mGTf~ZEELAND
DONDERDE 5 MAART 1925
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
MIDDELBURG
GOES
den en op eigen partij een schot los to
laten, dat, als het treft, alleen Uen rug
zou kunnen raken. Ik noemde het een po
litiek torpedo-bootje, want als zoodanig
is de nieuwe partij blijkbaar gedacht. Stel
do mogelijkheid, dat een onderteekenaar
dezen brief leest, dan protesteert hij zeker
dadelijk: wij zijn geen partij, en wij stich
ten geen partij. Wij '"steken alleen met
(veelzeggend gebaar den vinger op en
dreigen de andere partijen: Mano Thekel
ïhare. Wij vorderen van die partijen, ook
Van de Katholieke, dat zij een convenant
aangaan, hetwelk hen van coalitie maakt
tot een nationale partij, waaruit dan als
zoodanig straks een kabinet zal moeten
komen. Als zij dat niet doen al die
partijen danWelnu, wat dan? Het
Rotwoord is zooals het antwoord van allo
ongelukkige», die een vuist willen maken
en geen hand hebben; dan zult ge wol
eens zien, wat wij doen. Het kan dan
alles zijn, maarhet is altijd niets
'Men laat echter wel zienmet welken bal
lenbak men ons bang wil malcen.
De regeering en de toestand in Drenthe.
Dat onze regeering voor de economi
sche opheffing van Drenthe en de op
lossing van het werkloozenvraagstuk doet
wat zij kan, wordt door alle eerlijk den
kenden met waardeering erkend.
De heer Weitkamp zeide daarover in
de Tweede Ivamer het volgende
lk erken gaarne, dat de Regeering meer
doet voor de werkloozen dan in eeuig
land in Europa gedaan wordt. Toen ik
onlangs in Duitschland een onderzoekt
naar deze materie instelde, werd mij door
een Duitschen deskundige de wel wat
ruwe, maar typeerende verzekering gege
ven: Onze Begeering helpt wel de werk
loozen, maar eer ze dat doet, mootem
deze werkloozen wel tegen den muur op
springen van honger! Zoo stond het, vol
gens dezen Duitscher, in zijn land er bij'.
In ons land gaat het gelukkig anders.
De naam van het Ministerie-Buys de Bee-
renbrouck zal, als de parlementaire ge-
stlbedpnis over eenige jaren onbevangen
begint te spreken, ook in dat opzicht mot
ecre genoemd worden, dat staat wel vast.
Het bezoek, dat Zijn Excellentie aan
onze streek bracht, werd door de inge
zetenen hoogelijk gewaardeerd en op prijs
gesteld, de Minister kan zich daarvan
inderdaad overtuigd houden.
Dcor hei spontaan uitsteken der vlag
gen toonde het publiek dan ook zijn groo-
te ingenomenheid.
Ik wil dan ook gaarne den Minister
van deze plaats voor zijn persoonlijk ter
penonderzoek mijn dank brengen.
Aldus de interpellant.
De heer Van Vuuren zeide na het
antwoord van den Minister onder meer
net volgende:
De Minister heeft zoo juist van al
hetgeen op dit gebied is geschied, een
opsomming gegeven, die ik voor een groot
deel terugvind in een artikel, dat ver
schenen is in de Eobruari-Maart-afleve
ring van „De Vakbeweging", tijdschrift
van het Nederlandscli Verbond van Vak-
vereemgingen, van de hand van den lieer
Van der Walle (een sociaal-democraat!
Bed.) Ik stel er prijs op, ook na hetgeen
etraks is gezegd, er op te wijzen, hoe
de geachte schrijver, een onverdacht ge
tuige, na die opsomming dit laat volgen:
„Door de uitvoering van deze werken
is nu reeds gedurende vier winters aan
eenige duizenden arbeiders werk bezorgd,
de winter dan te rekenen van half Augus
tus tot half April—Mei, en is tevens heel
■wat werk aan de ijzer- en bouwuijverncid
ten goede gekomen. De totale kosten zijn
reeds tot ongeveer zes en een half millioen
opgeloopen (September 1924), terwijl nu
in de laatste weken wederom besloten is
om eeu nieuw werk (Welk werk dat is,
kunnen wij nog niet publiceeren), wat op
ongevegr 2 millioen is begroot, spoedig te
gaan uitvoeren.
