1
!C
KEN
Msendaal
FERRIN
roenbemesting
Tweede Blad
OM HAARLEM.
klagen
len of
ir's Pillen
Verdwenen.
HE COURANT
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1924
ATIËN
GEBIED
Goes,
1ATOGEEN)
DHE ARTSEN
WERKINGSMIDDEL
Dim Fabriek,
HG:
Iaadhandel
'S-HEER-tBTSKERKE
FEUILLETON
APOLOGIE
Houvast"!
Kerknieuws
Uit de Pers
;nt per ons.
24.
in Effecten.
TING.
markturen zitting in het
3 Bank- en Effectenzaken
ilLLIJK.
OOR
AANBEVOLEN
ïELE FLESCH
kLVË FLESCH 11186-48
per K.G.
per K.G.
slechte spijsvertering,
lusteloosheid, koortsig-
't gebruik van de
ha zijt ge binnen enkele
maar eens, en ge zult
9637-40
leent.
Oorlog en Vrede.
De herdenking1 van do mobilisatie v;m
het Neder landsche leger heeft vanzelf tie
kwesties van oorlog en vrede, vort ont
wapening' en arbitrage pen nicniwo actua
liteit geschenken. iZy zSj® en °P' uitste
kende wijze belicht (ijoor onzen minister.
Ruijs-de Beerenbrouck in zijne te 's-Gr-i-
venhage gehouden gedachtenisrede waar
van wij den inhoud zoo goed! als .geheel
hier laten volgen.
De dag vaö hed^n'f) roept bij ieldler No-<
derlandei' de herinnering op aan) de® 1ste
Augustus 1914 Allo ons omringende mo
gendheden wam togen elkaar in. het krijt
gitreden. Ons land behoorde tot da weijii-
de die niet reeds het. eerste refïten g'pld.
Wie zou voorspellen of het „h'odie tibi
eras mihi" ook aan ons bewaarheid! aou
worden '.Wanneer hij uw naasten huur
leerden re"d9 de Romeinen 1 de wand
begini te branden, is bet oogpn'hliH geko
men om het nemen van. vooi'zörgginaat-
regelen niet langer te verdagen- Dd Ee-
giecring heef t da,tl ook beseft. Geen dag te
vroeg1, geen dag te laat, Kwam; het besluit
om allen die- tot het leger behoorden, bui
tengewoon .ouder da Wapen® te roepen. Ito
algemeen.' mobilisatie, welli'e in landen
die van Oorlogszuchtige neigingen Ver
dacht warden den oorlog' beteokent, Was
ten onzent slechts het gebaar dei? wettige
zelfverdediging Nederland toonde hier
mee. dat het zijne neutraliteit niet slechts
met het woord wilde verdedigen, m'aar
rl'a.t het bereid was ook darton te verrich
ten. i
Daddn? Ee.ne kleine GideojnS-bc.ndo zou
cvartmachtige heerscharen bestrijden? Vlei
de men zich' wellicht inet den ijdelen waan
ebdt wij, "dijk het oude Israël, Gódi-I
uitverkoren volk waren? Niets van dit
alles zeide spr. Wij waren, gelijlf de toen
malige voorzitter v® het, kabinet bet
even eenvoudig) als treffend uitdrukte,
bereid o:na zelfstandig volksbestaan met
de wapenen m de hand tegferi iederen in
dringer te verdedigen. Niette meer, 'niets
minder.
Ver achter ons liggen de tijden, dat
ieder man slechts op zijne oorlo,g|sbruik'
bp.aThe.id werd; getoetst,, ö'a.t heldenmoed dë
eenige mannelijke deugd wcrldl geheet®,
Wij achten het schooner voor het Vader
land te leven dab to sterven. Maar wie
voer zijn land wl' 'leven, moet) ook bereid
zijn er vow te sterven. Da. nrenschheid is
nu eenmaal nog, niet genaderd tot liet
hoe,ge ideaal, dat recht boven, m'acht gaat.
Zoo. iets ons deze droeve waarheid) k'a n
inscherpen, deynoF het wel de dag! dien wij
heden herdenken. Ieder volk, dat ten ooi-
log trok, was van zijn goed; recht' innig
overtuigd. Maar in stedo van eed onpar
tijdige .uitspraak pit te lokken, in st.ede
van te trachten zich over de gerez®
zwarigheden to verstaan, vertrouwde ieder
slechts op de kracht zijner wa.penen, Voor
men recht wist, w.a.t er gebeurde, stond
gmseh Europa in Vuur en vlam.
