Tweede Blad ZATERDAG 7 MAART 1925 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland FEUILLETON Tot hoogen prijs. Kerknieuws onze Commissie, n.m'.l. dat in veel meer parochies van O. L. Vrouw ter Nood Zal zijn opgedaan tot nu toe het gevjal is, de Broedorsdhajp richt door onzen Bisschop ingesteld om1 daardoor de Devotie tot O, L. Vrouw ter Nood veel inniger te maken en te verspreiden. Het is todh duidelijk, dat de liefde dapirdoor meer tot uitiDg zal kotaen en daardoor ook meer Zal verdie pen, dan alleen door een j-ai'arlijksche Bedevaart. Een heuglijk feit mag niet verzwegeh worden, opdat het aanleiding mbge geven tot navolging. In den loop van dit jaar mocht de Bisseh. Commissie een" klein legaat ontvjatngen. Wel was het klein, tolaar gezien over hoe weinig de erflaat ster kon beschikken, hoe kbstbaarder zpl het geewest zïjn voor Haar, een Wie het werd gegeven. O! mögen toch meer deren dit voorbeeld volgen en O. ,L- Vrouw ter Nood haar mbederlijk erfdeel doen toekomten. Ofschoon op- zichzelf van zeer weinig' heteekenis, is het om1 praictische redenen noodig te vermelden, dat het adres vtatn', den seCretjaris-penningmeester niet meer in Alkmlaar is, mjaPr te 'Overveen, Huize „Duim-ust" waarvjan zeer velen mögen toonen dat zij er nota yan namen. Moge nu verder de lezing van dit jaar verslag gezegend worden door Halar, ter" wier eere het' een vreugde was het to schrijven, Onze Lieve Vrouw ter Nood. „Maria, Vlekkelooze, Die stille prijken bleef, i Als wonderbare roze, In Holland's tuin,." Overveen, Huize „Duinrust", 18 Febr. '25 Napn'ens de B. C. v. O. L. V. t. Nood, G. TH. M. .VAN DEN BOSCH,, Secretaris. N.B. De Bisschoppelijke Commissie van O. LVrouw ter Nood is nu samenge steld als volgt: Mgr. DEKEN P. STROOMER, N. Z. Voorburgwal, Amsterdam1, Voorzitter. O. J. CONNET, Archivaris, Haiarlem1. A. M. J. VANN MEEUWEN, Pastoor -te Heiloo. JAN "STUYT, Bezuidenhout 195, 's Gravonhage. G. TH. M. IVA'N DEN BOSCH, Sedre- taris-Penningmeester, die allen gaarne gif ten en geschenken _Y.oor Maria's Heilig dom te Heiloo zullen aanvaarden. (Wij hebben wegens plaatsgebrek het verslag hier en daar moeten in korten. Red.) Voor de bcKcering der joden. Iu onze tijden van opbloeiend geloofs leven gewaaxdigt de Heer zicih neer te zien op zijn van ajanvang uitverkoren volk, en het den weg te bereiden tot zijn terugkeer tot Christus. Het was in de kerk van St. Andreas delle Fpate, te Rome. op den 20en Jan. 1842, dat de uit den wortel van Jesse en den stam van David gesproten onbevlekte Mplagd verscheen aan een jeugdigen, rijken Jood, Alphonsus Ratisbonne, welke verschijning een zoo diepen indruk maakte .op zijne ziel, dat zij een keerpunt werd in zïjn leven. Voorzeker had Theodoor, de broe der van den bekeerling, die groote genade verkregen door zijn gebed tot Maria en dat van de Aartsbroederschap van O. L. Vrouw der Overwinning, waarpian hij een ijvervolle arbeider was Jaau de zijde van den heer Desgenettes. Beide broeders wijdden zich aan dé stichting van O. L. Vrouw van Sion, welke zich ten doel stelt te bidden voor en te werken aan de bekeering v.aln Is/ raël en rijke vruchten van bekeering op levert, Door toedoen van eene pasgedoopte bekeerlinge en van eenige, in de wereld levende, vrome christenen ontstond in 1905 te Harijs eene vereeniging, die wel dra. van den H. Stoel den titel kreeg ya® „Aartsbroederschap ter bekeering vpn