Tweede Blad NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 8 NOVEMBER 1924 De vroolijkheid in den arbeid feuilleton Verdwenen. Uit de Pers Kerknieuws Land- en Tuinbouw. Voor de Keuken. Het hoekje van humor. vraag en antwoord; Gemengd Nieuws. Gesprongen Handen- f Ruwe,Schrale Huid en Huidwondjes Springende Lippen PU ROL per doos 30-60-90c. Tuben ÖOc. Bij Apoth. en Drogisten. Wij hebben voortdurend een strijd te strijden, een zegepraal te behalen: het is de strijd tegen de moeilijkheden, de zege praal over de hindernissen van onzen lichamelijk en of geestelijken arbeid, dien wij dagelijks te verrichten hebbein. Immers zoo dikwijls wij ot de krua aa van oi.s lichaam: ot de vermogiens van onzen geest vruchtbaar willen aanwenden, gevoeleh wij eene vijandelijke macht, die zlohl bui len of binnen ons tegen ouz'e krachten of vermogens aankant. Om die macht te ove^Winnen wordt inspanning, lust en moed gevoidehd. Die mismoedige-, de droef getestige ziet daartegen op. Hij vreest de handen aan het werk te slaan; bij stelt zich de moeilijkheden veel grooter voor dan zij zijn; en zoo vrees «n eigenbelang lietm niet toelaten over te gjaa.n tot de orde van den dag; dat is niets doen, dan zal hij werken, ja. maar weinig) en traag1 tot groot© ontevredenheid van anderen 0.1 meer nog van zichz-elven. De opgeruimde, de yroolijke daarente gen 'ziet de moeilijkheden gaarne onder da oogen. Zij strekken meer om beam aan te yurein dan om hem at te schrikken; hij maakt van ee"1 mug een olifant, en zoo er werkelijk: een olifant is, beproeft ui' het om dien door een mug le verjagen; wamt hij weet het bij ondervinding da,t de metnsch veel kan, als hij, maar wil; hij begtij-pt. d;at men afthans beginnen moet om gedaan werk te krijgen. En nadat hiji zich' eerst lustig de nanden heeft ge wreven, raapt hij a.l zijn krachten te' za- m-eti en streeft al zingend aaar het voor gestelde doet. Deze yroolijke geestdrift ondersteunt hem maakt hem het werft? licht; en eene gelukkige uitkomst beves tigt itl'etm- do waarheid, da,t lustige ar beid oejvr alles negepraalt. Men vro-9' eens aan iemand, die ii) weinige jaren van kletiirhandel'aar 'n. groot- handelaar was geworden, door welke mid-> delen hij zijn schaapjes op 't droge had gekregen. Door dezte drie antwoordde hij door eten eerlijken handel een zui nige huishouding, en, een lachend gelalat. Inderdaad behalve dat dte vroolijlke, gelijk wij gezien -hebben, in zijn arbeidt in zyli negotie heter slaagt en daarvan meer voordeel trekt, is de lach voor den koop man, den winkelier bovenal een voor waarde waarvan het welslagen, de bloei zijner zaak grootenldeels afhangt. 'EteOi lachend vriendelijk gelaat lokt meer Man- ten naar den- winkel dan dei prachtigste uitstalling of de grootste advertentie, en- laat bij d© k'oopers zlulk een aapgenamkn indruk na, dat dez'em met plezier hum We- ztoek herhalen en alleen van dien vroo- lijken heer wenschen bedi-end te worden. .Verbeeld ,u daarentegen in een winkjsll een meneer mtet een ernstig en stuursch' getóbht, die zfcb niet scfhikt naar 'thuf- meur van den kooper, niet pledic nstig, niet aangenaam in den onlang is: de koopers gaan voorbij, alsof zij op- zijn gepicht al's -op leen. bordje hebben getezén: „bier heerscht eeii aanstekende ziekte". Het lachen is een prohaat middell 01» veel geld te verdienen; dat heeft de ro manschrijver Victor Hugo ondetrvondetn. Die heeft met zijn roman L'hbjmlmtej qui rit, de man die lacht. 