Tweede Blad Tot hoogen prijs. ZATERDAG 2 MEI 1925 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland FEUILLETON Kerknieuws T o on eel Letteren en Kunst. Keelontsteking bh Abdijsiroop Voor onze vrouwen. FRANKRIJK Het Fransche leger moet verminderen. De Fransc'h© Senator generaal Tauff- lieb tracht in het „Oeuvre" aan te toonen, da,t het voor Frankrijk zeer goed mogelijk is züin leger in te Krimpen. Wanneer het, Ruitsc'hë rijk as weerwil van de sterke beperking van zijn bewapening nog is te yreezien, vraagt hij, waarom zou dit dan, met Frankriik ook met hst geval zijn? De menschen bcprii-pen den tegenwoor; djigen toestand niet meer. Bijna vijf jaar laaig is er gestreden an de hoop op ©eri rechtvaardigen vrede. Men had het volk] Verteld, dat het streed voor het ï'eeht en, Üat dit dé laatste oorlogzou zijn. En "wfah is er goed beschouwd thans veip. Onderd? Fir zijn wat meer wteezen, mber weduwen, meer verminkten en er is wa,t meer ellende, dajt is altes. De wereld;-/ vrede is nog sd.tids niet verzekert, all deed het veelbesproken Gemeefsche Prote- col hoop rijzen. VeeJ is er den. laatsteh tijd weer gesproken over eefi garantiej; verdrag, dat Frankrijk, Engeland, Duitseh- land, België en misschien nog ander d landen ztou omvatten, 'doch ook djht isl sléchts een beperkte waarborg. Generiaal1 Taufflieb gaat dan na, wat Men in geval van nood zou, hebben aan de bondgenooten en komit dan tot dq| «mclusdë, dat in elk geval vóór ïüles Frankrijk op zichzelf zal zijn aangek wezen. Wa,t moeten wij: daarom doen Duitsch- l|and heeft thans slechts een Rijks weer op een sterkte, zooate is toegestaan bij hall Verdrag'van Versailles. In hoeverre nat in staat 2al zijn zoo noodiz een grootef reserve onder ie wapenen te roepenis niet te zeggen, doch in geen geval is het noodig, betoogt de Fransche Senator, dat Frankrijk daarom een leger Van 650.000 man op de been houdt. Te meer, omdat Frankrijk door het Verdrag van Visr1- sailles voldoende superioriteit bezit an tevens over voldoende troepen de be schikking heeft om den eersten schok van een aanval 'het hoofd ta kunnen bieden. Frankrijk moet echter ér op uit ■zijn, zijn reserves beter te organiseeren. De eerste taak van welke regeering oos is, volgens den generaal, (het staande ieger verminderen en de reserves reorga- neseeren. De godsdienststrijd in Elzas. De „Fcho de Paris" bevat een aardig staaltje van de wijzle, waarop de Elzasi: sers zich v.erz'etten teven de goddelóoz© pogingen der RarijscLe regeéring1, om hun scholen te ontkarsenen. Zoo zouden in Graffenstade de Zus ters uit 'haar school worden gezet en vervangen door leekèn. Maar 2000 katho lieken gingen even protesteeren bij, .den cornmlunistischen burgemeester. Zy- schó nen echter van meening, dat het bete* was maar meteen de handen uit d'ei mouw, te steken en den volgenden ochtend, om een uur of 5 trokken er dan ook honderd! huisvaders naar ie school. Een stérke troep andere vaders, allen voorzien van ongenadige knuppels, vergezelden de Zus-) ters, die haar leerlingen van de kerk naar de school vergezlelden. Een groot aantal moeders hield mfee de wacht. Toen om een uur of 8 'de eerste ieeken- ■onderwijzeres zon Binnenstappen, kreeg zie den raao. één twee drie rechtsomkeert te 'maken, wat de juffrouw m'aar het veiligst vond. Dan