per ons BOEDEL Tweede Blad SON TRACTORS. ag 1 November 1923 Karowski,de Nihilist. OCTOBER 1923 NIEUWE ZEEUWSCHE COURAt iare Verpachting 0 perceelen EN WEILAND lag 31 October 1® Pei*oe©*el1 en Weilanden, n, Rietvelden en ndergronden, Buitenland FEUILLETON Kerknieuws Sociale Berichten. Gemengd Nieuws. Het hoekje van humd\t Voor de Keuken. ZATERDAG 20 OCTOBER 1923 i I E. C. VAN DISSEtite op niddags 10 uur, te Bobs, ins van Oranje", ten Sver- l de Erven ven Mevr. de Wed. (—Van den Bout, a courant liek verkoopen oed onderhouden bestaande i(it nenten, /Mahoniehouten ire, Spiegels, Kasten, Ta- en, Pendules met coupes, waaronder open Haarden eumkóchel, Gaslampen, Le- Bedden, Mangel, Glas- en k,;.' Keukeng-erief, Wasch- goven en Comforen, Eta- ke goederen kunnen wor- ibraeht, waarvoor zich te n bij den Vendumeester BS. ichtigen Dinsdag 30 Oc- van 104 uur. 10315-32 Pri|s f1490. APPONjHeinkenszand BURGERLIJK ARMBESTUUR en HUIS te GOES, ten oversten Notaris W. VAN CAMPE» van emeenten 's-Heer HendrlNs- 's-Heer Arendskerke en Hein- op dag 8 November 1923) ■middags te 10 ure, in d? eherberg te Heinkenszand, ;elen te 's-Heer Arendskerke kenszand, en op dag 15 November 1923, rmiddags te 10 ure, in d8 an Oranje" te Goes,derp 's-Heer Hendrikskmdert». ste hoekjes zijn van 2° te hekomen ten kgg, Notaris. 10iJy taris E. C. VAN DISS®1 zal °P .«A o .Minne m. erge soeke rschap lerseke' jaren om 9 uur te Wem»-- vandhr.M.KoBSTANW van het Bes{jJ",arM ,de Breede We»8™ voor 7 aCiO290-31 bliek verpachten: «Meenten rKapelle,ldinS, Waterschap e"„3o I n betaling van1 „De Zeeuw", de „Wartburg" en kardinaal van Rossum. De Zeeuw van 17 October j.l. be vatte het navolgend bericht: Kardinaal van Rossum op propa- gandareis. De Roomsche pers is zeer terreden over de wijze, waarop de voorzitter der propagandacon- gregatie, kardinaal van Rossum, op zijn reis door Denemarken, IJsland, Zweden, Noorwegen en Finland is ontvangen. Ditgeeft „Die Wartburg" aanleiding om te schrijven: „De germanen van het Noorden zijn hoffelijke lieden en een kardinaal, komend in buitenlandsch gewaad en met vreemde ceremoniën heeft voor hen de bekoring van het nieuwe. Dat de kardinaal zijn reis ondernam om een breed opgezetten kruistocht tegen het geloof van de Skandi- navische volkeren in te leiden, zullen slechts zeer enkelen hebben geweten. En die het wisten waren op hun hoede." Het Luthersche tijdschrift „Die Wartburg", waarvan in bovenstaand bericht sprake is, dwaalt. Niet „slechts zeer enkelen" wisten van „een breed opgezetten kruistocht tegen het ge loof van de Scandinavische volken" als doel van kardinaal Van Rossum's Noordsche reis, maar geen sterveling en wel om de simpele reden, dat er van zoo'n kruistocht geen sprake was. Zooals de kardinaal in de kerk te Reikjavik, IJsland's hoofstad, aan de aanwezigen mededeelde, was het doel van zijn bezoek aan Scandi navië aan geestelijkheid en geloovigen troost, bemoediging en opbeuring te schenken en hen te verblijden met den bjj zonderen zegen van den Heiligen Vader als blijk van diens buitengewone belangstelling in het leven en streven der katholieken, 's Pausen geestelijke kinderen, van Scandinavië en Finland. Ook bleek die belangstelling in de geschenken, die de Paus voor de Scandinavische en Finsche kerken aan den kardinaal