100.000 gulden, ver diend, een somrr.fetje wgawn-ee niet te lachen valt. En hier ben- fid waar ikl nog weiZiSn moest namelijk op- Jhet gebied van -deb arbeid des gieeste Vroolylkheid, opgewektheid is voor bami die de krachten van zijne ziel aan d&n( -dienst van wetenschap- en kubist wil1 wjjr -detl -een noodzakelijke vereischte. Is htet gemoed lustig gestemd, dan is de geest heftfeider en -doordtdngPnider, die vdpbeeh ding levendiger en vruchtbaarder; rijke gedachten en geestige invallen komen als vainzelve te voorschijn, uilgtedoscht in een glöpasten en netten vorm-, „De- Btij}- is de meftisch". Hij -die dit yermaaiide woord ge&proken heeft, de geleerde Buüfon, eOn der 'keurigste schrijvers van Franklijijk1, nam nooit de pen op- als hij zich' niet vroolijk gestemd gevoelde. Zijn studeer vertrek en zijn kleeding, 'f moest alles op zfcjn Zondagsch, dat is vroolijk, qrpgel- ruimd wegen zou-. Andere schrijvers brach ten zich in die gewenschte stemming, door, voordat gij zich tot schrijven zetten eletmge malen al lachende een vroolijk huppelende beweg-ing door de- kamer ,te maken, of bij; bet sp-elen der piano de '4® op het diaphragma aan het daUseni te brengen. Gelukkig! voor hen, wanneer zjulke on schuldige middelen genoegzaam! zijn, en 61) .0- Zij behoefde niet lang te wachten. On middellijk nadat de straatdeur achter d'e detectives en hunne gevangenen geslo ten Was, kwam- de heer Blak© de- kamer binnen, gevolgd door juffrouw Daniel's etn eene andere dame, wier dichte sluier ein lange mantel praar onvoldoende de voorname gelaatstrekken en .de statige gestalte van de Gravin de Mirac verbor gen. De verrassing had hare uitwerking,; Lu,ttra wa.s blijkbaar voor het oogen^ blik overrompeld. „Juffrouw Daniels!riep. zij', haar beide handen verlangend toestekend. ..Mijne lieve mevrouw 1" antwoordde de goede vrouw, die handen in de hare ae- ffiepid, maar op eene eerbiedige wij-zla een gevolg van den dwang, dien'da téisen- W00™iSbeid va,n den heer Blake haar oplegde. „Zie ik u eindelijk weer en ;n -Vetdigjieid?" „Gijl moet gedacht hébben; dat ik mi> wamg bekommerde over den angst, dien l keke-r wist, dat gij zoudt voelen," zeide «e schoone, jonge vrouw, terwijl zij arm zij nipt tot verderfelijke hu» toevlucht behoeven te nem-en, Zoo verhaalt Eugène de Mire-court dat de geniale maar diep gezonken dichter Alfred de Musset door een gjeheim verdriet gefolterd- weid, het Welk hij', 200 dikwijls als hij zich rot schrijven zette verdreef door middel van eein füesch brandewijn. Gelijk d'e vroolijkheid een middel is. om dën arbeid moedig: te beginnen en met- goed gevolg door te zielten, evenz-ooi.is zij! ook het -beste middel omi ziebi van, den- arbeid uit te spannen. Uitspanning! is den arbeid'zamen zoo noodlzaikelijfc als de adean haling- voor het ie-ven. Een werklztetem Idven Wonder uitspanning noemt eenl wijze: den lange reis zonder herberg. B.esta,at die uitspanning- niet alleen ih een, passieve