kwamen de inspecteurs van het onderwjjs, :de comimKssaris van M>olitiei en de onderprefect voor da noort. Of zie erin mocht u? Geen kwestie vanl ïk)ldta,emacht werd ontbóim en een, kapdtean met zes bered(.n agenten rukte, aan. Zij wisten 'zien een weg te hanen door ®e moeders, waar voor de gebarri- cadeerte schooldeur, waarachter de vast beraden mannen stonden, werd „,halt" gecom'm(apdesrd. Er werd onderaaindeld. Een priester, abbé Hmsky, voerde nar mans de mannen het woord, dn zijn te genstander herkende hij den officier, die hij in 1918 had ontmoet te Danndmiarie. toen de Fransohen Elizas binnentrokken. Hij sprak1 zijn leedwezen uit over de ver andering der Fransche mentaliteit, dia de godsdienstige overtuiging der Élzïasf- seirs kwetste. De kapitein, die begreep - dat er hier (zlware klappen zouden kunnen wallen, vroeg telefonisch aan idijn superieuren om 55) -o— „Heil' Wigoffl den zanger," riepen de helden vroolijfc en hieven liutfne bekers op, „sinds 'lhng hebben wij uw spel riiet m'eer vernomen; nu zullen wij nieuwe sprook jes hooren." De -zanger trad op den kbnirag toe en boog voor heanr, er werd hem een zetel' in geruimd onder d(e voornaamste edelen vail het hof en Ridhlïnde zelve bood hem' dien gastdronk. „Mogen de goden u zegenen voor dlit gunstbewijs, mijns vorstin," sprak Wigol'f „nog nimmer nam ik' uit zulke edele hand een dronk aan." „Wat brengt gij1, WjgoÜf':" vroegen de heiden; „op,, laat uw zang voor ons klinken.'" „Droevig klllinkt mijn lied heden voor Idle helden, treurige boodschap heeft mijn ™arenspel gestemd. 'De trots van 'het ®ud is onder vijandielijke hand gevallen, au>unstige nijd heeft op duister pad. den 6 we Van ^et volk doen vallen." „wien geldt uw onheilspellend woord;?" bo^ koning. „Stem uw speeltuig en N me^ bange zorg." u tuigde d® zanger met kraöhtigen niéuw© orders. Hun iver-d gelóst het del dl te ontruimen. De katholieke huisvaders bleven ec'hh ter vioor alle securiteit dj en dag nog maar in school Wellicht dat Painlevé verstandiger /.al 'zijn dan Herriot. Op den derden [Zondag _na ''Pasclich.- Epistcl' I. van den H.Petrus II 1119- Allerliefstenik smleej* u, als pelgrims en vreemdelingen, dat gijl u onthoudt van de vleeschelijke begeerlijkheden, welkte oor lóg voeren tegen .de ziel; leidt oenen! eer baren wandel onder dp Heidenien, opdlajif zij, die u adis boosdoeners lasteren, uit dfe goede werken welke zijl in u beschouwen* God in den- dfag der bezoeking verheerlijf Ik'en. Wees derhalve omi Gods wille, aan alle m'eiisehelij'ke overheid onder'd|anig hetzij aan den kónirfg, als den oppersten.',1 hetzij aan den stadhoudlpr, als die van 'hem' zijn gezonden, om' de kwaaddoeners te straffen, en te /prijzen die het goede dpeö. Want dit is do widi "van Goclt dat gij', door wel te doen, dien onwetenden en onl verstandigen m'ensohen den monldl stopt, ale de vrije mensehen; doch gebruikt die vrijheid tot goenen dekmantel' dier boos heid. maar als dienstknechten Gadis. Eert allen: bemint de Jbroeders; vreest Godfc eert den koning; Gij, dienstknechten, zijt met alle eerbiedigheid aan uwe heeren on derdanig, niet alleen diegenen die goed en beleefd, maar ook'die onbeleef dl zijta. Dit toch is Gode aangenaam in Jezus Chris tus. onzen heer. 1 Evangelie, Joannes XVI. 1622. In dien tijde zeiid® Jeztis