarbij het prin cipe al zeer sterk op den voorgrond treedt, zooals iedereen begrijpt; den eerbied voor het leven, den strijd voor de openbare zedelijkheid; het bederf der jeugd, de keering van de aangolvende beweging) van het revölutionnaire socialisme in al zijn verwoestende uitingen. In één woord: ontelbare vraagstukken in het werkelijk staatkundige leven worden steeds door de wereldbeschouwing der wetgevers be- lieerscht;. en steeds staat het christelijk karakter onzer natie, dat vooral in onze burgerlijke wetgeving en instelleen tot uitnig moet komen, op het speL G. V. Nooit werd het Christelijk ka rakter van ons volksleven zoo ernstig.be dreigd, nooit nog was het zoover onder mijnd als heden! Fn daarom was nooit principieele christelijke staatkunde zoozeer plicht als heden. En zij, die daarover on der de onzen luchthartig heengaan en de Staatkunde op de allereerste plaats als een spel van oeconomische belangen wil len zien, mogen in dezen verkiezingstijd zich' ernstig voor God en voor het geweten van ons christelijk gedoopte volk afvra gen. of zji niet mede het Christendcjm' als de basis van zijn gezonde beschavjpg onder ons volk wegtrekken en de christe lijke ziel van ons volk vermoorden. (Wordt vervolgd). Volksbedrog. Op een verkiezingsplakkaat van de So cialisten lazen wij: „Het militairisme brengt ook mee Belasting op tabak en thee." Dit is weer een staaltje van je reinste volksbedrog, er op berekend de kiezers der arbeidende klasse in het gevlij te, komen. Vooreerst is. het een valst he voorstelling alsof bij de rechtsclie regeering en de reehtsche partijen het militairisme heeft post gevat en in eere is; alsof men daar l;et regime van de sabel aanbidt, 's lands gelden versmijt aan noo- deloos militair vertoon. Integendeel, men is daar, evenzeer als bij welke andere partij, ook wars van al wat oorlog heet en daarmee samenhangt; de Katholieke Staatspartij met name heeft sinds jaar en dqg in haar program' staan dat de persoonlijke en financieele militaire lasten tot het allernoodzakelijkste dienen beperkt te worden. Maar, dat een land een voor de hand having van rijn onafhankelijkheid noodza kelijke weermacht in stand houdt, maakt het niet tot een militairistisohen staat. Wie zegt van wel, liegt of weet er niets van en doet in beide gevallen het beste, te zwijgen. Vervolgens' heeft de belasting op thee en tabak noch met het militairisme, noch met onze landsverdediging iets uit te staan. Zij is gewoonweg het gevolg: van de noodzaak, waarin de regeering verkeer de om 's lands inkomsten op te voeren tot een hoogte, die het haar mogelijk zou anaken de uitgavén te dekken, die, nadat alle mogelijke 'bezuiniging was aangewend, nog te doen over blijven. En waar èn th.ee èn tabak ten slotte genotmiddelen en niet onontbeerlijke voedingsmiddelen rijn, daar valt er redelijkerwijze niets1 tegen in te brengen, dat de regeering die genotmiddelen wat zwaarder belast. En nu ontwijke men deze redeneering weer niet met te zeggenja, maar op de defen sie werd niet bezuinigd, want ook dat is niet waar. Na 1920 is ons budget van oorlog met één vierde omlaag gegaan en dat van marine met een vijfde. Dus wel degelijk bezuiniging en een flinke ook. Doch, met onwillige honden is het slecht hazen vangen en de slechtste hoorders zijn zij, die niet hooren willen. Laten wij op die volksbedriegers het spreekwoord toepassen: „Wie niet h.ooren wil moet voelen" door den lsten Juli tot den laatsten man en de laatste vrouw1 toe, te stemmen op de oandidaten der reehtsche partijen. Wij, Katholieken, doen dat op lijst 23 en wel op nummer één daarvan. V Colijn aan het woord. In liet jaar 1923 heeft het kabinet-^ Riuijs de Beerenbrouck in zich opgenomen den heer Colijn en hem meer in 't bijzon der de behartiging van 's lands financiën toevertrouwd. Te Goes heeft Dinsdag j.l. de heer Colijn zijn financieelen arbeid uiteengezet en zijn financieel beleid als het juiste ver dedigd. Hij heeft dit ged,aan in klare, dui delijke bewoordingen aan de zeer talrijke schare van toehoorders het was een openlucht-meeting en vele niet-anti-revo- lutionajren waren mede present uitge legd, dat 't hem gelukt was, ons volk af te hpuden van de gevaarlijke helling der in flatie (verontwaarding van het geld) wel ke leidt tot de economische ruïne en tal van moreele ellenden met zich voert. Het reusachtig tekort op het staatsbud get, zuiver berekend 114 millioen, moest, koste wa,t het kosten zou, verdwijnen. En het is .verdwenen door de toepassing van twee middelen: de vermeerdering der Staatsinkomsten (34 millioen aan nieuwe belastingen) en de vermindering der. Staatsuitgaven (80 millioen aan bezuini gingsuitgaven waaronder 22 millioen aan salarisvermindering). Daardoor is niet al leen ontstaan een gezonde financieele toe stand maar ook een normale maatschap pelijke toestand, die gelegenheid biedt tot het doen opleveren van de volkswelvaart. De anti-revolutionaire partij' gaat dezen stembusstrijd in, niet met beloften aan de kiezers, die niet te verwezenlijken zijn maar met den eisch, dat in de komende parlementaire periode liet verrichte finan cieele werk van de gezondmaking van 's lands geldmidd.elen zal worden gecon solideerd en voltooid, opdat de zware be lastingdruk geleidelijk kau worden ver minderd. De heer Colijn erkende uitdrukkelijk en met dankbaarheid, dat hij zijn financieel program slechts had kunnen uitvoeren mat den steun der gecoaliseerdepartijen, dus ook met den steun van de Roomscli-Ka- thoüeke Kamerfractie. Waar nu het Ka tholieke werkprogram voor de komende periode ook vermeldt: voortzetting' van hel financieel evenwicht, daar kan wanneer Rechts den len Juli wint de heer Colijn het had omgegooid en ten. Minister van financiën, zoo hij althans aanblijft, op den steun der Röomsch-Ka- tholieken rekenen. Nog deed de heer Colijn uitkomen, d,at esn der voormannen van de Socialisten, de senator Wihaut, in de Eerste Kamerzit ting van 25 Februari j.l. hem, Colijn, had moeten toegeven: ten eerste, dat het roer der financieele regeeringspolitiek moest worden omgegooid, ten tweede, d,at de heer Colijnh et had omgegooid en* ten derde dat de midelen, ie de heer Colijn ge bezigd had, de juiste waren. Alleen het tempo van den arbeid des heeren Colijn ]i®d Wibaut te vlug toegeschenen. Men kan hjerover van gevoelen ver- sch.illen, doch ik meen, zoo zeide spreker, dat het 't beste was, het proces in eens af te wikkelen, evenals de patiënt die zich bij den tandheelmeester. een zieke kies moet laten trekken, ook maar liever heeft, dat deze pijnlijke opej-atie ineens en niet in twee tempo-'s geschiedt. -. Deze nuchtere en zakelijke verkiezings- speeeh, gespeend van allen valschen path,os en waarin geen - enkel bitter of smalend woord aan het adres van den po* litieken tegenstander klonk, moet derf hoorders een klaar inzicht hebben gege-< ven in dep toestand van ons land en vele onjuiste denkbeelden daaromtrent hebben weggenomen. f Voor deze objectieve, eerlijke voorlicht ting afgezien van de kwestie, of men al' dan niet met de Anti-revolutionaire partij sympathiseert komt den heer Colijn op rechte hulde toe. Ook in de politiek kan de uitwerking van het woord: „de waar heid zal U vrijmaken" ten slotte niet wor den verhinderd. Het buitengewoon vele nieuws dat in deze dagen door de ophanden zijnde