Tweede Blad Blank en Zwart ZATERDAG 26 JANUARI 1924 meuwE ziEuwsoHt oou APOLOGIE „Hoüvast" n. Kerknieuws feuilleton Voor onze vrouwen. Gemengd Nieuws. N.V. ,,Dlfm§ÊË5T* Trekt een legeroverate ten oorlog, dto geeft hij zidh, naar Christus zelf ervan getuigt, eerst rekenschap van de sterkt» ujnei' legerscharen en de onneeanbiairneiü zijner vestingwerken; iemand die een huis gaat. bouwen, laaf zijn gedachten weitien over de grondslagen van het gebouw, dal zij stevig zijn; maar geldt de strijd het behoud en de verdediging ja de ver breiding van uw geloof, dan is het zaak op de hoogte te zijn van de kroont uwer geestelijke wapenen, van da soliditeit uwer versterkingen, opdat ge „met ver trouwen moogt te werkgaan" in ,uweu strijd; wilt ge opbouwen, en stevig onderhouden bet gehb-uw van Uw geloof, dan moet ge u wel overtuigd hebben van de stevigheid zijner grondslagen m. a. w.: voor zijn geloof zoekt ieder rede lijk mensch het redelijk hod vast. Wijl wij ons in hoofdzaak bezig honden met de Katholieken, zullen wij mearan- deels ook putten uit de bronnen van ze kerheid, voor de Katholieken als zooda nig van waarde; daarnaast echter zal de Katholiek meer malen behoefte gevoelen ook andersden kenden Protestanten en ongeloq.vigen vooral van de redelijkheid van zijn ge lóóf te overtuigen; waarbij het echternoo- dig is sich te stellen op het standpunt van den tegenstander, om. dezen op zijn eigen terrein, met de wapenen, die op hem vat hebben, te kunnen verslaan, d. w. r. over tuigen. Ditmaal geven wij daarom slechts oene opsomming van de gronden des ge looi's hetzij om. te behouden, hetzij om het te winnen afzonderlijk n) voor Katholieken b) voor andere Christenen <s) voor ongeloovigen. A. De Katholieken putten hnu geloofskennis en vandaar hunne ge loofszekerheid in 't algemeen le uit het verstand, 2e uit de openbaring- X Het versland. Eenn zeer voorname plaats neemt, vol gens de Katholieke opvatting, het ver stand in, wat aangaat dp geloofsWauh» den. Geen verwijt tegen de Kath. Kerk' is cl au ook cngerijmder dan dit: „Wie de Katholieke geloofsleer trouw heeft ge zworen, heeft zijn verstand afgez'wor.en." Officieele uitspraken van het Kerkelijk leergezag laten ons duidelijk' zien, dat voor een bovennatuurlijk! en ter zaligheid diinstig gelooi niet voldoende is een lou ter aanneembare kennis van de openba ring, of een soort van inwendige crva- rinng oi ingeving, maar wel degelijk eene volstrekt zekere kennis van het fait der openbariijg. Lees slechts: „Het verstand kan met zekerheid be wijzen het bestaan van God en de m- eindigheid zijner volmaaktheden". „Het geloei, eene hemelgave, kómt achter de openbaring aan; daarom kan men het geloof niet aanhalen tegenover den god loochenaar om Gods bestaan te bewijzen". „We hebben geen reeht van den ongeloo- vigo te eischen, dat hij de verrijzenis van onzen Goddeljjken Verlosser Aanneemt, al vorens wij hem zékere bewijzen heb ben voorgelegd; en deze bewijzen warden door redeneering verkregen". ;<In alle deze en dergelijke vraagstukken gaat het verstand het geloof vooraf en moet tot dat gelooi leiden. Al is:b«t,y«|atand ver zwakt en verduisterd door de erfzonde, bleef er toch genoegzame klaarheid en kracht in, om met zekerheid