IJK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GEHEEL ZEELAND i ÏJQGEE5T" DIT BLAD VERSCHIJNT: DES DINSDAGS DES DONDERDAGS EN DES ZATERDAGS Oe Katakomben van Gaëta AAR s IOEK LOTING van publiciteit BERICHT. De crisis aan Financiën. BUITENLAND CHE COURANT 23 Juli. EiarvèUing KipeierenHoogste tel prijs f6, laagbte deren f 5. AanVteer ind[el matig. m 500 nummers [otarls A. G. Mtilié 25 Juli 1923 „,fL i 6 18498 O 31 2 4834 4941 5666 13022 00 90.(eigen geld) 0146 12411 14498 16891 48 43 14508 96 90 12507 12 16989 0223 12 55 17025 51 53 67 39 55 12644 93 55 59 72 14602 84 0343 12725 14703 17168 0462 78 15 76 0501 90 44 17230 11 12881 99 60 42 12911 14810 17357 79 39 14936 70 0621 13011 51 17428 82 38 87 69 95 41 91 96 0708 83 15044 17583 0841 92 15153 17652 0975 13218 67 96 1033 28 15210 17818 58 41 63 17916 65 44 69 18000 1104 64 15360 7 46 13319 15403 50 73 50 15527 18158 93 57 37 18208 1227 85 67 85 61 13469 83 95 1311 13558 91 18339 20 13636 15664 75 60 49 93 81 61 13709 15748 18470 78 27 51 86 92 74 88 97 97 13811 15800 18613 98 20 41 54 1430 28 52 55 38 34 65 82 40 54 15909 18705 11622 76 16035 20 23 13932 16120 36 11726 51 79 18850 75 14037 16227 18900 11844 76 16410 43 11932 99 16517 47 96 14112 54 59 99 42 58 19043 12107 92 16603 55 13 14234 43 77 65 78 16711 19173 12252 14314 31 19207 71 24 51 10 72 78 16816 19361 12312 82 34 73 70 14473 67 85 NUMMER 162 DINSDAG 24 JULI 1923 19m* JAARGANG 19408 63 92 1987T 19617 25 19720 44 66 78 19845 79 20002 4 18 45 69 20150 20228 38 39 51 20310 11 26 52 99 20416 17 45 73 80 20526 38 43 47 64 20607 13 26 29 65 66 20839 20918 20 60 74 ■d; 20129 m.z. 20192. I voor f 2,75 per ons pond BESTE VARINAS p. heli ons paljjm tuis vOor tten (Veluwe). tp'rïl 1923, No. 75. 50O prijzen. 1350.2e Prijs: f 650.3e Prijs 4e Prijs: een 5e Prijs: een f 167.50; 6e Prijs: Voorts: Rijwielen, n, enz. verkrijgbaar geschiedt ostzegels, postwissel of AMSING, Putten (Vel.) st; l lot f 1.25, 2 loten f 25.— 9763-60 st 3 dagen na trekking Putten (Veluwe). j «NÉ NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Bureaux van Redactie en AdministratieWestsingel, GOES Interloc. Telefoon: Redactie No. 97Administratie No. 207 Bijkantoor: MIDDELBURG, Markt 1 en 2; Telefoon No. 474 Abonnementsprijs f1,90 per drie maanden, bij vooruitbetaling Advertentiën van 1 tot 6 regels f 0,90, elke regel meer f 0,15 Contractregelprijs, te beginnen bij 500 regels, beduidend lager GR00TE WAARDE WORDT GELEZEN IN ALLE KRINGEN Binnen enkele dagen zal door ons, hetzij per post, hetzij door middel van onze agenten beschikt worden over het abonnementsgeld, 3e kwartaal (Juli, Augustus en September) thans bedragende f1,90. Wij vertrouwen, dat de kwitantie bij eerste aanbieding zal worden vol daan. DE ADMINISTRATIE. Op publieke opinie en pers heeft de mededeeling van onze regeering aangaan de hare vlootplannen, gevolgd door het ontslag van den minister van financiën, jhr. De Geer gewerkt iajs een roode lia,p op een stier: alles stond ineens op zijn achterste beenen. Om den lezer een begrip te 'geven hoe men in den lande zooal over deze zaak denkt, laten wij hier persstemmen volgen uit verschillende bladen zoowel der linker- .als der rechterzijde. Voor de „Mjaasbiode" komt het bericht van de crisis niet onverwacht. Het was bekend, dat jhr. De Geer als de verantwoordelijke beheerder der schat kist het zijnen ambtgenooten in het mi nisterie niet gemakkelijk maakte. Met na me deed de houding, welke zijn thesau rier-generaal in de Vlootwet-commissie aannam, door de onmogelijkheid de Vloot wetplannen te betoogen, vermoeden dat ook in dit opzicht jhr. De Geer mogelijk! met zijn collega's niet één lijn