IJK
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND
i
ÏJQGEE5T"
DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS
DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS
Oe Katakomben van Gaëta
AAR s
IOEK
LOTING
van publiciteit
BERICHT.
De crisis aan Financiën.
BUITENLAND
CHE COURANT
23 Juli. EiarvèUing
KipeierenHoogste
tel prijs f6, laagbte
deren f 5. AanVteer
ind[el matig.
m 500 nummers
[otarls A. G. Mtilié
25 Juli 1923
„,fL i
6 18498 O
31
2 4834 4941 5666 13022
00
90.(eigen geld)
0146 12411 14498 16891
48 43 14508 96
90 12507 12 16989
0223 12 55 17025
51 53 67 39
55 12644 93 55
59 72 14602 84
0343 12725 14703 17168
0462 78 15 76
0501 90 44 17230
11 12881 99 60
42 12911 14810 17357
79 39 14936 70
0621 13011 51 17428
82 38 87 69
95 41 91 96
0708 83 15044 17583
0841 92 15153 17652
0975 13218 67 96
1033 28 15210 17818
58 41 63 17916
65 44 69 18000
1104 64 15360 7
46 13319 15403 50
73 50 15527 18158
93 57 37 18208
1227 85 67 85
61 13469 83 95
1311 13558 91 18339
20 13636 15664 75
60 49 93 81
61 13709 15748 18470
78 27 51 86
92 74 88 97
97 13811 15800 18613
98 20 41 54
1430 28 52 55
38 34 65 82
40 54 15909 18705
11622 76 16035 20
23 13932 16120 36
11726 51 79 18850
75 14037 16227 18900
11844 76 16410 43
11932 99 16517 47
96 14112 54 59
99 42 58 19043
12107 92 16603 55
13 14234 43 77
65 78 16711 19173
12252 14314 31 19207
71 24 51 10
72 78 16816 19361
12312 82 34 73
70 14473 67 85
NUMMER 162
DINSDAG 24 JULI 1923
19m* JAARGANG
19408
63
92
1987T
19617
25
19720
44
66
78
19845
79
20002
4
18
45
69
20150
20228
38
39
51
20310
11
26
52
99
20416
17
45
73
80
20526
38
43
47
64
20607
13
26
29
65
66
20839
20918
20
60
74
■d; 20129 m.z. 20192.
I
voor f 2,75
per ons
pond
BESTE VARINAS
p. heli ons paljjm
tuis vOor
tten (Veluwe).
tp'rïl 1923, No. 75.
50O prijzen.
1350.2e Prijs:
f 650.3e Prijs
4e Prijs: een
5e Prijs: een
f 167.50; 6e Prijs:
Voorts: Rijwielen,
n, enz.
verkrijgbaar geschiedt
ostzegels, postwissel of
AMSING, Putten (Vel.)
st; l lot f 1.25, 2 loten
f 25.— 9763-60
st 3 dagen na trekking
Putten (Veluwe).
j
«NÉ
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Bureaux van Redactie en AdministratieWestsingel, GOES
Interloc. Telefoon: Redactie No. 97Administratie No. 207
Bijkantoor: MIDDELBURG, Markt 1 en 2; Telefoon No. 474
Abonnementsprijs f1,90 per drie maanden, bij vooruitbetaling
Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0,90, elke regel meer f 0,15
Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager
GR00TE WAARDE
WORDT GELEZEN
IN ALLE KRINGEN
Binnen enkele dagen zal door ons,
hetzij per post, hetzij door middel van
onze agenten beschikt worden over
het abonnementsgeld, 3e kwartaal
(Juli, Augustus en September) thans
bedragende f1,90.
Wij vertrouwen, dat de kwitantie
bij eerste aanbieding zal worden vol
daan.
DE ADMINISTRATIE.
Op publieke opinie en pers heeft de
mededeeling van onze regeering aangaan
de hare vlootplannen, gevolgd door het
ontslag van den minister van financiën,
jhr. De Geer gewerkt iajs een roode lia,p
op een stier: alles stond ineens op zijn
achterste beenen.
