agazijn, Goes
Tweede Blad
lUWENw
iPAREÏ
mn
■ND INGEN
riE!
Persoon
van Effecten
i Coupons
?IJK!
G. VAN RIET
sche courant;
zaterdag 18 april 1925
nieuwe zeeuwsche courant
Buitenland
oor cliënten gratis
feuilleton
Tot hoogen prijs.
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
a
SJES-CONFECTIE
TELS, CASAQUES
11N DER-JURKEN
'ens adviesbureau in belasting- i
1715-20
en/of landbouwers, voor het
van adressen enz.
RIET, Opril, Goes.
ISTRAAT
-ECTEN.
TELEFOON 1»' I
ide koersen
:r voor drie kwart van den prijs?
r van eik willekeurig fabrikaat,
ebroken, mits de gouden pen
heden tot 30 Juni 1925.
Aanbevelend
30ES.
per 3™kde" °P de
lieuwsblad voor Zeeland.
ill en s.v.p.)
NOORWEGEN.
Een merkwaardig oordeel over
het kloosterleven.
De bijzondere correspondent van „De
Maasbode" schrijft uit Tromsö, 1 April
1925:
Met de vooroordeelen tegen de Katho
lieke kerk in het algemcpn verdwijnen in-'
Noorwegen ook de vporoordeelen tegen het
kloosterleven. Vele Noren, die Katholieke
landen bezoeken, benutten de gelegenheid,
om er een kijkje te nemen in een of ander
klooster,- om daarna, in het protestantsche
land teruggekeerd, hunne indrukken, veelal
in de pers aan anderen bekend te maken.
Zoo vond ik dezer dagen „Tromsö Stifts
jaarbok" Jaarboek voor Tromsöstift de
indrukken weergegeven, welke een domi
nee opdeed in een katholiek klooster. De
naam van den dominee is Andreas Aamot
„Ik had den aartsbisschop van Keulen
mijn wensch te kennen gegeven", zoo ver
telt hij, „een kijk te mogen nemen in het
kloosterleven. Niet alleen een klooster
van buiten en van bihnen wilde ik zien,
maar ook het leven der monniken mee
leven, waken, vasten, bidden, mediteeren
met hen. De eenzaamheid en de stilte van
het klooster voelen, voor een tijd de
vreugde proeven van het wegzijn van de
wereld, buiten het alledaagsch gedoê en
getob.
„Dan moet u naar Maria-Laach reizen",
zei mij de aartsbisschop; kent u Maria-
Laach?"
„Neen", moest ik antwoorden, „ik geloof
niet, dat ik dien naam ooit gehoord heb."
„Wel", zei hij, „ik zal u een aanbeve
lingsbrief geven, dan kunt u er heen rei
zen, en zult u het er zoo hebben als
u zelf verkiest".
En terwijl ik zat te bladeren in een
groot alb um s schreef liij mij o.a. eeg. reis
gids met dag en uur en allerlei bijzondcr-
üeden.
Het was een mooie herfstmorgen, toen
ik aan de kloosterpoort aanklopte. Een
paar uren sporen en een paar uren wan
delen hadden mij erheen gebracht.
Droomde ik? Was het mogelijk, dat
midden in Duitsehland, waar de hooge
schoorsteenen rooken, waar de machines
razen en de treinen daveren, een zoo
betooverend dal kon gevonden worden?
Toen ik van de hoogte afdaalde naar dat
dal, was het of ik mij in; een andere we
reld bevond.
Ware het mij vergund, in dit artikel
een natuurschildering te geven, dan zou
ik daartoe licht bekoord worden. Maar
ik moet' daarvan afzien en wil alleen ei-
teeren wat een Duitsche dichter voor 100
jaren schreef na een bezoek aan Maria-
Laach „Das alles musst du selber sehen
ich habe den besten Willen es dir ,zu be-
schreiben, aber es geht, nicht". Het kloos
ter ligt aan den oever van een bijna
cirkelrond meer. Het werd gegrondvest
circa 1120. De, kerk, de oudste basilica in
Duitsehland, is terecht geprezen als een
parel van Romaansche bouwkunst. De
tand des tijds heeft natuurlijk ook dit
bouwwerk niet gespaard. Maar de vlij
tige en kunstvaardige handen der mon
niken hebben steeds opnieuw de bouw
werken gerestaureerd in den ouden geest.
