Boerenhuizin vraagstukken van den dag EEN HUIS NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 16 JUNI 1923 Luchtvaart Gemengd Nieuws. NIEUWEj ZEEUWSCHE liet eenige R.-K. Dagblad in deze Provincie! Advertentiën. Woensdag27Juni192i met Herberg, Schuren Stal en Erf I iq5T hu,s l' Hoe wordt nu het aderlijk weer in slagaderlijk bloed omgezet m. a. w. van de.koolzuur ontdaan en met zuur stof geladen. Hierbij speelt het adem halingsproces een rol. Wanneer wij adem halen worden onze longen met buitenlucht gevuld, die zooals bekend is, onder meer de gewenschte zuur stof bevat.Zooals reeds j gezegd is, zijn de wonden van onze longen en de haar omringende bloedvaatjes zeer dun, zoodat de zuurstof, vermoedelijk door diffusie in het bloed kan worden opgenomen. Het zoo ververschte bloed, dat nu weer helderrood is geworden, keert door de longaderen naar het hart terug en wel naar de linker kamer die op haar beurt weer in verbinding staat met de linker voor kamer op dezelfde wijze als rechts. Wij zien dus dat het eigenaardige van deze inrichting zoo.is dat het linkergedeelte van het hart versch helderrood bloed, terwijl de rechter helft afgewerkt donkerblauw bloed bevat. Nu wjj een goed inzicht hebben verkregen in den bloedsomloop, zullen wij overgaan tot de beschouwing van een niet minder belangrijke kwestie n.l. tot de vraag hoeveel bloed de mensch bezit. Het bloed wordt door de meeste medici als een vloeistof beschouwd, dus kunnen wij dit vraag punt aldus formuleeren. Over hoeveel liters bloed beschikt de volwassen mensch? Precies weten wij dit niet en dit is eenigszins begrijpelijk, aan gezien het feit dat wij geen mensch mogen laten verbloeden. Toch hebben wij uit enkele gegevens de conclusie kunnen trekken, hoe het bij den mensch hiermede geschapen staat. Men heeft verschillende dieren, kleineren zoowel als grooteren, laten dood bloeden en de hoeveelheden bloed gemeten. Door vergelijkingen kan vrijwel als vaststaande aangenomen worden dat de mensch 5 a 6 Liter bloed inhoudt. Het is zeer begrijpelijk dat de hoeveelheid bloed met de groote van het individu varieert en ook afhankelijk is van de voeding en andere factoren. MEDICUS. Naar (le Noordpool. De bekende Poolreiziger Roald Amundsen en zijn metgezel Oskar Omdal, de bestuurder van het Curtiss- vliegtuig, waarmee zij over de Noord pool willen vliegen, maken nu te Wainwright in Alaska druk toebereid selen voor hun roekeloozen vliegtocht, welken zijn nog deze maanden willen ondernemen, De geheele per vliegtuig af te leggen afstand bedraagt ongeveer 2000 Engelsche mijlen, bijna 1350 mijlen van Wainwright tot aan de Noordpool en 650 van de Pool naar Spitsbergen. Daar er geen depót kan aangelegd worden, moet zooveel gas oline als mogelijk is meegenomen worden. Wanneer wind en weer gunstig zijn, zal Amundsen's voorraad daar van voldoende zijn; in geval van nood zal hij toch zooveel hebben, dat hij een kleine reserve overhoudt. Een kwestie van groot belang voor dezen vliegtocht was: Wat zal men meenemen, een reserve van gasoline of een extra-voorraad levensmiddelen Amundsen heeft die vraag beslist door de voedselkwesfie als van min dere beteekenis te beschouwen. Rant soenen voor drie dagen voor ieder, zullen vermoedelijk alles zijn, wat de onversaagde ontdekkers aan mondkost zullen meenemen. Het is gasoline en niet het eten dat hen er brengen moet. De deelnemers aan den tocht erkennen, dat ze, wanneer zij hun bestemming niet bereiken, verloren zijn. Teekent dat niet het roekeloozc van hun onderneming? Een buitengewoon groote