nkelvan Sinkel KLEED1NGNIAGAZIJN ■jenjassen Tafelzeil helzeiltjes aste Matten Gordijnen ergordijnen ie sorteering Tweede Blad COVERCOAT DEMI'S Verdwenen. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1924 ZEEUWSCHE COURANT aSOcekt ,4 RICHT, D. REEKERS, aanbevelend. Uit de Pers FEUILLETON Sociale Berichten. Kerknieuws UIT ZEELAND Het hoekje van humor. Wetenschap en Letteren Gemengd Nieuws. "Goeder gebruikt^ voortaan alleen LOTUS zoo fijn als lotus proef. den we nog nooit en onze boterham met f LOTUS smaakt overheerlijk. LOTUS v.ol geur en swaa£ zal u en uwe kinderen vreugde en tevredenheid geven. bestel nog^heden.^als proef bij uw winkelier EEN HALF POND jöTUS MARGARINE i ONS GRATIS T'JQSCHRIFT u DE JEUEPy IPTUS^ REEKERS, Coupeur „Centraal engt ter algemeene kennis, dat en rekening werkzaam zal zijn. 'oupeur zoowel hier als elders waarborg voor den eleganten 0, terwijl voor prima bewerking en zal worden zorg gedragen. herp concurreerend. Aanbevelend voorheen Coupeur Firma H. Rabbers. 25, MIDDELBURG. leden Stalen ter inzage voor uw het aanstaande Seizoen. kT GOES. gti zeer groote keuze te modellen in prijzen f IQ,— tot 37,SO. snde kleuren f 30,— Zes jaar ia liet torentje. Aan d-e „Parlements-film" van D-. Ilans in „De Vrijheid" is i? et .volgende ontleend Nu1 moet ïk het 'hebben over een parlie- mentair record, dat op naam van Minister Ruys de Peerenbrouck is bomen te staan. De vorige weet (9 September) was de heer Ruys zes jaar achtereen Minister1- president. Een unicum. lig is langer dan één van zirjirt voorgah- gers premier geweest. Tot nog toe stond het record op naam van Minister Th. Heemsberk. Er waren tot dusver in onze parlementaire geschiedenisslechte twee ministers, uie langer dan 5 jaar achtereen premier waren, h.l. minister Heemskerk; (12 Febr. 1908—29 Augnstuls 1913) em minister Cort van der Linden (29 August tus 19139 September 1918). De eerste was kampioen; hij was minister-pïeside'ü't gedurende 51/2 jaar en 18 dagen (de extra dag in schrikkeljaren medegarek'end). Welnu, minister Ruys is aan het bewind gekomen 9 September 1918. Hij heeft dus op 28 Maart j.l. het record .van, Heemskerk g-eslacjen, en was op 9 September zes'1 jaar premier. Dit is een merkwaardig feit. Die hcör Ruys de Beerenbrouck was, toe-i hii benoemd weid, de jongste ffiinister-pres'H dent, dien ons vaderland heeft gekendhij was toen eerst 44 jaar oud. Nu, is hijji bovendien de premier, die het langst van allen achtereen ,aan het bewind is geweest. Maar er is meer. D'e tegenwoordgie premier, de jorigste in leeftijd en nu reeds de oudste in dienist- tjj-d, heelt in alle opzichten merkwaardige feiten achter zijn naam. Hij was 25 jaar. toen hj raadslid, 31 -jaar toen hij; Kamer lid en 44 jaar toen hij Commissaris der Koningin werd. Jonger kan het al biet. Hij heeft bovendien a's Minister méér ver schillende portefeuilles beheerd, dan vrij wel een van zjjn voorgangers. Want' iet alleen was hij Minister-president en Mi nister van Binnenlandsche Zaken, niet alleen is hij 'er tegenwoordig ook Minister van Landbouw bij, maar hij was boven dien tjjdelijk Minister .van Buitenlafidsch'e 25 October 192114 Januari 1922), Mi nister van Marine (20 Februari 191917 April 1919), Minister van Oorlog (5 Januari 192021 Maart 1920), Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel (13 September 192231 December 1922). en Minister van Koloniën (13 Augustus 1919 13 .November 1919). Een