trok. Dat dezen het intusschen op een conflikt met den financiën bewindsman laten aanko men ter Zake van de Vlootwet, wekt wel eenige verwondering. In de hachelijke omstandigheden waar in zich 's lands financiën op het oogenblik bevinden, terwijl elk uitzicht op verbete ring ontbreekt, schijnt de heer De Geer zich niet verantwoord te achten, aan in voering der Vlootplannen op betrekkelijk korten termijn zijn medewerking te ver- leenen. Dat de ambtgenooten van den de- missionairen bewindsman desniettemin op hun beurt een langer uitstel dier plannen niet verantwoordelijk willen zijn, schijnt er wel op te wijzen, dat het Kabinet den in ternationalen toestand meer somebr inziet dan in den obezem van ons volk vrij' alge meen voor noodzakelijk werd geacht. Geplaatst voor de keuze tussehen twee kwaden hebben zij blijkbaar gemeend niet in het heengaan van een zoo bij uitstek deskundig ambtgienoot het minste te Kie zen. Ongetwijfeld is daardoor de politieke toestand op het oogenblik meer verward geworden dan hij in de laatste jaren was. „De Tijd" oordeelt aldus Na eenig talmen heeft de Regeering in gezien, dat aan de uitvoering der Vloot wet niet valt te ontkomen en dat zij niet mag aarzelen te doen, wat in haar vermo gen is, om de aanneming en de dadelijke uitvoering van de Vlootwet te verzekeren. Jhr. mr. De Geer deelt die opvatting1 niet en hij gaat heen. Maar het moet aan de buitenwacht wel iets zeggen, dat al zijn collega's de Minister-president én de Ministers van Bnitenlandsche Zaken en van Koloniën blijven zitten en de verantwoordelijkheid voor dit besluit aan. vaarden. Ook zij kunnen de financiëeie toekomst van ons land niet licht inzien.; Maar zij zijn blijkbaar met de Vlootwet commissie van oordeel, „dat, evenmin als men, wegens geldelijke bezlwaren, in de hoop, dat er wel geen storm zial' kom'en, ervan zal afzien een bezwijkenden zeedijk te herstellen, men evenmin op h.et gebied van defensie, om financieele redenen, het minimum^ achterwege kan laten van het- F U i LETO H 3) r „Maar wat voor kWia&d' doen diieI Chris-' tenien dan toch'3 Ik kan hunne schuldj inaar niet inziem en tegen' onzlefnl gTooten! keizer voeren zij toch nietal in 't schild'. n als zij zich aan' onzei godetn Vergrij- pen, zjjn dezen dan niet miaehtig(. genojegj om! zich zeLvm te verdedigen en te wre- j SJujnfcilia brak hielt gesprek adf om! de meuwgrerigteid der voorbijgangers. oen de jonge vrouw1 alleen Was, v)er-> viel zij in diepe gedachten. Haar hart! klopte geweldig en bet bloed steegf haar naar het hoofd. Zij bracht dia handel aan henr slapten en bleeÜ in die houding! emige cogenbHikken mpt ernstige ge-'' dachten bezig. Ongewone gewaarwordingen bestorm en haar gemoed. Een onweerstaanbare ang trok haar naar de plaats, waar aeze vermteende misdadigers geoordeeld' werden wier naam' iedereen met! afeehuw Wtsprak, die haar integendeel eeue bijzon der belangstelling inboezemden. Wat zou 1 aar aanschouwen!?, Een hartverscheu rend schouwspel, dat gevoelde zij wfel; i ,van ^en anderen kant zouden hare twijfel? opgelost worden zij zou onder- geen voor de handhaving van de integriteit van den Staat onafwijsbaar is." Minister De Geer heeft om met de „Nederlander" te spreken den weg ge kozen van „de ernstige vrees"; zijn celle- ga's kozen als één man den weg van den „ernstigen moed". Een derde was er niet. De „Residentiebode" (R.