1 !C KEN Msendaal FERRIN roenbemesting Tweede Blad OM HAARLEM. klagen len of ir's Pillen Verdwenen. HE COURANT NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1924 ATIËN GEBIED Goes, 1ATOGEEN) DHE ARTSEN WERKINGSMIDDEL Dim Fabriek, HG: Iaadhandel 'S-HEER-tBTSKERKE FEUILLETON APOLOGIE Houvast"! Kerknieuws Uit de Pers ;nt per ons. 24. in Effecten. TING. markturen zitting in het 3 Bank- en Effectenzaken ilLLIJK. OOR AANBEVOLEN ïELE FLESCH kLVË FLESCH 11186-48 per K.G. per K.G. slechte spijsvertering, lusteloosheid, koortsig- 't gebruik van de ha zijt ge binnen enkele maar eens, en ge zult 9637-40 leent. Oorlog en Vrede. De herdenking1 van do mobilisatie v;m het Neder landsche leger heeft vanzelf tie kwesties van oorlog en vrede, vort ont wapening' en arbitrage pen nicniwo actua liteit geschenken. iZy zSj® en °P' uitste kende wijze belicht (ijoor onzen minister. Ruijs-de Beerenbrouck in zijne te 's-Gr-i- venhage gehouden gedachtenisrede waar van wij den inhoud zoo goed! als .geheel hier laten volgen. De dag vaö hed^n'f) roept bij ieldler No-< derlandei' de herinnering op aan) de® 1ste Augustus 1914 Allo ons omringende mo gendheden wam togen elkaar in. het krijt gitreden. Ons land behoorde tot da weijii- de die niet reeds het. eerste refïten g'pld. Wie zou voorspellen of het „h'odie tibi eras mihi" ook aan ons bewaarheid! aou worden '.Wanneer hij uw naasten huur leerden re"d9 de Romeinen 1 de wand begini te branden, is bet oogpn'hliH geko men om het nemen van. vooi'zörgginaat- regelen niet langer te verdagen- Dd Ee- giecring heef t da,tl ook beseft. Geen dag te vroeg1, geen dag te laat, Kwam; het besluit om allen die- tot het leger behoorden, bui tengewoon .ouder da Wapen® te roepen. Ito algemeen.' mobilisatie, welli'e in landen die van Oorlogszuchtige neigingen Ver dacht warden den oorlog' beteokent, Was ten onzent slechts het gebaar dei? wettige zelfverdediging Nederland toonde hier mee. dat het zijne neutraliteit niet slechts met het woord wilde verdedigen, m'aar rl'a.t het bereid was ook darton te verrich ten. i Daddn? Ee.ne kleine GideojnS-bc.ndo zou cvartmachtige heerscharen bestrijden? Vlei de men zich' wellicht inet den ijdelen waan ebdt wij, "dijk het oude Israël, Gódi-I uitverkoren volk waren? Niets van dit alles zeide spr. Wij waren, gelijlf de toen malige voorzitter v® het, kabinet bet even eenvoudig) als treffend uitdrukte, bereid o:na zelfstandig volksbestaan met de wapenen m de hand tegferi iederen in dringer te verdedigen. Niette meer, 'niets minder. Ver achter ons liggen de tijden, dat ieder man slechts op zijne oorlo,g|sbruik' bp.aThe.id werd; getoetst,, ö'a.t heldenmoed dë eenige mannelijke deugd wcrldl geheet®, Wij achten het schooner voor het Vader land te leven dab to sterven. Maar wie voer zijn land wl' 'leven, moet) ook bereid zijn er vow te sterven. Da. nrenschheid is nu eenmaal nog, niet genaderd tot liet hoe,ge ideaal, dat recht boven, m'acht gaat. Zoo. iets ons deze droeve waarheid) k'a n inscherpen, deynoF het wel de dag! dien wij heden herdenken. Ieder volk, dat ten ooi- log trok, was van zijn goed; recht' innig overtuigd. Maar in stedo van eed onpar tijdige .uitspraak pit te lokken, in st.ede van te trachten zich over de gerez® zwarigheden to verstaan, vertrouwde ieder slechts op de kracht zijner wa.penen, Voor men recht wist, w.a.t er gebeurde, stond gmseh Europa in Vuur en vlam. Het züu van grenzeuLoiOze lichtzinnig heid getuigen, indien, men meende, dat hst einde van de.n oorlog ook( Vopi- g,oe:d het tijdperk van geweld had) afgesloten. Wij zijn nog ver cn ver vcrwijderdf