Hieruit blijkt dat er in Drente toeli wel
een en ander is gedaan, al zou men soms
in den laatsten tijd uit de kranten eens
den indruk krijgen, dat er niets geschiedt''
Initiatief-wetsontwerp inzake
ontwapening.
Bij de Tweede Kamer is Dinsdag in
gekomen hot initiatief-wetsontwerp van
den heer K. ter Laan, walmens de sociaal
democratische fractie, inzake ontwape
ning.
Van het ingediende initiatiefvoorstel
der sociaal-democraten om tot ontwape
ning te komen, zijn de voornaamste be
palingen
a .vermindering van de j larlijksche
lichting van 19.500 man tot 3000 voor de
landmacht en voorloopig nog 1000 mlan
voor de zeemacht.,
b. verkorting van den oefentijd tot vier-
jnaanden wiaiarbij de vrijwillige vooroefe
ningen geen zin meer hebben.
c. afschaffing der herhalingsoefeningen
d. ontslag uit den dienst van talie ge
wone dienstplichtigen die nu reeds 3Q
jaar of ouder zijn.
e. ontslag van 'alle dienstplichtige:!
die jonger zijn dan 30 jat&r, met uitzonde
ring van 3000 man voor elke lichting.
Alles met ingang van 1 Januari 1926.
Wetsontwerp van inej. Van Dorp
ingetrokken.
De voorzitter der Tweede Kamer heeft
meegedeeld, d at iuej. Van Doip h|aar wets
ontwerp tot wijziging van de Kieswet
heeft ingetrokken.
De Zomertijd.
De Minister van Binneol. Z. heeft de
Mem. v. Antw. ingediend inzake het voor
stel tot afschaffing van den zomertijd.
Hij herhaalt diaiarin datd veel van de voor
doelen van den zomertijd verloren gaan
als men hem verkort handhaaft, terwijl
dan toch de bezwaren in hoofdzaak
blijven bestaan.
Tegenover het argument, dat de zomer
tijd voor de bewoners der groote steden
een stuk levensvreugde beteekend. dat.
eenmaal genoten, onwrikbaar vast zon
staan, stelde de Minister de vnaeg of da
vreugde van den één met het leed van
den ander niet te duur gekocht is. Boven
dien iaat het lajrgument zich ook om1-
keerenals gedurende een reeks van ja.«
ren sommigen vreugde genoten hebben, is
het oogenblik wellicht gekomen om an
deren op hun beurt te doen genieten.
Het denkbeeld dat de stadsbewoners,
bij wijze van tegenweor, het leven 's zo
mers een uur zouden vervroegen zonder
de klok te verzetten, verraadt miskenning
van de plattetajndsbozwaren. Deze toch
kanten zich niet tegen eenvoudige ver
vroeging van het leven in de zomermaan
den maar tegen 't verzetten vjaa de klok,
waardoor de werkzaamheden, die naar
den stand der zon plegen, geregeld te
worden, bemoeilijking vinden.
De gemeenteraad yap Arnhem heeft
een voorstel van B. en W. tot aapkoop.
van het landgoed Zypendafll, voor
f450.000, met 18 tegen 16 stemmen ver
worpen. B. en lW. zijn gemachtigd, het
panic Zypenda^l te koopen voor f 325.000.
De belasting-ontwerpen.
De regeering is, aldus de Nieuwe Crt.,
voornemens de bekende belastingontwer-
pen tusschen Paschen en Pinksteren door
de Tweede Kamer in openbare bekap-
deling te doen nemen.
Zomertijd.
De B.-K, AVinkeliersvereeniging te
Eindhoven heeft aan den B.-K. Midden
standsbond verzocht onverwijld stappen
te doen tot behoud van den zomertijd.