Het züu van grenzeuLoiOze lichtzinnig
heid getuigen, indien, men meende, dat hst
einde van de.n oorlog ook( Vopi- g,oe:d het
tijdperk van geweld had) afgesloten. Wij
zijn nog ver cn ver vcrwijderdf vatn het
stellen van 'deim'oreele macht van h'et recht
in 'de plaats van de inaterieeld macht der
wapenen," gelijk leen beroie'mdi gewórden
poging bot vredestichting zich ujtdruktL
Maar juist daarom kunnen wij[ onmogelijk
bij de pakken neerzitten. H(o,ezeer wij o,ok
tonden wenschen, dut liet oogenbliW aan
gebroken was om tien laatste® soldaat
af te danken, wij moeien and rekenschap
geven van de nuchtere werkelijkheid. leder
Ofgienhlik' kan Nederland, kunnen do o-ver-
z-etegche gewesten zidto wed® bevinden, in
hel midden vla® een wereldbrand. Wij ver
manen ons vlan de harde noodzaak' der
.zelfverdediging' niet te onttrekken.
Koo is 't, oiï'mogelijk 't oer te leenein! aam
hen, die reeds thans aansporen! d'd rusting
uit te' trekkpnt, zelfs al komt' de drang
van een zijde, wier verleden een glanzch ,n)n-
dereu raad zo,u dioen vermoeden* Als gij.
den vrede wlenseht, bereid! teni op-rlog,
m-oge een oud woord zyn, verouderd' is
het niet
Laat ons Gold vjurigl bidden, den we
reld vrede te schenken. De dagi, waarop
fljfe volkeren gislijktijidig, en wederkterig,
dat is dus internationaal, tot een; andere
gedragslijn inzake bewapening besluiten,
zal een gezegende zijn als weinige.
Mitf al zyn niet, gelijk! eend een al le
zwartgallig staatsm'an verklaarde, alle
menschen geimelij'k! cn boosaardig, dé men-
sehelijke natuiur is nu éénmaal zwak en
zwakte leidt allicht tot m'acKtsmisüruik
Zoolang dan ook ónze. naasta huren' zich
de machtsmiddelen blijven verschaffen, om
3 maanden Q„ (je
week L
shlad voor Zeeland.
i.v.p.)
r 2 ets. worden verzonden
16) r
Met eeii beetje handig"beid| verjkreegi
ik dé kamér Kaast de zijne, dóór welke
gegelimg bet mijl gelukte een slapeloozen!
iftichl. door tei brongew, dpar d'e lieer
Bla-ke bet grootste deel ,der nachtelijke
uren d!oorbraoht met. heen am Weerte
loope» mot een xegelmatigan stap, 'die
een all'e® behalv© kalmeerenden, invlloödl
op mijne zenuwen had. Den volgc'nöpn
morge» i-eedë vroeg, namen' wij Öp omni
bus, hy zat aehjeria, ik voor bij den koot-
sieito Er wfareiïi meer passagiers1, mjalar1
ik merkte op, 'dat hij' mfet Miemaudi sprak;
itoöh gedurenidje den langen rit e©ne en
kele maal' opzag uit deö hoek, waarin hij
gedoken' zat. Het was twalaif uur, tien'
wij het elude van d^n tocht bereikten, een
dorpje met uog minder voorkogmen, dan
de bergdjorpe» gewoonlijk hebben,; ZOO
bezoek zou 'breWgen, wekte dit overal grood
onbeduidend!, dat het mij seedst olnvor-
klaarhaujrder weydj, wat het rijke ex-cou-
Oougreslid kon zoekgn, op zuilk eene plckj
dat eeii'e zoo bingc en, -lastige reis' Iton ver-
goedeu; toen ik tot my-ne tocnemenide ver-
hiun wil me-t den sterlcob arm' door It'e
'driivew, zijn wij a-a'n- ons roemrijk vorsteto-
huis. nab ons vaderland, aan onze Mnaoren
verplicht, liun, zoo noodig, een „tot hier1
ten en niet verder" tod te( roepen.
Ij.a.ten wij' op; een dag( als deze <le; innige
hoop uitspreken, besluit spreker, dat God
ons de verschrikking)® van. een nieuwen
oorlog" moge besparen, maar dat, zoo ons
een ander lot beschoren wordt, het 'dan
levend geslacht zich moge gedragen als
de minnen van 1914!
1) 31 Juli —Eed. N. Z. Ct.
2) Spreker had hier op het oog de vre«
descncycliek v,a,n wijlen Paus Benodietus
XV. I
93
XV.
Bueliarlslita 5,
II. De benaming,': Waarachtig Lichaam
enz'.