Israël" en sedert dien met talrijke afla ten verrijkt is. De beweging voor de oekee- ring der joden heeft zich snel verbreid over de wereld en heden telt do Aartsbroe derschap fneer dan 900.000 leden, terwijl b.et gebed: „God van goedheid" voor den terugkeer van Israël tot den w/ven schaapetjal, in 12 talen wórdt gebeden. Nederland had tot hiertoe geen zetel van vereeniging met de Aartsbroeder schap, hoewel de 'Ursulinen van Eijsden (Lim-b.) reeds in 1905 aan O. L. Vrouw van Sion een lijst zonden van ongeveer duizend leden, welk aa®t|u|l in de laatste 'jaren nog aanzienlijk vermeerderd is. De Aartsbroederschap verzocht aan genoemde religieuzen, in hare kapel, toegewijd aan het H„ Hjajrt, den zetel der vereeniging te willen oprichten voor Nederland. Z. D. H. Mgr. Schrijnen, bisschop van Roermond verleende vol gaarne djanrtoe zijne liooge goedkeuring', waarna de Z.Ew. heer Tchaffner, op 2 Den 1924, in genoemde kapel de Broe derschap oprichtte, onder het bestuur van den dienstdoenden Reetor va» dit klooster. De eenige verplichting, welke, het lid- maatsoh|ap' der broederschap oplegt, be staat hierin, ctajt men de algomeene inten tie miake, om. zijn werken, bidden, lijden en moeilijkheden op te offeren, teneinde, den dag te verha/a-sten, waarop Gods barmhartige inzichten zullen vervuld wor den, ten opzichte van het volk, uitgekozen om' der wereld den Verlosser te schenken. Den leden wordt ten zeerste aanbevolen, om dagelijks het gebed: '„God van goed heid" te bidden. Vooral woydt van hen gevraagd, d|a,t zij trachten te begrijpen en zooveel mogelijk te verspreiden hot vurig verlangen van het Goddelijk Hprt van Je zus, namelijkbidden en doen bidden. Teneinde de aflaten te verdienen, nfoet (uien zijn naaiu' la,ten inschrijven in het register der kapel van de Zusters Ursuli nen. te Eijsden, vanwapx men uit heel Nederland zelateurs en zelja,tric'en oproept, die voor dit heerlijk doel willen werken. Hun zullen van uit genoemd klooster gratis en franco gebedsformulieren, ter. uitdeeling, worden toegezonden, alsmede alle noodige en gewenschte inlichtingen. In Maart 1918 w|as het comité der Aartsbroederschap vergaderd te Londen, toen een religieus van de Orde van St. Pranciscns van Assisië, het voorstel deed, om' tot heil van Israël, ten Heibel op te zenden het krachtigste van lalle gebe den, dat van Jezus Christus zelf, nlajmelïj'k de H. Mis, opgedragen voor de bekeering van Israël. Sedert toen hebben de twee laatste Rajusen, veel kardinalen, aarts bisschoppen, bisschoppen en priesters de verplichting op; zich genomen den Kelk des h eils te offeren voor het .heil van Israël en, op hun voorbeeld, doen vele brave getoovigen het II. Sacrificie der Mis opdragen tot dezelfde intentie. Zoo werden er in 1923 twintig duizend acht honderd nëgentig H. Missen opgedragen voor dr. bekeering dér Joden- Laat ons d|ap, door onze vereenigde ge beden en goede werken, de schatten van Gods barmhartigheid voor hen pfsmèeken opdat or weldra, Gode ter eere, geen schei ding (meer zij tusscheu Katholiek en Jood, maar alleen onder het opperbestuur van onzen H. Vader den Paus, één Herder en één Kudde wezen! H. HOBUS, directeur. Gedachten in den Vastentijd. „Jezus Christus" schrijft de II. Pe trus „heeft voor ons geleden, u een voorbeeld latende, opdat gij Hem' zoudt volgen." „Denk aan Hem' die zoo grooten tegen- stand (de Apostel Paulus bedoelt hiermee