Tweede Blad
Tot hoogen prijs.
ZATERDAG 2 MEI 1925
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Buitenland
FEUILLETON
Kerknieuws
T o on eel
Letteren en Kunst.
Keelontsteking
bh Abdijsiroop
Voor onze vrouwen.
FRANKRIJK
Het Fransche leger moet verminderen.
De Fransc'h© Senator generaal Tauff-
lieb tracht in het „Oeuvre" aan te toonen,
da,t het voor Frankrijk zeer goed mogelijk
is züin leger in te Krimpen. Wanneer het,
Ruitsc'hë rijk as weerwil van de sterke
beperking van zijn bewapening nog is te
yreezien, vraagt hij, waarom zou dit dan,
met Frankriik ook met hst geval zijn?
De menschen bcprii-pen den tegenwoor;
djigen toestand niet meer. Bijna vijf jaar
laaig is er gestreden an de hoop op ©eri
rechtvaardigen vrede. Men had het volk]
Verteld, dat het streed voor het ï'eeht en,
Üat dit dé laatste oorlogzou zijn. En
"wfah is er goed beschouwd thans veip.
Onderd? Fir zijn wat meer wteezen, mber
weduwen, meer verminkten en er is wa,t
meer ellende, dajt is altes. De wereld;-/
vrede is nog sd.tids niet verzekert, all
deed het veelbesproken Gemeefsche Prote-
col hoop rijzen. VeeJ is er den. laatsteh
tijd weer gesproken over eefi garantiej;
verdrag, dat Frankrijk, Engeland, Duitseh-
land, België en misschien nog ander d
landen ztou omvatten, 'doch ook djht isl
sléchts een beperkte waarborg.
Generiaal1 Taufflieb gaat dan na, wat
Men in geval van nood zou, hebben aan
de bondgenooten en komit dan tot dq|
«mclusdë, dat in elk geval vóór ïüles
Frankrijk op zichzelf zal zijn aangek
wezen.
Wa,t moeten wij: daarom doen Duitsch-
l|and heeft thans slechts een Rijks weer op
een sterkte, zooate is toegestaan bij hall
Verdrag'van Versailles. In hoeverre nat
in staat 2al zijn zoo noodiz een grootef
reserve onder ie wapenen te roepenis
niet te zeggen, doch in geen geval is het
noodig, betoogt de Fransche Senator, dat
Frankrijk daarom een leger Van 650.000
man op de been houdt. Te meer, omdat
Frankrijk door het Verdrag van Visr1-
sailles voldoende superioriteit bezit an
tevens over voldoende troepen de be
schikking heeft om den eersten schok
van een aanval 'het hoofd ta kunnen
bieden. Frankrijk moet echter ér op uit
■zijn, zijn reserves beter te organiseeren.
De eerste taak van welke regeering oos
is, volgens den generaal, (het staande
ieger verminderen en de reserves reorga-
neseeren.
De godsdienststrijd in Elzas.
De „Fcho de Paris" bevat een aardig
staaltje van de wijzle, waarop de Elzasi:
sers zich v.erz'etten teven de goddelóoz©
pogingen der RarijscLe regeéring1, om hun
scholen te ontkarsenen.
Zoo zouden in Graffenstade de Zus
ters uit 'haar school worden gezet en
vervangen door leekèn. Maar 2000 katho
lieken gingen even protesteeren bij, .den
cornmlunistischen burgemeester. Zy- schó
nen echter van meening, dat het bete*
was maar meteen de handen uit d'ei mouw,
te steken en den volgenden ochtend, om
een uur of 5 trokken er dan ook honderd!
huisvaders naar ie school. Een stérke
troep andere vaders, allen voorzien van
ongenadige knuppels, vergezelden de Zus-)
ters, die haar leerlingen van de kerk
naar de school vergezlelden. Een groot
aantal moeders hield mfee de wacht.
Toen om een uur of 8 'de eerste ieeken-
■onderwijzeres zon Binnenstappen, kreeg
zie den raao. één twee drie rechtsomkeert
te 'maken, wat de juffrouw m'aar het
veiligst vond.
Dan kwamen de inspecteurs van het
onderwjjs, :de comimKssaris van M>olitiei
en de onderprefect voor da noort.
