Tweede Blad
Blank en Zwart
ZATERDAG 26 JANUARI 1924
meuwE ziEuwsoHt oou
APOLOGIE
„Hoüvast"
n.
Kerknieuws
feuilleton
Voor onze vrouwen.
Gemengd Nieuws.
N.V. ,,Dlfm§ÊË5T*
Trekt een legeroverate ten oorlog, dto
geeft hij zidh, naar Christus zelf ervan
getuigt, eerst rekenschap van de sterkt»
ujnei' legerscharen en de onneeanbiairneiü
zijner vestingwerken; iemand die een huis
gaat. bouwen, laaf zijn gedachten weitien
over de grondslagen van het gebouw, dal
zij stevig zijn; maar geldt de strijd het
behoud en de verdediging ja de ver
breiding van uw geloof, dan is het
zaak op de hoogte te zijn van de kroont
uwer geestelijke wapenen, van da soliditeit
uwer versterkingen, opdat ge „met ver
trouwen moogt te werkgaan" in ,uweu
strijd; wilt ge opbouwen, en stevig
onderhouden bet gehb-uw van Uw geloof,
dan moet ge u wel overtuigd hebben
van de stevigheid zijner grondslagen
m. a. w.: voor zijn geloof zoekt ieder rede
lijk mensch het redelijk hod vast.
Wijl wij ons in hoofdzaak bezig honden
met de Katholieken, zullen wij mearan-
deels ook putten uit de bronnen van ze
kerheid, voor de Katholieken als zooda
nig van waarde;
daarnaast echter zal de Katholiek meer
malen behoefte gevoelen ook andersden
kenden Protestanten en ongeloq.vigen
vooral van de redelijkheid van zijn ge
lóóf te overtuigen; waarbij het echternoo-
dig is sich te stellen op het standpunt van
den tegenstander, om. dezen op zijn eigen
terrein, met de wapenen, die op hem vat
hebben, te kunnen verslaan, d. w. r. over
tuigen.
Ditmaal geven wij daarom slechts oene
opsomming van de gronden des ge
looi's hetzij om. te behouden, hetzij
om het te winnen afzonderlijk n) voor
Katholieken b) voor andere Christenen
<s) voor ongeloovigen.
A. De Katholieken putten hnu
geloofskennis en vandaar hunne ge
loofszekerheid in 't algemeen le uit
het verstand, 2e uit de openbaring-
X Het versland.
Eenn zeer voorname plaats neemt, vol
gens de Katholieke opvatting, het ver
stand in, wat aangaat dp geloofsWauh»
den. Geen verwijt tegen de Kath. Kerk' is
cl au ook cngerijmder dan dit: „Wie de
Katholieke geloofsleer trouw heeft ge
zworen, heeft zijn verstand afgez'wor.en."
Officieele uitspraken van het Kerkelijk
leergezag laten ons duidelijk' zien, dat
voor een bovennatuurlijk! en ter zaligheid
diinstig gelooi niet voldoende is een lou
ter aanneembare kennis van de openba
ring, of een soort van inwendige crva-
rinng oi ingeving, maar wel degelijk eene
volstrekt zekere kennis van het fait der
openbariijg. Lees slechts:
„Het verstand kan met zekerheid be
wijzen het bestaan van God en de m-
eindigheid zijner volmaaktheden". „Het
geloei, eene hemelgave, kómt achter de
openbaring aan; daarom kan men het
geloof niet aanhalen tegenover den god
loochenaar om Gods bestaan te bewijzen".
„We hebben geen reeht van den ongeloo-
vigo te eischen, dat hij de verrijzenis van
onzen Goddeljjken Verlosser Aanneemt, al
vorens wij hem zékere bewijzen heb
ben voorgelegd; en deze bewijzen warden
door redeneering verkregen". ;<In
alle deze en dergelijke vraagstukken gaat
het verstand het geloof vooraf en moet tot
dat gelooi leiden. Al is:b«t,y«|atand ver
zwakt en verduisterd door de erfzonde,
bleef er toch genoegzame klaarheid en
kracht in, om met zekerheid te leaden
tot het bestaan Gods, tot ae openbaring
welke- gewerd aan de Jaden door Mo zes
en aan de. Christenen door onzen aanbid-de-
lijken Godmensch."