Jezus'- lijden en kruisdood) .verdragen heeft „Het lijden des Zaligmakers moest'het gewone onderwerp. va.n de overweging van alle christenen zijn" 'is het gevoelen yan deri' H. Francisous vata Sales. „Geloof niet, dat gij eenige vordering in de volmaaktheid hebt gemhakt, vóór gij de gedachtenis van den gekruisigden Ohraistus in uw hart hebt gebnaldht", Pafer Balthjapar Alvarez. Overwegen we dan vooral in den II. Vastentijd het lijden van Christus en wonen we zoo mogelijk de H. Mis bij, want Christus stelde de H. Mis o.a. in om de gedachtenis ajatn het Kruisoffer on der ons levendig te houden. („Centrum.") Uit de Engelsche Staatskerk. De liturgische voorschriften en gebe den Oer Engelsche Anglikaansche Staats kerk zijn vervat in het z.g. „Book of. Common Prayer" (Algemeen Gebedenboek) dat tijdens de reformatorische overheer- isching onder Eduard VI door den de nieuwe leer toegedanen aartsbisschop Crammer van Kantelberg is samengesteld. Hoezeer men in de Engelsche Staats kerk de zicli moer en meer naar de Kjal- tholieke gebruiken afteekenende richting ook in het „Book ,of Common Prayer"! tot uiting wil blijken, moge het volgende bericht door ons uit „De Tijd" overge nomen, aantoonen. Bij de laatste vergiajdering van den Raad der Geestelijken uit de Engelsche Staatskerk is gehppdeld over de wijzigin- in het liturgisch „Book of Common Prayer." Er werd o.a. aangenomen zekere ge deelten van sommige psalmen tusschen haakjes te plaatsen. Bij de herziening van den kalender .wilden sommigen ook namén van Room1- sche heiligen inlasschen om' te ontkomen aan -'tbezwpar, dat de Staatske.rk van DUITSCHLAND Ehcrt's ontwikkeling tot Rijks- president. De Berlijnsohe correspondent vhn „Dia (lijp" schrijft; PPiednch F,bert werd pas in 1923 l'id vtan den rijksdag nadat hij even te voren, tot hoofdredacteur der sociaidemokrati'- 4|ïhe partij was gekoZen. Zijn eerste reJ'ei wais een onbenullig redev oerrnKjei hij- aa postb-egro.otjng. Als ic-mand heimi toen zlo.u 'hebben vertel'd. -dat hij; pas na zies jaren, reeds -die opvolger ziou zijn van Wilhelm EL, «Ian z'ou 'hij wel èens .evojn' vraelmi-ï gekeken hebben als anno 1794 de artiK ieriöUuitenant Bonaparte, wï-sn eon pro feet de keizerskroon voorspelde. Met den vermoorden Rau-se warl hij na Be- ibiedi'.s dood leider der partij. Hii stond op iden rechtervleugel. In 1914 ginjp hii «Ccooid niet de politiek, der Duitschg regeerjng. De partij volgde a-e-m. Na een piaar jaren scheurden -ae radicalen zïiohi üa-s. Fbert probeert me; Scheid-etmtann pnaktisch te werken i® verbinding -roet Centrum en democraten. Met ErzlbergeK werkte hij koortsachtig voor do vredaS- resolntie. Kort voor het einde van deni oorlog werd hij voorzitter van de toen aJlmacfttige hoofdcommissie van den Rijksn dog. Toen de van ouderidolmi versufte Hertling "et roer van het schip van. slaat overgaf aan Max van Baden, vroeg deze toad aan Fbert. prins «n socialisten begxepetn elkander en togen in, dat $e catastrofe onafwendbaar was. Ebei't weird, genoemd als eerste staatssecretaris van Bocjaltefcisctie .observantie van Wilhelm II. Mjj. bleef ecütoi op den achtergrond, want hjj wilde de teugels van het bestuur bij (het te verwachten ontij zielf iu de hand houden. Het .eind van hei keizeirijk kwam1 on- heimelijk plotselina. In Kiel, in Miinchau ibrak de revolutie unit. Ebert bezoekt. Max van Baden en dreigt da soamalbdeimiocrac len uit