NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND ,1, r»I ili D'T BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS ,1 I lil III I Bi^ntoon*M|0DDELBU*RG. Markt 12: Talafoon No. 474 I 'I' nFs nnNnFnnARS fn nFS zaterdags 'II Contractrcgalprija, t« beginnen bij 500 regel», beduidend lager DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS KERSTMIS 1923. Karowski, de Nihilist. MAANDAI 24 DECEMBER 1928 Nieuwjaar 1924. FEUILLETON Bij hoest of verkoudheid, NIMMER 3C7 II» JAARIANI NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Abonnamintiprlja f1,90 par drie maanden, bij vooruitbetaling Adrertentiïl van 1 tot 6 regels f0,90, elke regel meer f 0,15 Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager GROOTE WAARDE VAN PUBLICITEIT WORDT GELEZEN IN ALLE KRINGEN Daar de Nieuwjaarsdag dit jaar op een Dinsdag valt, zal de „Nieuwe Zeeuwsche Courant" inplaats van op Dinsdag 1 Januari op Maandag 31 December a.s. verschijnen. Het is meer en meer gebrui- kelijk, vrienden, begunstigers S en bekenden bij de intrede van het nieuwe jaar per advertentie j geluk te wenschen. Evenals vorige jaren biedt de „Nieuwe S Zeeuwsche Courant" ook ditmaal daarvoor haar kolommen aan S tegen een zeer matigen prijs. Voor vijftig cents kan men S zijn Nieuwjaarswensch ter hoogte j van zes advertentieregels ge- j plaatst krijgen in het nummer van Oudejaar 31 Decern- S ber a.s. Elke regel meer kost 10 ets. Advertentiën met rand S en extra bewerking worden naar de ingenomen plaatsruimte als S gewone advertentiën berekend. Men zende reeds nu zijn op- S gave in bij de Administratie van dit Blad, Westsingel Goes, of i geve die af aan onze Vertegen- woordigers en Agenten in de S verschillende plaatsen. Zegt het voort! i „Eere aan Godt in den hoog'e en opfaar le Trade aan da rinenschen van goeden wil." Het klonk, (zoo schrikkelijk vreemd in dia dagen: „Eera aan God in den hooge"! 1k/y>,j.Qtys de menschen, wat zeg ik? '■L'S gansche menschheid, op, een groepje Joden na, in het stol lagen neergeknield: voor allerlei, behalve voor God. Als een afschuwelijk wangedrocht heerschte het veelgodendom, met gijn ruw heid en mensch-onteerende gruwelen en Zedenbederf, zoo erg, dat ons de haren tem berge rijzen, als we eens een blik! slaan achter de schermen wan het hei dendom uit dien tijd. Het heidendom kende geen God in den hoog'e. Satan regeerde. Be kennis van den Genen waren God, den Aïmachligen Schep per, Alwijzen Bestuurder van hemel en karde, was weggevaagd. Het geloof was weggebeziemd. Van nature streeft de (.mesnscti naar godsdienst, daarom1 maakte hij: zich go den, ze vormend naar het door z'onde en hartstocht misvormde beeld, dat hij' in tóch zeiven aanschouwde. Bij gebrek aan eea echten hemel stolden die heidenen] tócih een hemel voor, bevolkt met goden, éven slecht, even zledeloos, miet evenveel ondeugden behept als zij Zeiven waren. Die afgoden waren de verpersoonlijking van zonde en misdaad en daarom werden tój gehuldigd, aanbenen zelfs. .Wie een slechte daad wilde bedrijven, (vond in de fabelen der goden een voorbeeld en verontschuldiging. De taensch zocht zïjfn' God' overal en in '*sj o Het edele echtpaar véjtelde mi| alles, wat sinds 'hunne aankomst in de hoofdstad,1 was voorgevallen. D|e minister van politie was lüeretcld in zijn eerepost ein niemand Vermoedde, dat hij eenmaal een balling was. Jauowltsch of Earowski ziat nog) steeds1 in den kerker ön was reeds Veroor deeld als moordenaar en brandstichter. Z'n aanhang getuigde 't, dat hun chef er de schuld van was, dat de ajdl^l verbannen werd en het tallooz:e diefstallen en moor den begaan werden. Hij nam middelen te hatt, zoo verklaarden