nan zijne Leerlingen: nog een weinig tijds, en gij zult mij niet zien, en wederom een weinig tijds, en gij zult mijl Zien; want ik ga tot den Vader. Eenige zijner Leerlingen zei den dan tot elkander: wat is hetgeen Hij ons zegt: een geinig tijds, en gij zult mij niet zien: en wederom! een weinig tijds, en gij zult jnSj' zien; want ik! ga tot den Vader? Zij zeiden d|an: wat is dit weinig tijds, daar Hij van spreekt? wij' weten niet wat Hij ,zegt, Jezus dan merkende dat zij Hem wilden ondervragen, zei.de hun: hierover onderzoekt gij' onder elkan der. omdat ik gezegdl heb, een weinig tijds, en gij zult jnüj' niet zien, en wederom! eeri weinig tijds, en ,gij zult miij1 zien. Voor waar. voorwaar, ik zeg u: gij' IzUlt schreien en weenen, jnlaai de wereld zai zich verblijden. Dan zult gij' bedrnéfdl zijn. miiar uwe droefheid zal' in vreugdja veranderen. Als 'n vrouw baart, is Zij' be droefd. om|d|at haar .uur gekomen ismaan als zij: het kind gebaard heeft, djenkt zij' niet meer aan de smart, om de vreugd!, dat een m'ensdh in rle wereld geboren is. En! gjj' ook' hebt nu well droefheid, mlaar ik zal1 u wederom! .zien, en uw hart zal' ver blijd zijn: en niemand 'z!al IJ uwe vreugdjg ontnem'en, Louis Bouwikeester f Wij lezen in „De Tij'd" In den winter van 1907 heeft Bouw meester zijn geboorteplaats nog éénmaal bezocht en is'daar als Shylock opgetreden. We laten hieronder enkele bijzonderheden volgen, dat toen van uit Middelharnis aan het „Algemeen Handelsblad" werd opge zonden. 't Was in 't jaar 1842. Herfstmaand] had haar intrede gedaan. In vollen gang was „Menheersehe" kermis; thaiis reeds lang ter ziele, toen nog in volle glorie. Op 't Vingervlug stond de tent van Chan teur en Compagnie, die uit de Hottestad was gekomen om de pret te verhoogen en te veredelen door 't „Spul". En tot dat gezelschap behoorde de 24-jarige aan staande moeder van onzen Louis. D'e schalksche ooievaar was meegekomen over 't Haringvliet en op den vijfden Septem ber bracht hij de jeugdige moeder haar eersteling. AVie kon toen vermoeden, dat uit dien knaap Neérlands grootste acteur zou groeien .Nimmer bezocht Bouwmeester zijn ge boorteplaats meer. 65 jaren zouden ver- loopen eer hij het weer zou zien. Ge kunt n voorstellen lezer, welk een evenement het was voor het dorp, dat hij 23 Maart zijn talenten zou toonen in zijn eenig-grootsche creatie Shylock. Onze Sempre wachtte hemj op aan de boot. Als een vorst schreed de groote zoon van het kleine dorp door de rijen der honderden, die hem1 geestdriftig toe juichten. teug den meehoorn en begon bij het zachte tokkelen zijner harp zijn lied. t U: zing den héld, djen dapperen "strijder, Uit den edelen stam van Cheru gesproten, Die moedig den ka-mpstrijdi bestond voor fde vrijheid. Na die inleiding schildlerde het lied vooreerst de reuzenkracht en den hel'djen- m'oed van Arminius, die als die 'kloekste en dapperste onder a'F zijn gez'ellen uitblonk'. De haat zijner vijanden dreef hem' echter naar den vreemde en toen hij terugkeerde vond hij zijn vaderlandi in de macht ider onderdrukkers. Nu ontstak hij' alom' tta fakkel' des oproers en riep zijn landgenoo- ten ten strijde. Allen gaven als één man aan zijn roepstem gehoor, en na de Romei nen in de schuilhoeken van den Osning to hebben gelokt, bracht hij hun een