staatkundig record 1 Alleen mr. P. P. Eosse, die in; het begin onzier parlementaire historie oox allerlei p-ortefejuiHes forsebte, evenaart het. Maar 'daarmee zijn we nog niet aan het eind van ons Latijn. Er zijn weinig Minister-presidenten1 geweest, die zloo vaak een crisis op te lossen hebben, gehad, en zoo vaak een 'kabinet hadden te vormen ■of 'te_ restaureer en. In 1918 werd do heer Ruys ia biilets-formatenr. Zeker, eerst was dr. Nolens benoemd, doch die had bedankt Nu is het wel eens aldus voorgesteld, dai mr. Ruys niets anders te doen had, dan een door dr. Nolens geformeerd ka binet over te nemen. Maar nadien is toch wel gebleken dat de heer Ruys in de formatie van het kabinet-1918 ook zelf standig; is opgetreden. Bovendien, nadat dr. Nolens geweigerd had, was 'eerst nog mr. de Savornin Lobman aangewezen. Als formateur trad de heer Ruys de Bieeren- brouck voorts opi in 1921 (de crisis-Pop, om het 'zoo eens uit te drukken), toen oftk' 'Minister de Vries w'erd losgelaten en in 1922 na de verkiezingen. En, nu is bet merkwaardige: herhaaldelijk beeft de hui dige premier een crisis o-p« te lossien gehad, dikwijls v.eil'o.or hij ook een Minister (voor al aan de militaire departementen had1 veel wisseling1 plaats), maar zijn. eigen; positie is in weerwil .van al die iglevjaiariijke momenten vrijwel intact gebleven. Dit wijst op stuurmanskunst. D'e premier heeft 'zich. zonder vertoon van grootdoenerij, maar met een-sKile en zelfbewuste kracht, ondanks z'eer vele gevaarlijke bochten op zijn weg, weten te handhaven in het Torentje. De Schuldvraag. Prof. Kernkamp, de hoofdredacteur vlajn het weekblad' de „Amsteiidianrmer'-', scih'rjift in een artikel over de thans te ontijdige r ure weer naar voren gebrachte vljaagdwie schuldig Is aan het utibreken van den we reld-oorlog. Afgescheiden voorloopig: van de vraag, of het verstandig is op dit oogenbli'k de schuldkwestie weer aan te roeren, is hot 35) O' Toen ik nu zoover gekomen was, ging ik Lutia opzoeken. Ik had haar niet ge1 zien sedert den morgen, dat wij1 afscheid' hadden genomen aan de deur van dat kleine huisje in Vermont en hare ver schijning gaf mij een schok. Waa dit het nederige, verlaten schepseltje met de vra gende, dankbare oogen, dat ik-had ver wacht te ontmoeten? dit slanke, lange mcisj0 met den aureool van gouden, ha ren rondom een gelaat., dat een® studio whs te z,ien? Ik had een gevoel half van. boosheid, toen ik naar haar keek. Ik was bedrogen; ik had eene druivenpit ge plant en een palmboom was in plaats daarvan opgeschoren ik was zloo ver wonderd, dat mijn groet iets werfeor van de nederbujgenöe welwillendheid, 'die ik van plan wgs geweest er in. tej iegjgen. Zjj scheen mijne verlegenheid' te vbelfen ein een flauwe giiinlach speelde om hare lippen. Dje glimlach bracht mij tot een besluit. Hg w.ls zachL en vriendelijk. ILoe ik haar .overhaalde mjjl binnen tjen dagen te huwen, verlang j,k niet te zfejgg'en'. Niet door met mjin rijkdom en standi voor haar te pralen. Daarvan weerhield mii 'aeker, dat Diuitsclila,nd zich eenvoudig be lachelijk maakt, door alle schuld aan den oorlog te ontkennen. Zooals het ook belachelijk is, alleen Duitschland1 daarvoor aansprakelijk te stellen. Men 'zfegt dikwijls, dat dit laatste is ge schied in .het .verdrag van Versailles. Formeel is dat niet juist. In den aanhef van dat verdrag wordl gezegd', dat de oorlog is ontslaan door de oorlogsverklaringen van Oostenrijk aan