Tweede Blad ZATERDAG 21 FEBRUARI 1*25 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland FEUILLETON Tot hoogen prijs. Kerknieuws Gemengd Nieuws. Het hoekje van humor. Voor de Keuken. DUITSCHLAND De mijnramp bij Dnitiuuml. De vreeselijke mijnramp- bïj, Dortmund ga|f tien Belgischen correspondent van' „Do Tijd" de navolgende 'beschrijving van zwo'n ramp in do pen, dia hiji had mede- gemaakt bij! .Boc'huim in 1910. Daar al di« groote mijn rampen op elikaar gelijken, palst de 'beschrijving van we Bocliumikshei ■vólkomen op de Dortmiumische ramp. „Kort na het ongeluk toenmaals was ik Iniet ieen 'bevrienden kapelaan toiit iin do hoivengrondsche gebouwen van de mijn,' doorgedrongen. V.oor dia hekken en poor ten stonden honderden weenende en tien rende vrouwen. De mfanigto wlerl in bo- dwfflng gehouden door bereden (gjemdar-, mlan, die niot kiesfceurjg waren. Bij elk! groot mijnongeluk is het nu, eenmjaal ajé- wlooate, om op de allereerste! plaats da miijndireette en de 'miijnmagnaton ta w- wenscbe-n gn te vervloeken. Op ziulk ©eni dag 'wordt ook altijd direct da loonkwastifl acuut. De menschep winden zfch aan "elkander op, door i.2 laagte d'er looneni tf> vergelijken inrit de^nortmla hoogte der wiinsten der ondernemers. Voor zoo'n Ibeotja Snoot je den dood in, wordt er dan gestookt. Depie ongeluksdagen waran war© ■vréHrashlagen voor die propaganda onder (do arbeiders, Vroeger diaden dit da 30* cianMihnocraten. Thans bézórgen aat smerig werkje de communisten. lift ide groote lift, Waarin anders dp kolonw,ttgentjes naar hoven worden ge bracht, is het ontzettende drama, dial zich iu den schoot der aarde heeft afgespeeld', h»t aangrijpendst te zien. Katholiek 0 en evangelische geestelijken 'Sltaah bij did lift, om dg." vertroostingen dier kerkejn te kunnen geven aan, de slachtoffers, idie nog leven. Do lijikeaa zlijn alïefmiaal! Kwart gebrand, de hoofden Vertoonen' imieostaü geen neus, jfoeh <ooren, ,'gtëen oogen meer, zien er iu|it ate giuvwalitke Wwbrt© hiljartballen, veelal zjjn boenen en nrnVen of andere lichaamlsdeelen afgef ficheurd. Dan de doordringende .geur van het verbrande mensehenvleesch. En het; gerochel 'en gegil vae overlevenden, dito ondragelijk lijden. Zooafa toen .bij Bochumi, worden ook nu in Dortmund de d'oodon m Irimge rijen in wjt steno in een löods gelegd. Ik heb dim loods toen bezocht. Eindeloozfe reien voir- inen 'n honderd dlooden. Voor de hekken spelen z,ic|h| •i.r.n-jMw tooneeïen va,n smiart «n Woetld af. B,ijl ieder m.rjnongjiuk: blijven de ijzeren hok ken en po.orten herm,aü-'ch gesloten.' Hel wolk zou in zijn zkuielooza woede en smart alles kort en klein slaan, wan- Sneer het Weid toegelaten. Eu w|at zóu het er voor vooriacl vun hebben Te róJ- flen valt aan toch niöts.Dok ia Itót diel gewoonte 'bij mijnratojoien. dat del dtar ienlren pas na urai «1 overzicht govern, oveï deuitgsferflidhtM Van dwrarrap,adat kan niet andeïs. Want hat duurt meestal langen tijd, voordiat onderzocht is, hoa- We (arbeiders zich in d«a. mijn bqfvjnjl den, of het ongel,uk mi.