NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
,1, r»I ili D'T BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS ,1 I lil
III I Bi^ntoon*M|0DDELBU*RG. Markt 12: Talafoon No. 474 I 'I' nFs nnNnFnnARS fn nFS zaterdags 'II Contractrcgalprija, t« beginnen bij 500 regel», beduidend lager
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
KERSTMIS 1923.
Karowski, de Nihilist.
MAANDAI 24 DECEMBER 1928
Nieuwjaar 1924.
FEUILLETON
Bij hoest of verkoudheid,
NIMMER 3C7
II» JAARIANI
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Abonnamintiprlja f1,90 par drie maanden, bij vooruitbetaling
Adrertentiïl van 1 tot 6 regels f0,90, elke regel meer f 0,15
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager
GROOTE WAARDE
VAN PUBLICITEIT
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINGEN
Daar de Nieuwjaarsdag dit jaar
op een Dinsdag valt, zal de „Nieuwe
Zeeuwsche Courant" inplaats van op
Dinsdag 1 Januari op Maandag
31 December a.s. verschijnen.
Het is meer en meer gebrui-
kelijk, vrienden, begunstigers S
en bekenden bij de intrede van
het nieuwe jaar per advertentie j
geluk te wenschen. Evenals
vorige jaren biedt de „Nieuwe S
Zeeuwsche Courant" ook ditmaal
daarvoor haar kolommen aan S
tegen een zeer matigen prijs.
Voor vijftig cents kan men S
zijn Nieuwjaarswensch ter hoogte j
van zes advertentieregels ge- j
plaatst krijgen in het nummer
van Oudejaar 31 Decern- S
ber a.s. Elke regel meer kost
10 ets. Advertentiën met rand S
en extra bewerking worden naar
de ingenomen plaatsruimte als S
gewone advertentiën berekend.
Men zende reeds nu zijn op- S
gave in bij de Administratie van
dit Blad, Westsingel Goes, of i
geve die af aan onze Vertegen-
woordigers en Agenten in de S
verschillende plaatsen.
Zegt het voort!
i „Eere aan Godt in den hoog'e en opfaar le
Trade aan da rinenschen van goeden wil."
Het klonk, (zoo schrikkelijk vreemd in
dia dagen: „Eera aan God in den hooge"!
1k/y>,j.Qtys de menschen, wat zeg ik?
'■L'S gansche menschheid, op, een groepje
Joden na, in het stol lagen neergeknield:
voor allerlei, behalve voor God.
Als een afschuwelijk wangedrocht
heerschte het veelgodendom, met gijn ruw
heid en mensch-onteerende gruwelen en
Zedenbederf, zoo erg, dat ons de haren
tem berge rijzen, als we eens een blik!
slaan achter de schermen wan het hei
dendom uit dien tijd.
Het heidendom kende geen God in den
hoog'e. Satan regeerde. Be kennis van den
Genen waren God, den Aïmachligen Schep
per, Alwijzen Bestuurder van hemel en
karde, was weggevaagd. Het geloof was
weggebeziemd.
Van nature streeft de (.mesnscti naar
godsdienst, daarom1 maakte hij: zich go
den, ze vormend naar het door z'onde en
hartstocht misvormde beeld, dat hij' in
tóch zeiven aanschouwde. Bij gebrek aan
eea echten hemel stolden die heidenen]
tócih een hemel voor, bevolkt met goden,
éven slecht, even zledeloos, miet evenveel
ondeugden behept als zij Zeiven waren.
Die afgoden waren de verpersoonlijking
van zonde en misdaad en daarom werden
tój gehuldigd, aanbenen zelfs. .Wie een
slechte daad wilde bedrijven, (vond in
de fabelen der goden een voorbeeld en
verontschuldiging.