De gemeenteraad vt,ijn Maastricht heeft
zonder hoofdelijke stemming besloten,
zich tot de Tweede Kamer te we-nden met
het verzoek, het wetsontwerp tot af-
sohaffing van den Zomertijd niet (a|an te
nemen. De Kamer van Koophandel voor
Maastricht heeft een gelijk verzoek pian
de Tweede Kamer gedaan.
EERSTE KAMER.
Zitting van Woensdag 4 M|aart 1925
De algemeene beschouwingen over de
staatsbegrooting worden voorgezet.
Do minister van ibnnenlandsche zia|ken
zet zijn Vrijdag afgebroken rede voort.
De regcering waardeert zeer het streven,
dat in het protocol van Genève tot
uiting komt. De aanvaarding van dat pro
tocol is echter grootendeels afhankelijk
van h et Britsche rijk. De regeering wil
door internationale samenwerking komen
tot vermindering van de bewapening.
Nationale eenzijdige ontwapening betee-
kent nationale zelfmoord. De gruwelen
van den c'hemischen oorlog dienen interna
tionaal te worden bestreden.
Spreker verdedigt de dontinuiteit in
het beleid van minister Aalberse en be
strijdt den heer Bink in zijn opvatting
over onvastheid in het beleid van dit
kabinet. Voorts verdedigt spreker het nut
der coalitie waarin wel steeds kleine
geschillen zulten voorkomen tégenover
de oneenigheid aan de linkerzijde.
Minister Colijn deelt mee, dat de daling
vaji de opbrengst van de inkomstenbelas
ting nog niet is geëindigd. Hij verdedigt
den aan de Rotterdjaimsche Bankvereeni-
ging verleenden steun.
Hij ontkent, dat het tempo der bezui
niging te snel en de daarbij gevolgde
methode verkeerd zou zijn geweest. Zon
der salarisverlaging en' andere maatrege
len zou 1926 weer een tekort van 91
millioen hebben opgeleverd. Thans ver
trouwt spreker qp een sluitende begroo
ting. Noodig is vermindering van het
aantal ambtenaren en vereenvoudiging
van den staatsdienst. Voorzichtigheid in
het finandieele beheer is een eiseh van
de eerste orde gebleven en zal nog vela
jaren noodig zijn. De aflossing van de
staatsschuld zal In 1930 10 millioen hoo-
ger zijn dan nu en in 1933 weer 10 mil
lioen hooger dan in 1930. Als lichtpunt
is er de doorwerking van onderwijs en
pensioenbezuinigingen en na drie jaar
conversie van staatsschulden. Do norma
lisatie van de schulddelging is in voor
bereiding.
Spreker's meening is, dat ook ons land
uit de gebeurtenissen van de lalatste tien
jaren verarmd is te voorschijn gekomen.
Tot 1958 drukt de last van de erisislee-
ningen, na 1935 in afnemende m&te. Ge
streefd moet worden naar meer bestrijding
van uitgaven uit de gewone middelen, om!
een gezond financieel staatsbeleid te krij
gen. De taak van deze christelijke regee
ring was niet, het Siap een volgend kabi
net over te laten, de staatszaken in het
reine te brengen, ook al was de stembus
in hjet zicht.
De heeren Van Lanschot (r.-k.) en Wi-
haut (s.-d.) replieeeren.
TWEEDE KAMER.
Zitting v,an Dinsdag 3 Mlaart 192'5.
Voortgezet wordt de interpellatie-Weit
kamp inzake den toestand in de Overijs-
selsche en Drentsohe venen.
De heer Ebels (v.-d.) ziet ook geen
heil in een electrische centrale, in Drente»
De minister bevordere den afzet van turf
waarvan l1/^ millioen kub. M. onver
kocht te velde staat, la,ls ook het ont
ginnen. Spr. bepleit bet graven van een
kanaal van Twente naar Delfzijl.
De heer van Ravesteijn (comm.) ver
gelijkt den toestand van Drente met dien
in West-Ieriand. De loonen zjjn naar ver
houding in Drente lager dan in 1914.
