Tweede Blad
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1*25
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Buitenland
FEUILLETON
Tot hoogen prijs.
Kerknieuws
Gemengd Nieuws.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
DUITSCHLAND
De mijnramp bij Dnitiuuml.
De vreeselijke mijnramp- bïj, Dortmund
ga|f tien Belgischen correspondent van'
„Do Tijd" de navolgende 'beschrijving van
zwo'n ramp in do pen, dia hiji had mede-
gemaakt bij! .Boc'huim in 1910. Daar al
di« groote mijn rampen op elikaar gelijken,
palst de 'beschrijving van we Bocliumikshei
■vólkomen op de Dortmiumische ramp.
„Kort na het ongeluk toenmaals was ik
Iniet ieen 'bevrienden kapelaan toiit iin do
hoivengrondsche gebouwen van de mijn,'
doorgedrongen. V.oor dia hekken en poor
ten stonden honderden weenende en tien
rende vrouwen. De mfanigto wlerl in bo-
dwfflng gehouden door bereden (gjemdar-,
mlan, die niot kiesfceurjg waren. Bij elk!
groot mijnongeluk is het nu, eenmjaal ajé-
wlooate, om op de allereerste! plaats da
miijndireette en de 'miijnmagnaton ta w-
wenscbe-n gn te vervloeken. Op ziulk ©eni
dag 'wordt ook altijd direct da loonkwastifl
acuut. De menschep winden zfch aan
"elkander op, door i.2 laagte d'er looneni
tf> vergelijken inrit de^nortmla hoogte der
wiinsten der ondernemers. Voor zoo'n
Ibeotja Snoot je den dood in, wordt er dan
gestookt. Depie ongeluksdagen waran war©
■vréHrashlagen voor die propaganda onder
(do arbeiders, Vroeger diaden dit da 30*
cianMihnocraten. Thans bézórgen aat
smerig werkje de communisten.
lift ide groote lift, Waarin anders dp
kolonw,ttgentjes naar hoven worden ge
bracht, is het ontzettende drama, dial zich
iu den schoot der aarde heeft afgespeeld',
h»t aangrijpendst te zien. Katholiek 0 en
evangelische geestelijken 'Sltaah bij did
lift, om dg." vertroostingen dier kerkejn
te kunnen geven aan, de slachtoffers,
idie nog leven. Do lijikeaa zlijn alïefmiaal!
Kwart gebrand, de hoofden Vertoonen'
imieostaü geen neus, jfoeh <ooren, ,'gtëen
oogen meer, zien er iu|it ate giuvwalitke
Wwbrt© hiljartballen, veelal zjjn boenen
en nrnVen of andere lichaamlsdeelen afgef
ficheurd. Dan de doordringende .geur van
het verbrande mensehenvleesch. En het;
gerochel 'en gegil vae overlevenden, dito
ondragelijk lijden.
Zooafa toen .bij Bochumi, worden ook nu
in Dortmund de d'oodon m Irimge rijen in
wjt steno in een löods gelegd. Ik heb dim
loods toen bezocht. Eindeloozfe reien voir-
inen 'n honderd dlooden.
Voor de hekken spelen z,ic|h| •i.r.n-jMw
tooneeïen va,n smiart «n Woetld af. B,ijl
ieder m.rjnongjiuk: blijven de ijzeren hok
ken en po.orten herm,aü-'ch gesloten.'
Hel wolk zou in zijn zkuielooza woede
en smart alles kort en klein slaan, wan-
Sneer het Weid toegelaten. Eu w|at zóu
het er voor vooriacl vun hebben Te róJ-
flen valt aan toch niöts.Dok ia Itót diel
gewoonte 'bij mijnratojoien. dat del dtar
ienlren pas na urai «1 overzicht govern,
oveï deuitgsferflidhtM Van dwrarrap,adat
kan niet andeïs. Want hat duurt meestal
langen tijd, voordiat onderzocht is, hoa-
We (arbeiders zich in d«a. mijn bqfvjnjl
den, of het ongel,uk mi.-Scl-ien beperkt is,
of er misschien velen kunnen worden
feered. Maar het is te begrijpen, dat die
imlenigte in haar opwinding! niet wilj
whchtèn en z,oo krijgt men dan bijna altijd j
te z'ien, -dat de politie en die gendarmerie
gedwongen zijn, om' de niet meer naden
kende menigte -utii elkander te jagen.
