:ei Tweede Blad Zalig de Barmhariigen ijzeren Küppersc MA LAROC ZATERDAG 9 JUNI 1923 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland Kerknieuws FEUILLETON Voor onze vrouwen. Luchtvaart Het hoekje van humor. Voor de Keuken. Gemengd Nieuws. Advertentiën. dag 12 Juni Jl lensdag 27 ju erg, Schu en Er? AMERIKA. Internationaal Eucharistisch congres te Chicago. Volgend jaar zal, naar men weet, het 27e Internationale Eucharistische Congres te Amsterdam plaats vinden. Het Amerikaanscheblad „Universe" deelt mede, dat het 28e Internationale Eucharistische Congres te Chicago zal worden gehouden, alwaar reeds vele toebereidselen worden gemaakt. Naar de „Universe" meldt, heeft Z. H. Paus Pius XI de door het be stuur voor de Eucharistische con gressen gedane keuze van Chicago als plaats, waar het XXVIIe Inter nationale Eucharistische Congres in Juni 1926 gehouden zal worden goed gekeurd. Gelijk men zich zal herin neren, werd in 1910 het Eucharistisch Congres te Montreal gehouden. Reeds nu houdt men zich in Chicago bezig met de mogelijkheden voor huis vesting enz. na te gaan, welke de stad voor den te verwachten stroom van bezoekers van het congres biedt. Men rekent thans al met de moge lijkheid, dat er bij gelegenheid van het congres een millioen personen naar Chicago zullen opgaan. De keuze van Chicago, zoo merkt de „Universe" op, werd waarschijnlijk bepaald door zijn centrale ligging en het groot aantal katholieken van het aartsbisdom Chicago, welk aantal 1.150.000 bedraagt. Het aartsbisdom Chicago komt op de tweede plaats, wat grootte der katholieke bevolking betreft, in vergelijking met het aarts bisdom New-York, dat 1.273.292 katho lieken telt. Maar de percentsgewijze verhouding der katholieken tot de overige bevolking is in New-York kleiner dan in Chicago. In de stad Chicago alleen bevinden zich 229 katholieke kerken met een vasten „staf" van geestelijken, terwijl er in het overige deel van het aarts bisdom 116 katholieke kerken met priesters zijn. De merkwaardige stad, die nu op zulk een grooten bloei van het katho licisme binnen haar grenzen kan bogen, was een honderd jaren geleden slechts een soort pleisterplaats voor kooplieden. Oude inwoners der stad weten zich zelfs nog te herinneren, hoe er nog wolven geschoten werden op de plaats, die nu een centrnm van druk zakenleven is. Maar de tegenwoordige stad Chicago is zelfs minder dan 100 jaar oud. Twee-en-vijftig jaar geleden namelijk werd zij haast met den grond gelijk gemaakt door een brand, die haar zoo goed als geheel verwoestte. Nauwe lijks had de ramp plaats gehad, of de ondernemende mannen begonnen onmiddellij keen nog mooier en grootere stad op te bouwen. De stad werd in groote haast opge trokken, zonder mooie versieringen van architectuur, slechts het aan de tegenwoordige bewoners voorafgaande geslacht is met de stadsverfraaiïng begonnen. Er zijn thans schoone ge bouwen zooals Europa ze niet kent. De „Universe" noemt het een ge lukkig voorteeken voor het succes van het Eucharistisch congres, dat de stad Chicago eenige weken geleden een katholieken burgemeester ge kregen heeft. Zijn ambtsperiode duurt vier jaar, zoodat hij dus nog in 1926 aan het bewind zal zijn. Op den derden Zondag na Pinksteren. Epistel I. van den H. Petrus. V. 611. Allerliefsten I vernedert u onder de machtige hand van God, opdat Hij u verhefife ten tijde der bezoeking. Werpt al uwe bekommernis op Hem, want Hij is voor u bezorgd. Leeft matig en waakt; want uw vijand, de 16) o— „Zeg dan aan uwe ouders, dat ze vóór morgenavond met u en uw* zus'^e naar kaap Franpois gaan; ik zou, uwe daal gaarne vergelden, opdat in u de schoone spreuk bewaarheid worde, die ik zoo dikwijls van de Christenen gehoord heb' „Zalig de barmhariigen"', norhthans kap ik me niet begrijpen, waarom gijlieden er met moer naar handelt." Met deze woorden snelde de neger op het bosch aan. Razend rukte de dog aan het touw toeu h'ij zag, dat de slaaf ontkomen was. De knaap vreesde, dat het doorgetrokken zou worden en daarom liep hij nu ook ijlings wegi. Gelukkig bereikte hij de groep hoo rnen waar P. Benedictus en de oude Paul vol bezorgdheid wachten. „Het is aeluKtl" riep hij buiten adem. „Mijn Engelbewaar der heeft me geholpen." „God zij dank, dat ge gezond weer hier zijf. Nu naar