De taensch zocht zïjfn' God' overal en in
'*sj o
Het edele echtpaar véjtelde mi| alles,
wat sinds 'hunne aankomst in de hoofdstad,1
was voorgevallen. D|e minister van politie
was lüeretcld in zijn eerepost ein niemand
Vermoedde, dat hij eenmaal een balling
was. Jauowltsch of Earowski ziat nog)
steeds1 in den kerker ön was reeds Veroor
deeld als moordenaar en brandstichter. Z'n
aanhang getuigde 't, dat hun chef er de
schuld van was, dat de ajdl^l verbannen
werd en het tallooz:e diefstallen en moor
den begaan werden. Hij nam middelen te
hatt, zoo verklaarden zij allen, om staats
lieden om te koop en, den Czaar té bedricn
'gen en, zoo dit noodzakelijk! was, om' 'den
nrnn uit den weg te ruimen' die weerstand!
dorst bieden.
Verontwaardiging1 en afschuw! bezielde
IBuropa. Mannen van aanzien bleken sühur
ken te zijndoortrapte bedriegers, wien
schaamte en eergevoel reeds geheel ombe
kend waren. Als een roofspin had Ka
rowski zijn netten gesponnen, om offers
vangen en het was hem gelukt.
Hij zelve verklaarde, juist voornemens
geweest te zijn, in den nacht) ïs ontvluch-
waarop hij geboeid, van zijn vrijheid
hwoofd werd. In gezelschap van hen, dia
rol nader beschreven hebben, maakte ik
uitstapjes naar verschillende steden, en
tosn wedijverde onderling, om mij! aan.
K®a»m te stemmen. Eacihow vooral, die
verworven had, verhaalde mij al«
wat in Rusland was voorgevallen en
inoet zulïa bekennen, zijh verhaal wart
boeiend.
alles, behalve daar boven, waar llij vol
gens Vondel
t is geketen,
Zoo dieip in 't grondelooze licht,
Van tijd noch eeuwigheid gemeten
Noch ronden, zonder tegenwicht,.
Bij 'zich bestaat, geen steun van buiten
Ontleent, maar op zichzelVen rust,
En in Zijn wezen kan besluiten
Wat óm eu in Hem, onbewust
Van wanken, draait, en wordt gedreven!
Öm1 't een en eenig middelpunt;
Dar 'zionnen zon, de geest, het leven;
Dp ziel van alles w;at gijl kunt
Bevroên, of nimmermeer bevroeden;
Het hart, de bronaar, d'oceaan
En oorsprong van zoovele goeden
Als uit Hem vloeien en bestaan
Bïj Zijn genade, en alvermogen,
En wijsheid1, die hun 't wezen schonk)
Uit niet
En vrede op aarde 1i
Neen, er was geen vrede op aarde
Er kon igeen vrede 'zijn. Waar Satan
heerscht, daar is geen vrede. Waar God
niet wordt (aanbeden, daar jwordt de
waarde van de menschel'ijke persoonlijk
heid ontkend. Waar de Goddelijke Wet
gever niet wordt geëerbiedigd, daar val
len de rechten van den mensoh in puin.
Waar geen orde heerscht, daar is wan
orde.
Neen, ter was geen .vrede, want net
heidendom: erkende niet de menschelijke
waardigheid. De ;mensch was slechts een
'z'aak, een stuk gereedschap; naar belie
ven gebruikt of weggeworpen. De men
schelijke 'ziel werd niet gewaardeerd als
het 'beeld en de gelijkenis van God. Van
daar de jammerl'jjke toestand van vrouw:
en kind, van slaaf en arme. Zijl hadden
absoluut geen recht. Men kon met hen
doen, wat men wilde. Alleen waï maent
en kracht bez'at, had recht.
D'e toestand van de wereld dier dagen
wordt ons 'door den profeet met een
enkel woord g'eteekend: „Er is geen
waarheid, er is geen barmhartigheid, er
ïs geen kennis van God meer op aarde.
Vervloeking en leugen en doodslag en
diefstal en echtbreuk heerschen aloml.'V
Zoo drukte bet heidendom loodzwaar
op de mtenschheid veertig eeuwen lang
Het duizelt ons bij die gedachte.