Servië, van Diuitsohland aan Rusland en Frankrijk, en door den 'inval in. België Letterlijk valt daar niets tegen jn te brengen. Evenmin tegen art. 231, waarin Diujlsch- land. verantwoordelijk wordt gesteld voor de schade, die de geallieerden hebben plö- fedon dn den oorlog, „die hun is opgelegd door den aanval van Duitschland en ziijiho bondg'e nopten". Het is immers waar, dat Oostenrijk! en Dwitschland de aanvallers zijn. geweest, dat zij de oorlogsverklaringen hebben ge daan. waaruit de wereldoorlog mechanisch volgde. Maar daarmede is nog niet bewe zen, dat op Duitschland, en op Duitsch land alleen, de schuld voor den oorlog rust; een staat kan in de noodzakelijkheid gebracht worden, den oorlog te verklaren, vlonder dat het dien heeft gewild. Niet in het Vredesverdrag van Ver sailles, maar in eea vaotal stukken, die hij de. daaraan voorafgaande onderhandelin gen zijn gewsseld, in de nota bv., die; Cle'- menceau heeft toegevoegd aan Let ultima tum der geallieerden van 1G Juni 1919 wordt Duilschland beschuldigd, jarenlang den oorlog te hebben voorbereid en dien opzettelijk te hebben ontketend, om tot de opperheerschappij te geraken, niet alleen in Europa maar in de geheele wereld. Ik geloot niet dat één historicus, die zich bezig! heeft glehouden met do studie van de voorgeschiedenis van dezen oor log, deze aanklacht zal onderschrijven. Maar evenzeer zou ik het betwijfelen, of iemand, die tot oordeelen in deze kwes tie gerechtigd is, iets anders dan eön schouderophalen over zal hpbben voor de bewering, dat Duitschland niet de minste schuld aan den oorlog draagt. Buitengewoon juist is hetgeen lord LeverLulme onlangs heeft gezcg;d. De geachte lezer wecL toch' wi-o Lord Leverhulme is? Hij kent toch ook van Houten, Blooker, Jurgens, Philips. Welnu, die lord is 'de baas van da reus! achtige fabrieefcn, welke de Suulight'-zeep en aanverwante producten maken- Hij sprak in een vergadering! van het personeel der fabrieken, waar een drie duizend mensc'hen aanwezig waren, ohder wie 'n aandeel in de winst werd verdeeld. „Er zjjn velen", aldus zeide hij, „die meenen, dat het geld dal elk jaar verdeeld wordt en nu 'bijna 200,000 pond sterling bedraagt, en dat. bjj elkaar al ongeveer anderhalf millioen is, moer tot Je kracht van de zaak zou. hebben bijgedragen, als het .in een reservefonds was gëstort. Ik ben nooit yan die preennig geweest. Het beste reservefonds moet in de lust en de geestdrift van het personeel ligjgen". Aldus loid Leverhulme. Het is eigenlijk niets nieuws; alleen'een nderea manier om te zeggen wat oen Amerikaan aldus uitdrukte: Die mensch is meer dan de 'dollar en wat Paus Leo' Xllï op zoo heldere wijze aan de wereld! heeft ingescherpt. De kracht ,van elke zaak ligt in de krachten der mensch,en die daar werken en alles wat strekt om hen aan te moe digen en opgewekt te houden komt aam da zaak ten goede. Dit kan niet steeds helaas in winst1- aandeelen bestaan, omdat er niet altijd winst js, maar er zijn nog andere wegen om waardeering ©n dankbaarheid aan medewerkers to toonen. Evenals er tal van werkgeVers en directies zjjn, die precies den verkeerdlen .weg inslaan en door eeuwig vitten den arbeids'- lust uitd.ooven. Lord Leverhulme is een verstandig! man en zjjn zaak gaat goed. (,,C.) Kleur bekend. Het Belgisch Nationaal Syndicaat van Spo-ormannen, een z'.g.n. neutrale vakver- ceniging, heeft gym congres gehouden. En d,aar zijn jasje zoover opengeknoopt. dat