Om den lezer een begrip te 'geven
hoe men in den lande zooal over deze
zaak denkt, laten wij hier persstemmen
volgen uit verschillende bladen zoowel
der linker- .als der rechterzijde.
Voor de „Mjaasbiode" komt het bericht
van de crisis niet onverwacht.
Het was bekend, dat jhr. De Geer als
de verantwoordelijke beheerder der schat
kist het zijnen ambtgenooten in het mi
nisterie niet gemakkelijk maakte. Met na
me deed de houding, welke zijn thesau
rier-generaal in de Vlootwet-commissie
aannam, door de onmogelijkheid de Vloot
wetplannen te betoogen, vermoeden dat
ook in dit opzicht jhr. De Geer mogelijk!
met zijn collega's niet één lijn trok. Dat
dezen het intusschen op een conflikt met
den financiën bewindsman laten aanko
men ter Zake van de Vlootwet, wekt wel
eenige verwondering.
In de hachelijke omstandigheden waar
in zich 's lands financiën op het oogenblik
bevinden, terwijl elk uitzicht op verbete
ring ontbreekt, schijnt de heer De Geer
zich niet verantwoord te achten, aan in
voering der Vlootplannen op betrekkelijk
korten termijn zijn medewerking te ver-
leenen. Dat de ambtgenooten van den de-
missionairen bewindsman desniettemin op
hun beurt een langer uitstel dier plannen
niet verantwoordelijk willen zijn, schijnt er
wel op te wijzen, dat het Kabinet den in
ternationalen toestand meer somebr inziet
dan in den obezem van ons volk vrij' alge
meen voor noodzakelijk werd geacht.
Geplaatst voor de keuze tussehen twee
kwaden hebben zij blijkbaar gemeend niet
in het heengaan van een zoo bij uitstek
deskundig ambtgienoot het minste te Kie
zen.
Ongetwijfeld is daardoor de politieke
toestand op het oogenblik meer verward
geworden dan hij in de laatste jaren was.
„De Tijd" oordeelt aldus
Na eenig talmen heeft de Regeering in
gezien, dat aan de uitvoering der Vloot
wet niet valt te ontkomen en dat zij niet
mag aarzelen te doen, wat in haar vermo
gen is, om de aanneming en de dadelijke
uitvoering van de Vlootwet te verzekeren.
Jhr. mr. De Geer deelt die opvatting1
niet en hij gaat heen. Maar het moet aan
de buitenwacht wel iets zeggen, dat al
zijn collega's de Minister-president én
de Ministers van Bnitenlandsche Zaken
en van Koloniën blijven zitten en de
verantwoordelijkheid voor dit besluit aan.
vaarden. Ook zij kunnen de financiëeie
toekomst van ons land niet licht inzien.;
Maar zij zijn blijkbaar met de Vlootwet
commissie van oordeel, „dat, evenmin als
men, wegens geldelijke bezlwaren, in de
hoop, dat er wel geen storm zial' kom'en,
ervan zal afzien een bezwijkenden zeedijk
te herstellen, men evenmin op h.et gebied
van defensie, om financieele redenen, het
minimum^ achterwege kan laten van het-
F U i LETO H
3) r
„Maar wat voor kWia&d' doen diieI Chris-'
tenien dan toch'3 Ik kan hunne schuldj
inaar niet inziem en tegen' onzlefnl gTooten!
keizer voeren zij toch nietal in 't schild'.
n als zij zich aan' onzei godetn Vergrij-
pen, zjjn dezen dan niet miaehtig(. genojegj
om! zich zeLvm te verdedigen en te wre-
j SJujnfcilia brak hielt gesprek adf om!
de meuwgrerigteid der voorbijgangers.
oen de jonge vrouw1 alleen Was, v)er->
viel zij in diepe gedachten. Haar hart!
klopte geweldig en bet bloed steegf haar
naar het hoofd. Zij bracht dia handel
aan henr slapten en bleeÜ in die houding!
emige cogenbHikken mpt ernstige ge-''
dachten bezig.