-Scl-ien beperkt is, of er misschien velen kunnen worden feered. Maar het is te begrijpen, dat die imlenigte in haar opwinding! niet wilj whchtèn en z,oo krijgt men dan bijna altijd j te z'ien, -dat de politie en die gendarmerie gedwongen zijn, om' de niet meer naden kende menigte -utii elkander te jagen. Na een paar dagen worden dan de lij ken in de doodkisten gelegd en hij, elkianj der gezetin oeiW loods. Onoverzienbaar Kïj!n 'meer dan honderd .van die grootef iziw'are E'uitscho doodkisten. "Op ied'era kist legt m'en writ da doodte nog b'ij! zich bad, toén hij omhoog weird gebracht. Dte lijken moeten wor-den geïdentificeerd', Want zoïfs de naamplaatjes ga,an bij zulk elementaire spel der hatuu,rkrachten vets loipen. D'e woede van dö menigte is nu meestal bedaard. De'simlart en da versla genheid hebben de overhand gekregen, Nul wojrdt iedereen, die wil1, toegelaten, 0d- pui begint het zheken naar vaders, zonen, broeders en vrienden. Iets miaor lugubers heb ik nooit in mijn leven gefciem Tusschen, voor en axihter all die lijkkisten Iveidringen 'zich 'honderden. Moeizaiam blijft er plaats om de deksels ,op 'te tillen. In heel de gewelddiga loods hoor (jfc niets anders dan huilen, kreten, van ontzetting, als iemland «en doode herkent, kreten van wanhoop dergenen, dia geen dierbaren meer kunnen vinden. Er waren nog ontlzlettend'er dingen te zien. Maar Üelz'en Iat'en zic.h onmogelijk beschrijven. Kort daarop worden dan de slachtoffers van hun donkeren arbeid in twee massa? 31) 0— Doch Marobod bleef koud bij haar ge- jamlmer. Met -over elkander geslagen ar men stond hij voor haar en vestigde den blik op het bonte weefsel aan zijne voeten. Eensklaps werd de deur van het ver trek haastig opengerukt en Hartmut ver soheen op den drempfel. „Vergeving, 0 koning", sprak hij miet haperende stem, „zoo ik u een onwelko me bode ben; maar ik durf niet\wzwjj'. gen wat ik zooeven vermam." Marobod hief het hoofd op. „Roe," sprak hij, „is de maat nog nik voij verbergt de wolk, die boven ons \angt, nog meer bliksems in haren selioot MV at heb ik nog te verliezen, wat zou ilAnog te duchten kunnen hebben?" „Door de legerplaats vliegt de tijing, dat de Goth niet verder dan een diag|is van den Koningshof staat, en de grocin van het land in zijn gevolg zijn.' i „Goed dunkt,'mij de tijding, die gij ijj brengt; ik zal nu spoedig van all'e zorgl ontheven zijn. „Wat wilt gij doen, mijn gebieder'.?,* „Op mijn brieschenden hengst wil i" graven begraven. D'e Katholieken samen, d® Eivangel'ischen sam,en. In Dortmund is de verslagenheadi enorm. De sombere stad is nog veel somlherJei! id;an an Iers, omdat overall do vlaggen halfstok wjaaien. Over do stad ligt het eeuwig somlber gordjjn van rook en smlook uitgebreid, waardoor de z'onnehal dikKvijls niet haar liciht kan zendlaai. En onderwijl', vlak naast den diood', slaat het eeuwig werkende hart der industrie verder. Geen stoomlralmior staakt. Geen' hand arbeidt minder. Meer zjeïfs. Want honderd vijf en dertig m'annen zijn dood,' Geen man daalt er m'jnïer om af in de mijnen. Nachtploeg volg't opi daigploegh O', het is een hard geziiiucht, als je kor-t na riulk een ramp bij een mijn staat en feliet, hoe al die honderden mannen met de liften weer naar beneden gaan, alsof- er' •in den omtrek niets Was gebeurd. Sp spiedt onwillekeurig naar de uitdrukking der oogen dier mannen, wiier beroep z'oo gevaarlijk is, die altijd wesp blootstaan aan ontploffingen, die altijd rwosten vree- |zen voor de vernietigende schrecfe van Iden zwarten dood. Maar je