zij allen, om staats lieden om te koop en, den Czaar té bedricn 'gen en, zoo dit noodzakelijk! was, om' 'den nrnn uit den weg te ruimen' die weerstand! dorst bieden. Verontwaardiging1 en afschuw! bezielde IBuropa. Mannen van aanzien bleken sühur ken te zijndoortrapte bedriegers, wien schaamte en eergevoel reeds geheel ombe kend waren. Als een roofspin had Ka rowski zijn netten gesponnen, om offers vangen en het was hem gelukt. Hij zelve verklaarde, juist voornemens geweest te zijn, in den nacht) ïs ontvluch- waarop hij geboeid, van zijn vrijheid hwoofd werd. In gezelschap van hen, dia rol nader beschreven hebben, maakte ik uitstapjes naar verschillende steden, en tosn wedijverde onderling, om mij! aan. K®a»m te stemmen. Eacihow vooral, die verworven had, verhaalde mij al« wat in Rusland was voorgevallen en inoet zulïa bekennen, zijh verhaal wart boeiend. alles, behalve daar boven, waar llij vol gens Vondel t is geketen, Zoo dieip in 't grondelooze licht, Van tijd noch eeuwigheid gemeten Noch ronden, zonder tegenwicht,. Bij 'zich bestaat, geen steun van buiten Ontleent, maar op zichzelVen rust, En in Zijn wezen kan besluiten Wat óm eu in Hem, onbewust Van wanken, draait, en wordt gedreven! Öm1 't een en eenig middelpunt; Dar 'zionnen zon, de geest, het leven; Dp ziel van alles w;at gijl kunt Bevroên, of nimmermeer bevroeden; Het hart, de bronaar, d'oceaan En oorsprong van zoovele goeden Als uit Hem vloeien en bestaan Bïj Zijn genade, en alvermogen, En wijsheid1, die hun 't wezen schonk) Uit niet En vrede op aarde 1i Neen, er was geen vrede op aarde Er kon igeen vrede 'zijn. Waar Satan heerscht, daar is geen vrede. Waar God niet wordt (aanbeden, daar jwordt de waarde van de menschel'ijke persoonlijk heid ontkend. Waar de Goddelijke Wet gever niet wordt geëerbiedigd, daar val len de rechten van den mensoh in puin. Waar geen orde heerscht, daar is wan orde. Neen, ter was geen .vrede, want net heidendom: erkende niet de menschelijke waardigheid. De ;mensch was slechts een 'z'aak, een stuk gereedschap; naar belie ven gebruikt of weggeworpen. De men schelijke 'ziel werd niet gewaardeerd als het 'beeld en de gelijkenis van God. Van daar de jammerl'jjke toestand van vrouw: en kind, van slaaf en arme. Zijl hadden absoluut geen recht. Men kon met hen doen, wat men wilde. Alleen waï maent en kracht bez'at, had recht. D'e toestand van de wereld dier dagen wordt ons 'door den profeet met een enkel woord g'eteekend: „Er is geen waarheid, er is geen barmhartigheid, er ïs geen kennis van God meer op aarde. Vervloeking en leugen en doodslag en diefstal en echtbreuk heerschen aloml.'V Zoo drukte bet heidendom loodzwaar op de mtenschheid veertig eeuwen lang Het duizelt ons bij die gedachte. En noch het genie der wijlzen, noch de wapenen der hélden waren bij machte hierin Verandering te brengen. Waar was de David, die den Goliath] van het heidendom! zou verslaan? Hij kwam. De Redder, de Verlosser Eerst beloofd door God in het aardsch' paradijs, toen Hij sprak tot Satan: „Ik zal vijandschap stellen tusschen U en de vrouw (Maria), tusschen (jiw zhad' (de hoozlen in het 'algemeen) en haar nakomelingschap (Jezus, Zoon van Maria). Zij (Maria) zhl (door haren Zoon J. C.) U (Satan) den kop verpletteren." Later nog eens door God aan Abraham beloofd, toen 'God hem beval uit Zlijh land te vertrekken: „Ik zjil U maken tot een groot volkEn in U (als starn^ vader van het Joodsche volk) zullen ge-' Izegend worden alle geslachten der aarde.'' En weer later aan Isaao: „Gezegend) Izhllen worden in uwen nakomeling (d. i. J. Chr.) alle volkeren der aarde". Daarna komen de verschillende profe ten, die 'den Verlosser voorspellen. 