En noch het genie der wijlzen, noch
de wapenen der hélden waren bij machte
hierin Verandering te brengen.
Waar was de David, die den Goliath]
van het heidendom! zou verslaan?
Hij kwam. De Redder, de Verlosser
Eerst beloofd door God in het aardsch'
paradijs, toen Hij sprak tot Satan: „Ik
zal vijandschap stellen tusschen U en
de vrouw (Maria), tusschen (jiw zhad'
(de hoozlen in het 'algemeen) en haar
nakomelingschap (Jezus, Zoon van Maria).
Zij (Maria) zhl (door haren Zoon J. C.)
U (Satan) den kop verpletteren."
Later nog eens door God aan Abraham
beloofd, toen 'God hem beval uit Zlijh
land te vertrekken: „Ik zjil U maken tot
een groot volkEn in U (als starn^
vader van het Joodsche volk) zullen ge-'
Izegend worden alle geslachten der aarde.''
En weer later aan Isaao: „Gezegend)
Izhllen worden in uwen nakomeling (d. i.
J. Chr.) alle volkeren der aarde".
Daarna komen de verschillende profe
ten, die 'den Verlosser voorspellen.
1903 jaren vóór Christus doet Jacob
op jzïjn sterfbed deze voorspelling: „De
schepter (heerschappij.) zal niet worden
Op zekeren dag heerschtë overal op
schudding: de nieuwsbladten, tijdschriften
en volksblaadje^ meldden ons, d|at J,a-
nowitsch veroordeeld, tot de galg' yerwS-
zen was. Den yolgenden dag'zou 'hef
diofdvonnrs uitgevoerd wojidjen, en wèl op
het middaguur.
Reeds des avonds verzameld'^ zich eene
talrijke volksmenigte op de plaats, waar
da galg1 stona, om het uur af te wiaCh'tlen,
waarop men het ondier, het monster zou
ophangen. Ook ik1 was ter .plaatse. Het
schuim der bevolking stond geschaard om
de galg en tierde van ongeduld!. Het waren
afzichtelijke, diep bedorven wez'ens, dit
getuigde hun voorkomen: de stempel der
misdaad lag op hunne gelaatstrekken. Of
schoon ik geen woord van hun wagtaall
verstaan kon. begreep ik toch duidelijk,
wat hun kreten beduidden en wati zij van
plan waren. Honderden vuisten stonden
tegen den kerkerhonderden vloeken weer
galmden door 't luchtruim. Ik trok mij
terug. D,en volgenden dag was schier alles
op de been, om de uitvoering bijl té wo
nen. De vorst van Tabor had: een kamer
gehuurd op bet plein der tereéh'tstellinigl
en noodigde mïj uit, met hein' mede' ta
rijden. j
Het rijtuig kwam voor-
Om de waarheid te zeggen, Was ik niét
zéér genegen, deze uitnoodiging aan te
nemen, maar de Vorst hield niet op, voor
aleer ik ihad toegestemd.
Spoedig hadden wij d|g kamer beröikf.
öp het plein heerschte overn.l een woeljge)
drukte, ik durf haast beweren, dat men
over üe hoofden der nieuwsgierigen kon'
wandelen. Allen drongen naar voren. Dn
galg, dié zeer hoog was, had mén zóó
danig geplaatst, dat iedereen haar zién
ten, zelfs zij, die een eindewéega van het
weggenomen van het volk \jler Joden,
totdat Hij komt, die gezonden zal wor
den, en Hij z!al de verwachting der Vol
keren iijin." Toen dan 1900 jaren
later inderdaad de Joden (schatplichtig
geworden waren aan de Romeinen, wist
eenieder, Jood en heiden, dat dte .Verlosser1
komen moest.
Vierhonderd jaren later teiegt God zelf
tot Mozies in de woestijn Sin: „Eenenj
profeet, die hp U «gelijkt, zal ik 'hun
opwekken uit het midden hunner broe
ders."