De Kerk vreest alzoo het verstand niet,
maar beroept zich er dikwijls op, n.et bet
minst heenwjjzend naar het wonder van
haar eigen bestaangelijk ook Christus,
zelf dit deed, toen Hij zeide: „Wilt gie
mij(ne woorden) niet gelooven, ziet dan
naar mijne werken" n.l. trekt een redelijk
besluit uit mijne wonderen. Later
worjll wjjder aangeduid, wat wij met
het verstand kunnen vinden en bewijzen.
II. De apenbMng.
Heeft het verstand den weg gebaand
lot het geloof, dit geloof (t. w. de geloofs
waarheden) gewordt ons door de openba
ring. Want „met een goddelijk en Katho
liek geloof moeten wij alles gelooven, wat
J?J» 8es°hreven of overgeleverde woord
i:rod8 15 vervat en door de Kerk.als
door God geopenbaard te gelooven, wordt
voorgesteld."
Hoeveel kracht er uitgaat van die god
delijke openbaring ook voor het verstand,
daarover 'n volgende keer. Wc stellen
hiei' vast, dat God tot ons spreekt d or
Zijne Kerk, en wel in le de Schrift; 2e
in do Traditie of overlevering.
D« H. Schrift n.l. de 72 H.H. Boe
ken zooals die door het Concilie van
Trennte zijn vastgesteld
do Overlevering welke wij terug
vinden onfeilbaar in de Algemeen aange
nomen Kerkleer, in de eenstemmige over
eenkomst der H.H. Kerkvaders, in de
algemeene kerkvergadering, in de Onfeil
bare uitspraken der Pausen
^rn-et overgroots zekerheid in de authen
tieke uitspraken van de Rómeinsche Con
gregaties van Kardinalen.
't Verwondert ons dan niet, in een Ency
cliek van Pius IX te lezen: „Hoe vele, lioa
wonderbare, hoe schitterende bewijzen lig
gen voor de hand, waardoor de mensche-
lijkc rede glansrijk overtuigd moet wor
den, dat de godsdienst van Christus god
delijk is, en heel de grondslag onzer g'-'-
iorfstukken zijnen wortel heeft .genomen
uit den Heer der hemelen, en dat daarom
niets zekerder is dan ons sr.c-
l o o f, dat er niets veiligers, niet» heili
ger» bestaat, en wat steunt op vaster
beginselen
En zoo kan het menschel ijk verstand,
hetwelk uit allerschitterendste en sterkale
bewijzen klaar en duidelijk weet, dat God
ia de oorsprong van zijn geloof, niet verder
gaan, maar moet met geheele verwerping
van iedere moeilijkheid en twijfel rich
geheel onderwerpen aan dat geloof
B-. Protestanten missen de be
wijskracht van de Traditie, hoewel na
tuurlijk ook tegennover hen een oud en
algemeen getuigenis, vooral van Kerkva
ders, niet immer zijn uitwerking zal mis
ken-
C. Ongeloovigen kunnen wij
slechte door verstandsbewijzen bereiken;
natuurlijk hier, evenals onder B buiten
beschouwing gelaten de genade Gods, die
h'.v. ook uitgaat van het eigen woord
Gods.
Hoüvast dus:
Zekerheid voor geloof vindt de Katho
liek. m le verstand, maar voorgelicht 2e
door Opennbaring, te vinden in a) de II.
Schrift b) de goddelijke overlevering.
Tegenover Protestant geldt beroep
alleen op le en 2e a);
tegenover Ongeloovige alleen op le.
Zoo denkt erover
STAVAST.
Gp den 3den Zondag >a EnV-Ko*iogea-
Epistel v. d. H. Paulus tot die van Home.