moeilijk heid bij dezen vliegtocht zijn de af wijkingen van het kompas, met het oog op 't feit dat de vliegers de mag netische pool eerst vóór zich, dan aan stuurboord en dan achter zich zullen hebben. Er zijn daarvoor een massa tabellen uitgewerkt, doch in de praktijk blijft het natuurlijk een groot bezwaar. En vooral wanneer Amundsen in een zóne van slecht weer geraakt, komt hij voor haast onoplosbare moeilijkheden. Natuurlijk zal hij, indien mogelijk, graag landen in de buurt van de Pool, hoewel aan een dergelijke landing weer nieuw gevaar is verbonden. Er zal alleen geland worden, indien er een vlak ijsveld wordt aangetroffen. Men neemt algemeen aan, dat de temperatuur aan de Noordpool uiterst laag is. Onderzoekingen in de Pool streken hebben echter aangetoond dat in 't midden van den zomer, wanneer de zon 24 uren per dag boven de horizon staat, de tempe ratuur zelfs boven het vriespunt komt. Waarschijnlijk zal Amundsen in dien hij door omstandigheden de Pool niet kan overvliegen, toch pogen Spitsbergen te bereiken. Zijn schip de „Maud", is reeds op weg daarheen. Voorts heeft de Noordsche regeering een moederschip voor vliegtuigen met drie vliegtuigen naar den rand van het eeuwige ijs gestuurd. Die drie vliegtuigen zullen verkennings tochten doen, doch zij hebben maar een beperkten kring, waarbinnen zij kunnen werken. Daarom gaat nu ook een gooter vliegtuig met grooter werk zaamheidskring naar Spitsbergen. Het eerste doel is, Amundsen te helpen op het laatste einde van zijn vlucht. Maar het voornaamste doel is, Amund sen te zoeken als hij niet op den af gesproken tijd in Spitsbergen komt. Blijkbaar is men dan van plan om met dit vliegtuig den sprong terug te doen, doch hoe men zich daarvan succes voorstelt, blijkt niet. Vuurtoren op Schouwen. Over dezen bij Renesse op Schou wen staanden vuurtoren verhaalt Zelandus in „De Standaard" het vol gende: Op de uiterste punt der duinen, die Schouwen aan de Westzijde om zoomen, bevonden zich sedert lang twee vuurhaarden, op het duin ge plaatst, in welke gedurende de winter maanden des nachts door het stoken van steenkolen twee kustvuren onder houden werden. In vroegeren tijd, toen de duinen zich nog veel verder in zee te uit strekten, stond daar op een der hoogste van die zandheuvels een steenen vuurtoren. Bij het langzaam maar zeker afnemen der duinen had men groote moeite om dit gebouw te be houden en ging het onderhoud met groote kosten gepaard. Doch dit alles baatte niet en er bestond gegronde vrees dat de toren zou instorten. Men plaatste toen meer achterwaarts in plaats van dezen een houten vuurtoren, die echter in 1744 tot den grond toe afbrandde. Hij werd toen vervangen door de straks genoemde vuurhaarden, vuurboeten genoemd, van het boeten of bijstoken van het vuur. Behalve dat men door het terug treden van het strand deze vuurhaar- reeds meermalen meer naar achteren landwaarts inbrengen moest, was ook overigens deze wijze van kustver- lichting hoogst gebrekkig, De Regeering vatte nu het plan op deze primitieve steenkolenvuren te doen vervangen door een kapitalen kustlichttoren, van een lamplicht voorzien. De eerste steen daarvan werd ge legd den 7en September 1837 door den Vice-Admiraal Twent, inspecteur van het Loodswezen. Het plan van den toren was ontworpen door den heer L. Valk. rijksambtenaar bij het Departement van Marine, die ook over de uitvoering het opzicht had. Zoo verrees deze toren, 47 meter hoog. Hij bestaat eigenlijk uit, twee binnen elkander gemetselde cylinders wordende de tusschenruimte tusschen den