bloedige nederlaag toe. Als een rollende dondler in den duis teren nacht deed dl® zanger het zegelied der overwinnaars weergahmen. Zijn ge zang verheerlijkte in jubelende tonen' den grooten vrijheidsheld Arminius. Dochidiaar- op liet hij treurig de stem dalen om! het jammerlijk uiteinde te verhalen van den dapperen strijder, ,djie tot dank voor (de bevrijding zijns vaderlands den dood ont ving uit de hand van eeit s'l'uipmbordienapa' En hij besloot zijn lied met de woordien: Zjj'n eerste gang was naar het geboor tehuis waar de dochters der baker, oude vrouwtjes reeds, in zenuwachtige span ning „den heer" opwachtten. Daar zag hij in 't nauwe vertrek de bedstede met ?t opschrift: „Neérlands grootste acteur Louis Bouwmeester Vond hier zijn eerste rustplaats". Daar las hij in 't kleine woonvertrek „Hier werd hij' geboren i Hiernaast is de spond Akn hem dien wij huldigen Den wereld kond". Daar bood burgemeester Mys hem den eerewijn en werd hij gekiekt, staande in de deur der vissehersstulp." Een zijner eerste andere suc'cosrollen was die in „De Scheepsjongen" of ,.De Matrooé"; zijn groote levensrol werd de Shylock. Beide rollen trokken hem bijzon der aan. Na zijn eerste Indische reis ver- telde hij o.a. aan den Parijschen corres pondent van het „Handelsblad" „Mijn laatste voorstelling heb ik in het groote klooster te Batavia gegeven. De oude moeder-overste is me zelf komen vragen om het te doen. Ze hadden zooveel gehoord, zei ze, van de manier, waarop ik „De Matroos" speelde en ze wilde dot toch eens onder hun luidjes, intiem zie je, zien. Nou, ik stond op vertrekken, maai- ik heb toch nog eens gespeeld. En wil je wel gelooven, die heele zaal die vol Jezuiten zat Monseigneur was zelfs heelemaal uit Bandoeng overgekomen en zusjes, schreide tranen ra.]! tuiten over „De Matroos." En Bouwmeester, blijkbaar, ondanks zijn lichten, schertsenden toon, zelf nog aangenaam geroerd, bij deze herinnering, wiegelde op zijn stoel en wiegelde met zijn monocle. En door mijB hoofd ging zoo schreef de correspondent ineens de herinnerinng aan den voor mij zelf in- drukwekkenden avond, dat ik onzen grootsten tooneelspeler dien „draak" van een „matroos" zag spelen, die heelemaal niets beduidt op schrift en dronkenma- kend van schoonheid wordt als het heer lijkste gedicht, als de heerlijkste gevoels bewegingen die een menseh beleeft, wan neer Bouwmeester het spelen wil. jan ik dacht: Ja, daar zit tegenover me een van de allergrootste acteurs van de wereld, iemand waar ik persoonlijk ten minste, wat de grootheid van gevoel betreft, de gelijkwaardigheid nergpns gevonden heb." Op zijn laatste triumfreis door ons land, heeft Louis Bouwmeester in intiemen kring voor priesters en studenten der on derwijsinrichtingen te Eolduc ook nog, zijn, machtige creatie van den Shylock gegeven op verzoek en is hij daar op grootsc-he wijze gehuldigd. H5j zelf heeft daaraan naar zijn getuigenis de schoonste herinne ringen medegenomen. August Snieders herdacht. Dinsdag 21 April hééft da Koninkiijka Viaainsclie Acai«mik öo-or een plechtige feestvergadering oen lOOsten vea-jaordagi der geboorte yan uen Vfaamsehen rom|an- .schrijver August Snieders! herdacht. 