Na een paar dagen worden dan de lij
ken in de doodkisten gelegd en hij, elkianj
der gezetin oeiW loods. Onoverzienbaar
Kïj!n 'meer dan honderd .van die grootef
iziw'are E'uitscho doodkisten. "Op ied'era
kist legt m'en writ da doodte nog b'ij!
zich bad, toén hij omhoog weird gebracht.
Dte lijken moeten wor-den geïdentificeerd',
Want zoïfs de naamplaatjes ga,an bij zulk
elementaire spel der hatuu,rkrachten vets
loipen. D'e woede van dö menigte is nu
meestal bedaard. De'simlart en da versla
genheid hebben de overhand gekregen,
Nul wojrdt iedereen, die wil1, toegelaten,
0d- pui begint het zheken naar vaders,
zonen, broeders en vrienden. Iets miaor
lugubers heb ik nooit in mijn leven gefciem
Tusschen, voor en axihter all die lijkkisten
Iveidringen 'zich 'honderden. Moeizaiam
blijft er plaats om de deksels ,op 'te
tillen. In heel de gewelddiga loods hoor
(jfc niets anders dan huilen, kreten, van
ontzetting, als iemland «en doode herkent,
kreten van wanhoop dergenen, dia geen
dierbaren meer kunnen vinden. Er waren
nog ontlzlettend'er dingen te zien. Maar
Üelz'en Iat'en zic.h onmogelijk beschrijven.
Kort daarop worden dan de slachtoffers
van hun donkeren arbeid in twee massa?
31) 0—
Doch Marobod bleef koud bij haar ge-
jamlmer. Met -over elkander geslagen ar
men stond hij voor haar en vestigde den
blik op het bonte weefsel aan zijne voeten.
Eensklaps werd de deur van het ver
trek haastig opengerukt en Hartmut ver
soheen op den drempfel.
„Vergeving, 0 koning", sprak hij miet
haperende stem, „zoo ik u een onwelko
me bode ben; maar ik durf niet\wzwjj'.
gen wat ik zooeven vermam."
Marobod hief het hoofd op. „Roe,"
sprak hij, „is de maat nog nik voij
verbergt de wolk, die boven ons \angt,
nog meer bliksems in haren selioot MV at
heb ik nog te verliezen, wat zou ilAnog
te duchten kunnen hebben?"
„Door de legerplaats vliegt de tijing,
dat de Goth niet verder dan een diag|is
van den Koningshof staat, en de grocin
van het land in zijn gevolg zijn.' i
„Goed dunkt,'mij de tijding, die gij ijj
brengt; ik zal nu spoedig van all'e zorgl
ontheven zijn.
„Wat wilt gij doen, mijn gebieder'.?,*
„Op mijn brieschenden hengst wil i"
graven begraven. D'e Katholieken samen,
d® Eivangel'ischen sam,en.
In Dortmund is de verslagenheadi enorm.
De sombere stad is nog veel somlherJei!
id;an an Iers, omdat overall do vlaggen
halfstok wjaaien. Over do stad ligt het
eeuwig somlber gordjjn van rook en smlook
uitgebreid, waardoor de z'onnehal dikKvijls
niet haar liciht kan zendlaai.
En onderwijl', vlak naast den diood', slaat
het eeuwig werkende hart der industrie
verder. Geen stoomlralmior staakt. Geen'
hand arbeidt minder. Meer zjeïfs. Want
honderd vijf en dertig m'annen zijn dood,'
Geen man daalt er m'jnïer om af in de
mijnen. Nachtploeg volg't opi daigploegh
O', het is een hard geziiiucht, als je kor-t
na riulk een ramp bij een mijn staat en
feliet, hoe al die honderden mannen met de
liften weer naar beneden gaan, alsof- er'
•in den omtrek niets Was gebeurd. Sp
spiedt onwillekeurig naar de uitdrukking
der oogen dier mannen, wiier beroep z'oo
gevaarlijk is, die altijd wesp blootstaan
aan ontploffingen, die altijd rwosten vree-
|zen voor de vernietigende schrecfe van
Iden zwarten dood. Maar je ziiet geenr
angst of vrees. Meestakkonde onverschil
ligheid, koud fanatisme. Dan ga ja in, do
donkerte door de sombere mjijnsitrekeif
njaat huis en je dankt aan dija mannen,
die nu bij duizendtallen werken onder den.