De regeering behandelt de arbeiders bij'
werkverschaffing als elj,rven-
Wel heeft de regeering een millioen
over voor de Olympische spelen, maar
geen gelden voor woningbouw enz. in,
Drente.
De h|eer Hi ernst ra (s.-d.) wil commissies
van beroep bij le werk gestelde veenar
beiders. Opr. stelt een motie voor, vol
gens welke de regeering maatregelen
neme voor blijvende hulp aan de Drent
sohe bevolking.
De heer van Voorst tot Voorst (r.-k.)
acht hulp voor de, turfindustrie niet mo
gelijk. Doer ontginning moet de bevol
king een bestaan vinden.
De heer Bierema. (v.-b.) constateert een
teveel aan pirbeiders in sommige streken
van Drente.-
Spr. is tegen het verleenen van toesla
gen van Overheidswege.
Met den heer Weitkamp is spr. het ech
ter eens, dat de liooge kanaalrechten, die
de ontwikkeling van het leven in Drenthe
belemmeren, verlaagd moeten worden. Dan
zouden verschillende fabrieken weer met
turf kunnen gaan stoken, want de vrach
ten zouden dan weer zooveel lager zijn.
Spr. dient een motie in:
„Do Kamer van oordeel, dat de finan-
cieole toestand van verschillende in de
nabijheid der venen gelegen gemeenten
van dien aard is geworden dat niet kan
worden gewacht tot een definitieve rege
ling van de financieele verhouding tus
schen Kijk en gemeenten is lot stand ge
komen, noodigt de regeering uit, maat
regelen te nemen tot verlichting van den
linantieelen toestand dezer noodlijdende
gemeenten'
De heer Van dor iWaerden (s.-d.) be
toogt eveneens, dat de waarde van kleine,
met turf gestookte centrales, te betwijfe
len is. We staan echter voor een noodtoe
stand, cn clan zouden buitengewone maat
regelen gewettigd kunnen zijn. De hoofd
zaak zal echter zijn bevordering van den
afzet van turf, waartoe ook meer maat
regelen noodig zijn, als verlaging vau
kauaalrechten enz., waarop ook reeds an
dere sprekers aandrongen. Daarnaast moe
ten maatregelen worden genomen, die on
middellijk kunnen helpen, door den ürenth
«eh'en fabrieken 't mogelijk te maken,
noncurreerend met turf te stoken. Wo
moeten de directe maaatregelen nemen,
waarop reeds van meer dan een zijde nier
is aangedrongen; voorts dient een onder
zoek naar een provisorische centrale te
worden ingesteld; daarna ook naar de
mogelijkheid van meer mechanisch maken
vou het veenderijhodrijf. Een commissie
van 79 personen zou dit onderzoek met
spoed moeten instellen.
De heer Loerakker (r.-k.) constateert,
dat voor het overgroote gedeelte der veen
arbeiders. ondanks do genomen maatrege
len tot leniging van 'den nood, de toe
stand nog verschrikkelijk is. Het ant
woord van den Minister was ten opzichte
van de directe hulp veel te weinig posi
tief. De loonen mogen in geen geval wor
den verlaagd. De Minister neme het ver
zoek der landarbeidersbonden tot toeken
ning voor kindertoeslagen aan de werk-
lnoze gezinnen in overweging, vooral om-
dal maar eeu persoon uit elk gezin te
werk gesteld kan worden.
De heer De Boer (p.-b.) brengt: den
Minister hulde voor diens uitspraak, dat
men in Drenthe moet voortgaan mot hard
te werken en sober te leven. Daarin lag
een eerosaluut opgesloten aan den gan-
sclien boerenstand. Spr. bepleit verder ver
laging der lcanaalgelden.
De Minister repliceert. Verschillende'
der door de sprekers aangeroerde vraag
stukken ressorteeren niet onder zjjn De
partement, zooals het woningvraagstuk
en het onderwerp der electrische centrale.