1903 jaren vóór Christus doet Jacob op jzïjn sterfbed deze voorspelling: „De schepter (heerschappij.) zal niet worden Op zekeren dag heerschtë overal op schudding: de nieuwsbladten, tijdschriften en volksblaadje^ meldden ons, d|at J,a- nowitsch veroordeeld, tot de galg' yerwS- zen was. Den yolgenden dag'zou 'hef diofdvonnrs uitgevoerd wojidjen, en wèl op het middaguur. Reeds des avonds verzameld'^ zich eene talrijke volksmenigte op de plaats, waar da galg1 stona, om het uur af te wiaCh'tlen, waarop men het ondier, het monster zou ophangen. Ook ik1 was ter .plaatse. Het schuim der bevolking stond geschaard om de galg en tierde van ongeduld!. Het waren afzichtelijke, diep bedorven wez'ens, dit getuigde hun voorkomen: de stempel der misdaad lag op hunne gelaatstrekken. Of schoon ik geen woord van hun wagtaall verstaan kon. begreep ik toch duidelijk, wat hun kreten beduidden en wati zij van plan waren. Honderden vuisten stonden tegen den kerkerhonderden vloeken weer galmden door 't luchtruim. Ik trok mij terug. D,en volgenden dag was schier alles op de been, om de uitvoering bijl té wo nen. De vorst van Tabor had: een kamer gehuurd op bet plein der tereéh'tstellinigl en noodigde mïj uit, met hein' mede' ta rijden. j Het rijtuig kwam voor- Om de waarheid te zeggen, Was ik niét zéér genegen, deze uitnoodiging aan te nemen, maar de Vorst hield niet op, voor aleer ik ihad toegestemd. Spoedig hadden wij d|g kamer beröikf. öp het plein heerschte overn.l een woeljge) drukte, ik durf haast beweren, dat men over üe hoofden der nieuwsgierigen kon' wandelen. Allen drongen naar voren. Dn galg, dié zeer hoog was, had mén zóó danig geplaatst, dat iedereen haar zién ten, zelfs zij, die een eindewéega van het weggenomen van het volk \jler Joden, totdat Hij komt, die gezonden zal wor den, en Hij z!al de verwachting der Vol keren iijin." Toen dan 1900 jaren later inderdaad de Joden (schatplichtig geworden waren aan de Romeinen, wist eenieder, Jood en heiden, dat dte .Verlosser1 komen moest. Vierhonderd jaren later teiegt God zelf tot Mozies in de woestijn Sin: „Eenenj profeet, die hp U «gelijkt, zal ik 'hun opwekken uit het midden hunner broe ders." De voorspellingen worden immer dui delijker. Is eerst bet ivol'k a^igeduid, waaruit de Verlosser zal voortkomen en de tijd i waarop dit' geschieden zal, nu wordt een -heidensch waarzegger 'door God gedwongen om te zleggen, uit welke familie de .Verlosser zal (voortkomen, o. a.„Eene Ster zal opg'aan uit Jacob en een Staf zal oprijzen uit Israël." Ruim :zeven-honderd jaren vóór Christus voorspelt Isaïas: „De Heer zlelf zaJ u-lieden een teeken geven: Zie de Maagd z'al ontvangen en eenen Zoon baren, eu 'zïjh naam zal genoemd worden Emma- ^nqel." (Emmanuel is een Hebreeuwsch woord 'en beteeent: God met ons.) Altijd nauwkeuriger worden de profe tieën, als de profeet Michaeas voorspel't.- „En gij! Bethlehem, land van Juda, geens zins zfrj't gij! de minste onder de hoofd plaatsen van Juda; want ziet uit U (en hier wordt de stad aangegeven, waar Christus zal ter wereld komien) zal da vorst voortkomen, die mijn volk Israël besturen z!al"; eu wanneer de aartsengel' Gabriël aan Daniël verschijnt (een bode uit den 'hemel dus) en ztegt: „dat na 70 jaarweken (dat is 70 x 7 is 490 jaren) de Messiasi komen zal." Intusschen hadden de oevers 'van den' Jordaan en de boorden van den Chabaï reeds vernomen de droeve klacht: „Heb m'edelïj'den, o God, met uw. volk 1" De puinen van Babyion hadden gehoord de smachtende bede: „Zend, Heer, dien Gij ztenden zhltDauwt, hemelen, van boven, wolken, regent den Rechtvaardige."