aardgrond', diep, gew eldig diep .meestal, bii
het [rinkelend schijnsel van hun m'ljnlamlp
■en houwen en houwen den, zkvhrtan diar
mant iE!n in de. stai.ifl het stilt Theaters
oepnbare vermakelijkheden zijn gesloten.
De rouwe keert in zooVete-huizien.
Mijnongeluikiken blijven ontzlettende ram
pen der onoverziienhaarhei'd.
AMERIKA
Dc Hibuldiging van een vrouwe
lijke goeverncnr van den staat
Texas.
Als iets heel bijzonders, als „noch nicht
dagewesen" werd in den Noord-Am'eri-
kaansrhen staat, Texas de verkiezing be
schouwd van een vrouwelijke goeverneur
die men goevernante zou kunnen noemen,
wanneer niet die naam voornamelijk word
gebru'kt van een privee kinderleerares
en juffrouw.
De inhuldiging van deze goevernante
111 'b aar hoofdstad Austin op 21 Jan.
j.l. is een enorme plechtigheid geweest
Dc New-Yorksche correspondent van de
N. Rott.-Courant, meldde daarover het
volgende;
Toen ota negen uur de deuren van het
regeeringsgebouw gesloten werden, was er
ook geen vierkante centimeter ruimte vrij
gelaten. De mensahen zaten als de tradi
tioneele haringen in een ton. De belang
stellenden waren reeds voor zonsopgang
begonnen de groote zalen te vullen. Bui
ten stuwde en woelde de m'enigte, in do
hoop toch iets van alle fraaiigheid te
zien te krijgen. Eindelijk klokslag twaalf
terwijl de Texaansche artillerie Austin
deed dreunen door het gebulder 4®r ka
nonnen die ter eere van den aftredenden
goevGMcur-ww den-afgeschoten, trad- ..Me
Ferguson" aan den arm' van hajair voor
ganger de vergaderzaal in.
Haar kleed was eenvoudig, doch buiten
gewoon sierlijk. iZe droeg juweelen noch
andere sieraden. Ook had zij geen bloemen
in de hand. Ook geen waaier of taschie.
Slechts droeg zij losjes weg drie vol ge
typte velletjes papier, waarop haar inn|u-
guratiespeech stond gedrukt. Achter haar
aan stapte. „Ma,'s" echtgenoot, Jajnes Fer
guson, die zes jaar geleden op zoo tragi
sche wijze zijn baantje als gouverneur
van Texas verloren had. Hierop volgden
de dochters Ferguson, en een kleinzoontje.
Terwijl deze processie zich voortbe
woog speelde het. Austiniaansche miiziek-
,cörps de landelijke en van verbeeldings
kracht getuigende naam van „De oude
grijze merrie" dragend, het lied: „En do
oogen van Texas zijn op u gericht!'
Ergens boven op een tribune was een
eereplaa.tsje ingeruimd voor May Peterson
een Texaansche schoone, die eens roem
voor haar staat had geoogst la'ls zangeres
van de New-Yorksche opera. Deze ex-
prima donna had reeds den geheelen
morgen als .cowboy uitgedost op een grijze
oude merrie gezeten de stad doorgereden.
Maar hare krachten bleken onuitputte
lijkzij stond op haar eereplaatsje en
vuurde de toc'h al geestdriftige aanwezi
gen aan en toonde zich een begaafde
dheerlcidster. Weldra was de zaal' niet
meer te houden: zij was een en al uitbun
dige hartstocht en onbeteugelbare opwin
ding. De aftredende goeverneur glimlach
te. Maar Ma vond het niets leuk. Klaar
blijkelijk was zij nog niet in de stem
ming, of misschien ook zat de speech
haar dwars.- De voorzitter, of was het
ten strijde uittrekken, ik alleen tegen dui
zenden en hun -mijn leven bieden, opdat
miet do bespotting mijner knechten mijhe
schreden volge."