-K.) We hadden een minister van Financiën, die in de malaise waarin we leven de aangewezen man was, en krachtig naar bezuiniging heenstuurde. Een man ook, bekwaam om in den finaneiëelen chaos orde te scheppen, zoo gauw de buitenland- sche omstandigheden het zouden veroorlo ven. Het zal zeer moeilijk vallen, hem een opvolger te geven, hem gelijkwaardig. Erger is nog1, dat deze crisis moest ko men op een wetsontwerp, hetwelk zoo van alle kanten met zorg tegemoet gezien werd. dat ook door tal van deskundigen, werd afgekeurd en dat, ook volgens den beheerder der schatkist, meer aan finan cieele offers kal vragen dan ons landje dragen kan. Hoe straks de Kamers de Vlootwet zul len opnemen, valt nog af te wachten. Ook zij hebben, naar men weet, er in elk gevalf veel op tegen en het zou heelemaal niet verwonderen als zij het ontwerp niet aan vaardden. Dat deze minister nu moest heengaan om: zulk een problematiek! gi&val stemt tot dubbele bezorgdheid. Andermaal heeft deze Regeering moe ten ondervinden, dat de Financiën en de Marine de grootste struikelblokken zijn in deze moeilijke regeeringsperiode. Moge wijsheid haar deel zijn om de nieuwe moeilijkheid te overkomen. De „Voorhoede" staat aan de zijde van minister De Geer. De Vlootwet met haar zware finencieele lasten en haar voor onze defensie onbe duidend effect willen wij niet, wil ook het overgroote deel van het Nederlandsche volk niet. Dat minister De Geer viel, wijl hij zich, tegenover heel den ministerraad, schrap Zette tegen het aan de orde steilen van deZe wet, maakt hem voor ons nog sym pathieker. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant" heeft dezen minister nooit bijzonder hoog aangeslagen, maar acht zijne ontslagaan vrage juist, omdat hij haars inziens de koorden van den geldbuidel nog niet strak genoeg samensnoerde een aanwijzing van den bedenkelijken toestand onzer geldmid delen. Het blad kan zich niet voorstellen, dat er onder de kerkelijke frakties een zooda nig gemis aan zin voor realteiit is, dat er in het geheel geen twijefl ozu rijzen aan de uitvoerbaarheid van een dergelijk „program". Het water wast, en de fouten en gebreken van het tegenwoordig bewind komen steeds helderder aan den dag. Hoe langer de inkeer uitblijft, des te zwaarder z.ullen zij worden gewroken. „Krisis aan financiën, heet het thans. Krisis aan financiën was echter de chroni sche ziekte van het ministerie ltuys de Beerenbrouck. Alleen de akute aanvallen worden steeds heftiger. Eaarom zal de be reidwilligheid om den vakanten zetel in te nemen thans veel geringer zijn dan twee jaren geleden bij het aftreden van mr. De Vries". De „Telegraaf" acht het heengaan van den minister van Financiën „een aller- bedenkelijst incident". Hij schrijft o.a. Men herinnert zich het Vlootwetrapport. Zes der acht leden van de commiss'sie-Pa- tijn verklaarden onmiddellijke aanneming en uitvoering van de Vlootwet noodzake lijk. Gelijkertijd echter vonnisten zij, dit plan als financieel-onuitvoerbaar. Zij spra ken niet van moeilijkheden, zijl opperden geen plan, Zij noemden het kortweglonmo- gelijk. Toch moest die last van circa hon derd millioen per jaar worden aanvaard. Hoe? De commissie wist 't niet, en vergde daarom van de regeering, dat zij een vinden, mét welke bewijzen de Christenen zien verdedigden en met ieigen oogen zien ofl de folteringen der beuken, hunne (dwa lingen zouden verdrijven, dan wel, off zij' in hun geloof aaan éénfefU God stand- jviastig zouden volharden. Haar kind sliep.. Een trouwte dienstmaagd waakte aan het bedje. Doch wat Zou Flawius zeggen1,' wanneer hij haar in de rechtszaal' zag? Hij zou er ongetwijfeld trotsehl o-pi zijn, dat hij door zijne gemalin in de uitoefe ning van zijh ambt bewonderd werd; bovendien, beminde hij haar niet teeder genoeg om toiapr deze nieuwe gril te ver gen hij1, dia zoo gaaarne alle denkbarla verlangens en invallen zijner gade voor kwam!? I 1 Quintilia aarzelde niet langer. Zij naar een dichten sluier, otnl haar gelaat voor nieuwsgierige blikken te Verbergen en spoedde zich naar het gerechtshof, dat zich aan den anderen kant Van het plein, juist tegenover Flavius' paleis verhief. Bij haar binnentreden zette del prefect zich juist op zijh rechterstoel neder an werden de gevangenen voor hem! 