De voorspellingen worden immer dui
delijker. Is eerst bet ivol'k a^igeduid,
waaruit de Verlosser zal voortkomen en
de tijd i waarop dit' geschieden zal, nu
wordt een -heidensch waarzegger 'door
God gedwongen om te zleggen, uit welke
familie de .Verlosser zal (voortkomen,
o. a.„Eene Ster zal opg'aan uit Jacob
en een Staf zal oprijzen uit Israël."
Ruim :zeven-honderd jaren vóór Christus
voorspelt Isaïas: „De Heer zlelf zaJ
u-lieden een teeken geven: Zie de Maagd
z'al ontvangen en eenen Zoon baren, eu
'zïjh naam zal genoemd worden Emma-
^nqel." (Emmanuel is een Hebreeuwsch
woord 'en beteeent: God met ons.)
Altijd nauwkeuriger worden de profe
tieën, als de profeet Michaeas voorspel't.-
„En gij! Bethlehem, land van Juda, geens
zins zfrj't gij! de minste onder de hoofd
plaatsen van Juda; want ziet uit U
(en hier wordt de stad aangegeven, waar
Christus zal ter wereld komien) zal da
vorst voortkomen, die mijn volk Israël
besturen z!al"; eu wanneer de aartsengel'
Gabriël aan Daniël verschijnt (een bode
uit den 'hemel dus) en ztegt: „dat na 70
jaarweken (dat is 70 x 7 is 490 jaren)
de Messiasi komen zal."
Intusschen hadden de oevers 'van den'
Jordaan en de boorden van den Chabaï
reeds vernomen de droeve klacht: „Heb
m'edelïj'den, o God, met uw. volk 1" De
puinen van Babyion hadden gehoord de
smachtende bede: „Zend, Heer, dien Gij
ztenden zhltDauwt, hemelen, van boven,
wolken, regent den Rechtvaardige."-i
Ook uit de heidenen gingen stemmen
op, die verzuchtten om redding in denl
nood', om verlossing van hoven: „Uit de
diepten der ellende heb' ik tot u geroe
pen Het was de klagende bede van
de menschelijke ziel, die ivan nature
christelijk is, die zieer goed gevoelt dat
de toensch voor God geschapen, is, en;
niet rustig zijn kan tot zij ruste in God.
Gloria in excelsis E'eo jGlorie aan
God en vrede den menschen van goe
den wil.
D'e beloften zijn vervuld'. 'De profetieën
'zijn tot op den leitter uitgekomen. De
Verlosser is 'er, vol 'van genade 'en
waarheid.
Springt op, gij. bergen, van blijjdsch'ain
en gij, heuvelen, als jeugdige rammen.
Het jubelt langs Bethlehem's velden:
„Glorie aan God Vrede den menschd"
Zóó klonk het vóór negentien eeuwen.
Engelen waren het, die van den hemel
neerdaalden en den herders, bij hunne
nachtwake verkondigden: „Ziet, ik' ver
kondig u een groote vreugde, die voor al
het volk wezen zal: dat U heden gebo
ren is de Zaligmaker, die Christus da
Heer is, in de .stad van David. lEn
dit £Ïj U ten teeken: gij zult een KiDd
vind«n, in doeken gewonden Jen neer
gelegd dn een kribbe."
Deze aankondiging' des engels mocht,
voorplein verwijderd Waren. Het gedrang
van de toeschouwers! veroorzaakte wanor-
'dev_zooctat het noodzakeljik' wer'dk 'de hulp.
der Kozakken tussehenbeide te reepen.
Toen de middag was aangebroken, luidr
den de klokkteneen teeken, dat idle
tereebtstellmg zou plaats) hebben. Spoedig
daarop werd de kerker geopendl: de khr
■met het slachtoffer naderde langz'aam. Een
schismatiek priester zat neVens den schul
dige en spoorde hem aam tot berouw over
2ij:ne misdaden.