te leaden tot het bestaan Gods, tot ae openbaring welke- gewerd aan de Jaden door Mo zes en aan de. Christenen door onzen aanbid-de- lijken Godmensch." De Kerk vreest alzoo het verstand niet, maar beroept zich er dikwijls op, n.et bet minst heenwjjzend naar het wonder van haar eigen bestaangelijk ook Christus, zelf dit deed, toen Hij zeide: „Wilt gie mij(ne woorden) niet gelooven, ziet dan naar mijne werken" n.l. trekt een redelijk besluit uit mijne wonderen. Later worjll wjjder aangeduid, wat wij met het verstand kunnen vinden en bewijzen. II. De apenbMng. Heeft het verstand den weg gebaand lot het geloof, dit geloof (t. w. de geloofs waarheden) gewordt ons door de openba ring. Want „met een goddelijk en Katho liek geloof moeten wij alles gelooven, wat J?J» 8es°hreven of overgeleverde woord i:rod8 15 vervat en door de Kerk.als door God geopenbaard te gelooven, wordt voorgesteld." Hoeveel kracht er uitgaat van die god delijke openbaring ook voor het verstand, daarover 'n volgende keer. Wc stellen hiei' vast, dat God tot ons spreekt d or Zijne Kerk, en wel in le de Schrift; 2e in do Traditie of overlevering. D« H. Schrift n.l. de 72 H.H. Boe ken zooals die door het Concilie van Trennte zijn vastgesteld do Overlevering welke wij terug vinden onfeilbaar in de Algemeen aange nomen Kerkleer, in de eenstemmige over eenkomst der H.H. Kerkvaders, in de algemeene kerkvergadering, in de Onfeil bare uitspraken der Pausen ^rn-et overgroots zekerheid in de authen tieke uitspraken van de Rómeinsche Con gregaties van Kardinalen. 't Verwondert ons dan niet, in een Ency cliek van Pius IX te lezen: „Hoe vele, lioa wonderbare, hoe schitterende bewijzen lig gen voor de hand, waardoor de mensche- lijkc rede glansrijk overtuigd moet wor den, dat de godsdienst van Christus god delijk is, en heel de grondslag onzer g'-'- iorfstukken zijnen wortel heeft .genomen uit den Heer der hemelen, en dat daarom niets zekerder is dan ons sr.c- l o o f, dat er niets veiligers, niet» heili ger» bestaat, en wat steunt op vaster beginselen En zoo kan het menschel ijk verstand, hetwelk uit allerschitterendste en sterkale bewijzen klaar en duidelijk weet, dat God ia de oorsprong van zijn geloof, niet verder gaan, maar moet met geheele verwerping van iedere moeilijkheid en twijfel rich geheel onderwerpen aan dat geloof B-. Protestanten missen de be wijskracht van de Traditie, hoewel na tuurlijk ook tegennover hen een oud en algemeen getuigenis, vooral van Kerkva ders, niet immer zijn uitwerking zal mis ken- C. Ongeloovigen kunnen wij slechte door verstandsbewijzen bereiken; natuurlijk hier, evenals onder B buiten beschouwing gelaten de genade Gods, die h'.v. ook uitgaat van het eigen woord Gods. Hoüvast dus: Zekerheid voor geloof vindt de Katho liek. m le verstand, maar voorgelicht 2e door Opennbaring, te vinden in a) de II. Schrift b) de goddelijke overlevering. Tegenover Protestant geldt beroep alleen op le en 2e a); tegenover Ongeloovige alleen op le. Zoo denkt erover STAVAST. Gp den 3den Zondag >a EnV-Ko*iogea- Epistel v. d. H. Paulus tot die van Home. XII. 16. 