Al eens meer parels en edelgiestoenben
in handen gieha.d Nu- ik! nog niet veel, en
dajivom zal ik! u missohieni niet' gtemakke-
lijii' het onderscheid, kinin -n ao-nwijlzcn tus-
schen echte en nagiemaak'to. Om' dit te
weten 'te komen z-ou ik, mïjr wlemdien tot de
ia,u ioriteiten op dar gebied, tot do vak
lui verklaren dezën mijd.it ia een echte
parel, dan neem ik dit zo,a letterlijk mo
gelijk op, en geen rnensch1 zal me wijs
maken, dat de juwelier met did Woorden
te kennen gjaf', dpt het alleen, maar glas
was eclhtei' echt parel verbeeldend, m.a.w.
dat hy slechts fijruurlijk' zou gesproken
hebbeni
Wanneer ik wil weten, of in ito Eucha
ristie Christus waarachtig Lie-liaam en
Bloed tegenwoordig is, dan ga, ilè daartoe
ter ad e met bij een of ander ophakker,
m'-a,ai.' bij d'e autoriteiten opi dif .gebied, do
Kerkvadersverklaren zij mij: daar is het
waai-aehtig Lichaam enz., dgn versta, ik
die woorden niet fig|uurlijk', maar wel
degelijk zoo- letterlijk mogelijk. Slechts
twee redenen zouden mij kunnen dben
afwijken van Jen letterlijken zin: öl! mij
nerzijds bevooTOorcteeiidhedd1 (m',aar dit is
owechrlmatig'), of de kerkvaders m-ociien
zei faanged-uid hebben, dat zij figuurlijk
spraken. Mrar hiertegen valt aan to voe
ren, J e, d ï.t het won-dei-lijk zoui zijd, indien
zóó vele -vaders op zóóveel plaatsen als
maar figuurlijk zoudpn. gesproken hebben,;
2e, dat die- vaders instedo van heem ta.
wijzen naar een figuurlijk verstaan, juist
immer deden uitkomen, dat zij naar den
lett' r wildjm verstaan Worden. Maar gie
ren wil oen onbovoo-rooi-deekten. lezer weer
enkele uitspraken van kerkvadjers uit de
eersto 5 eeuwen.
St. Tre"aci\S (n.b, een leerling! van St.
Polyoa-rpius, die op zyn beurt do geliefde
leerling' wan van <1® Evangelist Joan
nes) schrijft: „Dien Kelk, die vani hét
getal d,er schepselen Was', heeft Hij (Chris
tus) verklaard' Zyn fiig'em Bfoeali te wezen,
waarmede hy ons hl-oed besprengt. Dat
brqod, dat van het getal' der, schepselen
w-aa, lieof't Iiij verzekerd'. Zij"1 eigën
lichaam te wezen, Waardoor hij onze
lichamen voedt. Hoe d;urft meu (nl, som
mige ketters) te zeggen, dat ons lic'haaon
onbekwaam' zij om! Gods gpve, te weten
liet eguwig leven, te ontvangen, wijl ons
lichaam -gevoed wordt inet het Lichaam en
Brood de» Heeré11(Zoo in zijn 5c hoek"
tegen den ketter ht'dst. 2).
St. Epiplianii s (giest. 403^ inAna-
aeph. hi'dpt 6): „de. kerk reikt ons diugie-
1 ij kis wczenlyk cu waeradilig Bloed: van
Christus", t
St. AuihéosiiLS (gest 3.97): „Gelijk onze
He-er J.Cnr. d,e waarachtigie Zo,on Gf,o.ds
is. niet a,Is de monsch®, die hot door de
genade worden, maar als Z,o,oai uit dos
V.ainjers zelfstandigheid, zon is toet ,ook
Zyb waa-raelillik Vacicsch dat w'ij' nuttigen
gelijk hij zelf gczggd' beeft." (Over do
sacramenten. B 6, hfdgt. 1).
Nog veel ,and,ere even dpjildJelijtkel.teksten
der 'kerkvaders vielen te vermelden; (o.a.
die eigenaardige, waarin Bt, Augustinus
g-est. 430, ingaat' op do' moeielijkheid, dat
volgens den 33sten psialm. iemand in zijn
eigen h uden werd gedragen, hietgeiari vol
gens Aug. -alleen m'aar geschiedde op het
li-atste Avondmaal, toen Christus' gezegd
had,: Dit is Mijn Lichaam; en wie ze wil
hebben, vrage ze op o.a. bij ondergeteo-
kénde.1 i
Ma,ar. een andpro geroep „Vadertekhten"
dringt zich op, can gehoord te worden, die
nl. waarin glesproken wlordt over
III. De uitwerking van het H, Sacra
ment.
Om dg gcloovigen lir,a,chtig to maken
voor het martelaarschap, schreef St, Cy-
pri:au(BS hcele brieven juist en v-opxal' ov,er
bazirtg hem bevelen hoorde geven orn ter
stond na het eton een paagd; te z|a|d!elenl
eir voor te brengen, bij de herberg. Dat
had ik i» 'tgeheel niet. verWhdtot,. cm
het braolit mij iu verlegenheid^ w'an,t,
heelwel het mij! tot dusvef gelukt was
o'p zulk eeu afstand van1 d|eu heer Bfllajto
te blijven, gelï's terwijl ik hem in het oog
hield, dtat hy! geen Vormo-e'djens kom op
vatten om (rent mijine belangselliog in
zijne zaken, oo ko,n, ik nu voor d® djerdén
keer volltomeu gelijke bevelen geve® als
hij, Zonder zijne aanidiaeht te trekken,
hétgee1?1 noodlottig zou zijn voo-r mijne
plaune®. En tooh, hem nu alleen te laten
wegrijden zou zijn, het spoor te verlate,m
op het oogenhlik, dat ik' het, reöhte halli
gevonden.