XII. 16. 20.
Broeders! wcest niet laatdunkend bij
u zeivenvergeldt niemand kwaad met
-.waad, beijvert het goede:, niet alleen, voor
God, maar ook voor alle menschen. Indien
hei .mogelijk is, houdt zoo veel in u is,
vrede met alle menschen. Allerliefsten
wreekt u zeiven niet, maar geeft de gram
schap toe: want daar staat geschreven':
mij is de wraak; ik zal het vergelden,
zegt de Heer. Daarentegen, indien uw
vijand honger heeft, spijst hem; indien
hij dorst heeft, geeft hem te drinken:
want, als gij dit doet, zult gij vujige
kooien op zijn hoofd vergaderen. Laat u
niet door het. .kwaad overwinnenmaar
overwint het kwaad door het goede.
Eiangelie, Matthcus,. VIII. 1. 13.
In dien tijde, als Jezus van den berg
afkwam, volgde Hem eene menigte van
volk'. En zie een meiaateche kwam Hem
aanbidden, en. zeide: Heer, indien Gij
wilt, Gij kunt. mij zuiveren. En Jezus stek
de hand uit, raakte hem aan, en zeide:
ik wii,w ordt gezuiverd..En terstond werd
zijne melaatsohh<eid gezuiverd. En Jezus
aaide hem: zie toe, dat gij h,et niemand
zegt; maar ga, vertoon u aan den priester,
en draag ae gift op, die Mozes geboden
heeft tot eene getuigenis voor hen. Als
Hij nu binnen Capharnaum- kwam, na
derde hem een hoofdman, die Hem oad en
zeideHeer, mijn knecht ligt te huis lank
en lijdt zware pijn. En Jezus zeide hem
Ik za lhem komen genezen. En de hoofd
man antwoordde en zeide: Heer, ikl b'-m
niet waardig, dat Gij onder mijn dak
komt, maar spreek slechts een woord, en
mijn knecht zal genezen zijn: want ik:
ten ook een mensch, die onder de macht
van een ander sta, en soldaten onder mij
heb; en ik zeg tot hpm: ga, en. hij gaat;
en tot een ander: kom, en hij komt; en, tot
mijnen knecht.: dce dit, en hij1 doet het.
Jezus, dit hoorende, was verwonderd, 3a
11) -O-
Langzamerhand echter werd het licht,
de moreen gloorde en de glans van de
opkomende zon verdreef het nachtelijke
duister. Het woud weergalmde niet meer
van de rketen zijner wilde bewoners, als
konden deze het zonlicht niet verdragen.
Het zoude onmogelijk zijn de gewaar
wordingen Je beschreven, welke Hein-
nchs ziel overstroomden; hij werd niet
moede, het heerlijke van dien morgen
stond te bewonderen. De boomen waren
beladen roet de lieflijkste bloesams, wel
ker levendige kleuren scherp afstaken bij
het donkergroen gebladerte
Vlugge apen wiegden zich in de lianen
en zagen onze twee reizigers nieuwsgierig
aan. Ieder oogenblik zag men papegaaien,
welker veelkleurige vederdos als met dia
manten bezaaid scheen, en die de lncht
met hun gekrijsch vervulden. In do zon
nestralen. "dansten ae prachtige eolibria
als robjjnen vlinders en ontroofden mei
hun kleinen snevel dan zoeten hotig aan
tallooze bloemen.
H6inrioh was verrukt en vergat schier
het doel van zjjn uilstap-e.
Herkules wekte hem eindelijk ui' zijne
droomerjjen en zieide:
„Welnu! massa, en de jacht? Gif ver
geten de beesten, die gij schieten wilt?
Als de zon hoog aan den hemel' staan
kunnen wij niet meer jagen en massa
Van der Straten lachen, als wij zonder
wilt thuis komen."
Gü hebt geijjk, laten wijl beginnen.
Hoe! massa jaguar, puana, tapir
cabiaj, agonti en pecari schieten?"
Eerst wenschte ik wel eens een paar
van die mooie vomels te schieten, welke
op ginsohen beam- zitten."
Hij bracht het geweer aan den schou
der en was op het punt log te branden
toen Herkules hem tegenhield.
„Massa niet schieten, zeide hij, geraas
maken en beesten wegvluchten."