vatn het stellen van 'deim'oreele macht van h'et recht in 'de plaats van de inaterieeld macht der wapenen," gelijk leen beroie'mdi gewórden poging bot vredestichting zich ujtdruktL Maar juist daarom kunnen wij[ onmogelijk bij de pakken neerzitten. H(o,ezeer wij o,ok tonden wenschen, dut liet oogenbliW aan gebroken was om tien laatste® soldaat af te danken, wij moeien and rekenschap geven van de nuchtere werkelijkheid. leder Ofgienhlik' kan Nederland, kunnen do o-ver- z-etegche gewesten zidto wed® bevinden, in hel midden vla® een wereldbrand. Wij ver manen ons vlan de harde noodzaak' der .zelfverdediging' niet te onttrekken. Koo is 't, oiï'mogelijk 't oer te leenein! aam hen, die reeds thans aansporen! d'd rusting uit te' trekkpnt, zelfs al komt' de drang van een zijde, wier verleden een glanzch ,n)n- dereu raad zo,u dioen vermoeden* Als gij. den vrede wlenseht, bereid! teni op-rlog, m-oge een oud woord zyn, verouderd' is het niet Laat ons Gold vjurigl bidden, den we reld vrede te schenken. De dagi, waarop fljfe volkeren gislijktijidig, en wederkterig, dat is dus internationaal, tot een; andere gedragslijn inzake bewapening besluiten, zal een gezegende zijn als weinige. Mitf al zyn niet, gelijk! eend een al le zwartgallig staatsm'an verklaarde, alle menschen geimelij'k! cn boosaardig, dé men- sehelijke natuiur is nu éénmaal zwak en zwakte leidt allicht tot m'acKtsmisüruik Zoolang dan ook ónze. naasta huren' zich de machtsmiddelen blijven verschaffen, om 3 maanden Q„ (je week L shlad voor Zeeland. i.v.p.) r 2 ets. worden verzonden 16) r Met eeii beetje handig"beid| verjkreegi ik dé kamér Kaast de zijne, dóór welke gegelimg bet mijl gelukte een slapeloozen! iftichl. door tei brongew, dpar d'e lieer Bla-ke bet grootste deel ,der nachtelijke uren d!oorbraoht met. heen am Weerte loope» mot een xegelmatigan stap, 'die een all'e® behalv© kalmeerenden, invlloödl op mijne zenuwen had. Den volgc'nöpn morge» i-eedë vroeg, namen' wij Öp omni bus, hy zat aehjeria, ik voor bij den koot- sieito Er wfareiïi meer passagiers1, mjalar1 ik merkte op, 'dat hij' mfet Miemaudi sprak; itoöh gedurenidje den langen rit e©ne en kele maal' opzag uit deö hoek, waarin hij gedoken' zat. Het was twalaif uur, tien' wij het elude van d^n tocht bereikten, een dorpje met uog minder voorkogmen, dan de bergdjorpe» gewoonlijk hebben,; ZOO bezoek zou 'breWgen, wekte dit overal grood onbeduidend!, dat het mij seedst olnvor- klaarhaujrder weydj, wat het rijke ex-cou- Oougreslid kon zoekgn, op zuilk eene plckj dat eeii'e zoo bingc en, -lastige reis' Iton ver- goedeu; toen ik tot my-ne tocnemenide ver- hiun wil me-t den sterlcob arm' door It'e 'driivew, zijn wij a-a'n- ons roemrijk vorsteto- huis. nab ons vaderland, aan onze Mnaoren verplicht, liun, zoo noodig, een „tot hier1 ten en niet verder" tod te( roepen. Ij.a.ten wij' op; een dag( als deze <le; innige hoop uitspreken, besluit spreker, dat God ons de verschrikking)® van. een nieuwen oorlog" moge besparen, maar dat, zoo ons een ander lot beschoren wordt, het 'dan levend geslacht zich moge gedragen als de minnen van 1914! 