Ik klopte dus op de kloosterpoort, werd
binnengelaten en overreikte mijn" papieren.
Vijf minuten later kwam dejiater mijl ver
welkomen^; ik kon blijven zoolang ik zelf
verkoos, de gast van het klooster te izjjn.
Ik bleef er een dag en een nacht, ik had
niet meer tijd; men is immers dom;genoeg,
als men reist, zich aan een program] te
houden. Dit is het «beste middel, omi in
teressante gebeurtenissen voorbij te schie
ten. Maar die ééne dag werd toch voor
mij een nooit te vergeten gebeurtenis.
Ach, was die eene dag er maar hon
derd geworden. Dat kloosterleven, wat
is het mij bevallen!
Nu was ik dus pater! Ik kreeg inijn cel
als de anderen, een SpartaanBeh bemeubel
de studentenkamer. Pater Lucas legde
mij een reglement van orde voor, aange
vende de tijden voor gebed en maaltijden,
gaf mij eenige vrome boeken en liet me
alleen.
Alleen! Stilte, absolute stilte. In het
begin zoo verwonderlijk ongewoon, maar
later zoo weldadig aandoende, ik vond
de hymnen van Angelus Silesius »n ver
diepte mij er zóó in, dat ik' bijna niet be
merkte, dat de beminnelijke pater ae deur
opende en, mij ten maaltijd noocligde.
De eerste maaltijd genoot ik In de gas-
ist voor 2 ets. worden verzonden
„Dajaltoe is niemand beter geschikt
n ïviqai, de Keltische," antwoordde
josai hjaastig. „Zij is zelve een halve
barbaarsche, wild en onbeteugeld als een
\°D^ rÏÏ.tf eB geaafdjheid van
den Goth spoedig feeren kennen en "be-
nutügen. Terstond zal zij vernemen,
welke zending hapr wacht. Doch zij zal
met. licht over te halen zijn."
^Eajat haar dan in mijne kisten kijken
en hajar loon kiezen."
,P?,USUS •k^kïrte in de handen eri onmiidl-
detkjki verscheen een dienaar dje op zijne
bevelén wachtte.
„Roep Divioagebood de veldheer.
i( De dienaar Verdween en na weinige
minuten huppelde een zwartlokkig meisje
over het gras n|aar den zuilengang.
„Wat verlangt mijn heer?." vroeg zij'
m,et een betooverenden glimlach en liet
daarbij twee rjjen blinkend witte tan
den zien.
„Divica," zeide Drusus, ,zbudt gij
gaarne een reis maken?"
„Met u, heer!?, .Waarheen?"
„Neen, niet met mij, .anderen zullen'
u ^gezellen, en uw doel zal de Konings-'
tenkamer met een Katholiek priester, óie
daar vertoefde, om zich je „reersëeren".
De andere maaltijden gebruikte ik samen
met 150 monniken.
Als de kok voor het eten luidt, komen
do paters uit hun cellen; geluidloos ais
schaduwen glijden ze in hunne zwarte
pijen en met hun viltsehoenen door de gan
gen naar de eetzaal. Geen woora wordt
gesproken. Langs de wanden staan tie
lange eettaféls. De abt slaat een zwakken
slag met zijn hamer. Alle hoofden buigen
zich in gebed, en dan begint de maaltijd.
Wij vreemdelingen hadden een tafel voor
ons in het midden van de zaal. Een der
monniken leest gedurende den gekeelen
maaltijd uit een verzameling aeiligen-
legenden. IJe maaltijd was spoedig geëin
digd. 150 hoofden buigen zich weer en de
manniken verdwijnen weer even geluid
loos als ze gekomen zijn. Nu liad de abt
tijd, om vijf minuten met mij' to praten.
Die benedietijnermonniken zijn geen
zonderlingen! Die 40 a 50 paters waren
beschaafde en geleerde mannen, 's Namid
dags en 's avonds komen ze als .brpeders
een uurtje samen doorbrengen. Dan wo-dt
over politiek, theologie^ filosofie en lite
ratuur gesproken. Eenige spelen viool of
orgel. Ik weet niet of er een piano. was.
Ze gingen weer naar hun cellen: twee
uur stilte, studie, gebed, lezing of medi
tatie, misschien ook auteurswerk.
