nkelvan Sinkel
KLEED1NGNIAGAZIJN
■jenjassen
Tafelzeil
helzeiltjes
aste Matten
Gordijnen
ergordijnen
ie sorteering
Tweede Blad
COVERCOAT DEMI'S
Verdwenen.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1924
ZEEUWSCHE COURANT
aSOcekt
,4
RICHT,
D. REEKERS,
aanbevelend.
Uit de Pers
FEUILLETON
Sociale Berichten.
Kerknieuws
UIT ZEELAND
Het hoekje van humor.
Wetenschap en Letteren
Gemengd Nieuws.
"Goeder gebruikt^
voortaan alleen
LOTUS
zoo fijn als lotus proef.
den we nog nooit en
onze boterham met
f
LOTUS
smaakt overheerlijk.
LOTUS
v.ol geur en swaa£
zal u en uwe kinderen
vreugde en tevredenheid
geven.
bestel nog^heden.^als
proef bij uw winkelier
EEN HALF POND
jöTUS MARGARINE
i
ONS GRATIS
T'JQSCHRIFT u DE JEUEPy
IPTUS^
REEKERS, Coupeur „Centraal
engt ter algemeene kennis, dat
en rekening werkzaam zal zijn.
'oupeur zoowel hier als elders
waarborg voor den eleganten
0, terwijl voor prima bewerking
en zal worden zorg gedragen.
herp concurreerend.
Aanbevelend
voorheen Coupeur Firma H. Rabbers.
25, MIDDELBURG.
leden Stalen ter inzage voor uw
het aanstaande Seizoen.
kT
GOES.
gti zeer groote keuze
te modellen in prijzen
f IQ,— tot 37,SO.
snde kleuren f 30,—
Zes jaar ia liet torentje.
Aan d-e „Parlements-film" van D-. Ilans
in „De Vrijheid" is i? et .volgende ontleend
Nu1 moet ïk het 'hebben over een parlie-
mentair record, dat op naam van Minister
Ruys de Peerenbrouck is bomen te staan.
De vorige weet (9 September) was de
heer Ruys zes jaar achtereen Minister1-
president.
Een unicum.
lig is langer dan één van zirjirt voorgah-
gers premier geweest. Tot nog toe stond
het record op naam van Minister Th.
Heemsberk. Er waren tot dusver in onze
parlementaire geschiedenisslechte twee
ministers, uie langer dan 5 jaar achtereen
premier waren, h.l. minister Heemskerk;
(12 Febr. 1908—29 Augnstuls 1913) em
minister Cort van der Linden (29 August
tus 19139 September 1918). De eerste
was kampioen; hij was minister-pïeside'ü't
gedurende 51/2 jaar en 18 dagen (de extra
dag in schrikkeljaren medegarek'end).
Welnu, minister Ruys is aan het bewind
gekomen 9 September 1918. Hij heeft dus
op 28 Maart j.l. het record .van, Heemskerk
g-eslacjen, en was op 9 September zes'1 jaar
premier. Dit is een merkwaardig feit. Die
hcör Ruys de Beerenbrouck was, toe-i hii
benoemd weid, de jongste ffiinister-pres'H
dent, dien ons vaderland heeft gekendhij
was toen eerst 44 jaar oud. Nu, is hijji
bovendien de premier, die het langst van
allen achtereen ,aan het bewind is geweest.
Maar er is meer.
D'e tegenwoordgie premier, de jorigste
in leeftijd en nu reeds de oudste in dienist-
tjj-d, heelt in alle opzichten merkwaardige
feiten achter zijn naam. Hij was 25 jaar.
