agazijn, Goes Tweede Blad lUWENw iPAREÏ mn ■ND INGEN riE! Persoon van Effecten i Coupons ?IJK! G. VAN RIET sche courant; zaterdag 18 april 1925 nieuwe zeeuwsche courant Buitenland oor cliënten gratis feuilleton Tot hoogen prijs. Kerknieuws Voor onze vrouwen. a SJES-CONFECTIE TELS, CASAQUES 11N DER-JURKEN 'ens adviesbureau in belasting- i 1715-20 en/of landbouwers, voor het van adressen enz. RIET, Opril, Goes. ISTRAAT -ECTEN. TELEFOON 1»' I ide koersen :r voor drie kwart van den prijs? r van eik willekeurig fabrikaat, ebroken, mits de gouden pen heden tot 30 Juni 1925. Aanbevelend 30ES. per 3™kde" °P de lieuwsblad voor Zeeland. ill en s.v.p.) NOORWEGEN. Een merkwaardig oordeel over het kloosterleven. De bijzondere correspondent van „De Maasbode" schrijft uit Tromsö, 1 April 1925: Met de vooroordeelen tegen de Katho lieke kerk in het algemcpn verdwijnen in-' Noorwegen ook de vporoordeelen tegen het kloosterleven. Vele Noren, die Katholieke landen bezoeken, benutten de gelegenheid, om er een kijkje te nemen in een of ander klooster,- om daarna, in het protestantsche land teruggekeerd, hunne indrukken, veelal in de pers aan anderen bekend te maken. Zoo vond ik dezer dagen „Tromsö Stifts jaarbok" Jaarboek voor Tromsöstift de indrukken weergegeven, welke een domi nee opdeed in een katholiek klooster. De naam van den dominee is Andreas Aamot „Ik had den aartsbisschop van Keulen mijn wensch te kennen gegeven", zoo ver telt hij, „een kijk te mogen nemen in het kloosterleven. Niet alleen een klooster van buiten en van bihnen wilde ik zien, maar ook het leven der monniken mee leven, waken, vasten, bidden, mediteeren met hen. De eenzaamheid en de stilte van het klooster voelen, voor een tijd de vreugde proeven van het wegzijn van de wereld, buiten het alledaagsch gedoê en getob. „Dan moet u naar Maria-Laach reizen", zei mij de aartsbisschop; kent u Maria- Laach?" „Neen", moest ik antwoorden, „ik geloof niet, dat ik dien naam ooit gehoord heb." „Wel", zei hij, „ik zal u een aanbeve lingsbrief geven, dan kunt u er heen rei zen, en zult u het er zoo hebben als u zelf verkiest". En terwijl ik zat te bladeren in een groot alb um s schreef liij mij o.a. eeg. reis gids met dag en uur en allerlei bijzondcr- üeden. Het was een mooie herfstmorgen, toen ik aan de kloosterpoort aanklopte. Een paar uren sporen en een paar uren wan delen hadden mij erheen gebracht. Droomde ik? Was het mogelijk, dat midden in Duitsehland, waar de hooge schoorsteenen rooken, waar de machines razen en de treinen daveren, een zoo betooverend dal kon gevonden worden? Toen ik van de hoogte afdaalde naar dat dal, was het of ik mij in; een andere we reld bevond. Ware het mij vergund, in dit artikel een natuurschildering te geven, dan zou ik daartoe licht bekoord worden. Maar ik moet' daarvan afzien en wil alleen ei- teeren wat een Duitsche dichter voor 100 jaren schreef na een bezoek aan Maria- Laach „Das alles musst du selber sehen ich habe den besten Willen es dir ,zu be- schreiben, aber es geht, nicht". Het kloos ter ligt aan den oever van een bijna cirkelrond meer. Het werd gegrondvest circa 1120. De, kerk, de oudste basilica in Duitsehland, is terecht geprezen als een parel van Romaansche bouwkunst. De tand des tijds heeft natuurlijk ook dit bouwwerk niet gespaard. Maar de vlij tige en kunstvaardige handen der mon niken hebben steeds opnieuw de bouw werken