1) 31 Juli —Eed. N. Z. Ct. 2) Spreker had hier op het oog de vre« descncycliek v,a,n wijlen Paus Benodietus XV. I 93 XV. Bueliarlslita 5, II. De benaming,': Waarachtig Lichaam enz'. Al eens meer parels en edelgiestoenben in handen gieha.d Nu- ik! nog niet veel, en dajivom zal ik! u missohieni niet' gtemakke- lijii' het onderscheid, kinin -n ao-nwijlzcn tus- schen echte en nagiemaak'to. Om' dit te weten 'te komen z-ou ik, mïjr wlemdien tot de ia,u ioriteiten op dar gebied, tot do vak lui verklaren dezën mijd.it ia een echte parel, dan neem ik dit zo,a letterlijk mo gelijk op, en geen rnensch1 zal me wijs maken, dat de juwelier met did Woorden te kennen gjaf', dpt het alleen, maar glas was eclhtei' echt parel verbeeldend, m.a.w. dat hy slechts fijruurlijk' zou gesproken hebbeni Wanneer ik wil weten, of in ito Eucha ristie Christus waarachtig Lie-liaam en Bloed tegenwoordig is, dan ga, ilè daartoe ter ad e met bij een of ander ophakker, m'-a,ai.' bij d'e autoriteiten opi dif .gebied, do Kerkvadersverklaren zij mij: daar is het waai-aehtig Lichaam enz., dgn versta, ik die woorden niet fig|uurlijk', maar wel degelijk zoo- letterlijk mogelijk. Slechts twee redenen zouden mij kunnen dben afwijken van Jen letterlijken zin: öl! mij nerzijds bevooTOorcteeiidhedd1 (m',aar dit is owechrlmatig'), of de kerkvaders m-ociien zei faanged-uid hebben, dat zij figuurlijk spraken. Mrar hiertegen valt aan to voe ren, J e, d ï.t het won-dei-lijk zoui zijd, indien zóó vele -vaders op zóóveel plaatsen als maar figuurlijk zoudpn. gesproken hebben,; 2e, dat die- vaders instedo van heem ta. wijzen naar een figuurlijk verstaan, juist immer deden uitkomen, dat zij naar den lett' r wildjm verstaan Worden. Maar gie ren wil oen onbovoo-rooi-deekten. lezer weer enkele uitspraken van kerkvadjers uit de eersto 5 eeuwen. St. Tre"aci\S (n.b, een leerling! van St. Polyoa-rpius, die op zyn beurt do geliefde leerling' wan van <1® Evangelist Joan nes) schrijft: „Dien Kelk, die vani hét getal d,er schepselen Was', heeft Hij (Chris tus) verklaard' Zyn fiig'em Bfoeali te wezen, waarmede hy ons hl-oed besprengt. Dat brqod, dat van het getal' der, schepselen w-aa, lieof't Iiij verzekerd'. Zij"1 eigën lichaam te wezen, Waardoor hij onze lichamen voedt. Hoe d;urft meu (nl, som mige ketters) te zeggen, dat ons lic'haaon onbekwaam' zij om! Gods gpve, te weten liet eguwig leven, te ontvangen, wijl ons lichaam -gevoed wordt inet het Lichaam en Brood de» Heeré11(Zoo in zijn 5c hoek" tegen den ketter ht'dst. 2). St. Epiplianii s (giest. 403^ inAna- aeph. hi'dpt 6): „de. kerk reikt ons diugie- 1 ij kis wczenlyk cu waeradilig Bloed: van Christus", t St. AuihéosiiLS (gest 3.97): „Gelijk onze He-er J.Cnr. d,e waarachtigie Zo,on Gf,o.ds is. niet a,Is de monsch®, die hot door de genade worden, maar als Z,o,oai uit dos V.ainjers zelfstandigheid, zon is toet ,ook Zyb waa-raelillik Vacicsch dat w'ij' nuttigen gelijk hij zelf gczggd' beeft." (Over do sacramenten. B 6, hfdgt. 1). Nog veel ,and,ere even dpjildJelijtkel.teksten der 'kerkvaders vielen te vermelden; (o.a. die eigenaardige, waarin Bt, Augustinus g-est. 430, ingaat' op do' moeielijkheid, dat volgens den 33sten psialm. iemand in zijn eigen h uden werd gedragen, hietgeiari vol gens Aug. -alleen m'aar geschiedde op het li-atste Avondmaal, toen Christus' gezegd had,: Dit is Mijn Lichaam; en wie ze wil hebben, vrage ze op o.a. bij ondergeteo- kénde.1 i Ma,ar. een andpro geroep „Vadertekhten" dringt zich op, can gehoord te worden, die nl. waarin glesproken wlordt over III. De uitwerking van het H, Sacra ment. Om dg gcloovigen lir,a,chtig to maken voor het martelaarschap, schreef St, Cy- pri:au(BS hcele brieven juist en v-opxal' ov,er bazirtg hem bevelen hoorde geven orn ter stond na het eton een paagd; te z|a|d!elenl eir voor te brengen, bij de herberg. Dat had ik i» 'tgeheel niet. verWhdtot,. cm het braolit mij iu verlegenheid^ w'an,t, heelwel het mij! tot dusvef gelukt was o'p zulk eeu afstand van1 d|eu heer Bfllajto te blijven, gelï's terwijl ik hem in het oog hield, dtat hy! geen