IVeer gen teeken met de klok. Mijn
vriend pater Lucas (we zijn reeds goede
vrienden geworden) steekt het noofd door
de deur, en we gaan in stilte naar de
kerk. Welk een mooie kerk! Van buiten
éi) van binnen! De geheele kerk is vol,
van godsdienstige stemming! Hel is niet
noodig, zich hier moeite te geven, om in
de stemming te komen. Die kerk geeft ze
zelf. Een mooi altaar van marmer, een
geschenk van keizer Wilhelm, 1 een won
derbaar Christuslioofd in mozaiek boven
het altaar, door de monniken zelf vervaar
digd. Er zijn vele kunstenaars onder de
broeders, en altijd vinden zij in deze
kerk, die ze liefhebben, iets waaraan ze
hun kunst kunnen geven.
Ieder neemt zijn plaats in. Eerst de
paters, dan de broeders, dan wij twee
vreemden en eindelijk beneden eenige hoe
ren en andere 'lui uit de buurt. De ge
zangen werden .geintoneerdeen mooi
krachtig meerstemmige mannenzang, een
lofzang. Geen preek, alleen gebed en
zang. Heel kort. Zoover ik herinner
waren er vier godsdienstoefeningen per
dag, de eerste om 4 uur 's morgens.
Meenen wij protestanten niet, dat het
kloosterleven dagdieverij is?
Hier kwam ik tot andere gedaenten.
Als de. handenarbeid alleen arbeid is, dan
was hier waarlijk werk genoeg. Een fa
milie van 150 menschen, welke zich zelf
wil voeden, móet wel terdege werken. Het
was een kolossale boerderij. De monniken
in pij zijn zelf de maaiers, stalknechten,
kok, tuinier, houthakkers, timmerlui, met
selaars enz. Overal zag ik zo vlijtig; Dezig.
Geen sabotage, geen loonstrijd? Stil en
vreedzaam is een ieder met het zijne
bezig. De arbeid is ^.godsdiensj, de. arbeid
is vreugde. De arbeid draagt zijn loon in
zich zelf.
Maar de paters dan? Ja, vraag in de
wereld der kimst, der literatuur en weten
schap en ge zult hooren, dat noeft Maria-
Laach, noch het moederhuis daar onbe
kende zijn.
Hier in het klooster kreeg ik tijd, om
na te denken over eene vraag, aio mij
tevoren en daarna dikwijls heeft bezig ge
houden, Of niet het protestantisme een
zonde tegen zich zelf heeft begaan met
de kloosters af te schaffen en te niet te
doen! Zou het niet wenschelijk zijn, dat
onze Noorsehe kerk inrichtingen als bij
voorbeeld het klooster Maria-Laach be
zat? Was het een goede „reformatie", de
kloostergoederen te ontrukken aan de
kerk en ze in handen van den Decnsehen
adel te stellen? En als we heden nog
eenige van die kloosters hadden, welke nil
in liet gruis liggen, b.v. als een recreatie-
huis voor oude dienaars des Heeren, als
stille toevluchtsoorden voor de aanstaande
dienaren van den H.eer! Als asylen voor
gepijnigde en lijdende menschen
De wagen stond voor de deur. ik ging
liet klooster weer verlaten. Vaarwel, mooi
Maria-Laach. Vaarwel, gij oud, stil meer.
Aan uw oever was het een genot te
peinzen."
Zoover de dominee. Voor 25 jaren had
geen protestantsch geestelijke het hier ge
waagd, zooiets in het openbaar te schrij
ven. Nu zijn zulke artikelen, die voor de
Katholieke kerk getuigen, lang; geen uit
zonderingen meer. Maar helaas, daarmee
zijn ze nog niet bekeerd. Er rest ons nog
zware arbeid. Goddank echter, dat ens
burg der Markóm|ajmen zijit.'' t j
„Gij schertst, Cesar! .Wat zou Divfcy.
bij de barb|aïen Veete aanzeggen? Ik' ver
sta, niets v,an oorlog!"
„Daaa' is ook geen spraak vanDe
koning der Markomtajnnen heeft een jonge
vrouw, zij1 is de dochter v.an dien koning
der Hermundurener is mij aiap gelegen
den behuwdzoon met zijn behuwidlyadér
in onmin te brengen, begrijpt gij1 mij;?"