gerestaureerd in den ouden geest. Ik klopte dus op de kloosterpoort, werd binnengelaten en overreikte mijn" papieren. Vijf minuten later kwam dejiater mijl ver welkomen^; ik kon blijven zoolang ik zelf verkoos, de gast van het klooster te izjjn. Ik bleef er een dag en een nacht, ik had niet meer tijd; men is immers dom;genoeg, als men reist, zich aan een program] te houden. Dit is het «beste middel, omi in teressante gebeurtenissen voorbij te schie ten. Maar die ééne dag werd toch voor mij een nooit te vergeten gebeurtenis. Ach, was die eene dag er maar hon derd geworden. Dat kloosterleven, wat is het mij bevallen! Nu was ik dus pater! Ik kreeg inijn cel als de anderen, een SpartaanBeh bemeubel de studentenkamer. Pater Lucas legde mij een reglement van orde voor, aange vende de tijden voor gebed en maaltijden, gaf mij eenige vrome boeken en liet me alleen. Alleen! Stilte, absolute stilte. In het begin zoo verwonderlijk ongewoon, maar later zoo weldadig aandoende, ik vond de hymnen van Angelus Silesius »n ver diepte mij er zóó in, dat ik' bijna niet be merkte, dat de beminnelijke pater ae deur opende en, mij ten maaltijd noocligde. De eerste maaltijd genoot ik In de gas- ist voor 2 ets. worden verzonden „Dajaltoe is niemand beter geschikt n ïviqai, de Keltische," antwoordde josai hjaastig. „Zij is zelve een halve barbaarsche, wild en onbeteugeld als een \°D^ rÏÏ.tf eB geaafdjheid van den Goth spoedig feeren kennen en "be- nutügen. Terstond zal zij vernemen, welke zending hapr wacht. Doch zij zal met. licht over te halen zijn." ^Eajat haar dan in mijne kisten kijken en hajar loon kiezen." ,P?,USUS •k^kïrte in de handen eri onmiidl- detkjki verscheen een dienaar dje op zijne bevelén wachtte. „Roep Divioagebood de veldheer. i( De dienaar Verdween en na weinige minuten huppelde een zwartlokkig meisje over het gras n|aar den zuilengang. „Wat verlangt mijn heer?." vroeg zij' m,et een betooverenden glimlach en liet daarbij twee rjjen blinkend witte tan den zien. „Divica," zeide Drusus, ,zbudt gij gaarne een reis maken?" „Met u, heer!?, .Waarheen?" „Neen, niet met mij, .anderen zullen' u ^gezellen, en uw doel zal de Konings-' tenkamer met een Katholiek priester, óie daar vertoefde, om zich je „reersëeren". De andere maaltijden gebruikte ik samen met 150 monniken. Als de kok voor het eten luidt, komen do paters uit hun cellen; geluidloos ais schaduwen glijden ze in hunne zwarte pijen en met hun viltsehoenen door de gan gen naar de eetzaal. Geen woora wordt gesproken. Langs de wanden staan tie lange eettaféls. De abt slaat een zwakken slag met zijn hamer. Alle hoofden buigen zich in gebed, en dan begint de maaltijd. Wij vreemdelingen hadden een tafel voor ons in het midden van de zaal. Een der monniken leest gedurende den gekeelen maaltijd uit een verzameling aeiligen- legenden. IJe maaltijd was spoedig geëin digd. 150 hoofden buigen zich weer en de manniken verdwijnen weer even geluid loos als ze gekomen zijn. Nu liad de abt tijd, om vijf minuten met mij' to praten. Die benedietijnermonniken zijn geen zonderlingen! Die 40 a 50 paters waren beschaafde en geleerde mannen, 's Namid dags en 's avonds komen ze als .brpeders een uurtje samen doorbrengen. Dan wo-dt over politiek, theologie^ filosofie en lite ratuur gesproken. Eenige spelen viool of orgel. Ik weet niet of er een piano. was. Ze gingen weer naar hun cellen: twee uur