ziiet geenr angst of vrees. Meestakkonde onverschil ligheid, koud fanatisme. Dan ga ja in, do donkerte door de sombere mjijnsitrekeif njaat huis en je dankt aan dija mannen, die nu bij duizendtallen werken onder den. aardgrond', diep, gew eldig diep .meestal, bii het [rinkelend schijnsel van hun m'ljnlamlp ■en houwen en houwen den, zkvhrtan diar mant iE!n in de. stai.ifl het stilt Theaters oepnbare vermakelijkheden zijn gesloten. De rouwe keert in zooVete-huizien. Mijnongeluikiken blijven ontzlettende ram pen der onoverziienhaarhei'd. AMERIKA Dc Hibuldiging van een vrouwe lijke goeverncnr van den staat Texas. Als iets heel bijzonders, als „noch nicht dagewesen" werd in den Noord-Am'eri- kaansrhen staat, Texas de verkiezing be schouwd van een vrouwelijke goeverneur die men goevernante zou kunnen noemen, wanneer niet die naam voornamelijk word gebru'kt van een privee kinderleerares en juffrouw. De inhuldiging van deze goevernante 111 'b aar hoofdstad Austin op 21 Jan. j.l. is een enorme plechtigheid geweest Dc New-Yorksche correspondent van de N. Rott.-Courant, meldde daarover het volgende; Toen ota negen uur de deuren van het regeeringsgebouw gesloten werden, was er ook geen vierkante centimeter ruimte vrij gelaten. De mensahen zaten als de tradi tioneele haringen in een ton. De belang stellenden waren reeds voor zonsopgang begonnen de groote zalen te vullen. Bui ten stuwde en woelde de m'enigte, in do hoop toch iets van alle fraaiigheid te zien te krijgen. Eindelijk klokslag twaalf terwijl de Texaansche artillerie Austin deed dreunen door het gebulder 4®r ka nonnen die ter eere van den aftredenden goevGMcur-ww den-afgeschoten, trad- ..Me Ferguson" aan den arm' van hajair voor ganger de vergaderzaal in. Haar kleed was eenvoudig, doch buiten gewoon sierlijk. iZe droeg juweelen noch andere sieraden. Ook had zij geen bloemen in de hand. Ook geen waaier of taschie. Slechts droeg zij losjes weg drie vol ge typte velletjes papier, waarop haar inn|u- guratiespeech stond gedrukt. Achter haar aan stapte. „Ma,'s" echtgenoot, Jajnes Fer guson, die zes jaar geleden op zoo tragi sche wijze zijn baantje als gouverneur van Texas verloren had. Hierop volgden de dochters Ferguson, en een kleinzoontje. Terwijl deze processie zich voortbe woog speelde het. Austiniaansche miiziek- ,cörps de landelijke en van verbeeldings kracht getuigende naam van „De oude grijze merrie" dragend, het lied: „En do oogen van Texas zijn op u gericht!' Ergens boven op een tribune was een eereplaa.tsje ingeruimd voor May Peterson een Texaansche schoone, die eens roem voor haar staat had geoogst la'ls zangeres van de New-Yorksche opera. Deze ex- prima donna had reeds den geheelen morgen als .cowboy uitgedost op een grijze oude merrie gezeten de stad doorgereden. Maar hare krachten bleken onuitputte lijkzij stond op haar eereplaatsje en vuurde de toc'h al geestdriftige aanwezi gen aan en toonde zich een begaafde dheerlcidster. Weldra was de zaal' niet meer te houden: zij was een en al uitbun dige hartstocht en onbeteugelbare opwin ding. De aftredende goeverneur glimlach te. Maar Ma vond het niets leuk. Klaar blijkelijk was zij nog niet in de stem ming, of misschien ook zat de speech haar dwars.