ls-rit.
Tweede Blad
De Katakomben van Gaëta
CHE COURANT
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1923
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Letteren en Kunst.
FEUILLETON
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Uit de Pers
Het hoekje van humor
I
1, alles per 100 E.G.
g|e Orapjepmimen f 45^
■17, Engelse ho tVni—(
en 2442, Mar belang
nen IS—23, Afval prak
per 100 E.G.
in en om Hotel
met rijwielen
enigdei? zich 48
1 om de noodige
werd geloot en
uitgegeven,
die tot Middel-
'assee tot aan de
houwers, zoodat
e politie-mannen
Dezen personen
hun werk.
e werd om de 2
den start waren
beurt den rijders
ikte wegbeschrij-
lburg.
aat, Groote Kade,
de gevangenis,
dan rechtsaf den
af, bij lete balies
rechts, nu steeds
kendijk) tot aan
lier linksaf naar
n bij Café Hanson
weegbrug. Hier
n dan reGhtdoor.
en die langs de
lindeboom links,
n weg vervolgen
itweg volgen naar
n en dan rechtsaf
p het Marktplein,
g naar Café Tol.
g aan de rechter-
irp uit. Bij bonds-
iaar bij het dorp
a or vervolgen tot
jzer. Hier rechtsaf
lezen weg blijven
van de Kerk en
ia 1 K.M. bg
,'tHof Notendijk".
hts er direct af.
bondswegwijzer
rechts en direct
>n volgen. Even
aarlij ke bocht) en
s rij huizen. Hier
ruispunt keiweg.,
op naar
om het dorp heen
n, later macadam,
ïksaf. Klinkerweg
linkerweg volgen
de eindcontrole.
isplein. Brug over
Café P. Mulder,
es nog 4 geheime
nhoek en na den
;röles waren. Met
twee rijders aan
P. Mulder, aan
nen.
Irste twee rijders
half 6 aan het
zeer secuur ge-
geen strafpunten
>p deze terugreis
tocht volbracht
e commissie aan
hof" in de groote
aid een intiem
leiding van den
e gereed met de
shof'.
e prijsuitdeeling.
Liere, nam het
Er is prachtig
lat deze rit der-
olgend jaar veel
deelnemen. Spr.
oen medegewerkt
den A. N. W. B.
k gemaakt heeft
uden.
prijzen, waarbij
velen een gelijk
igt;
de Boe Op.
d. Linde O
van Leeuwen 4
De St. Gertrudiskerk te
Geertruidenberg.
Alle minnaars van kunst en his
torie, aldegenen die met piëteit bezield
zjjn voor de bouwkunstige monumen
ten van ons katholieke voorgeslacht,
moeten zijn opgeschrikt door het be
richt, dat' begin vorige week in de
bladen stond:
Te Geertruidenberg werden Zon
dagmorgen omstreeks half acht de
omwonenden der Groote Kerk op
geschrikt door een geweldig lawaai.
Het bleek, dat een groot gedeelte
van de lijst van de koorbeuk ge
deeltelijk naast, gedeeltelijk door
demiddenbeuk was gestort. Persoon
lijke ongelukken kwamen niet voor.
De toestand, waarin zich de koor-
en zijbeuken der kerk bevinden is,
volgens de „Tel.", dermate desolaat,
dat zij gevaar voor de omwonenden
opleveren. De bedekking der con
treforts (dienende om de gewelven
te schoren en het bouwwerk tegen
winddruk te verzekeren) is zoodanig
verweerd, dat af en toe reeds ge
deelten naar beneden vallen. Sóm
mige goten hangen naast de daklijst.
Dit bericht is des te meer ver
bijsterend, als men bedenkt dat reeds
in 1903 de architect J. J. van Nieu-
kerken in een opstel over deze kerk
schreef:
Het monument, zooals het
thans nog over is en de overblijf
selen, die van onder den grond te
voorschijn zijn gebracht, staven het
gevoelen, dat men hier te doen
heeft met een hoogst merkwaardig
overblijfsel uit de middeleeuwen,
waarvan verdere bestudeering noo-
dig is om voldoende kennis op te
doen over den oorspronkelijken toe
stand. Tegelijk zal daaruit blijken,
dat het een dure plicht is dit monu
ment goed onderhouden en te doen
voortbestaan, om de geschiedenis
van kunsten en wetenschappen uit
de middeleeuwen, die het eerst en
het best vertolkt werden in de
bouwwerken dier tijden, aan het
nageslacht mede te deelen."