Dc Begeering asht een oplossing ech
ter niet geheel onmogelijk, wanneer alle
belangstellenden er maar van doordron
gen zijn, dat de economische oplossing
van Drenthe van levensbelang is. Tus
schen de drie Departementen /.al mat
spoed een overleg worden gepleegd. Do
Minister zal ook gebruik maken van het
advies van den heer Van der Waerden.
Alle maatregelen der Begeering gaan
in de richting van economische opheffing
van Drenthe, maar dit is een quaestie van
jaren. Hot centraal punt bij die maat-'
K-gelen moet echter niet liggen in Den
Haag maar in Assen. Spr. heeft op
dracht gegeven aan de afdeelingen van
de Directie van den Landbouw om door
VGorlicnting en steun den tuinbouw in
Drpnthe te bevorderen.
Honderden arbeiders kunnen daarbij
werk vinden. Den heer Loerakkers, die er
op aandrong, dat de Kegeering maatrege
len ^zon nemen om te bevorderen, dat dit
jaar weder turf zal kunnen worden ge
graven, antwoordt spr. dat hij deze zaak
nog eens zal overwegen en naar bevind
van zaken zal handelen. Omtrent liet
Zuider-kanaalplan heeft spr. het advies
van Emmen ingewonnen, na ontvangst
daarvan zal hij spoedig een beslissing
nemen. Emigratie is in Drenthe nu een
maal onvermijdelijk. Er zijn te veel men-
schen en er is te veel turf. Zachte heel
meesters maken stinkende wonden. Bij1
hel inrichten van een werkverschaffing
ia de eritiek gemakkelijker dan de kunst.
Spr. is niet bereid het stukloon te ver-
hoogen, indien het loon daalt tengevolge
van gebrek aan voldoende arbeidspresta
tie Zijn er werkelijk bestaande grieven
omtrent het loon, dan: zal spr. die weg
nemen. Uitsluitend voor Emmen heeft
spr. besloten om aan hoofden van gezin
nen met 4 of meer kinderen een toeslag
te geven van vijftig cents per week en per
kind voor kinderen beneden de 14 jaar.
In dezen tijd moet ieder hard werken en
sober leven. De heer De Boer heeft de
beteekenis van sprekers woorden heter
begrepen dan de heer Hiemstra. Voor de
Begeering moet bij het nemen van maat
regelen in Drenthe de leidende gedachto
zijn, dat Drenthe zich moet ontwikkelen
tot land- en tuinbouwprovincie. Voor di-
recten steun aan het veenbedrijf gevoelt
spr. weinig; meer voor indireeten steun.
Wat de indijking in Groningen aangaat,
ziin eenige ernstige plannen bij de Re
geering in onderzoek en juist heeft spr.
'u subsidie voor een van die plannen toe
gezegd. De motie-Bierema begrijpt spr.
niet. Eeu wettelijke regeling als daarin
gevraagd., is voor spr. niet uitvoemaar,
reet het oog op de consequenties, b.v. voor
'Heerlen.
De motie is overbodig. Spr. geeft de»
heer Bieiema instantelijk in overweging
do motie in te trekken om de zaak niet te
bederven. Ook de motie-Hiemstra is over
bodig. Er moet nu niet meer onderzocht
en ever wogen worden, er moet worden
genandeld. Ook de motie-Weitkamp heeft
spr niet noodig, na het bewijs van ver
trouwen, dat de heer Weitkamp hem ge
geven heeft door te zeggen, dat spr. meer
voor de werkloozen gedaan heeft dan in
oeuig land van Europa is geschied. Spr.
geeft den beiden afgevaardigden dan ook
in overweging hun moties eveneens in te
trekken.
De heer Weitkamp (e.-h.) dupliceert.
Spr. wit zijn vertrouwen in den Minister
uitspieken en trekt daarom zijn motie in.
De heer Hiemstra (s.-d.) handhaaft zijn
)motie."
De beraadslagingen worden gesloten.
Dc Voorzitter dankt den Minister voor
de verstrekte inlichtingen. Over de motie
zal Woensdag bij den aanvang der ver
gadering worden gestemd.