Vormo-e'djens kom op vatten om (rent mijine belangselliog in zijne zaken, oo ko,n, ik nu voor d® djerdén keer volltomeu gelijke bevelen geve® als hij, Zonder zijne aanidiaeht te trekken, hétgee1?1 noodlottig zou zijn voo-r mijne plaune®. En tooh, hem nu alleen te laten wegrijden zou zijn, het spoor te verlate,m op het oogenhlik, dat ik' het, reöhte halli gevonden. De herbergier, een druk, ving man netje, heelemaa! zenuwen en vragen, hielp mij' onbewust uit deze ïuoei'lEjlkhei.dij; „Gaat gij naiaf Perry, meneer vroe^ hij aan den hoer Blake. „Ik verw|i(eht al drie -dagen lang iematod', die niaiiir Perry moet." „Dat hen ik," viel ik in met een knorrig voorkomen vooruittred®|il|, „en ik hoop, dat gij mij Mi-et zult laten Wach ten. Zoodr-a liet eten gqdjpain. is, e® p)a!arkl', hoort gij.?, Ik ben nu twee dagen te laat dirk H. Sacïamént. Zoio- schreef h'iji tegelijk met veeï nnd.ere bisschoppen, in een brief ("zijn 57sten): „Wij mógen de ge- lopvi-gien, d,io wij tot den strijd vermian® en -opwekken, niet bloot Omng'.ewlapend laten, maar hen met de bescherming van het Lichaam en Bloed van Christud wa penen. Hoe zpiu'd® wij hen. tot! den kelk vlan iict martelaarschap beldwaam: maken, indien wij hen niet eerst) verglunaeln- den koïk des Heeren in Zijne kerk te drin ken En zoo,als St. Thomas later dichtte: V,an de toekomstige glorie wordt het ons als -onderpand gegeven. Zjoo zeide ooli do n. Athanasi,us,,'t Is d,an alsof de Heer zeulp: Mijn Lichaam, dat hier. getoond en voor de wereld gegeven wordt, zal! tol spijze gegeven word®, opdat het yppi' iedere® zij een onderpand of bewaring tet dje verrijzenis ten 'eeulwigen lezan." SI. CjrrMw van Alcxan'dgie (in zijn 3e Boek over Joannes): „Nuttigt toch dit Sacrament, Gelo-oft mij, niet alleen ver drijft het den dood, maar ook alle Ziekten. Want Christus in iin.s (blijvende, stilt die wreed,e Wet onzer ledematen, Hij versterkt d,e -gi.-dsvrueht, hij verdooft da woelende ge'm-oedeangsten, hij geneest d-e kranken, hij heelt de gewonden, en aid een goedja herder, dip zijn leven voor zijiné sctoapen g-eeft, richt hij ons op, telkens ajs- wij vallen. v IV. Op Catcchismhs e11 Precliztoel" Neem dp, m ons 1ste bewijsl vermelde Catechismus van den, H. CyriMusj vaü Je- ruz-aicm, en la,at die, zonder dien naam des schrijvers bekend te maken, lezen- door bv. D, immee Gr-avemcijier cseen halv-e bladzij zal hem d-ocn uitroepenWeg met di". PtogpsiCihe CatectoesatieDia vraag is of dezen o-oit kennis najaren."" van, dat gul den beekje, evenals o-ok o£ zijl wel op-it onder het gehoor zaten van den, Heiligen Groaprius van Nyssa, Aug-ustinus, Cyril- lus van Alexandrië, en vo.oral' van den H. Joannes Chrysortomius, die zoo tal- loo-ze preeken juist o-ver dit onderwerp hield, zoodat hij wel gpnoemlrll wórdt de leer,aar der Eucharistie! En nu gebruik ik geen oratoriocho wen ding-, een reden,a,a,rsslimmigheidje, wanneer ik zeg, dia t het mh-,waarlijk aan het hart ga,at wanneer ïk 'hier geen enkel van dié redevoeringen hier weergeef, daarin hei-ia» gelijk met degenen, die bijl onze dwalende medebroeders: een verantwoor delijke p.st vervuil®, en hun misschien in verre^yaande onwetendheid, de eigemn z- -■ geheel en al Booutecba taal dpr nude vaderen van o-ok hun geloof', onthou den, Alleen gtelde voor mij de vcront- sctouldig-ng, dat ik! Üio brandende fakkel meet vvibergen onder den Korenmaat' van plu? tsgebrek. V- YoraOóering va,n 't hrOiid én 'ülen wijn. Veel wordt er geschermd met de op- wu'p'irg, dat het woord: transsubstan tiatie (zelfstandiglheidsveran'dering) niet wordt i?