rust, ma.ar in een hartelijk lachen, eea vroolijk genot, dan werkt zij dubbel krachtig; -dan ve'rd'ient zijl den naam van recreatie, herschepping, dat is een veri frisschiug, eene verkwikking van lichaam dn geest waardoor beide worden m staat gesteld om- de-i onderörofcen arbeid met lust voort te zetten. (Uit „E© vrooïijkhsjd en lüet Lachen" Van pater B. v.a,n Meurs J.f Versleten leuze. „De Standaard" driestart: Niet ten onrechte werd bij het Tariefwetdebat door een spreker van Rechts opgemerkt, dat hij bij de bestrijding van de tarietwet niet veel anders dan oude versleten leuzen had vernomen. Het is alleen merkwaardig, met welk een wijs gezicht en groote zekerheid deze versleten leuzen telkens weer te berde worden ge bracht, als verkondigde men de meest onomstootelijke dingen en de meest waardevolle waarheden. Deze versleten leuzen staan een nuchtere beoordeeling der wijziging van het tarief in den weg. Men zegt bijv. telkens weer: de verhooging zal het leven duurder maken. De drie procent wordt op de waren gelegd en dan nog meer. Want deze verhooging wordt door een ieder, die bij den handel betrokken is, met een paar procent vermeerderd. Reeds werd gezegd, dat de Tariefwet be- teekende duizend opcenten op de inkomstenbelasting. Dit vertoon van zekerheid is noodig, omdat de stelling zelf zoo voos is. Het is moeilijk de gevolgen van een tariefsverhooging te bepalen. Er zijn zeer vele factoren, die tot de prijsbepaling meewerken. Gewoonlijk zijn zij zelfs lang niet alle bekend. Men komt telkens weer. in weerwil van de voorspellingen der deskundi gen, voor allerlei verrassingen to staan. Maar dit is wel zeker, dat er voorbeelden genoeg zijn van een verlaging der prijzen bij verhooging van het tarief. Minister Colijn wees op het gebeuren in Amerika na de invoering van het sterk protectionis tisch Pordney Me. Cumber- tarief. Men vreesde een prijsstijging. Het werd een prijsdaling van ongeveer drie procent. Natuurlijk kan men hier niet zeg gen, dat die daling kwam tengevolge van de tariefsverhooging. Maar zij werd er in elk geval niet door ver hinderd. Het is verstandig hier niet met zoo groote zekerheid te spreken. En het maakte een haast komischen in druk, als men vooral de heeren van den Vrijheidsbond met een geweldig aplomb telkens hoorde voorspellen, wat de gevolgen na van deze, dan van die verhooging' zouden zijn. Ook bij een fiscaal tarief is het niet onmogelijk, zelfs zeer waarschijn lijk, dat de inporteur de verhooging voor zijn rekening nemen zal. In de kamer werden verschillende treffende voorbeelden genoemd, die daarop wijzen. Wij komen nog wel eens op die voorbeelden terug. Maar thans kan reeds wel gezegd, dat de stelling: alles word door de tariefsverhooging duurder, in waar- shg de huishoudster in het verheugde* maar betraand© gelaat zag. Maar ite was weiricelijlk: niet in staja,t d ieis medetedeel®!n, ein Ét' kon dat ook niet doen: zhndar! dal- gein© in gevaar te brengen, omi hetwelk te beschermen Ét mijhe gevoelens zoo veel geweld aandeed .om het huis La ven- laten. Ik bedoel het leven en welzijn van 2'jjln efeenaar, juffrouw Daniels." „Hal wat is dat? ziedde de heer Blake. „Het was dus om mij !t© reddenj, da,t