De herbergier, een druk, ving man
netje, heelemaa! zenuwen en vragen,
hielp mij' onbewust uit deze ïuoei'lEjlkhei.dij;
„Gaat gij naiaf Perry, meneer vroe^
hij aan den hoer Blake. „Ik verw|i(eht al
drie -dagen lang iematod', die niaiiir Perry
moet."
„Dat hen ik," viel ik in met een
knorrig voorkomen vooruittred®|il|, „en
ik hoop, dat gij mij Mi-et zult laten Wach
ten. Zoodr-a liet eten gqdjpain. is, e® p)a!arkl',
hoort gij.?, Ik ben nu twee dagen te laat
dirk H. Sacïamént. Zoio- schreef h'iji
tegelijk met veeï nnd.ere bisschoppen, in
een brief ("zijn 57sten): „Wij mógen de ge-
lopvi-gien, d,io wij tot den strijd vermian®
en -opwekken, niet bloot Omng'.ewlapend
laten, maar hen met de bescherming van
het Lichaam en Bloed van Christud wa
penen. Hoe zpiu'd® wij hen. tot! den kelk
vlan iict martelaarschap beldwaam: maken,
indien wij hen niet eerst) verglunaeln- den
koïk des Heeren in Zijne kerk te drin
ken
En zoo,als St. Thomas later dichtte:
V,an de toekomstige glorie wordt het ons
als -onderpand gegeven. Zjoo zeide ooli do
n. Athanasi,us,,'t Is d,an alsof de Heer
zeulp: Mijn Lichaam, dat hier. getoond en
voor de wereld gegeven wordt, zal! tol
spijze gegeven word®, opdat het yppi'
iedere® zij een onderpand of bewaring
tet dje verrijzenis ten 'eeulwigen lezan."
SI. CjrrMw van Alcxan'dgie (in zijn 3e
Boek over Joannes): „Nuttigt toch dit
Sacrament, Gelo-oft mij, niet alleen ver
drijft het den dood, maar ook alle Ziekten.
Want Christus in iin.s (blijvende, stilt die
wreed,e Wet onzer ledematen, Hij versterkt
d,e -gi.-dsvrueht, hij verdooft da woelende
ge'm-oedeangsten, hij geneest d-e kranken,
hij heelt de gewonden, en aid een goedja
herder, dip zijn leven voor zijiné sctoapen
g-eeft, richt hij ons op, telkens ajs- wij
vallen. v
IV. Op Catcchismhs e11 Precliztoel"
Neem dp, m ons 1ste bewijsl vermelde
Catechismus van den, H. CyriMusj vaü Je-
ruz-aicm, en la,at die, zonder dien naam des
schrijvers bekend te maken, lezen- door
bv. D, immee Gr-avemcijier cseen halv-e
bladzij zal hem d-ocn uitroepenWeg met
di". PtogpsiCihe CatectoesatieDia vraag is
of dezen o-oit kennis najaren."" van, dat gul
den beekje, evenals o-ok o£ zijl wel op-it
onder het gehoor zaten van den, Heiligen
Groaprius van Nyssa, Aug-ustinus, Cyril-
lus van Alexandrië, en vo.oral' van den
H. Joannes Chrysortomius, die zoo tal-
loo-ze preeken juist o-ver dit onderwerp
hield, zoodat hij wel gpnoemlrll wórdt de
leer,aar der Eucharistie!
En nu gebruik ik geen oratoriocho wen
ding-, een reden,a,a,rsslimmigheidje, wanneer
ik zeg, dia t het mh-,waarlijk aan het hart
ga,at wanneer ïk 'hier geen enkel van dié
redevoeringen hier weergeef, daarin
hei-ia» gelijk met degenen, die bijl onze
dwalende medebroeders: een verantwoor
delijke p.st vervuil®, en hun misschien
in verre^yaande onwetendheid, de eigemn
z- -■ geheel en al Booutecba taal dpr
nude vaderen van o-ok hun geloof', onthou
den, Alleen gtelde voor mij de vcront-
sctouldig-ng, dat ik! Üio brandende fakkel
meet vvibergen onder den Korenmaat' van
plu? tsgebrek.
V- YoraOóering va,n 't hrOiid én 'ülen wijn.