20. Broeders! wcest niet laatdunkend bij u zeivenvergeldt niemand kwaad met -.waad, beijvert het goede:, niet alleen, voor God, maar ook voor alle menschen. Indien hei .mogelijk is, houdt zoo veel in u is, vrede met alle menschen. Allerliefsten wreekt u zeiven niet, maar geeft de gram schap toe: want daar staat geschreven': mij is de wraak; ik zal het vergelden, zegt de Heer. Daarentegen, indien uw vijand honger heeft, spijst hem; indien hij dorst heeft, geeft hem te drinken: want, als gij dit doet, zult gij vujige kooien op zijn hoofd vergaderen. Laat u niet door het. .kwaad overwinnenmaar overwint het kwaad door het goede. Eiangelie, Matthcus,. VIII. 1. 13. In dien tijde, als Jezus van den berg afkwam, volgde Hem eene menigte van volk'. En zie een meiaateche kwam Hem aanbidden, en. zeide: Heer, indien Gij wilt, Gij kunt. mij zuiveren. En Jezus stek de hand uit, raakte hem aan, en zeide: ik wii,w ordt gezuiverd..En terstond werd zijne melaatsohh<eid gezuiverd. En Jezus aaide hem: zie toe, dat gij h,et niemand zegt; maar ga, vertoon u aan den priester, en draag ae gift op, die Mozes geboden heeft tot eene getuigenis voor hen. Als Hij nu binnen Capharnaum- kwam, na derde hem een hoofdman, die Hem oad en zeideHeer, mijn knecht ligt te huis lank en lijdt zware pijn. En Jezus zeide hem Ik za lhem komen genezen. En de hoofd man antwoordde en zeide: Heer, ikl b'-m niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen zijn: want ik: ten ook een mensch, die onder de macht van een ander sta, en soldaten onder mij heb; en ik zeg tot hpm: ga, en. hij gaat; en tot een ander: kom, en hij komt; en, tot mijnen knecht.: dce dit, en hij1 doet het. Jezus, dit hoorende, was verwonderd, 3a 11) -O- Langzamerhand echter werd het licht, de moreen gloorde en de glans van de opkomende zon verdreef het nachtelijke duister. Het woud weergalmde niet meer van de rketen zijner wilde bewoners, als konden deze het zonlicht niet verdragen. Het zoude onmogelijk zijn de gewaar wordingen Je beschreven, welke Hein- nchs ziel overstroomden; hij werd niet moede, het heerlijke van dien morgen stond te bewonderen. De boomen waren beladen roet de lieflijkste bloesams, wel ker levendige kleuren scherp afstaken bij het donkergroen gebladerte Vlugge apen wiegden zich in de lianen en zagen onze twee reizigers nieuwsgierig aan. Ieder oogenblik zag men papegaaien, welker veelkleurige vederdos als met dia manten bezaaid scheen, en die de lncht met hun gekrijsch vervulden. In do zon nestralen. "dansten ae prachtige eolibria als robjjnen vlinders en ontroofden mei hun kleinen snevel dan zoeten hotig aan tallooze bloemen. H6inrioh was verrukt en vergat schier het doel van zjjn uilstap-e. Herkules wekte hem eindelijk ui' zijne droomerjjen en zieide: „Welnu! massa, en de jacht? Gif ver geten de beesten, die gij schieten wilt? Als de zon hoog aan den hemel' staan kunnen wij niet meer jagen en massa Van der Straten lachen, als wij zonder wilt thuis komen." Gü hebt geijjk, laten wijl beginnen. Hoe! massa jaguar, puana, tapir cabiaj, agonti en pecari schieten?" Eerst wenschte ik wel eens een paar van die mooie vomels te schieten, welke op ginsohen beam- zitten." Hij bracht het geweer aan den schou der en was op het punt log te branden toen Herkules hem tegenhield. „Massa niet schieten, zeide hij, geraas maken en beesten wegvluchten." 