Of zie erin mocht u?
Geen kwestie vanl
ïk)ldta,emacht werd ontbóim en een,
kapdtean met zes bered(.n agenten rukte,
aan. Zij wisten 'zien een weg te hanen
door ®e moeders, waar voor de gebarri-
cadeerte schooldeur, waarachter de vast
beraden mannen stonden, werd „,halt"
gecom'm(apdesrd.
Er werd onderaaindeld.
Een priester, abbé Hmsky, voerde nar
mans de mannen het woord, dn zijn te
genstander herkende hij den officier, die
hij in 1918 had ontmoet te Danndmiarie.
toen de Fransohen Elizas binnentrokken.
Hij sprak1 zijn leedwezen uit over de ver
andering der Fransche mentaliteit, dia
de godsdienstige overtuiging der Élzïasf-
seirs kwetste.
De kapitein, die begreep - dat er hier
(zlware klappen zouden kunnen wallen,
vroeg telefonisch aan idijn superieuren om
55) -o—
„Heil' Wigoffl den zanger," riepen de
helden vroolijfc en hieven liutfne bekers op,
„sinds 'lhng hebben wij uw spel riiet m'eer
vernomen; nu zullen wij nieuwe sprook
jes hooren."
De -zanger trad op den kbnirag toe en
boog voor heanr, er werd hem een zetel' in
geruimd onder d(e voornaamste edelen vail
het hof en Ridhlïnde zelve bood hem' dien
gastdronk.
„Mogen de goden u zegenen voor dlit
gunstbewijs, mijns vorstin," sprak Wigol'f
„nog nimmer nam ik' uit zulke edele hand
een dronk aan."
„Wat brengt gij1, WjgoÜf':" vroegen
de heiden; „op,, laat uw zang voor ons
klinken.'"
„Droevig klllinkt mijn lied heden voor Idle
helden, treurige boodschap heeft mijn
™arenspel gestemd. 'De trots van 'het
®ud is onder vijandielijke hand gevallen,
au>unstige nijd heeft op duister pad. den
6 we Van ^et volk doen vallen."
„wien geldt uw onheilspellend woord;?"
bo^ koning. „Stem uw speeltuig en
N me^ bange zorg."
u tuigde d® zanger met kraöhtigen
niéuw© orders. Hun iver-d gelóst het del dl
te ontruimen.
De katholieke huisvaders bleven ec'hh
ter vioor alle securiteit dj en dag nog
maar in school
Wellicht dat Painlevé verstandiger /.al
'zijn dan Herriot.
Op den derden [Zondag _na ''Pasclich.-
Epistcl' I. van den H.Petrus II 1119-
Allerliefstenik smleej* u, als pelgrims
en vreemdelingen, dat gijl u onthoudt van
de vleeschelijke begeerlijkheden, welkte oor
lóg voeren tegen .de ziel; leidt oenen! eer
baren wandel onder dp Heidenien, opdlajif
zij, die u adis boosdoeners lasteren, uit dfe
goede werken welke zijl in u beschouwen*
God in den- dfag der bezoeking verheerlijf
Ik'en. Wees derhalve omi Gods wille, aan
alle m'eiisehelij'ke overheid onder'd|anig
hetzij aan den kónirfg, als den oppersten.',1
hetzij aan den stadhoudlpr, als die van 'hem'
zijn gezonden, om' de kwaaddoeners te
straffen, en te /prijzen die het goede dpeö.
Want dit is do widi "van Goclt dat gij',
door wel te doen, dien onwetenden en onl
verstandigen m'ensohen den monldl stopt,
ale de vrije mensehen; doch gebruikt die
vrijheid tot goenen dekmantel' dier boos
heid. maar als dienstknechten Gadis. Eert
allen: bemint de Jbroeders; vreest Godfc
eert den koning; Gij, dienstknechten, zijt
met alle eerbiedigheid aan uwe heeren on
derdanig, niet alleen diegenen die goed en
beleefd, maar ook'die onbeleef dl zijta. Dit
toch is Gode aangenaam in Jezus Chris
tus. onzen heer. 1
Evangelie, Joannes XVI. 1622.