Dc vergadering wordt te half 6 ver
daagd tot Woensdag 1 uur.
Zitting van Woensdag 4 Miaiart 1925
Op voorstel van den Voorzitter wordt
besloten, a.s. Dinsdag te behandelen het
.ontwerp tot afschaffing vpp den zomertijd
on het voorstel-StaalmaP tot invoering
van d en mid-zomertijd.
T)e motie-Hiemstra, vragend m|a!atrege-
gelen tot verbetering van den toestand der
Drentsche bevolking, wordt verworpen'
met 47 tegen 22 stemlmen.
De mhtie-Bierema, vragend mlaatregelen
tot verlichting van den finanoieelen toe
stand der noodlijdende gemeenten in die
nabijheid der venen, wordt verworpen
met 42 tegen 28 stemmen.
Aan do orde i.s dan liet z.g. psycho
paten ontwerp.
De heer Van Sasse vlap IJsselt (r.-k.)
juicht de indiening daarna, toe, doch op
pert eenige. bedenkingen, welke hij gaarne
uit. den weg geruimd zag.
De heer Beumer (a.-r.) juicht het ont
werp toe. Van groote beteekenis is z.i.
liet instituut der dwangverpleging, doch
iels voorwaiarde dient gesteld, dat het mis
drijf ernstig zij. De kosten van het ont
werp zulten niet ïn'eevallten.
Mevrouw BakkerNort (v.-d.) heeft
bezwaar tegen het ter beschikking stel
len van 10 jaia,r. Doze tcrmfjii is h.i. te
lang.
De lieer Dresselhuvs (v.-b.) vermoedt,
dat dit ontwerp met algemeene stemmen
zal worden aangenomen. Het ontwerp
brengt groote verbetering, daar het ter
rein van zwakzinnigenverzorging in ons
land nog vrijwel brajalk ligt. Spreker
dringt aan op spoedige invoering van deze
wet door samenwerking v,an den staat met
particulieren. Hij vra|agt in het ontwerp:
in het algemeen onder-ciur.ateele-steQ'ing
mogelijk te maken en een staatscommis
sie om1 een diepgaand onderzoek in te
stelten omtrent algemeene behandeling
van zwakzinnigen. Den termijn van be
schikbaarstelling vjan 10 jaar zou hij be
kort willen zien tot 2 jaar.
De li eer Ifleerekoper (s.-d.) zegt dat
de minister gclukgewenseht mag worden
met dit ontwerp. .Van ieder proces behoort
het uitgangspunt te zijn de psychische
ygesteldheid van den dader en dlit wordt
pas hier in toepassing gebpalriht.
Kan de minister bij benadering zeggen,
wanneer de wet in werking zal kunnen,
treden:? Met den heer Dresselhuijs is
spr. de meening toegedaan, dat het een.
belangrijke vralig is, of de psychopaten
altijd straf zulten moeten ondergaan naast
de behandeling.
Indien de minister bevredigend ant
woordt op sprekers vragen, dan aal hij
zonder geestdrift toch het ontwerp aan
vaarden.
De htecr v. [Wijnbergen (R.-K.) wijst op
de princiipieele zijde van het onderhavige
vrgagstuk. Dp straf heeft steeds min of
meer een vergeldend karakter. In ieder
geval dient, waiap er verschillende stroo-
{mingen bestaan, met een ontwerp pis dit,
voorzichtigheid te worden betracht.
Spr. gaat accoord met de samenvoe
ging der ontwerpen, waardoor de toepas
sing van maatregelen niet langer aan
den strafrechter wordt onthouden. Hij
vertrouwt, dat de grondbeginselen in het
vervolg ongerept zulten worden gehand
haafd. Naar het tijdstip van inwerking
treding zal spr. niet vragen, omdp.t hij de
kosten niet berekend heeft.
Mej. Kjaitz (o.-h.) zegt, dat «>wel ge
bleken is, dat ons strafstelsel niet deugt
voor die groep van personen, welke men
psychopaten noemt. Zij houdt voorts theo
retische beschouwingen over de straf.