'gebracht. Zij waren nteft drieën: een grijsaard, een jongeling en eene jonkvro-uw. De prefect wendde zich heij eerst m!et een zekere vriendelijkheid tot den grijs aard. Hij vroeg helm1 naar zijnen naam ouderdom! em stand. i I financieel program zou opmaken, waar door het onmogelijke mogelijk zou woiden. Zij adviseerde slechts: zoek het dan op alle andere iutgaven. Wat ieder onmogelijk achtte (ook tal van Rechtsche, met name Katholieke bla den, ook liberale organen als zelfs de Nieuwe Rotterdammer), kondigt de minis terraad thans aan: dan maar alles opge offerd, maar de Vlootwet moet in zee. Neèn, zegt de heer De Geer. Zooals van hem kon worden verwacht. Een neen waarvoor hem de hulde toekomt van het geheele volk, voorzoover het niet door den „Onze Vloot"-waanzin het normale denken heeft verleerd. Een „neen", dat dit kabinet voldoende had moeten zijn, en waarmede het volkomen verantwoord was geweest. Ja, zegt het kabinet, ondanks dit neen. En Zóóver gaat de Haagsche verblinding, dat zij rustig de eerste kracht van den hee- len Ministerraad ziet verdwijnen. De zelfoverschatting, waarmede zij den heer De Geer van zich vervreemdde, za) zich gevoeliger wreken, d|an de geheele ministerraad zich op dit oogenblik blijkt bewust te zijn! Rücksichtslose offers als dit eerste ple gen zich tienvoudig te wreken en wel eens sneller dan iemand durfde vermoe den I De „Middelb. Ct." (Lib.) schrijft over de ontslagaanvrage van minister De Geer: Het is een Zeer verrassend bericht. Ten eerste door de vraag, welke de mo tieven van den ministerraad Zijn voor dit besluit tot „onverwijlde" behandeling. Die ministerraad weet natuurlijk, dat er in de regeeringscoalitie groote verdeeldheid, van meening heerscht op dit punt. En ook: dat de coalitie-discipline zeer zwak is! Ten tweede door de omstandigheid, dat het juist de Chr. Hist, minister De Geer is, die wegens dat besluit aftreedt. Immers lietis juist de Christ. Historische partij die het sterkst van alle aandrong op spoe dige behandeling! en aanneming van de Vlootwet. De heer De Geer handelt dus tegen de meening van zijn eigen partij. Vermoedelijk geven voor hem de finan cieele bezWaren den doorslag. We weten althans uit het commissierapport, dat Zijn thesaurier generaal, mr. Trip, om zeer ern stige financieele bezwaren niet tot uitvoe ring der vlootwet wilde adviseeren. Ten opzichte van de rijksfinanciën zal men in breede kringen den heer De Geer met leedwezen zien heengaan. Want hij had als financier veler vertrouwen ver worven. De Hoefijzercorrespondent van het „Handelsblad" acht het conflict hoogst ernstig daiar het de kern onzer actueele politiek het bezuinigingsvraagstnk, raakt, Minister De Geer, eischt onzes inziens teTecht, dat voor de bezuiniging thans al les zal wijken, zelfs een zoo dringende zaak als het voorzien in onze defensie en die van Indiii. De rest van den minister raad is blijk el ijle van meening, dat de vlootvoorziening zóó urgent is, dat met invoeren daarvan reeds in Januari moet worden begonnen. Het heele rapport van de Vlooteom- missie wordt dus op zij geschouderd, en de minister van Financiën wordt aan den nieuwen vlootcommandant van iudië, schout-bij-nacht, Gooszeh, ten offer ge* bracht. Het is ontstellend. Want wel kunnen wij ons hegrijpen, dat de vlootquaestie opnieuw moest worden overwogen, doch niet, dat deze overwe ging tot