- De voorzitter, of was het ten strijde uittrekken, ik alleen tegen dui zenden en hun -mijn leven bieden, opdat miet do bespotting mijner knechten mijhe schreden volge." „Gun het verraad niet zulk een roem," smeekte Harmut bewogen. „Beroof u niet van den troost in uw zoon een wreker van al den u aanged'ane.n smlaiad op te voeden." ,Hij mag naar de onderrichting zijner moeder luisteren; zij verstaat het, heiden* te vormen en tot geluk te voeren." Eadegonde's wangen vlamden vari toorn, maar zij bedwong zich; de bood schap des krijgers vervulde bare ziel met angstige bezorgdheid: zij wist al te goed welken haat de edelen van het volk tegen haar voelden en wilde niet in hunDe han den vallen. „Mij derhalve wilt gij aan uwe vijanden ovarleveren sprak zij met trillende lip pen. „Meent gij, dat de dochter van Chuo- domar de grootmoedigheid van den nieu wen heerscher zou willen inroepen om uw zoon tot speerdrager van een geitenhoe der vernederd te zien? Wilt gij sterven, zoo dood eerst mij en uw zoon, opdat wij niet m dienstbaarheid vervallen!" Met starenden blik zag de koning zijn vrouw aan. „Eed uw leven, mijn vorst," drong ceremonimeester, trachtte de zaal. totkaliml- te te brengen, dreigde per slot de inaugu ratie tc moeten uitstellen. Het hielp alles niets. Vijftien miputen nadat de hoofdper sonen waren binnen gekomen, raakte men tot bedaren. Maar het was van slechts heel korten duur. Een klein als page aan gekleed jongetje trad op het podium' en overhandigde „Ma" een groote bouqet rozen, American Beauties. Dat bracht de eerste glimlach op het verontruste gelaat van de toekomstige landsvrouw. En dit werd een nieuwe reden tot gejuich.' Alles moet zijn tijd hebben. Per slot had het pu bliek zich moe geschreeuwd. De predikant van de Episcopaalsche gemeente ging de menigte voor in het gebed. Toen volgden andere formaliteiten. De vice-goeverneur werd beëedigd. Eindelijk was het oogen- blik voor „Ma" zelve aangebroken. Zij' stond op en trad eenige stappen naar voren. Maar dit zelfde oogenblik verhief ook May Peterson zich van haar- eerezetel De mruziek zette. in. May Peterson zong een hoogst toepasselijk lied.„Put on your old gray bonnet...." En weerrgak- te het volk buiten, zich zelve van opge wondenheid en vreugde. Het liep1 werke lijk de spuigaten uit. En intussehen wocli te Ma. rustig tot de storm' weer wat be daard zou zijn. Naast Ma stond de chief justice, mët in zijn handen een klein bij beltje, het zelfde bijbeltje, dat vijf-en- zeventig jaar geleden gebruikt was toen de eerste goeverneur, dien de staat Texas gehad heeft, geïnaugureerd werd. Haast onhoorbaar herhaplde Ma Ferg- gueon de woorden van den eed die haar werden voorgezegd. Daarop kuste zij' het kleine oude bijbeltje en nam' haar plaats' weer in. Er werd den aftredenden goever neur nog eens gelegenheid gegeven voor het voetlicht te verschijnen. Hij hield zijn afscheidsrede. Toen stelde liij aan den vb Ike voor: „Hare Excellentie de Goe verneur Onnóodig te zeggen, dat weer de toe hoorders zich. te buiten gingen aan uitin gen van opgewondenheid die geen men- sc'hclijke hand beschrijven kan. Miss Pe terson kwam weer im'et haar lied van de oude grijze muts voor den dag, het mu ziekcorps verzekerde nog eens, dat alle oogen van Texas op Ma gevestigd waren, en tot slot zong men de Star Jpangled Banner. %'h schijnt het er nog toe