De kerkvoogdij der Ned. Herv
Gemeente sinds het bouwwerk in
1593 voor goed in handen der Her
vormden overging, kwam het lang
zamerhand meer en meer tot verval,
schrijft de heer Frans Vermeulen in
de N. R. Ct. van 2 Augustus j.l.
is nu voornemens het koor af te
breken, met de opbrengst van die
afbraak de allernoodzakelij kste herstel
lingen van het overige gedeelte te
verrichten, en.„den vrijgekomen
grond te verkoopen voor bouwterrein."
Wij willen hier alleen maar van
zeggen, dat het dus nu, na twintig
jaren van onverschilligheid en ver
waarloozing, zoo ver gekomen is, dat
een der zoowel aesthetisch als his
torisch belangrijkste en meest impo
santé monumenten onzer middeleeuw
sche bouwkunst met onmiddellijke
algeheele vernieling bedreigd staat,
zegt de heer Vermeulen.
Na vermeld te hebben dat reeds
in een oorkonde van 992 wordt ge
sproken van Oeverberg de vroegere
naam van Geertruidenberg waai
de H. Gertrudis tijdens haar leven
verbleef en er een bidcel had, door
St. Amandus gewijd, en na de ge
schiedenis van den bouw der huidige
St. Gertrudiskerkte hebben beschreven
die geworden is tot een 15e eeuwsche
gothische hallenkerk van eenvoudige
dispositie met dwarspand en priester
koor, welker eindzijden zijn afgesloten
met 5 zijden van een tienhoek, en
een massalen toren, komt de heer
Vermeulen tot de beschrijving van
de grootste merkwaardigheid dezer
Frenks
q Belois
de Kraker
v. d. Ende
4
4
4
4
11) —O— I
Iedere 'dag bracht liaar nieuwe te'-
proieWingennu eens was' hef een' bezig
heid bbven hare krachten, die haar werd!
opgelegd en was 'zij nicti op tijd klaar,
dan volgden weder .als istr.aï honger en sla
gan; dan weer waren heti openlijke! ein
onverdiende berispingen, harde Veplwijhan
■en scheldwoorden van dein kant) van Fla-
v'ius of Faustina, of onb|e»ch.aajn!de! spot
ternijen, die de slavinnen haar toewier
pen, zoo het- nie't tot mishandelingen
kwam.
Doch wat haar bov®!ma.te smartelijk
was m haar het diepst door de ®el
sneed, dat waren de' dagelijksohe kwel.
ling®. van de arme Quintilia. Als 'zij
getuige moest zijn van d-e wreedheid waar-
made hare moeder vervolgid werd, dan
voelde zij toorn in haar boezem! opko-
mi®. Dit kon zijl niet verkroppen en ver
gat zij als 't wane het kwaad,dat men
haar persoonlijk aandeed, de haaf en hef
wraakgevoel grodid-en iminfer aan. Want
Andnea was nog geene volmaakte christin.
Dan, God had haar niie-b zonder reden
dicht® hij haren schutsengel geleid en
h,eti uur zou slaan waaropi Quintilia het
kerk: de laat-gothische krypte of
krocht onder het priesterkoor.
Hij schrijft hierover als volgt: Zoo
als men weet is de krocht een over
welfde ruimte onder den vloer van
het priesterkoor, ontstaan door uit
breiding van den grafkelder of con-
fessio onder het altaar der vroeg
christelijke basilieken. Dergelijke
krochten komen onder de meeste
romaansche kerkgebouwen voor, maar
bij de latere gothische kerken be-
hoorenzij tot de liooge uitzonderingen.
De 15e eeuwsche krocht van Geer
truidenberg is dan ook in ons land
een unicum, en in het buitenland ken
ik geen andere voorbeelden dan die
van den Mont Saint-Michel en van
Saint-Merri te Parijs.