Veel wordt er geschermd met de op-
wu'p'irg, dat het woord: transsubstan
tiatie (zelfstandiglheidsveran'dering) niet
wordt i?-vonden in de H:, Schrift, noch
bij de kerkvaders. Dat is waar voor het
Latijn, omar iu het- Griekkeli! kamt hat
wel O Kslijk voor, en wiel v,a,u syllabe tot
syllabe I Dan maar g,a,uw op e® andier
(en taai) stokpaardje gesprongen: dat van
de togCiUrlijke betéekmis. Gek, zóó. dik
wijls kunnen de teg®st,adders in het gees
telijk u urn,mispel niet uit den zadelt ga
stoot® wordpn, of na-nstonds springen ze
wem op, ,a,ls,of cr niete gebeurd is, en
wanneer zij d,an eindelijk: in' het zand zit
ten; dun berijden zij nóg 'hun stokpaardje
figruxlijk gesproken -dpn, ziet u. En
zop- zullen deze „verstokte" taftónstanders
eek 'l n figuurlijken zin volhouden der
v,-.lgip,ide woorden, ondanks het feit, dat
die woord® op verschillende plaats1® en
tijd,® gesproken zijn, ondanks het feit,
dut zij gevonden word® in da milde Mis
liturgie® uit dpn tijd dier kcrkvaders,
terwijl dia vaders ervan spreken, in hun
dcodea.v one vol'ksondierrichtingon enz', enz.
SI; Cyi'ii,,,s van Jeruzalem: „Hij heeft
eertijds te Cana in Galilaeai het water in
wijn v inoordzullen (wij hem; dan niet
ge-loove». wanneer hij dpn wijn in Zijn
Bloed v -rondert?(Catechismus 4).
St. CTegiorius van Nyssa: „Met red®
dan loof ik nu. ook, dat dópr Go(de,|
w.uord het gezegend hr-ood veranderd'Wordt
in het Lichaam, van het Wioprd,, dat God
is". (Ca..'-hetische onderrichting hppfdst.
En zonog v»el verschillende vaders,
en opto) liturgieën opgesteld) d,o,or Kerk
vaders, of naar dezen genoemd
VI. Verwerping; der figuurlijke uitleg
ging, en VII. Bestrijdjng deg twijfelingen
pv'er dit Geheim.
.Wij vatpeg dezo twee bewijzen samen,;
en zulten! tegelijk hiermee ook «naar be
sluiten d'e g;etu,ig®iss,en 'd,er V,a|ders, om
dat hierin dje Va,diers al 1100 en 150Q
jaren te voren' ampwoord gaven op- dp
en wil nu geen© gekheid meer verdjrageu.",
En om' aan: de mu wa|i,rschijhlijk vöil-
gmde vragen te ontkom®, ging ik' ofa
golagkameir binueni met een liajlif toornig
hall verdrietig gelaat,, dp,t alle toena-
delring afsneed^ Oinldier den maaltijd zlag
ik -den blik vlan idjpn: heer Blake meer dia-n
eens op mij rusten, maar ik befL,ntwoor-didte-
dien niet en nam in 't geheel geene;
Moti'tie van hem; ik haastte nijj' met het
eten, en besteeg het eerste paard, d^t
werd vporgehraoht-, alsof tijdl te wiunen,
mijn eenig doel Wass. Maar' toen: ik eens
op Wfeg- was, Mam ik de eerste gelegfehhei|d(
Waa(r om de teugels intehal'on e,n te w|a;ch-
tetf, daajr ik mij plopseling- herininordfej
dat ik' idfeg heer Blake niet had' hoorou
Zegge», Welke richting hij Van plan was
in te slaan. Na eenige minuten' vierscilieed
z'ijlroe slanke: g0stalpe, hij röed goed; en,
maakte ee» uipstekend figuur ito zijn
gejieel toegckrtooppc jas, toen hij zoo
langzaam nj-nderdje. Ik mjakkte gebruik
vara .gene stijging van d® wegom' te
dralen, tot hij haast bij- mij wjals', en toe®'
dr-aafdje ik vlug, Hoor, Vreezerade zïjnó
.achterdocht opteWokkeUo, itodjieni ik h'em,
voorbij' liet gaan op ztolk een eeu'Zaine.u;
wég, als zich Mu Voop ons uitstrekte:
dit Veroorzaakpe mij* eene grpote v®le-
P'rotes'panfehe moeilijkhedéïi. 'Zij behoe
ve» gee® uitleg, en, hooren w'ij' diaarom hóe
spreekt
S-t. Chrysoslunuis (Pjcék 46 op Jo-an-
ffthfdat. 6 d®, woorden: Mijn, vleeéch!
w'aarlijk spijs enz.) „W,at wil' hij h'ierdóor
zëggen opdat zij niet meemen zóüdjen,
dat hij' 'dluisper en i» gelijkenissen geslpro-
k'eiii1 had; eni opidiat zij1 begrijpeiW zoutten,
dat het volkomep noodig was zij'n Li
chaam te epen.
iSt. Ambrpsius noémit het manlva. cn he1
water uip den steeur-ofs dp echaldlu'w dier
Eucharistie en besluip: Hicr liebt gij, ge
hoord, wefk van twee het kostelijkste1
is. Zéker ie het licht voornamer dan die
schaduw, det waarheid1 wan 'de figuur, het
Lichaam des Schepp'erd d(an het mla|nn,a
uit dein Hemel. (Over die geheim®),
St. Cyrilïms v. Jea-uzalem (Catechistu'.