'Gij hebt geljjk, antwoordde Hein-
ricb, ik dacht er niet aan. Breng mnjieen,
wara gjj wilt, ik volg u."
De neger geleidde zijn roeester naar
den kant van een moeras, deed hem daar
plaats nemen aebter den zwaren stam
van een broodboom en sprak toen:
„Opletten, massa, jaguar daar komen."
De zwarte bootste het geluid na van
het wijfje des jaguars en hield de bon
den vast, opdat zij zich niet 'vóór den
tijd op het dier zouden werpen.
Daarop maakte hij zijn wapen gereed en
noodigde Heinrich' uit, zijn voorbeeld te
zeide aan degenen, die Hem' volgdenvioor-
waar, ik' zeg u, ik' heb zoo «en groot ge
loof in Israël niet gevonden. Ook! zeg ik Uw
dat uit het Oosten en uit liet Westen ve
len zullen komen, en met Abraham, en
Isaak en Jacob, in het rijk' der hemelen
aanzitten, maar dat de kinderen des rijke
nullen in de uiterste duisternis geworpen
worden, daar geween en geknars der tan
den zal zijn. En Jezus zeide tot den
hoofdman: ga, en u geschiede, gelijk) gij
geloofd hebt; en de knecht werd ter zelf
der uur gezond.
DE GEHUWDE AMBTENARES.
Over het toekomstig ontslag der gehuw
de ambtenares is zóóveel van allo zijlen
geschreven, dat het feen ware ondoorwor-
stelbare pa jferb rg is geworden, die alléén
in z'n omvang op de benende rijstebrij
berg gelijkt, want men komt niet »in
Luilekkerland, wanneer men er zich door
heen heen heeft gegeten. Niet alléén- van
de rechterzijde wordt gepleit voor do op
vatting dat de gehuwde vropw geen vast
werk buitenshuis moet hebben. Er zijn
echter ook', heel keurige pleidooien bij.
o.a. het ingezonden stua; van een. ambte
naar, die zegt dat het nietsi als/ gemak
zucht is van de vrouw, liever op het bu
reau te zijn dan in het huishouden. Want
th uis is 't h»;rd werken en op 't Tiuireau een
gemakkelijk leven 1 Het was een gehuwde
ambtenaar, dus hij Ikan er over oorleelen
Hij vond dus dat de nuisvrouw een heel
wat moeilijker leveu had Jan da kost
winner. Wanneer die erkennidg van het
huishoudelijk 'werk nu maar door allo
heer-en ambtenaren gedeeld wordt en z'ji
na „hun gemakkelijk leventje" óp't fciureau
thuis móeder de vrouw eens helpen, dan
zullen de gehuwde ambtenaressen haar
ontslag veel vroolijker dragen!
'tMooiste pleidooi dat ik las, méér in
slaand omdat het niet uit onze kringen
kwam, was dat van Ida Heyerfflians, die
o.a. zegt:
„Er is meen ik nog iets anders; over
in het midden,te brengen dan de m-eening.
dat de genuwde vrouw óók het recht heeft
op vrjjheid.
Laar gaat het niet alleen om1, ook niet
voor iemand als ondergeteekende, die van
oordeel is, dat er een gruwelijk onrecht
geschiedt, wanneer pile gehuwde ambte
naressen, welke haar huishouden in
richtten op dé financieels basis, waarop
dit (geschiedde, zonder meer ontslagen
worden.
Maar de kwestie der gehuwde ambtte-
nares is van meer zijden te belichten dan
die van vrouwe-vrijheid, alleen. Die be
staat toch niet voor de gehuwde vrouw.
Er zijn ook nog' het kind, het gezin, -lie
binden met den band, welke dia der na
tuur zelf is.
De vrouw, die trouwt, weet wat zij aan
vaardt, dat in het normale geval kinderen
uit haar geboren zullen worden, weke
iemand anders noodig hebben dan een
moeder, welke buiten haar gezin werk
wil verrichten. Ten slotte kan niemand
twee meesters dienen, ook Je vrouw nier.