'Over dezen 'hukligingsavond leizen we dn .d'e Vlaamsche „S.tanlaardi": Een niet talrijk' maar urtgalézlen publiek» was opgekomen. Wij' bemierkten p.m. da vereerendo aanwéziigheU van Z. D. II. Mgr. Segers, Bisschop van Gent, en d'eti Zj. E. H. IvanDe Boots. Naj een kort! ■rt'alkomstw.oorJ van den heer WHletrais, .voorzitter, vangt de heer Gustaaf Seger^ aan met zijn feestrede over den gevierden Vfoamschen schrijver. De boeken ,van Snieders zijn zelden aanwezig in onze volksboékerijan. Zij ligg'en op de tafel onzer .Vlaamsche boel- ren en wroelprs,van dézien dia al' de 'karakteristieks knnmierfcen van .on/'en landaard ongeschonden bewaarden. Déaa menschen zoeken geen literatuur, die him artistiek genot zou verschaffen, maar zij Zoeken by onze nationale dégelijke votk}- ■schryvers zooals Snieders, het geesi> tesvoedsel dat hun past. Door zijn ge boorte, behoorde Snieders niet tot die on- Zen. Hij was Noord-Nederlander, maar leefde zich heelemaal in onza Vlaam|siCihe atmosfeer m. Meer dan een halVp eeuw vertoefdehij te Antwerpen en werd esn kltaklaire Sinjoor, evenals een Belg van den echten stempel, zooalls nit zijn wer ken schitterend blijkt. Hier schetst spr. de afkomst en den huiskring van Snie ders. Hij benoorae dóór Zijn fim'il'ie tot de boerenaristocratie. Hij ging er prat op geheel zijn leven een Kempische boer ge bléven te zijn, gul tégenover' z'ijn vfiah- Den doode gedenk' ik met droef gezang. .Wie trekfc nu het zwaard om. te vrijheid [te hoedén? .Wie waakt voortaan over 't effdeeéli der [helden, Nu onder1 het moordstaail' dte dappere viel? Sprakeloos luisterden 'skonings helden naar het treurige 'lied des zangers en ver gaten de geurige mtee in de schitterendfd bekérs. En toen hij geëindigd ha,d( eni zuch tend de harp neerzette, heersdhte er nog 'l'ang een droevig zwijgen iis de ruimte hofzaal'. Doah van lieverlede geraakien de ton gen der helden los en zij' vloekten! d|e ver raders, die het volk van 'dfen edelste hun ner helden beroofd hadjien. Ook Katwalla. was diep bewogen. Zijne wangen1 waren hoogrood; zwaar drukte het op zijne ziel. Moest hij' de vermlaning, des zangers -op; ziéh zelven toepassenwas. deze gekóm'en om hem op te wekken verder de vrij!hei|d} des vol'ks m'et sterken arm te beschermen.?! Dit vroeg hij! zich z'el'ven af en schaamte vervulde zijn hart, toen hij móest erken nen, dat hij' sléchts voor zich zelven ge zorgd had en ziilk' een voorbeeld; onwaar dig was. In Richlinde's oog parelde een djikke traanzij' dacht aan Thusnelda, 'die vrouw van Arminius, die hij verlóren had ter den, maar hoekig en kantig/van natuur,, en istrydllustig e.veoze-.r. Hy .bon, waar het Moést, do ziweép kantoerenIn een roerende bladzijde, dooi' den feestredenaar aangehaald, beschrijft Snieders hos hij in Jö oudé wttgehuifd'el kar aan de z'ijae zjiner moedér uit dén, yrede eter 'beide naar het gewioeï dier stede .uitweek. Nadarkand1 'zou hij' den geelst van 'het vaderl'yk, huis gedienbon in een Klassiek geworden bladzijde. Ook in zijn gedichtbundel, zijn eerstaj vlerken», 'zingt bij: zijn heimwee uit naar het verre dorpken. Spreker hangt een idyllisch tafereel iop yan het dorpsleven, (dat hij bij .uitstek! geschikt acht omi een schrijver te inspireeren. Deze dorpsbeel den yormien 'dan ook het materiaal van Snieders mooie yerhalemrij. In d*e stad Het Ihij zich lokken door bet fantastische, 'het romantische yan het oude Antwerpen, én