de regesring te laten treden, als de keizer niet -lad-iliik afdankt. De prins is het eens met Ebert Max van Baden wil naar .het hoofdkwart'°,i gaan omi ilen kei zer tot aftreden te bewegen. Ebert belooft zïjn partij in bedwang, te houden. De be weging wtas echter al niet mieer in zijn hand. Op den 9en November gaat Berlijn: iover tot omwenteling. Fbert bageeft zacb naar Max va i Baden en eischt die samen stelling van veen socaaal-dieimiocratiBChel R^ksregeering. Bnm3 Max benoemde, tef- wql alle ministers toestejmiden, Ebert tot kanselier. Dienzelfden -dag kwamen er dringende depêches uit het hoofdkwartier, die eischteri, dat de wapenstilstand direct moest worden gesloten. De ministers wied! felden. Toen handelde Ebart alléén en, gjaf het "bevel aan Ërzberger, oml te on- derteekenen. De oude r egeering veidvvfeén even geruischloos als de rijksdag. De raad vau volkscommissarissen wordt gesticht. •Eberd wordt voorzitter. Doornige weken begonnen. Uiterlijk scheert de ïsocraali- deanocratie één. Maai" zij was het niet. Liehknecht esrscht d.e dictatuur van het proletariaat. Ebert werkt als echt demo craat in de richting van een constituante. Kerstmis 1918. Oproer in Berlijn bruekt uit. Er vloeit bloed bij: stroomien. Do onafhankelijken treden uit den raad der volkscommissarissen en vormen een to- genregeering. EbertScheidetfniann vech ten v-oor het voortduren van hun regeec ring. De „bloedhond" Ebert bovendien nog voor het behoud van zijn hoofd. Voortdurend zweeft hij in levensgevaar. Zeven -dagen duurt de strijd. Di-ni wint Ebert en Noske bezet Berlijn. De verkie zingen voor de constituante verloopen' rustig. Ebert ïpgt zijn am-bt in de handen der volksvertegenwoordiging-, die hem toen koos als voorioo-pig president, in Augustas 1919 légt hij jn de handen van Fehrenhach den -eed af op- d-e grdwdlwet. Het .presidenti-eeïe leven b-lijft zorgelijk. De aanhangers van het oude regime 'ma ken Sjattel) Mjjacher) Ebei"t en z'ij-n vrouw op allerlej wijzte belachelijk. D-e lastpv gluipt. De president is zlwaar aan den drank, heet het. Maar alles stuitte terf stofte af op de spreekwoorlelijk g-ewiordien tact van Ebert, die eenvoudig en gereser veerd leefde als een monnik. Hij werd' populnjr. In 'zijn persoon dwong hij aed jbied af voor de republiek'. Tot zijn dood toe heeft de strijd tegen Ebert van blin-dj- natiODaJistische -zijde -gelnurdi. Vergeefs!, Die schande van h.et Maagdenburgsoha proces vjalt op do -aanranders z;etlf terug. Mbt de Bannat-sffa-ir-e had Ebert niets te doen. 36) ^o- „Meesteres," zeide een der dienstmaag den, „op de borst der doode rust een gou den haarband, gelijk de brui-den en vrou wen onzer edelen dragen; wat m|aig dat beteekenen „Mogelijk was zij de dochter van een vorst," sprak de andere; „mijne moeder heeft haar in hjapr jongere dagen eens gezien." „In haar ljaia-tste uren kwamen er zon derlinge woorden over hare lip-pen, zoodat' het mij dikwijls angstig om ,het hart ewrd. Nu eens sprak zij van een groote rivier, voer uit over laffe mannen en vloekte hare vijanden met vreeselijke ver- wenschingen, dan weder weende en emeeekte zij; haar laatste woord echter was: Alberik." „Stoor de rust der dooden niet door beuzelachtige praat," vermaande Rich linde; „wonderbaar regelen de goden dik wijls 'smenschen leven. Gelukkig hij, die njn lot evenals zij met onwankelfxaïen moed weet te dragen." ^n®?bten hadden hun