Hoe kan .zij en een goede ambtenares zijn
en een góede moeder, De practijk wijst
maar al te dikwijls uit, dat óf de ambtena
res, óf het gezirt in gedrang komt. En
soms, of misschien dikwijls, is het kind
de niet begeerde lastpost, het weze-utje-
dat de handen bindt, belet dat twee het
huis verlaten: vader en moeder, twee
voortdurend genieten: vader en moeder,
twee het stoffelijke dér aarde ruim
schoots hebben.
De waarachtige bevrijding der vrouw
kan slechts die der moeder zijn, omdat
haar bestemming het moederschap is.
De moeder wordt niet gediend, als men
haar twee zware taken op dó schouders
steeds wil leggen.
Niemand dwingt eenige vrouw te nu-
wen. Maar als zjj het doet, dan, heeft zij
verplichtingen te aanvaarden, de gebon
denheid der vrijheid, door de natuur zelf
gewild.
Het goede gezin behoort ook tot het
gebied van overheidszorg Dij gezonde kin
deren heeft ook Staat belang en die
hebben een zorgende, verstandige, liefde
rijke moeder noodig.
Voor .onrecht hebben wij, (vrouwen,
allen te waken. Geen ontslag zonder meer,
als er een benoeming' was.
Maar tusschen vrouw en kind, vrouw
en gezin is een onverbrekelijke band. I11
de erkenning daarvan ligt Je werkelijke
bevrijding der vrouw, omdat dit inkic.it
baar tot moeder vormt, haar in staat stelt
moeder te zijn."
Heit voorstel, op den Christen Vrouwen
volgen. Weldra hoorde men een vreeselji.
gehuil, vergezeld van kreten, Jie minder
duidelijk te onderscneiden waren.
Toch -scheen Hersules ongerust en
Zeide: -
„Wij loepen gevaar, massa.; mannetje,
wijfje en jongen, alles bjjeen en datl la
te veel.
Kom! ik aal het mannetje nchieten,
terwijl! /gijl het wijfje nedervelt, en zoo
Zijn beide onschadelijk."
'Niet zeker, massa, niet zeker, boozo
dieren."
Heinrich verschrak hevig, toen hij oen
oogenblik daarna een geweldigen tijger
onder een verscnrikkeljjk gebrul op hem
zag afkomen. Herkules, aan deze jacht!'
partijen gewoon, verloor zijne koelbloe
digheid niet, legde aan en deed den
jagbar tusschen de struiken vallen. Toep
de zwarte -lit zag, liet hij da bonden los,
die Zich verwoei op hunnen vijand wier
pen. Deze eonter sprong op en nam' eene
dreigende «.houding aan. Op hetzelfde
oogenblik verscheen het wijfje met twee
jongen, nauwelijks zoo groot als katten.
„Niet schieten," riep Herkules uit. „Als
massa missen, alles verloren."
Het was te laat: Heinrich brandde los
en'miste den jaguar, die op hegni afkwam
en hem ter aarde wierp.
Reeds waande de jonkman zich verlo
bond, ook ingediend om bij de Regeering
er op aan te dringen dat, bij eventueel
ontslag der vrouw, allereerst in aanmer
king te doen komen de gehuwde ambte
nares wier man eveneens in Staatts- of
Gemeentedienst is, wijst wel den goeden
weg aan.
Want ook hier kan men niet generali
seeren. Want het ontslag der gehuwde
vrouw, die de kostwinster is van laar
gezin, stoa toen zeker door allen be
treurd worden. (Centrum.)
Ernstige 6 jail.
Men meldt uit Eindhoven:
Vrijdag stond een timmerman op een
vier meter hoogen steiger met zijn zoon
herstellingen te verrichten aan de H. B. S.
alhier. De man zeide tot zijn zoon zeer
veel last te hebben van de kioude. Plotse
ling sloeg hij van den steiger en kwam
met een harden smak' op den grond terecht,
waar hij buiten kennis bleef liggen. Met
een diepe hoofdwond werd de man opge
nomen en naar het Gasthuis vervoerd.