men nu eens duidelijk do kleur van het yest 'kon zien. Aokermans bracht verslag uit over de politieke kwestie D'e socialistische partij heeft het aanbod va,n samenwerking van iets in haar. Ik Was vastbesloten, ein; misschien was dat hot eeiiijge .liebtount in mjjn geclra-a in dien, tijjj, dit jon'gel meisje niet te koopien, ik sprak niet over mjjne vooruitzichten, ik zinspeelde- niet op mjjn rang en stand, toch won ikj ham'. Wij tiouwden daar, te Teoy, zoo een voudig en stil mogelgk. Hoe het komt. dat dit nooit is uitgelekt, ka'1 pk nieli zegt- gen. Ik verzeker u, dat ik toen geen©, bij zondere voorzorgen genomen heb, om heit te verbergen, ofschoon Ik beken, dat ik na onze scheiding mjjne toevlucht nam tot zulke maatregelen als ik no-odi-g .oor deelde om' iets geheim te houden, dat gal em alsem voor mijn trots was geworden. Mjjn eerste daad na de plechtigheid was, haar onmiddellijk naar New' Yo-rk en- naar dit huis te brengen. Uit eene misschien vergefelijke bftterheid van gfemoed. had ik' cr mij van onthouden iets van mijn voorns mens medetedeelen, en evenals vreeTmde- lingen, onvoorbereid eene woning biivnert treden, stap-ten wjj- over den drempel van dit huis en gingen terstond naar do ka mer van mjjn vader. ,n ,Jk kan u geen bruiloftsfeest en liuiwe- Ijjksroisj-e ^aanbieden," had ik tot haar ge- zie-gd. „Mijn vader is stervende en veiy eischt myne zorgen, Man het altaar naai' een sterfbed mag droevig voor u. zijn, maar het is ceno onyermijdelijlke voor- het Ngtionaal Syndikaat aangenomen. Renjer en~ de Eiuyne z!oudon naai' de Kamer -worden gestuurd en Fraifugc en Toch naar den Senaat. Maar het Natio-. naai Syndicaat zou minstens voor 50.000 Hank in de onkosten van de kiesstrijd moeten tusschenkomen. Er is dus een koo-p gesloten, die liet congres bekrach tigt. Lies ens, van M.echelen, ziou zelfs 250.000 fr. willen geven en zegde «lat de loden persoonlijk 5 ir. ztouden moeten storten. De Soete, van Thiclt, niaakLd voorbehoud'. D'e kwestie van den „cumul" (samenvoeging van jaarwedden en vergoe-, dingen) zal later -onderzocht worden. Dial allesis aangenomen mei G3.807 stdml- men tegen 4419, en- 34490 onthoudingeh. Diaarmee, zegt de Vlaamsche „Tijd", -heeft het Nationaal Syndikaat du gijn masker van -onzijdigheid voor goed afgfei' logd. De Staatswerklieden weten mi, dat het Nationaal Syndikaat. een roöde orga«- nisatie is. Wijl wisten dat sedert lang'. Overigens onzijdigheid en onpartijdigheid zijn ijdele slagwoorden. Mensc-hen van overtuiging en van karakter moeten dur ven kleur bekennen Karakterlo-ozgn. alleen looDcn anderen na, of shiiteh de oogen V-ooi' de werkelijkheid. Afdcelingen van het Nationaal Syndi- kaait hadden vlagglén met de nationale kleuren, of met nationale strikken. Logi scherwijze mogen die vlaggen nu onder den hamer worden gebracht, want cle huichelarij 'heeft lang. genoeg gedamd. Eij mclt de opbrengst ;van den verkoop zal pie- makkelijk een roode vlag te Krijgen -zijn. Op don lfie" Zeedag11» Pinlfetcri'n. Epistel I, van deu Et- 'Pauilus tot de Epihezon, II). 