had mede gegeven. Verder spoorde Zijne EminentieVan Rossum, zoo vaak hij in het openbaar sprak, de Katho lieke Denen, Noren, Zweden en Fin nen aan tot trouw aan de wetten huns lands en eerbied voor het over hen gestelde tijdelijk gezag. Dat b\j den kardinaal, die op zjjn tochten door de Scandinavische rijken zoovele kostbare resten van het Katholieke verleden aantrof, de wensch opkwam, dat het daar wederom een maal „één schaapstal en één herder" zou worden, valt te begrijpen. Die wensch trouwens welde ook uit het hart van menigen bedienaar van den Lutherschen godsdienst in die landen en kwam in de pers aldaar eveneens ondubbelzinnig tot uiting. Dien wensch te hebben gekoesterd en geuit strekt allen die zulks deden gelijkelijk tot eere, want hij drukt de verwachting uit, die eens door nie mand minder dan door den Godde- lijken Stichter der Kerk werd uitge sproken. Maar te spreken van „een breed opgezetten kruistocht enz." is louter fantazie en een pure hersenschim. Moge „De Zeeuw" hiervan acte nemen. Misschien wil hij wel „Die Wartburg" op diens vergissing op merkzaam maken. BELGIË Te Gent werd Maandag het studie jaar 1923'24 van de „ontdubbelde" Universiteit geopend. De rector, professor dr. Heymans, hield de ge bruikelijke rede. Een 14-tal professoren, ongeveer 100 studenten, de gouverneur van ui _r_ „Gelooft gij, iwiat straks onze kolc nog beweerde vroeg een1 der meisjes. „Wat dan?" „Wel, weet je het niet?" klonk! het schier ongeloovig. „Neen!" Kudde het antwoord'. „Welnu, luister danOnze kok en mijn» keer hehb'en •wegéns diefstal tegelijk in d0 gevangenis gezeten!" „Wat zeg je?" a eenigen tijd 't Wad een beetje- loor twaalf versiihee.ni de kok.. Een knecht volgde hem', op een blad een krinigte spijzen aandragendeeen andera knecht droeg een m'andje met wijn. „Gaat!" klonk het bevelend, „ik zelf zal ze rangschikken." De meisjes en dienaars verwijderde^ z en 4e kok bleef alleen. Hij''stak'een komloor aan, om hot' vleesoh iw|armj to 'ouden, draaide de lamp op en bromde "auw hoorbaar: listige vos, ge zijt reeds vergeten, hoe wij eenmaal te zamem als allmgen arbeidden in de mijnen van SiJ erië! Toenmaals mx>est ge een brand» i men gaf u een1, anker, •kwijl mij' een doodshoofd als kenmerk era toegedadlit. Maar toen ik yand'aar Oost-Vlaanderen, burgemeester en wethouders van Gent en enkele parle mentsleden woonden de plechtigheid bij, die zonder incidenten verliep. Men weet, dat in het Vlaamsche land een groote propaganda werd gevoerd, om de Vlaamsche afdeeling te boycotten, omdat „deze geen vol doening geeft aan de Vlamingen, die de geheele Universiteit voor zich op- eischen." Deze boycot is niet zonder invloed gebleven. Hoewel nog geen ofïïcieele cijfers bekend zijn omtrent het aantal studenten voor de Vlaamsche afdee ling, is er veel dat er op wijst, dat het allesbehalve groot zal zijn. Zeer kenschetsend is in dit ver band het feit, dat tot nu toe nog geen professoren voor de Vlaamsche af deeling zijn benoemd, terwijl aan vankelijk was bepaald, dat deze be noemingen reeds eergisteren in de „Moniteur" zouden openbaar gemaakt worden. Men staat dus hier voor dit eigen aardige geval, dat Maandag aan de Vlaamsche Universiteit Vlaamsche colleges werden geopend voor zeer weinig Vlaamsche studenten en zon der profs! Na afloop