Zulk een resultaat kon leiden. Im mers, het is nog maar zeven maanden go- leden, dat de regeering in de Memorie van Antwoord betreffende Hoofdstuk X schreef: „Afdoening van het onlwerp- vlootwet moet uit financieele overwe gingen nog wachten." Wat is er in die zeven maanden ge beurd, waardoor nu opeens niet alleen De ouderling antwoordde„In mijn jeugd werd ik Pamphilius genoemd; maar ik draag ook eenen anderen naam, waar op ik veel trotscher ben; heti is dei naaml Christen. Met den lsten van November word ik zestig jaar, maar mijn beter, geestelijk'leven telt, helaas! nog slechts twintig jaren. Ik ben de dienaar delzter Bra.ve en edele kintdteren." „Wat vertelt ge ons daar voor een, geschiedenis1?" vraagde de prefect m'ati spottenden lach. „Spreek duidelijk, zoo dat men u verstaan kan, anders! zal ik mij genoodzaakt zien uwe tong* los te maken. Waar gingt g® met uwen heer heen. toen ge voorbij' den ffempel van' Venus, op den straatweg naar Rome, kWaauit)?/-' l „Ik begleleidde mijn jeugdigen meester naar elan zijner bloedverwantten, die een landhuis niet vier van Gaëtai bezit1." „Hoe kbmdleit ge zoo- vermetel' Zijn den temple! van eene dier godhgden dies k'ei- ziers te ontwijden, zonder 'te vreezen van den toom des hemels ovier uw hooi'd iaf te trekken1?/-' Quintilia, die broader en zuster oplet tend gadesloeg, mteende uit den lach, die om hunne lippen speelde, ta kunnen op-» maken, dat zij' bij zich! zalven dachten,, dat goden uit mannier en hout al' heel Weinig vrees konden inboezemen. „afdoening" maar zelfs invoering mogelijk ja urgent geworden is? Vindt de regeering het financieel perspektief, geopend door de steeds dalende maandstaten van de middelen thans zooveel helderder dan in November? Het is ons een raadsel, hoe men tot dit besluit is kunnen komen. Het wil er bij ons echter niet in, dat de meerderheid van de rechterzijde in deze Zal staan achter de meerderheid van de regeering. De uitingen van de Roomscbe pers naar aanleiding van het vlootrapport zijn vrij duidelijk geweest en maken het haast ondenkbaar, dat niet althans ie meeste Roomsche Tweede-Kamerleden achter den heer De Geer zouden staan. Zoodat er, achter het apart geworden kabinetsconflict, o.i. zeer waarschijnlijk ook nog een latent conflict zit tussehen de meerderheid in de regeering en een meer derheid in de Tweede Kamer. Het conflict is dus van zoo ernstigen en diepgaanden aard, dat wij zouden willen vragen: Moeten wij, op het oplossen daar van, wachten tot den derden Dinsdag jn September? .Om dan, door een kabinets crisis of een Kamerontbinding, wellicht het begrootingswerk in de war te sturen. Is het niet beter, dat de Tweede Kamer in buitengewone vergadering wordt bijeenge roepen, opdat de regeering aanstonds we- te, of zij daar nog een meerderheid heeft? Uit „Het Vaderland (lib.): Men kan het uit den mond van zeeoffi cieren vernemen, dat de hoofdvraag bij de Vlootwet !s, of men de Miarina al of niet in stand z'al houden. Net alsof leger en vloot iets op zichzelf zouden wezen, dat buiten zoo niet boven het volk staat. Het verouderde standpunt, waarop zoowel van Dijk als Westerveld staan, die ons met een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel, dat alleen voor een „burger" als de Geer past, naar den financieelen afgrond voe ren. En daarom kan het Nederlandsche volk hem niet genoeg dankbaar wezeu: door zijn aanvrage om ontslag heeft hij de financieele beteekenis van het plan van de Regeering! in het juiste licht gesteld. Of zijn heengaan het ministerie niet zeer a'il verzwakken? Natuurlijk' zal het dat. Maar niet zoo heel erg; wanï 't minis terie is, in zijn geheel genomen, reeds lang zoo zwak