'Gij hebt geljjk, antwoordde Hein- ricb, ik dacht er niet aan. Breng mnjieen, wara gjj wilt, ik volg u." De neger geleidde zijn roeester naar den kant van een moeras, deed hem daar plaats nemen aebter den zwaren stam van een broodboom en sprak toen: „Opletten, massa, jaguar daar komen." De zwarte bootste het geluid na van het wijfje des jaguars en hield de bon den vast, opdat zij zich niet 'vóór den tijd op het dier zouden werpen. Daarop maakte hij zijn wapen gereed en noodigde Heinrich' uit, zijn voorbeeld te zeide aan degenen, die Hem' volgdenvioor- waar, ik' zeg u, ik' heb zoo «en groot ge loof in Israël niet gevonden. Ook! zeg ik Uw dat uit het Oosten en uit liet Westen ve len zullen komen, en met Abraham, en Isaak en Jacob, in het rijk' der hemelen aanzitten, maar dat de kinderen des rijke nullen in de uiterste duisternis geworpen worden, daar geween en geknars der tan den zal zijn. En Jezus zeide tot den hoofdman: ga, en u geschiede, gelijk) gij geloofd hebt; en de knecht werd ter zelf der uur gezond. DE GEHUWDE AMBTENARES. Over het toekomstig ontslag der gehuw de ambtenares is zóóveel van allo zijlen geschreven, dat het feen ware ondoorwor- stelbare pa jferb rg is geworden, die alléén in z'n omvang op de benende rijstebrij berg gelijkt, want men komt niet »in Luilekkerland, wanneer men er zich door heen heen heeft gegeten. Niet alléén- van de rechterzijde wordt gepleit voor do op vatting dat de gehuwde vropw geen vast werk buitenshuis moet hebben. Er zijn echter ook', heel keurige pleidooien bij. o.a. het ingezonden stua; van een. ambte naar, die zegt dat het nietsi als/ gemak zucht is van de vrouw, liever op het bu reau te zijn dan in het huishouden. Want th uis is 't h»;rd werken en op 't Tiuireau een gemakkelijk leven 1 Het was een gehuwde ambtenaar, dus hij Ikan er over oorleelen Hij vond dus dat de nuisvrouw een heel wat moeilijker leveu had Jan da kost winner. Wanneer die erkennidg van het huishoudelijk 'werk nu maar door allo heer-en ambtenaren gedeeld wordt en z'ji na „hun gemakkelijk leventje" óp't fciureau thuis móeder de vrouw eens helpen, dan zullen de gehuwde ambtenaressen haar ontslag veel vroolijker dragen! 'tMooiste pleidooi dat ik las, méér in slaand omdat het niet uit onze kringen kwam, was dat van Ida Heyerfflians, die o.a. zegt: „Er is meen ik nog iets anders; over in het midden,te brengen dan de m-eening. dat de genuwde vrouw óók het recht heeft op vrjjheid. Laar gaat het niet alleen om1, ook niet voor iemand als ondergeteekende, die van oordeel is, dat er een gruwelijk onrecht geschiedt, wanneer pile gehuwde ambte naressen, welke haar huishouden in richtten op dé financieels basis, waarop dit (geschiedde, zonder meer ontslagen worden. Maar de kwestie der gehuwde ambtte- nares is van meer zijden te belichten dan die van vrouwe-vrijheid, alleen. Die be staat toch niet voor de gehuwde vrouw. Er zijn ook nog' het kind, het gezin, -lie binden met den band, welke dia der na tuur zelf is. De vrouw, die trouwt, weet wat zij aan vaardt, dat in het normale geval kinderen uit haar geboren zullen worden, weke iemand anders noodig hebben dan een moeder, welke buiten haar gezin werk wil verrichten. Ten slotte kan niemand twee meesters