binnenrand van den buitensten en den buitenrand van den binnen sten, door de wederzijds in het muur werk bevestigde wenteltrap, 190 treden hoog, van hardsteen vervaar digd en op bekwame afstanden ver licht door zes lichtnisscn, van glas vensters voorzien en tevens ingericht tot gemakkelijke rustplaatsen voor de klimmers. Het gebouw heeft in doorsnede op den grond ruim twaalf en op het plat nagenoeg zeven meter. Dit plat bestaat in een overstekende hard- steenen deklijst, sierlijk met een ijzeren leuning omgeven. Op deze deklijst is geplaatst en daarin verbon den de hardsteenen voet van de zes tienkanten koperen lantaren, voorzien van zware, geslepen glasruiten. Het geheel is gedekt met een koperen dak in Hauwen bolvorm, waarop een draaiende walmbol, ver sierd met oen vergulden pijl als windwijzer. De toren is naar Gothische bouworde gebouwd. Zijn voet is omgeven door maga zijnen tot berging der benoodigheden Het gedeelte, hetwelk voor oliemaga zijn dient, is overwelfd en van ge metselde voetstukken voor de olie- bakken voorzien. Aan weerszijden van het front der magazijnen, alsmede achter den toren zijn nette, wei-ingerichte woonhuizen gesticht. De binnenplaats, door dit een en ander gevormd, is voorzien van twee regenbakken en een welput, in welken laatstgenoemden de aan den toren aangebrachte bliksemaf leider uitloopt, Behalve het fundament, hetwelk rust op ruim tweehonderd ingeheide palen, bodekt met een roosterwerk, bestaat de geheele toren uit steen en ijzer. Wanneer men de hardsteenen wen teltrap heeft beklommen, komt men in het lichtwachtersvertrek en de kamer in den lantarenvoet langs ijzeren trappen. Ook de bevloeringen dezer vertrekken zijn van ijzer en met hardsteenen tegels belegd. De eigenlijke lantaren voet houdt 3,2 Meter in doorsnede. Binnen dezen bevindt zich op een voldoende hoogte een hardsteenen omloop, ondersteund door sierlijke, ijzeren gegoten kolom men; deze omloop wordt mede langs een ijzeren trapje beklommen. Het eigenlijke verlichtingstoestel is geplaatst binnen de lantaren. Het is een mechanische lamp, rustende op een ijzeren toestel, omgeven met een cylinder of oliehouder, waarin de olie door middel van een mecha nische inrichting pompsgewijze wordt rondgevoerd in de pitbus. welke vier afzonderlijke binnen elkander aan gebrachte ronde pitten bevat, waar van de buitenste een middellijn heeft van tien centimeter. Het draailicht wordt teweeggebracht door middel eener achthoekige ijzeren kooi, in welker zijden, eene uitgezon derd, door welke men bij de lamp komt, aangebracht is een stelsel van drie-en-veertig spiegels, op verschil lende afstanden op de klim gericht, benevens zestien buiten- en binnen- lenzen, omgeven van cirkelronde prisma's van kristalglas. Dit een en ander doet reeds bij dag, wanneer men in de lantaren staat, door kleu renschittering een verblindende in druk ontstaan. Het licht van dezen toren kan op een afstand van zeven zeemijlen in zee gezien worden. Ten slotte zij nog gezegd dat bovengenoemde kooi met al haar glastoestel en de lamp wordt rondge voerd in twaalf minuten, door middel van een raderwerk met gewicht, terwijl de beurtelingsche afwisseling van zijden en hoeken der draaikooi voor een bepaalde plaats een besten dige en eenparige verlichting en ver donkering veroorzaakt. Do koningin van Dunk-islan<l. In een der Engelsche bladen vin den we het volgende Jules Verne- verhaal: Een stoomschip passeerde onlangs Dunk-Island nabij de kust van Queensland toen de bemanning op het eiland een vrouw bemerkte, die naar het schip