1321. Broeders! ik bid u, dat gij, om hetglenë ik verdra:ag, niet kleinmoedig wordt; het strekt immers tot' uwen .roem. Dieswejge buig ik mijne knieën voor dén- Vadeiy onzen Heer Jesus Christus, die liet hoof'dl van liet gansc-h gezin in den hemeli el'il op aarde is, opdat Hij it, ingevolge de rijk dommen zijner glorie, schenke, dat gij; door zijnen Geest met kracht versterkt wordet naar deu inwendigen mesch; dat Christus door het gelooi' in UW hart wone; dat gij, in de liefde geworteld en ge-! grond, met alle heiligen moo.gt. begrijpen;, wat de breedte, de lengte, de hoogte en de dispte zij, en Christus'liefde ken-nen, welke alle wetenschap te boven gaat, op dat gij met de gansche volheid Gods wondt vervuld. Hem dan, die machtig is door de kracht, welke in ons werkt, alles! over vloediger te doen dan wij verzoeken of denken, Hein zij eer in de' Kerk, en door Jözus Christus in alle geslachten, in de eeuwigheid der eeuwigheden. Amen. Evwujgitlic, Lucas XVI. 122. In -die-n tijde, als Jezus op; een Sab bat-li in het buis yan een voornaaml F.ari- felpër 'kwam, om het ujaal te hiouden, gaven zij acht op Hem. En zie, eeri water- ziuohtig mensch was daar voor Ilem, en Jaz-us sprak de Schriftgeleerden en Fari- zloërs aan en zeide: is het gooorfeofd op den Sabb-ath te genezien? En zij zWe- gen. Ilii nam hem- dan bij de 'hand,'genas hem en Jiet hem- gaan. En Hij sprak toen lot hen e-n zieide: wie is -er ondeh u, die als zijn ezel of'os in eenen. p.u1j viel, hetu niet terstond op den Sabbath daar zoude uittrekken? En z'ij konden, Hom hierop niet antwoorden. Ook sprak Hij tot de genoodigden eene gelijkenis, en merkte op, hoe ziiji de eer.ste plaatsen uitz'ochte"; en Hij zeide tot hen: als gij; ter briiiloffc genoodigd zijt, gaat dan niet op de eerste pla-ats zitten, of 1 er misschien iemand aanzienlij,ker dan gij .verzocht ware; en diegene die u -en lijm verzocht heeft, in komende, u dan zoude zegjgiën: maa!k;t ■plaats voor dezen; en dan zoudt gij met schaamte de- laagste plaats moeten nemien. Ma-ar als gij; genoodigd zij;t, ga,at opt de laagste plaats zitten, -opdat, als hij «lie u genoodigd heeft komt, u; z!e|gge: vr'iéndjl ga hoogar op,'Dit zlal u eiene ,eer 'zijn, voor dejgenen die mede aan tafel zitten. Want aj -die zich verheit, zal vernederd, en die zich vernedert, zal verheven worden. Bedijkingen in Zeeland. Men schrijft uit Zeeland1 .ajam, de N. R. C-rt. Er is weieens geklaagd, dat onzle voor ouders te yro,eg bedijkt hebben e» daar door feitelijk ons zoo r.noipie gewest averil g-ens hebben .bedorven. Er Valt niet a,au to twijfelen, 'dat er werkelijk! polders zljiri waar een deel der gronden zeer Jbagt is en waarde voor ons huwelijk." En zij' hod haar lot aanvaar.d, met een o-nujtspreko- Mjken' glimlach, dien het mij langfe maan den van eenzaamheid en ljjden heelt e-e- kos't te begry'pen. „'Vader, -in breng ui mijne (vrouw1," waren myne eerste woorden tot hemtoen de deur achter'ons gesloten werd' en wij ons bevonden in de gevreesde, onzicht bare tegenwoordigheid van die macht, dio zoo lang reeds hare onbarmhartige hand ngar mijn vader had uitgestrekt. Ik zai nooit vergeten, hoe hjj zich op richtte jn z'jjn bed, noch, met welke gretige oogen Hjj in naar jeugdig gelgat gtaaide en hare slanke gestalte -opnam, die' be vend van plotselinge aandoenig haar hem toekwam. Evenmin zal ik, zoolang i'k' lééf de uitbarsting va11 onbedwkig[bare vreug de vergeten, waarmede hij-zijn© oude ar men naar haar u-itstak, noch den blik Waarmee zij aan zijne borst vloog ja. in| dë'armen, die zich in mijne lierinnei'ihlgi nooit voor mij igeopend hadden, zelfs niet in mijne eerste kinderjaren. Want mijn vader was een streng man, die de liefde op een afstand wist te honden, en genegenheid berekende naar de di-eptei viaji liet ontzag, -dat zij- inboezemde. „•Mijne dochter 