Ongewone gewaarwordingen bestorm
en haar gemoed. Een onweerstaanbare
ang trok haar naar de plaats, waar
aeze vermteende misdadigers geoordeeld'
werden wier naam' iedereen met! afeehuw
Wtsprak, die haar integendeel eeue bijzon
der belangstelling inboezemden. Wat zou
1 aar aanschouwen!?, Een hartverscheu
rend schouwspel, dat gevoelde zij wfel;
i ,van ^en anderen kant zouden hare
twijfel? opgelost worden zij zou onder-
geen voor de handhaving van de integriteit
van den Staat onafwijsbaar is."
Minister De Geer heeft om met de
„Nederlander" te spreken den weg ge
kozen van „de ernstige vrees"; zijn celle-
ga's kozen als één man den weg van den
„ernstigen moed". Een derde was er niet.
De „Residentiebode" (R.-K.)
We hadden een minister van Financiën,
die in de malaise waarin we leven de
aangewezen man was, en krachtig naar
bezuiniging heenstuurde. Een man ook,
bekwaam om in den finaneiëelen chaos
orde te scheppen, zoo gauw de buitenland-
sche omstandigheden het zouden veroorlo
ven. Het zal zeer moeilijk vallen, hem een
opvolger te geven, hem gelijkwaardig.
Erger is nog1, dat deze crisis moest ko
men op een wetsontwerp, hetwelk zoo van
alle kanten met zorg tegemoet gezien
werd. dat ook door tal van deskundigen,
werd afgekeurd en dat, ook volgens den
beheerder der schatkist, meer aan finan
cieele offers kal vragen dan ons landje
dragen kan.
Hoe straks de Kamers de Vlootwet zul
len opnemen, valt nog af te wachten. Ook
zij hebben, naar men weet, er in elk gevalf
veel op tegen en het zou heelemaal niet
verwonderen als zij het ontwerp niet aan
vaardden. Dat deze minister nu moest
heengaan om: zulk een problematiek! gi&val
stemt tot dubbele bezorgdheid.
Andermaal heeft deze Regeering moe
ten ondervinden, dat de Financiën en de
Marine de grootste struikelblokken zijn
in deze moeilijke regeeringsperiode. Moge
wijsheid haar deel zijn om de nieuwe
moeilijkheid te overkomen.
De „Voorhoede" staat aan de zijde van
minister De Geer.
De Vlootwet met haar zware finencieele
lasten en haar voor onze defensie onbe
duidend effect willen wij niet, wil ook het
overgroote deel van het Nederlandsche
volk niet.
Dat minister De Geer viel, wijl hij zich,
tegenover heel den ministerraad, schrap
Zette tegen het aan de orde steilen van
deZe wet, maakt hem voor ons nog sym
pathieker.
De „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
heeft dezen minister nooit bijzonder hoog
aangeslagen, maar acht zijne ontslagaan
vrage juist, omdat hij haars inziens de
koorden van den geldbuidel nog niet strak
genoeg samensnoerde een aanwijzing van
den bedenkelijken toestand onzer geldmid
delen.
Het blad kan zich niet voorstellen, dat
er onder de kerkelijke frakties een zooda
nig gemis aan zin voor realteiit is, dat er
in het geheel geen twijefl ozu rijzen aan
de uitvoerbaarheid van een dergelijk
„program". Het water wast, en de fouten
en gebreken van het tegenwoordig bewind
komen steeds helderder aan den dag. Hoe
langer de inkeer uitblijft, des te zwaarder
z.ullen zij worden gewroken.
„Krisis aan financiën, heet het thans.