als het maar wezen kan, en blijft alleen leven, omdat geen combinatie ge reed is het bewind over te nemen. De nieuwe titularis zal wel gevonden worden, die bereid is de Coalitie in deze van dienst te zijn, en misschien krijgen wij thans wel den heer van der Voort van Zijp, die dan meteen getroost wordt over het feit, dat men in 1919 den jongen Bijleveld boven hem de voorkeur gaf voor Minister van Marine. Tenzijde Katholieken begrijpen, dat het nu genoeg is, en zich verzetten tegen de overheersching van de 27 in de Coa litie over de 32, waardoor die 32 Katho lieken, om met den heer Stulemeyer te spreken, zoo vaak moeten stemmen tegen eigen geweten en tegen het landsbelang. Het anti-revolutionaire hoofd-orgaan „De Standaard" meent, dat minister De Geer volkomen op de hoogte mioiet zijn glewepst van do plannen van het Kabinet-Ruys met de Vloolwet, toen hij zich bereid ver klaarde in het geconstrueerde Kabinet de portefeuille van financiën te aanvaarden. Die voornemens te hebben gekend, be- teekent in dit geval er mee te hebben in gestemd. Anders zou hij immerss geen lid van het Kabinet zijn geworden. Vanwaar dan thans die frontverande ring? Is er sinds September 1922 iets; ver anderd in den politieken toestand der we reld, wat de voorziening in de Indische de- efnsie overbodig zou maken? Wij zien dit niet. Is er verandering ingetreden met be trekking tot den toestand van de finan ciën? Evenmin. Die waren toen even slecht als nu. Het rapport der Vlootwet-commis- De grijsaard edhter antwoordde op da vraag des pnetf'ecteHoewel wij) aam da maettit uwer godian niet .geloovien, lag! het in 't geheel niet in onzte bedoeliipgj hunnen dienst te honenmlen h,öeflti er ons echter toe gedwonge®. Meti geweld wilde men ons in den tempeilf trekken! en tot offeren dwingen. Dat heWblan' wij eviftnwel geweigerd. „Maar onder welke woorden? Gij! hebt de waardigheid onzer goden beleeldigd'." „Het' zijn jammerlijke goden, in wier naam gij Zoovele schanddaden bedrijft", flnisterde de jongeling; dan sprak' hij luid tot den prefect: „De woorden, wfelkej gij aanziet als smiailand en beleiedigend voor uuwe godien heb ik' uitgesproken, onze oude dienaar is onschuldig., Ik' heb gezegd dat de ■vereerinig] der gcfd'en dwaas-, heid is. Mie® heeft ora^ mteij gjelWeld Hn den tempel gevoerd '.e®. daar heb' ik' hef afgodsbeeld verbrijzeld De trouwe dienaar sloeg een bezorgden' blik op den onverschrokken jonkman. Quintilia stond Verstomd ovjer den woe denden toorn haars gemaals, dien zij niet anlders dan goiedhartig en vriendelijk! kendte. „Op 't oogenblik sta ik u niet Ae woord, onbesohaataldle," riep Flavius1 wiens stem van woede beefde. „De beurt 'komtl aan u, zoodra ik mét uwi knecht a f ge - sie bracht niets nieuws. Hetzelfde was bij de algemeene beschouwingen over det Staatsbegrooting door den heer Colijn ook reeds gezegd. Maar bovendien, de kennis, die de thesaurier-generaal der Schatkist de heer Trip, als lid en Vlootwet-com missie had, was geen andere dan die hjj als ambtenaar had. En wat deze wist, wist de Minister ooh Dit rapport kan den Mi- nister dus niets hebben gebrbacht wat hem niet alreeds bekend was. Hoe meer men over deze crisis nadenkt, hoe raadselachtiger zij wordt. Zij schijnt ons een unicum in onze politieke historie. Eerst toetreden tot een Kabinet op oen bepaald program; dan uittreden wegens een der punten van dat program, zondes dat er feitelijk iets in den toestand gewij zigd iswij verklaren dit niet te begrijpen. En het Regeeringscommuniqué heldert zooals we zeiden, niets op. „De Nederlander" (.C-Hist.) schrijft: Het heengaan thans van De Geer, als minister van financiën, wil allerminst zeg