1" kwam over zijne lipu pen, en hjj vroeg niet wie zij was,, of wat; neen, zelfs niet, toen zij na eeh 'oogehblik Waardoor bebouwing pnmog-elijk werd, bovendien gevaar dedön ontslaan voor de bewoners. Bilderdjjfc 'z'eiöe eenmaal yian ons ge heele land: Gelukkig Holland, z'oo men nooit gegraven en nooit gedijkt haiü! Wij zduden thans boven de rivieren wo nen, dje het -land doorsnijden moesteh en die er nu over heen loop-en in giemaaik- td gaten, wier bodem steeds verhoogt dooi de vallende slib, en die dus hoe langer boe meer hoven het land fglzen, en a in kracht en gewelddadig!)eid hunne dijk-sn overmeesteren; teiwyll men haar nog bo vendien door de di'oogjna-ling van moeren de noodige zleeboesems onttrokken heeft, -om zich bij voorkomende opzetting van hoven te kramen ontlasteln z'ohder huil» boorden te verwoesten. Men zégt, dat de Nederlanders hun land gesphgJpen hefe bon. en dit klinkt zeer fraai; maar dé waarheid der 2laak js, dat Godi het hun toebereidde, en hun ongeduld, Heul wil lende voorkomen, het op een altereer- niuftgstei wijze bedoiven hebbe, om er eindelijk mede te verzinken. Ook de Zcenwsche kroniefcschrijvar Eyndius van Haamstede deakl .oe.nz-elfde «klacht hooren, en wel speciaal over Schou wen, waar men wel honderd jaren te vroeg de dijken legen de Schelde had opr geworpen. Velen hebben onzfe voorouders bestem'- peld als landbederver-s, maar er zijn ook verdedigeïs opgestaan en 0.111. is het mr. S. de Went geweest die hun goede zaak bepleitte. Be klacht werd' niet geheel als ongegrond beschouwd en het ware mis schien beter geweest, dat zft eënige-e©uweh later aan het bedijken waren jg'egiajin- terw'ilte van hun nakomelingen, maar dan hadden zij geduld moeten hebben 'tnog eenig'e eeuwen op .vliedbergen, -en schaapsvellen uit te houd«m, een levens wijze die Plinius er zoo duidelijk vau gaf. Over een uitgestrekte ruimte breidt, -zJich daar de zee tweemaal' in ieder etmaal' uit, als het ware een eeuwigen stryd] bewcr. kende in. de natuur, zoodal. het twijfelach tig schijnt of -dit oord is land of! een deel der zee. Het .is daar, waar het arms voile zijn verblijf 'houdt in hutten gevestigd op aardruggen ol op hoogten met handen gemaakt tot boven het peil van den h.oog- slen vloed; als de zee is teruggeweken: maken zij in den- omtrek van, him hutteh jacht op ;de visschen. die mot de ze» terugwijken enz. D« oudste bewoners hadden zich -laar niet moeten vestigen, zij hadden vliedber gen van groote uifeestreklheid moeten' -opwerken, om -daar -te bouwen, ol liever tc-r wille van de ophoogiug der gronden nog eenige eeuwen terpbewpners moeten blijven, schorbewoners, naakte vlakten, doorsneden allerwegen- met kreken: en bij' storm ten prooi aan de golven, bezagend? het uitgegraven veen als brandstof, zonder bebouwing, den dorst. Jesschende .mei moeilijk op te vaneen regenwater en del alles ter wille van 't nakroost. Een ander middel om al de bezwaren, te voorkomen was er niet dan bedijken en dat is mei 1» ow o irdrri n£u>- «v- .