der openingsplechtigheid, waarbij de Fransche studenten vrij wel geheel afwezig bleven, werd er in de straten van Gent gemanifesteerd door Vlaamsche studenten, die tegen de z.g. „half en half"-universiteit gekant zijn en „Gent of niet" eischen. (M. Crt). RUSLAND. Kinderellende. Onderstaand tafereeltje van een zitting eener kinderrechtbank is door het „Hbld." ontleend aan de Izwestia, het bekende Russische bolsjewistische dagblad. De deur gaat open en een klein meisje vergezeld van een politieagent, treedt de kamer binnen. Zij begeven zich naar de tafel, waarachter de rechters en de vrouwelijke jury zit ten. De politieagent verklaard, op het meisje wijzend: „Voor ongeoorloofden handel." Het meisje maakt een buiging voor de rechters. Zij is zindelijk doch armoedig gekleed. Het schijnt, dat zij eigenlijk niet goed begrijpt, waarom zij voor den rechter moet verschijnen. „Gisteren aangehouden; bij het hoofdpostkantoor," rapporteert de politieagent. Een der vrouwelijke juryleden vraagt: „Waarmee hebt u gevent?" „Met appelen." „Doet u het reeds lang?" „Neen, vroeger ben ik op school geweest." „Wat heeftu er toe gebracht te gaan venten?" Het meisje vertelt een gewone ge schiedenis; moeder moet uit werken gaan, de kinderen blijven zonder toe zicht thuis, de verdiensten zijn ontoe reikend, zij wonen in een kelder kamer, er is gebrek aan brooddaarom is zij gaan venten. Zij is echter 15 jaar oud en de wet verbiedt 't venten aan kinderen beneden de 16 jaar. De rechtbank neemt den noodtoe stand, waarin het gezin verkeert, in aanmerking en het meisje wordt vrij gesproken. „U kunt gaan," zegt de rechter. Na haar vertrek worden andere kinderen binnengeleid. Ook deze hebben op straat govent. Opnieuw wordt voor de rechters een tafereel van nood, honger en ellende ontsluierd. „Waarom brengen ze toch die kin deren hier?" zegt een rechter. „Er is in de verbeterhuizen en kinderasyls geen plaats zelfs voor de kleine mis dadigers beruchte recidivisten moeten vrijgesproken worden en de politie brengt de ventertjes hier. De beschik bare plaatsen in de kinderasyls wor den verminderd. Ik heb zooeven be ging, was mijn eerste gedachte, dat) ken- teeken weg te nemen; ik slaagde, hierin, dat wil zeggen gedeeltelijk, en niemand herkende in mij' eenen spitsboef. Maar Karowbki - zooals hij: zich belieft' to noem'en w'as niet zoo verstandig?; anker behield hij en thans.thans nog draagt hij het. En hoewel ik! er eer tijds geheel anders uitzag, toch komt 'het mij vreemd voer, hem niet' te zijh bijgebleven. Maar zo-o hij' het wist, da,t ik vroeger zijn vriend w!ashij* zou ine van hier zenden. Ja, a.nker, da „doods kop,' dien ge eiken avond aantreft, in dien akeligen kelder.... hij' zal p verraden1 als dhef onzer club!".... Daar verscheen Kairowski. „Iw-an," beval hij1, ternauwernood in getreden, „ontkurk deze flesschen en sluit alle vensters! Hoe dikwijls heb ik' je niet daarvoor gewaarschuwd: er k0n eens een dief komen! ïwan ontkurkte aanstonds de 'flesschen, sloot de venst-ers en wachtte de verd'ero bevelen af. „Ge kunt igaan", beval Karowiski. De kok verliet, «middellijk het ver trek. Karow'ski volgde hem' snel op| da hielen en draaide zoowel van de voor als slaapzaal den sleutel der deur om', dan ging hij aan tafel en soupeerde recht smakelijk. Toen