gij' en- in toestemdet hen te volden?" „Ja; wat ztou m-ij anders tot z;ulk eene daad hebben gebracht? Zij, konden mij gddood hebben, ik had er mijl niet om' bekommerd; maar toen 'zSj- begonnen bei- dreigingen tegen u te uiten „Mevrouw Blakef," riep juffrouw D«- nieils uit, terwijl zij- de -opgeheven1 hand hareir meesteres g'reep' en w-eeis opi ;een- Jiillteiefcen, dat den blanken arm- -.even h-ov'efa den p,0ls licht ontsierde. vrouw Blake, wat is dat.?" Ee,n donke-re blos. de eerste, dien ik op haar ongewoon bledk gelaat hadl ge zien, klemde een 0ogenblik hare wangen en 'zij scheen te aarzelen. „Dat was eir niet, toen ik u het laals-t gezien heb, mevrouw. Blake." „Neie-iï," was het langzame antwoord „ik zag mij dien nacht gedwongen mlii- heid omgekeerd evenredig is met de zekerheid, waarmede zij telkens weer word uitgesproken. Niemand zal zich dan ook allicht door dit vertoon laten misleiden. Op den 22sleu Zondag na, Pinksteren. •Epistel v. d. H. Paulus tut idle Philipipijitfen I. 6—11. Broeders! wii' ib-etrouweii op- den Heer Jesus, dat hij. die het goede werk' in u heeft begonnen.'hel ook zal' vo-kiloden tot -op d©n dag van .Jesus Christus; gelijk' het biffijlk is, dat ik' zulk een gevoelen van u allen heb want ik draag u in mijh hiart, bijl mijne boeien, bij. de verdediging- en bevestiging van het Evangelie, u, die allen deelgenoolen vain mijne vreugde zljt. Wa-nt God is mijn getuige, hoe zieer ik n. allen bemin, door de inwendige liefde van Jesus Christu-s. Dit bid ik ook, dat uwe liefde meer en meer toename in wetenschap en in alle kennis, opdat gij nioogt onderkennen, helgene bet beste is. teneinde gij, oprecht en z-'onder aastoot zïjn tot den dag van Christus, vervuld -miet de vruchten d'er rechtvaardigheid, door Jesus Christus, tot eer en lof van. God. Evangelie. Mattheus. XII, 15—21, In fJit-n tijde gingen de Fari-zteërs hene.i eln hielden raad. lioe zij Jesus in zijiie woorden zoude® vangien. En zij zonden hunne leerlingen met eeliige H-erodianen tot Hem, en zeiden: Meestori wij weten dat Gij oprecht zijt en den weg Gods, naar waarheid leert en niemand otntziet, dewijl Gij geen acht geeft op- het aanzien der m.eaisehen. Zeg. ons dan, wat duhlkt U. is het geoorloofd den keizer cijhs te betalen, of aj_et? Dan Jesus kiende hunne boosheid, en .zteide: wat toetst gij mij, gij geveinsden 1 toont mij den ciispienrifng. En zij vertoonden Hem eenen tienlin'g. Eb Jesus zeide hun: wiens beeld en op schrift is dit? Zij zeadem hem: des Kei- zlers Toen zeide Hij hun: geeft dan den Keizer wat den Keizer toekomt, en aan God wat God toekont. WAT ELKE MAAND TE [1JOEN GEEFT (le helft November). Alle hens is op 'tdek. Ikl bedoel: bij goeld weer zljjh alle werkkirachten op -den akker drak'k bezig) met het oogsten ,van de suiker- en voederbieten. In onze streek vallen m z'at-r mee, zoodat na hel verbruik der knolle-n, die er niet veel -4jh, -di.e veehouder straks niet verlegen zit. In deize maand wordt het oogsten voortgezet en komen ook de knolrapen aan de beurt; na de bieten en devworlelen, omdat ze 'béter tegen de vorst kuhnen. Met het 009; op- (Ut laatste, en dewijl zlij licht verf>roeien, moet de bewaarplaats luehtisl en koel éjju. Gaat