-1 ,t rJ i£:o wijale gösabieJ. Zeker is het ^ëmis aan eenheid in -la ■dagen dat de bedijkingen plaats hadden, toen ieder zijn eigen inzichten .volgde, toen voortdurende oorlogen, tusschen machthebbers dezie eenheid zoo eriisiia tegen hield, maar daarom verdienen zij niet den naam van land-bedervers, maar zij hebben gedaan, wat Zij in hun om standigheden xonden en moesiten do>en. ■d.at is: tusschen twee kw-adeu het minste kiezen. Met zoo .vroeg te bedijken verer gerden zij de zaak. voor vUU opvolgers, maar door niet bedijking ware -het land zioo goed als onbewoonbaar gebleven. Met nnvermoeiden ijver, vlijt en opoffering hebben ij h un land bewoonbaar gemaakt, en boven water gehouden. Die bewoners der schorron waren ge dwongen 0111 liet overstroomen van nun erf te voorkomen, dit te omwallen of omlcaden en die kaden, in, beginsel hoogst eenv-oudig, waren de aanvang: van ons dijk- en polderwezen. «De omwallingen waren van geen ingewikkelden aaid want groote aaneengesloten vlakten lagen voor hen open en van hun stadpuht bézlelbi waren zjj wel genoopt te bedijken. Zekér, ui den loop der_ tijden, hebben de nako- rners rekening moeten houden niet die vroege inpolderingen, maar daardoor is ook hun vernuft gescherpt om middelen te bedenken om' den strijd te kJunneh! vol houden en onze bewoners te maken tot echte zieel-ecuw-cn, die itt den strijd- tegen het wufte water, niet ten ondergingen,: m-aar onovertroffen -dijkwerkers en be dijkers werden, echte waterl-eeuyen, die in moed en volharding voor geen volk ter wereld ter zij moesten gaan, in later Stjl te het 'noofd oprichtte en met een plotselingen, ziachten kreet van hartstocn'- telijk verlangen hem in 'tgelaat z;ao en fluisterde: „Ik heb nooit een vadsr gehad." Heéren, 'het is in\i onmogelijk voortte- gaan ztond'er diepten van trots en bitter1- heicl; in mijne eigen natuur te openbaren, waarvoor i-x nu met onuitsprekelijke smart tcrugpeigs. Wel verre vaul getrof fen te Izijn door dit tooneel, voelde ik'mij, er juist hard door worden. Indien hij teleurgesteld was geweest idoor mijne k-ciuzie, er vrrgon over had gedaan, ot zlelis maar eenvoudig zich verheugd had getoond' over mijne geJioorzlaamheid, da,n had ik misschien de vio-UW aangenomian, dia ik verworven had ©n was tamelijk dankbaar geweest. Ma,ar haar lief te heb ben, te bewonderen, roem roem op haair te dragen, terwijl Evelyn Blake er nooit in was geslaagd oen enkelen blik van hem to verwelven, die niet eene opieinlijiko affleourine uitdrukte! Ik kpn het ni'et ver dragen; mijn geheel© wezp-n kwam in op stand, en een goyoel van haat maakta «zich v'an mij; meester. N He vci'zocht mijne vrouw mij met mjfn vader alleen te laten en nauw-elwijks was de deur achter het arme, jonge ding ga- sloten, of alles wat g'ednrende eene maand jn mjjne borst had gekookt, barstte los LIEFTALLIG. Wat ziou jij: doen, als je in mijn schoenen stond? vroeg Clara. Wel, kind, anlw-oordde 'haar vrien din lieftallig, ik zou er waarschijnlijk in verdrinken. Tja Heilige barones (tot nieuwen cba-uifeur)En Ihoo heet \e? Chauffeur: Hendrik, mevrouW. Deftige barones: Ik ben niet gewoon: mijn chauffeur bij don Voornaam te noe men. Hoe is uw famdienaain? ChauffeurLieverd, mevrouw. Dieftige barones; 'fis gioed, Hendrik; 'zlorg dat 't e yieir uur dc wagen, vooh staait. WAT LANG. Mijnheer Jesaia Breedenhro-elr, ouder ling, had 'zich Zondagmopgems gescho ren en aaarbij- een schrammetje gekre gen aan ?jj-n neus. Hij vraagt zijn vrouw om een pleistertje doch daar deze zich juist gara 'tkleeden is, roept ze hem toe het ztelt te n-emeu uit haar naaimandje. Breedenbr-oek zioekt en. vindt een glim mend' wit strookje, dat hij; om; 't bloed te stelpen, op zijn neus plakt. J3ij -de islchaalcollecte_.welke Breedea- broeK irr eigen persoon houdt, ziet hijl hoe telkens de gern'eentenaren zich verbijten, moeten om hun ernst te bewaren. Na