hij1 hiermede klaar was, nam hij den beker, en ledigde, zonder Oponthoud den een na den anderen. „Did richt ontvangen, dat kinderen, wier opneming in een asyl wij gisteren hebben bevolen, nog steeds op het politiebureau vertoeven. Alle be staande inrichtingen weigerden ze op te nemen, daar nergens plaats is. Het grootste kinderhuis, waar nog kort geleden 12001300 kinderen werden verpleegd, moest dit aantal met meer dan de helft verminderen." Opnieuw worden twee kinderen binnengeleid, twee jongens. Een dame heeft bij het verlaten van het station bemerkt, dat twee jongens haar sjaal hebben gestolen. Zij weet niet of het deze jongens waren, maar do sjaal, die zij bij hun aanhouding wilden verkoopen, is wel de hare. Een der aangehouden boefjes heeft een hemd en een broek van ruw linnen aan. Door de ontelbare gaten is zijn geelachtige huid zichtbaar. „Uit welke stad ben je?" „Uit Brjansk." „Hoe ben je in Moskou gekomen „Zoo, met den trein." „Wat voer je hier uit?" „Niets". Een lang verhoor is overbodig. Men hoeft geen kinderpsycholoog te zijn om te zién, dat wij hier met twee toekomstige misdadigers te doen heb ben. Dat is trouwens reeds aan hun houding en manier van spreken duidelijk zichtbaar. Maar. er is geen plaats in de verbeterhuizen en de rechter zegt: „U kunt gaan." Er komt een bescheiden inteUigent meisje van een jaar of elf binnen; zij is gekleed in een versleten jurk van zeildoek en heeft platgetrapte sandalen aan de voeten. Zij is een dochter van een tooneelspeelster. De moeder is tuberculoos, ligt ergens in Batoem. Het kind is naar Moskou gebracht om in een asyl voor kinde ren een onderkomen te zoeken. Men doet voor haar al het mogelijke om haar te helpen, doch de resultaten zijn nihil. Het meisje heeft reeds in maanden geen ander voedsel gehad dan zwart brood; haar kleeren zijn versleten. lederen dag behandelt deze com missie voor minderjarigen 20 a 35 gevallen. Meestal zijn het kinderen, aangehouden wegens het venten op straat of kleine diefstallen, doch er komen ook ernstige gevallen voor, zelfs moord en verkrachting. Het gebouw van de commissie is zelf een soort kinderasyl geworden. Overdag zitten de kinderen op de trottoirs voor het huis of op de trappen en 's avonds kruipen de arme stum- perds in de leege en verlaten gangen en brengen in elkaar gehurkt den langen nacht door op den kouden steenen vloer. Op den twec-en-twlntlgston Zondag na Pinksteren. Epistel van den H. Paulus tot de Philippijnen. I. 611. Broeders! wij betrouwen op den Heer Jesus, dat hjj, die het goede werk in u heeft begonnen, het ook zal voleinden tot op den dag van Jesus Christus, gelijk het billijk is, dat ik zulk een gevoelen van u allen heb; want ik draag u in mijn hart, bij mijne boeien, bij de verdediging en bevestiging van het Evangelie, u, die allen deelgenooten van mijne vreugde zijt. Want God is mijn-ge tuige, hoe zeer ik u allen bemin, door de inwendige liefde van Jesus Christus. Dit bid ik ook, dat uwe liefde meer en meer toeneme in wetenschap en in alle kennis, opdat gij moogt onderkennen, hetgene het beste is, ten einde gq oprecht en zonder aanstoot zijt tot den dag van Christus, vervuld met de vruchten der rechtvaardigheid, door Jesus Christus, tot eer en lof van God. vervloekte 'gezelschappen," bulderde hij, „men kan