dit drukt zijn stemlpel' op zijn eerst; Antwerpsc-he verhalen, waarvan enkele tot 'z'ijn beste w erkten bëhooren. Als schrij ver ih ad bij de gave der Kompositie, en kan het hart .van zijn Ifezérs vervoeren,, Als poljmikus', als1 journalist, streed iiij Met open yjizier voor .Geloof en Thai. Sniaders ,was ,een echte weldoener van zijn volk. Nog brengt de schrijver h.uldcj alan de familie van den romanschrijver, Ccatarrh, bronchitis, schorheid. I Gebruik AKKER's I aan de werk huizen Aan Dieren, waar Snieders zich zoo flink ontwikkelen Kon, en ten slotte ,aan de Akalamie zelf, die 'dit herdenkingsfeest lOpyhttS. (Toejuichingen.) Hierna komt Pr. Jules .Èeravfl aan 'liet' woord. Ook, aldus vangt hij aan, voor de beel- dtende kunst komt Snieders jn aanmer king. Jn nooit versagenden arbeid, mat zijn 'karakteristiek veerkrachtig maskér, dat algeheel intellectueels inspanning en speurzin was, wijdde hij zich kan' zijn taak, en hij, de oude boerenjongen, durfd© het heelé Antwerpen aan, eb zietbe het ook, monuiinjentaal', in zijn vinnig gebeeldk houwd wlerk. Langs journaljistipken 'wég heen, go- diénd door dé omstandigheden, kwam hij ér dan allengs toe het noele Antwerpen te veroveren. Want, wat Antwerpen op Vlaamseh gebied nu is, heeft het te Jan ken aan Jerlrn Werker, die halstarrig elk mandaat yan Je hand wees, eu van uit zjijn redactiebureel de. leiding gaf. Ën nochtans, tot op heden, is er daar geen énkell gédenkdeeMb 'Zélfs geen straat, lie herinneren aan dezen reosachtigén wer ker. Kreeg Max Rooses het Ziel&i yroeiger niet gedaan in zijn Ijti'rair.e nunlels, zelfs) den naam van Snieders niet te vormei dien? D;at .heette destijds objectieve kri tiek. Als journalist had Snieders een scherp beeneden pen, maar deed njm|méï pan kleinzielige politie!'. Én pas zijn dagbladtaak achter den rug, zétte biji zfch telkens weer, in wiedyvpr melt Cons!- ciense, aan het schrijven z|jper romans. Detee graatmagere iman was oen louter wonder van werkzaam!) ris;. Biuiten zjjn journaiiist.ieken en literaii'en' arbeid, hield August een intiem kontakt met zijn broeders en verwanten, en dat werden dan in Antwercen iedermau! weer- galoozé innige uren. Ten slotte tra gische stonde, geraakte bet aanbeden ouderlijk huis te Bladel ledig, en het werd verkocht. Later voerde hij ook' z'ijn broer der Renier ten grave. Daarna ging Au gust zich ,all meer en mieer verdiepen in z'ijn immer emstvollen, screnien arbeid. In de laatste iaren nalat Antwerpen biern een koninklijk huldebetoon1 had gebracht, trof 'hem nog een bliksemfelag: hat onver wachts overlijden zijner, 7.7-jarige vrouyv. Nog twee jaar leefde aan dé grijsaard, vertroeteld aoor kinderen en kleinkinde ren. Hiér trekt de spreker een parallel lus; schen Snieders en Conscience. Van hun vroegere vriendschap, kwam ar later, door verscheidene omstandighed'en, niet veel terecht. Waar August bij den aanvang in het genre ,van Consciensa hovelleerde, vond 'hij 'dit achteraf te braaf, te zoeterig, en sShiep zijn eigen genre: .virjeier, nen- ve(U'zier„ directer staande bij d'e werketgSti* •Leid, met m'eer humor en sarcasme, als zijnde .de som van een aantal! bitter door streden teyensexperimenten. Het is echter in 'zijn sereenste werken dat wij ook' den pa'soonlijksten Snieders aantreffen. In die uren schreef