wuifde. Er werd een boot uitgezet en de mannen vonden op de kust mrs. Banfield. Haar man, een natuurkundige die verschillende werken schreef, was overleden en zij was de eenige bewoonster. Banfield en zijn vrouw waren eer tijds de koning en de koningin van het gouden tropische eiland. Hun paleis was een landhuisje door hen zelf opgetrokken. Zij bezaten enkele paarden, koeien, geiten, vliegende honden en een hondertal soorten vogels. Samen regeerden zij meer dan 25 jaar. Banfield was naar het eiland getrok ken toen een dokter hem had ver klaard, dat hij niet langer dan drie maanden nog zou leven. Van de regeering van Queens land wist hij Dunk-Island in eigendom te krijgen en begon toen de wildernis in een behoorlijk land te veranderen. In het vorig jaar vond een bezoeker aan het eiland Banfield als een zeventig jarigen grijsaard met sneeuw witfhaar. Volgens een bericht uit Melbourne heeft mrs. Banfield geweigerd het eiland te verlaten. De kapitein heeft haar een der leden van zijn beman ning, die zich vrijwillig had aange boden toegevoegd. Bouwlegenden. Wij lezen in „het Centrum": Waarschijnlijk hebben? meerdere van onze lezers en lezeressen wel eens een bezoek gebracht aan 's Her togenbosch en aldaar ook de beroem de ,schoone kathedraal van Sint Jan gezien. Evenals zoovele andere groote oude kerken heeft ook zij hare legenden, die waarschijnlijk interessant zijn om aan te hooren. Laat ik u eens enkele kleine trek jes uit die legenden verhalen. Toen de Sint Janskerk gebouwd werd, stroomden de arbeidersgezellen van alle zijde toe, om't heerlijk plan te helpen uitvoeren. Een der bekwaam ste werklieden des middags thuis komende vond, in plaats van keu rige spijs, 'n ketel met vette erwten soep bereid. (Om van te smullen, zou 'k zoo zeggen). Maar onze arbeider was met dit heerlijke kostje niet tevreden. Woedend schopte hij den ketel met erwten door 'thuis en riep: „Is dat eten voor 'n man, die 'n braspenning 6'/4 cent)„daags verdient!" Nog heden ten dage aan de Noordzij der kerk vindt men, tusschen de bogen in den muur, de afbeelding van dien man, mot zijn erwtenketel. U zult wel vreemd opkijken: 6'/4 cent per dag: maar vroeger had 't geld véól meer waarde dan tegen woordig. In onzen tijd moet je'r niet mee aankomen de werklui zou den je vragen, of soms je „bovenka mer" niet erg in orde is. Dat gaat nu eenmaal zooNieuwe tijden nieu we zeden en ook meer geld. 'n Ander staaltje. Tijdens den bouw der kerk, bood zich 'n vreemdeling aan voor 't werk doch de bouwmeesters verwaardig den zich nauwelijks hem te woord te staan. Als-ie echter 'n proef van z'n kunst kon meebrengen, zou men hem aannemen. Alles goed en wel. De vreemde ling voltooide geheel alleen den go- tischen baldakijn voor een beeld, ,to- rensgewijs opgetrokken. 'tWas als'n doorluchtig paleis, bevolkt met een geheel geslacht; alles hangt scheet en draait ineen als een zeehoorn. De gezellen stonden verbaasd. Men bood hem werk aan doch de fiere vreemdeling weigerde; hij verliet de stadmaar schonk zijn werk aan Sint Jan. Nog heden hangt dat stuk aan de Noordzij van den triomfboog. Voorwaar een knap stukje werk Nog wat anders. De Sint Janskerk is gebouwd op 'n moerassigen grond. De fundamenten werden gelegd maar altoos ver zakten ze. Men loofde 'n grooten prijs uit voor hem, die een middel kon aanwijzen om dit ongeval te verhel pen. Een schoenmaker die dicht bij de plaats woonde waar men bouw de meende dat-ie het middel ge vonden had. 