stilte, studie, gebed, lezing of medi tatie, misschien ook auteurswerk. IVeer gen teeken met de klok. Mijn vriend pater Lucas (we zijn reeds goede vrienden geworden) steekt het noofd door de deur, en we gaan in stilte naar de kerk. Welk een mooie kerk! Van buiten éi) van binnen! De geheele kerk is vol, van godsdienstige stemming! Hel is niet noodig, zich hier moeite te geven, om in de stemming te komen. Die kerk geeft ze zelf. Een mooi altaar van marmer, een geschenk van keizer Wilhelm, 1 een won derbaar Christuslioofd in mozaiek boven het altaar, door de monniken zelf vervaar digd. Er zijn vele kunstenaars onder de broeders, en altijd vinden zij in deze kerk, die ze liefhebben, iets waaraan ze hun kunst kunnen geven. Ieder neemt zijn plaats in. Eerst de paters, dan de broeders, dan wij twee vreemden en eindelijk beneden eenige hoe ren en andere 'lui uit de buurt. De ge zangen werden .geintoneerdeen mooi krachtig meerstemmige mannenzang, een lofzang. Geen preek, alleen gebed en zang. Heel kort. Zoover ik herinner waren er vier godsdienstoefeningen per dag, de eerste om 4 uur 's morgens. Meenen wij protestanten niet, dat het kloosterleven dagdieverij is? Hier kwam ik tot andere gedaenten. Als de. handenarbeid alleen arbeid is, dan was hier waarlijk werk genoeg. Een fa milie van 150 menschen, welke zich zelf wil voeden, móet wel terdege werken. Het was een kolossale boerderij. De monniken in pij zijn zelf de maaiers, stalknechten, kok, tuinier, houthakkers, timmerlui, met selaars enz. Overal zag ik zo vlijtig; Dezig. Geen sabotage, geen loonstrijd? Stil en vreedzaam is een ieder met het zijne bezig. De arbeid is ^.godsdiensj, de. arbeid is vreugde. De arbeid draagt zijn loon in zich zelf. Maar de paters dan? Ja, vraag in de wereld der kimst, der literatuur en weten schap en ge zult hooren, dat noeft Maria- Laach, noch het moederhuis daar onbe kende zijn. Hier in het klooster kreeg ik tijd, om na te denken over eene vraag, aio mij tevoren en daarna dikwijls heeft bezig ge houden, Of niet het protestantisme een zonde tegen zich zelf heeft begaan met de kloosters af te schaffen en te niet te doen! Zou het niet wenschelijk zijn, dat onze Noorsehe kerk inrichtingen als bij voorbeeld het klooster Maria-Laach be zat? Was het een goede „reformatie", de kloostergoederen te ontrukken aan de kerk en ze in handen van den Decnsehen adel te stellen? En als we heden nog eenige van die kloosters hadden, welke nil in liet gruis liggen, b.v. als een recreatie- huis voor oude dienaars des Heeren, als stille toevluchtsoorden voor de aanstaande dienaren van den H.eer! Als asylen voor gepijnigde en lijdende menschen De wagen stond voor de deur. ik ging liet klooster weer verlaten. Vaarwel, mooi Maria-Laach. Vaarwel, gij oud, stil meer. Aan uw oever was het een genot te peinzen." Zoover de dominee. Voor 25 jaren had geen protestantsch geestelijke het hier ge waagd, zooiets in het openbaar te schrij ven. Nu zijn zulke artikelen, die voor de Katholieke kerk getuigen, lang; geen uit zonderingen meer. Maar helaas, daarmee zijn ze nog niet bekeerd. Er rest ons nog zware arbeid. Goddank echter, dat ens burg der Markóm|ajmen zijit.'' t j „Gij schertst, Cesar! .Wat zou Divfcy. bij de barb|aïen Veete aanzeggen? Ik' ver sta, niets v,an oorlog!" „Daaa' is ook geen spraak vanDe koning der Markomtajnnen heeft een jonge vrouw, zij1 is de dochter v.an dien koning