hij het album: vol van hat heerlijke Katholieke familieleven, terwijl wille der reddljng van zijn volk uit Homles overheersching, en overwoog tot welken prijs haar gemaal! haar zou kénnen op- Ófferen. Doch Machthildis verheugde zich' over des zangers boodschap, hopendfc, dat des kkmings ziel zich zou verheffen en .zijn hart zich van de verlókkende Rom'einschei deerne zou afwenden eu toen KAtwaUdp met schitterende oogen opstond era 'in vurige bewoordingen den dpode roemde, zegende zij heimelijk' den idjag, die .Wigöl'f in den Koniogsburg gevoerd had, XI. h MaohthiHdis' blijde verwachtingen ble ken ijldel1 te zijn, Kjatwaldai bleef in Divi- rla's toovernetten verward. Hij: geleek! den voetreiziger, die zich in het middjernack- telijk uur onder een taxisbooml te slapen legde en onder dien giftigera 'adem van diens takken zijne zinnen ert zijine kracht verloor. Niet meer besteeg hij Zijn ros voor het edele jachtvermaak', werkeloos hing zijn zwaard aan dera waad; en zijn ziel zbn niet meer op koene wapenfeiten'. Hij hoorde niet het morren zijner heldeO, bemerkte niet het bedroefde aangezicht zijner vrouw; zijn oog hing slechts aan Divic-a's lappen, en zijn oor luisterde naar haar verlokkende taal. Machthildis bedroeikjfe zulks uitermate; Conscience Ihel schoono boek dér natuur voor ons open legde. Dézie laatste! meei; dichter. De eerste mieier denker, .kathol Ijeke denker. Hiji schiep in ottzfei Neder» laadsehe letterkunde het meestertype. Met een p'aar kloeke houwen staan die ei'. Hierin 'werd hiji .eertijd» slechts geëve naard door Van Leunep, later déor Couc pems en Buysss1. Steeds Wetef Sniedei"» doen aan simplistische psychologie, m dien 1zin «lat 'hij alles transporteerde naar !het intellectueele 'diaposon van zijn pu,- bliek. Elders sohraef hiji enbele bladzijden waaimede hij, zioowal yoor wat da lxumjor late het dramatische en het saroastise.hé betreft; «enig staan blijft in onzé letter kunde. Dit alles bebeerscht door zijn groote liefde Voor zijn volk. Zijn laatS'tu woord teelcent den 80-jarige heelemaal: „Ik heb geen enkel boek de wereld .in gezonden, waarover ik, te blózien heb."1 Oyer dit gpaf,. nu 20 jaar geléden, gé- sloten, 'glorfet voor &n|mer de dank' d'er beide Nederlanden. FEN BISSCHOPPELIJK. SCHBIJAEN. Do Bisschop van Roermond heeft sen herderlijk schrijven aan de geloovigen gé- aonden, waarin Z.D. H. nog wteer eena érnstig waarschuwt tegen de onvoegzame m;ode. „Ondanks de ernstige waarschu1- wingen, die door geestelijke en ook wel reldiij'ke autorietiten aoo herhaaldelijk gel* gei-en worden, 'tegen de' (onbehoorlijke fcleéding van vrouwen, meisje» en kinder ren, ijaten helaas nog aoovelen zich door een tyrannieke mode z!oo beïnvltoeden. dat 'zij doof zijn voor die vermaningen'-', schrijft de Bisschop. Fn hij ziegt verder io,ai.