»Ja> ja, ik zou den gemaal' wat het
hoofd op hol brengen en zij» vervelende
vrouw naijverig maken; nu, dan .bevalt
mij' wel' eenigszins. Mapu' ik' vrees, dat er
niets uit te richten zal zijn; die Germa
nen zijn zulke plompe gezellen."
„Wat zou Dividal onmogelijk' z'ij'n?"
„Gij vleit mij, heer; ik' vind het leven
hier zoo - schoon."
„Acht gij mijn gering? Mijne hand is
open voor die mij dienen en gij zelvo
moogt uw loon bepalen."
Eene wijl zag Divide; nadenkend voor
zich. Daarop zeide z'ij zuchtend: „Zoo
geschiede het dan, u ter wille, heer.',
Doch zult gij niet vertoornd op mij zijn,
indien ik' onverrichter zake terugkeer
„Neen, Divica, ook dia» zal ik uw
trouw belbonenik weet, dat gij' niets
verzuimen ul't. En nog iets. Wla,t wij afge
sproten hebben, blijft een geheim, zelfs
voor uw begeleider, alleen Venturius is
goede Noorsehe land nader treedt tot de
kennis van de Kerk en haar zegenrijke
instellingen.
Op den eersten Zondag na Pasihe.il.
Epistel van den H. Joannes. V. 410.
Al'lerïie'fsten i?al hetgene uit God ge
boren is, overwint de wereld, en 'de over
winning, welke de wereld overwint, is
ons geToctf. Wie toch overwint, de wereld
dan hij, die gelooft, dat Jezus de Zoon
Gods is; Hij', Jezus Christus, die geboren
is in water en blbed: niet ie1 water
alleen, maar in water en bloed; ei» het
is de -Geest, die getuigt, idiat Christus de
waarheid is. Want drie zijn er, dje getui
genis geven in derf hemel': de Vader, het
Woord en de heilige Geest; en idieze drie
zijn één; en drie zij» er, die getuigenis
geven op aarde: de geest, het water en
het bloed, en deze Idfie zijn één. Iudien
kvij de getuigenis der mensehen aaunem'en1,
Gods getuigenis is jm'mors meerder. Nu die
getuigenis van God, welke grooter is, is
degene, die Hij van zijneif Zoon heeft
gegeven. Die in den Zooif Gods gelooft,
heeft Gods getuigenis in zich.
.Evangelie, Joannes. XX 1931.
In dien tijde als het avond' was op
dien dag, zijndje de eerste dag der week',
en de- deuren, d^ar de Leerlinge» bjj'een
waren, uit vrees voor de Joden gesloten
waren, kwam Jezus, en stond ia het
midden, en zekte hunvrede zij' u I Ea als
Hij dïlv gesfegd hajdp toonde Hij hun zijne
handen en zijde. De Leerlingen waren,1
dan verheugd, djat zij den Heer z'agen.
Hij zeide hun dan wederom: vrede zij'
u !Gelïjk! de Vader mij' gozondten heeft,
al'zoo zend ik u. En dit gezegd; hebbende,
blies Hij over hen, en zeide hunomvangt
den Heiligen Geest; aan wierf gij de
zonden zult vergeven, diere worden zij1 Ver
geven, en aan wie» gij de zonden; zullt
houden, dien zij gehoudien. Maar Tihoinas
een van de twaalf, die genoemdi wordt
Didyhius, was niet bij lien, toen- Jezus
kwam1. De andere Leeerlingen zeide» hem
dan: wij hebben den Heer gezic». Maar
hij zeide huntenzij ik in zijire han
den de gaten dier nagelen zie, on mijnen
vinger in de plaats der nagele» stek'e,
au mijne hand i» zijne zijde légge; ik' zal
het niet gcl'ooven. En acht dage» daarna
waren de Leerlingen wederom1 binnen, o»
Thomas :met hen, Jezus kwam toen m'et
gesl'otene deuren, en stood in het midtden,
en zeide: vrede zij ul Daarna zeidie Hij'
tot Thomas: s'teek uwen vinger hier in,
en bezie mijne han.de»; en neem' uwe hand,
en steek' die in mïjne zijde, ert wees niet
ongeToovig, maar geloovig. Thomas ant
woordde, en zei|d(é hemmijn Heer eri mij»
God Jezus z'eide hem: oimjd|at gij mij ge
zien hebt, Thomas, hebt gij geloofd; z'alig
zijn zij", die niet gezien, e» toch ge
loo'fd hebben. Jezus heeft nog vele
andere teekënen i» het bijzijn zjjner Leer
lingen gedaan, die i» ld(t boek' niet gé
schreven zijnmaar dez'e zijn geschreven,
opdat gij' 'zoudet ge'looven, idjat Jez'us
Christus de Zoon van God is; en op.dlR
gij, gél'oovende in zijne» naam. het leven
zoudet hebben.