toen hj raadslid, 31 -jaar toen hij; Kamer
lid en 44 jaar toen hij Commissaris der
Koningin werd. Jonger kan het al biet. Hij
heeft bovendien a's Minister méér ver
schillende portefeuilles beheerd, dan vrij
wel een van zjjn voorgangers. Want' iet
alleen was hij Minister-president en Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, niet
alleen is hij 'er tegenwoordig ook Minister
van Landbouw bij, maar hij was boven
dien tjjdelijk Minister .van Buitenlafidsch'e
25 October 192114 Januari 1922), Mi
nister van Marine (20 Februari 191917
April 1919), Minister van Oorlog (5
Januari 192021 Maart 1920), Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel (13
September 192231 December 1922). en
Minister van Koloniën (13 Augustus 1919
13 .November 1919). Een staatkundig
record 1 Alleen mr. P. P. Eosse, die in; het
begin onzier parlementaire historie oox
allerlei p-ortefejuiHes forsebte, evenaart
het. Maar 'daarmee zijn we nog niet aan
het eind van ons Latijn. Er zijn weinig
Minister-presidenten1 geweest, die zloo vaak
een crisis op te lossen hebben, gehad, en
zoo vaak een 'kabinet hadden te vormen
■of 'te_ restaureer en. In 1918 werd do heer
Ruys ia biilets-formatenr. Zeker, eerst was
dr. Nolens benoemd, doch die had bedankt
Nu is het wel eens aldus voorgesteld,
dai mr. Ruys niets anders te doen had,
dan een door dr. Nolens geformeerd ka
binet over te nemen. Maar nadien is toch
wel gebleken dat de heer Ruys in de
formatie van het kabinet-1918 ook zelf
standig; is opgetreden. Bovendien, nadat
dr. Nolens geweigerd had, was 'eerst nog
mr. de Savornin Lobman aangewezen. Als
formateur trad de heer Ruys de Bieeren-
brouck voorts opi in 1921 (de crisis-Pop,
om het 'zoo eens uit te drukken), toen oftk'
'Minister de Vries w'erd losgelaten en in
1922 na de verkiezingen. En, nu is bet
merkwaardige: herhaaldelijk beeft de hui
dige premier een crisis o-p« te lossien gehad,
dikwijls v.eil'o.or hij ook een Minister (voor
al aan de militaire departementen had1
veel wisseling1 plaats), maar zijn. eigen;
positie is in weerwil .van al die iglevjaiariijke
momenten vrijwel intact gebleven. Dit
wijst op stuurmanskunst. D'e premier heeft
'zich. zonder vertoon van grootdoenerij,
maar met een-sKile en zelfbewuste kracht,
ondanks z'eer vele gevaarlijke bochten
op zijn weg, weten te handhaven in het
Torentje.
De Schuldvraag.
Prof. Kernkamp, de hoofdredacteur vlajn
het weekblad' de „Amsteiidianrmer'-', scih'rjift
in een artikel over de thans te ontijdige r
ure weer naar voren gebrachte vljaagdwie
schuldig Is aan het utibreken van den we
reld-oorlog.
Afgescheiden voorloopig: van de vraag,
of het verstandig is op dit oogenbli'k de
schuldkwestie weer aan te roeren, is hot
35) O'
Toen ik nu zoover gekomen was, ging
ik Lutia opzoeken. Ik had haar niet ge1
zien sedert den morgen, dat wij1 afscheid'
hadden genomen aan de deur van dat
kleine huisje in Vermont en hare ver
schijning gaf mij een schok. Waa dit het
nederige, verlaten schepseltje met de vra
gende, dankbare oogen, dat ik-had ver
wacht te ontmoeten? dit slanke, lange
mcisj0 met den aureool van gouden, ha
ren rondom een gelaat., dat een® studio
whs te z,ien? Ik had een gevoel half van.
boosheid, toen ik naar haar keek. Ik
was bedrogen; ik had eene druivenpit ge
plant en een palmboom was in plaats
daarvan opgeschoren ik was zloo ver
wonderd, dat mijn groet iets werfeor
van de nederbujgenöe welwillendheid, 'die
ik van plan wgs geweest er in. tej iegjgen.
Zjj scheen mijne verlegenheid' te vbelfen ein
een flauwe giiinlach speelde om hare
lippen. Dje glimlach bracht mij tot een
besluit. Hg w.ls zachL en vriendelijk.
ILoe ik haar .overhaalde mjjl binnen tjen
dagen te huwen, verlang j,k niet te zfejgg'en'.
Niet door met mjin rijkdom en standi voor
haar te pralen. Daarvan weerhield mii
'aeker, dat Diuitsclila,nd zich eenvoudig be
lachelijk maakt, door alle schuld aan den
oorlog te ontkennen.
Zooals het ook belachelijk is, alleen
Duitschland1 daarvoor aansprakelijk te
stellen.
Men 'zfegt dikwijls, dat dit laatste is ge
schied in .het .verdrag van Versailles.
Formeel is dat niet juist.
In den aanhef van dat verdrag wordl
gezegd', dat de oorlog is ontslaan door de
oorlogsverklaringen van Oostenrijk aan
Servië, van Diuitsohland aan Rusland en
Frankrijk, en door den 'inval in. België
Letterlijk valt daar niets tegen jn te
brengen.