er zijne lippen slechts1 evten vcrfrisschen. Wanneer ik niet altijd zoo'n dorstige keel had, da,n kon het! er 4oo(r, maar nu.... nu hen ik mij zelvén niet méés ter." I Wederom' ledigde hij in één teug den beker, terwijl hem] de gloed naaf de wan» gen. Hij tastte in een zijner diepe broek-! zakken en haalde daar,uit het kostbare sie-' raad, da,t „Hart" heml geschonken had, voorzichtig te voorschijn. De steenen schit-l terden in het Keilt v!am de gaskroon; ais gloeiende vuurvonken en verblindden zijn oogen. „Kostbaar, zeer kostbaajf,'!' riep hij met geestdrift, „zij doen mijnen rijkdom aanmerkeKjk toenemen! Die dwK-' zen, zij meenen, dat' ik alles in de kas stort.... in de kas hunner club; zij: ver gissen zich deerlijk. Maar hiejr in; dia ijzeren kist- ligt dat alles 't behoort aan mij en is eens de dag 'daar, waar-. op ik een aanzienKjk fortuin heb! ver worven. dan verlaat ik mijn land, omt elders de zoete rust te genieten!" Inbussehen Wéren de flesschen gele-' dig'd, terwijl zijn benauwdheid dermW» toenalm, dat hij 'de jas mei) gewfeld vani zich wegslingerde- Thans greep hij als zinneloos naai' den zilveren bekeir vul de hem boordevol met den sterksten bkatri dewijn en in één teug hem ledigende, riep hij vol geestdrift: „heerlijke nektaf, drank Van de goden!" Evangelie, Mattheus. XXII. 1521. In dien tijde gingen de Farizeërs henen en hielden raad, hoe zij Jesus in zijne woorden zouden vangen. En zij zonden hunne leerlingen met eenige Herodianen tot Hem, en zeiden Meester! wij weten dat Gij oprecht zijt en den weg Gods naar waarheid leert en niemand ontziet, dewijl Gij geen acht geeft op het aanzien der menschen. Zeg ons dan, wat dunkt U, is het geoorloofd den keizer cijns te betalen, of niet? Dan Jesus kende hunne boosheid, en zeidewat toetst gij mij, gij geveinsden! toont mij den cijnspenning. En zij vertoonden Hem eenen tienling. En Jesus zeide hun: wiens beeld' en opschrift is dit? Zij zeiden hemdes Keizers. Toen zeide Hij hun: geeft dan den Keizer wat den Keizer toekomt, en aan God wat God toekomt. Gevolgen van den aclitnrendag. We lezen in de Vlaamsche pers: De studieafdeeling van het Centraal Economisch Komiteit van België houdt zich sedert eenigen tijd bezig met het onderzoek over de gevolgen van de 8 urenwet op de voortbrengst. In verschillende vergaderingen werd het standpunt der patroons uiteen gezet door M. Gerard, van het Comité Central Industrieel, en dat der werk lieden door M. René Carels, voor de Christene en M. Mertens, voor de socialistische vakvereenigingen. Op 5 October 1.1. vergaderde die studieafdeeling nu nogmaals onder voorzitterschap van M. Mahaim, oud minister van Arbeid, die het besproken vraagstuk nu in zijn geheel samen vatte na de uiteenzetting der beide partijen. De voorzitter drukte er vooral op, dat tot nog toe wel bepaalde feiten ontbreken om een besluit te trekken. De achturen-wet is nog niet lang genoeg in voege om reeds in een of anderen zin over de wet een oordeel te vellen. Zoo er door de patroons eenige feiten zijn naar voor gebracht, dan hebben die geen wetenschappelijke waarde, doch kunnen alleen als voor beeld gelden. De afgevaardigden der werklieden van den anderen kant hebben niet klaar kunnen bewijzen, dat de voort brengst niet zou verminderd zijn. Om dit hoogst belangrijke