Maandagnacht is bij werkzaamheden op
de spoorbrug te Nijmegen 'n staaldraad ge
broken, waaraan een zwaar ijzeren voor
werp werd opgeheschen. Dit viel op den
2S-jarigpn opzichter Del Grasso, uit
Utrecht. Deze was onmiddellijk dood.
Een Neder A :d>ch kind in
Antwerpen •ihteirgelatcn.
Donderdagmiddag vervoegde zich in ho
tel „Au 'ligre Royal" te Antwerpen 'n net
gekleede NeJerlandseho dame met een
klein kjndje van ongeveer een maand oud
Zij vroeg een kamer. Na een oogenblik
aldaar vertoefd 'te hebben, sverzocht zij
aan het kamermeisje op het kleintje te
passen, .wijl zij- een boodschap moest
doen.
D>e moeder keerde niet terug em op de
kamer vond men het volgende schrijven
aan de echtgenoote van dhr. Gleizen, den
eigenaar van het hotel:
„Madame,
Zoek niet naar mij, maar naar iemand
voor mijn kind. het leven is mij te moei
lijk en te Zwaar. Wees niet hardvochtig
voor mijn lieveling. Ze is toch al zoo
diep ongelukkig. Weet gjj niemand voor
haar Breng haar in een JiuiS voor
ouderlooze kinderen.
■Och, wees goed voor haar. Zij is) mor
gen een maand oud en heet Maria Mag da-
lena.
Een idooa-ongeluk'kige moeder."
De Antwerpsche politie heeft onmid
dellijk een onderzoek ingesteld. Het kind
is naar het vondelingengesticht overge
bracht.
EeU tragisch IïidLaneS&pci.
Voor de jury re New Jersey nebben
dezer dagen twee opgeschoten jongens
terechtstaan,, één van 17 vbn één van
18, beschuldigd van moord op hun speel
makkers van wie één een broertje was
van een der beklaagden resp. 16 en 11
jaar oud. Het geval beeft zich als voljgt
toegedraen.
L'-e jongens besloten „Indiaintje" tegaan
spelen en de bei-de beklaagden zouden de
Roodhuiden zijn; de twee anderen he
vijandig gezinde blanken. Een hardnekkige
jacht volgde, doch ten 3lotte werden die
beide blanken gevangen genomen en voor
den „hoofdman" gevoerd. Deze sprak met
groote plechtigheid de doodstraf overa de
beide ongelukkigen uit en zulks wel looi
den brandstapel 1 De twee „blanken" wer
den -daarop met hun rug tegen een boom
gebonden. Om het spel echter volkomen
te maken, begonnen de „Indianen" op
korten afstand van de gebonden gevan
genen een brandstapel te maken van tak
ken en droge bladeren. Toen dit geschied)
was, werd het vuur met groot ceremonieel
en onder het uitvoeren ^van sinistere!
Indianendansen, waarbij het aan „srijigs
kreten" niet ontbrak, ontstoken. Het vuur
vlamde spoedig met kracht op doch
wat gescniedue? Plotseling niantte het
vuur zich met verrassende snelheid langs
den grond voort, juist in de rienting van
de beide gebondenen. Voordat de knaneu
wisten wat er gebeuren ging, hadden de
lakkende vlammen de kleeren van de vast
gebonden „blanken" aangetast en dez'e
liepen zoo hevige brandwonden o°p, dat
zij eenige uren na h.un „verlossing" süer-
ven. Ce oorzaak van dit tragische verloop
van der knapen fantastisch spel was,'dat
de bodem op- de plaats waar de .brand
stapel" werd opgericht, gedrenkt was met
petroleum, daar zich onder den grond een
uitlaat bevond van een naburige gasfa
briek. Hiervan wisten de speelmakkers
ren, toen de tijger eenklaps z'jjlne klauwen
terugtrok en nederstortte.
„D-ood leelijlc beest," riep Herkules en
j/ÏTijg Inaar het mannetje,, aat wanhopig
te„en de honden streed.
Hij laadde opnieuw zrfn geweer, en
een kogel maakte een einde aan net leven
van het monster.