Evenmin tegen art. 231, waarin Diujlsch-
land. verantwoordelijk wordt gesteld voor
de schade, die de geallieerden hebben plö-
fedon dn den oorlog, „die hun is opgelegd
door den aanval van Duitschland en ziijiho
bondg'e nopten".
Het is immers waar, dat Oostenrijk! en
Dwitschland de aanvallers zijn. geweest,
dat zij de oorlogsverklaringen hebben ge
daan. waaruit de wereldoorlog mechanisch
volgde. Maar daarmede is nog niet bewe
zen, dat op Duitschland, en op Duitsch
land alleen, de schuld voor den oorlog
rust; een staat kan in de noodzakelijkheid
gebracht worden, den oorlog te verklaren,
vlonder dat het dien heeft gewild.
Niet in het Vredesverdrag van Ver
sailles, maar in eea vaotal stukken, die hij
de. daaraan voorafgaande onderhandelin
gen zijn gewsseld, in de nota bv., die; Cle'-
menceau heeft toegevoegd aan Let ultima
tum der geallieerden van 1G Juni 1919
wordt Duilschland beschuldigd, jarenlang
den oorlog te hebben voorbereid en dien
opzettelijk te hebben ontketend, om tot de
opperheerschappij te geraken, niet alleen
in Europa maar in de geheele wereld.
Ik geloot niet dat één historicus, die
zich bezig! heeft glehouden met do studie
van de voorgeschiedenis van dezen oor
log, deze aanklacht zal onderschrijven.
Maar evenzeer zou ik het betwijfelen,
of iemand, die tot oordeelen in deze kwes
tie gerechtigd is, iets anders dan eön
schouderophalen over zal hpbben voor
de bewering, dat Duitschland niet de
minste schuld aan den oorlog draagt.
Buitengewoon juist
is hetgeen lord LeverLulme onlangs heeft
gezcg;d. De geachte lezer wecL toch' wi-o
Lord Leverhulme is? Hij kent toch ook
van Houten, Blooker, Jurgens, Philips.
Welnu, die lord is 'de baas van da reus!
achtige fabrieefcn, welke de Suulight'-zeep
en aanverwante producten maken-
Hij sprak in een vergadering! van het
personeel der fabrieken, waar een drie
duizend mensc'hen aanwezig waren, ohder
wie 'n aandeel in de winst werd verdeeld.
„Er zjjn velen", aldus zeide hij, „die
meenen, dat het geld dal elk jaar verdeeld
wordt en nu 'bijna 200,000 pond sterling
bedraagt, en dat. bjj elkaar al ongeveer
anderhalf millioen is, moer tot Je kracht
van de zaak zou. hebben bijgedragen, als
het .in een reservefonds was gëstort. Ik
ben nooit yan die preennig geweest. Het
beste reservefonds moet in de lust en de
geestdrift van het personeel ligjgen".
Aldus loid Leverhulme.
Het is eigenlijk niets nieuws; alleen'een
nderea manier om te zeggen wat oen
Amerikaan aldus uitdrukte: Die mensch is
meer dan de 'dollar en wat Paus Leo' Xllï
op zoo heldere wijze aan de wereld! heeft
ingescherpt.
De kracht ,van elke zaak ligt in de
krachten der mensch,en die daar werken
en alles wat strekt om hen aan te moe
digen en opgewekt te houden komt aam da
zaak ten goede.
Dit kan niet steeds helaas in winst1-
aandeelen bestaan, omdat er niet altijd
winst js, maar er zijn nog andere wegen
om waardeering ©n dankbaarheid aan
medewerkers to toonen.
Evenals er tal van werkgeVers en directies
zjjn, die precies den verkeerdlen .weg
inslaan en door eeuwig vitten den arbeids'-
lust uitd.ooven.
Lord Leverhulme is een verstandig! man
en zjjn zaak gaat goed. (,,C.)
Kleur bekend.
Het Belgisch Nationaal Syndicaat van
Spo-ormannen, een z'.g.n. neutrale vakver-
ceniging, heeft gym congres gehouden.
En d,aar zijn jasje zoover opengeknoopt.
dat men nu eens duidelijk do kleur van
het yest 'kon zien.