men tot inkuilen over, dan geschiede dit in smalle hoopen, Welkle gedekt worden met stroo, waarover een dunne laag aaide. Iüiorrapen laten zich in 'tyooijaar niet zoo langl bewaren als de 'bieten; men zoige voor doelmatig© luchtverversching'. Zoowel voor bieten als voor knolrapen gleildt, dat -zte des te duur zamer zijn naarmate het gehalte aan droge stof glrooteT is. De een-a soort duurt dus 1 angler ddn dei andere, en hiermede hoiuiie meln rekening m:et het voederen. De tainst duurzame, dus de wa,terrijfe3te. vervoedere men eerst ©n houde mem het dichtst bij! de hand. Ook del wortels, dia nu nog in dein. grod zitten, moetehi er uit. Men kan ze inkuilen ais fcnqliapati: - ook hier ziorge men yoor een g-oecle venti latie, want wortels rotten licht. Luchtig ,e-n koeil bewaren is daarom- ook' een ver- eischte. Heeft men in schuren of! kelders ruimte genoeg, dan kan men zie daar in dluune lagen uitspreiden, liefst met droog zand er Lusschen. Op gelijke wijz© kan da huismoeder doen, welke 'daartoe ook een kist of diecpen bak' kan gebruiken. Ook ■het wortelloof is ais .veevoeder gtescliiukt. mits niet te veel per dagi; ook dit kan worden .ingekuild. Hoovec-1 men van ge- ■noelmda wortel- .en knolgetwassen m'a!p| voederen? Van wortelen, welk-e in "t bij zonder voor veulens en paarden -zijn -aan te bevelen; tot 10 kiloi pep dag p-er P-aard; en tot 30 kilo voor melkvee. Van knolrapen aan melkvee niet meer dan 10 kilo .per dag. omdat anders melk en boter licht den onaangenameb knollen sm-aak kunnetn krijgen. Van voederbieten tot ongeveer 20 kilo per dag en p-er dier; byi grooterei hoeveel heden -zou de voed-eiing minder voordee- lig kunnen zijn. Met mangels Kaïn' mén •gaan tot 30 kilo, van suikerbieten geve zelf een wondje toe le- brengen. Het is niets; spreek er niet over." _„'Ne|en; -Luttra, -daar kan ik het niet bij laten," 'zleüde haar echtgenoot, naar haar toegaande met een vriendelijk gebie^ déiiden -blik. „Ik moet. niet alleen dat, weten, maai' ook al d'e andere gebeurtez nissen van dien nacht. Hoe hebben zlij n bereikt in d'e schui-l-pilaafs, die! gij gë-, vonden had.t?" „Ik geloof," zeide zijl op een zachle-n toon, waarin etene onbeschrijfelijke smart lag, „dat 'zijl mij- niet zochten, toen zij 't eerst uw huis binnendrongen. Zij! hadt- den gehooid, -dat gïj een rijk man waart, eln het gezichtvan die ladder, die tegeni ddn nieuwen vleugel stond, was te veel voor hein. Inderdaad ik weet, dat zijl ge- komein zjjjn met ,het doel opii te stelen, want zij hadden de-ze kamer tegenover uw- huis gehuurd eenige dagen voor zij eene poging er toe waagden. Gijl beigriiDt, ,zij waren bijna zonder gelid; en ofschoon zij wat begrarien hadden in den kelder vanl heit oud© huis in ^Vermont, durfden z|ij| de stad niet Ven-laten om- het te liaien. ivfijn broeder was echter verplicht dit later toch te doen. Het was een© verrassing voor hein mij in uw huis tel 'zien. Zij had|- den het dak van den nieuwen) vleugel bei- reikt, en lichten juist een tip op van het in©n evenwel hoogstens 1-2 a 16- K|.G. Mest- koeien mogé'n wel wat Uiteer htebbten; paarden daarenteglen dien-e jnten matige hoéveelh'ed-en .toe; voor dteizte zijn worte len beter, o.a. om