Vóór de poort 'der gevangenis stond] een
legerafdeeling om de orde te hand|haven
en gedrang te voorkomen. Slechts het ge
roffel der trom Verbrak het stilzwijgen.
De kar kon zich nauwelijks door de me
nigte een weg banen en maakte een om
weg, opdat ieder den séhuldjige zou kun
nen zien. Karowski zag er ontdaan en
beschaamd uit.
Eindelijk bereikte m'en de^alg. De beul,
op de trap der tribune gezeten, riclhltttej
zich op en klom ijlings naar boVen', oan
alles gereed te maïen.
,Toen de schuldige wah uitgestapt, zW'e-
gen de trommen en heerschte het diepst»
stilzwijgen. Jamowitseh kon zich ternau
wernood bewegen en steeg, door den' prie
ster geholpen, naar boven.
Dan gaJ men hem toestemming, een
woordje te spreken. Karowski ving aan-
„Tot nog toe, burgers, beloog en bestal
ik u, doclh hoort eindelijk de waarheid'! Die
tallooze edellieden, die idlsor mijl werden
aangeklaagd, zïjm valsahelïjK beschuldigd,
ik iheb ze vervolgd, om1 hun schatten bij
een te garen". Hij' noemde de namen en
bad om1 vergiffenis.
Een vreeselijk gemompel steeg op uit
de toeschouwers, m'en balde dé vuisten en'
wierp naar het slachtoffer. JanowifecK
naar den zin der woorden, niet anders
luiden dan de belofte >van God aan
Abraham en Isaac, ruim 2000 jaren
vroefjer: „In U zullen gezegend worden
alle geslachten der aarde."
Ziedaar, de Verlosser dar wereld.
Do ongeloovige lacht. Iedere igeschie-
d'enis gelooft hij. Zelft die van Shinto
en Boeddha, van Confucius en Mohan.
mod. Maar de opzienbarende gescniede-
nis van Christus en diens Kerk gelooft
hij .niet. Dat lijlkt hómi te dom. En
dót iheet Idan: wetenschappelijk Nota
bene, ik geloof zie noemien dat kuituur...»
Maar Wij? Wij juichen met de woor
den, alweer van den profeet: Pues
natus est nobis: Een Kind is ons gie-
Iboren." Komt, laten wrj Het aanbidden.
Christus- is .geboren De [verlossing
der wereld is daar Ook de heidenen
kunnen juichen, zlullen juichen,
De reus, die de 'heole wereld in ziiin
klauwen gekneld hield, de reus van bat
heidendom1, in zijne volle ontzaggelijke
kracht, wordt door die Kinderhand peer-
geveld'. i J
En de veldheeren in dien strijd waren
arme onwetende vissobers; door dat Kind
herschapen dn helden, die in den naairi
van dat Kind werelddeelen .verovertïen
en Jood en heiden op de knieën deden
neervallen voor hunnen in een stal ge-
horen, aan het kruis gestorven Koning,
die hen dwongen tot de erkenning„waar
lijk, dez'e was de Zoon van God." i
Eén hunner, Petrus, grijpt Rome aan
Rome, het hoofu en het hart, de ziel
der heidensche wijereld, vanwaar dood
en bederf uitging tot de grenspalen der
aarde, en herschept die stad .der stedjen
in )het christelijk Rome, 'de stad van
Bethlehem's Kind, de stad der Pausen,
het .hoofd 'en het ;hart, de ziel der
christelijke maatschappij, vanwaar licht
en leven zich verspreiden over alle vol
keren der aarde, ondanks het kleinzielig
gepeuter van pomniige tegenwoordige
dominé's, die sputteren moeten tegen
Rome, gedreven door angst en jaloezie.
Wederom1, als voorheen, gaan legioe
nen van Rome uit. Maar die legioenen
Zijn geen soldaten met zwaard en speer,
doch ,het ,zijn eenvoudige Zusterkens,
priesters en monniken, helden van geloof,
m!et het Kruis in de hand en het woord
des vredes op de (liepen: „Glorie aan
God, vrede aan de menschen
Het Rome der keizers is het Rome
der Pausen geworden.