dienen, ook Je vrouw nier. Hoe kan .zij en een goede ambtenares zijn en een góede moeder, De practijk wijst maar al te dikwijls uit, dat óf de ambtena res, óf het gezirt in gedrang komt. En soms, of misschien dikwijls, is het kind de niet begeerde lastpost, het weze-utje- dat de handen bindt, belet dat twee het huis verlaten: vader en moeder, twee voortdurend genieten: vader en moeder, twee het stoffelijke dér aarde ruim schoots hebben. De waarachtige bevrijding der vrouw kan slechts die der moeder zijn, omdat haar bestemming het moederschap is. De moeder wordt niet gediend, als men haar twee zware taken op dó schouders steeds wil leggen. Niemand dwingt eenige vrouw te nu- wen. Maar als zjj het doet, dan, heeft zij verplichtingen te aanvaarden, de gebon denheid der vrijheid, door de natuur zelf gewild. Het goede gezin behoort ook tot het gebied van overheidszorg Dij gezonde kin deren heeft ook Staat belang en die hebben een zorgende, verstandige, liefde rijke moeder noodig. Voor .onrecht hebben wij, (vrouwen, allen te waken. Geen ontslag zonder meer, als er een benoeming' was. Maar tusschen vrouw en kind, vrouw en gezin is een onverbrekelijke band. I11 de erkenning daarvan ligt Je werkelijke bevrijding der vrouw, omdat dit inkic.it baar tot moeder vormt, haar in staat stelt moeder te zijn." Heit voorstel, op den Christen Vrouwen volgen. Weldra hoorde men een vreeselji. gehuil, vergezeld van kreten, Jie minder duidelijk te onderscneiden waren. Toch -scheen Hersules ongerust en Zeide: - „Wij loepen gevaar, massa.; mannetje, wijfje en jongen, alles bjjeen en datl la te veel. Kom! ik aal het mannetje nchieten, terwijl! /gijl het wijfje nedervelt, en zoo Zijn beide onschadelijk." 'Niet zeker, massa, niet zeker, boozo dieren." Heinrich verschrak hevig, toen hij oen oogenblik daarna een geweldigen tijger onder een verscnrikkeljjk gebrul op hem zag afkomen. Herkules, aan deze jacht!' partijen gewoon, verloor zijne koelbloe digheid niet, legde aan en deed den jagbar tusschen de struiken vallen. Toep de zwarte -lit zag, liet hij da bonden los, die Zich verwoei op hunnen vijand wier pen. Deze eonter sprong op en nam' eene dreigende «.houding aan. Op hetzelfde oogenblik verscheen het wijfje met twee jongen, nauwelijks zoo groot als katten. „Niet schieten," riep Herkules uit. „Als massa missen, alles verloren." Het was te laat: Heinrich brandde los en'miste den jaguar, die op hegni afkwam en hem ter aarde wierp. Reeds waande de jonkman zich verlo bond, ook ingediend om bij de Regeering er op aan te dringen dat, bij eventueel ontslag der vrouw, allereerst in aanmer king te doen komen de gehuwde ambte nares wier man eveneens in Staatts- of Gemeentedienst is, wijst wel den goeden weg aan. Want ook hier kan men niet generali seeren. Want het ontslag der gehuwde vrouw, die de kostwinster is van laar gezin, stoa toen zeker door allen be treurd worden. (Centrum.) Ernstige 6 jail. Men meldt uit Eindhoven: Vrijdag stond een timmerman op een vier meter hoogen steiger met zijn zoon herstellingen te verrichten aan de H. B. S. alhier. De man zeide tot zijn zoon zeer veel last te hebben van de kioude. Plotse ling sloeg hij van den steiger en kwam met een harden smak' op den grond