Het is natuurlijk mogelijk, dat de
oorspronkelijke aanleg der krocht te
Geertruidenberg teruggaat op de
oudere romaansche, ln 1261 vermelde
kerk. Maar hiervan zou dan toch
niets anders gebleven zijn dan de
enkele ruimte. Alle thans nog zicht
bare bouwvormen wijzen onmisken
baar op het eind der 15e eeuw. Deze
krocht in 1895 ontdekt en ont
graven heeft dezelfde breedte als
het koor (8.70 M.), terwijl zij slechts
enkele meters korter is (17,26 M.).
Waar het koor echter, zooals wij
zagen, door een halAjen tienhoek ge
sloten wordt, daar bestaat de oostelijke
sluiting der krocht uit zeven zijden,
waarvan de drie oostelijkste met die
van het koor overeenkomen. De ruimte
wordt verlicht door kleine vensters
in diepe spitsbogige nissen. Tusschen
deze staan langs de wanden halfronde
muurzuilen, zonder voetstukken of
kapiteelen, 2 M. hoog tot aan de por
ring opgemetseld van tufsteen en van
daar af bestaande uit een zandsteenen
bovendeel waartegen aanzetten van
gewelfribben met sterk ingesneden
peerkraal-proflel te niet loopen. Ook
deze vormen, overeenkomend met
bijv. de zuilen in het koor der St. Bavo-
kerk te Haarlem, zijn duidelijk laat
vijftiend' eeuwsch.
Spreekt uit dit alles het plan tot
overwelving van de krocht, zoo zou
den toch tot overkluizing van deze
ruimte nog ten minste twee rijen
zuilen in het midden noodig zijn ge
weest. Waai men echter hij de ont
graving geen enkel spoor van zulke
zuilen, nóch zelfs van hunne fun
deeringen, en evenmin overblijfselen
van gewelven heeft teruggevonden,
daar ligt de gevolgtrekking voor de
hand, dat deze krocht nimmer vol
tooid is geworden. Mogelijk hebben
de voor Geertruidenberg zoo nood
lottige gevolgen der Hoeksche en
Kabeljauwsche twistep sinds 1489 de
bouwplannen onderbroken
Bij de ontgraving van de krocht
bleek nog, dat zij onder hot priester
koor door een trap verbonden is ge
weest met een voormalige kapel tegen
de noordzijde van het koor, de zoo
genaamde Gertrudiskapel. We zien
dan ook uitwendig, tegen den noord
muur van het koor en den westmuur
van den noordelijken dwarsarm de
overblijfselen muurzuilen en sporen
van overwelving die aantoonen,
dat hier vroeger een nevengebouw
stond. Nuyssenburgh vermeldt in
1774 deze kapel nog als bestaande
(a. w. blz. 72) „dragende hetzelve thans
den naam van het Fransche Gat, wijl
men in het begin dezer eeuw de
Fransche krijgsgevangenen daar in
geherbergd heeft."
Sinds het bouwwerk in 1593 voor
goed in handen der Hervormden over
ging, kwam het langzamerhand meer
en meer tot verval, en het bleef in
dezen toestand tot 1876, toen, bij de
oprichting der commissie van advi
seurs voor de monumenten van ge
schiedenis en kunst, ook dit monument
de aandacht trok en onder leiding
van den architect J. Gosschalk met
een rijkssubsidie van f 18.000 eenigs-
zins hersteld werd.
wérk' voltrekken zou, dat zij' hij del wieg
van. haar kind begonnen had.
Drile jaren gingen voolrbij zonder dat
1® in het huis van den voornaamst®
man van Gaëta, i,ets bijzonders voorviel,
FlaVius en Faustina zagen hun lieveling
Glycer'a, groeien en h'loeien; bij' hunne
Veelvuldige bezoeken aan Rome namen
zij haar mlede maar het keizerlijk hof'.