„dat zij- die met dézie vei-dereflijké mode willen voortgaan, eens ernstig oiji zich 'z|edVen de vraag overwegen, of zij voor God de verantwoordelijkheid kunnen dragen van 't kwaad, dat van haar licht zinnigheid het geyolgi is-."' D® Bisschop waarschuwt dan de vroh- W|én en meisjes .om met de aj.s'. zlo-mier; mjaancten overal, maar vooral in de kerk, in decente Méeding te verschijnen, ter wijl, wianneer de waarschuwing! voor en kelen tevergeefsch zou zijn, deze niet toe gelaten zullen worden tot de H;H. Sacra menten en haar de toegang tot ue Kerk' ontzegd zal worden. TF-VEEL AAN VROUWEN- in Europa zijn meer vrouwen dan man nen, maar in de andere w.ereMdleieten is dait niet zoo. in Europa staan tegenover 1000 .mannen 1024 vrouwen, in Afrjka 990, in Amerika, 97:7, in A'zjë 944, in Australië 81j?. Van 'alle landen van Europa, heeft Noori wiegen naar verhouding de meeste vrou wen; op 1000 manuen zijn daar 1060 .vrouwen. Engeland heeft daartegenoveP 1059 vrouwen, Zwdseriand 1056, Spanje 1044, Portugal 1041, Duitscihland 1035. Itallïë beeft slechts 989 yrodwën op 1000 mannen. Het tijdschrift „Gentillissmi" geeft deze cijfers, en ate 'ze juist zijn, moeten er dus maar weinig vrouwen „overcompleet" ;zlijn. En toch blijven zooveel meisjes, on getrouwd, waaronder (Veile, die. zöo uitste kend geschikt .zóuiien zlijn geweest voor eebtgen-oote, moeder en huisvrouw'. IN HOOGEN, OUDEB;DOM. Mevrouw Olga, N.ogikov, een Weksndé Russische schrijfster over dé politiek, is dézer dagen te Londen overleidén, 85 jaar oud1. DE VROUW ALS DIPLOMAAT, Hét eerste n-ouw'elijke lid .van dén Amerikaanschen dipiomlaltieiken dienst. Miss Lucifflé Atouerso-n ujt Golu|mhus in lOjhio, is benoemd tot derdë ssoretarisi' vah de Amierikaanscbe legatie te Barn. TE ERG. In Duitsche onderwijskriingén wals een poos gelleden opwinJing, omdat onderwyi- izleirs niet dienen wilden ondier een, vrouj- wëlyk hoofd. In Engeland willen die on- jderwijzei's van Je jongenskldsisen zicb niet- onderwerpen aan da inspec,trice, die aan gesteld is vpor de lichamelijke ontwikke ling. Dé Bond van Onderwijzers steupt ftit jv'iCTiZet. In Engeland its men trouwens? 'zléér gejkant tegen het les geven van vrori- Wen op jongenssoholën. Dan us het in ons land! toch anders:. Ménige directrice yan een meisjesschool beeft mannelijke leerrkachten onder zich ën neimand die. er zich aan ergert. Z,eJfS door nonnetjes laten ue heeren zich dim- g.eeren. En allés igaat heel gto-eid. herdacht den ld(ag waarop zij! Riehlinde naar den Konirrgsburg begeleid en haar bezwijkenden moed gepoogd! had te ster- li ien en vroeg zich aef, waarom' de góden haren geliefde gebiedster zoo mochten "be proeven, daar ook haar ring zijne toaëht verloren had. Met diepen k'ominer over woog zij in sllapeloozen nacht, of er dan geen weg te vinden zou zijn, die dien- ver blindenden echtgenoot wesdjer tot zijnd vrouw terugvoerde, en dikwijls vond), haar de aanbrekende ,d|ag nog wakende- en! met een beklemd bart op bare legerstede. Op zekeren mbrgen evenwel stond zij na een korte sluimering met ifrissehenj moed bezield opj zij) hadi, den avond te voren Erig, de moeder d[er goden, om! uit kómst gesmeekt, en een gëlukiVoorspell'ond' droombeeld was haar verschenen. Docli voor alle voorzichtigheid raadpleegtja zij1 eerst haren roian en daar, hij met haar in stemde, begaf! ziji zich naar Katwalda, „Mijn koning" dus hief zij pan, „gij; weeet, dat onder (dip edelen, des lands Hik. derie-k', mijn eer, met woord en dlaadl trouw aan u gehecht is, daarom! hoop ik', dat gij den wensch, 'dijen ik u ga voordra gen, zult inwilligen.'' „Reeds lang verdroot hef mij', Üjat hij' mij de gelegenheid niet bood^-hem imijn dank te betoonen; spreek, wat verlaagt gijöi"' i (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 5