4 n. 6) Zij he.t, djati U de zin: iets aad(nvs;
vertoont, la,at het geloof II versterken.
Oordeelt over (diergelijke zaak niet Vol
gens den jsmiaak, maar woest door h'etj ge
loof buiten al'lenl twijfel verzekerd, diat
men U, het Lichaam eQ Bloed van, Chris
tus vergund hee'ft-"
,St. Am'brosius: Misschien Zult gij zeg
gen: „Ik zie iets anders; -hoe verzekert!
g*ij mij dan, dat ik het Lichalaim' vlaliï
Christus ontva.ngl? Dit moeten, wij nui nog
betoonen- Maar hoe groope hew'yZen stajajn
ons hierbij! niet ten, dienstejzal toet
woord van Christus niet vermógen (het!
wezen d,er offergiften te veranderen En
dan beroept hij zich op Goidis Almogetild1-
heid (toch zeker niet, om enkel d;e kracht
van Christus Lichaam te kunnen verbeel
den!) „Want Mjl hééft hat 'ges'pro,kein|>
en zij zijn gemaakt: hij 'heeft gchodon1, en
zij zijn geschapen. De'wïjl het woord
van Christus' wet niet heeft Kunnen; mla-
keK hetgeen er te voröni niet was, zal het
d|an die d'inglen, die needs in weZemn war®,
niet kunnen vcraindei'en in hetgeeu zij te
voren niet Ware.ul"
'H-. Léo I Paus; Wijl het de Hoer is dlte
egtTenzij .gij: he.t vleoscbj van d.en Zoon
des menschen eet, c,n zyn bloed, drinkt.
Zoo zult gij' bet leven in U (niet hobben j
zo,o moet gij' tot do gemeenschap dpr
heilige tafel aldus naidferen, dja,t gij im tont
minst niet twijfelt aa® de walirtoeidi van
het Lichaam van Christus en veto zijn
Bloed. Want hepg-een man dpor het geloof,
aaMneemt, nuttigt men ook met den mould,
Te vergeefs zónden zij Amen antwoordpn,
dia re'dpneerien Zoudiem tegen hetgéén ilaar
genuttigd world;t. (89ste preek de Jejanl)
Deze an dergelijke teksten dier Vad'ers,
uit den overvlocd( geput, Zijn ieder op
zich era al'la te samen Wel. v'oldö,0nld(a oini
ëlüiï naar w'aiairheid diorstcnd'e ziel to laven;
tedwijl zij' tevens den smaadie voor klfe
heilige woorden imtaer meer mógen aa,u-
Wakkefae.Uj.j ®irant „Vader" Vondel moge
'tons zeggen (Altaargeheimenissen v
1033 v.)
Gelijk één wind' djoor 't oxgall komt
gedrongen,
Zoo ZWeeift één geest op zoo verscheid,d
tongen;
Erf steunt gelijk, en houdt eens zelVo
m'aat:.
Waarop de kerk met God; ten zege gaaft.
E» d'Êngelen, van sta;rrelichte transen
Zoo laag gedaald, om1 's Heeren liöhjiam,
dansen^
En 't hoog altaajr, wlrnrop het óffer rust,
Eg kCrkhanket, der ould® aas en lust?
Dia neoit zóó hoog met lof' waaé' uit)-'
geboirsterf)
Had Gojdi heul slechts genood' o-p kjruim'
en kdrsten
Vergeef eeti beeld dpor b'eeWien afgéSbêéld,[
Zijn lijf belóof'd, en sehadiuwe ange'dfeeldj
DaMken wij God voo|r zulk voorva,dierlijk
STAVAST.'
Op dejn negenldien Zondag na Pinksteren.
Epistel van den' IJ. Paullus' tot d(ie van:
Corinth en. X. C13.
Broe,ders laat ons geene begeerte heb'-
he» tot 'het kwaad, gelijk zij- begeerlijk
zij» ge'wfiest. Wordt ook gecne afgodign-
dienaars. gelijk eonigen van hen, zooj-i|lls
er gesclirevaJ,! staat: het Volk' zat' te ete®1
en ie drinken'. en zij' stouten op om te
spelr.n. Laat ons geen) ontucht bedrijven)
gelijk epUigflii van, hen ontucht 'bedreiv®
hebben. Waarom, er drie en twintig diui-
z'end op ep.neil dpg ge'dlood zijn. Laat
one Christus niet tergen, gelijk eenig'en
van h® Hem getergd hebbten,, en dioor ld®
«lang® zijn* omgekomyi. Wilt ook nieit
morrejf. gelijk eenigan van hen gemord
hehhë.M, door d^n: verdterféngel Zijn,
verslagen.,Dit alles is hun tot, eene aifheol-
ding eoschieid(, »n ter oin'zer onlderric'hJ
ting geschreven, die G»s laatste tijldlein be
leven. Hij' derliaJlve die, mteent diat 'hij'
genheid, idfeaf ik om dezelfde reden niet
durifdp omkijken, hoezeer ik ook toegeef*
'hein in 'toog te hóuden.