Som's volgde hen Andrea, doch' meestal
bleef' zij in Gaëta, Quintilia, altijd dezelf
de, zacht en goed en onderworpen a,an
Gods wil, verbleekte en vieL dagelijks' ;af'
doch wijl zij hare gewone bezighed.eü
stipt vervulde, bemerkte niemand, als' zij
zelve, dat eeme sleep-ende ziekte aan haar
lefven knaagde. Wat haar ten grave sleep
tel was, zij Wist het wiel, d-e 'gedurige
aanblik Van hot kind, dat het hare was
,e;n. dat zij toch slechts' in hfet geheim'
Tnöcht beminnen. Zij zag het lijden en de
kW!e.l'li:ngen, die hare Andrea, iedepen dag
j.a ileder uur te verduren] had van den
haat van Faustina hoewel het jonge
meisje sterk van gesl^l was en met ge
weid de klachten, welke dg smart haar
soms dreigde af' te persen, ondgrdrukfla,
zoo kon zij tooh niet altijd de tramam
weerhouden. i
O, d;,e tranen! Wiat zou Quintilia niet
hebben willengeven, als zijl ze had too
gen afdrogen. Voor welke pijn) had
niet de Vreugde Willen kbopen, de b!edroëf|-
Daarna is echter het verval weer
onverlet verder gegaan. Inwatering
verkankerde het muurwerk, en zoo
staat nu het indrukwekkende heilig
dom op instorten. Onverwijld ingrijpen
van Rijk en Provincie alleen kan het
nog redden, en temeer is dit volstrekt
geboden, daar het te doen is om een
geheel eenig gedenkteeken onzer oude
Nederlandsche kunst. Mogen hier
tegenover nu eens andere overwegin
gen zwijgen; wij zijn het aan ons
zelf, aan onzen naam als beschaafd
volk, aan onze nakomelingschap ver
schuldigd.
Op den twiahUden Zondag' na Pinfoteren.
Epistel II. Van den H. P-Bus tot de
Corinthen. III. 49.
Broeders! wij Ihebhëm door Christus zoo
danig vertrouwen hij God; niet dat wij
Van ons zeiven bekwaam' zijn o,m iets te
denken, 'als uit ons zelVen, maar onze bfe-
k'wi-jamhe'id komt 'van God, die ,ons ook lo.t
bekwame dienaars van 't Nieuwe Verbond
heeft gemaakt; niet van de letter, maar
van den geestwant de letter dop|dit, maar
de geest mlaakt levendig. Indien nu löfe
bediening des dooldis, m'et letteren in stee,
nen gedrukt, in glans is geweest, zoo,dat
de kinderen Vap Israël het aanschijn van
Mozes met konden aanschouwen, uithoofde
van den glans zijns aamgezïclhts, welke
ec'hter voorbijging, hoe veel te meer z;%!
de bediening des geestes met glorie ge
schieden Wapt, indien de bediening' tfjei
voldoening, met glorie is geweest, zoo
veel te meer zal de bediening der recht-
Vaardigjheid in glorie overtreffen.
EVangelie, Lucas X. 2337.
In dien tijd zeidte Jezus laan zijne Leer
lingen: Zalig zij n de -oogen, die zien in et-
gene gij zietwant ik zeg u, dat vele Pro-
feten en Koningien gewenscht hebben te
zien hetgane gij ziet, en zij hebben het
niet gezien; en te hooren hetgepe gij
hoort, en zij hebben het miet gebpord. En
ziet, een wetgeleerde stond o-p, en zeido
om' hem te beproevenMeester, wait moet
ik doen o-m 'het eeuwige leven te bezitten?
En Hij zeide hemwa,t staatj er- ipr de; wet
geschreven? hoe leest gij daar? Hij anti
woordde en zeidegij zult Idlen Heier uwcd
God beminnen uit geheel uw h'airt, en uil
geheel uwe ziel, en uit lal uwe krachten
en uit al uw verstanden uwen na-ate
'gelijk u zeiven. En Hij izieide hem': gij hebt
wel ge-antwoorddoe dit en giji zult leven.
Maar om zich te rechtvaardigen, zeida
bij tot Jezus: wie is toch' mijn naiaste?