En het: „Caesar, zij die sterven g'aan,
groeten U is veranderd in het: „Chris
tus overwint, .Christus reg'eetrt, Christus
heerscht 1"
Dat is het werk van dat Kindje, ge
boren in een stal, "-gestorven aan het
Kruis. J
De afgodsbeelden vielen, het Kruis
kwam in top; slavernij werd afgeschaft,
de nrenscnelijke waardigheid werd erkend!
in al haar vrijheid en rechten. De vrouw
niet meer slavin vand'e man en ,het
fcind! g'eniet beschermend recht. Aan het
christelijk huisgezin werd vastheid ge
waarborgd: door de onontbindbaarheid'
van het christelijk huwelijk!: (Wat God'
Verbonden neefc, scheids geen m-ensch"'.
Reent en vrijheid herleefden. Liefdadig
heid en medelijden was niet lang'er meer
zwakheid voor Ie menschelijke natuur
maar christenplicht. Heer en knecht ver
nomen hunne wederzïjdsehe plichten en
rechten. De arbeid werd door den gods
dienst geadeld. In één woord geheel de
knielde eerbiedig neder en smeekte om!
kwijtschelding.
Toen het bidden geschiedt was', gaf
de heul hem eeu teeken, op de bank' jilaats
te nemen. Hij gehoorzaamde zuchtenfl.
D:an nam men den strop, dien men om zijw
nem 'hals wierp, en haalde de koord op.
v v
Het is me niet mogelijk, het toonéel tb
bescihrijVen, dat ik hierop te zien kreeg.
Ik keerde mij om, ten einde niet langer
van een sci'iouwspel getuige te zijn, dat
mij afkeer inboezemde, en ijlde vandaar.
De toeschouwers juichten en traden nabij,
om! hot lijk te bezichtigen.
Nooit zal bet tooneel, dat ik' éénmaal
heb bijgewoond, uit mijn geheugen ge-
wisclbt worden. D!eS nachts, als ik waiklkter
lig, staat het vóór mijnen géést: het ver
laat miji geen oog'emblik. De reizen, die iË
door Azië gemgakt heb, waren geenszins
in Staat, mij"1 er van te bevrijden, maa;r
üeaen den iu'dlruk nog meer en meer toe
nemen. i
Gedurende die reis kwam' ik dikwijls
in kennis met werkelijke nihilisten, die
ik ben daarvan zeker den Czaar naar
het levten stonden.
Na meermalen verdacht te zijn of gé-
vaar to hebben geloopen, sprak ik! den
wensch uit, naar huis terug te k'eeren.
D'e viorst en vorstin echter, als ook alle
anderen, met welke Wi| Kennis maakten,
schrokken daarvan terug en vatten hef
plan op, den herfst en den winter in
Italië door te brengen, iWij reis,dien tie
Zamen en nomen eerst afscheid, toen wij1
Munöhen bereikt hadden.
Twee dagen daarna bevond ik mo thuis.
Mijhe vrouw, die geregeld dé brieven
ontvangen had, zooals er wad afglespm-
ken, had desniettemin gevreesd, mij nim-
heesfehheid of keelpijn zijn Thermo-Tablet-
ten het meest aan te bevelen. Doozen 409
Tabl. 80 ct. en 200 Tabl. 45 ct. Bij Apottu
en Drogisten.
Wereld werd vctchiristelijkt. En of me»
het weten wil of niet, erkennen .wil al
niet, de moderne heidenen van thans ge
nieten met volle teugen van de zegenia.4
gen, gebracht door dat Kind van Bethle
hem, geboren in een stal, gestorven aam'
een Kruis.
Mochten ook dezen erkennen wlat hul»
tot vreugde strekt.
Maar thans schijht het nog1, sóhuldigl
of onschuldig, voor hunne oogen verbor
gen.