Heinrich licht gekwetst aan den arm,
stond op met behulp van Herkules. In
weerwil der pijn, die de wonde hem ver
oorzaakte, kon hij niet nalaten luidrueh
tig zijn vreugde, te toonen over de be
haalde zegepraal.
„Beste Herkules," sprak hij vervolgens
„ik dank u, want gij nebt mij het leven
gered."
Massa niet noodig hebben armen
Herkules te danken. Massa Herkules ge
red Vvan de zweep das opzichters. En
Herkules massa gered uit de kblauwen
van den tijger."
D<e neger merkte thans met schrik op,
dat ttich op den mouw van zijn vriend
bloedvlekken vertoonden. Hij onderzócht
de wonde, die g-elukkig van geene betee'ke-
nis was en legde er eenige kruiden op,
die de eigenschap hadden, dat zij het
bloed, stelpten.
„Wij teruglkee-ren naar huis," sprak hii
vervolgens, „massa zich rustig houden
en spoedig! genezen z'pji."
echter niets af en daarom- werden del
twee beklaagden door dejury vrijgespro
ken. y
D o ode wespen Jn( stout.
Voor het gerecht te Brighton werd eer
gisteren een eisch tot schadeloosstelling
behandeld, door een stoutdrinker tegen
een leverancier ingediend wegens letsel,
bekomen door het drinken van stout,
waarin zich doode wespen b-evonden.
Ü6 man grondde zijn schadeiooslsteL
lingseisch op luet feit, dat hij zoo-danig
lichamelijk nadeel van deze „wespenbouil
lon" had ondervonden, dat lyjj zich onder
medische behandeling had moeten stel
len. Hij was een Week' zielf geweest.
Toen het „'slach.toffer" zijn beklag hij
den leverancier had ingediend, had laatst
genoemde opgemerkt: „U mag nog van
geluk' spreken, het laatste geval, waar
van ik hoorde was, dat er een -dooide
muis in het stout zat".
Een dok'ter, wiens advies door de recht
bank was gevraagd omtrent de kwestie,
of het inslikken van een doode wesp ge
vaar opleverde, v.èxklaarde, dat dit niet
het geval was, tenzij h;et inseot tot ont
binding was overgegaan, in welk geval er
bij den „verbruiker" ptomainevergiftignig
zou kunnen ontstaan.
De rechtbank kende aan eischpr een
schadeloosstelling t,oe van 5 pond ster
ling' 5 shilling.
Trekking van 700 nummers J
ten overstaan van Notaris A. G. MUL IÉ
DONDERDAG- 24 Januari 1924
Prijs van f 400 428 >11531 12378
200 1920 13612 13663
18682
100 1909 2393 4502
11904 13256 13607
16157 18217,
Prijzen van 90(eigen geld.)
39 2217 5073 7427 9425 12634 14460 16303 18254
47 2416 5205 44 38 12714 14536 1634a 18569
173 34 5721 7558 9691 22823 63 16539 68635
400 2618 23 86 9719 39 14736 84 19500
673 23 5801 7766 9835 71 50 16681 19676
949 2941 5958 7838 10115 13043 89 16826 20207
1053 3299 6128 45 63 13115 14902 42 20370
1122 3393 6238 7977 10222 13223 15067 16930 20408
45 3449 6390 8098 10302 13380 87 17126 20506
1259 3610 6631 8313 10528 13412 15459 17339 20740
1355 3737 91 65 73 16 15627 17561 55
1551 4139 6749 80 10799 37 74 68 20962
1615 80 71 8799 10847 46 94 17635 98
36 4238 6981 8904 10913 13732 96 85
1723 4384 7054 3911048 13892 98 17771
26 4514 98 9098 11151 14227 15716 17954
2099 88 7134 913911398 54 15951 89
2204 4637 80 9252 11539 14327 16111 /8117
5 5072 7245 936511882 54 16219 39
Later aflosbaar.