En Jezus nam- het w.oord en zeide: zekér
rnenseh giing wan Jeruzalem' naar Jericho
en viel in de temden van moiordeb'aars,
die hem' beroofden, en Vele wonden toegle
bracht hebbende, henen -giingen en hieip
half dood lieten liggen. Het gebeurde, 'alan
dajt een Priester lange dien weg kwam, die
hem zjagi, en voorbij ging. Ook' kwam een
Leviet omtrent die plaats, zag hem en
ging voorbij. Maar een Samaritaan, een
reis doende, kWapi omtrent hem, zag hém
en werd door b|armharti|glhieid "bewogen
En hij 'ging tot hem', verbond zijne wonden
gloot er olie en wijn in, en hem op- zijn'
jukbeest leggende, bracht hij hem1 in -ecno
herberg en droeg züTg voor hem. En den
anderen dag' nam hij twee tienlingen, gaf
ze den wnard, en zeide: dlraag zorg voor
hem'; en oll-es wat. gij meer mocht uitge
geven hebben, z|-i;l ik' bij mijne terugkomst
u wedergeven. Wie yap deze drie dJuukt
u dut de. naaste gleweest is van hem, die
onder de mOordenjaprs gevallen was En
■hij' zeide: die hem bjagmhartigpiieid be
wezen heeft. E,n Jezus zeide hem: gj|
henen en. doe ook' zOo,
BESLOTEN RETRAITEN
te honden in het St. GERARDUSHEIS
te SeppC-
SEPTEMBER 1923.
1-4 Ongehuwd© hoeren van den mid
depstand.
58 Dames van den mididlenstan,dj.
1013 Meisjes.
1720 Gehuwde dames van den def
tig® stand.
2225 Gehuwde hee'ren yjap den midi-
densjalnd.
292 Oct. Heeren Onderofficier®.
Do paters B:pnedictij.nm uit de Sint
Clerniensatodij te Merkelbeek' (L.) hebben
thans hun naar plannen Van twee Duitsche
k'erkjarehiteeten nieuwgebouwde abdij ti
Mamelis, bij Vaals, betrokken. De kloo
dn kleine aan hare bbrst te drukken,
haar beklemd hart te troosten en m'et
Vurige woorden de 1-eiegt^ in hare .ziel
t;el Vullien. i
Haar letigen leed vergetend dacht Quin
tilia dag e,n nacht aan de- ellenden'' harer
doch tier en 'Zon op middel-en om haar
lot te verzachten. Zou' zijl zich Wekend
m)ak(®|? O, gewis, dit w|are völdoend'a
om haar lang gefolterd Irajrtj van vreug,
dje fce doen overstroomten. Maat de uit
barsting van harp verrassing zou haan
Verraden, zou de oorzaak' van nog groo
ter pijh Voor Andlrea en hprte mbeder: w,or
cfeneen scheiding na< do herkenning zoi
bleider leven tot leenfi hel' maken.
Quintilia, schepte uit deze vrees' de
kracht om do stem Van! haar binnenste
heb zwijgen op te leggten ;- zij- .stelde, zich
tieivredeu door m'et 'dei oogen' haaf kind'
tel achtervolgen, tellk'ens wanneer' het ir
hare nabijheid kw-aim''haxe ipust1 to onder
Kreken, als allen sljiopien, o-mj don slapen-
di® engel te beschouw®, Waarbiji zij1 nau
W-elijks durfde ademen, om' haar slaap
niet 'te storen.
Door harte 'bezigheden Verhinderd, kwalm
Quintilia. gewoonlijk niet eerder in
slaVePkwartier, dan Wanneer An'drea,
de a-ndere slavinnen reeds sliep®'.
zekeren avond echter w,as zijl de ande|reö
vóór geweest -en op den drempel staapde,
zag zij eene slavin bijl haar 'stroolOgeir
het
en-
Op
stergëbo-uwen te Merkfelbéek' Wo-rden inge
richt i»ls studiehuis Van de Carmslieten-
orde.
ZUSTERS ALS STUDENTEN.
Dezer dpgien werden aan Id'e Katholiek
Universiteit yan Washington (Ver. Sta
ten) voor de 34e mlaal de jaa-rlijksche exa
mens afgenomen. Onder de 288 stujd'enten
die staagden, bevonden zich niet minder
dan 82 Zusters. Bijna de helft ld® stuidten-
ten in hot iafg'eloop-en jaar werd door d'a-
mes gevormd (807). Gedurenjdte die rrnrn
dertig, jaren, dat Id'e Universiteit bestaat),
genoten er 4731 vrouwelijke stud®teh
-laar opleiding en under Id'ezen waren er,
gedurende id'e laatste twaalf jaren, niet
minder dap 3200 kloosterzusters.