„Gun het verraad niet zulk een roem,"
smeekte Harmut bewogen. „Beroof u niet
van den troost in uw zoon een wreker
van al den u aanged'ane.n smlaiad op te
voeden."
,Hij mag naar de onderrichting zijner
moeder luisteren; zij verstaat het, heiden*
te vormen en tot geluk te voeren."
Eadegonde's wangen vlamden vari
toorn, maar zij bedwong zich; de bood
schap des krijgers vervulde bare ziel met
angstige bezorgdheid: zij wist al te goed
welken haat de edelen van het volk tegen
haar voelden en wilde niet in hunDe han
den vallen.
„Mij derhalve wilt gij aan uwe vijanden
ovarleveren sprak zij met trillende lip
pen. „Meent gij, dat de dochter van Chuo-
domar de grootmoedigheid van den nieu
wen heerscher zou willen inroepen om uw
zoon tot speerdrager van een geitenhoe
der vernederd te zien? Wilt gij sterven,
zoo dood eerst mij en uw zoon, opdat wij
niet m dienstbaarheid vervallen!"
Met starenden blik zag de koning zijn
vrouw aan.
„Eed uw leven, mijn vorst," drong
ceremonimeester, trachtte de zaal. totkaliml-
te te brengen, dreigde per slot de inaugu
ratie tc moeten uitstellen. Het hielp alles
niets. Vijftien miputen nadat de hoofdper
sonen waren binnen gekomen, raakte men
tot bedaren. Maar het was van slechts
heel korten duur. Een klein als page aan
gekleed jongetje trad op het podium' en
overhandigde „Ma" een groote bouqet
rozen, American Beauties. Dat bracht de
eerste glimlach op het verontruste gelaat
van de toekomstige landsvrouw. En dit
werd een nieuwe reden tot gejuich.' Alles
moet zijn tijd hebben. Per slot had het pu
bliek zich moe geschreeuwd. De predikant
van de Episcopaalsche gemeente ging de
menigte voor in het gebed. Toen volgden
andere formaliteiten. De vice-goeverneur
werd beëedigd. Eindelijk was het oogen-
blik voor „Ma" zelve aangebroken. Zij'
stond op en trad eenige stappen naar
voren. Maar dit zelfde oogenblik verhief
ook May Peterson zich van haar- eerezetel
De mruziek zette. in. May Peterson zong
een hoogst toepasselijk lied.„Put on
your old gray bonnet...." En weerrgak-
te het volk buiten, zich zelve van opge
wondenheid en vreugde. Het liep1 werke
lijk de spuigaten uit. En intussehen wocli
te Ma. rustig tot de storm' weer wat be
daard zou zijn. Naast Ma stond de chief
justice, mët in zijn handen een klein bij
beltje, het zelfde bijbeltje, dat vijf-en-
zeventig jaar geleden gebruikt was toen
de eerste goeverneur, dien de staat Texas
gehad heeft, geïnaugureerd werd.
Haast onhoorbaar herhaplde Ma Ferg-
gueon de woorden van den eed die haar
werden voorgezegd. Daarop kuste zij' het
kleine oude bijbeltje en nam' haar plaats'
weer in. Er werd den aftredenden goever
neur nog eens gelegenheid gegeven voor
het voetlicht te verschijnen. Hij hield zijn
afscheidsrede. Toen stelde liij aan den
vb Ike voor: „Hare Excellentie de Goe
verneur
Onnóodig te zeggen, dat weer de toe
hoorders zich. te buiten gingen aan uitin
gen van opgewondenheid die geen men-
sc'hclijke hand beschrijven kan. Miss Pe
terson kwam weer im'et haar lied van de
oude grijze muts voor den dag, het mu
ziekcorps verzekerde nog eens, dat alle
oogen van Texas op Ma gevestigd waren,
en tot slot zong men de Star Jpangled
Banner.