>Aau h et verantwoordelijkheidsbesef móet
worden vastgehouden en dit loopt gevaar
in de moderne richting van het strafrecht.
De miaximum-duur van 10 jaren voor
opzending lijkt spr. veel te lang. Zij
hoopt, dat de minister hierin nog tege
moet zal komen evenals in de beroeps
mogelijkheid van den psychopaat of: zijn
familie.
Ten slotte yraagt spr. zoo spoedig mo
gelijke uitvoering van de wet.
Mevr. De VriesBruins (s.-d.) gelooft,
dat bij een goede organisatie deze wet
aan het land niet veel gold zalll kosten.
De vergadering wordt verdaiagd tot
Donderdag 1 uur.
Voorgesteld wordt, om aan de aan
deelhouders van de Naaml. Vennootschap
„The Vilrite Wtorks" alhier, over het
jaar 1924 evenals over 1923 20 procent
dividend uit te keeren.
Voor een zoowel beneiden als boven
stampvolle bioscoopzaal had Dinsdagna
middag in den bioscoop van den heer Van
Liere de aangekondigde lezing plaats over
Canada.
De heer mr. J. I':. Pool, vertegenwoor
diger der Oanadeesclie Staatsspoorwegen,
voor Nederland, heette de aanwezigen
welkom en deelde mede, dat de Canadee-
sches poorwegen belangloos hun bemidde
ling aanbieden om landverhuizers naai
Canada in dat land aan goede diensteD
bij hoeren en later aan góede bouwgron«
den en hofsteden te helpen. Waar in Ne»
derland circa 30000 boerenzoons rondloo-
pen, die aan geen boerderij kunnen ko
men, is er nog wel reden om tot emigra
tie naar een land aan te sporendat op
een gelijke breedte als Nederland liggend,
goede vooruitzichten biedt op landbouw
gebied.
Daarna introduceerde hij den heer E.
Heintz bij het publiek. Deze heer die 2 IJ
jaren in Canada heeft gewoond en ge
werkt, zou hier een uiteenzetting komen
geven over Canada in het algemeen, waar
na een filmbeeld het gesprokene zou illu-
streeren, daarna over de landbou\vtoe<
standen met een filmbeeld tot slot. Beide
filmen zouden het boerenleven in beeld
brengen zooals zich dat in Canada af
speelt. Daarna zou de heer Heintz gaarne
de vragen beantwoorden die in de pauze
schriftelijk zouden zijn ingediend.
De hoer Heintz besprak daarna Canada,
een land 5000 K.M. breedwat even lang
is als de reis LondenMoskou heen en
terug, een land nog dun bevolkt (ruim»
9 millioen inwoners), met duizenden en
nogmaals duizenden hectaren onbebouwd
land, dat slechts op de nijvere hand van
den ontginner wacht. Het klimaat en de
aard van den bodem zijn er zeer ver
schillend. Hoe meer men naar het Westen
komt, hoe warmer zomers en kouder
winters (waarin enen vorst van 30 a 40
graden geen zeldzaamheid is) men heeft.
In de zeoprovincies in het Oosten gelijkt
het klimaat veel op dat van Nederland,
dommige streken eigenen zich meer voor
vruchteneultuur, vooral de valleien dar
kleine rivieren, andere meer voor het ge»
mengde boerenbedrijf landbouw en vee»
teelt terwijl ook in sommige streken
b.v. de Westelijke provincies schier
uitsluitend graanbouw wordt beoefend en
in enkeles treken waar de uitloopers
der gebergten veel rotsformatie in den
bodem vormden alleen de veeteelt. In
de stroken waar landbouw en veeteelt nog
niet zijn doorgedrongen is de houtzagerij
in do wouden en oerbosschen het hoofd
bedrijf. De bevolking is daar natuurlijk
zeer scliaarsch.