De Aartsbisschop, Mgir. C-urley, die na
de exumens een toespraak hield, legl-le
da,arm o.m. nadruk o-p Idte-n belangrijken
larb'eid door de Zusters ten bate van het
onderwijs verricht.
DE VROUW; IN D-E DiUITSCHE
VAKBEWEGING.
De persdienst van het Int. Arbeidsbu
reau meldt:
Sedert den oorlog heeft zich -dte organi
satie der vrouwen in de Duitsche vakbe
weging sterk' ontwikkeld. Terwijl in 1914
net nan tal vrouwen georganiseerd in de
moderne Duitsche Vakverenigingen slechts
210.314 Wiis -of 10 pet. vian het totaal aan
bal leden, was dit aantal in 1922 tot
1.753.576 of meer (tan 21 pet. van het
totaal aantal leden v,an de móldëme vak-
vereenigingen gestegen. In de ppdere groe
pen van vakvereeniglingen is de vewiou-
ding ongeveer dezelfde.
Vrouwelijke larb-eider-s ontvangen in
DuitsdiLa-nd meestal een lager loon dan
mimnen in de meeste gevallen 2/3 van
dat van de mannen. In ®kele collectieve
contracten is de bepaling opgenomen, dat
de loonen viap. de vrouwen niet minid'er
dan 80 pet. van die van dte mann® mo-gten
zijn. Het komt. zeer .zelden voor d,-a,t aan
mannen en vrouwen hetzelfde loon wordt
utbetaaild; dit is bijna uitsluitend' in d|s
kleedingindustrip het geyaj.
STUDEERENDE VROUWEN IN
DUITSCHLAND'.
Gestadig neemt in Duitsc'hland het aan
bal meisjes en vrouwen toe, dat de Uni
versiteit bezoekt. In 1912 bedroeg jjet
nog slechts 2000, en thans, ondankte den
oorlo-g en de vermindering 'der bevolking
door het verlies yap Eizas-Lothpringten
enz. b'ijnja, 8200.
VERBREKING EENER
TROUWBELOFTE.
In Engelapd is van oudsher het ver
breken eener trouwbelofte vervol-giblaftr.
Een regeling, wiaarvan wel c®s misbruik
kjan worden g'emaakt, zoo-als Diek®s a,an
toonde in zijn kostelijk' Pickwiek-verhaiil.
De zteak' zelve is daarom echter niet ver
keerd of te veroordeelen. En het schijnt,
d,a,t men er tegenwoordig' o-ok- in Frank
rijk) zoo oVer denkt. Een jongte m|a|n en een
jong meisje w|ap® reeds geruime-n tijd met
toestemming vlan beider ouders verloofd',
t-oen de ouders yap d'en jonglen man als
hun oordeel te kennen galven, dat bun zöon
nog; te jong wias om- te trouwen en dez'e
daarop de verloving verbrak. Het meisje
wenschte daarin echter niet zoo, maar te
berusten en diende een pisclh tot schade
loosstelling in. De rechtbank stelde Haar
'in 't jgelijk, en den jongen miap werd het
betalen eener schadevergoeding van 15000
frs. opgelegd.
EIGENAARDIGE PRIJSVRAAG.
Sommïgle F^apsc-he bladen Rebben de
gewoonte prijsvragen pit te schrijven on
der ihpune lezers.- Z® liet een dier bl-a|den
onl-ajngs door zijn lezers uitmak®, wie
'liet bï-aiafste en opofferendste mteisje uit
Frankrijk was, als hoedanig de puldste
dochter uit e® igjroot gezin werd ia|ange-
wezen. Én thtips wil de „Echo de Paris"
doo-r zijn lahpnpees „de beste mbeld'er 1 la
ten kiezen, |aian wie een bfedrag| Van' 40.000
fr. Zal w-orden uitgekherd. De béldloeling
yap het. blad is, op- die wij-Ze m'eid|e te wér
ken tot de'bevordering v|a|n het gezinsleven.
Dc Indische volk'slraiad en de vi'iiolwet.
Het is een zonderling! gevjall.