%'h schijnt het er nog toe gekomen te
zijn, dat Ma haar-' intree-rede hield. Zij
sprak heel eenvuodig. In haar rede was
niets dat zelfs een kind niet had kunnen
begrijpen. Zij wendde zich in ootm'oed tot
haar raadsleden om hulp en bijstand. Zij
zinspeelde, met vrouwelijken tact op het
probleem dat op het oogenblik in Texas
het actucelste is. n.l. dat der Ku Ktux
Klan, maar deed dat in zulke bewoordin
gen, dat zij de feestelijke stemlming zelfs
voor den meest verwoeden aanhanger van
dat genootschap niet bedierf. Tot slot
hién zij haar hoofd fieur op «n sprak
met nadruk de vrom'e bede uit: „Met
liefde voor allen, en haat tegen niemland,
-JLeitrouwend. op God. wijd ik mijn leven
aan Texas."
Dat was het eind. Van deze luidruch
tige plechtigheid ten minste. Maar de
eigenlijke jool begon pas. Den heel'en
dag hoste m'en door de straten. Toen het
donker genoeg geworden was, begonnen in
alle zalen die er' zich wel en niet voor
leenden bals en danspartijen. Het voor
naamste was dat in liet Senaatsgebouw,
waar Ma het bal openen zou met haar
kleinzoontje naast zich. Maar zij' had be
loofd ook elders tegenwoordig te zijn. Men
wenschte haar tegenwoordigheid overal en
tezelfder tijd. Officieel is zij' op drie bals
geweest. Maar hoevelen zij onofficieel
door haar tegenwoordigheid heeft opge
luisterd vindt men in de annalen van
Texas, niet vermeld.
Op den Zondag Qninqnagesi'ma-
Epistcl I v. d. H. Paulus tot de Corinth.
XIII 1—13.
Broeders! al sprak ik dc taal der men
schen en der engelen, indien ik geene
liefde heb, ben ik als eene klinkendelsehel
en eeen luidend metaal. En al' had il» de.
gave der voorzegging, dat ik alle weten
schap bezat, en ,al had ik (a) het geloof,
zoo dat ik bergen kon verzetten, indien'iil
geene liefde heb, ben ik niets. Al deelldiö
mijne goederen uit tot spij'ée der armen,
en al gaf ik snijn lichaam1 over om' te
branden, indien ik geene liefde heb, baat
het mij niets. De liefde is" verduldig, zij
is goedhartig; de liefde is niet afgunstig',
zij handelt niet,lichtvaardig, zij" is niet op
geblazen, zij" is niet eerzuchtig; zij" zoekt
I
Hartmut aan, „red bet voor hen, die u
dierbaar zijn. Geloof' mij, de dag zal ata-
breken, die u vergelding brengt; weldra
zal het volk inzien, dat het een eik vel
de, om' een doornstruik in zijne plaats
te zetten."
„Ja, Iaat ons vluchten, Marobod," zeide
Eadegonde teeder en sloeg haar .arm' .om
zijn hals, „Nog wenkt ons een lang léven;
ook in den vreemde kunnen wij gelukkig
zijn; blijven wij vereenigd, dan laat zich
alles verdragen. Laat ons bijeenrapen
wal i k aan edele schatten sinds vele
jaren vergaderd heb; het is genoeg, om
zonder zorg te leven."
En do kening gaf1 gehoor aan de vlei
taal van zijn vrouw en trok uit zijn burg
met haar en zijn zoon, en Hartmut ver
gezelde hem' met de getrouwen, die zijn
lijfwacht vormden. De krijgers van zijn
leger begeleidden hem' zwijgend tot de
poort; niemand versperde hem den weg.
In de richting van den Danubius verwij
derden zij zich op goede rossen en kwa
men bij Drusus, den veldheer van Vinde-
licië. Voorkomend ontving de Eom'ein den
koning, die zoo lang Bomë's schrik ge
weest was; hij toonde hem aan zijne krij
gers en zeide tot hen, dat hij een over
winning behaald Had zonder zwaard of
speer, om welke zelfs zijn vader, de
hare eigenbaat niet, stij wordt niet toornig
zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich
niet over de ongerechtigheid, maar ver
heugt zich over de waarheid; zij' laat bi-
les over haar gaan, zij gelooft allies, zij
hoopt alles, rij verdraagt alles. De liefde
zal nooit vergaan; mtor hetzij voorzeg
gingen zij zullen ten einde lbojien; hetzij
talen, zij zullen ophouden; hetzij weten
schap, zij zal te niet gedaan worden;
want de wetenschap en profetie die wij nu
hebben zijn onvolmaakt. Maar -wripneer
hetgeen volmaakt is komt, zal het onvol
maakte vernietigd worden. Toen ik een
kind was, sprak ik als een kind, oordeelde
ik als een kind, dacht ik als een k'ind.