Het ministerie van Onderwijs in Oos
tenrijk' heeeft voor de hoogeschol'en van
vrouwen nieuwe exaimen-voorschriften ge
geven. Het examen ziail', behalve uit het
schriftelijke en mondelinge gedeelte, ook
bestaftn uit praktisch werk, zooals kinder
verzorging, kinderopvoeding kolden e»
huishoudkunde.
Het praotisch. gedeelte v;a,n de k'inder-
zorging wordt afgenomen in ee» kinder
ziekenhuis, waag de candidate tevens aan
een mondeling examen onderworpen wordt.
Iedere candidate moet dje kinderen onge
veer een hollf unr bezig houden met
vertellen, ge.zamenljj'k1 zingen, spele», enz'.
Daarna moeten de c'andidaten verkla
ring geven van bun werk1 i» 't Kinder
verzorging en kinderopvoeding beant-
woorden.
VROUWELIJKE KINDERRECHTER.
Dr. Maria; Eiseheï, bij' de k'inderreOht-
bank te 'Weenen praktisch werkzaam',
heeft voor eenigen tijd den a'd(voc|a;at al-
dajar vervangen, die vacajitie haa. In 1923
promoveerde zij als eerste vrouwelijke
rechtsgeleerde aia.ii de universiteit te Ins-
brück'. Na. voltooiing vjan haar rechtstu-
die wil' zij" na;ar Innsbriick teruggaan
om zich opi het gebied der jeugdbescher
ming verder te bekwamen.
er mede bekend." f
„Een slechte dief', die zich zelven ver
raadt, vertrouw op mij'?,"
Zij wipte in huis terug en drie dagen
later trok zij met Venturius in begelei
ding van een ervaren eenturio en 'twee
krijgers over de grenzen in het land' d|er
Mar'k'omjannen, om' de» groet en de ge-
scheiikèn van Cesar aa» den koning 'bij
de geboorte van zijn zoon over te brengen
Juist ten tijde, dat Kalwaljdla, ine'
koning BibuTus ter heirva|a|rt uittrok, had
Richlinde een zoontje gekfege» en 'z'ij'
verheugde zich reeds bij' voorbaat oVer
het oogenb'lïk'i wajarop zij: het in zijne
armen zou kunne» leggen1.
Katwpida echter keerde geheel ont
stemd m den hófburg terug, want idji.ep i»
het b'l'oed zat hem de wred? over die wij'z'o
wa;a|rop zijn behuwdvader zijn hu'l'e be
loond had. Doch toen dp dienstm|a|agde»
hem! tegemoet snelden om' hem' de blijidfa
boodschap te mélden en idle oudste den
knajalp voor zijne voeten logde, klaarde
zijn getapt op hij vergat zijn toorn e»
l'aphte het knaapje toe, dat heig mét
krachtigen za,ng begroette. Hij légde de
schacht vian zijn speer in het handje
zijns zoons, om te zien wat er vpp hem1
te wachten wpS, en de knaap! om|va,tto
het wapen en zijn schreien verstomde.
De dienstmaagden klapten in dte handen'
.VROUWELIJKE STUDENTEN IN
RUSLAND.
Terwjjl in Dui.tschland tengevolge v,ah
de ongunstige economische toestanden de
studie der geneeskunde wordlt bemoeilijkt
heeft deze dalairenlegen in het nieuwe Rus-
Tand een buitengewone vlucht genomen
Nieuwe hoogeseholen zijn in de revolu
tiejaren ontstaan en het cijfer dor stu
denten in de geneeskunde is belangrijk
gestegen. Opvallend is voonail de animo
onder de vrouwen en meisjes. Dr. Weiten-
burg uit Elasahethgi'ad geeft in het „Mün
chencr medizinische Wodenséhri'fl" een
overzicht, w.aiaruit blüj'kt, d,at het cijfer
der vrouwelijke studenten in de genees
kunde verre het aantal der mannen over
treft. Op1 de vier universiteiten van Oe
kraïne: ïüew, Charkow, Odessa, Jékkteri-
noslaw 'liepen 6104 miainnelijkë e»5316
vrouwelijke studente^i collége. Men vreest
dat de vrouw den m|ato op dót gebied
geheel verdringen zal.