Aokermans bracht verslag uit over de
politieke kwestie D'e socialistische partij
heeft het aanbod va,n samenwerking van
iets in haar. Ik Was vastbesloten, ein;
misschien was dat hot eeiiijge .liebtount
in mjjn geclra-a in dien, tijjj, dit jon'gel
meisje niet te koopien, ik sprak niet over
mjjne vooruitzichten, ik zinspeelde- niet
op mjjn rang en stand, toch won ikj ham'.
Wij tiouwden daar, te Teoy, zoo een
voudig en stil mogelgk. Hoe het komt.
dat dit nooit is uitgelekt, ka'1 pk nieli zegt-
gen. Ik verzeker u, dat ik toen geen©, bij
zondere voorzorgen genomen heb, om
heit te verbergen, ofschoon Ik beken, dat
ik na onze scheiding mjjne toevlucht nam
tot zulke maatregelen als ik no-odi-g .oor
deelde om' iets geheim te houden, dat gal
em alsem voor mijn trots was geworden.
Mjjn eerste daad na de plechtigheid was,
haar onmiddellijk naar New' Yo-rk en- naar
dit huis te brengen. Uit eene misschien
vergefelijke bftterheid van gfemoed. had ik'
cr mij van onthouden iets van mijn voorns
mens medetedeelen, en evenals vreeTmde-
lingen, onvoorbereid eene woning biivnert
treden, stap-ten wjj- over den drempel van
dit huis en gingen terstond naar do ka
mer van mjjn vader.
,n ,Jk kan u geen bruiloftsfeest en liuiwe-
Ijjksroisj-e ^aanbieden," had ik tot haar ge-
zie-gd. „Mijn vader is stervende en veiy
eischt myne zorgen, Man het altaar naai'
een sterfbed mag droevig voor u. zijn,
maar het is ceno onyermijdelijlke voor-
het Ngtionaal Syndikaat aangenomen.
Renjer en~ de Eiuyne z!oudon naai' de
Kamer -worden gestuurd en Fraifugc en
Toch naar den Senaat. Maar het Natio-.
naai Syndicaat zou minstens voor 50.000
Hank in de onkosten van de kiesstrijd
moeten tusschenkomen. Er is dus een
koo-p gesloten, die liet congres bekrach
tigt. Lies ens, van M.echelen, ziou zelfs
250.000 fr. willen geven en zegde «lat de
loden persoonlijk 5 ir. ztouden moeten
storten. De Soete, van Thiclt, niaakLd
voorbehoud'. D'e kwestie van den „cumul"
(samenvoeging van jaarwedden en vergoe-,
dingen) zal later -onderzocht worden. Dial
allesis aangenomen mei G3.807 stdml-
men tegen 4419, en- 34490 onthoudingeh.
Diaarmee, zegt de Vlaamsche „Tijd",
-heeft het Nationaal Syndikaat du gijn
masker van -onzijdigheid voor goed afgfei'
logd. De Staatswerklieden weten mi, dat
het Nationaal Syndikaat. een roöde orga«-
nisatie is. Wijl wisten dat sedert lang'.
Overigens onzijdigheid en onpartijdigheid
zijn ijdele slagwoorden. Mensc-hen van
overtuiging en van karakter moeten dur
ven kleur bekennen Karakterlo-ozgn. alleen
looDcn anderen na, of shiiteh de oogen
V-ooi' de werkelijkheid.
Afdcelingen van het Nationaal Syndi-
kaait hadden vlagglén met de nationale
kleuren, of met nationale strikken. Logi
scherwijze mogen die vlaggen nu onder
den hamer worden gebracht, want cle
huichelarij 'heeft lang. genoeg gedamd. Eij
mclt de opbrengst ;van den verkoop zal pie-
makkelijk een roode vlag te Krijgen -zijn.
Op don lfie" Zeedag11» Pinlfetcri'n.
Epistel I, van deu Et- 'Pauilus tot de
Epihezon, II). 1321.
Broeders! ik bid u, dat gij, om hetglenë
ik verdra:ag, niet kleinmoedig wordt; het
strekt immers tot' uwen .roem. Dieswejge
buig ik mijne knieën voor dén- Vadeiy
onzen Heer Jesus Christus, die liet hoof'dl
van liet gansc-h gezin in den hemeli el'il op
aarde is, opdat Hij it, ingevolge de rijk
dommen zijner glorie, schenke, dat gij;
door zijnen Geest met kracht versterkt
wordet naar deu inwendigen mesch; dat
Christus door het gelooi' in UW hart wone;
dat gij, in de liefde geworteld en ge-!
grond, met alle heiligen moo.gt. begrijpen;,
wat de breedte, de lengte, de hoogte en
de dispte zij, en Christus'liefde ken-nen,
welke alle wetenschap te boven gaat, op
dat gij met de gansche volheid Gods wondt
vervuld. Hem dan, die machtig is door
de kracht, welke in ons werkt, alles! over
vloediger te doen dan wij verzoeken of
denken, Hein zij eer in de' Kerk, en door
Jözus Christus in alle geslachten, in de
eeuwigheid der eeuwigheden. Amen.