Krisis aan financiën was echter de chroni
sche ziekte van het ministerie ltuys de
Beerenbrouck. Alleen de akute aanvallen
worden steeds heftiger. Eaarom zal de be
reidwilligheid om den vakanten zetel in te
nemen thans veel geringer zijn dan twee
jaren geleden bij het aftreden van mr. De
Vries".
De „Telegraaf" acht het heengaan van
den minister van Financiën „een aller-
bedenkelijst incident". Hij schrijft o.a.
Men herinnert zich het Vlootwetrapport.
Zes der acht leden van de commiss'sie-Pa-
tijn verklaarden onmiddellijke aanneming
en uitvoering van de Vlootwet noodzake
lijk. Gelijkertijd echter vonnisten zij, dit
plan als financieel-onuitvoerbaar. Zij spra
ken niet van moeilijkheden, zijl opperden
geen plan, Zij noemden het kortweglonmo-
gelijk. Toch moest die last van circa hon
derd millioen per jaar worden aanvaard.
Hoe? De commissie wist 't niet, en vergde
daarom van de regeering, dat zij een
vinden, mét welke bewijzen de Christenen
zien verdedigden en met ieigen oogen zien
ofl de folteringen der beuken, hunne (dwa
lingen zouden verdrijven, dan wel, off
zij' in hun geloof aaan éénfefU God stand-
jviastig zouden volharden. Haar kind sliep..
Een trouwte dienstmaagd waakte aan het
bedje. Doch wat Zou Flawius zeggen1,'
wanneer hij haar in de rechtszaal' zag?
Hij zou er ongetwijfeld trotsehl o-pi zijn,
dat hij door zijne gemalin in de uitoefe
ning van zijh ambt bewonderd werd;
bovendien, beminde hij haar niet teeder
genoeg om toiapr deze nieuwe gril te ver
gen hij1, dia zoo gaaarne alle denkbarla
verlangens en invallen zijner gade voor
kwam!? I 1
Quintilia aarzelde niet langer. Zij naar
een dichten sluier, otnl haar gelaat voor
nieuwsgierige blikken te Verbergen en
spoedde zich naar het gerechtshof, dat
zich aan den anderen kant Van het plein,
juist tegenover Flavius' paleis verhief.
Bij haar binnentreden zette del prefect
zich juist op zijh rechterstoel neder an
werden de gevangenen voor hem! 'gebracht.
Zij waren nteft drieën: een grijsaard, een
jongeling en eene jonkvro-uw.
De prefect wendde zich heij eerst m!et
een zekere vriendelijkheid tot den grijs
aard. Hij vroeg helm1 naar zijnen naam
ouderdom! em stand. i I
financieel program zou opmaken, waar
door het onmogelijke mogelijk zou woiden.
Zij adviseerde slechts: zoek het dan op
alle andere iutgaven.
Wat ieder onmogelijk achtte (ook tal
van Rechtsche, met name Katholieke bla
den, ook liberale organen als zelfs de
Nieuwe Rotterdammer), kondigt de minis
terraad thans aan: dan maar alles opge
offerd, maar de Vlootwet moet in zee.
Neèn, zegt de heer De Geer. Zooals van
hem kon worden verwacht. Een neen
waarvoor hem de hulde toekomt van het
geheele volk, voorzoover het niet door
den „Onze Vloot"-waanzin het normale
denken heeft verleerd. Een „neen", dat
dit kabinet voldoende had moeten zijn, en
waarmede het volkomen verantwoord was
geweest.
Ja, zegt het kabinet, ondanks dit neen.
En Zóóver gaat de Haagsche verblinding,
dat zij rustig de eerste kracht van den hee-
len Ministerraad ziet verdwijnen.
De zelfoverschatting, waarmede zij den
heer De Geer van zich vervreemdde, za)
zich gevoeliger wreken, d|an de geheele
ministerraad zich op dit oogenblik blijkt
bewust te zijn!