-i Ook uit de heidenen gingen stemmen op, die verzuchtten om redding in denl nood', om verlossing van hoven: „Uit de diepten der ellende heb' ik tot u geroe pen Het was de klagende bede van de menschelijke ziel, die ivan nature christelijk is, die zieer goed gevoelt dat de toensch voor God geschapen, is, en; niet rustig zijn kan tot zij ruste in God. Gloria in excelsis E'eo jGlorie aan God en vrede den menschen van goe den wil. D'e beloften zijn vervuld'. 'De profetieën 'zijn tot op den leitter uitgekomen. De Verlosser is 'er, vol 'van genade 'en waarheid. Springt op, gij. bergen, van blijjdsch'ain en gij, heuvelen, als jeugdige rammen. Het jubelt langs Bethlehem's velden: „Glorie aan God Vrede den menschd" Zóó klonk het vóór negentien eeuwen. Engelen waren het, die van den hemel neerdaalden en den herders, bij hunne nachtwake verkondigden: „Ziet, ik' ver kondig u een groote vreugde, die voor al het volk wezen zal: dat U heden gebo ren is de Zaligmaker, die Christus da Heer is, in de .stad van David. lEn dit £Ïj U ten teeken: gij zult een KiDd vind«n, in doeken gewonden Jen neer gelegd dn een kribbe." Deze aankondiging' des engels mocht, voorplein verwijderd Waren. Het gedrang van de toeschouwers! veroorzaakte wanor- 'dev_zooctat het noodzakeljik' wer'dk 'de hulp. der Kozakken tussehenbeide te reepen. Toen de middag was aangebroken, luidr den de klokkteneen teeken, dat idle tereebtstellmg zou plaats) hebben. Spoedig daarop werd de kerker geopendl: de khr ■met het slachtoffer naderde langz'aam. Een schismatiek priester zat neVens den schul dige en spoorde hem aam tot berouw over 2ij:ne misdaden. Vóór de poort 'der gevangenis stond] een legerafdeeling om de orde te hand|haven en gedrang te voorkomen. Slechts het ge roffel der trom Verbrak het stilzwijgen. De kar kon zich nauwelijks door de me nigte een weg banen en maakte een om weg, opdat ieder den séhuldjige zou kun nen zien. Karowski zag er ontdaan en beschaamd uit. Eindelijk bereikte m'en de^alg. De beul, op de trap der tribune gezeten, riclhltttej zich op en klom ijlings naar boVen', oan alles gereed te maïen. ,Toen de schuldige wah uitgestapt, zW'e- gen de trommen en heerschte het diepst» stilzwijgen. Jamowitseh kon zich ternau wernood bewegen en steeg, door den' prie ster geholpen, naar boven. Dan gaJ men hem toestemming, een woordje te spreken. Karowski ving aan- „Tot nog toe, burgers, beloog en bestal ik u, doclh hoort eindelijk de waarheid'! Die tallooze edellieden, die idlsor mijl werden aangeklaagd, zïjm valsahelïjK beschuldigd, ik iheb ze vervolgd, om1 hun schatten bij een te garen". Hij' noemde de namen en bad om1 vergiffenis. Een vreeselijk gemompel steeg op uit de toeschouwers, m'en balde dé vuisten en' wierp naar het slachtoffer. JanowifecK naar den zin der woorden, niet anders luiden dan de belofte >van God aan Abraham en Isaac, ruim 2000 jaren vroefjer: „In U zullen gezegend worden alle geslachten der aarde." Ziedaar, de Verlosser dar wereld. Do ongeloovige lacht. Iedere igeschie- d'enis gelooft hij. Zelft die van Shinto en Boeddha, van Confucius en Mohan. mod. Maar de opzienbarende gescniede- nis van Christus en diens Kerk gelooft hij .niet. Dat lijlkt hómi te dom. En dót iheet Idan: wetenschappelijk Nota bene, ik geloof zie noemien dat kuituur...» Maar Wij? Wij juichen met de woor den, alweer van den profeet: Pues natus est nobis: Een Kind is ons gie- Iboren." Komt, laten wrj Het aanbidden. Christus- is .geboren De [verlossing der wereld is daar Ook de heidenen kunnen juichen, zlullen juichen, De reus, die de 'heole wereld in ziiin klauwen gekneld hield, de reus van bat heidendom1, in zijne volle ontzaggelijke kracht, wordt door die Kinderhand