arbeid vol bracht; zjj traden de hut binnen. Op- een iEen grooto algemieieiiie les ligt iin de ontwikkeling van Jez-e éiéne persoonljjite- Iheid. Duitschlanl was 't lan'l' der exa mina en van den kastengeest, wasl heB Ihnd dier tra-psgewij'zie, wel geoid-endb en goed-ged-isciplineerde langjz'ame opvoeding tot, verantwoordelijke posities- in het. staatsbedrijf. -Opeens- duikt er eien „out; aider" op en grijpt revolnta'onnair nam? -de (hoogste f-taatsinacht on een tijdstip-, dat [het land nre'riort. Fn diezie r-eVolnti-on- nlair van g-sieren, dizle prolletariar vai> eei^isteirein, 'dezie man zondeir examens, zlonder gymnasiale op-voeding', zondier hoo- gescihooltopleidmg, 'zonder „Schibisse" erf zonder andere onontbeerlijke legitimaties voor een staatsambt van de hoogste 'sn tegelijk van representaitj-eva ib-efceobeni-s,, vervulde niet 'alleen rijn ambt, zlooals hot reilt -en 'zeilt, maai- iiii ontwikkelde da stille, voorbeeldig politieke invloedrijk-' fhei-d van 'ean «lejmocrati-sch hoofd van staat. De Ontwikkeling, van president Ebert is een praetisefce demonstratie gewonlen viool" -de mo-aerniseenng. van Duitsehïand. Op den tweeden Zondag in de Vasten. Epistel I. van den H. Paulus, tot die van Thessalonika. IV. 17. Broeders! wij bidden en smeek en u door den Heer Jezus, dat, gelijk gij van ons geleerd hebt hoe gij behoort te wan delen en aan God te behagen, gij ook. aldus wandelt, opdat gij meer en meer moogt toenemen. Want gij weet, welke bevelen ik u door den Heer Jezus heb ge geven. Dit toch is do wil Gods, dat gij u heilig maakt, u onthoudt van ontucht, een ieder van u zijn lichaam in heiligheid en eere wete te bezitten, niet in drift der, (begeerlijkheid, gelijk de Heidenen, die God niet kennen, en niemand zijnen broe der in eenigen handel onderdrukke of be- driege; want de Heer is een wreker van ol deze dingen; gelijk wij'u voorzegd en betuigd hebben. Trouwens, God heeft ons niet tot onzuiverheid, maar tot heiligheid geroepen, door Jezus Christus, onzen Heer. Evangelie, Mattheus. XVII. 19. In dien tijd nam-Jezus met zich Petrus eu» Jaeobus, on Joannes zijnen broeder, en leidde hen op eenen hoogen berg alleen: en Hij werd voor hen van gedaante ver anderd. En zijn aangericht blonk als de zon, en zijne kleederen werden wit als sneeuw. En zie, Mozes en Elias versche-. nen hun, en spraken met Hem. Petrus antwoordde dan, en zeide tot Jezus: Heer, het is ons goed hier te zijn; indien Gij wilt, laten wij hier drie tenten maken, eene voor U, eene voor Mozes, en eene voor Elias. Terwijl hij nog sprak, zie, zoo overschaduwde hen eene 1 heldere wolk. En zie, eene stem kwam uit de wolk, die zeide: Hij is ..mijn welbeminde Zoon, in wien ik mijn welbehagen heb, hoort Hom. En de Leerlingen, dit hoorende, vielen op -hunne aangezichten en waren zeer be vreesd. En Jezus naderde en raakte hen aan, en zeide hunstaat op en' vreest niet. En zij sloegen hunne oogen op, en zagen niemand dan Jezus alleen. En als zij den berg afgingen, gebood Jezus hun en zeide: spreekt niemand van dit gezicht, eer de Zoon des menschen van den dood verrezen is. „Onze Lieve Vrouw ter Nood" in 1924, Op den 26en Januari y,an dit jaar hield de Bisschoppelijke Comtaissie „O. L. V. ter Nood" haar eerste vergadering in dit jaar, onder leiding vun haar nieuw- benoemden voorzitter, Mgr. "P. Stroom'er. Ts het wonder, dat, alvorens de punten der agenda behandeld