Want Gaat niet het iOngeloof als
'teen hreed'e, alles verpestende stroom, over!
stad en land? Hebben 'niet de zooge
naamde hervormers der XVIde eeuw: ge-
Zbrgd, dat jaarlijks duizenden van hun
christenen, met hun leer stuivertje wisse
len spelen en overloopen naar het kamp
der ong'eloovigen Buldert niet het liedl
Van den opstand tegen '-'God door d'e
sferen: Geen God, geen hemel, geen ge-
Zag'? Wie is schuldig aan dez'e Gods
lastering Geen God, ook Hij is eeai
tyran
Vrede op aarde!Non est pax imp;is.
Er bestaat geen vrede voor de go-id'ei-
loozen. Men loochent God van boven af:
Geen God, geen hemel. Welnu (de domme
hias'sa is altijd' spoedig' klaar met zijla!
besluit) dan eischen wij! de aarde opt
Het gevolg?? 1
't Is het lied van het eertijds opper
machtig en nog wel machtig liberalea-
dom, het lied Van ie bandelooze vrijheid J
Elk staat d'e heirbaan open.
Naar 's levens hoogisten top.
Ben sterkste zfrj de Krone,
Of heel de menschheid lijdt:
IK wordt de mensch geboren 'I'S
IK blijft hij) t' allen tijd).
Aya Sofia.,
En het spreekt van 'zelf dat ae reactbS
niet k'on uitblijven, en dat tegen de ban
delooze vrijheid van het liberalisme uitge
drukt in hartelooze woorden „ieder zorgt
voor 'zich zeiven", een andere groep van'
menschen zich plaatste met hnu tegen
zang: j j f
Gif hongermartelaren,
Hebt recht op heerschappij!.
fgj1
'Vernietigt gij! de wereld,
Die U zoo lang bedroog,
D'an rij'st uit 'de oude puinen
Een nieuwe wereld hoog!
Ziedaar het gevolg wanneer men dé
knie niet wil buigen voor het Kindj'éf
Van iBethlehem.
D'an is de vrede z'oek. En waar efeéa;
mer terug te zien. Albertina zöfuj daarmaSC
wel eenige schuld hebben.
Met vertellen en praten verliep er eenl
week, dan hernam' ik mïjh arbeid en bégea
met een reisbeschrijving. ïk had stof gö-
noeg opgedaan, om dit werk te voltooien'.
Van nu af las ik geregeld, de üagblad|en
en wijdde mijn aandacht voornamelijk aan!
Rusland. Het bleek me Zeer duidelijk, dpt
de keizer gevaar liep, en het niet Langl
meer duren zou, of hij! zbude vermoord)
worden.
Voortdurend werdetn idle fijdingleS
slechter.
Vóór den gloeienden haard in mijn ka
mer gezeten, met warme pantoffels, ehamr
bre-cloack en tabakspijp, dacht ik dikwijM
In stilte aan dien armen keizer, wiené'
leven bedreigd werd, en ba<dL voor Zijh
welzijn.
Op zekeren dag las men oVeral aé 'trjl-i
ding, oat da Czaar was vermoord.
Dat bericht trof me diep; doch ik darikJe
er God voor, dat Karowski uit den weg"
geruimd en mijn Vrienden g'ered waren.
Was het anders geweest: zij! waren Ver*
loren, misschien wel ter dbod gebracht..
Rusland heb ik sindsdien niet bezocht,
maar ik bleef toch geregeld' door dW
brieven van Rachow van den "toestand op
de hoogte.
■Wat mijn buurvrouw betreft, zijl ver
klaarde rondborstig, dat er nergens tetf
wereld beter huurders gevonden werd|en',
„want"*, zeide ze tot Martha, „zij! hé-
talen 'de kamers, al zïjh ze reeds' wegge
gaan. terwijl in ons land niet zelden per
sonen zijn, die zonder betalen met dé
Noorderzon vertrekken
EINDE.
i I
I