der Hermundurener is mij aiap gelegen den behuwdzoon met zijn behuwidlyadér in onmin te brengen, begrijpt gij1 mij;?" »Ja> ja, ik zou den gemaal' wat het hoofd op hol brengen en zij» vervelende vrouw naijverig maken; nu, dan .bevalt mij' wel' eenigszins. Mapu' ik' vrees, dat er niets uit te richten zal zijn; die Germa nen zijn zulke plompe gezellen." „Wat zou Dividal onmogelijk' z'ij'n?" „Gij vleit mij, heer; ik' vind het leven hier zoo - schoon." „Acht gij mijn gering? Mijne hand is open voor die mij dienen en gij zelvo moogt uw loon bepalen." Eene wijl zag Divide; nadenkend voor zich. Daarop zeide z'ij zuchtend: „Zoo geschiede het dan, u ter wille, heer.', Doch zult gij niet vertoornd op mij zijn, indien ik' onverrichter zake terugkeer „Neen, Divica, ook dia» zal ik uw trouw belbonenik weet, dat gij' niets verzuimen ul't. En nog iets. Wla,t wij afge sproten hebben, blijft een geheim, zelfs voor uw begeleider, alleen Venturius is goede Noorsehe land nader treedt tot de kennis van de Kerk en haar zegenrijke instellingen. Op den eersten Zondag na Pasihe.il. Epistel van den H. Joannes. V. 410. Al'lerïie'fsten i?al hetgene uit God ge boren is, overwint de wereld, en 'de over winning, welke de wereld overwint, is ons geToctf. Wie toch overwint, de wereld dan hij, die gelooft, dat Jezus de Zoon Gods is; Hij', Jezus Christus, die geboren is in water en blbed: niet ie1 water alleen, maar in water en bloed; ei» het is de -Geest, die getuigt, idiat Christus de waarheid is. Want drie zijn er, dje getui genis geven in derf hemel': de Vader, het Woord en de heilige Geest; en idieze drie zijn één; en drie zij» er, die getuigenis geven op aarde: de geest, het water en het bloed, en deze Idfie zijn één. Iudien kvij de getuigenis der mensehen aaunem'en1, Gods getuigenis is jm'mors meerder. Nu die getuigenis van God, welke grooter is, is degene, die Hij van zijneif Zoon heeft gegeven. Die in den Zooif Gods gelooft, heeft Gods getuigenis in zich. .Evangelie, Joannes. XX 1931. In dien tijde als het avond' was op dien dag, zijndje de eerste dag der week', en de- deuren, d^ar de Leerlinge» bjj'een waren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus, en stond ia het midden, en zekte hunvrede zij' u I Ea als Hij dïlv gesfegd hajdp toonde Hij hun zijne handen en zijde. De Leerlingen waren,1 dan verheugd, djat zij den Heer z'agen. Hij zeide hun dan wederom: vrede zij' u !Gelïjk! de Vader mij' gozondten heeft, al'zoo zend ik u. En dit gezegd; hebbende, blies Hij over hen, en zeide hunomvangt den Heiligen Geest; aan wierf gij de zonden zult vergeven, diere worden zij1 Ver geven, en aan wie» gij de zonden; zullt houden, dien zij gehoudien. Maar Tihoinas een van de twaalf, die genoemdi wordt Didyhius, was niet bij lien, toen- Jezus kwam1. De andere Leeerlingen zeide» hem dan: wij hebben den Heer gezic». Maar hij zeide huntenzij ik in zijire han den de gaten dier nagelen zie, on mijnen vinger in de plaats der nagele» stek'e, au mijne hand i» zijne zijde légge; ik' zal het niet gcl'ooven. En acht dage» daarna waren de Leerlingen wederom1 binnen, o» Thomas :met hen, Jezus kwam toen m'et gesl'otene deuren, en stood in het midtden, en zeide: vrede zij ul Daarna zeidie Hij' tot Thomas: s'teek uwen vinger hier in, en bezie mijne han.de»; en neem' uwe hand, en steek' die in mïjne zijde, ert wees niet ongeToovig, maar geloovig. Thomas ant