Maar nu ik een mrin ben geworden, heb
ik al het kindsclie afgelegd. Wij zien nu
door eenon spiegel in een raadsel, maar1
dan van aanschijn tot laianschijn. Nu ken
ik ten deele, maar dan zil ik kennen, ge
lijk ik gekend worde. Nu blijven deze
drie: geloof, hoop en liefde, maar de
liefde is de voornaamste van deze.
Evangelie, Lucas XVIU 3143.
In dien tijde nam Jezus de twaalf tot
zich, en zeide hun: ziet, wij gaan naar
Jeruzalem', en alles zal volbracht worden,
wat door de Profeten van den Zoon des
menschen geschreven is. Want Hij zal
aan de Heidenen geleverd, bespot, gegee-
seld en bespogen wordenen nadat zij
hem zullen gegeseld hejjhen, zullen zij
hem dooden, en hij zal ten derden dage
verrijzen. E11 zij verstonden hier niets van
en dit woord was voor hen verborgen, en
zij begrepen niet hetgeen er gezegd werd.
En het gebeurde, toen Hij Jericho naderde
dat een blinde hij den weg zit te bedelen.
En als die de m'enigte hoorde voorbij
gaan, vroeg hij, wat 'twas?Zij zeiden
hem dan, dat Jezus van NaZareth voorbij
ging. En hij riep, en zeidè: Jezus, Davids
zoonontferm u mijner. En die voor
uitgingen, bestraften hem, opdat hij' zonde
zwijgen. Maar hij riep veel mrier:. Davida
zoon.! ontferm U mijner. Jeuzs stond dan
stil, en gebood dat imen hem' zoude Wjj
HeM brengen. En als hij' naderde, vroeg
Hij hem, en zeide: wat wilt gij" dat ik u
doe? Hij antwoordde: Heer, dat ik zien
mag. En J ezus zeide hemwordt ziende,
uw geloof heeft u genezen. En terstond
zag hij, en volgde Hem', en verheerlijkte
God. En al het volk dit ziende, loofde
God.
Een tevredene.
't Was in de jaren, dat Frq&arilc Wil
lem IV op zijn reis door de Westelijke
provinciën even ta WeZel vertoefde. D'e
voorstc-ldjngen en die' païadö waxan vlnsl
afgelhopen en de koning Hal nog een half
uur over voor zijn vertrek. De kleine
vesting met haar ."or.iklend Neder-RijnseH;
karakter had weinig interessants; waar
zou men den koning mbe bezig nouden?
De comniandanc de't stad. had een goeden
invjaï.
-Majescedt, d - pudste man-van het
Rijk woont in Wez'eïi
Kom dan gaan w"e eens naar hei»
toe.
De oude Gomp.rfzi was destijds 106 jaar
owl, gewoonlijk zat hij in zijn leuning-
stdgl! to' rooken, terwijl hij, gelzond van
lichaam en geest, in alles belang stelde
wat -er rondom hem geahujrde. Men had
hem Het bezoek van den koning aange-
zfegd 'en toen de vorst binnenschreed,
stonfd (hij op. De koning verztociht hafnï
weer te gaan zitten en informeerde mlet
blijkbare belangstelling naar de bijziondeu'3
tongelegenbeden en -de gjeiziondheid van
den ouden man, die va,n zijn kant zonder
ide minsts verlegenheid., de hum gedane
vragen 'beantwoordde; daarbij: hield hji
zijn pijp in den njond.
ik zou u zoo gaarne een aandenken
Van mie geven, zei de koning biji het af-
sriheid, vertel me eens, wat zloudlt go'
gaarne hebben?
Majesteit, antwoordde, de ouid'e man,
ik' dank u voor uw goede bedoeling, maar
ik heb alles wat ik noodig heb' en. ik! heb
niet m'eer te wenschen.