Rücksichtslose offers als dit eerste ple
gen zich tienvoudig te wreken en wel
eens sneller dan iemand durfde vermoe
den I
De „Middelb. Ct." (Lib.) schrijft over de
ontslagaanvrage van minister De Geer:
Het is een Zeer verrassend bericht.
Ten eerste door de vraag, welke de mo
tieven van den ministerraad Zijn voor dit
besluit tot „onverwijlde" behandeling. Die
ministerraad weet natuurlijk, dat er in
de regeeringscoalitie groote verdeeldheid,
van meening heerscht op dit punt. En
ook: dat de coalitie-discipline zeer zwak
is!
Ten tweede door de omstandigheid, dat
het juist de Chr. Hist, minister De Geer
is, die wegens dat besluit aftreedt. Immers
lietis juist de Christ. Historische partij
die het sterkst van alle aandrong op spoe
dige behandeling! en aanneming van de
Vlootwet. De heer De Geer handelt dus
tegen de meening van zijn eigen partij.
Vermoedelijk geven voor hem de finan
cieele bezWaren den doorslag. We weten
althans uit het commissierapport, dat Zijn
thesaurier generaal, mr. Trip, om zeer ern
stige financieele bezwaren niet tot uitvoe
ring der vlootwet wilde adviseeren.
Ten opzichte van de rijksfinanciën zal
men in breede kringen den heer De Geer
met leedwezen zien heengaan. Want hij
had als financier veler vertrouwen ver
worven.
De Hoefijzercorrespondent van het
„Handelsblad" acht het conflict hoogst
ernstig daiar het de kern onzer actueele
politiek het bezuinigingsvraagstnk, raakt,
Minister De Geer, eischt onzes inziens
teTecht, dat voor de bezuiniging thans al
les zal wijken, zelfs een zoo dringende
zaak als het voorzien in onze defensie en
die van Indiii. De rest van den minister
raad is blijk el ijle van meening, dat de
vlootvoorziening zóó urgent is, dat met
invoeren daarvan reeds in Januari moet
worden begonnen.
Het heele rapport van de Vlooteom-
missie wordt dus op zij geschouderd, en
de minister van Financiën wordt aan den
nieuwen vlootcommandant van iudië,
schout-bij-nacht, Gooszeh, ten offer ge*
bracht. Het is ontstellend.
Want wel kunnen wij ons hegrijpen, dat
de vlootquaestie opnieuw moest worden
overwogen, doch niet, dat deze overwe
ging tot Zulk een resultaat kon leiden. Im
mers, het is nog maar zeven maanden go-
leden, dat de regeering in de Memorie van
Antwoord betreffende Hoofdstuk X
schreef: „Afdoening van het onlwerp-
vlootwet moet uit financieele overwe
gingen nog wachten."
Wat is er in die zeven maanden ge
beurd, waardoor nu opeens niet alleen
De ouderling antwoordde„In mijn
jeugd werd ik Pamphilius genoemd; maar
ik draag ook eenen anderen naam, waar
op ik veel trotscher ben; heti is dei naaml
Christen. Met den lsten van November
word ik zestig jaar, maar mijn beter,
geestelijk'leven telt, helaas! nog slechts
twintig jaren. Ik ben de dienaar delzter
Bra.ve en edele kintdteren."
„Wat vertelt ge ons daar voor een,
geschiedenis1?" vraagde de prefect m'ati
spottenden lach. „Spreek duidelijk, zoo
dat men u verstaan kan, anders! zal ik
mij genoodzaakt zien uwe tong* los te
maken. Waar gingt g® met uwen heer
heen. toen ge voorbij' den ffempel van'
Venus, op den straatweg naar Rome,
kWaauit)?/-' l
„Ik begleleidde mijn jeugdigen meester
naar elan zijner bloedverwantten, die een
landhuis niet vier van Gaëtai bezit1."