woordde, en zei|d(é hemmijn Heer eri mij» God Jezus z'eide hem: oimjd|at gij mij ge zien hebt, Thomas, hebt gij geloofd; z'alig zijn zij", die niet gezien, e» toch ge loo'fd hebben. Jezus heeft nog vele andere teekënen i» het bijzijn zjjner Leer lingen gedaan, die i» ld(t boek' niet gé schreven zijnmaar dez'e zijn geschreven, opdat gij' 'zoudet ge'looven, idjat Jez'us Christus de Zoon van God is; en op.dlR gij, gél'oovende in zijne» naam. het leven zoudet hebben. Het ministerie van Onderwijs in Oos tenrijk' heeeft voor de hoogeschol'en van vrouwen nieuwe exaimen-voorschriften ge geven. Het examen ziail', behalve uit het schriftelijke en mondelinge gedeelte, ook bestaftn uit praktisch werk, zooals kinder verzorging, kinderopvoeding kolden e» huishoudkunde. Het praotisch. gedeelte v;a,n de k'inder- zorging wordt afgenomen in ee» kinder ziekenhuis, waag de candidate tevens aan een mondeling examen onderworpen wordt. Iedere candidate moet dje kinderen onge veer een hollf unr bezig houden met vertellen, ge.zamenljj'k1 zingen, spele», enz'. Daarna moeten de c'andidaten verkla ring geven van bun werk1 i» 't Kinder verzorging en kinderopvoeding beant- woorden. VROUWELIJKE KINDERRECHTER. Dr. Maria; Eiseheï, bij' de k'inderreOht- bank te 'Weenen praktisch werkzaam', heeft voor eenigen tijd den a'd(voc|a;at al- dajar vervangen, die vacajitie haa. In 1923 promoveerde zij als eerste vrouwelijke rechtsgeleerde aia.ii de universiteit te Ins- brück'. Na. voltooiing vjan haar rechtstu- die wil' zij" na;ar Innsbriick teruggaan om zich opi het gebied der jeugdbescher ming verder te bekwamen. er mede bekend." f „Een slechte dief', die zich zelven ver raadt, vertrouw op mij'?," Zij wipte in huis terug en drie dagen later trok zij met Venturius in begelei ding van een ervaren eenturio en 'twee krijgers over de grenzen in het land' d|er Mar'k'omjannen, om' de» groet en de ge- scheiikèn van Cesar aa» den koning 'bij de geboorte van zijn zoon over te brengen Juist ten tijde, dat Kalwaljdla, ine' koning BibuTus ter heirva|a|rt uittrok, had Richlinde een zoontje gekfege» en 'z'ij' verheugde zich reeds bij' voorbaat oVer het oogenb'lïk'i wajarop zij: het in zijne armen zou kunne» leggen1. Katwpida echter keerde geheel ont stemd m den hófburg terug, want idji.ep i» het b'l'oed zat hem de wred? over die wij'z'o wa;a|rop zijn behuwdvader zijn hu'l'e be loond had. Doch toen dp dienstm|a|agde» hem! tegemoet snelden om' hem' de blijidfa boodschap te mélden en idle oudste den knajalp voor zijne voeten logde, klaarde zijn getapt op hij vergat zijn toorn e» l'aphte het knaapje toe, dat heig mét krachtigen za,ng begroette. Hij légde de schacht vian zijn speer in het handje zijns zoons, om te zien wat er vpp hem1 te wachten wpS, en de knaap! om|va,tto het wapen en zijn schreien verstomde. De dienstmaagden klapten in dte handen' .VROUWELIJKE STUDENTEN IN RUSLAND. Terwjjl in Dui.tschland tengevolge v,ah de ongunstige economische toestanden de studie der geneeskunde wordlt bemoeilijkt heeft deze dalairenlegen in het nieuwe Rus- Tand een buitengewone vlucht genomen Nieuwe hoogeseholen zijn in de revolu tiejaren ontstaan en het cijfer dor stu denten in de geneeskunde is belangrijk gestegen. Opvallend is voonail de animo onder de vrouwen en meisjes. Dr. Weiten- burg uit Elasahethgi'ad geeft in het „Mün chencr medizinische Wodenséhri'fl" een overzicht, w.aiaruit blüj'kt, d,at het cijfer der vrouwelijke studenten in de genees kunde verre het aantal der mannen over treft. Op1 de vier universiteiten van Oe kraïne: ïüew, Charkow, Odessa, Jékkteri- noslaw 'liepen 6104 miainnelijkë e»5316 vrouwelijke studente^i collége. Men vreest dat de vrouw den m|ato op dót gebied geheel verdringen zal. VER. STATEN. Een wet voor kinderbescherming bij! de Ver. Staten in voorbereiding, hoeft over al de grootste bol|angstclling, nadat be kend geworden is, dat meer djam cén mil!