's Middags onder het eten, vertelde hij zijn vrouw, hoe hij dat middel ontdekt had men moest de fundamenten leggen op gezouten ossenhuiden. Had de man ru maar zijn geheim niet verteld, terwijl zijn kind een jochie van zeven jaar, daar bij was! Want wat gebeurde't Jon getje was naar bniten geloopen en speelde weldra met eenige vriendjes in den omtrek van 't bouwterrein der kerk. Meteen, nu het ventje weer 't bouwwerk zag, verklapte hij onbe wust het geheim van zijn vader aan zijn kameraadjes. Ongemerkt vertel den dezen het ook over, en men voor kwam den schoenmaker: een ander won den prijs, en zoo kwam het dat de kerk op gezouten ossenhuiden ge sticht werd. Toen de schoenmaker vernam dat zijn kind de oorzaak was van het gebeurde, greep-ie een bierkan en sloeg het knaapje den schedel in. Nog wijst men een gebeeldhouw- den steen in den muur der kerk aan, als 't graf van dit kind. (De steen behoort echter historisch tot het graf eener abdis). Als ge nog eens ooit in den Bosch komt, moet ge maar eens naar een en ander in de Sint Janskerk gaan kijken. Met genoegen zult ge altijd aan dit bezoek terugdenken! Bestrijding der Amerikaansclie drooglegging. De „Daily Chronicle" doet het ver haal van een Schotseh schip dat zes maanden geleden naar de V. S. ver trokken was met een record lading whisky aan boord, en thans behouden en wel in een Schotsche haven is terug gekeerd, na.... zijn lading ongeveer 300.000 flesschen gelost te hebben. Er was 'n winst gemaakt van 125.000 pond sterling, de moeite van het waag stuk waard dus. Een lid van de bemanning liet zich interviewen door den persman, en ver telde hem, dat met dit schip nog ver scheidene andere vertrokken waren, ook van dek tot kiel vol sterken drank. Onderweg had men zich best gehou den, en geen droppel van het dure goedje in eigen maag gegoten. De reis was voorts zeer voorspoedig ge weest, doch even buiten de gevaar lijke zone" waren enkele schepen van deze whiskyvloot door zeeroo- vers op dit gebied aangevallen, dus hadden zij een zwaren tol moeten betalen. Vanaf deze gevaarlijke pun ten geschiedde het verdere vervoer met snelvarende motorbooten, die in staat waren de patrouille-vaartuigen van de drankwet-autoriteiten over alle afstanden te kloppen. Wel waren er enkele „niet teruggekeerd", doch het overgroote deel van de lading was in den besten welstand overge bracht. De last der ryken. Daar stierf in Londen zoo pas een bijna 70-jarig Engelschman, die voor zijn testament maar even 295 folio bladzijden noodig had De man heette Frank Bibly en was behalve paardenliefhebber ook direc teur van een Stoomboot-Maatschappij Bibly mocht eerst bijna een halven ton aan successie-rechten afschrijven. Hij bestemde f25,000 voor den rouw van echtgenoote en personeel. Ook zijn renpaarden erfde deze, be nevens een jaargeld van 15.000 pond sterling. Wat een rekenarij zal dat voor Bibly zijn geweest! Do ridders van Columbus te Home. De Romeinsche correspondent van „De Tijd" schrijft 7 Juni. Sedert eenigen tijd hebben de Amerikaansclie ridders propaganda tegen propaganda gesteld en bekampen zij de Amerikaansche methodisten en andere protestanten, die Rome willen protestantiseeren, en op den Monte Mario een tempel wilden bouwen, welke Vaticaan en Sint Pieter zou De „NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT" is voor Roomseh-Katholieken een veilige Gids bij de be spreking van de en houdt hen op de hoogte van wat er in de Katholieke wereld van verre en van nabij omgaat. Daarom,Roomseh-Katholieken van Zeeland, abonneert u op moeten overheerschen. Met dezelfde Amerikaansche methoden worden deze Protestanten nu door de