gekomen te zijn, dat Ma haar-' intree-rede hield. Zij sprak heel eenvuodig. In haar rede was niets dat zelfs een kind niet had kunnen begrijpen. Zij wendde zich in ootm'oed tot haar raadsleden om hulp en bijstand. Zij zinspeelde, met vrouwelijken tact op het probleem dat op het oogenblik in Texas het actucelste is. n.l. dat der Ku Ktux Klan, maar deed dat in zulke bewoordin gen, dat zij de feestelijke stemlming zelfs voor den meest verwoeden aanhanger van dat genootschap niet bedierf. Tot slot hién zij haar hoofd fieur op «n sprak met nadruk de vrom'e bede uit: „Met liefde voor allen, en haat tegen niemland, -JLeitrouwend. op God. wijd ik mijn leven aan Texas." Dat was het eind. Van deze luidruch tige plechtigheid ten minste. Maar de eigenlijke jool begon pas. Den heel'en dag hoste m'en door de straten. Toen het donker genoeg geworden was, begonnen in alle zalen die er' zich wel en niet voor leenden bals en danspartijen. Het voor naamste was dat in liet Senaatsgebouw, waar Ma het bal openen zou met haar kleinzoontje naast zich. Maar zij' had be loofd ook elders tegenwoordig te zijn. Men wenschte haar tegenwoordigheid overal en tezelfder tijd. Officieel is zij' op drie bals geweest. Maar hoevelen zij onofficieel door haar tegenwoordigheid heeft opge luisterd vindt men in de annalen van Texas, niet vermeld. Op den Zondag Qninqnagesi'ma- Epistcl I v. d. H. Paulus tot de Corinth. XIII 1—13. Broeders! al sprak ik dc taal der men schen en der engelen, indien ik geene liefde heb, ben ik als eene klinkendelsehel en eeen luidend metaal. En al' had il» de. gave der voorzegging, dat ik alle weten schap bezat, en ,al had ik (a) het geloof, zoo dat ik bergen kon verzetten, indien'iil geene liefde heb, ben ik niets. Al deelldiö mijne goederen uit tot spij'ée der armen, en al gaf ik snijn lichaam1 over om' te branden, indien ik geene liefde heb, baat het mij niets. De liefde is" verduldig, zij is goedhartig; de liefde is niet afgunstig', zij handelt niet,lichtvaardig, zij" is niet op geblazen, zij" is niet eerzuchtig; zij" zoekt I Hartmut aan, „red bet voor hen, die u dierbaar zijn. Geloof' mij, de dag zal ata- breken, die u vergelding brengt; weldra zal het volk inzien, dat het een eik vel de, om' een doornstruik in zijne plaats te zetten." „Ja, Iaat ons vluchten, Marobod," zeide Eadegonde teeder en sloeg haar .arm' .om zijn hals, „Nog wenkt ons een lang léven; ook in den vreemde kunnen wij gelukkig zijn; blijven wij vereenigd, dan laat zich alles verdragen. Laat ons bijeenrapen wal i k aan edele schatten sinds vele jaren vergaderd heb; het is genoeg, om zonder zorg te leven." En do kening gaf1 gehoor aan de vlei taal van zijn vrouw en trok uit zijn burg met haar en zijn zoon, en Hartmut ver gezelde hem' met de getrouwen, die zijn lijfwacht vormden. De krijgers van zijn leger begeleidden hem' zwijgend tot de poort; niemand versperde hem den weg. In de richting van den Danubius verwij derden zij zich op goede rossen en kwa men bij Drusus, den veldheer van Vinde- licië. Voorkomend ontving de Eom'ein den koning, die zoo lang Bomë's schrik ge weest was; hij toonde hem aan zijne krij gers en zeide tot hen, dat hij een over winning behaald Had zonder zwaard of speer, om welke zelfs zijn vader, de hare eigenbaat niet, stij wordt niet toornig zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar ver heugt zich over de waarheid; zij' laat bi- les over haar gaan, zij gelooft allies, zij hoopt alles, rij verdraagt alles. De liefde zal nooit vergaan; mtor hetzij voorzeg gingen zij zullen ten einde lbojien; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij weten schap, zij zal te niet gedaan worden; want de wetenschap en profetie die wij nu hebben zijn onvolmaakt. Maar -wripneer hetgeen volmaakt is komt, zal het onvol maakte vernietigd worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, oordeelde ik als een kind, dacht ik als een k'ind. Maar nu ik een mrin ben geworden, heb ik al het kindsclie afgelegd. Wij zien nu door eenon spiegel in een raadsel, maar1 dan van aanschijn tot laianschijn. Nu ken ik ten deele, maar dan zil ik kennen, ge lijk ik gekend worde. Nu blijven deze drie: geloof, hoop en liefde, maar de liefde is de voornaamste van deze. Evangelie, Lucas XVIU 3143. In dien tijde nam Jezus de twaalf tot zich, en zeide hun: ziet, wij gaan naar Jeruzalem', en alles zal volbracht worden, wat door de Profeten van den Zoon des menschen geschreven is. Want Hij zal aan de Heidenen geleverd, bespot, gegee- seld en bespogen wordenen nadat zij hem zullen gegeseld hejjhen, zullen zij hem dooden, en hij zal ten derden dage verrijzen. E11 zij verstonden hier niets van en dit woord was voor hen verborgen, en zij begrepen niet hetgeen er gezegd werd. En het gebeurde, toen Hij Jericho naderde dat een blinde hij den weg zit te bedelen. En als die de m'enigte hoorde voorbij gaan, vroeg hij, wat 'twas?Zij zeiden hem dan, dat Jezus van NaZareth voorbij ging. En hij riep, en zeidè: Jezus, Davids zoonontferm u mijner. En die voor uitgingen, bestraften hem, opdat hij' zonde zwijgen. Maar hij riep veel mrier:. Davida zoon.! ontferm U mijner. Jeuzs stond dan stil, en gebood dat imen hem' zoude Wjj HeM brengen. En als hij' naderde, vroeg Hij hem, en zeide: wat wilt gij" dat ik u doe? Hij antwoordde: Heer, dat ik zien mag. En J ezus zeide hemwordt ziende, uw geloof heeft u genezen. En terstond zag hij, en volgde Hem', en verheerlijkte God. En al het volk dit ziende, loofde God. Een tevredene. 't Was in de jaren, dat Frq&arilc Wil lem IV op zijn reis door de Westelijke provinciën even ta WeZel vertoefde. D'e voorstc-ldjngen en die' païadö waxan vlnsl afgelhopen en de koning Hal nog een half uur over voor zijn vertrek. De kleine vesting met haar ."or.iklend Neder-RijnseH; karakter had weinig interessants; waar zou men den koning mbe bezig nouden? De comniandanc de't stad. had een goeden invjaï. -Majescedt, d - pudste man-van het Rijk woont in Wez'eïi Kom dan gaan w"e eens naar hei» toe. De oude Gomp.rfzi was destijds 106 jaar owl, gewoonlijk zat hij in zijn leuning- stdgl! to' rooken, terwijl hij, gelzond van lichaam en geest, in alles belang stelde wat -er rondom hem geahujrde. Men had hem Het bezoek van den koning aange- zfegd 'en toen de vorst binnenschreed, stonfd (hij op. De koning verztociht hafnï weer te gaan zitten en informeerde mlet blijkbare belangstelling naar de bijziondeu'3 tongelegenbeden en -de gjeiziondheid van den ouden man, die va,n zijn kant zonder ide minsts verlegenheid., de hum gedane vragen 'beantwoordde; daarbij: hield hji zijn pijp in den