- lloen 'kinderen van dei.» leeftijd vap 10 15 jaren dpiar in 'fabrieken werkzaam zijn. In dit aa,nial! zijn niet opgenomen al degenen, die vama'f hun 5de jaar reeds werk'en om geld te verdienen. EGYPTE. De vrouwelijke kiesgerechtigden .in Egypte protesteerep togen een wet walajin de vrouw geen rechten worden toegek'endj Zij wijzen er op dat wel' aan den man, a.l' is hij ook een iamalphabeet, rechten zijn toegekend, wellke men ,a|ap de be- schaülfde vrouw weigert. Op het gebied van burgerlijk recht verlangen de vrou wen een verandering i» de huwelij'k's- en scheidingswet, tevens een verbod op' het trouwen van meisjes beneden de 16 ja|a,r. Verder wenschen zij1 de strengste maiatregelen tegen den vrouwen- e» k'in- dcrhandélt („Centrum") PARFUMS. „De Maiasbode" schrijft: Er is niets wat een vrouw zoo spoedig kenmerkt, dan de keuze v,an haar parfum. Een verstandige smaakvolle vrouw m'aa,kü er dan ook' een heel, heel bescheiden ge bruik' van. Zij begaiat een vergissing, a.ls ze telkens van p|affum! zou ve.rande.ren. Zij kiest met zorg en houdt zich' d;m steeds ajan denzelfden geur. Vooral moet 'ze zorg dragen, (laf haar parfum ook! bij haiay persoonlijkheid past. Een donkere vrouw bijv. mag zich v'an een storli'ere parfum1, zooitl's de Oostersche, bedienen, terwijl een lichte blonde vrouw beter een zachtcn, frissehen geur kiezen moet zoo^s lavender, maar vooral heel weinig en van goede, kwaliteit, Liever geen odeur dip slechte, die naaf snoepgoed en zuurbal len ruikt. Goede odeur is niet zooveel duurder dan |dp mindere kwiaflliteit, omdat ze ook langer duurt. Het is steeds flian te bevelen om er zuinig mee om te gafita en liever te weinig dan te veel te gebruiken. Parfums|aphetB in de linnenkast zij» dan ook verkieselijker dan odeur, wiaarvan een druppel te veel niet meer te verwijderen is en een sterk geparfumeerde vrouw majak't geen gedistingeerden indruk. i ROOD HAAR. Telkens wordt er over gediscusieerd of rood halar mooi of 'l'eelijk is. In het Handelsblad wordt dig kwestie weer eens besproken. De schrijfster in- 'tVrouwen* lioe'k'je herinnert er aan hoe de oude Ger manen roodb'lond haar ten zeerste bewon derden en id(it zelfs kunstmatig door bijtende zeep te voorschijn riepen. Ook de Romeinsche vrouwen hadden gijajag rood hajax. Bij andere völik'en werd het roode liiadr weer versm'a|a;d. Maar in Griekenland en ook onder de wilden van Afriklai en die Zuidzeeeillapden tr,a|éht men door kunst- midddlen rood ha(a;r te 'krijgen. De hoofdzaak! in onz'e opvatting van schoonheid zal wel de tint, vpp het rood zijn. Het echte roodgouden haag, met alle tinten van kjaatanje tot rosblond is alt'ij'd mooi; alleen het „peenkleurige" haar, waagbij men gewoonlijk een zieeel'ijk-witto gelaatskleur ziet' kan men m'oeilïjk als schoonheid aanmerken. NATIONAAL BUREAU VOOR VROUWENARBEID. Uit het jaarverslag van het Nat. Bu; reau voor Vrouwenarbeid