Columbus- ridders bestreden. In een merkwaardige audiëntie door Paus Benedictus aan de Colum- bus-ridders verleend, sprak de Paus over de noodzakelijkheid Rome te behoeden tegen de methodisten-propa- ganda. Voor de ridders was het ver langen des Pausen een wet. De heer E. L. Hearn werd naar Rome gezon den om de leiding der tegen-propa- ganda op zich te nemen. De methodisten lieten niet na vooral in Amerika de Columbus-ridders te beschuldigen voor hunne Romeinsche en Roomsche tegen-propaganda de fondsen te gebruiken welke hen toe gekend werden voor de oud strijders van den grooten oorlog. Het valsche van deze beschuldiging werd duidelijk aan 't licht gesteld en de voor hunne actie te Rome hebben de ridders zon der uitzondering zich met een bijzon dere verplichte bijdrage belast die genoeg zal opleveren om de metho disten te Rome te keeren. Te Rome hebben de Columbus- ridders een centrale zetel opgericht in het midden der stad waar ook de centrale bureaux gevestigd zijn, voor de Columbus-ridders en voor alle andere vreemdelingen of Italianen is ook hier een kring bijgevoegd, met lees- en conversatiezalen, waar Ameri kaansche, Engelsche, Fransche en Italiaansche tijdschriften magazines en dagbladen in overvloed aanwezig zijn. Vreemdelingen die te Rome komen kunnen zich daar (via della Muratte 25) begeven om alle mogelijke en gewenschte inlichtingen te bekomen over hotels, pensions, de beste manier om Rome te bezichtigen, terwijl de Columbus-ridders een aantal bekwame gidsen ter beschikking hebben. Hierin volgen de ridders ook de Ymea na, die zich als 't ware het monopolie verschaft hadden van het gidsen van vreemdelingen in de Eeuwige Stad vooral die van Engelsche taal, tot groot voordeel van hunne vereeniging. Om de Romeinsche kinderen te vrijwaren tegen de methodistische propaganda, hebben de Columbus- ridders vooral in de drukke volks wijken terreinen aangekocht die voor gymnastiek- en speelzalen, baden, muziekzalen, studeervertrekken enz. enz. worden ingericht. Reeds twee van deze inrichtingen naderen hunne voltooing, een nabij Sint Pieter dicht bij het zeer drukke volksstadgedeelte van de Porta Cavallegeri, waarvoor de Paus het terrein afstond, alsmede een in ruinen vallende kapel. Deze laatste van S. Salvatore in Oxibus wordt geheel door Italiaansche kunstenaars op kosten der Columbus- ridders hersteld en zal dienen voor de jongens, terwijl een andere kapel gebouwd wordt voor de meisjes. Een groote speelplaats voorzien van de modernste Amerikaansche speeltuigen zal de kinderen wel in menigte trekken. Een tweede dergelijke inrichting verrijst in de volksbuurt van San Lorenzo, waar de methodisten duizen den en duizenden uitgaven om de kinderen der arbeidersbevolking te lokken. Binnenkort zullen ook daar de Columbus-ridders hunne inrich tingen openen en de Amerikaansche methodisten-propaganda met Ameri kaansche middelen bekampen. Twee dergelijke inrichtingen in andere stadsgedeelten zijn in voor bereiding. Aan de Columbus-ridders is het verder te danken dat de plannen der methodisten omtrent den Monte Mario, waarover reeds vroeger hier sprake was, bekend werden en de algemeene verontwaardiging in de pers en de openbare meening verwekten. Zeer waarschijnlijk zal nu van die grootsche protestantsche onderneming een tempel grooter dan Sint Pieter, en een wereldcentrum voor de protes tantsche propaganda niets meer komen. De machtige Amerikaansche ver eeniging der ridders van Columbus telt meer dan een millioen leden. Wood geheehin, is na ook in de trokken gewftden. Een