vraag stuk te onderzoeken hoeven er dus tal van moeilijkheden overwonnen. De oud-minister van Arbeid is van oordeel dat men uit de tegenwoordige bepalingen der wet al het voordeel moet halen wat er uit te halen is, maar van den anderen kant moet alles in 't werk worden gesteld, opdat de arbeiders hunne voortbrengst zou den verhoogen. M. Mahaim zou ten slotte willen, dat patroons en werklieden overleg plegen om de achturenwet zoo lenig mogelijk toe te passen. Na een lange bespreking der besluiten werd er toe besloten een dagorde op te steUen die in een volgende vergadering zal worden besproken. Het onderzoek zal voortgezet wor den en ten slotte zal er aan de Regeering een verslag overgemaakt worden. De H. Stoel en de verantwoordelijk heid van den oorlog. De Romeinsche correspondent van „De Tijd" schreef einde September: Het tijdschrift voor de rechten van den mensch bevat een zeer zonder ling artikel van den voorzitter van den Bond voor de rechten van den mensch in Duitschland, waarin de schrijver de schuld aan den wereld oorlog aan niemand anders toeschrijft BedWelWd stond hij op1, nam het sieraad ,van tafel en strompelde ..langzaam1 na(a|r de ijzeren geldkist. waarin hijl hét' neer legde. Ongelukkigerwijs vergat hij! ze te sluiten. Hij kleedde zich. uit, alhoewieU met Yeel moeite, wént beencn en armen )weigerden den dienst, en sloeg eindelijk omver. N,a een hevige inspanning op) de beenen gerakte, stroopte hij- een zjjnelr hemdsmouwen omhoog en stamelde, ter wijl hij afschuwelijk grimlachte„Ans her, ja anker! Hoe kan men zoo heeten?! „Wanneer den minister het eens zou ter oore kom'en da-t ik :gevlhc|ht' ben.,., gevlucht uit de mijnen: wélk lot zou mij' wiadhten En Wat zou de heer gouver neur daarvan zeggen,? Maair deze ié trou-i wens zelf een schurk, die zich niet heeft ontzien, tal van personen ongelukkig to maken." 1 Aldus redeneerend greep Karowski de flesch en rolde in bed. Dan dr-mk hij ze leeg tot den laatst' druppel en viel' eindelijk in slaap. RaehoW1 trad uit zijn schuilhoek te voorschijn- en richtte zich op. terwijl" hij den dronkaard verachtelijk aanblikte. „Hij snorkt -als een varken," sprak' hij zacht tot zichzelven-, „i^ zo-u hem1 desnoods met zijn bed kunnen wegvoeren, zonder dat hij ontwaakt. Dus 'fluks aan net werir Behoedzaam1 naderde hij de gteapepdej schatkist, en nam' het- julwfeel Weg, opend'e1 GOED GEMEEND. Een zenuwachtig heer toostte o»„ 'n bruiloft op 't bruidspaar. Na drie maal zich verslikt te hebben zei hij eindelijk En moogt gij nog vele van zulke schoone dagen beleven. TWEEËRLEI REDENEN. A: Waarom zit je eiken avond in de soos? BOmdat ik een vrijgezel ben Maar waarom jij? A: Omdat ik getrouwd ben. BROOD MET APPELMOES. Roer door tamelijk vochtige app/" moes wat suiker. Smeer dunne sneedjé,, brood en plaats die laag om laag ih een beboterd vuurvast schoteltje, zóó dat de bovenste laag uit aaneenge sloten stnkken brood bestaat. Bestrooi deze met een mengseltje van suiker en fijne kaneel en laat het in dei1 oven een lichtbruin korstje krijge' APPELSCHOTEL. Appelen boren en de gaatjes vusiel met suiker en kaneel, eon klon boter er boven op leggen. Dan den oven zetten tot de appels za0® zijn. Een crème maken van '/2 k.v> melk, 2 eieren, vanillesuiker, '/2 ons boter, 1 ons suiker en '/2 