VER. STATEN.
Een wet voor kinderbescherming bij! de
Ver. Staten in voorbereiding, hoeft over
al de grootste bol|angstclling, nadat be
kend geworden is, dat meer djam cén mil!-
lloen 'kinderen van dei.» leeftijd vap 10
15 jaren dpiar in 'fabrieken werkzaam
zijn. In dit aa,nial! zijn niet opgenomen
al degenen, die vama'f hun 5de jaar reeds
werk'en om geld te verdienen.
EGYPTE.
De vrouwelijke kiesgerechtigden .in
Egypte protesteerep togen een wet walajin
de vrouw geen rechten worden toegek'endj
Zij wijzen er op dat wel' aan den man,
a.l' is hij ook een iamalphabeet, rechten
zijn toegekend, wellke men ,a|ap de be-
schaülfde vrouw weigert. Op het gebied
van burgerlijk recht verlangen de vrou
wen een verandering i» de huwelij'k's-
en scheidingswet, tevens een verbod op'
het trouwen van meisjes beneden de 16
ja|a,r. Verder wenschen zij1 de strengste
maiatregelen tegen den vrouwen- e» k'in-
dcrhandélt („Centrum")
PARFUMS.
„De Maiasbode" schrijft:
Er is niets wat een vrouw zoo spoedig
kenmerkt, dan de keuze v,an haar parfum.
Een verstandige smaakvolle vrouw m'aa,kü
er dan ook' een heel, heel bescheiden ge
bruik' van. Zij begaiat een vergissing, a.ls
ze telkens van p|affum! zou ve.rande.ren.
Zij kiest met zorg en houdt zich' d;m
steeds ajan denzelfden geur. Vooral moet
'ze zorg dragen, (laf haar parfum ook! bij
haiay persoonlijkheid past. Een donkere
vrouw bijv. mag zich v'an een storli'ere
parfum1, zooitl's de Oostersche, bedienen,
terwijl een lichte blonde vrouw beter een
zachtcn, frissehen geur kiezen moet zoo^s
lavender, maar vooral heel weinig en van
goede, kwaliteit, Liever geen odeur dip
slechte, die naaf snoepgoed en zuurbal
len ruikt. Goede odeur is niet zooveel
duurder dan |dp mindere kwiaflliteit, omdat
ze ook langer duurt. Het is steeds flian te
bevelen om er zuinig mee om te gafita en
liever te weinig dan te veel te gebruiken.
Parfums|aphetB in de linnenkast zij» dan
ook verkieselijker dan odeur, wiaarvan een
druppel te veel niet meer te verwijderen
is en een sterk geparfumeerde vrouw
majak't geen gedistingeerden indruk.
i ROOD HAAR.
Telkens wordt er over gediscusieerd
of rood halar mooi of 'l'eelijk is. In het
Handelsblad wordt dig kwestie weer eens
besproken. De schrijfster in- 'tVrouwen*
lioe'k'je herinnert er aan hoe de oude Ger
manen roodb'lond haar ten zeerste bewon
derden en id(it zelfs kunstmatig door
bijtende zeep te voorschijn riepen. Ook de
Romeinsche vrouwen hadden gijajag rood
hajax.
Bij andere völik'en werd het roode liiadr
weer versm'a|a;d. Maar in Griekenland en
ook onder de wilden van Afriklai en die
Zuidzeeeillapden tr,a|éht men door kunst-
midddlen rood ha(a;r te 'krijgen.
De hoofdzaak! in onz'e opvatting van
schoonheid zal wel de tint, vpp het rood
zijn. Het echte roodgouden haag, met alle
tinten van kjaatanje tot rosblond is alt'ij'd
mooi; alleen het „peenkleurige" haar,
waagbij men gewoonlijk een zieeel'ijk-witto
gelaatskleur ziet' kan men m'oeilïjk als
schoonheid aanmerken.
NATIONAAL BUREAU VOOR
VROUWENARBEID.
Uit het jaarverslag van het Nat. Bu;
reau voor Vrouwenarbeid nemen wij1 enke
de bijzonderheden over.