hun hboger eiwitgehal te. Mangels en bieten zijn te vterkieieri boven fcnol-len; ontvangteri de dieren bi) de knollen niet vrij, wat krachtvoer (eiwit rijk vo©r) dan .vermageren z'e sterk; ook worden melk en boter door den knol- lensmaak minderwaardig1. In -den tuin: Nu het blad valt. ver- ziamrde m:en dit voor de broei-erij: en de bakken: eikenloof is het beste, het gle-elt da meeste warmte en Mer, als het Ver teerd is. de beste aaide. Hark het zooveel mogelijk bij -droos weer, anders rot het SDO-edig en geet ook minder warmte. - Dun ,uw wortelion, welke -in den b'ak hoven den grond konjeii. Haal uw Br.ua selsche Witlof .en Cichoreiwortelen üit den grond, voor delze hard worden Van da vorst; snijd het loof boven den, grond, al en kuil' het in op .rijtjes, met aarde op elke Tij-. Bij sterke vorst met wat loof dekke-n! Bewa-ar uwi appels en neien o,p droge, vorstvrij'e zolders; de kelder is meestal niet droog genoeg en te warm: Zoo mogelijk, breng uw Cofeu'ssen in de warme kas tot het voorjaar. Uw Fuchsia kunt ge, al-s ge geen bak of ka3 hdht. in een vorstvrijen kelder bewaren eerst het jonge lot, dat den matsten zomer eeg'ioeid is, op twee leden na insnjjdeii. in iden winter iteen water geven. Mest -üu uw gazon of grasveld; koe- en paaiden- mest -door elkaar gewerkt, regelmatig uit strooien, zoodat het gras ongeveer bedekt is. Dit werkt beschermend tegen de vorst, en is ook goed voor den groind. Diek' uw ro-zéin: knip eerst bladeren en bloem knopjes weg; maak den stam1 los en buig hem tot. den grond; graaf daar sen kuiltje, diep en groot glenoeg om de- kro-on ör in te berglen. Dek deze toe mét de uitgeworpen aarde. Struikroaen aanhoo- gefn met bla-d of turfstrooisef. (VI. Crt). VLAAMSCHE TOMATEN-RECEPTEN. TOMATENSOEPEN. Eerste manier. Ajuinen hrninén ih vet of boter, aanTegr gein met de noodige hoeveelheid water of bouillon, aardappelen, prei en de tomaten «rof vaneen gesneden bijvoegen, alsook oen snede brood en een laurierblad. Lateuii gaar koken, doorstekten, peper (cavenne- peper). zout en desverlangend kerry bijt Voêgén en nog eens laien dooikoken'. Tweede manier. Botert bloem, peper en zlout in een^kom schikteln, op- -'tyuur zte'ttén al roerende aanlengen met water of bouillon. Torna! tclapurée bijvoegen, alsook tapioca. :en e'n vleescbhalletjes en, naar veitiezen een glas madleirawijn. ©stoofde of gebakken, tomaten, De tomaten in een kom of braadpan schikken in-gesmolten boter of vet; peper en zout aan toevoegen. In den oven, laten bakken of in een gedekte kom' nevens het vuur laten g|aar stoven. OctileVuldei 'tomaten De tomaten uithalen, vullen mét be werkt en glehakt vleesch; met een stukid boter beleggen en ii; den oven laten hakken. („Centrum") HUISHOUDELIJKE WENKEN; Wanneer eieren gekneusd, zijn, kan'maa niet koken zonder een deel van bet wit. te verliezien. Men kan dit beletten door aan het wate'i eten lepeltje 'zout toe ie voegen. Wanneer een tafellaken begint te- veri siyjen. zoo -dat men het niet meer gebiujj- fceh -kan, moet men yan de beste- stukkien dageiykscbe servetten of wel' vingerdoek jes maken. Men heeft slechts de ran-dan om te .zoomen. Van d|e minder go*Ia stukken kan men 'zachte stofdoeken en' wiijfdoeken maken, die ide moeite vah 't zoomen best waard zjjn. Van oude katoe nen lakens m-aakt men behalve stofdoe!