buurnlan van Burrows is nrerklaren, li<|fe Hannah CailadLne iuiee verdwfmeiie, en haar twee Ln een koudlen avond in Decern! ten huize \/an Burrows arriyee boe hij de vrouw het laatst geziei een Zondagavond in Januari 19 niemand anders heeft haar «nndsd: levend gezien. Verschillende bz omstandigheden zijn intusschen Burrows aan/ bet licht geJtomen, den tot het in staat van bescl stallen van Burrows wegens drie' moord. Burrows, die voor het gerei scheen, 'hoorde rechtopstaand, zon tea of "blozen, da beschuldiging keek de jury en bet publiek sti ï«j bewaarde zijn stoïcijnsche kal gedurende het releveeren van de zinnige verdwijning van da vrou twee kinderen en het vinden van raamtcn in de mijnschacht, gelijk ge weken geleden doodkalm geble kjjjhet aanhooren van het verhaal dwijhing van den 4-jarigea, lomn en de tragische ontdekking van in dezelfde schacht. De verklaringen over het o van de overblijfselen der drie ver brachten feiten naar voren, d droevige geschiedenis lol een d .vreemdsoortige maken, welke in len der misdaad zjjn opneleekenc Een buurvrouw van Burrows de, hoe zjj heel in de vroegte of nuarimorgen, nu een drie en jaar geleden, Burrows gezien had klein meisje aan da hand hield, in de riclitjng van Simmondley eenige uren later alleen terug. D had verscheidene malen na de vei /van Hannah Calladine en de kind Burrows gevraagd, waar het di Weven was, doch zij kreeg sle antwoord, dat zij naar huis gegar en dat hij er wel nooit meer iets hooren. Daarna kwam een eekera Mc klaren, dat hij Burrows aan zijn broeder 0;p het station Glossop ha zeggen, dat bij da vtouw „zou k haar, of van kant zou maken, of der in een mijnschacht zou stoppe verklaring maakte Burrows woed zijn verwondering er over uitspra getuige niet dood neerviel, omdat dan leugens vertelde. Mellor hield echter met b staande, dat hij de waarheid spra zijn broeder, als hrj aanwezig v zelfde kon vertellen en nog ee: meer. Toen eindelijk de jury Burrows ran beschuldiging stelde en hg meegedeeld, dat hij zou worden i gehouden, antwoordde hij kali right, Dank u". Tusschen twee gevangenisbean liep Burrows met vasten stap I gereedstaande auto, die hem na: vangenis te Manchester zou ovei De politie had buitengewone V' maatregelen genomen voor da i van. den gevangene wegens de vijl Van (het publiek. De bende vt De beklaagde M. heeft th| bekend. Plem worden een I braken aangerekend. Iloew' gisteren nog te zijnen huize t lende goederen van inbraak af werden gevonden, werd een en een partijtje tafelzilver nc niet gevonden. Na zijn al bekentenis verklaarde M. hetl te hebben begraven in het ij] achter de Doornstraat en hl zilver, op den dag toen X.l poging tot inbraak op den i| werd gegrepen en hij angst -J dekking van het complot k! De Notaris L. A. BETH te Ell woutsdijk zal op voormiddags 11 uur (N. T.) in q herberg van dhr. J. Drijdijk Ovszande, krachtens artikel ,12', B. W. in het openbaar verkoopen: te Ovezande, kad. sectie A Nos. 9: en 613 samen groot 5 A. 35 cJ thans bewoond door dhr. DRIJDIjl voornfiemd. 9492 P. G. W. MOL, Notaris te Blad zal publiek verkoopen op nader te bepalen tijd en .pla voor A. VERBISEN te Lagemierde een in goeden staat zijnde, op besten stand staande bevattende verschillende KAME met daarbij behoorende Schuur, Stal, Tuin, Boo paard, Bouw- en Weilai met daarop wassenden oog alles gelegen in het dorp Lagemie groot ruim 7 H.A. finis te aanvaarden 15 Mf betaling. °VerigenS terstond9^| uit de hand te ko I en ove f betaling. I Inmiddels i L

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 4