„Hoe kbmdleit ge zoo- vermetel' Zijn den
temple! van eene dier godhgden dies k'ei-
ziers te ontwijden, zonder 'te vreezen van
den toom des hemels ovier uw hooi'd iaf
te trekken1?/-'
Quintilia, die broader en zuster oplet
tend gadesloeg, mteende uit den lach, die
om hunne lippen speelde, ta kunnen op-»
maken, dat zij' bij zich! zalven dachten,,
dat goden uit mannier en hout al' heel
Weinig vrees konden inboezemen.
„afdoening" maar zelfs invoering mogelijk
ja urgent geworden is? Vindt de regeering
het financieel perspektief, geopend door
de steeds dalende maandstaten van de
middelen thans zooveel helderder dan in
November? Het is ons een raadsel, hoe
men tot dit besluit is kunnen komen.
Het wil er bij ons echter niet in, dat de
meerderheid van de rechterzijde in deze
Zal staan achter de meerderheid van de
regeering. De uitingen van de Roomscbe
pers naar aanleiding van het vlootrapport
zijn vrij duidelijk geweest en maken het
haast ondenkbaar, dat niet althans ie
meeste Roomsche Tweede-Kamerleden
achter den heer De Geer zouden staan.
Zoodat er, achter het apart geworden
kabinetsconflict, o.i. zeer waarschijnlijk
ook nog een latent conflict zit tussehen de
meerderheid in de regeering en een meer
derheid in de Tweede Kamer.
Het conflict is dus van zoo ernstigen en
diepgaanden aard, dat wij zouden willen
vragen: Moeten wij, op het oplossen daar
van, wachten tot den derden Dinsdag jn
September? .Om dan, door een kabinets
crisis of een Kamerontbinding, wellicht
het begrootingswerk in de war te sturen.
Is het niet beter, dat de Tweede Kamer in
buitengewone vergadering wordt bijeenge
roepen, opdat de regeering aanstonds we-
te, of zij daar nog een meerderheid heeft?
Uit „Het Vaderland (lib.):
Men kan het uit den mond van zeeoffi
cieren vernemen, dat de hoofdvraag bij de
Vlootwet !s, of men de Miarina al of niet
in stand z'al houden. Net alsof leger en
vloot iets op zichzelf zouden wezen, dat
buiten zoo niet boven het volk staat. Het
verouderde standpunt, waarop zoowel van
Dijk als Westerveld staan, die ons met een
gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel,
dat alleen voor een „burger" als de Geer
past, naar den financieelen afgrond voe
ren. En daarom kan het Nederlandsche
volk hem niet genoeg dankbaar wezeu:
door zijn aanvrage om ontslag heeft hij de
financieele beteekenis van het plan van de
Regeering! in het juiste licht gesteld.
Of zijn heengaan het ministerie niet
zeer a'il verzwakken? Natuurlijk' zal het
dat. Maar niet zoo heel erg; wanï 't minis
terie is, in zijn geheel genomen, reeds lang
zoo zwak als het maar wezen kan, en blijft
alleen leven, omdat geen combinatie ge
reed is het bewind over te nemen. De
nieuwe titularis zal wel gevonden worden,
die bereid is de Coalitie in deze van dienst
te zijn, en misschien krijgen wij thans wel
den heer van der Voort van Zijp, die dan
meteen getroost wordt over het feit, dat
men in 1919 den jongen Bijleveld boven
hem de voorkeur gaf voor Minister van
Marine.
Tenzijde Katholieken begrijpen, dat
het nu genoeg is, en zich verzetten tegen
de overheersching van de 27 in de Coa
litie over de 32, waardoor die 32 Katho
lieken, om met den heer Stulemeyer te
spreken, zoo vaak moeten stemmen tegen
eigen geweten en tegen het landsbelang.
Het anti-revolutionaire hoofd-orgaan „De
Standaard" meent, dat minister De Geer
volkomen op de hoogte mioiet zijn glewepst
van do plannen van het Kabinet-Ruys met
de Vloolwet, toen hij zich bereid ver
klaarde in het geconstrueerde Kabinet de
portefeuille van financiën te aanvaarden.