verkiezingen, tentoonstellingen, vergade ringen enz. te verwerken valt noodzaakt' ons, rekening houdende met onze plaats ruimte, het buitenlandsch overzicht voon enkele nummers te onderbreken. Red. DUITSCHLAND Hindenburg en RijnJaindJ Rijkskanselier dr. Luther braffht in zijrf Donderdag t9 Dusseldorf' gehouden feest-1 rede ook een boodschap yarf rijk'spirPsidenfi Von Hindenburg! over, die luidde.: „Den broeders en zusters aan dem Duit-i suhen Rijn bied ik! den groet des Tijiks bij de duizendjaairfeestenDe gedachte, de duizendjarige sppmhoorigheid van het RïjinU land m'et het Duitfedhe rij'ld feestelijk) te ivie| ren, is in den lfrin'g der Rijnlandseibe: (be-! volhing ontsta^® J Bij deze herinneringsfeesten1 voelt heb' tegenwoordige geslacht zich ials verantë ■woordelijk drager vftp een groot v'erledérf De gansche levende Krjaleht, die thans heb Rijnland ectonomiseh en cultureel ontplooiR berust op het Werk der voorvaderen in ee®| periode, di.e langer dja® duizend jare®, duun de. Gedurende al dien tijd heeft RijnljajutJ als grensland steeds weer de stormen! den Wereldgeschiedenis over. zi'chi lie'en voelen: woeden. j Zoo is liet volk' onstalajn, dat, apndam[k)3 al zijn toewijding voor de beschaving) erf het zich' overgeVzen ajan een gezonde vrooJ Plykheid toch den echten vaderlianidscheia ernst en de politieke Kraoht inl zich' onti wihkeld heeft,) dip opk de zwé-re noodc.nl den van den tegeiniwoordigen tij[A weeb te overwinnen!. 1 Krachtig en trouw lieeft Rijnland irf' moeilijke dagen |a|an zijn historisch' ge* worden samenhang met Pruise.n', aarf zijn saalmhoorigheid met het gXoote Duitschéi- vaderhand vastgehouden'. 1 Heel het Duitsche volk dankt do Rijn'-) landers voori deze Voljilagding en deze toe wijding voor de groote zaïalM d'cs Vadég-! lands. j Blijven alle Duitschers !a!an deza deug den getrouw, dan zal (dat is mijii on-Wrilc- baa.r veretrouwen) het heiljig uur der vrij heid spoedig voor Rijéla-nd1 sljaiarf. :W.ij verzekeren allen', dat wij' niet zulle® rus ten, vóór dit doel bereikt is. God', ida in het verleden' in' dei zwaarste heproeVind gen altijd, hielp, ook! ditmaal: helpen'-'J Het duizei\d-jarig bestaian van het Rij®* land is Vrijld(ag in Keulen' plechtig! her) dacht. Bij die gelegenheid' heeft bftrgelf gemeester Adenaner.cen 'feestrede uitgsp.ra-1 ken, waarin hij onder mteer er, op wees,' dat de .'feesten vjallen midden .inl eeh tijdQ perk van sp|apni|ng in de buitenlamdschd politiek'. „Do Rijnlanders dragen' boven* dien op! het oogenblik' nog1 kétenen, in heb Noorden". Spreker verzocht' dei regeering', ga;en! nieuwe ketenen voor het vaderland tel s'm'eden. i „Liever willen de Rijnlanders", zeidèJ hij, „de hunne nog blijve® dragen, totd®tj recht en gerechtigheid, waarop zij onWarf-f kelbaiair houwen, de overwinning h.-hhen) behala.ld." Nog ecu „onbekende soldaat.'* De burgemeester van Keulen heeft be* Eend gemaakt, dat binnenkort in de Ka thedraal bijgezet zal worden het stoffelijk) overschot Van; een onbekenden soldaat., alrf een nationale Duitsehe herinnering aan derf grooten oorlog. i Rede van Mr. Dr. D. A. P. N. KOOLEN op den Katholieken Landdag. De voorzitter der Tweede Kamér, d'd heer mé. dr..D. A. P. N. Kooien vangt, 'sjaal met de verklaring d|a,t hij niet l'ang getwij) feld heeft, toén hem; wertl verzocht hier: bot woord te voeren. Voor een Vereenigi®g wajairvan hij' medeoprichter is e® wtaairya.nl hij eens voorzitter was, is het hem een bil zonder genoegen thans, ®ia| tien j.apbi tocini hij er den voorzitterhamer neerlegde, we derom1 het Woord te khnnen' vocreDj. t Het woord, dat spr. hier z,a.l laten h'oo-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 1