Evwujgitlic, Lucas XVI. 122.
In -die-n tijde, als Jezus op; een Sab
bat-li in het buis yan een voornaaml F.ari-
felpër 'kwam, om het ujaal te hiouden, gaven
zij acht op Hem. En zie, eeri water-
ziuohtig mensch was daar voor Ilem, en
Jaz-us sprak de Schriftgeleerden en Fari-
zloërs aan en zeide: is het gooorfeofd
op den Sabb-ath te genezien? En zij zWe-
gen. Ilii nam hem- dan bij de 'hand,'genas
hem en Jiet hem- gaan. En Hij sprak toen
lot hen e-n zieide: wie is -er ondeh u, die
als zijn ezel of'os in eenen. p.u1j viel, hetu
niet terstond op den Sabbath daar zoude
uittrekken? En z'ij konden, Hom hierop
niet antwoorden. Ook sprak Hij tot de
genoodigden eene gelijkenis, en merkte
op, hoe ziiji de eer.ste plaatsen uitz'ochte";
en Hij zeide tot hen: als gij; ter briiiloffc
genoodigd zijt, gaat dan niet op de eerste
pla-ats zitten, of 1 er misschien iemand
aanzienlij,ker dan gij .verzocht ware; en
diegene die u -en lijm verzocht heeft, in
komende, u dan zoude zegjgiën: maa!k;t
■plaats voor dezen; en dan zoudt gij met
schaamte de- laagste plaats moeten nemien.
Ma-ar als gij; genoodigd zij;t, ga,at opt de
laagste plaats zitten, -opdat, als hij «lie
u genoodigd heeft komt, u; z!e|gge: vr'iéndjl
ga hoogar op,'Dit zlal u eiene ,eer 'zijn, voor
dejgenen die mede aan tafel zitten. Want
aj -die zich verheit, zal vernederd, en die
zich vernedert, zal verheven worden.
Bedijkingen in Zeeland.
Men schrijft uit Zeeland1 .ajam, de N. R.
C-rt.
Er is weieens geklaagd, dat onzle voor
ouders te yro,eg bedijkt hebben e» daar
door feitelijk ons zoo r.noipie gewest averil
g-ens hebben .bedorven. Er Valt niet a,au
to twijfelen, 'dat er werkelijk! polders zljiri
waar een deel der gronden zeer Jbagt is en
waarde voor ons huwelijk." En zij' hod
haar lot aanvaar.d, met een o-nujtspreko-
Mjken' glimlach, dien het mij langfe maan
den van eenzaamheid en ljjden heelt e-e-
kos't te begry'pen.
„'Vader, -in breng ui mijne (vrouw1,"
waren myne eerste woorden tot hemtoen
de deur achter'ons gesloten werd' en wij
ons bevonden in de gevreesde, onzicht
bare tegenwoordigheid van die macht,
dio zoo lang reeds hare onbarmhartige
hand ngar mijn vader had uitgestrekt.
Ik zai nooit vergeten, hoe hjj zich op
richtte jn z'jjn bed, noch, met welke gretige
oogen Hjj in naar jeugdig gelgat gtaaide
en hare slanke gestalte -opnam, die' be
vend van plotselinge aandoenig haar hem
toekwam. Evenmin zal ik, zoolang i'k' lééf
de uitbarsting va11 onbedwkig[bare vreug
de vergeten, waarmede hij-zijn© oude ar
men naar haar u-itstak, noch den blik
Waarmee zij aan zijne borst vloog ja.
in| dë'armen, die zich in mijne lierinnei'ihlgi
nooit voor mij igeopend hadden, zelfs
niet in mijne eerste kinderjaren. Want
mijn vader was een streng man, die de
liefde op een afstand wist te honden, en
genegenheid berekende naar de di-eptei viaji
liet ontzag, -dat zij- inboezemde.