In dien tijde zeiid® Jeztis nan zijne
Leerlingen: nog een weinig tijds, en gij
zult mij niet zien, en wederom een weinig
tijds, en gij zult mijl Zien; want ik ga tot
den Vader. Eenige zijner Leerlingen zei
den dan tot elkander: wat is hetgeen Hij
ons zegt: een geinig tijds, en gij zult mij
niet zien: en wederom! een weinig tijds,
en gij zult jnSj' zien; want ik! ga tot den
Vader? Zij zeiden d|an: wat is dit weinig
tijds, daar Hij van spreekt? wij' weten
niet wat Hij ,zegt, Jezus dan merkende
dat zij Hem wilden ondervragen, zei.de
hun: hierover onderzoekt gij' onder elkan
der. omdat ik gezegdl heb, een weinig tijds,
en gij zult jnüj' niet zien, en wederom! eeri
weinig tijds, en ,gij zult miij1 zien. Voor
waar. voorwaar, ik zeg u: gij' IzUlt
schreien en weenen, jnlaai de wereld zai
zich verblijden. Dan zult gij' bedrnéfdl
zijn. miiar uwe droefheid zal' in vreugdja
veranderen. Als 'n vrouw baart, is Zij' be
droefd. om|d|at haar .uur gekomen ismaan
als zij: het kind gebaard heeft, djenkt zij'
niet meer aan de smart, om de vreugd!, dat
een m'ensdh in rle wereld geboren is. En!
gjj' ook' hebt nu well droefheid, mlaar ik
zal1 u wederom! .zien, en uw hart zal' ver
blijd zijn: en niemand 'z!al IJ uwe vreugdjg
ontnem'en,
Louis Bouwikeester f
Wij lezen in „De Tij'd"
In den winter van 1907 heeft Bouw
meester zijn geboorteplaats nog éénmaal
bezocht en is'daar als Shylock opgetreden.
We laten hieronder enkele bijzonderheden
volgen, dat toen van uit Middelharnis aan
het „Algemeen Handelsblad" werd opge
zonden.
't Was in 't jaar 1842. Herfstmaand]
had haar intrede gedaan. In vollen gang
was „Menheersehe" kermis; thaiis reeds
lang ter ziele, toen nog in volle glorie.
Op 't Vingervlug stond de tent van Chan
teur en Compagnie, die uit de Hottestad
was gekomen om de pret te verhoogen en
te veredelen door 't „Spul". En tot dat
gezelschap behoorde de 24-jarige aan
staande moeder van onzen Louis. D'e
schalksche ooievaar was meegekomen over
't Haringvliet en op den vijfden Septem
ber bracht hij de jeugdige moeder haar
eersteling.
AVie kon toen vermoeden, dat uit dien
knaap Neérlands grootste acteur zou
groeien
.Nimmer bezocht Bouwmeester zijn ge
boorteplaats meer. 65 jaren zouden ver-
loopen eer hij het weer zou zien.
Ge kunt n voorstellen lezer, welk een
evenement het was voor het dorp, dat hij
23 Maart zijn talenten zou toonen in zijn
eenig-grootsche creatie Shylock.
Onze Sempre wachtte hemj op aan de
boot. Als een vorst schreed de groote
zoon van het kleine dorp door de rijen
der honderden, die hem1 geestdriftig toe
juichten.
teug den meehoorn en begon bij het zachte
tokkelen zijner harp zijn lied. t
U: zing den héld, djen dapperen "strijder,
Uit den edelen stam van Cheru gesproten,
Die moedig den ka-mpstrijdi bestond voor
fde vrijheid.
Na die inleiding schildlerde het lied
vooreerst de reuzenkracht en den hel'djen-
m'oed van Arminius, die als die 'kloekste en
dapperste onder a'F zijn gez'ellen uitblonk'.
De haat zijner vijanden dreef hem' echter
naar den vreemde en toen hij terugkeerde
vond hij zijn vaderlandi in de macht ider
onderdrukkers. Nu ontstak hij' alom' tta
fakkel' des oproers en riep zijn landgenoo-
ten ten strijde. Allen gaven als één man
aan zijn roepstem gehoor, en na de Romei
nen in de schuilhoeken van den Osning to
hebben gelokt, bracht hij hun een bloedige
nederlaag toe.