Bij de Stia,t®-Generaal is e® ontwerp-
Vloptwet ingediend. Er zijn millioenen
medegemoeid. M-aiar de ver[d|eeling der kos
ten tusschen Moederland en Koloniën is
zóó, dia-t het grootste gedeelte der lasten
geknield, die zij aanstonds "voor hare doch
ter erkende, Andir-ea b'ad.' half! luid het
„Onzte Vader." Bij: „Vergeef! ons onze
schuld®, gelijk wij, -vergeven onzen schul
denaren," hield zij op -en Wrak' inl Snikken
uit. „Neen, neen, dat gaat) mijne krach-
tj® te hoven. Ik kan- niet vergeven 1
Haastig sprong zij op maakte zich
gereed, zich ter rustel te legg®, -'toen
zij pene hand op hareu schouder Voelde.
„Mij-n dochter," sprak Quintilipi ernstig,
„khiieL nog eens neder en. z'eg1 mij' 'h(et
gebed na, gelijk ik h-e,t u als kind heb
geleerd, m-et de'zelfde -gedweeheid."
En Quintilia blagön het „On'ze Vader'
tterwijl A-ndrea. snikkend ieder woord' eeir
hiedig nerhaalde.
Toen het gebed ten einda Was, opendo
d|ei moeder hare armen, en Vragen t®
antwoord® volgden elkander op. ondelr
broken door zuchten en liefkozingen.
„O, lieve Andrea," 'fluisterde Quin-
lia'overgelukkig. „g,e hebt mij dus niet
Ivlexgeten'.S"
'„Ik hie|W u 'herkend, lieve mioedex," ant
woordde het meisje, ,o-pwhetz'elfdeoog
blik. dat ik u voor 't eerst weeirzag-.
Ik zag u verbleeken Weven be-
mterkte. hoe gij uwe oog® angstig v|a,n
'mij al!w®det toen Flavius op, u toetrad.
Dte, gedachte kwelde mij,, dpitj g-jj ander-'
-maal van mij verwijderd! zóudt word®,
als ml® ontdekte dat wij' elkaar hlelr-.
VERKEERD BEGREPEN.
Aapspreker: „Overled® ip den ouldler-
d-om vap' 9 jaren de oiuldlste zoon van dén
heer Muller, die in den lajfgteloopen nicht
zacht en kalm ontsliep.
Dienstbode (bov® |aian de tra-p die van
den heelen rimriaïn alle® maar Bet lajat- 'j
ste sliep hoorde): „Niet noodig, scb|airen-
sliep, wij slijp® zelf.
SCHERP.
A: „Verbeeld je, die yap Piekeren idio
onbeduidende kerel wil zijn leyensbeseilrij-
ving .uitgev®'*.
JB-: „Welnu; je schijnt niet te wet®
d/a.t tot de uitstekenldlste eigenschappen'
vpn een journalist gierektend wordt, dat
hij over de onbeduildtenste zlaiken veel k'in
schrijven."
Diapie"Wat denkt u .van het weer, pro
fessor
Professor: O, best mevrouw. De glelijk-
Matige luchtdruk doet met zek'crheiidl voort
durend schoon, idlroog weer verwachten,
te meer ials
D.ame: Wiat hebt u, professor, dat u
plotseling zoo'n smartelijk gezicht trekt':?,
Professor: D|al verduivelde steken van
mijn eksteroog® let o-p, morgen of
overmorgen krijgen we bepaald regen.
GALANT.
Hoe oud is u'?. vroeg de president yap
de rechtbank' aan e® damte, dlie als ge-'j
tuige optrad. Maar meneer de president
aptwoordde idie d(ame, weet u dan niet, -tat
een vrouw altijd zoo oud is, als zij eruit
ziet?
Voot zoo, o.ud had ik* u niet
hernam de galante presid®t.
DE 'BRON VAN HET KWAAD.
V.ader (tot zijn lichtzinnig® zoon) „IM
b'egtrijp niet wiaia-r je dat rampzalige- ,op-
miaken hebt geleerd".
Zoon: „O, dia.t leerd® we imtaers op
school in de rekenles Wij het laftrekken
NAAR OMSTANDIGHEDEN.
IemJapd, die zich niet gfie'dl gevOeldie,
ging naar den dokter, idlie hem ond|er-
vroeg en onderzocht.
„Vried, u mankeert niets anders Ilan
beweging, veel beweging in de buiten- -
lucht".
„Zoo dokter, ik b® bhsbode moet
elke week vap 2000 leden de contributie
ophalen".