werden, Z.H.E.erw. eerst e enige woorden van dankbaarheid en piëteit ijde aan de nagedachtenis van den kinderlijk-vromen priester en den toch zoo algem'een ontwikkelden geleerden Mgr. Graaf z.g., die vppaf de instelling onzer Commissie, door onzen bemanden Bis schop imet de leiding er van belast w-as en die zooveel gedaan heeft om de zoo heerlijk herleefde Devotie' tot onze. Lieve Vrouw tor Nood tot den grooten bloei te brengen, waarvjan wij nu getuige zijn Zoo is het dus ook passend, dat wij1 in dit jaarverslag beginnen met eerst het groot verlies te herdenken, dat de Bisseh. Com missie mënsehelijkerwijze gesproken, heeft geleden door zijn heengaan. Eeu -ander verlies was voor ons ook de ontslagname lails lid van de Bissdh. Commissie van den Hoogeerw. Pater Kro nenburg. Met Mgr. Graaf z.g. heeft ook deze groote en geleerde Maria-vereerdier zeer veel voor de ontwikkeling van de Devotie tot O. L. V. ter Nood gedaan. Niet gemakkelijk zullen zijn wijze, steeds zoo eenvoudig voorgestelde, adviezen wor- teeken van Richlinde tilden zij- het lijk eerhiedig van het leger op- en droegen het naar buiten niaar het graf. Nu schoot de ekster krijsehend met rechtopstaande vederen op- de mannen neder en poogde hen in het aangezicht te bijten, zoodit het hun moeite kostte haar te verdrijven. Daarop vulde een der dienstmjajagden een krui k met frisch wa-ter, trad op- den drem1- pel der hut en goot het water over den weg, dien de knechten genom'en hadden, opdat niet de geest der doode in dlniste- ren nacht rusteloos naa-r hare hut zou terugkeeren. Daarop volgde zij met de kruik eu den schotel, die bij het was- sehen der doode gediend hadden, en den kalm1, welke heur haag aangeraakt had, de overigen naar het gxjaf. AValtrudis werd in de koele aarde nedergevleid en kruik, schotel èn ka'm" ajain hare voeten nedergelegd. Richlinde stroop te een gouden band van hiagen arm en legde dien op de borst der doo'die, opdat zij niet zonder geschenk in Hel's rijk zou binnentreden; daarndi wierp zij tot driemaal toe een hjspdvol aarde in het graf en zoo deden ook de edelen en de dienstmaagden. De knechten wierpen het graf dicht, legden er graszoden over en omzoomden ten slotte de plek m'et groene meidoorn. De ekster, die intussChen met den vergeten en als een blijvende herinne ring tot in het verre liageslaclht zjal zijne geschiedenis van de Bedevalalrtp-laats van Oesdom' blijven, door hem! uit alle beschik bare gegevens verzameld, zoo(als wij' die lezen in zjjn- standaardwerk „Maria-'s Heerlijkheden in Nederland". Gelukkig bleef h ij' als eerelid ajin onze Commissie verbonden;, als zoodanig mögen wij' bjij- van rekenen op zijn hooggeschatte mede- Werking. Als opvolger van Pater Kronenburg, behaagde hot Mgr. Gallier, zooals bekend is, Mgr. P. Stroomer te benoemen, die na den dood van Mgr. Graaf door Z. D. H. als voorzitter werd aangewezen. De noeming van Mgr. Stroomer èn als lid èn als voorzitter kan geen verwondering bjaj- xen aan de velen, die zijn groote liefde voor de „Heiloer-Devotie" kennen. Zoo is de B. C. in haar tegenwoordige sla,Wen- stelling weder vol vertrouwen op Onze Lieve Vrouwe ter Nood's bizondere be scherming, in dit Jubeljaar hjiiar taak begonnen in dit Jubeljaar, dat voor haar een extra-jubeljaar is, omdat wij1 er ons vierde Lustrum in zullen herdenken. En wat valt er nu weer veel heer-' lijk nieuws te kronijken van ons gezegend