terecht, waar hij buiten kennis bleef liggen. Met een diepe hoofdwond werd de man opge nomen en naar het Gasthuis vervoerd. Maandagnacht is bij werkzaamheden op de spoorbrug te Nijmegen 'n staaldraad ge broken, waaraan een zwaar ijzeren voor werp werd opgeheschen. Dit viel op den 2S-jarigpn opzichter Del Grasso, uit Utrecht. Deze was onmiddellijk dood. Een Neder A :d>ch kind in Antwerpen •ihteirgelatcn. Donderdagmiddag vervoegde zich in ho tel „Au 'ligre Royal" te Antwerpen 'n net gekleede NeJerlandseho dame met een klein kjndje van ongeveer een maand oud Zij vroeg een kamer. Na een oogenblik aldaar vertoefd 'te hebben, sverzocht zij aan het kamermeisje op het kleintje te passen, .wijl zij- een boodschap moest doen. D>e moeder keerde niet terug em op de kamer vond men het volgende schrijven aan de echtgenoote van dhr. Gleizen, den eigenaar van het hotel: „Madame, Zoek niet naar mij, maar naar iemand voor mijn kind. het leven is mij te moei lijk en te Zwaar. Wees niet hardvochtig voor mijn lieveling. Ze is toch al zoo diep ongelukkig. Weet gjj niemand voor haar Breng haar in een JiuiS voor ouderlooze kinderen. ■Och, wees goed voor haar. Zij is) mor gen een maand oud en heet Maria Mag da- lena. Een idooa-ongeluk'kige moeder." De Antwerpsche politie heeft onmid dellijk een onderzoek ingesteld. Het kind is naar het vondelingengesticht overge bracht. EeU tragisch IïidLaneS&pci. Voor de jury re New Jersey nebben dezer dagen twee opgeschoten jongens terechtstaan,, één van 17 vbn één van 18, beschuldigd van moord op hun speel makkers van wie één een broertje was van een der beklaagden resp. 16 en 11 jaar oud. Het geval beeft zich als voljgt toegedraen. L'-e jongens besloten „Indiaintje" tegaan spelen en de bei-de beklaagden zouden de Roodhuiden zijn; de twee anderen he vijandig gezinde blanken. Een hardnekkige jacht volgde, doch ten 3lotte werden die beide blanken gevangen genomen en voor den „hoofdman" gevoerd. Deze sprak met groote plechtigheid de doodstraf overa de beide ongelukkigen uit en zulks wel looi den brandstapel 1 De twee „blanken" wer den -daarop met hun rug tegen een boom gebonden. Om het spel echter volkomen te maken, begonnen de „Indianen" op korten afstand van de gebonden gevan genen een brandstapel te maken van tak ken en droge bladeren. Toen dit geschied) was, werd het vuur met groot ceremonieel en onder het uitvoeren ^van sinistere! Indianendansen, waarbij het aan „srijigs kreten" niet ontbrak, ontstoken. Het vuur vlamde spoedig met kracht op doch wat gescniedue? Plotseling niantte het vuur zich met verrassende snelheid langs den grond voort, juist in de rienting van de beide gebondenen. Voordat de knaneu wisten wat er gebeuren ging, hadden de lakkende vlammen de kleeren van de vast gebonden „blanken" aangetast en dez'e liepen zoo hevige brandwonden o°p, dat zij eenige uren na h.un „verlossing" süer- ven. Ce oorzaak van dit tragische verloop van der knapen fantastisch spel was,'dat de bodem op- de plaats waar de .brand stapel" werd opgericht, gedrenkt was met petroleum, daar zich onder den grond een uitlaat bevond van een naburige gasfa briek. Hiervan wisten de speelmakkers ren, toen de tijger eenklaps z'jjlne klauwen terugtrok en nederstortte. „D-ood