„dongen, «Jat is kras dan ziaiu ik een
dag ,of acht rust nem®".
op de -koloniale beg-rootiug drukt. N-aar
de a-llerscherpste berektenipgl zal de Vloot-
wet het Nederlandse® Marinebudgét ver- j
ihoogen met niet meer dap één millio,en
-g-uldcn. De overige m'illioen® teom'en voor
rekening vlan Indië.
D,a-t is het eerste feit.
Een tweede feit is ihet volglende: In da
l-a,atste jaren hoort men in verschillende
partijen de leuze: „Indië autopoom!" Voor-
ta,l in democratischen kiring. Maar nu Indië
yan een stukje autonoom' recht gebruik
miaakt, nu de Volksraad met bijna, algte-l
nnpene stemmen het Vlootwetsontwerp |aian-
neemt en op spoedige behandeling in Ke-
dcrl-and aandringt, nu wet® dp „demo
craten" in Nederland het weer veel beter
dan de leden van dien Volksraad!
Dat in Indië de Volk'sraaldi zich d|uidelij'k
uitsprak' yoor Ihet aanvaard® v,ap het wet
telijk' VlootpLa.n staat vast. In de Imiienge-
wonc zittmg vlap d® Volksraad, op 25
M,a,art 1922, was aan de orde een schrijven
yan den G-ouverneur-G®eraal, waarbij 'het
gevoelen y® den Volksraad werd ge
vraagd ever e® plan, in verband met dig
f'iniaocieele moeilijklhed®, om de uitvoe
ring der werken ten lapte van het vlootbh-
sisfouds te verdeel® over tien japen in
plaats van over zes jar®.
De Volksriaiad vere®ig:de zich, met groo
te meerderheid, met id|e twee volglendie mo
ties, waarin zijn gevoelens werd uitgespro-
Iten
Motie (Stuk' No, 6.)
De Volksraad,
gehoord de nja|iere Regeeripgsverklarin
gen gehooTd de |d!eb|a|tt®
Ihet zeer betreurend, dja,t d(e financieele
moeilijkheden yan het Land idle Regee-
ringl hehhen genoopt het voorstel tot wij
ziging viain den opzet van het vlootbasis-
fonds laiaphangig te maken;
verklaart, afgaande op de uiteenzetting
van den fmantieel® toestand, Idfaor de
Regeering gegeven zich gedwongen te
lacht-en, de voorgestelde w'zijigi-ng te aa-n-
vjaarden.
kj®d hadden en daaronü heb ik mij: ge
wield a-apgeda-an om, niet' in uwe armen
tg vliegen en tl als mijn© moeder ffa
begroeten. Faustina bespiedde mij, maar
zij Weeft -met's aan mij khnpen /4ien.-'
„Da-n zijl ge sterker geweestl dan ik,
li|df kind." i
„lk %n t-ok zoo bang u. Pögm;aald
tp verliezen. Alles Warde mij in .het
hioïd, all® was mij onduidelijk, btehalVia
datt wij bij elkander waren,, doch niet
gelijk vroeger. La.ngzOimterhand werd het
mij' duideHjk' .altijd stond' mij' nog dat
Verschrikkelijk tooneel' vqop, den> geesf,
toen Fla.vius u 'zho- liet) schrei®, ,m|oe-
dar, ca nu begrijp ik', dat onae h'ajrde
sChieiding, ons droevig wederzi®' en wat
wij dagelijks te Verduren, hebh®, da
treurige gevolgen daagv.ap zijp.,
V^an den dag ai', waarop, ik' dit 'he-
gr,eiep. heb ik novit zqo kunnen biddeln,
zooals gij het mij yapavondi hebt! l'aten
dojten. Ik kan niet' liegen! z©kler niiell
tlegen Hem'^ dien gij' mij' heibf leeren ken-
nlen als mijn Vader in den hamlel'."
„Hebt ge dan Van avond niet) gelogen;
lb'® gij imtell mij tot Hem) biadtl?"
„Nieen-, moeder, ik was ta gelukkig en
'kon niet meer 'haten-.... ztelljs' dezen' mfeteehi
niet." i I
„Hij is uw v'adter, lieve doc^htter.!,-,
(B(ordt vervolgd.)