Eene splitsing vaml d® Weg voor ons
gaf mijl de eerste 'gelegegljeildL te wach
ten «n om te'zipinl. ÏJij Was, on,ge|vieiejr
'vijftig .pas achj.cii'. Ik 'wachtte, tot Ihij!
nadtorkWam', maakte eene buigimg' met
eCKf knorrie'e beleefdheid', Öie ik pas
send vohcij bij Idle ,rol, die ik speelde, en
vroeg of hij' Wist, welke wég naar Perry
leidde, 'dlaar ik met z'ulk eene haast, weg
gereden -Was, diat ik haldl vergeten nla.ar
de» weg te "vragen. Hij beamtWoardidle mij-
We buiging-, iwees )«i«r den weg links, ter
wijl hij' zeide:. „Ik weet, djit Idoze 'wég
pt. niet hoen leidt;" 61» slóeg idiien beffiaard
in.
Nu zat ilt ia vei'legenheid. Zoo ik h'em
Ha dit korte antwoorcI( toch Volgdé, ver
ried ik mijij) spel geheel; toch lieten Öo
omstandigheden ndetd anders toe. Ik b«-
sloot den midjdfeilwegj ,te volgen doer tie
d'oe».^ alsof ik «ton "weg rechts nam. totdat
hij uit het gezicht was dan teruate-
licereK hem, snel te volgen langs den
anderen. Daaront Weudide ik mijn pa,ard
waar rechts en draJalfdje een.- Kwartier
lang langzalatm' to|oordWa,arts; maar het
volgende kwartier reed( ik naar toet wes-
slaat, Zie toe dp.t hij niet _valle. Geen©
bekoring, dan! idijet manBöhelijk is, grijpe
u aan. Dortb God is getrohwHij zal nie-b
toolateg dat gij bove® u"w Vermogen- wördlt!
bekoord, maar met dip bekoring1 ook uit
komst geven, opdat gij -die kunt Ver
drag®.
Evangelie, Luöas. XIX. 4147.
In d'en tyte. als Jezu® Jeruzalem uia-
dér'die en id« stad zag", "wetende Hij, clveM
haat 'Or« zeide: adh', dtt|t 'gijl nog op id'ez-anl
uw® dag erkftujdiet, het-gónte u tot vreld'e
stérktmaar het is' nu voor uwe oogen
verborgen; want de diageto) zullen ov'er
u komen, dat uwe vija-ndien u met etenenl
wal Zullen omringen an u belegerenl en
van alle kanten benaufweni egdgt zij' u, aa
uwle kindcren in' u, ten gronidle zulltenl
verdelgpif. en ito u 'd|en eeneu steen op Idléto,
anderen niet laten, omldut gij! dien tijd'
uwter bozooking niet g'ekemd hebt. En ito
dien tempel koméudp, btegon Hij diegenen
d,ie daaI verkiocht® en kpehtën etruit
te drijven, en zeid® hulne fllaar staóf gpi
schreven; mijn huió is e® huis, des g(e
beds; maar gij hebt or een roofnest vara
gemaakt. Era Hij leerde djagelijk's in idte®,
tempel.
Inneriyk of uiterlijk?
„Do Nederlander" is1 b'ezlorgd over de
(g'cviolg'ea van het 'Eucharistisch Congïes.
liet christ.-hist. orgaan, ziet imlillioenen'
leven, buiten de christel'ijlke kerklen. en'
'vrees,t, da:t dtezten zullen w,oiid,en aangek
(tnoildlcen door den luister, welke d'e R.-KJ
"Kte-iik dieiett 'ten, toon gespreid. Dat is diet
Vrees van alle tegen,slanders onzer Kerk[
IgeWetesit: 'zlrj, hehb'en, schrik voor „de
pnopaganda", wellke de R.-K. Kerk mteib
.ztoo'n Congres Bchïjtajt te anfelkeu. Eki n,u(iis
d'e „Ned." -biezpijgjü ivoor de nieuwe kditho-
li'elken, wielke door d«t c.on|gres Kouden ge-'
WiOnnen worden, whtoit acht, in die Roomt
Siche Kerk wordit alles getofferd aan 'het
uijterl'ijlkel en, het innerlijke is er niet. in tel,'.
Naar aanleiding van deze opm'efking! .ito,
helt ch:risj;.-hist. blad schrij'ff nu „De Gelt
derlander" een tnlo'oi artikel, dat "ïv'ij
gaarne .onder de aanda'cht onzêr lez'erg
brengén:
„De Nederlander" heeft wel niets ge
zien van hejt GongreS, maar d'oor de ver
slagen der Boomtsehe kranten z'egt zfe op,
d'e hoogte te zlijn,.