-vonden in de H:, Schrift, noch bij de kerkvaders. Dat is waar voor het Latijn, omar iu het- Griekkeli! kamt hat wel O Kslijk voor, en wiel v,a,u syllabe tot syllabe I Dan maar g,a,uw op e® andier (en taai) stokpaardje gesprongen: dat van de togCiUrlijke betéekmis. Gek, zóó. dik wijls kunnen de teg®st,adders in het gees telijk u urn,mispel niet uit den zadelt ga stoot® wordpn, of na-nstonds springen ze wem op, ,a,ls,of cr niete gebeurd is, en wanneer zij d,an eindelijk: in' het zand zit ten; dun berijden zij nóg 'hun stokpaardje figruxlijk gesproken -dpn, ziet u. En zop- zullen deze „verstokte" taftónstanders eek 'l n figuurlijken zin volhouden der v,-.lgip,ide woorden, ondanks het feit, dat die woord® op verschillende plaats1® en tijd,® gesproken zijn, ondanks het feit, dut zij gevonden word® in da milde Mis liturgie® uit dpn tijd dier kcrkvaders, terwijl dia vaders ervan spreken, in hun dcodea.v one vol'ksondierrichtingon enz', enz. SI; Cyi'ii,,,s van Jeruzalem: „Hij heeft eertijds te Cana in Galilaeai het water in wijn v inoordzullen (wij hem; dan niet ge-loove». wanneer hij dpn wijn in Zijn Bloed v -rondert?(Catechismus 4). St. CTegiorius van Nyssa: „Met red® dan loof ik nu. ook, dat dópr Go(de,| w.uord het gezegend hr-ood veranderd'Wordt in het Lichaam, van het Wioprd,, dat God is". (Ca..'-hetische onderrichting hppfdst. En zonog v»el verschillende vaders, en opto) liturgieën opgesteld) d,o,or Kerk vaders, of naar dezen genoemd VI. Verwerping; der figuurlijke uitleg ging, en VII. Bestrijdjng deg twijfelingen pv'er dit Geheim. .Wij vatpeg dezo twee bewijzen samen,; en zulten! tegelijk hiermee ook «naar be sluiten d'e g;etu,ig®iss,en 'd,er V,a|ders, om dat hierin dje Va,diers al 1100 en 150Q jaren te voren' ampwoord gaven op- dp en wil nu geen© gekheid meer verdjrageu.", En om' aan: de mu wa|i,rschijhlijk vöil- gmde vragen te ontkom®, ging ik' ofa golagkameir binueni met een liajlif toornig hall verdrietig gelaat,, dp,t alle toena- delring afsneed^ Oinldier den maaltijd zlag ik -den blik vlan idjpn: heer Blake meer dia-n eens op mij rusten, maar ik befL,ntwoor-didte- dien niet en nam in 't geheel geene; Moti'tie van hem; ik haastte nijj' met het eten, en besteeg het eerste paard, d^t werd vporgehraoht-, alsof tijdl te wiunen, mijn eenig doel Wass. Maar' toen: ik eens op Wfeg- was, Mam ik de eerste gelegfehhei|d( Waa(r om de teugels intehal'on e,n te w|a;ch- tetf, daajr ik mij plopseling- herininordfej dat ik' idfeg heer Blake niet had' hoorou Zegge», Welke richting hij Van plan was in te slaan. Na eenige minuten' vierscilieed z'ijlroe slanke: g0stalpe, hij röed goed; en, maakte ee» uipstekend figuur ito zijn gejieel toegckrtooppc jas, toen hij zoo langzaam nj-nderdje. Ik mjakkte gebruik vara .gene stijging van d® wegom' te dralen, tot hij haast bij- mij wjals', en toe®' dr-aafdje ik vlug, Hoor, Vreezerade zïjnó .achterdocht opteWokkeUo, itodjieni ik h'em, voorbij' liet gaan op ztolk een eeu'Zaine.u; wég, als zich Mu Voop ons uitstrekte: dit Veroorzaakpe mij* eene grpote v®le- P'rotes'panfehe moeilijkhedéïi. 'Zij behoe ve» gee® uitleg, en, hooren w'ij' diaarom hóe spreekt S-t. Chrysoslunuis (Pjcék 46 op Jo-an- ffthfdat. 6 d®, woorden: Mijn, vleeéch! w'aarlijk spijs enz.) „W,at wil' hij h'ierdóor zëggen opdat zij niet meemen zóüdjen, dat hij' 'dluisper en i» gelijkenissen geslpro- k'eiii1 had; eni opidiat zij1 begrijpeiW zoutten, dat het volkomep noodig was zij'n Li chaam te epen. iSt. Ambrpsius noémit het manlva. cn he1 water uip den steeur-ofs dp echaldlu'w dier Eucharistie en besluip: Hicr liebt gij, ge hoord, wefk van twee het kostelijkste1 is. Zéker ie het licht voornamer dan die schaduw, det waarheid1 wan 'de figuur, het Lichaam des Schepp'erd d(an het mla|nn,a uit dein Hemel. (Over die geheim®), St. Cyrilïms v. Jea-uzalem (Catechistu'. 