peer- geveld'. i J En de veldheeren in dien strijd waren arme onwetende vissobers; door dat Kind herschapen dn helden, die in den naairi van dat Kind werelddeelen .verovertïen en Jood en heiden op de knieën deden neervallen voor hunnen in een stal ge- horen, aan het kruis gestorven Koning, die hen dwongen tot de erkenning„waar lijk, dez'e was de Zoon van God." i Eén hunner, Petrus, grijpt Rome aan Rome, het hoofu en het hart, de ziel der heidensche wijereld, vanwaar dood en bederf uitging tot de grenspalen der aarde, en herschept die stad .der stedjen in )het christelijk Rome, 'de stad van Bethlehem's Kind, de stad der Pausen, het .hoofd 'en het ;hart, de ziel der christelijke maatschappij, vanwaar licht en leven zich verspreiden over alle vol keren der aarde, ondanks het kleinzielig gepeuter van pomniige tegenwoordige dominé's, die sputteren moeten tegen Rome, gedreven door angst en jaloezie. Wederom1, als voorheen, gaan legioe nen van Rome uit. Maar die legioenen Zijn geen soldaten met zwaard en speer, doch ,het ,zijn eenvoudige Zusterkens, priesters en monniken, helden van geloof, m!et het Kruis in de hand en het woord des vredes op de (liepen: „Glorie aan God, vrede aan de menschen Het Rome der keizers is het Rome der Pausen geworden. En het: „Caesar, zij die sterven g'aan, groeten U is veranderd in het: „Chris tus overwint, .Christus reg'eetrt, Christus heerscht 1" Dat is het werk van dat Kindje, ge boren in een stal, "-gestorven aan het Kruis. J De afgodsbeelden vielen, het Kruis kwam in top; slavernij werd afgeschaft, de nrenscnelijke waardigheid werd erkend! in al haar vrijheid en rechten. De vrouw niet meer slavin vand'e man en ,het fcind! g'eniet beschermend recht. Aan het christelijk huisgezin werd vastheid ge waarborgd: door de onontbindbaarheid' van het christelijk huwelijk!: (Wat God' Verbonden neefc, scheids geen m-ensch"'. Reent en vrijheid herleefden. Liefdadig heid en medelijden was niet lang'er meer zwakheid voor Ie menschelijke natuur maar christenplicht. Heer en knecht ver nomen hunne wederzïjdsehe plichten en rechten. De arbeid werd door den gods dienst geadeld. In één woord geheel de knielde eerbiedig neder en smeekte om! kwijtschelding. Toen het bidden geschiedt was', gaf de heul hem eeu teeken, op de bank' jilaats te nemen. Hij gehoorzaamde zuchtenfl. D:an nam men den strop, dien men om zijw nem 'hals wierp, en haalde de koord op. v v Het is me niet mogelijk, het toonéel tb bescihrijVen, dat ik hierop te zien kreeg. Ik keerde mij om, ten einde niet langer van een sci'iouwspel getuige te zijn, dat mij afkeer inboezemde, en ijlde vandaar. De toeschouwers juichten en traden nabij, om! hot lijk te bezichtigen. Nooit zal bet tooneel, dat ik' éénmaal heb bijgewoond, uit mijn geheugen ge- wisclbt worden. D!eS nachts, als ik waiklkter lig, staat het vóór mijnen géést: het ver laat miji geen oog'emblik. De reizen, die iË door Azië gemgakt heb, waren geenszins in Staat, mij"1 er van te bevrijden, maa;r üeaen den iu'dlruk nog meer en meer toe nemen. i Gedurende die reis kwam' ik dikwijls in kennis met werkelijke nihilisten, die ik ben daarvan zeker den Czaar naar het levten stonden. Na meermalen verdacht te zijn of gé- vaar to hebben geloopen, sprak ik! den wensch uit, naar huis terug te k'eeren. D'e viorst en vorstin echter, als ook alle anderen, met welke Wi| Kennis maakten, schrokken daarvan terug en vatten hef plan op, den herfst en den winter in Italië door te brengen, iWij reis,dien tie Zamen en nomen eerst afscheid, toen wij1 Munöhen bereikt hadden. Twee dagen daarna bevond ik mo thuis. Mijhe vrouw, die geregeld dé brieven ontvangen had, zooals er wad