afloop der galsdienst-oeefhihgi vraagt hij aan een vrie'nid: „Ben ik dan zióó belachelijk „Lieve hemel," antwoordt déze hem aanziend, „wat heb je op jé neus ge plakt „Een hechtpleister." Een hechtpleister? Man, 'tis een etfeuet van e&n gareuklosje: „Gegaran deerd 200 Meter." dagen vaak naar elders geroepen om daar het woeste clement te breidelen. Wel laag gelegen, maar ook middelen veelal gevonden, die het euvel bestrijden en zoo, in hun omstandigheden, wareh, die oude bewoners geen landbed-ervers geworden. Pater Heinricli Peseli S. J. Den 17en Sept. j.l vierde do bekende katholieke Duitsche socioloog'PW er Hein ridh Pesch: S.J. 'Hgn 70on Verjaardag. Pater Pesch is met Cathrein een ka,- thol.iek so.c-'oloog van gr opi c beteekenis. Zjjn werken getuiccn .vau diepe studie cn groote belezenheid.'' Zjjn standaardwerk: Liberalismus, So cialismus u id' c'hristlicfhe GeselschW'teor- inung, ip alom bekend. En rijn artikel eb, dira tot voor enlkele jaren verscihenen in „Stimme'a aus Maria Laach", trotteh steeds de aandacht. In ons land heeft de N.V Futura' zich vooral x-etrcli&nsbe.l'ijik g£ètm\unffiè. fiuor vele Werken van Pater II. Pesch S.J. in Hol- landscbe Vertaling uit te geven. Pater Pesch wjjdt zten, niettegenstalan- d!s zijn hoogen leeftijd, nog steeds aan wetenschappelijke studies. Opi 't oogenblix; bewerkt hij een nieuwe uitgave van het Se en 3e deel zijner „Nati-oinn|l(o'fcbn«o- miei". 1 Do winden. Dio 'ziee, de 'yee. zé 'n toeft bijkans' z,oo zeer niet .als de boomen, •daar, wild, de winden deure rijen, te poerde, Vonder toornen. Aan 't roepen gaa-n tienduiz'endeh tienduizenden van blaren, alsof 't zooveel tienduizenden van dolle manschen wgren. De regen ronkt, en geuten gaan, gegeeseld, allentheUen, de natte boomen buig.en doen, en bulderen en stenen. Iioortl Nog nen koer, en nogl nen koer. hertudten en hertieren de wilde winden: wederom is 't zleegeruch-to naJn 't gieren. Geen einde ervan 1 De vogels zijn igeviucht, de takken breken; verloren is de - stemme mïj gegaan! De winden sprek'en. -GUID'O GEZEjLLE. Minister Ruys in een arbeiderswoning. Minister Ruys de BeevenbroUok stapita gedurende >de land-urn tuimbouwtentooh- stcll-ing te Zevenbergen eensklaps af op in den kreet: „lk heb tt eene dochter gebracht z,oo- als gij\inij bevolen hebt. Geef miijj nuf dén togen, dien gij mij hebt beloofd, en laat mjj gaan; want ik kan niet leven met eene vrouw, -die ik niet liefheb." Onmiddellijk nog voor hij 'ziijin mondi' kon openen, ging de deur open, en dé vrouw, die ik z!oo verstiet in het eerste aanbrekende uur van haar jong geluk, stond voor ons. Mjjn God! welk oe-n gelaat! Als ik er nu nog aan denllt in de hchtel'jjfca uren wanneer iic uit droomen, die- hote wcl somber, dikwijls nog hcmelsc'h zjjj.il bij dc gedachten, dio mij overdag! bestormen, plotseling Wakker schrik: om uit de mij' omringde schaduwen, dat jonge; schoonê gelaat te voorschijn te zien komen, mot zijn stralenkrans van gouden Jokkeh, ver wrongen ja verwrongen! door den doodsangst, die haar op dat oogenblilkl deed verstijven, dan verwondert het nrij. dat ik het pistool niet greep, dat op. de tafel Jag, waarbij ik stond, en haar od> Je plek zelf doodschoot, als een soort ver goeding voor de ellende, die ik haar ver oorzaakt had. Ik' zeg, da,t bet mij nu: ver wondert; toen dacht ik er alleen aan, mij' tot het einde toe te verzotten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1924 | | pagina 5