„•Mijne dochter 1" kwam over zijne lipu
pen, en hjj vroeg niet wie zij was,, of wat;
neen, zelfs niet, toen zij na eeh 'oogehblik
Waardoor bebouwing pnmog-elijk werd,
bovendien gevaar dedön ontslaan voor de
bewoners.
Bilderdjjfc 'z'eiöe eenmaal yian ons ge
heele land: Gelukkig Holland, z'oo men
nooit gegraven en nooit gedijkt haiü!
Wij zduden thans boven de rivieren wo
nen, dje het -land doorsnijden moesteh
en die er nu over heen loop-en in giemaaik-
td gaten, wier bodem steeds verhoogt dooi
de vallende slib, en die dus hoe langer
boe meer hoven het land fglzen, en a in
kracht en gewelddadig!)eid hunne dijk-sn
overmeesteren; teiwyll men haar nog bo
vendien door de di'oogjna-ling van moeren
de noodige zleeboesems onttrokken heeft,
-om zich bij voorkomende opzetting van
hoven te kramen ontlasteln z'ohder huil»
boorden te verwoesten. Men zégt, dat de
Nederlanders hun land gesphgJpen hefe
bon. en dit klinkt zeer fraai; maar dé
waarheid der 2laak js, dat Godi het hun
toebereidde, en hun ongeduld, Heul wil
lende voorkomen, het op een altereer-
niuftgstei wijze bedoiven hebbe, om er
eindelijk mede te verzinken.
Ook de Zcenwsche kroniefcschrijvar
Eyndius van Haamstede deakl .oe.nz-elfde
«klacht hooren, en wel speciaal over Schou
wen, waar men wel honderd jaren te
vroeg de dijken legen de Schelde had opr
geworpen.
Velen hebben onzfe voorouders bestem'-
peld als landbederver-s, maar er zijn ook
verdedigeïs opgestaan en 0.111. is het mr.
S. de Went geweest die hun goede zaak
bepleitte. Be klacht werd' niet geheel als
ongegrond beschouwd en het ware mis
schien beter geweest, dat zft eënige-e©uweh
later aan het bedijken waren jg'egiajin-
terw'ilte van hun nakomelingen, maar
dan hadden zij geduld moeten hebben
'tnog eenig'e eeuwen op .vliedbergen, -en
schaapsvellen uit te houd«m, een levens
wijze die Plinius er zoo duidelijk vau gaf.
Over een uitgestrekte ruimte breidt, -zJich
daar de zee tweemaal' in ieder etmaal' uit,
als het ware een eeuwigen stryd] bewcr.
kende in. de natuur, zoodal. het twijfelach
tig schijnt of -dit oord is land of! een deel
der zee. Het .is daar, waar het arms voile
zijn verblijf 'houdt in hutten gevestigd op
aardruggen ol op hoogten met handen
gemaakt tot boven het peil van den h.oog-
slen vloed; als de zee is teruggeweken:
maken zij in den- omtrek van, him hutteh
jacht op ;de visschen. die mot de ze»
terugwijken enz.
D« oudste bewoners hadden zich -laar
niet moeten vestigen, zij hadden vliedber
gen van groote uifeestreklheid moeten'
-opwerken, om -daar -te bouwen, ol liever
tc-r wille van de ophoogiug der gronden
nog eenige eeuwen terpbewpners moeten
blijven, schorbewoners, naakte vlakten,
doorsneden allerwegen- met kreken: en bij'
storm ten prooi aan de golven, bezagend?
het uitgegraven veen als brandstof, zonder
bebouwing, den dorst. Jesschende .mei
moeilijk op te vaneen regenwater en del
alles ter wille van 't nakroost. Een ander
middel om al de bezwaren, te voorkomen
was er niet dan bedijken en dat is mei
1» ow o irdrri n£u>- «v- .-1 ,t rJ i£:o wijale gösabieJ.
Zeker is het ^ëmis aan eenheid in -la
■dagen dat de bedijkingen plaats hadden,
toen ieder zijn eigen inzichten .volgde,
toen voortdurende oorlogen, tusschen
machthebbers dezie eenheid zoo eriisiia
tegen hield, maar daarom verdienen zij
niet den naam van land-bedervers, maar
zij hebben gedaan, wat Zij in hun om
standigheden xonden en moesiten do>en.
■d.at is: tusschen twee kw-adeu het minste
kiezen. Met zoo .vroeg te bedijken verer
gerden zij de zaak. voor vUU opvolgers,
maar door niet bedijking ware -het land
zioo goed als onbewoonbaar gebleven. Met
nnvermoeiden ijver, vlijt en opoffering
hebben ij h un land bewoonbaar gemaakt,
en boven water gehouden.