Kennemér Bedevaartsoord, nu wij1 het- jaarverslag (over 1924 verder schrijven Het getal Bedevaartgangers nam dit jaar weder toe en bereikte het respec table getal w® ruim 16300. W eer iets ruimer dan in vorige jaren vloeiden de bijdragen der pelgrims en verheugend was het,, dat in dit jaiir weer eenige perso nen zich het oÉer van minstens lf' 25 getroosten, om als Stichters der Bede- va-artskei'k, in het 'kunstvol Stichtings- boek te worden ingeschreven, al blijft een igetalt van vijf toch nog altijd veel te weinig. Och! dat toeh vele meer gegoe den, voor wie dit offer toch niet zoo bezwaarlijk is, toch eens meer bedachten, dat al wordt O. L. Vrouw ter Nood bi- zonder vereerd als „Troost der Bedruk- ten", die goede Moeder toéh ook de „Oor- zaak -onzer Blijdschap" is. Veel, enorm veel is er in /de .aifgeloo- j -pen 19 jaren te Heiloo geschied. Wie het schamel stukje kreupelhout gekend heeft, dat tot 1904/05 de herinnering aan „Ka-, pel"' bewaarde, en nu het herlevend „Ka pel" bezoekt, gal hij niet zeggen „dat Hij die machtig is (hier) groote dingen heeft gedaan vreden zijn, want er is nog zooveel te Wij' mogen evenel daawrm'ede niet te- doen." Zoo möet ^och eindelijk eens hot Voriefkapelletje komen, toegewijd .alin Maria Bezoek, als bewijs .van dankbaar heid. dat O.L. Vrouw ter Nood Had/r volk weer heeft bezochtwie zendt daar voor nu eens een ruime gift?, In het afgeloopen jaijir werd" een begin gemaakt met de eenvoudige polychromie van de Marip'-ka.pel, welke boven ver wachting is geslaagd, mUar nog slechts gedeeltelijk volbezocht. Wie zendt daar voor nu eens een zijn rekening? Een gift van veertig gulden is toeh niet zoo bijzon der groot. De te Heiloo gebruikte paramenten, passen daar allerminst voor de G. Eere- dienst, „waarbij de engelen knielend die nen". O. L. Vrouw vraagt, en met recht, daarvoor iets veel rijkers voor Hlaur G. Kind, wiens zegeningen het ten slotte al leen zijn, die Zij ons in Haar Heiligdom' zoo mild uitdeelt. En daarom besloot dpn ook de B. Coml missie op haar Laatste 'vergadering, om', al behoort Maripu's Heiligdom nog tot de „arm'e kerken", toch een „rijk" misstel te laten uitvoeren door de kunstzinnige non netjes van Simpelveld. En zij nam' dit besluit in vol vertrouwen dat het geld er komen zou; dat zij n.m'.l., die niet ten onrechte op deze armoede gewezen hebben dé eersten zullen zijn om' daarin ver betering te willen brengen. Het Bestuur der Haagsche Broeder schap en BedevapH heeft het zoo goed begrepen, hoe het behoort te zijn en gaf zooals bekend is, een schoon voorbeeld van liefde voor het Heiloër Heiligdom door de schenking van het kostbare Mai- ria beeld in de Beevajajrtkerk en door de polichomie van het Marja:beeMje in de Maria-Kpjpel. Dat voorbeeld moge door andere Besturen worden nagevolgd en. men vertrouwt er op, 't zal nagevolgd worden, daar spreekt de liefde tot O. L. Vrouw ter Nood borg voor. Zoo, vertrouwen wij dus, dat. het vol gend jaarverslag melding zal maken van de vervulling van onzen wenseh, dat zonder bezwaar voor de klas, de bedevaart- plaats vp® Onze Lieve Vrouw ter Nood over .rijkere paramenten zial beschikken. Dat jalajrverslag moge ook melding kun nen maken van een anderen wensch vah wanluidend geschetter om den eik had ge fladderd, kwam niapar beneden, zette zich op het graf en sloeg haar snavel in de zoden. Medelijdend keek Richlinde naar het dier, dat zich zoo