Zooiets was den koning nog nooit over
komend Verbaasd sprak hij den grijsaard
aanj
Wat. Hebt ge niets te wenschen? On
mogelijk, f'geen Vstervelinjg <i«i zonder'
wensc'h.
Het oog van den oude dwaalt over tiet
gevolg des koninjgs; men kan het necif
aanz'ien, dat hij toch een wensch neeft,
iriaar tij durft hem niet goad uitspreken.
Eindelijk komt 'hij er tos.
(.Majesteit, da dokter wil1, dat ik
eiken dag een uur op de vestingwal da
wandelen-. Dan most ik op een pas of wat
machtige keizer hem: benijden moest. Daar
op zond hij hem onder eervol geleide
naar Rome I).
VII.
Op denzelfden dag, dat Marobod naar
den vreemde trok, haalde ook Iring zijn
paard uit de stallen des koningswant hij
achtte het niet raadzaam' nog longer to
vertoeven. Ook hem had de hoop bedro
gen; aan 's konings zijde had hij gemeend,
over den gehaten vijand te zegevieren en
nu naderde deze als overwinnaar. Wïer-
heen bij zijne, schreden zou richten, wist
hij nog niet. Een, ding echter begreep hij
in den Koningsburg van Marobod was
voor hem geen heil meer te vinden. De
grond begon hem reeds onder de voeten te
branden, toen hij de dreigende blikken
der Markomjnnen op zich gericht zag. Hij
kwam zich voor als een m'an, die in het
midden var. een stroom' zwemt en aan
beide oevers vijanden ontwaart.
Onbemerkt bereikte hij de poort doch
daar vielen de waalczam'e wlalc'hten hem'
in den teugel.
„Waarbeen, wakkere held.?." riep men
hem- toe.
„Och.! wacht toch nog een wijle. Uwe
vrienden zijn nabijzij zullen zich ver
hengen reeds een wapenmakker hier te
vinden."
EEN GEG.EVEN PAARD.
A. Die sigaar vaii je" kon Ifetó.
hoont
B. 'OoH, een cadeauiljei van mijn
zhvfager, en een gegeven paaj(K moet je
nu eenmiaal niat in den bek zien
X. Maar ook een ander niet in den
mtond steken.
IOP E'EN „WELDA'DIGHEfDiS."-BUREAU.
Het je voor die kaart, waarop dlaat:
„Goed voor 'een gulden bramffotof'', turf
of steenkolen gekocht?
Tjaibak, was ,'t antwoord.
EEN VLUGGERT. I
'Koto jó, 'palfc een.3 even iriee nan.
Dat kan ik 'niet.
Waarom niet? 1
Ik sta torih met m''n Handen in m'n.
zlaki.
KMit: „De vorige weeK .Kei) ik ""dep
hemd gemist en nu breng je mij .twiea
kapotte handdoeken d'Le niet van mij zijn.'!
Waisch!baa.s. „Dat zijn geen handdoeken
dat is liet hemd waarover u zoo'n drukte
maakt.!'
VISCH-BEIGNETS.
ld de schelvisch erg klein, Jqli kan-
men van een paar visschen vjscfc-bedgnetsi
jmiaken. Men kookt de visch. Haalt er al
(de graten uit en maakt z'e fijn.
Men maakt dan een m'assa van de viscii'
imfati 1 ei. 11/2 lepel boter, 4 ai 5 lepels
bloemt, 1/2 kopje m|e!k, tpelper, ziput e(a
nootmuskaat en wat peterselie, allesi goed
dooreen mengen Dan neemt men. telkens
een eetlepel, vol, rolt. d-> in beigneitivoiim!
en Haalt ze door geklopt e^'wlit en daamaj
.door paneermeel. Zo worden dan gebakP
tóen in kokendheets boter .of half boter*
half plantenvet
'PANNE KOEK a LA KRArNlAiPODSKY-
Bijzonder lekkere p'annetóbeken bakt men
op de volgend© wijzfe.
r/2; pond 'bloem. 1/2 L. inbijt,.! eieren, (to
beetje z'out.