Die bewoners der schorron waren ge
dwongen 0111 liet overstroomen van nun
erf te voorkomen, dit te omwallen of
omlcaden en die kaden, in, beginsel hoogst
eenv-oudig, waren de aanvang: van ons
dijk- en polderwezen. «De omwallingen
waren van geen ingewikkelden aaid want
groote aaneengesloten vlakten lagen voor
hen open en van hun stadpuht bézlelbi
waren zjj wel genoopt te bedijken. Zekér,
ui den loop der_ tijden, hebben de nako-
rners rekening moeten houden niet die
vroege inpolderingen, maar daardoor is
ook hun vernuft gescherpt om middelen
te bedenken om' den strijd te kJunneh! vol
houden en onze bewoners te maken tot
echte zieel-ecuw-cn, die itt den strijd- tegen
het wufte water, niet ten ondergingen,:
m-aar onovertroffen -dijkwerkers en be
dijkers werden, echte waterl-eeuyen, die
in moed en volharding voor geen volk ter
wereld ter zij moesten gaan, in later
Stjl te het 'noofd oprichtte en met een
plotselingen, ziachten kreet van hartstocn'-
telijk verlangen hem in 'tgelaat z;ao en
fluisterde:
„Ik heb nooit een vadsr gehad."
Heéren, 'het is in\i onmogelijk voortte-
gaan ztond'er diepten van trots en bitter1-
heicl; in mijne eigen natuur te openbaren,
waarvoor i-x nu met onuitsprekelijke
smart tcrugpeigs. Wel verre vaul getrof
fen te Izijn door dit tooneel, voelde ik'mij,
er juist hard door worden. Indien hij
teleurgesteld was geweest idoor mijne
k-ciuzie, er vrrgon over had gedaan, ot
zlelis maar eenvoudig zich verheugd had
getoond' over mijne geJioorzlaamheid, da,n
had ik misschien de vio-UW aangenomian,
dia ik verworven had ©n was tamelijk
dankbaar geweest. Ma,ar haar lief te heb
ben, te bewonderen, roem roem op haair
te dragen, terwijl Evelyn Blake er nooit
in was geslaagd oen enkelen blik van
hem to verwelven, die niet eene opieinlijiko
affleourine uitdrukte! Ik kpn het ni'et ver
dragen; mijn geheel© wezp-n kwam in op
stand, en een goyoel van haat maakta
«zich v'an mij; meester. N
He vci'zocht mijne vrouw mij met mjfn
vader alleen te laten en nauw-elwijks was
de deur achter het arme, jonge ding ga-
sloten, of alles wat g'ednrende eene maand
jn mjjne borst had gekookt, barstte los
LIEFTALLIG.
Wat ziou jij: doen, als je in mijn
schoenen stond? vroeg Clara.
Wel, kind, anlw-oordde 'haar vrien
din lieftallig, ik zou er waarschijnlijk in
verdrinken.
Tja Heilige barones (tot nieuwen
cba-uifeur)En Ihoo heet \e?
Chauffeur: Hendrik, mevrouW.
Deftige barones: Ik ben niet gewoon:
mijn chauffeur bij don Voornaam te noe
men. Hoe is uw famdienaain?
ChauffeurLieverd, mevrouw.
Dieftige barones; 'fis gioed, Hendrik;
'zlorg dat 't e yieir uur dc wagen, vooh staait.
WAT LANG.
Mijnheer Jesaia Breedenhro-elr, ouder
ling, had 'zich Zondagmopgems gescho
ren en aaarbij- een schrammetje gekre
gen aan ?jj-n neus.
Hij vraagt zijn vrouw om een pleistertje
doch daar deze zich juist gara 'tkleeden
is, roept ze hem toe het ztelt te n-emeu uit
haar naaimandje.
Breedenbr-oek zioekt en. vindt een glim
mend' wit strookje, dat hij; om; 't bloed te
stelpen, op zijn neus plakt.
J3ij -de islchaalcollecte_.welke Breedea-
broeK irr eigen persoon houdt, ziet hijl hoe
telkens de gern'eentenaren zich verbijten,
moeten om hun ernst te bewaren.