gen, dat zijne gaven en krachten voor hefi Gemeenebest verloren zouden zijn. Na het vraagstuk der beveiliging van Indië, rijzen in komende jaren weder tientallen andera vraagstukken, bij welker oplossing Da Geer mede een taak zal vervullen maar dat Nederland, juist in deze zware tijden, bij het oplossen van dezte Ievensquaestia voor den band tussehen Nederland en In dië, den onwaardeerbaren steun van dezea man Zal moeten missen, dat is een zeeg treurige ervaring in ons politiek leven. Voor het Kabinet is eenerzijds het heen gaan van De Geer een zeer ernstig verlies, dat bezwaarlijk zal zijn te herstellen. Maar daar tegenover staat het leit, dat het Kabi net zijn lot en leven verbindt aan do hoogsbmoeilifke oplossing van een pijnlijk vraagstuk echter een levensquaestiel voor ons volksbestaan. Dit feit zal, allq twijfelaars ten spijt, zijne positie verster, ken. „Het Volk" (S. D. A. P.) roept uit, na het besluit der regeering om de Vlootwet aan de orde te stellen te hebben vermeld! zal het mogelijk zijn deze misdaad te voor komen? Dat zlal afbangen van het feit hoe het besluit van de regeering zal werken op dei regeeringsmeerderheid. Maar hoe zal het blijken Moet het vormen der publiek» opinie worden overgelaten aan een kleiaa coterie vun dagblad-schrijvers.?, Neen, de Volksvertegenwoordiging moet spreken Zij. is met Viacantie. Welnu, dat zij haan rust onderbreke. Zij kan niet toelaten, dat deze crisis achter haren rug wordt opge lost. De poorten van het parlement moeten ontsloten worden, opdat, wat er van dezai regeering over is, opening van zaken kan geven. Nog maar enkele maanden geleden schreef zij in een harer begrotingsstuk ken: „Afdoening van het ontwerp-Vloot wet moet uit financieele overwegingen! nog wachten". Waarom is er dan nu zoo'n haast bij? Wat is er intusschen gebeurd? Het land! heeft er recht opi dadelijk te weten, of het geregeerd wordt door onafhankelijke man nen, dan wel door marionetten van een binnenlandsdhe of huitenlafadsche militaris tenkliek". Frankrijk en Duitschland D® BEZETTING IN HET ROERGEBIED. DORTMUND, 22 Juli. (Belgjai). De me- ti,alfahxieken van de Dortmunder Union zijn zonder incidenten bezet. PARIJS, 23 Juli. De fhhps gevormde voorraden worden op ongeveer andéraalf millioen ton geschat, wat ruim voldoen* de is om tot Januari in de behoeften van dc Frianseae en de Belgischp metaal-in dustrie te voorzien. daan hebt!" j I Pamphilius' verhoor duurde nog lang, De oud® man beleed openlijk en luide z'ijh geloof ten VerMlaarde zieh bereid! om met zijn bloiad getuigenis vlan do waarheid af tte leggen. De prdfekt wilde hem beschuldigen! zoowel van opstand ttegen den keizfer, als van verachting dtetr goden, en trachtte hem door strikVragle® in tegenspraak mef zieh zelvian te brengen. Zijne spitsvondige listen haddien echter geen gevolg, wijl Pamphilius steeds herhaalde, dat hij1, oils schoon een der geringste, toch tot dis trouwste en onderdanigste dienaren des keizers behoorde dien hij in ailfasf ge* hoorzaamde, wat niet tegen zijne gods dienstige oVertuuigingj streed. De grijs aard steunde daarbij op dei woorden vaa Jezus Christus: „Geefi den keizer, waf des keizers en aan God, wat Godes is." Ten hoogstie verbitterd Het dë prefect hem! op de pijnbank spannen. Een ge heel uur lang, dat de van schrik ver stijfde Quintilia een e euwigheid toescheen, folterden de beulen den armen man, zon der iets anders aan zijne Rppen te ontlok ken dan„Ik ben en bilijtfTeen christen, O God, zie op tot mijne hulp; .Heer haast u mij te hielpen!'-' i (Wordt vervolgd.) 2; sh e'll, or- lm' 2 7 tn tl'J rd NI eu vl u- L' i-i n I

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 1