njond. ik zou u zoo gaarne een aandenken Van mie geven, zei de koning biji het af- sriheid, vertel me eens, wat zloudlt go' gaarne hebben? Majesteit, antwoordde, de ouid'e man, ik' dank u voor uw goede bedoeling, maar ik heb alles wat ik noodig heb' en. ik! heb niet m'eer te wenschen. Zooiets was den koning nog nooit over komend Verbaasd sprak hij den grijsaard aanj Wat. Hebt ge niets te wenschen? On mogelijk, f'geen Vstervelinjg <i«i zonder' wensc'h. Het oog van den oude dwaalt over tiet gevolg des koninjgs; men kan het necif aanz'ien, dat hij toch een wensch neeft, iriaar tij durft hem niet goad uitspreken. Eindelijk komt 'hij er tos. (.Majesteit, da dokter wil1, dat ik eiken dag een uur op de vestingwal da wandelen-. Dan most ik op een pas of wat machtige keizer hem: benijden moest. Daar op zond hij hem onder eervol geleide naar Rome I). VII. Op denzelfden dag, dat Marobod naar den vreemde trok, haalde ook Iring zijn paard uit de stallen des koningswant hij achtte het niet raadzaam' nog longer to vertoeven. Ook hem had de hoop bedro gen; aan 's konings zijde had hij gemeend, over den gehaten vijand te zegevieren en nu naderde deze als overwinnaar. Wïer- heen bij zijne, schreden zou richten, wist hij nog niet. Een, ding echter begreep hij in den Koningsburg van Marobod was voor hem geen heil meer te vinden. De grond begon hem reeds onder de voeten te branden, toen hij de dreigende blikken der Markomjnnen op zich gericht zag. Hij kwam zich voor als een m'an, die in het midden var. een stroom' zwemt en aan beide oevers vijanden ontwaart. Onbemerkt bereikte hij de poort doch daar vielen de waalczam'e wlalc'hten hem' in den teugel. „Waarbeen, wakkere held.?." riep men hem- toe. „Och.! wacht toch nog een wijle. Uwe vrienden zijn nabijzij zullen zich ver hengen reeds een wapenmakker hier te vinden." EEN GEG.EVEN PAARD. A. Die sigaar vaii je" kon Ifetó. hoont B. 'OoH, een cadeauiljei van mijn zhvfager, en een gegeven paaj(K moet je nu eenmiaal niat in den bek zien X. Maar ook een ander niet in den mtond steken. IOP E'EN „WELDA'DIGHEfDiS."-BUREAU. Het je voor die kaart, waarop dlaat: „Goed voor 'een gulden bramffotof'', turf of steenkolen gekocht? Tjaibak, was ,'t antwoord. EEN VLUGGERT. I 'Koto jó, 'palfc een.3 even iriee nan. Dat kan ik 'niet. Waarom niet? 1 Ik sta torih met m''n Handen in m'n. zlaki. KMit: „De vorige weeK .Kei) ik ""dep hemd gemist en nu breng je mij .twiea kapotte handdoeken d'Le niet van mij zijn.'! Waisch!baa.s. „Dat zijn geen handdoeken dat is liet hemd waarover u zoo'n drukte maakt.!' VISCH-BEIGNETS. ld de schelvisch erg klein, Jqli kan- men van een paar visschen vjscfc-bedgnetsi jmiaken. Men kookt de visch. Haalt er al (de graten uit en maakt z'e fijn. Men maakt dan een m'assa van de viscii' imfati 1 ei. 11/2 lepel boter, 4 ai 5 lepels bloemt, 1/2 kopje m|e!k, tpelper, ziput e(a nootmuskaat en wat peterselie, allesi goed dooreen mengen Dan neemt men. telkens een eetlepel, vol, rolt. d-> in beigneitivoiim! en Haalt ze door geklopt e^'wlit en daamaj .door paneermeel. Zo worden dan gebakP tóen in kokendheets boter .of half boter* half plantenvet 'PANNE KOEK a LA KRArNlAiPODSKY- Bijzonder lekkere p'annetóbeken bakt men op de volgend© wijzfe. r/2; pond 'bloem. 1/2 L. inbijt,.! eieren, (to beetje z'out. 