leelijlc beest," riep Herkules en j/ÏTijg Inaar het mannetje,, aat wanhopig te„en de honden streed. Hij laadde opnieuw zrfn geweer, en een kogel maakte een einde aan net leven van het monster. Heinrich licht gekwetst aan den arm, stond op met behulp van Herkules. In weerwil der pijn, die de wonde hem ver oorzaakte, kon hij niet nalaten luidrueh tig zijn vreugde, te toonen over de be haalde zegepraal. „Beste Herkules," sprak hij vervolgens „ik dank u, want gij nebt mij het leven gered." Massa niet noodig hebben armen Herkules te danken. Massa Herkules ge red Vvan de zweep das opzichters. En Herkules massa gered uit de kblauwen van den tijger." D<e neger merkte thans met schrik op, dat ttich op den mouw van zijn vriend bloedvlekken vertoonden. Hij onderzócht de wonde, die g-elukkig van geene betee'ke- nis was en legde er eenige kruiden op, die de eigenschap hadden, dat zij het bloed, stelpten. „Wij teruglkee-ren naar huis," sprak hii vervolgens, „massa zich rustig houden en spoedig! genezen z'pji." echter niets af en daarom- werden del twee beklaagden door dejury vrijgespro ken. y D o ode wespen Jn( stout. Voor het gerecht te Brighton werd eer gisteren een eisch tot schadeloosstelling behandeld, door een stoutdrinker tegen een leverancier ingediend wegens letsel, bekomen door het drinken van stout, waarin zich doode wespen b-evonden. Ü6 man grondde zijn schadeiooslsteL lingseisch op luet feit, dat hij zoo-danig lichamelijk nadeel van deze „wespenbouil lon" had ondervonden, dat lyjj zich onder medische behandeling had moeten stel len. Hij was een Week' zielf geweest. Toen het „'slach.toffer" zijn beklag hij den leverancier had ingediend, had laatst genoemde opgemerkt: „U mag nog van geluk' spreken, het laatste geval, waar van ik hoorde was, dat er een -dooide muis in het stout zat". Een dok'ter, wiens advies door de recht bank was gevraagd omtrent de kwestie, of het inslikken van een doode wesp ge vaar opleverde, v.èxklaarde, dat dit niet het geval was, tenzij h;et inseot tot ont binding was overgegaan, in welk geval er bij den „verbruiker" ptomainevergiftignig zou kunnen ontstaan. De rechtbank kende aan eischpr een schadeloosstelling t,oe van 5 pond ster ling' 5 shilling. Trekking van 700 nummers J ten overstaan van Notaris A. G. MUL IÉ DONDERDAG- 24 Januari 1924 Prijs van f 400 428 >11531 12378 200 1920 13612 13663 18682 100 1909 2393 4502 11904 13256 13607 16157 18217, Prijzen van 90(eigen geld.) 39 2217 5073 7427 9425 12634 14460 16303 18254 47 2416 5205 44 38 12714 14536 1634a 18569 173 34 5721 7558 9691 22823 63 16539 68635 400 2618 23 86 9719 39 14736 84 19500 673 23 5801 7766 9835 71 50 16681 19676 949 2941 5958 7838 10115 13043 89 16826 20207 1053 3299 6128 45 63 13115 14902 42 20370 1122 3393 6238 7977 10222 13223 15067 16930 20408 45 3449 6390 8098 10302 13380 87 17126 20506 1259 3610 6631 8313 10528 13412 15459 17339 20740 1355 3737 91 65 73 16 15627 17561 55 1551 4139 6749 80 10799 37 74 68 20962 1615 80 71 8799 10847 46 94 17635 98 36 4238 6981 8904 10913 13732 96 85 1723 4384 7054 3911048 13892 98 17771 26 4514 98 9098 11151 14227 15716 17954 2099 88 7134 913911398 54 15951 89 2204 4637 80 9252 11539 14327 16111 /8117 5 5072 7245 936511882 54 16219 39 Later aflosbaar. 