Als een rollende dondler in den duis
teren nacht deed dl® zanger het zegelied
der overwinnaars weergahmen. Zijn ge
zang verheerlijkte in jubelende tonen' den
grooten vrijheidsheld Arminius. Dochidiaar-
op liet hij treurig de stem dalen om! het
jammerlijk uiteinde te verhalen van den
dapperen strijder, ,djie tot dank voor (de
bevrijding zijns vaderlands den dood ont
ving uit de hand van eeit s'l'uipmbordienapa'
En hij besloot zijn lied met de woordien:
Zjj'n eerste gang was naar het geboor
tehuis waar de dochters der baker, oude
vrouwtjes reeds, in zenuwachtige span
ning „den heer" opwachtten.
Daar zag hij in 't nauwe vertrek de
bedstede met ?t opschrift:
„Neérlands grootste acteur
Louis Bouwmeester
Vond hier zijn eerste rustplaats".
Daar las hij in 't kleine woonvertrek
„Hier werd hij' geboren i
Hiernaast is de spond
Akn hem dien wij huldigen
Den wereld kond".
Daar bood burgemeester Mys hem den
eerewijn en werd hij gekiekt, staande
in de deur der vissehersstulp."
Een zijner eerste andere suc'cosrollen
was die in „De Scheepsjongen" of ,.De
Matrooé"; zijn groote levensrol werd de
Shylock. Beide rollen trokken hem bijzon
der aan. Na zijn eerste Indische reis ver-
telde hij o.a. aan den Parijschen corres
pondent van het „Handelsblad"
„Mijn laatste voorstelling heb ik in het
groote klooster te Batavia gegeven. De
oude moeder-overste is me zelf komen
vragen om het te doen. Ze hadden zooveel
gehoord, zei ze, van de manier, waarop
ik „De Matroos" speelde en ze wilde dot
toch eens onder hun luidjes, intiem zie
je, zien. Nou, ik stond op vertrekken,
maai- ik heb toch nog eens gespeeld. En
wil je wel gelooven, die heele zaal die
vol Jezuiten zat Monseigneur was
zelfs heelemaal uit Bandoeng overgekomen
en zusjes, schreide tranen ra.]! tuiten
over „De Matroos."
En Bouwmeester, blijkbaar, ondanks
zijn lichten, schertsenden toon, zelf nog
aangenaam geroerd, bij deze herinnering,
wiegelde op zijn stoel en wiegelde met
zijn monocle. En door mijB hoofd ging
zoo schreef de correspondent ineens de
herinnerinng aan den voor mij zelf in-
drukwekkenden avond, dat ik onzen
grootsten tooneelspeler dien „draak" van
een „matroos" zag spelen, die heelemaal
niets beduidt op schrift en dronkenma-
kend van schoonheid wordt als het heer
lijkste gedicht, als de heerlijkste gevoels
bewegingen die een menseh beleeft, wan
neer Bouwmeester het spelen wil. jan ik
dacht: Ja, daar zit tegenover me een van
de allergrootste acteurs van de wereld,
iemand waar ik persoonlijk ten minste,
wat de grootheid van gevoel betreft, de
gelijkwaardigheid nergpns gevonden heb."
Op zijn laatste triumfreis door ons land,
heeft Louis Bouwmeester in intiemen
kring voor priesters en studenten der on
derwijsinrichtingen te Eolduc ook nog, zijn,
machtige creatie van den Shylock gegeven
op verzoek en is hij daar op grootsc-he
wijze gehuldigd. H5j zelf heeft daaraan
naar zijn getuigenis de schoonste herinne
ringen medegenomen.
August Snieders herdacht.
Dinsdag 21 April hééft da Koninkiijka
Viaainsclie Acai«mik öo-or een plechtige
feestvergadering oen lOOsten vea-jaordagi
der geboorte yan uen Vfaamsehen rom|an-
.schrijver August Snieders! herdacht.
'Over dezen 'hukligingsavond leizen we
dn .d'e Vlaamsche „S.tanlaardi":
Een niet talrijk' maar urtgalézlen publiek»
was opgekomen. Wij' bemierkten p.m. da
vereerendo aanwéziigheU van Z. D. II.
Mgr. Segers, Bisschop van Gent, en d'eti
Zj. E. H. IvanDe Boots. Naj een kort!