In het jaar 1924 bereikten het Bu
reau 710 aainvragen uit 105 plaatsen:
uit buitenland en Koloniën werden 16
en de krijgers boden dien koning hum,
gelukwénsChen aan met de» veelhel'oven-
don zoon. „Gernot zij' zijn naylm," sprak!
de 'koning, en zich bukkende nam! hij hem]
in zijn armen.
Daiatrop: gaf hijl heml aan de dienst-
inlaiagd terug en volgde djpze .naar dé
k'am'er zijner vrouw. Vreugdestrjail'end ont
ving Riehlinde hem eh viel he!m! snik
kende om' den hals.
„Dubbel hebben mij' de goden beschon
ken," sprak zij met vochtige oogen, „nu
ik| u weder in mïj'ne arm'en heb. Mij!»
hart wéis Voor u bezorgd, toen de knaap
geboren werd, doch nu wil' ik' alle lijidien
vergeten. Eet u bij m(j neder en verhaal'
m'ii van uw tocht."
En de koning kuste zijn vrouw eh ver
télde ha|nir, hoe zij! den vijand; voor zijn
m'isdaihd haidden doen boeten e» uit zwarch
strijd zegevierend teruggekéerd| waren.
Doeh toen hij1 aa;n het einde kwam', ont-'
waakte de on tevredenheid;, opnieuw in zijn'
gemoed en hij' verheelde halaï niet, hoe
smhdeiijk haar vader hem en zij'ne e'dtelen
behandeld haidl. 1
Door deze medédlee'ling werd het .ge
moed der vrouw béd|rukt en m'et bange
zorg vervuld, en het was hilar alsof
schier alle vreugde uit haar hart weg-
gevaiagd werd, nu zij' wel' had;, will'en
jubelen van dankbaarheid over haar ge-
jianvijagen gedaan'; 68 vereeniginge», in
stellingen of commissieswendden zich
tot het Bureau om' informatie, waar
onder de Cliristene Sociale Vrouwenwer
ken te Brussel, die documentatiebronnen
wenschten omtrent beroepsarbeid van de
gehuwde vrouw in Nederland.
Verder vervulden de directrice en da
adjunct-directrice verscheidene spreek
beurten en schreven versfhillende ftrti'be-
jien.
Het Supplément, op de Beroepskeuze
Leiddraad werd mui 7000 scholen ver
zonden: het MiaandbuHetia geregeld ver
zorgd. i
Het Nat. Bureau heeft dit j!a|ar vooral!
gepleit voor de gestudeerde vrouw en dp
wijkverpleegster, der verpleegsters, de
kraamverzorgsters, de apothekers-assisten
tenten en de vrouwelijke arbeidskrach
ten in de Kunstv'ijdefabriekl te Ede.
De directrice is daarbij lid vlap d|gn
Hoogen Raad van Arbeid, van de Com
missie voor het Ge.meente-Bureau van Be
roepskeuze; de onder-directrice van di
Centr. Com. van Bijstand voor de Ar
beidsbemiddeling. De verplichting van
Mevr. Polak als presidente v'an het Per
manente Comité voor Vrouwenarbeid, voor
den Int. Vrouwenbond zijn ook' zeer om
vangrijk'.
Een staat vjan arbeid, wel'ké eerbied
afdwingt-
MODE.
Wij hebben reeds een tijd de buiten
gewone „smaakvolle" mode der vl'eesch-
kleurige kousen kunnen bewonderen, die
alleraantrekkelijkst wordt .wanneer men
ze gedragen ziet bij: koud weer. met 'n
donker costuum en door meerdere vrouwen
tegelijk JIn Rarijs heeft de mode reeds
af'geda|an> daar is 't nu mode kousen te
dragen in de kleuren van „Ch|Wr brulé"
(verbrandvléeseh), zoodat we thans nu
spoedig ook' hiervan kunnen geniete».
't Nieuwste snufje is echter kousen eü
schoenen in dezelfde tint vai» de japon
of den mantel'. Dat is Ik'osthjaar als mén
er een uitgebreide garderobe op na houdt,
maardaarom' is de mode juist be
gonnen.
Intusschen ziet mén te Parijs op 't
oogenbfiik' véél zediger kleeding dan hier,
veel1 meer hoog aangesloten japonnen, veel
meer lange mouwwen.