23 2357 4452 6567 920011513 1426716822 18688
26 88 60 6603 4 69 85 59 96
49 2400 4515 23 2011609 14361 70 98
103 57 4633 6726 81 11742 14448 86 18719
58 2539 52 45 932211860 14518 16902 47
202 54 53 79 35 99 61 38 66
4 2626 87 88 6311933 79 17052 81
6 92 4730 6808 76 55 14686 17105 86
9 2805 60 7057 9421 70 91 92 18814
15 37 97 7104 9643 12041 99 98 41
35 95 4819 95 46 99 14706 17234 70
50 2913 44 7246 51 12152 38 79 19047
86 22 56 78 92 841480217422 48
323 71 97 7319 9705 12334 22 41 19165
56 79 4979 40 40 39 77 46 19285
407 3010 5004 7523 9882 12436 14930 17506 19441
62 30 90 48 9919 63 86 33 45
65 85 5119 7631 31 68 15023 17611 19572
76 3132 25 33 38 91 27 43 18605
563 52 61 48 4012522 32 71 II
70 3216 85 53 72 40 5217712 51
617 3407 90 7716 90 45 65 30 75
66 17 5206 22 10007 47 79 61 83
79 20 8 23 81 51 88 92 19790
712 48 14 75 10128 97 15106 17810 95
804 82 22 7823 42 12602 15239 54 19809
16 87 27 65 95 55 60 68 23
1013 3528 99 7004 40207 78 15352 17917 55
28 86 5331 28 68 12715 66 59 93
31 3638 5518 8021 §2 34 88 6319909
72 56 25 35 10344 40 90 18016 57
1144 97 98 8152 65 41 93 63 20060
1202 3726 5793 94 10453 58 15409 81 62
13 44 5849 8209 78 12845 10 18137 67
33 73 77 16 10567 54 17 84 96
97 98 5946 25 10622 86 15548 e5 20117
1304 3852 77 8308 28 12912 82 18203 20204
64 62 83 24 45 13024 15639 39 18
1432 3938 6023 39 10729 40 15749 64 57
1532 57 44 95 81 13180 61 84 69
41 4046 65 98 10888 84 15836 89 74
56 54 6112 8401 10905 13406 40 18303 20313
69 55 25 39 14 13572 "48 14 43
1609 80 86 48 22 13686 57 46 20402
1754 4151 94 55 41 13711 80 55 66
1835 52 6289 8516 46 2015909 8520530
71 4210 6300 90 92 94 16 90 31
1910 26 32 860411003 13802 66 18413 48
36 39 63 41 92 11 16019 21 68
62 >79 6400 5811134 7616218 37 81
2017 84 22 92 46 98 43 68 20667
23 92 33 883511237 13937 [6386 87 73
2113 4393 86 8917 90 14017 16532 18502 20720
16 95 97 87 11326 14146 46 17 61
26 4430 6507 9034 63 55 9» 84 20830
47 32 23 3511416 63 16690 48602 81
2209 35 34 83 37 94 16716 34
50 37 40 9911504 14204 29 41
Vorige lijst stond: 13914 m z. 12914.
Alvorens heen te gaan, ontdeed de voor
mali-ye slaaf de twee tijgers van hunne
huiden en richlte m. t H- inrich zij ie schre
den naar het woonhuis van den planter.
VI.
Weldra 'veroorzaakte de wonde aan
Heinrich geen pijn meer, doch hijf was
uitgeput door het bloedverlies en moest
daar om t zijn gang vertragen. Herkules
Was goed bekenn met de binnenpaden
van ihet woud en maakte hiervan gebruik,
om 'Heinrich een langen en pijn'ijken weg
te 'besparen. Tegen het mid-uaguur even
wol 'hadaen de beide jagers nog de helft
niet afgelegd van den afstand, die aen
van het woonhuis des planters scheidde.
Plotseling .begonnen de honden gewel
dig te bflaffen, een pij! gonsde1 door de
lucht -en van alle'zijden werd een schrik
wekkend gehuil aangeheven.
„Weggeloopen negers!" riep Herkules
uit. „Gelukkig' .pijl niet geraakt".
Nauwelijks had hij deze woorden ge
sproken, of zij werden omringd door ne
gers, die hunne wapens zWaai-d-en en onze
twee vrienden, welke zich op hun gronl-
gebied durfden wagen, met den dood be
dreigden.
/Wordt vervolgd j.