4 n. 6) Zij he.t, djati U de zin: iets aad(nvs; vertoont, la,at het geloof II versterken. Oordeelt over (diergelijke zaak niet Vol gens den jsmiaak, maar woest door h'etj ge loof buiten al'lenl twijfel verzekerd, diat men U, het Lichaam eQ Bloed van, Chris tus vergund hee'ft-" ,St. Am'brosius: Misschien Zult gij zeg gen: „Ik zie iets anders; -hoe verzekert! g*ij mij dan, dat ik het Lichalaim' vlaliï Christus ontva.ngl? Dit moeten, wij nui nog betoonen- Maar hoe groope hew'yZen stajajn ons hierbij! niet ten, dienstejzal toet woord van Christus niet vermógen (het! wezen d,er offergiften te veranderen En dan beroept hij zich op Goidis Almogetild1- heid (toch zeker niet, om enkel d;e kracht van Christus Lichaam te kunnen verbeel den!) „Want Mjl hééft hat 'ges'pro,kein|> en zij zijn gemaakt: hij 'heeft gchodon1, en zij zijn geschapen. De'wïjl het woord van Christus' wet niet heeft Kunnen; mla- keK hetgeen er te voröni niet was, zal het d|an die d'inglen, die needs in weZemn war®, niet kunnen vcraindei'en in hetgeeu zij te voren niet Ware.ul" 'H-. Léo I Paus; Wijl het de Hoer is dlte egtTenzij .gij: he.t vleoscbj van d.en Zoon des menschen eet, c,n zyn bloed, drinkt. Zoo zult gij' bet leven in U (niet hobben j zo,o moet gij' tot do gemeenschap dpr heilige tafel aldus naidferen, dja,t gij im tont minst niet twijfelt aa® de walirtoeidi van het Lichaam van Christus en veto zijn Bloed. Want hepg-een man dpor het geloof, aaMneemt, nuttigt men ook met den mould, Te vergeefs zónden zij Amen antwoordpn, dia re'dpneerien Zoudiem tegen hetgéén ilaar genuttigd world;t. (89ste preek de Jejanl) Deze an dergelijke teksten dier Vad'ers, uit den overvlocd( geput, Zijn ieder op zich era al'la te samen Wel. v'oldö,0nld(a oini ëlüiï naar w'aiairheid diorstcnd'e ziel to laven; tedwijl zij' tevens den smaadie voor klfe heilige woorden imtaer meer mógen aa,u- Wakkefae.Uj.j ®irant „Vader" Vondel moge 'tons zeggen (Altaargeheimenissen v 1033 v.) Gelijk één wind' djoor 't oxgall komt gedrongen, Zoo ZWeeift één geest op zoo verscheid,d tongen; Erf steunt gelijk, en houdt eens zelVo m'aat:. Waarop de kerk met God; ten zege gaaft. E» d'Êngelen, van sta;rrelichte transen Zoo laag gedaald, om1 's Heeren liöhjiam, dansen^ En 't hoog altaajr, wlrnrop het óffer rust, Eg kCrkhanket, der ould® aas en lust? Dia neoit zóó hoog met lof' waaé' uit)-' geboirsterf) Had Gojdi heul slechts genood' o-p kjruim' en kdrsten Vergeef eeti beeld dpor b'eeWien afgéSbêéld,[ Zijn lijf belóof'd, en sehadiuwe ange'dfeeldj DaMken wij God voo|r zulk voorva,dierlijk STAVAST.' Op dejn negenldien Zondag na Pinksteren. Epistel van den' IJ. Paullus' tot d(ie van: Corinth en. X. C13. Broe,ders laat ons geene begeerte heb'- he» tot 'het kwaad, gelijk zij- begeerlijk zij» ge'wfiest. Wordt ook gecne afgodign- dienaars. gelijk eonigen van hen, zooj-i|lls er gesclirevaJ,! staat: het Volk' zat' te ete®1 en ie drinken'. en zij' stouten op om te spelr.n. Laat ons geen) ontucht bedrijven) gelijk epUigflii van, hen ontucht 'bedreiv® hebben. Waarom, er drie en twintig diui- z'end op ep.neil dpg ge'dlood zijn. Laat one Christus niet tergen, gelijk eenig'en van h® Hem getergd hebbten,, en dioor ld® «lang® zijn* omgekomyi. Wilt ook nieit morrejf. gelijk eenigan van hen gemord hehhë.M, door d^n: verdterféngel Zijn, verslagen.,Dit alles is hun tot, eene aifheol- ding