'Men mengt, de bloom1 en. H'at Kout en dn
melk dooreen. Langzaam de melk toevoö.
gendie en goed roerende, 'zoodot m-eri 'n
mliooi glla'd deeg krijgt zOnJler klontjes. Do
eieren klopt mdn '7 min,uiten, met twee voi(-
ken en doet die dian ook al roerend® bij da
mlahsa. Dan laat m'en alles1 1/2 uifr staan.
Men blaKt dan in goeie boter 'die koödk'n
laajn beid© kanten bruin, vlak vóór z'a g«-
jbrudkt worden. Ufiit o» boVengeno-eandle
-hoeveelheid ka.n men 6 mooi®, grootst
koeken brikken.
het kruitmagazijn voorbij en dan rospt mie
de schildwacht altijd al van verra toe:
Pijp weg'! Ik loop,heel langjzhaim'; djns
gaat de pijp geregeld, uit. Wanneer Uwe
Majesteit mij een genade wil bgwiizlon
wjl dan last geven, dat men mij rustig iaat
rook;e-n, ik zal: '1 'heel voorzichtig' dóen,
alleen zloo, dat de pijp niet uitgaat. Roo
ken was van jongsaf mijn grootste genot.
De koning is geheel verbluft door diï
merkwaardig verzoek.
Dat is dus uw eenig verlangen?
Ja, Majesteit, en ik- .zloul gelukkig
zijn, alls u mij dit won toestaan.
Van dien dag af mocht dge oude Gorol
pertz op zijn wandeling rustig doorrookan.
Van deze gunst hjeft hij nog twee iaar
genoten en is toen in den ouderdom van
108 jaar gestorven.
Uit het leven van Paganiui.
Tegen het einde van het jaar 1832 -ber
voiii Paganini Hielh in het hospitaal te!
Parijs. Enkele vereerders 'zónden hem een
zonderling geschenk, namelijk een kloirnjp'.
P'aganini w'ist ecf ter een grap te wiaar1-
deeien en wreekte z'icii op- een eigenaar
dige' mrinier. Een aer dienstipfoisjea uit
het gasthuis, een meisje van 18 jaar hadj
hem haar nood geklaagd, dat haar ver
loofde aangewezen was om aio soldaat
tie Denc-n. Een plaatsvervanger ta krij
gen was onmogelijk, want geen van. bei
den (beschikte over 1500 francs.
Paganini' beloofde te helpen en daartoe
moest- de klomp; gijn Kerst?,e&'chenk, dief
nen. Aanstonds ging. hij aan den arbeid,
ami van 'zijn klomp ean muziekinstrument
tie knaken, en toen beirn dit gelukt wa3,
liet hij hakend imiaken, dat hij op dein kjo-
knlernde® NieiUwjaarsaag oen concert zóu
geven. Eerst zou hij eeti vioolconaerlj
gevóin 'en dan een instrument van eig'au
vinding 'bespelen. Natuurlijk werd er -go-
vochten om de plaat-en en betaald® nron
fabelachtig hooge priji'sn, en toen Pagac
„Wel ia," sprak een der krijgers,
„nog hebt gij geen loon ontvangen voor
nwe trouwe diensten. Katwalda zal ons
nooit vergeven als wij u zonder aanden
ken laten vertrekken.'-'
„Hangt hem- op, den verraderl" riep
een tweede.
„Daar ginds aan het moeras sljarit een
verdorde boom; hij zal trotsoh worden op
zulk een zeldzame vrucht."
„Toch niet," merkte een derde aan, „het
slechtste hout is nog te goed voor zulk
een schurk. Wij zullen hem' in het moeras
laten zinken gelijk een overspeHflsjjfo'ouw."1
„Zendt hem naar den Gesar rriep een
andere; „hij betaalt hoog loon voor zulke
lieden.'
„Laten wij oni' hem' dobbelen," her
nam' de eerste, „zulk een goede vangst
deden wij niet in langen tijd. Wie heml
wint, verkoopt hem aan den nieuwen
heerscher."
Met luid gelach werd de .voorslag be
groet; zij sleurden Iring van het paard
en sloten een kring om hem.
1) Tiberius wees Marobod Ravenna als
verblijfplaats aan, wajair hij na, 18 jaar
stierf.
3 ("Wordt vervolgd.)