ons bloem. Alles op het vuur voorzichtig tot een gladde massa roeren. Als de appels zacht zijn de crème er over gieten en in den oven zetten tot het licht bruin is. De schotel wordt voordeeliger wan neer men custard-vla over de appels heengiet en de schotel op dezelfde manier in den oven laat gaar worden. dan aan den H. Stoel, d.i. aan den destijds regeerenden Paus Pius X en diens-staatssecretaris Kardinaal Merry del Val. Het artikel tracht deze vreemde stelling te bewijzen door een telegram, reeds eenige maanden drnk in de pers besproken, van Baron Ritter zu Groenesteyn destijds, en nu nog, ge zant van Beieren bij |den H. Stoel. Deze gezant, van oud-Hollandsche afkomst, zou gedurende de verwik kelingen tusschen Oostenrijk en Servië omtrent den moord op den troonop volger. aan zijne regeering geseind hebben, dat het Vaticaan voorstander was van den oorlog, en dat Kardinaal Merry del Val hem zou gezegd heb ben, dat nu of nooit de tyd was ge komen om Servië tot rede te brengen. Dit telegram aanhalend en daarover commentaar leverend, zegt het artikel, dat het Vaticaan zelfs zoover ging om aan Oostenrijk mededeelingen en aanwijzingen te doen over de betrek kelijke sterkte en zwakte van de legers van Rusland en Frankrijk. De schrijver besluit dus dat het Vaticaan de ware schuldige is aan den wereld oorlog! Als men nu de laatste dagen van den goeden Paus Pius X, die stierf op 20 Augustus 1914, eenige dagen dus na het uitbreken van den oorlog, heeft medegemaakt, staat men be paald verstomd over zooveel „stoutig heid". Pius X en zijn staatssecretaris zouden den wereldoorlog gewenscht hebben, die aan den zachtmoedigen Paus in zijne laatste levensdagen zooveel verdriet, angst en leed ver schafte, dat de volksmond niet op hield te beweren, dat Pius X een der eerste slachtoffers van den oorlog is geweest. Misschien is de oorlog niet de oorzaak geweest van den dood van den Paus, maar het staat vast, en al degenen die den Paus in die dagen omringden, kunnen het getuigen, dat hij vreeselijk leed onder den nieuwen toestand die zich voordeed, en'dat de oorlogsverklaringen, die in vervolgens eenige sdiniflaadjes, die allé nvet paarlen en steenen gieyuld twiaTem! en ledigde ze. Ook had hij zicih ruim) 'via.n goudstukken voorzien. Voorzichtig1 sloop hij het nevenvertrek kinnen, opende !het raam eo liet zich snel afglijden'. Spoedig had hij den grond kereikU en' ijlde heen. De poort Wla-s gesloten, maar hij! zao canpn sleutel in het slot steken, diep! hij schielijk omdraaide. Hjj stond op straat. De deur ziiner Woning was1 nogj geJ opend. Ijlings trad hij zijn kamer bin nen en sloot ze zorgvuldig. Van inspanning kon liij! onmogelijk sla pen. Het iw|as nog pikdonker, toen hij reeds op de been was en met ernst over legde. waar hij zijn scliat heti veiligst kon wegbergen. Plotseling! kreeg hij1 een vat in 't oog, die hem! zeer geschikt 'toe-' scheen. Hij trok ze te yooi'sohrjn,, pakte1 alles er in en sloeg] er! het deksel' op. Dan rolde liij ze over stoep en .stjraaflj vo^rt, terwijl niemand er, adit ap sloeg en hij zijne Werkplaats in liet steegje! bereikte- Daar verborg hij' zijn sdh'at diep onder den vloeT. Toen hij1 hiermee gereed! was, ging hij weder na-ar huis. (TOoidt Torvolg.l).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 5