'Men mengt, de bloom1 en. H'at Kout en dn melk dooreen. Langzaam de melk toevoö. gendie en goed roerende, 'zoodot m-eri 'n mliooi glla'd deeg krijgt zOnJler klontjes. Do eieren klopt mdn '7 min,uiten, met twee voi(- ken en doet die dian ook al roerend® bij da mlahsa. Dan laat m'en alles1 1/2 uifr staan. Men blaKt dan in goeie boter 'die koödk'n laajn beid© kanten bruin, vlak vóór z'a g«- jbrudkt worden. Ufiit o» boVengeno-eandle -hoeveelheid ka.n men 6 mooi®, grootst koeken brikken. het kruitmagazijn voorbij en dan rospt mie de schildwacht altijd al van verra toe: Pijp weg'! Ik loop,heel langjzhaim'; djns gaat de pijp geregeld, uit. Wanneer Uwe Majesteit mij een genade wil bgwiizlon wjl dan last geven, dat men mij rustig iaat rook;e-n, ik zal: '1 'heel voorzichtig' dóen, alleen zloo, dat de pijp niet uitgaat. Roo ken was van jongsaf mijn grootste genot. De koning is geheel verbluft door diï merkwaardig verzoek. Dat is dus uw eenig verlangen? Ja, Majesteit, en ik- .zloul gelukkig zijn, alls u mij dit won toestaan. Van dien dag af mocht dge oude Gorol pertz op zijn wandeling rustig doorrookan. Van deze gunst hjeft hij nog twee iaar genoten en is toen in den ouderdom van 108 jaar gestorven. Uit het leven van Paganiui. Tegen het einde van het jaar 1832 -ber voiii Paganini Hielh in het hospitaal te! Parijs. Enkele vereerders 'zónden hem een zonderling geschenk, namelijk een kloirnjp'. P'aganini w'ist ecf ter een grap te wiaar1- deeien en wreekte z'icii op- een eigenaar dige' mrinier. Een aer dienstipfoisjea uit het gasthuis, een meisje van 18 jaar hadj hem haar nood geklaagd, dat haar ver loofde aangewezen was om aio soldaat tie Denc-n. Een plaatsvervanger ta krij gen was onmogelijk, want geen van. bei den (beschikte over 1500 francs. Paganini' beloofde te helpen en daartoe moest- de klomp; gijn Kerst?,e&'chenk, dief nen. Aanstonds ging. hij aan den arbeid, ami van 'zijn klomp ean muziekinstrument tie knaken, en toen beirn dit gelukt wa3, liet hij hakend imiaken, dat hij op dein kjo- knlernde® NieiUwjaarsaag oen concert zóu geven. Eerst zou hij eeti vioolconaerlj gevóin 'en dan een instrument van eig'au vinding 'bespelen. Natuurlijk werd er -go- vochten om de plaat-en en betaald® nron fabelachtig hooge priji'sn, en toen Pagac „Wel ia," sprak een der krijgers, „nog hebt gij geen loon ontvangen voor nwe trouwe diensten. Katwalda zal ons nooit vergeven als wij u zonder aanden ken laten vertrekken.'-' „Hangt hem- op, den verraderl" riep een tweede. „Daar ginds aan het moeras sljarit een verdorde boom; hij zal trotsoh worden op zulk een zeldzame vrucht." „Toch niet," merkte een derde aan, „het slechtste hout is nog te goed voor zulk een schurk. Wij zullen hem' in het moeras laten zinken gelijk een overspeHflsjjfo'ouw."1 „Zendt hem naar den Gesar rriep een andere; „hij betaalt hoog loon voor zulke lieden.' „Laten wij oni' hem' dobbelen," her nam' de eerste, „zulk een goede vangst deden wij niet in langen tijd. Wie heml wint, verkoopt hem aan den nieuwen heerscher." Met luid gelach werd de .voorslag be groet; zij sleurden Iring van het paard en sloten een kring om hem. 1) Tiberius wees Marobod Ravenna als verblijfplaats aan, wajair hij na, 18 jaar stierf. 3 ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1925 | | pagina 5