■rt'alkomstw.oorJ van den heer WHletrais,
.voorzitter, vangt de heer Gustaaf Seger^
aan met zijn feestrede over den gevierden
Vfoamschen schrijver.
De boeken ,van Snieders zijn zelden
aanwezig in onze volksboékerijan. Zij
ligg'en op de tafel onzer .Vlaamsche boel-
ren en wroelprs,van dézien dia al' de
'karakteristieks knnmierfcen van .on/'en
landaard ongeschonden bewaarden. Déaa
menschen zoeken geen literatuur, die him
artistiek genot zou verschaffen, maar zij
Zoeken by onze nationale dégelijke votk}-
■schryvers zooals Snieders, het geesi>
tesvoedsel dat hun past. Door zijn ge
boorte, behoorde Snieders niet tot die on-
Zen. Hij was Noord-Nederlander, maar
leefde zich heelemaal in onza Vlaam|siCihe
atmosfeer m. Meer dan een halVp eeuw
vertoefdehij te Antwerpen en werd esn
kltaklaire Sinjoor, evenals een Belg van
den echten stempel, zooalls nit zijn wer
ken schitterend blijkt. Hier schetst spr.
de afkomst en den huiskring van Snie
ders. Hij benoorae dóór Zijn fim'il'ie tot
de boerenaristocratie. Hij ging er prat op
geheel zijn leven een Kempische boer ge
bléven te zijn, gul tégenover' z'ijn vfiah-
Den doode gedenk' ik met droef gezang.
.Wie trekfc nu het zwaard om. te vrijheid
[te hoedén?
.Wie waakt voortaan over 't effdeeéli der
[helden,
Nu onder1 het moordstaail' dte dappere viel?
Sprakeloos luisterden 'skonings helden
naar het treurige 'lied des zangers en ver
gaten de geurige mtee in de schitterendfd
bekérs. En toen hij geëindigd ha,d( eni zuch
tend de harp neerzette, heersdhte er nog
'l'ang een droevig zwijgen iis de ruimte
hofzaal'.
Doah van lieverlede geraakien de ton
gen der helden los en zij' vloekten! d|e ver
raders, die het volk van 'dfen edelste hun
ner helden beroofd hadjien. Ook Katwalla.
was diep bewogen. Zijne wangen1 waren
hoogrood; zwaar drukte het op zijne ziel.
Moest hij' de vermlaning, des zangers -op;
ziéh zelven toepassenwas. deze gekóm'en
om hem op te wekken verder de vrij!hei|d}
des vol'ks m'et sterken arm te beschermen.?!
Dit vroeg hij! zich z'el'ven af en schaamte
vervulde zijn hart, toen hij móest erken
nen, dat hij' sléchts voor zich zelven ge
zorgd had en ziilk' een voorbeeld; onwaar
dig was.
In Richlinde's oog parelde een djikke
traanzij' dacht aan Thusnelda, 'die vrouw
van Arminius, die hij verlóren had ter
den, maar hoekig en kantig/van natuur,,
en istrydllustig e.veoze-.r.
Hy .bon, waar het Moést, do ziweép
kantoerenIn een roerende bladzijde, dooi'
den feestredenaar aangehaald, beschrijft
Snieders hos hij in Jö oudé wttgehuifd'el
kar aan de z'ijae zjiner moedér uit dén,
yrede eter 'beide naar het gewioeï dier
stede .uitweek. Nadarkand1 'zou hij' den
geelst van 'het vaderl'yk, huis gedienbon in
een Klassiek geworden bladzijde.
Ook in zijn gedichtbundel, zijn eerstaj
vlerken», 'zingt bij: zijn heimwee uit naar
het verre dorpken. Spreker hangt een
idyllisch tafereel iop yan het dorpsleven,
(dat hij bij .uitstek! geschikt acht omi een
schrijver te inspireeren. Deze dorpsbeel
den yormien 'dan ook het materiaal van
Snieders mooie yerhalemrij. In d*e stad
Het Ihij zich lokken door bet fantastische,
'het romantische yan het oude Antwerpen,
én dit drukt zijn stemlpel' op zijn eerst;
Antwerpsc-he verhalen, waarvan enkele
tot 'z'ijn beste w erkten bëhooren. Als schrij
ver ih ad bij de gave der Kompositie, en
kan het hart .van zijn Ifezérs vervoeren,,
Als poljmikus', als1 journalist, streed iiij
Met open yjizier voor .Geloof en Thai.