nemen wij1 enke de bijzonderheden over. In het jaar 1924 bereikten het Bu reau 710 aainvragen uit 105 plaatsen: uit buitenland en Koloniën werden 16 en de krijgers boden dien koning hum, gelukwénsChen aan met de» veelhel'oven- don zoon. „Gernot zij' zijn naylm," sprak! de 'koning, en zich bukkende nam! hij hem] in zijn armen. Daiatrop: gaf hijl heml aan de dienst- inlaiagd terug en volgde djpze .naar dé k'am'er zijner vrouw. Vreugdestrjail'end ont ving Riehlinde hem eh viel he!m! snik kende om' den hals. „Dubbel hebben mij' de goden beschon ken," sprak zij met vochtige oogen, „nu ik| u weder in mïj'ne arm'en heb. Mij!» hart wéis Voor u bezorgd, toen de knaap geboren werd, doch nu wil' ik' alle lijidien vergeten. Eet u bij m(j neder en verhaal' m'ii van uw tocht." En de koning kuste zijn vrouw eh ver télde ha|nir, hoe zij! den vijand; voor zijn m'isdaihd haidden doen boeten e» uit zwarch strijd zegevierend teruggekéerd| waren. Doeh toen hij1 aa;n het einde kwam', ont-' waakte de on tevredenheid;, opnieuw in zijn' gemoed en hij' verheelde halaï niet, hoe smhdeiijk haar vader hem en zij'ne e'dtelen behandeld haidl. 1 Door deze medédlee'ling werd het .ge moed der vrouw béd|rukt en m'et bange zorg vervuld, en het was hilar alsof schier alle vreugde uit haar hart weg- gevaiagd werd, nu zij' wel' had;, will'en jubelen van dankbaarheid over haar ge- jianvijagen gedaan'; 68 vereeniginge», in stellingen of commissieswendden zich tot het Bureau om' informatie, waar onder de Cliristene Sociale Vrouwenwer ken te Brussel, die documentatiebronnen wenschten omtrent beroepsarbeid van de gehuwde vrouw in Nederland. Verder vervulden de directrice en da adjunct-directrice verscheidene spreek beurten en schreven versfhillende ftrti'be- jien. Het Supplément, op de Beroepskeuze Leiddraad werd mui 7000 scholen ver zonden: het MiaandbuHetia geregeld ver zorgd. i Het Nat. Bureau heeft dit j!a|ar vooral! gepleit voor de gestudeerde vrouw en dp wijkverpleegster, der verpleegsters, de kraamverzorgsters, de apothekers-assisten tenten en de vrouwelijke arbeidskrach ten in de Kunstv'ijdefabriekl te Ede. De directrice is daarbij lid vlap d|gn Hoogen Raad van Arbeid, van de Com missie voor het Ge.meente-Bureau van Be roepskeuze; de onder-directrice van di Centr. Com. van Bijstand voor de Ar beidsbemiddeling. De verplichting van Mevr. Polak als presidente v'an het Per manente Comité voor Vrouwenarbeid, voor den Int. Vrouwenbond zijn ook' zeer om vangrijk'. Een staat vjan arbeid, wel'ké eerbied afdwingt- MODE. Wij hebben reeds een tijd de buiten gewone „smaakvolle" mode der vl'eesch- kleurige kousen kunnen bewonderen, die alleraantrekkelijkst wordt .wanneer men ze gedragen ziet bij: koud weer. met 'n donker costuum en door meerdere vrouwen tegelijk JIn Rarijs heeft de mode reeds af'geda|an> daar is 't nu mode kousen te dragen in de kleuren van „Ch|Wr brulé" (verbrandvléeseh), zoodat we thans nu spoedig ook' hiervan kunnen geniete». 't Nieuwste snufje is echter kousen eü schoenen in dezelfde tint vai» de japon of den mantel'. Dat is Ik'osthjaar als mén er een uitgebreide garderobe op na houdt, maardaarom' is de mode juist be gonnen. Intusschen ziet mén te Parijs op 't oogenbfiik' véél zediger kleeding dan hier, veel1 meer hoog aangesloten japonnen, veel meer lange mouwwen. 