Die voornemens te hebben gekend, be-
teekent in dit geval er mee te hebben in
gestemd. Anders zou hij immerss geen lid
van het Kabinet zijn geworden.
Vanwaar dan thans die frontverande
ring? Is er sinds September 1922 iets; ver
anderd in den politieken toestand der we
reld, wat de voorziening in de Indische de-
efnsie overbodig zou maken?
Wij zien dit niet.
Is er verandering ingetreden met be
trekking tot den toestand van de finan
ciën?
Evenmin. Die waren toen even slecht
als nu. Het rapport der Vlootwet-commis-
De grijsaard edhter antwoordde op da
vraag des pnetf'ecteHoewel wij) aam da
maettit uwer godian niet .geloovien, lag!
het in 't geheel niet in onzte bedoeliipgj
hunnen dienst te honenmlen h,öeflti er
ons echter toe gedwonge®. Meti geweld
wilde men ons in den tempeilf trekken!
en tot offeren dwingen. Dat heWblan' wij
eviftnwel geweigerd.
„Maar onder welke woorden? Gij! hebt
de waardigheid onzer goden beleeldigd'."
„Het' zijn jammerlijke goden, in wier
naam gij Zoovele schanddaden bedrijft",
flnisterde de jongeling; dan sprak' hij
luid tot den prefect: „De woorden, wfelkej
gij aanziet als smiailand en beleiedigend
voor uuwe godien heb ik' uitgesproken,
onze oude dienaar is onschuldig., Ik' heb
gezegd dat de ■vereerinig] der gcfd'en dwaas-,
heid is. Mie® heeft ora^ mteij gjelWeld Hn
den tempel gevoerd '.e®. daar heb' ik' hef
afgodsbeeld verbrijzeld
De trouwe dienaar sloeg een bezorgden'
blik op den onverschrokken jonkman.
Quintilia stond Verstomd ovjer den woe
denden toorn haars gemaals, dien zij niet
anlders dan goiedhartig en vriendelijk!
kendte.
„Op 't oogenblik sta ik u niet Ae
woord, onbesohaataldle," riep Flavius1 wiens
stem van woede beefde. „De beurt 'komtl
aan u, zoodra ik mét uwi knecht a f ge -
sie bracht niets nieuws. Hetzelfde was bij
de algemeene beschouwingen over det
Staatsbegrooting door den heer Colijn ook
reeds gezegd. Maar bovendien, de kennis,
die de thesaurier-generaal der Schatkist
de heer Trip, als lid en Vlootwet-com
missie had, was geen andere dan die hjj
als ambtenaar had. En wat deze wist, wist
de Minister ooh Dit rapport kan den Mi-
nister dus niets hebben gebrbacht wat
hem niet alreeds bekend was.
Hoe meer men over deze crisis nadenkt,
hoe raadselachtiger zij wordt. Zij schijnt
ons een unicum in onze politieke historie.
Eerst toetreden tot een Kabinet op oen
bepaald program; dan uittreden wegens
een der punten van dat program, zondes
dat er feitelijk iets in den toestand gewij
zigd iswij verklaren dit niet te begrijpen.
En het Regeeringscommuniqué heldert
zooals we zeiden, niets op.
„De Nederlander" (.C-Hist.) schrijft:
Het heengaan thans van De Geer, als
minister van financiën, wil allerminst zeg
gen, dat zijne gaven en krachten voor hefi
Gemeenebest verloren zouden zijn. Na het
vraagstuk der beveiliging van Indië, rijzen
in komende jaren weder tientallen andera
vraagstukken, bij welker oplossing Da
Geer mede een taak zal vervullen maar
dat Nederland, juist in deze zware tijden,
bij het oplossen van dezte Ievensquaestia
voor den band tussehen Nederland en In
dië, den onwaardeerbaren steun van dezea
man Zal moeten missen, dat is een zeeg
treurige ervaring in ons politiek leven.