Sniaders ,was ,een echte weldoener van
zijn volk. Nog brengt de schrijver h.uldcj
alan de familie van den romanschrijver,
Ccatarrh, bronchitis, schorheid. I
Gebruik AKKER's I
aan de werk huizen Aan Dieren, waar
Snieders zich zoo flink ontwikkelen Kon,
en ten slotte ,aan de Akalamie zelf, die 'dit
herdenkingsfeest lOpyhttS. (Toejuichingen.)
Hierna komt Pr. Jules .Èeravfl aan 'liet'
woord.
Ook, aldus vangt hij aan, voor de beel-
dtende kunst komt Snieders jn aanmer
king. Jn nooit versagenden arbeid, mat
zijn 'karakteristiek veerkrachtig maskér,
dat algeheel intellectueels inspanning en
speurzin was, wijdde hij zich kan' zijn
taak, en hij, de oude boerenjongen, durfd©
het heelé Antwerpen aan, eb zietbe het
ook, monuiinjentaal', in zijn vinnig gebeeldk
houwd wlerk.
Langs journaljistipken 'wég heen, go-
diénd door dé omstandigheden, kwam hij
ér dan allengs toe het noele Antwerpen
te veroveren. Want, wat Antwerpen op
Vlaamseh gebied nu is, heeft het te Jan
ken aan Jerlrn Werker, die halstarrig elk
mandaat yan Je hand wees, eu van uit
zjijn redactiebureel de. leiding gaf. Ën
nochtans, tot op heden, is er daar geen
énkell gédenkdeeMb 'Zélfs geen straat, lie
herinneren aan dezen reosachtigén wer
ker. Kreeg Max Rooses het Ziel&i yroeiger
niet gedaan in zijn Ijti'rair.e nunlels, zelfs)
den naam van Snieders niet te vormei
dien? D;at .heette destijds objectieve kri
tiek. Als journalist had Snieders een
scherp beeneden pen, maar deed njm|méï
pan kleinzielige politie!'. Én pas zijn
dagbladtaak achter den rug, zétte biji
zfch telkens weer, in wiedyvpr melt Cons!-
ciense, aan het schrijven z|jper romans.
Detee graatmagere iman was oen louter
wonder van werkzaam!) ris;.
Biuiten zjjn journaiiist.ieken en literaii'en'
arbeid, hield August een intiem kontakt
met zijn broeders en verwanten, en dat
werden dan in Antwercen iedermau! weer-
galoozé innige uren. Ten slotte tra
gische stonde, geraakte bet aanbeden
ouderlijk huis te Bladel ledig, en het werd
verkocht. Later voerde hij ook' z'ijn broer
der Renier ten grave. Daarna ging Au
gust zich ,all meer en mieer verdiepen in
z'ijn immer emstvollen, screnien arbeid. In
de laatste iaren nalat Antwerpen biern
een koninklijk huldebetoon1 had gebracht,
trof 'hem nog een bliksemfelag: hat onver
wachts overlijden zijner, 7.7-jarige vrouyv.
Nog twee jaar leefde aan dé grijsaard,
vertroeteld aoor kinderen en kleinkinde
ren.
Hiér trekt de spreker een parallel lus;
schen Snieders en Conscience. Van hun
vroegere vriendschap, kwam ar later, door
verscheidene omstandighed'en, niet veel
terecht. Waar August bij den aanvang
in het genre ,van Consciensa hovelleerde,
vond 'hij 'dit achteraf te braaf, te zoeterig,
en sShiep zijn eigen genre: .virjeier, nen-
ve(U'zier„ directer staande bij d'e werketgSti*
•Leid, met m'eer humor en sarcasme, als
zijnde .de som van een aantal! bitter door
streden teyensexperimenten. Het is echter
in 'zijn sereenste werken dat wij ook' den
pa'soonlijksten Snieders aantreffen. In
die uren schreef hij het album: vol van hat
heerlijke Katholieke familieleven, terwijl
wille der reddljng van zijn volk uit Homles
overheersching, en overwoog tot welken
prijs haar gemaal! haar zou kénnen op-
Ófferen.