Stuk voor stuk behandelde de heen
Heintz de provinciën Nova Scottia, Prince
Albert Island en New Brunswick, de z.g.
zeeprovinciën, daarna Québec en Onta
rio, de centrale provinciën, het eerste 18Q
millioen, liet tweede 102 millioen hectaren
groot met ac belangrijke graanhavon Port
William, waar op de reusachtige emplace
menten 2f/g mifiioeii bushels graan per
dag kunnen worden verladen, die dan via
de meren naar Montreal of Toronto en zoo
naar Engeland getransporteerd worden.
Vervolgens werden de drie Westelijke
provinciën, Alberta, Saskatsehin en Ma
nitoba, de graanprovinciën,. waar in 5
maanden tijds, van Mei tot November
moet geploegd, gezaaid en geoogst wor
den, voordat de strenge winter iederea
arbeid op het veld onmogelijk maakt, be
handeld en tenslotte de provincie Britsch
Columbia, waar voor den landbouw de ge
legenheid minder geschikt is en waar van
de 12 millioen hectaren gronds slechts
1/l0 deel is ontgonnen.
Vaii al deze provinciën verklaarde de
spreker de eigenaardigheden in bodem
structuur, cultuur van gewassen, üe kli
maatstoestanden enz. en, gaf daarbij ver
schillende wenken voor den landbouwer,
den veefokker, den boerenarbeider, die
men dient op te volgen wil men er succes
hebben.
Toen kwamen verschillende mooie film-
heelden op het doek vah het landbouw-
en veebedrijf, liet ontginnen en bewerken
van den bodem, het zaaien, oogsten, dor-
schen, het verbouwen van aardappelen,
groenten, het telen van vruchten, het
fokken en houden van hoornvee, wolveo
enz. enz.
Na de pauze liad de heer Heintz het
over de emigratie in verhand met den
arbeid op de boerderijen in Canada. Ook
hij, die zich als zelfstandig boer wil
vestigen in Canada, doet goed, eerst bij
een boer gedurende één a twee jaren het
bedrijf mee te maken om zich met da
Canadeesche manier van hoeren vertrouwd
te maken en zich voldoende te acclima-
tiseeren. De Canadeesche staatsspoorweg-
maatschappij plaatst boerenarbeiders uit
Nederland bij goede, soliede boeren en
controleert verder of zij goed behandeld'
worden om later hare bemiddeling ook te
verschaffen voor het koopen van geschik-
ten bouwgrond. Spreker legde er den na
druk op dat op de Canadeesche hoeven'
hard en lang gewerkt moet worden var»
5 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds en
in dien oogsttijd van 4 uur 'smorgei#
tot 9 uur 's avonds met twee uren rust
voor het nemen der maaltijden. Doch de
arbeid is voornamelijk met landbóuwl
werktuigen ploegen en zaaimachines en
maaimachines door paarden getrokken
is gezond, 't eten op de boerderij is goed
en krachtig, de boerenarbeider is een lid
van het gezin en wordt als zoodanig be
handeld. Men leidt op de hoeven een fa-
mib'eleven met nu en dan een ontspan
ning. Wie wil kan steeds Zondags zijn.
kerkelijke, plichten waarnemen. De scho
len zijn van overheidswege kosteloos en
neutraal is het onderwijs, doch in de
provincie Québec zijn uitstekende katho
lieke scholen, waar een laag schoolgeld
wordt geheven. Aan het universitair on
derwijs kan men voor betrekkelijk weinig
geld deelnemen. De koude 's winters ig
veel heviger dan in ons land me4
zorge vooral handen en voeten te bescher
men, doch droger, veel ,-jninder vochtig
dan hier en dus gezonder. Wje tegen
geen werk opziet, kan zich in Canada;
een flinke positie als landbouwer ver
schaffen, al is niemand meer zoo dwaaa
om de mensehen voor te spiegelen dal men
e? millionuir wordt.
Spreker eindigde met te zeggen dat hij
gaarne berei i was om op alle vrage^
Canada en het boerenbedrijf betreffende,
te antwoorden. Wilde men gegevens, dan
had hij die bij zich.
Daarna werd de filmtwintig minuten