't Allernieuwste is dus weer ïatsoenljjk gekleed te. gaan, en... nu 'tmödè wordt zullen hier tc lande vrouwen en meisjes dan ook wél) meedoen. Treurige dllavern'ij in onzen vrijheids- l'ieve.nden tijd(„Centrum") IETS OVER SCHOOLGAANDE KINDEREN. Dikwijls zien de ouders angstig den tijdl tegemoet, dat de kï'eintjes (leerplichtig gaan worden. „Ik ben zeker, d|a,t dan een ziek'tetijd gaat beginnen", zuchten ze en dikwijls ligt er ook veel waarheid in die woorden, maar toch, lails de algemieene ge zondheidstoestand van het kind) goed is, dan kan het wel een duwtje velen en rol len de meeste kinderen door al die kinder ziektes heen. Maar veel kinderen bezitten minder weerstand, doordiat ze niet pflltijd op de juiste wijze behandeld wordjen. Neem bijv. een wat teer kindje, dat moe en afgemat v'an school' komt. Moeder, die aanstonds ziet d;a,t er iets hapert, haast zich om jasje of manteltje laf te nemen onderwijl het 'kind toeprajend: „nu maiay vlug gaan eten, d|at zal kindje zich wel weer beter voélen". Maar „landje" kan onmogelijk' eten en het maagje 'k|an het voedsel' ook niet goed verteren, als het kind opgewonden of onvermoeid is. Het zou beter zijn, als moe der haar peuter wia) warme melk' gaf, of een 'kléin beetje bouillon en dan het kind liet rusten. Waarschijnlijk zou het spoedig insl'apen en bij het wakker worden een flinker eetlust toonen. Men kan beter voor een kind wat eten warm houden, of een maaltijd verschuiven, dan het kind, dht vermoeid is, tot eten dwingen. Ook' zorge men, dat het kind vóMoendte fi-issche lucht krijgt, ondanks de betere toestanden '.n de moderne klaslokalen, lijden dé kin deren toch dikwijls door bedérven be nauwde Tucht, waardoor ook' dat vermbei de ziekelijke gevoel bij' de kinderen ont staat. Vele. schoolgaande kinderen zijn ondervoed, hoewel! ze soms drie of vier maaltijden per dag verorberen, omdat moeders of verzorgers weinig of geen be grip hebben van de voedingswaarde Idler «pijzen. 1 Een kind in den groeitijd heeft melk en vooral' goede boter noodig, brood, vleesch en eieren in gematigde hoeveelheid en vol op versehe groenten, anders kan het onmo gelijk het schoolwerk volgens de eisehen liikkig lot. Doch zij verborg haiair k'om'- mer en sprak vriendelijk tot den vertoorn-, den gemiaiail' en prees hem1; dat hij! zulk' een 'k'arig 'ajandeel voor sijijne helden vah! de hand hadk gewezen. „Zij zullen het u dank' weten," zeide zij, „dat gij hun arm niet al' te gering liet schatten, mlaar mijn vader zal! het woord berouwen, da,t u V|an hem afk'eerig ma.akte Gijl van uwen kjant mbet echter niet ver zuimen uwen helden vergoeding aialn.' te bieden uit uwe schatten om' hun ontevre denheid weg te nemen." En de kbning ha»de]H<e niaar hare woorden, doch zijn gelaat bleef betrokken, ook in de komende djagen. en Riyhlïnde vernam van hare vrouwen hoe er mét de heirvaart ondei- de krijgers gespot wer.dj. Dit verméerderde hajar 'k'ominer en het bedroefde haiair, Idmt zijl niet naar haar vader kbn snellen en deze betreurenswaar dige zaiak' in gemeenschappelijk overleg in der minne uit de» weg ruimten. Het was echter gélSjk' de vrouwen gezegd had den: de teruggekeerde hélden werden er over bespot, dat zij zich hun overwinning uit de schatten des kbnings mbesten lhlten] betalten en weldra: werd er een liédi op gemla|a|kt, dat door liet gansche lén'd' ver spreid werd en in alle hoeven e» hutten gezongen werd. (WortR wervoljjd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 5