Doch Machthildis verheugde zich' over
des zangers boodschap, hopendfc, dat des
kkmings ziel zich zou verheffen en .zijn
hart zich van de verlókkende Rom'einschei
deerne zou afwenden eu toen KAtwaUdp
met schitterende oogen opstond era 'in
vurige bewoordingen den dpode roemde,
zegende zij heimelijk' den idjag, die .Wigöl'f
in den Koniogsburg gevoerd had,
XI. h
MaohthiHdis' blijde verwachtingen ble
ken ijldel1 te zijn, Kjatwaldai bleef in Divi-
rla's toovernetten verward. Hij: geleek! den
voetreiziger, die zich in het middjernack-
telijk uur onder een taxisbooml te slapen
legde en onder dien giftigera 'adem van
diens takken zijne zinnen ert zijine kracht
verloor. Niet meer besteeg hij Zijn ros
voor het edele jachtvermaak', werkeloos
hing zijn zwaard aan dera waad; en zijn
ziel zbn niet meer op koene wapenfeiten'.
Hij hoorde niet het morren zijner heldeO,
bemerkte niet het bedroefde aangezicht
zijner vrouw; zijn oog hing slechts aan
Divic-a's lappen, en zijn oor luisterde
naar haar verlokkende taal.
Machthildis bedroeikjfe zulks uitermate;
Conscience Ihel schoono boek dér natuur
voor ons open legde. Dézie laatste! meei;
dichter. De eerste mieier denker, .kathol
Ijeke denker. Hiji schiep in ottzfei Neder»
laadsehe letterkunde het meestertype. Met
een p'aar kloeke houwen staan die ei'.
Hierin 'werd hiji .eertijd» slechts geëve
naard door Van Leunep, later déor Couc
pems en Buysss1. Steeds Wetef Sniedei"»
doen aan simplistische psychologie, m
dien 1zin «lat 'hij alles transporteerde naar
!het intellectueele 'diaposon van zijn pu,-
bliek. Elders sohraef hiji enbele bladzijden
waaimede hij, zioowal yoor wat da lxumjor
late het dramatische en het saroastise.hé
betreft; «enig staan blijft in onzé letter
kunde. Dit alles bebeerscht door zijn
groote liefde Voor zijn volk. Zijn laatS'tu
woord teelcent den 80-jarige heelemaal:
„Ik heb geen enkel boek de wereld .in
gezonden, waarover ik, te blózien heb."1
Oyer dit gpaf,. nu 20 jaar geléden, gé-
sloten, 'glorfet voor &n|mer de dank' d'er
beide Nederlanden.
FEN BISSCHOPPELIJK. SCHBIJAEN.
Do Bisschop van Roermond heeft sen
herderlijk schrijven aan de geloovigen gé-
aonden, waarin Z.D. H. nog wteer eena
érnstig waarschuwt tegen de onvoegzame
m;ode. „Ondanks de ernstige waarschu1-
wingen, die door geestelijke en ook wel
reldiij'ke autorietiten aoo herhaaldelijk gel*
gei-en worden, 'tegen de' (onbehoorlijke
fcleéding van vrouwen, meisje» en kinder
ren, ijaten helaas nog aoovelen zich door
een tyrannieke mode z!oo beïnvltoeden.
dat 'zij doof zijn voor die vermaningen'-',
schrijft de Bisschop. Fn hij ziegt verder
io,ai.„dat zij- die met dézie vei-dereflijké
mode willen voortgaan, eens ernstig oiji
zich 'z|edVen de vraag overwegen, of zij
voor God de verantwoordelijkheid kunnen
dragen van 't kwaad, dat van haar licht
zinnigheid het geyolgi is-."'
D® Bisschop waarschuwt dan de vroh-
W|én en meisjes .om met de aj.s'. zlo-mier;
mjaancten overal, maar vooral in de kerk,
in decente Méeding te verschijnen, ter
wijl, wianneer de waarschuwing! voor en
kelen tevergeefsch zou zijn, deze niet toe
gelaten zullen worden tot de H;H. Sacra
menten en haar de toegang tot ue Kerk'
ontzegd zal worden.