- kon ook aaiipakdoelijes voor de pannen, door z© v-ieidubbel opi elkaar te sliÖcfen er «v eten lusje aau te maken voor 't ophan-; gen. Van oude badhanididoéken maakt men' handige wascbbandscboentjes. Ean best middel om kammen schoon te maken is ze te reinigen met oude ,nie(f m'eer eiebruikte tandenborstels rn-et geest ,yan salmiak in wat lauw, water. Naspoelen mlet schoon water. Geprepareerde bloemen ©n bladeren, diq gordijn, dat ik .voor het open vensjer bad neergelaten ik doe altijd. Het vens ter open e-enige minuten voor ik mij! ge reed maak te gaan slapen toen fkf op stond uit den stoel, waarin ik had ziftten Peinzen, en het gas omhoog draaide. Ik was heizigl mijn haar uit te kam|mlen, en zoo herkenden, zjj mij natuurlijk terstond. Onmiddellijk gaven -zij een geheim; teeken, dat ik, helaas! maar al te goed berkande-, en bevalen my, terwijl zij neerburkteini. 'het licht uit te -doen, opdat zij veiligl kon-dein binnehkomab!. Eerst was jk' te zeter ontsteld om de gevolgen van mijn© handeling in te zien, 'eb met de vage ge dacht©. dat zij mijne schuilplaats hadden ontdekt en glékomen waren omi mijl raad t-n bijstand te yexleenen, deed ik, wat zij Zeiden. Terstond lichtten zijl bet Sordijn op ©n kwamen binnen, terwjjl ihunna groote gestalten dreigend en onheils-peF lend uitkwamen bijl het zlwaikke ljcht van da verre gaslantaarn opi de straat. „Wat wilt gij?" waren mijne eersta woorden, göuit met 'eene steim, die ik bjjina niet als de mijne kon berk'ennien, waarom sluipt gij zoo naar mij toe in den pacht en door een open venster vjjftigj voet vap' den grond Zijt gij niet bang, dat men u z'al ontdekken en terugsturen naar de gevangenis, waa-raff gij ontsnapt zijt?!' Smaakt het niet, bestje anten? Smaken wel', maar miserabel 1 1 „Janl, Jan! riep juffrouw Meijer haar man toe, „ik hoor een inbreker ben®- dienl" Jan sprong,: snel hst bed uit, kleedde zich in allerijl aan en vloog; de kam-er) uit. Toen -het een paar minuten still bleef, riep juffrouw Meijer: „Jank Jan. wsax bén jé?" „Hiel' ben ik." „Wat ben je op de vliering? Wat doe je ■daar?" „Je Zei toch dat et boneden een inbre ker was?" „Maar jufrouw, kunt n; dan absoluut uw k©us niet makeu? U lrefbt nu al Cor- p-eiHe, Hacine, Molière; alletoaajl be>- roemd© dichters." Klant: „Dat is wel1 zlool, maar ziet u, die klassieke dichters zju-Uen z'oo slecht uitkom-en' bij mïj-n moderne antóublement." 'T WAS TOCH EEN VAN DE DRIE. Onderwijizet; „Wie liet Rome in brand steken?" Leerling): „Hector." Onderwijzer: „W-el' neenj, hoe kom ie er hij?" .Leerling: „-Care," Ondeiwijzei-„Maar hoe Heb ik het nu met je?" „Leerling:: „Dan w,as'bet Nero; in elk geval één van de honden vah! m-'h' buur man." HET NOODZAKELIJK GEVOLG. Pietlersens hebben een auto tegen woordig. 