23 2357 4452 6567 920011513 1426716822 18688 26 88 60 6603 4 69 85 59 96 49 2400 4515 23 2011609 14361 70 98 103 57 4633 6726 81 11742 14448 86 18719 58 2539 52 45 932211860 14518 16902 47 202 54 53 79 35 99 61 38 66 4 2626 87 88 6311933 79 17052 81 6 92 4730 6808 76 55 14686 17105 86 9 2805 60 7057 9421 70 91 92 18814 15 37 97 7104 9643 12041 99 98 41 35 95 4819 95 46 99 14706 17234 70 50 2913 44 7246 51 12152 38 79 19047 86 22 56 78 92 841480217422 48 323 71 97 7319 9705 12334 22 41 19165 56 79 4979 40 40 39 77 46 19285 407 3010 5004 7523 9882 12436 14930 17506 19441 62 30 90 48 9919 63 86 33 45 65 85 5119 7631 31 68 15023 17611 19572 76 3132 25 33 38 91 27 43 18605 563 52 61 48 4012522 32 71 II 70 3216 85 53 72 40 5217712 51 617 3407 90 7716 90 45 65 30 75 66 17 5206 22 10007 47 79 61 83 79 20 8 23 81 51 88 92 19790 712 48 14 75 10128 97 15106 17810 95 804 82 22 7823 42 12602 15239 54 19809 16 87 27 65 95 55 60 68 23 1013 3528 99 7004 40207 78 15352 17917 55 28 86 5331 28 68 12715 66 59 93 31 3638 5518 8021 §2 34 88 6319909 72 56 25 35 10344 40 90 18016 57 1144 97 98 8152 65 41 93 63 20060 1202 3726 5793 94 10453 58 15409 81 62 13 44 5849 8209 78 12845 10 18137 67 33 73 77 16 10567 54 17 84 96 97 98 5946 25 10622 86 15548 e5 20117 1304 3852 77 8308 28 12912 82 18203 20204 64 62 83 24 45 13024 15639 39 18 1432 3938 6023 39 10729 40 15749 64 57 1532 57 44 95 81 13180 61 84 69 41 4046 65 98 10888 84 15836 89 74 56 54 6112 8401 10905 13406 40 18303 20313 69 55 25 39 14 13572 "48 14 43 1609 80 86 48 22 13686 57 46 20402 1754 4151 94 55 41 13711 80 55 66 1835 52 6289 8516 46 2015909 8520530 71 4210 6300 90 92 94 16 90 31 1910 26 32 860411003 13802 66 18413 48 36 39 63 41 92 11 16019 21 68 62 >79 6400 5811134 7616218 37 81 2017 84 22 92 46 98 43 68 20667 23 92 33 883511237 13937 [6386 87 73 2113 4393 86 8917 90 14017 16532 18502 20720 16 95 97 87 11326 14146 46 17 61 26 4430 6507 9034 63 55 9» 84 20830 47 32 23 3511416 63 16690 48602 81 2209 35 34 83 37 94 16716 34 50 37 40 9911504 14204 29 41 Vorige lijst stond: 13914 m z. 12914. Alvorens heen te gaan, ontdeed de voor mali-ye slaaf de twee tijgers van hunne huiden en richlte m. t H- inrich zij ie schre den naar het woonhuis van den planter. VI. Weldra 'veroorzaakte de wonde aan Heinrich geen pijn meer, doch hijf was uitgeput door het bloedverlies en moest daar om t zijn gang vertragen. Herkules Was goed bekenn met de binnenpaden van ihet woud en maakte hiervan gebruik, om 'Heinrich een langen en pijn'ijken weg te 'besparen. Tegen het mid-uaguur even wol 'hadaen de beide jagers nog de helft niet afgelegd van den afstand, die aen van het woonhuis des planters scheidde. Plotseling .begonnen de honden gewel dig te bflaffen, een pij! gonsde1 door de lucht -en van alle'zijden werd een schrik wekkend gehuil aangeheven. „Weggeloopen negers!" riep Herkules uit. „Gelukkig' .pijl niet geraakt". Nauwelijks had hij deze woorden ge sproken, of zij werden omringd door ne gers, die hunne wapens zWaai-d-en en onze twee vrienden, welke zich op hun gronl- gebied durfden wagen, met den dood be dreigden. /Wordt vervolgd j.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1924 | | pagina 5