Na afloop der galsdienst-oeefhihgi
vraagt hij aan een vrie'nid: „Ben ik dan
zióó belachelijk
„Lieve hemel," antwoordt déze hem
aanziend, „wat heb je op jé neus ge
plakt
„Een hechtpleister."
Een hechtpleister? Man, 'tis een
etfeuet van e&n gareuklosje: „Gegaran
deerd 200 Meter."
dagen vaak naar elders geroepen om
daar het woeste clement te breidelen.
Wel laag gelegen, maar ook middelen
veelal gevonden, die het euvel bestrijden
en zoo, in hun omstandigheden, wareh,
die oude bewoners geen landbed-ervers
geworden.
Pater Heinricli Peseli S. J.
Den 17en Sept. j.l vierde do bekende
katholieke Duitsche socioloog'PW er Hein
ridh Pesch: S.J. 'Hgn 70on Verjaardag.
Pater Pesch is met Cathrein een ka,-
thol.iek so.c-'oloog van gr opi c beteekenis.
Zjjn werken getuiccn .vau diepe studie
cn groote belezenheid.''
Zjjn standaardwerk: Liberalismus, So
cialismus u id' c'hristlicfhe GeselschW'teor-
inung, ip alom bekend. En rijn artikel eb,
dira tot voor enlkele jaren verscihenen in
„Stimme'a aus Maria Laach", trotteh
steeds de aandacht.
In ons land heeft de N.V Futura' zich
vooral x-etrcli&nsbe.l'ijik g£ètm\unffiè. fiuor vele
Werken van Pater II. Pesch S.J. in Hol-
landscbe Vertaling uit te geven.
Pater Pesch wjjdt zten, niettegenstalan-
d!s zijn hoogen leeftijd, nog steeds aan
wetenschappelijke studies. Opi 't oogenblix;
bewerkt hij een nieuwe uitgave van het
Se en 3e deel zijner „Nati-oinn|l(o'fcbn«o-
miei". 1
Do winden.
Dio 'ziee, de 'yee. zé 'n toeft bijkans'
z,oo zeer niet .als de boomen,
•daar, wild, de winden deure rijen,
te poerde, Vonder toornen.
Aan 't roepen gaa-n tienduiz'endeh
tienduizenden van blaren,
alsof 't zooveel tienduizenden
van dolle manschen wgren.
De regen ronkt, en geuten gaan,
gegeeseld, allentheUen,
de natte boomen buig.en doen,
en bulderen en stenen.
Iioortl Nog nen koer, en nogl nen koer.
hertudten en hertieren
de wilde winden: wederom
is 't zleegeruch-to naJn 't gieren.
Geen einde ervan 1 De vogels zijn
igeviucht, de takken breken;
verloren is de - stemme mïj
gegaan! De winden sprek'en.
-GUID'O GEZEjLLE.
Minister Ruys in een
arbeiderswoning.
Minister Ruys de BeevenbroUok stapita
gedurende >de land-urn tuimbouwtentooh-
stcll-ing te Zevenbergen eensklaps af op
in den kreet:
„lk heb tt eene dochter gebracht z,oo-
als gij\inij bevolen hebt. Geef miijj nuf dén
togen, dien gij mij hebt beloofd, en laat
mjj gaan; want ik kan niet leven met eene
vrouw, -die ik niet liefheb."
Onmiddellijk nog voor hij 'ziijin mondi'
kon openen, ging de deur open, en dé
vrouw, die ik z!oo verstiet in het eerste
aanbrekende uur van haar jong geluk,
stond voor ons. Mjjn God! welk oe-n gelaat!
Als ik er nu nog aan denllt in de hchtel'jjfca
uren wanneer iic uit droomen, die- hote
wcl somber, dikwijls nog hcmelsc'h zjjj.il bij
dc gedachten, dio mij overdag! bestormen,
plotseling Wakker schrik: om uit de mij'
omringde schaduwen, dat jonge; schoonê
gelaat te voorschijn te zien komen, mot
zijn stralenkrans van gouden Jokkeh, ver
wrongen ja verwrongen! door den
doodsangst, die haar op dat oogenblilkl
deed verstijven, dan verwondert het nrij.
dat ik het pistool niet greep, dat op. de
tafel Jag, waarbij ik stond, en haar od> Je
plek zelf doodschoot, als een soort ver
goeding voor de ellende, die ik haar ver
oorzaakt had. Ik' zeg, da,t bet mij nu: ver
wondert; toen dacht ik er alleen aan, mij'
tot het einde toe te verzotten.
(Wordt vervolgd.)