trouw a|a|n zijue meesteres toonde en in ernstige gepeinzen daalde zij wet de overigen de helling naar het djapl af. „Zoo staat jaian het einde van een ieders leven het donkere verblijf des dóóds," prevelde zij, „de eene bereikt het vroeg, de andere laat, eens echter komt stellig -de dag, die ons scheidt van 'alles wat ons lief en dierbaar wJaB. Ook voor mij zal hij komen, ook mijn najaim' Zal uitge- wisc'ht zïjn onder mïjne vrienden, nog vóör wellicht een zilverdraad door mij- haar slingert. Alles vergapt, het zwakke gras op de weide en d'e trotsche eik op den bergtop- en niets blijft er van ons leven over dan de roep Onzer daden. Doch het oordeel over de dooden vormt ziéh de levende; welaan! ik wil zoo leven, dat Wen -mijn sterven betreuren moet." I Dien zelfden djag verschenen tegen den avond vier aanzienlijke helden in den Koningshof: Hilderick en Rawbert, Ro- doald en Theodrik, een vorst der Semno- nen, die zich bij1 Ka-twaldaïs heirvaart aangesloten hja|d. Het waren de bruidwer vers, die de koning der Markomannen afgezonden had om Richlinde naar haar' nieuw vaderland te begeleiden. Omgeven door zijne mannen, ontving Bibulus hen in de groote hofzaal en Hilderick, ,de woordvoerder van het ge zantschap, trad aan de spits der overi gen voor den gebieder. „Katwaldja,, onze heer, biedt zijn be- huwdvader groet en heil," dus ving hij aan. „Hij1 heeft ons gezonden om' u pan uw woord te manen, o koning, dat hem eegs uwe dochter verloofde, terwijl hij als "gast in uw hiallen verwijlde. Gereed zijn de kamers en de banken gedekt, derhalve zij dus de bruid bereid met ons te reizen." Nadat hij geëindigd haid, antwoorddte do koning: „Welkom heet ik u, helden, onder mijn dab. Niet is mijn gezindheid veran derd sinds die stond, waarin ik uw vorst tnïjn kind toezegde. Aan hare hland glinstert het teeken der touw en haar hart verlangt er ®aar haal heer te begroe ten blijimoedig zal zij zijn roepstem volgen." „Veroorloof ons dan heur aangezicht te zien," sprak Hilderick. Kort ,daarnja| verscheen Richlinde in den kring der mhnnen. Een gouden band omspande hapjr licht haar, sierlijke gespen tooiden h,aar gewpiad en om' haar middel sloot zich een blinkende gordel. i De gezanten bogen voor de sdhoono jonkvrouw en Hi.lderiok sprak hap-r aldus aan: „De zegen v,a® Prigg en de gunst van al de goden komen over uw hoofd, mijne vorstin. Wij', uwe dienaren, zijn ge-, komen u als onze gebiedster te begroeten en n te voeren in het huis onzes konings, die uwe liefde verlangt, en u den stoei aan zijne zijde bereid houdt. Wilt gij1 u aan ons geleide toevertrouwen!?," Op die toespraak pjntwoordde Richlinde „Ik dank u, helden, voor de tij-ding, die mij brengt. Wel zal het mij zwa|alr val len, de plaats te verl|ajten, die de vroolüjfke dagen mijner jeugd zag; m'a-ar blijmoedig leg ik tnijn lot in de hand mijns gebieders, en ik zal niet talmen met zijn wil te ver vullen." 1 i „Zoo moge onze tocht u,tot geluk en zegen voeren. Den koning echter en zijne vrienden noodigen wijl volgens het bevel mijns heeren tot het bruiloftsfeest uit." De gezanten bogen weder en koning Bibulus noodigde hén met zijne mannen aan tjajfel. Weldra, vervulde vroolijk ge lach en gescherts de ruime zapil. Rich linde ging intussChen rond 'en bood den vreemden helden m'et vriendelijke woor den den gastdronk. (Wordt vervolgd'.);

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 5