't Allernieuwste is dus weer ïatsoenljjk
gekleed te. gaan, en... nu 'tmödè wordt
zullen hier tc lande vrouwen en meisjes
dan ook wél) meedoen.
Treurige dllavern'ij in onzen vrijheids-
l'ieve.nden tijd(„Centrum")
IETS OVER SCHOOLGAANDE
KINDEREN.
Dikwijls zien de ouders angstig den tijdl
tegemoet, dat de kï'eintjes (leerplichtig
gaan worden. „Ik ben zeker, d|a,t dan een
ziek'tetijd gaat beginnen", zuchten ze en
dikwijls ligt er ook veel waarheid in die
woorden, maar toch, lails de algemieene ge
zondheidstoestand van het kind) goed is,
dan kan het wel een duwtje velen en rol
len de meeste kinderen door al die kinder
ziektes heen. Maar veel kinderen bezitten
minder weerstand, doordiat ze niet pflltijd
op de juiste wijze behandeld wordjen.
Neem bijv. een wat teer kindje, dat moe
en afgemat v'an school' komt. Moeder,
die aanstonds ziet d;a,t er iets hapert, haast
zich om jasje of manteltje laf te nemen
onderwijl het 'kind toeprajend: „nu maiay
vlug gaan eten, d|at zal kindje zich wel
weer beter voélen".
Maar „landje" kan onmogelijk' eten en
het maagje 'k|an het voedsel' ook niet goed
verteren, als het kind opgewonden of
onvermoeid is. Het zou beter zijn, als moe
der haar peuter wia) warme melk' gaf, of
een 'kléin beetje bouillon en dan het kind
liet rusten. Waarschijnlijk zou het spoedig
insl'apen en bij het wakker worden een
flinker eetlust toonen. Men kan beter voor
een kind wat eten warm houden, of een
maaltijd verschuiven, dan het kind, dht
vermoeid is, tot eten dwingen. Ook' zorge
men, dat het kind vóMoendte fi-issche
lucht krijgt, ondanks de betere toestanden
'.n de moderne klaslokalen, lijden dé kin
deren toch dikwijls door bedérven be
nauwde Tucht, waardoor ook' dat vermbei
de ziekelijke gevoel bij' de kinderen ont
staat. Vele. schoolgaande kinderen zijn
ondervoed, hoewel! ze soms drie of vier
maaltijden per dag verorberen, omdat
moeders of verzorgers weinig of geen be
grip hebben van de voedingswaarde Idler
«pijzen. 1
Een kind in den groeitijd heeft melk en
vooral' goede boter noodig, brood, vleesch
en eieren in gematigde hoeveelheid en vol
op versehe groenten, anders kan het onmo
gelijk het schoolwerk volgens de eisehen
liikkig lot. Doch zij verborg haiair k'om'-
mer en sprak vriendelijk tot den vertoorn-,
den gemiaiail' en prees hem1; dat hij! zulk'
een 'k'arig 'ajandeel voor sijijne helden vah!
de hand hadk gewezen.
„Zij zullen het u dank' weten," zeide
zij, „dat gij hun arm niet al' te gering liet
schatten, mlaar mijn vader zal! het woord
berouwen, da,t u V|an hem afk'eerig ma.akte
Gijl van uwen kjant mbet echter niet ver
zuimen uwen helden vergoeding aialn.' te
bieden uit uwe schatten om' hun ontevre
denheid weg te nemen."
En de kbning ha»de]H<e niaar hare
woorden, doch zijn gelaat bleef betrokken,
ook in de komende djagen. en Riyhlïnde
vernam van hare vrouwen hoe er mét de
heirvaart ondei- de krijgers gespot wer.dj.
Dit verméerderde hajar 'k'ominer en het
bedroefde haiair, Idmt zijl niet naar haar
vader kbn snellen en deze betreurenswaar
dige zaiak' in gemeenschappelijk overleg
in der minne uit de» weg ruimten. Het
was echter gélSjk' de vrouwen gezegd had
den: de teruggekeerde hélden werden er
over bespot, dat zij zich hun overwinning
uit de schatten des kbnings mbesten lhlten]
betalten en weldra: werd er een liédi op
gemla|a|kt, dat door liet gansche lén'd' ver
spreid werd en in alle hoeven e» hutten
gezongen werd.
(WortR wervoljjd.)