'Zij had geen, enkelRooinisoh blad b'e-
hoev'eni'ite iez'en en toch. Kunnen schrijVan
alls zlijl nu thee® gedaan.
lïeter gezieg'd: ,ook als z'e geen letter;
van heit Congres gezien en geen klank!
ervan gehoord had, zou ze geschreven
hebben als nu.
,Dait stond a, van te voren vast, wht!
„De Nederlander" van het Congres: ziegigjen.
ZlOiU.
,DaJ. weten we imlmors maahjjil t©t goed
wat „De Ned." van tl® Room'sohen idfenlkf.
.En van hun godsdienst.
En waar de geesitv, 'Wanten ïntoe te.
ruggehouden worden van de /Rooms'c'h'e
Kerk.
Die Roomsdhen hange» aan uiterlijkhfe-i
den, heel de Room's'che godsdiensit is
praal en uiterlijk vertoon, m,aa(r innerlijk'
•fe er wöinüg oï Jjeca godsdienst.
Wij, protestanten, wij houden niet van
uiterlijke vormen, doch inlieirlylk zijn wii
ziooveel' haler. Innerlijk holeven wij onzeiv
'godsdienst. Heer, wij danken U, dat Wij
■niet zijn als die Roomisqtoe tollenaars en
U dieinen in geest en waarheid.
Do meeste protestanten zlij-n met deze
voorstelling van zaken tevreden, want z'ij
keert in de protestants'che karanten steeds
ter(ug on zij voiimit, voor oppervlafcfcigd
lieden, het gordijn waarachter de Wer
kelijkheid' der R.-Kk Kerk'Verborgen wotdf.
gehouden. Als m'en oeniriaaljyan eenigiof
zaak een valschc voorstellingi heeft., dlato
Kolniit man niet gömakkel'ylktot een nad-er
onderzoek. Men houdt ziulk een voorsteL
liing voor waar en toösit zie niet verder
aan de werkelijkheid. Heit 'is, dan ookj Zeei?
waarschijnlijk, dat do ,Ned." mteent, wat
Zo schrijft en omflat ze aan de menscheni
een wérkelijke» godsdienst punt, e®, dief
de zielen bewerkt, en ieid't tot een waato
a'c'hitig christelijk leven, daaxpml vreest
zlij voor de vermiee,rdqr,ing valn den room-
s'chen invloed'. VreestzijC dat de ,R-K|
Kerk van de heidenlkinderen dézler ian-
den. er vtel'e lot zich zlal trekken.
Maar als zij n,u loc'h eens even ernstig
nadenlcen, dezte „Nêderlander", dan tnjoss't
zlij 'toch begrijpen, dat de R.-K. Kerk, al'a
z'ij inderdaad in hoofdtaak volim'e|ntdjensj;
k'wchklte, al lang verloren fe'au z'ijln. Diö
Roométehe Kerk J.is juiteHljlk een .organi?'
saltie van .miensfe'hen, rniaur innerlijk ee"n©
van zielen. En als d'e Kerk del zielen' toite(t
vormde, kon zij 'zie ito'cTi niét in haaij eenigf
verband hoiuden.. |Da|t msest een kinjl: tpclhl
ten moj. eone staielheid, waaptoe ik die oude
meirrlei die mijif mij gegeven hail iniiet
ha'd in staat gejaiehlt, v®r ik baar op
p,r,o;e!f stelde- Niet Hang 'dgaruiai fe'ag ik iden
deftige» heer vóór mij eene latog'e, gTooi-
ende'helling in 'd® vej'to oprijd®; ik1 hield!
'd'el teugels i» en t,rok' mij terug ito het
bóseh naast den weg, tot 3iij 'djetoi top had'
bereikt eis verdwenemt was, toen tliraafldie
ill weer v®rt. Zoo giifg' het een uur lang
door het meest bergaoh'tige land», 'dat ik
ooit doorti-ok, hjj! steeid|s een heuvel Voor
uit, tot ik plotseling, ik weet ni«t doer
Welk instiu'cj, voelde, d|at wij het' ebde
naderctenik haastte mij idius- de® top vlato
d'e» heuvel te bereiken, klje® ik juist op-
reed, e» zag ueer in het enge (dal alató
mijn voet.
W.elli Ge» tooneel! vej'tooude zich nan,
mijne, blikken, had ik maar inliet z'oo voorts
durend; moetenl letten op 'de liéw'egingen
van den eanizam'en ruiter diaiair bteuélienJf
Heuvelreeksen verhieven zich' ro,ndom
ceuy groene vallfei, W:a.ar e® klein groepje
huizen bijeeUsch'ool, zoo kl'eiui, dat m'en Ihet
op d'e vingers kon tellen, maar toch gaf
dit teem on'besdhyij'fclijlli voorkomen Va®
giefzelligheid aan 'dfez'a vtefre h'euVel- eu
twtoudsfiieek'.
öffiondt vwvolgd.i