eoschieid(, »n ter oin'zer onlderric'hJ ting geschreven, die G»s laatste tijldlein be leven. Hij' derliaJlve die, mteent diat 'hij' genheid, idfeaf ik om dezelfde reden niet durifdp omkijken, hoezeer ik ook toegeef* 'hein in 'toog te hóuden. Eene splitsing vaml d® Weg voor ons gaf mijl de eerste 'gelegegljeildL te wach ten «n om te'zipinl. ÏJij Was, on,ge|vieiejr 'vijftig .pas achj.cii'. Ik 'wachtte, tot Ihij! nadtorkWam', maakte eene buigimg' met eCKf knorrie'e beleefdheid', Öie ik pas send vohcij bij Idle ,rol, die ik speelde, en vroeg of hij' Wist, welke wég naar Perry leidde, 'dlaar ik met z'ulk eene haast, weg gereden -Was, diat ik haldl vergeten nla.ar de» weg te "vragen. Hij beamtWoardidle mij- We buiging-, iwees )«i«r den weg links, ter wijl hij' zeide:. „Ik weet, djit Idoze 'wég pt. niet hoen leidt;" 61» slóeg idiien beffiaard in. Nu zat ilt ia vei'legenheid. Zoo ik h'em Ha dit korte antwoorcI( toch Volgdé, ver ried ik mijij) spel geheel; toch lieten Öo omstandigheden ndetd anders toe. Ik b«- sloot den midjdfeilwegj ,te volgen doer tie d'oe».^ alsof ik «ton "weg rechts nam. totdat hij uit het gezicht was dan teruate- licereK hem, snel te volgen langs den anderen. Daaront Weudide ik mijn pa,ard waar rechts en draJalfdje een.- Kwartier lang langzalatm' to|oordWa,arts; maar het volgende kwartier reed( ik naar toet wes- slaat, Zie toe dp.t hij niet _valle. Geen© bekoring, dan! idijet manBöhelijk is, grijpe u aan. Dortb God is getrohwHij zal nie-b toolateg dat gij bove® u"w Vermogen- wördlt! bekoord, maar met dip bekoring1 ook uit komst geven, opdat gij -die kunt Ver drag®. Evangelie, Luöas. XIX. 4147. In d'en tyte. als Jezu® Jeruzalem uia- dér'die en id« stad zag", "wetende Hij, clveM haat 'Or« zeide: adh', dtt|t 'gijl nog op id'ez-anl uw® dag erkftujdiet, het-gónte u tot vreld'e stérktmaar het is' nu voor uwe oogen verborgen; want de diageto) zullen ov'er u komen, dat uwe vija-ndien u met etenenl wal Zullen omringen an u belegerenl en van alle kanten benaufweni egdgt zij' u, aa uwle kindcren in' u, ten gronidle zulltenl verdelgpif. en ito u 'd|en eeneu steen op Idléto, anderen niet laten, omldut gij! dien tijd' uwter bozooking niet g'ekemd hebt. En ito dien tempel koméudp, btegon Hij diegenen d,ie daaI verkiocht® en kpehtën etruit te drijven, en zeid® hulne fllaar staóf gpi schreven; mijn huió is e® huis, des g(e beds; maar gij hebt or een roofnest vara gemaakt. Era Hij leerde djagelijk's in idte®, tempel. Inneriyk of uiterlijk? „Do Nederlander" is1 b'ezlorgd over de (g'cviolg'ea van het 'Eucharistisch Congïes. liet christ.-hist. orgaan, ziet imlillioenen' leven, buiten de christel'ijlke kerklen. en' 'vrees,t, da:t dtezten zullen w,oiid,en aangek (tnoildlcen door den luister, welke d'e R.-KJ "Kte-iik dieiett 'ten, toon gespreid. Dat is diet Vrees van alle tegen,slanders onzer Kerk[ IgeWetesit: 'zlrj, hehb'en, schrik voor „de pnopaganda", wellke de R.-K. Kerk mteib .ztoo'n Congres Bchïjtajt te anfelkeu. Eki n,u(iis d'e „Ned." -biezpijgjü ivoor de nieuwe kditho- li'elken, wielke door d«t c.on|gres Kouden ge-' WiOnnen worden, whtoit acht, in die Roomt Siche Kerk wordit alles getofferd aan 'het uijterl'ijlkel en, het innerlijke is er niet. in tel,'. Naar aanleiding van deze opm'efking! .ito, helt ch:risj;.-hist. blad schrij'ff nu „De Gelt derlander" een tnlo'oi artikel, dat "ïv'ij gaarne .onder de aanda'cht onzêr lez'erg brengén: „De Nederlander" heeft wel niets ge zien van hejt GongreS, maar d'oor de ver slagen der Boomtsehe kranten z'egt zfe op, d'e hoogte te zlijn,. 