TF-VEEL AAN VROUWEN-
in Europa zijn meer vrouwen dan man
nen, maar in de andere w.ereMdleieten is
dait niet zoo. in Europa staan tegenover
1000 .mannen 1024 vrouwen, in Afrjka
990, in Amerika, 97:7, in A'zjë 944, in
Australië 81j?.
Van 'alle landen van Europa, heeft Noori
wiegen naar verhouding de meeste vrou
wen; op 1000 manuen zijn daar 1060
.vrouwen. Engeland heeft daartegenoveP
1059 vrouwen, Zwdseriand 1056, Spanje
1044, Portugal 1041, Duitscihland 1035.
Itallïë beeft slechts 989 yrodwën op 1000
mannen.
Het tijdschrift „Gentillissmi" geeft deze
cijfers, en ate 'ze juist zijn, moeten er dus
maar weinig vrouwen „overcompleet"
;zlijn. En toch blijven zooveel meisjes, on
getrouwd, waaronder (Veile, die. zöo uitste
kend geschikt .zóuiien zlijn geweest voor
eebtgen-oote, moeder en huisvrouw'.
IN HOOGEN, OUDEB;DOM.
Mevrouw Olga, N.ogikov, een Weksndé
Russische schrijfster over dé politiek,
is dézer dagen te Londen overleidén, 85
jaar oud1.
DE VROUW ALS DIPLOMAAT,
Hét eerste n-ouw'elijke lid .van dén
Amerikaanschen dipiomlaltieiken dienst.
Miss Lucifflé Atouerso-n ujt Golu|mhus in
lOjhio, is benoemd tot derdë ssoretarisi'
vah de Amierikaanscbe legatie te Barn.
TE ERG.
In Duitsche onderwijskriingén wals een
poos gelleden opwinJing, omdat onderwyi-
izleirs niet dienen wilden ondier een, vrouj-
wëlyk hoofd. In Engeland willen die on-
jderwijzei's van Je jongenskldsisen zicb niet-
onderwerpen aan da inspec,trice, die aan
gesteld is vpor de lichamelijke ontwikke
ling. Dé Bond van Onderwijzers steupt
ftit jv'iCTiZet. In Engeland its men trouwens?
'zléér gejkant tegen het les geven van vrori-
Wen op jongenssoholën.
Dan us het in ons land! toch anders:.
Ménige directrice yan een meisjesschool
beeft mannelijke leerrkachten onder zich
ën neimand die. er zich aan ergert. Z,eJfS
door nonnetjes laten ue heeren zich dim-
g.eeren. En allés igaat heel gto-eid.
herdacht den ld(ag waarop zij! Riehlinde
naar den Konirrgsburg begeleid en haar
bezwijkenden moed gepoogd! had te ster-
li ien en vroeg zich aef, waarom' de góden
haren geliefde gebiedster zoo mochten "be
proeven, daar ook haar ring zijne toaëht
verloren had. Met diepen k'ominer over
woog zij in sllapeloozen nacht, of er dan
geen weg te vinden zou zijn, die dien- ver
blindenden echtgenoot wesdjer tot zijnd
vrouw terugvoerde, en dikwijls vond), haar
de aanbrekende ,d|ag nog wakende- en!
met een beklemd bart op bare legerstede.
Op zekeren mbrgen evenwel stond zij
na een korte sluimering met ifrissehenj
moed bezield opj zij) hadi, den avond te
voren Erig, de moeder d[er goden, om! uit
kómst gesmeekt, en een gëlukiVoorspell'ond'
droombeeld was haar verschenen. Docli
voor alle voorzichtigheid raadpleegtja zij1
eerst haren roian en daar, hij met haar in
stemde, begaf! ziji zich naar Katwalda,
„Mijn koning" dus hief zij pan, „gij;
weeet, dat onder (dip edelen, des lands Hik.
derie-k', mijn eer, met woord en dlaadl
trouw aan u gehecht is, daarom! hoop ik',
dat gij den wensch, 'dijen ik u ga voordra
gen, zult inwilligen.''
„Reeds lang verdroot hef mij', Üjat hij'
mij de gelegenheid niet bood^-hem imijn
dank te betoonen; spreek, wat verlaagt
gijöi"' i (Wordt vervolgd.)