1 Ja, Z'e cha,uffeeren aTejniaal: pa;. de drie z'oons en de vier dochters:. En wie beeft dein wagen bet meest? De reparateur. r stoffig zijn geworden, krijgt -men schoon door z'e in een neteldoeksche lap te wikL kal'en en dez'e boven de stoom van kokend water te houden. Wit pluche kan men weer keurig trisch' doen uitzien, door bet terdege met meel in te wrijven en bet meelt er daternal Weet? nil te Moppen. Het meel daan-oor glel- bruikt moet heel droog zijn. Roestvlekken verwijderen door de vlek geregeld in ie wrijven met citroensap ©n ziout. Een jongeman y#n vïer-en-twintig iaar, die met zijn moeder te Bagïiotet, een .voor stad Van Parijs samenwoonde, beeft Maan dagochtend Zjjn ruoeder, doodgeschoten en in idlgu loop iv_ain dein dag ook (zich Sjelf va,n het -leven beroofd. Van de aanleiding tot deiz.© Verschrikkelijke daden is! niets be kend. D:e beide slachtoffers: leefden heel rustig, vow voover bujen .weten, in- goede verstandhouding. Zij' verkeerden, Jn groote nooddruft. Charles .Gates Dim Iedereen in Europa, kent den naam van dein thans gelkozlen vice-president der Ver. Statein, WaJ't bij is de man yan Hetl pla'a dat de gronidstag werd yan de internatio nale samenwerking to-t reconstructie vah betel Europa en tot oplossing der Ruitsche scha-devergoedingscpiaies-tie, Ids,' vau ide -po- litielk. Dawes heeft -zich -ook in deze laak gtetoond als eten mten-van-zakeh bij! uitstek D© oud brigadier-generaal, belast met bet nikooipein voor liet Amerikaunscixe exnedi- tiedeger in Fiankrijsk, de directeur vkiï h©t federal a begrooiingsbureau, de voor zitter van die sub-commissie v|an de i «1- lieerde Commissie yan Herstel, de slchrijl- Ver Van een aantal economische "werken, is een rusteloos werker, een man Va|u Vten- bluffend doorztettingSvermogeu, een rede-- naar met vuistslag-en en paradoxen, dia rijn tegenstandiers afe het hem- IriJsfj, opieet. ofwel 'ze .minachtend links laat liggen' sd die daarom- Idoor die tegenstanders ook vel de Amerikaanse he wouldb&Mus'soljni genoemd woidt. Hiji past ais- realist goed naast Coolidge, wien bij', naar som-migan melenen, met zljjn .st-erken geest .zelfs zal bciheepscben. D-azie rijke bankier-polbitï-cu's musiciuisi heelt den leeftijd berei-kt van 59 jarein. T - Hun antwoord deed mijn bloed verstil ven eb bracht mij tot bezinning yan, wat ik gedaan had door aJdus twee ontsnapte gevangenen toe te staan een buis' bin nen te dringen dat hiet hat mij'nle was. „Wij hebben geld noodigt en wij zijn voor niets bevreesd, nn gij', hier zijjt." Én Wonder zich aan mijn uitroepi van af grijzen te storen, deelden zij mij koeltjes méde, dat zij zouden blijven wachtten', waalr zij, waren, tot iedereen ju huis sl'.iep fln dan van mij- verwachtten, dat ik hun den weg wees naar de zilverkast, of wat nog beter was, de brandkast, of waar het -ook was, dat de beer Bltek'e, rijn- geld bewaarde. Ik zag; dat zij| mij yoor eene dienstbode hielden, wat ik werkelijk ook was; en ©enige oogeniblikkien gelukte het mij nog d-ie positie iin bun; oog te •behouden. Maar toen z'jj. jn eene plotse linge uitbarsting van woede by' mii-ne Weigering hen te helpen; mij: -ferzlijde stieten en naaa- de deur snelden met de blijkbare bedoeling naar beUedea te gaan ve«ga.t ik in mijn angst, allé voorzichtig? beid en smeekte hen dringend, niemand in dit huis leed te doen, want bat wals flat ,van mijn echtgenoot. Natuurlijk 'haddeze -onthulling de uitwerking, die te voor zien was. _L CSBojdt

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1924 | | pagina 5