afglespm- ken, had desniettemin gevreesd, mij nim- heesfehheid of keelpijn zijn Thermo-Tablet- ten het meest aan te bevelen. Doozen 409 Tabl. 80 ct. en 200 Tabl. 45 ct. Bij Apottu en Drogisten. Wereld werd vctchiristelijkt. En of me» het weten wil of niet, erkennen .wil al niet, de moderne heidenen van thans ge nieten met volle teugen van de zegenia.4 gen, gebracht door dat Kind van Bethle hem, geboren in een stal, gestorven aam' een Kruis. Mochten ook dezen erkennen wlat hul» tot vreugde strekt. Maar thans schijht het nog1, sóhuldigl of onschuldig, voor hunne oogen verbor gen. Want Gaat niet het iOngeloof als 'teen hreed'e, alles verpestende stroom, over! stad en land? Hebben 'niet de zooge naamde hervormers der XVIde eeuw: ge- Zbrgd, dat jaarlijks duizenden van hun christenen, met hun leer stuivertje wisse len spelen en overloopen naar het kamp der ong'eloovigen Buldert niet het liedl Van den opstand tegen '-'God door d'e sferen: Geen God, geen hemel, geen ge- Zag'? Wie is schuldig aan dez'e Gods lastering Geen God, ook Hij is eeai tyran Vrede op aarde!Non est pax imp;is. Er bestaat geen vrede voor de go-id'ei- loozen. Men loochent God van boven af: Geen God, geen hemel. Welnu (de domme hias'sa is altijd' spoedig' klaar met zijla! besluit) dan eischen wij! de aarde opt Het gevolg?? 1 't Is het lied van het eertijds opper machtig en nog wel machtig liberalea- dom, het lied Van ie bandelooze vrijheid J Elk staat d'e heirbaan open. Naar 's levens hoogisten top. Ben sterkste zfrj de Krone, Of heel de menschheid lijdt: IK wordt de mensch geboren 'I'S IK blijft hij) t' allen tijd). Aya Sofia., En het spreekt van 'zelf dat ae reactbS niet k'on uitblijven, en dat tegen de ban delooze vrijheid van het liberalisme uitge drukt in hartelooze woorden „ieder zorgt voor 'zich zeiven", een andere groep van' menschen zich plaatste met hnu tegen zang: j j f Gif hongermartelaren, Hebt recht op heerschappij!. fgj1 'Vernietigt gij! de wereld, Die U zoo lang bedroog, D'an rij'st uit 'de oude puinen Een nieuwe wereld hoog! Ziedaar het gevolg wanneer men dé knie niet wil buigen voor het Kindj'éf Van iBethlehem. D'an is de vrede z'oek. En waar efeéa; mer terug te zien. Albertina zöfuj daarmaSC wel eenige schuld hebben. Met vertellen en praten verliep er eenl week, dan hernam' ik mïjh arbeid en bégea met een reisbeschrijving. ïk had stof gö- noeg opgedaan, om dit werk te voltooien'. Van nu af las ik geregeld, de üagblad|en en wijdde mijn aandacht voornamelijk aan! Rusland. Het bleek me Zeer duidelijk, dpt de keizer gevaar liep, en het niet Langl meer duren zou, of hij! zbude vermoord) worden. Voortdurend werdetn idle fijdingleS slechter. Vóór den gloeienden haard in mijn ka mer gezeten, met warme pantoffels, ehamr bre-cloack en tabakspijp, dacht ik dikwijM In stilte aan dien armen keizer, wiené' leven bedreigd werd, en ba<dL voor Zijh welzijn. Op zekeren dag las men oVeral aé 'trjl-i ding, oat da Czaar was vermoord. Dat bericht trof me diep; doch ik darikJe er God voor, dat Karowski uit den weg" geruimd en mijn Vrienden g'ered waren. Was het anders geweest: zij! waren Ver* loren, misschien wel ter dbod gebracht.. Rusland heb ik sindsdien niet bezocht, maar ik bleef toch geregeld' door dW brieven van Rachow van den "toestand op de hoogte. ■Wat mijn buurvrouw betreft, zijl ver klaarde rondborstig, dat er nergens tetf wereld beter huurders gevonden werd|en', „want"*, zeide ze tot Martha, „zij! hé- talen 'de kamers, al zïjh ze reeds' wegge gaan. terwijl in ons land niet zelden per sonen zijn, die zonder betalen met dé Noorderzon vertrekken EINDE. i I I

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 1