Voor het Kabinet is eenerzijds het heen
gaan van De Geer een zeer ernstig verlies,
dat bezwaarlijk zal zijn te herstellen. Maar
daar tegenover staat het leit, dat het Kabi
net zijn lot en leven verbindt aan do
hoogsbmoeilifke oplossing van een pijnlijk
vraagstuk echter een levensquaestiel
voor ons volksbestaan. Dit feit zal, allq
twijfelaars ten spijt, zijne positie verster,
ken.
„Het Volk" (S. D. A. P.) roept uit, na het
besluit der regeering om de Vlootwet aan
de orde te stellen te hebben vermeld!
zal het mogelijk zijn deze misdaad te voor
komen?
Dat zlal afbangen van het feit hoe het
besluit van de regeering zal werken op dei
regeeringsmeerderheid. Maar hoe zal het
blijken Moet het vormen der publiek»
opinie worden overgelaten aan een kleiaa
coterie vun dagblad-schrijvers.?,
Neen, de Volksvertegenwoordiging moet
spreken
Zij. is met Viacantie. Welnu, dat zij haan
rust onderbreke. Zij kan niet toelaten, dat
deze crisis achter haren rug wordt opge
lost. De poorten van het parlement moeten
ontsloten worden, opdat, wat er van dezai
regeering over is, opening van zaken kan
geven. Nog maar enkele maanden geleden
schreef zij in een harer begrotingsstuk
ken: „Afdoening van het ontwerp-Vloot
wet moet uit financieele overwegingen!
nog wachten".
Waarom is er dan nu zoo'n haast bij?
Wat is er intusschen gebeurd? Het land!
heeft er recht opi dadelijk te weten, of het
geregeerd wordt door onafhankelijke man
nen, dan wel door marionetten van een
binnenlandsdhe of huitenlafadsche militaris
tenkliek".
Frankrijk en Duitschland
D® BEZETTING IN HET
ROERGEBIED.
DORTMUND, 22 Juli. (Belgjai). De me-
ti,alfahxieken van de Dortmunder Union
zijn zonder incidenten bezet.
PARIJS, 23 Juli. De fhhps gevormde
voorraden worden op ongeveer andéraalf
millioen ton geschat, wat ruim voldoen*
de is om tot Januari in de behoeften van
dc Frianseae en de Belgischp metaal-in
dustrie te voorzien.
daan hebt!" j I
Pamphilius' verhoor duurde nog lang,
De oud® man beleed openlijk en luide
z'ijh geloof ten VerMlaarde zieh bereid!
om met zijn bloiad getuigenis vlan do
waarheid af tte leggen.
De prdfekt wilde hem beschuldigen!
zoowel van opstand ttegen den keizfer,
als van verachting dtetr goden, en trachtte
hem door strikVragle® in tegenspraak mef
zieh zelvian te brengen. Zijne spitsvondige
listen haddien echter geen gevolg, wijl
Pamphilius steeds herhaalde, dat hij1, oils
schoon een der geringste, toch tot dis
trouwste en onderdanigste dienaren des
keizers behoorde dien hij in ailfasf ge*
hoorzaamde, wat niet tegen zijne gods
dienstige oVertuuigingj streed. De grijs
aard steunde daarbij op dei woorden vaa
Jezus Christus: „Geefi den keizer, waf
des keizers en aan God, wat Godes is."
Ten hoogstie verbitterd Het dë prefect
hem! op de pijnbank spannen. Een ge
heel uur lang, dat de van schrik ver
stijfde Quintilia een e euwigheid toescheen,
folterden de beulen den armen man, zon
der iets anders aan zijne Rppen te ontlok
ken dan„Ik ben en bilijtfTeen christen,
O God, zie op tot mijne hulp; .Heer
haast u mij te hielpen!'-' i
(Wordt vervolgd.)
2;
sh
e'll,
or-
lm'
2 7
tn
tl'J
rd
NI
eu
vl
u-
L'
i-i
n I