'Zij had geen, enkelRooinisoh blad b'e- hoev'eni'ite iez'en en toch. Kunnen schrijVan alls zlijl nu thee® gedaan. lïeter gezieg'd: ,ook als z'e geen letter; van heit Congres gezien en geen klank! ervan gehoord had, zou ze geschreven hebben als nu. ,Dait stond a, van te voren vast, wht! „De Nederlander" van het Congres: ziegigjen. ZlOiU. ,DaJ. weten we imlmors maahjjil t©t goed wat „De Ned." van tl® Room'sohen idfenlkf. .En van hun godsdienst. En waar de geesitv, 'Wanten ïntoe te. ruggehouden worden van de /Rooms'c'h'e Kerk. Die Roomsdhen hange» aan uiterlijkhfe-i den, heel de Room's'che godsdiensit is praal en uiterlijk vertoon, m,aa(r innerlijk' •fe er wöinüg oï Jjeca godsdienst. Wij, protestanten, wij houden niet van uiterlijke vormen, doch inlieirlylk zijn wii ziooveel' haler. Innerlijk holeven wij onzeiv 'godsdienst. Heer, wij danken U, dat Wij ■niet zijn als die Roomisqtoe tollenaars en U dieinen in geest en waarheid. Do meeste protestanten zlij-n met deze voorstelling van zaken tevreden, want z'ij keert in de protestants'che karanten steeds ter(ug on zij voiimit, voor oppervlafcfcigd lieden, het gordijn waarachter de Wer kelijkheid' der R.-Kk Kerk'Verborgen wotdf. gehouden. Als m'en oeniriaaljyan eenigiof zaak een valschc voorstellingi heeft., dlato Kolniit man niet gömakkel'ylktot een nad-er onderzoek. Men houdt ziulk een voorsteL liing voor waar en toösit zie niet verder aan de werkelijkheid. Heit 'is, dan ookj Zeei? waarschijnlijk, dat do ,Ned." mteent, wat Zo schrijft en omflat ze aan de menscheni een wérkelijke» godsdienst punt, e®, dief de zielen bewerkt, en ieid't tot een waato a'c'hitig christelijk leven, daaxpml vreest zlij voor de vermiee,rdqr,ing valn den room- s'chen invloed'. VreestzijC dat de ,R-K| Kerk van de heidenlkinderen dézler ian- den. er vtel'e lot zich zlal trekken. Maar als zij n,u loc'h eens even ernstig nadenlcen, dezte „Nêderlander", dan tnjoss't zlij 'toch begrijpen, dat de R.-K. Kerk, al'a z'ij inderdaad in hoofdtaak volim'e|ntdjensj; k'wchklte, al lang verloren fe'au z'ijln. Diö Roométehe Kerk J.is juiteHljlk een .organi?' saltie van .miensfe'hen, rniaur innerlijk ee"n© van zielen. En als d'e Kerk del zielen' toite(t vormde, kon zij 'zie ito'cTi niét in haaij eenigf verband hoiuden.. |Da|t msest een kinjl: tpclhl ten moj. eone staielheid, waaptoe ik die oude meirrlei die mijif mij gegeven hail iniiet ha'd in staat gejaiehlt, v®r ik baar op p,r,o;e!f stelde- Niet Hang 'dgaruiai fe'ag ik iden deftige» heer vóór mij eene latog'e, gTooi- ende'helling in 'd® vej'to oprijd®; ik1 hield! 'd'el teugels i» en t,rok' mij terug ito het bóseh naast den weg, tot 3iij 'djetoi top had' bereikt eis verdwenemt was, toen tliraafldie ill weer v®rt. Zoo giifg' het een uur lang door het meest bergaoh'tige land», 'dat ik ooit doorti-ok, hjj! steeid|s een heuvel Voor uit, tot ik plotseling, ik weet ni«t doer Welk instiu'cj, voelde, d|at wij het' ebde naderctenik haastte mij idius- de® top vlato d'e» heuvel te bereiken, klje® ik juist op- reed, e» zag ueer in het enge (dal alató mijn voet. W.elli Ge» tooneel! vej'tooude zich nan, mijne, blikken, had ik maar inliet z'oo voorts durend; moetenl letten op 'de liéw'egingen van den eanizam'en ruiter diaiair bteuélienJf Heuvelreeksen verhieven zich' ro,ndom ceuy groene vallfei, W:a.ar e® klein groepje huizen bijeeUsch'ool, zoo kl'eiui, dat m'en Ihet op d'e vingers kon tellen, maar toch gaf dit teem on'besdhyij'fclijlli voorkomen Va® giefzelligheid aan 'dfez'a vtefre h'euVel- eu twtoudsfiieek'. öffiondt vwvolgd.i

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1924 | | pagina 5