huis en niet langs de woning van Fouquier; voor geen geld ter wereld zou ik vannacht onder zijn oogen willen komen. Hij: zal er wel spoedig op uit gaan, duivel, loopt rond, gelijk een brie- schende leeuw, en zoekt wieu hij zal verslindenwederstaat hem, ver sterkt door het geloof; weet dat het zelfde lijden uwe broeders, die in de wereld zijn, trelt. Maar de God van alle genade, die ons door Jesus Christus tot zijne eeuwige glorie heeft ge roepen, zal u, na een kortstondig lijden, zelf volmaken versterken en bevestigen. Hem zij eer en heer schappij in alle eeuwigheid. Amen. Evangelie, Lucas. XV. 110. In dien tijde kwamen tollenaars en zondaars tot Jesus om Hem te hooren. En de Schriftgeleerden en Farizeërs morden, en zeidendeze ontvangt de zondaars, en eet met hen. En Hij zeide hun deze gelijkenisWat mensch is er onder u, die honderd schapen heeft, en, als hij er één van verliest, de negen-en-negentig niet in de woes tijn laat, en gaat naar hetgene ver loren is zoeken, totdat hij het vinde? En als hij het gevonden heeft, neemt hij het met vreugde op zij ne schouderen en, te huis komende, roept hij zijne vrienden en geburen bijeen, en zegt: verheugt u met mij, want ik heb mijn schaap, dat verloren was, weder- gevonden. Ik zeg u, dat even zoo in den hemel meerder vreugde zal zijn over eenen zondaar, die boet vaardigheid doet, dan over negen-en- negentig rechtvaardigen, die geene boetvaardigheid noodig hebben. Of wat vrouw, die tien drachmen heeft, en er ééne van verliest, zal geen licht ontsteken, het huis vegen, nauw keurig zoeken, tot dat zij die weder- vinde En als zij die gevonden heeft, roept zij hare vriendinnen en geburin- nen bijeen, en zegt: verheugt u met mij, want ik heb mijne drachme, die ik verloren had, gevonden. Aldus zeg ik u, zal bij de Engelen Gods vreugde zijn over eenen zondaar, die boetvaardigheid pleegt. De vrouw van denEngelsehcn Premier. Mevrouw Baldwin is een knappe, verstandige en handige vrouw aldus wordt mevrouw Baldwin door een intieme vriendin beschreven, naar de „Evening News" meldt. Er zijn van die vrouwen, tot wie men zich als van zelf sprekend wendt, als men raad noodig heeft. Zulk een vrouw is ook de echtgenoote van den nieuwen Britschen premier. Zij behoort echter geenszins tot dat soort menschen dat te pas en te on pas „goeden raad" geeft. Integendeel Mevrouw Baldwin zal nooit iemand met ongevraagde raadgevingen lastig vallen. Wordt echter haar raad ge vraagd, dan verstrekt zij dien naar eerlijke overtuiging, zonder arglistige bijbedoelingen en met een alom ge waardeerde openhartigheid. Mevrouw Baldwin is een dochter van wijlen E. L. J. Ridsdale van Rottinkdean bij Brighton. Zij werd grootgebracht te zamen met eenige oudere broers. Hieruit is haar zwak voor verschillende takken van sport te verklaren. Vooral op het cricket- veld is zij in haar element. De betrekkelijk jeugdige vrouw van den nieuwen premier is nu reeds grootmoeder. Zij heeft twee gehuwde dochters, die beiden een zoon hebben. De beide zoons van mevrouw Baldwin zijn ongehuwd; de jongste van hen studeert nog te Cambridge. Haar jongste dochter Betty is eveneens nog thuis. Ook in den oorlog heeft mevrouw Baldwin haar „bit" gedaan. Zij stond aan het hoofd van een Roode Kruis-afdeeling in de nabijheid van Stourport, niet ver van haar woning in Worcestershire. Nu haar hulp in dit opzicht gelukkig niet meer noodig is, stelt zij haar groote gaven dikwijls beschikbaar voor lief dadige en sociale doeleinden. En naar de door „EveningNews" geraadpleegde intieme vriendin verklapte, is zij ook een groote steun voor haar man bij diens politieken arbeid. („Centrum") om te zien, wat dat woelend blaffen der honden beduidt; luister eens hoe die dos daarboven zijn kameraad bij de ziederii antwoord geeft." Zoo sprak; Paul en met hun driéën spoedden ze zich langs een omweg naar huis. Onderweg vertelde de knaap,, hoe .hem de verlossing van den slaaf gelukt was. „Er zaten ai wel" honderden muskieten op de wonden van den armen man en een heele zwerm gonsde nog om hem heen. Ik geloof stellig, dat ze hem eer 't nog mor gen was, dood gestoken zouden hebben," zeide George. „Hoe kan iemand toen zoo wreed wezen 1 Denkt ge niet, P. Benedic tus, dat O. L. Heer dien slechten Fouk en Emiel er schrikkelijk voor zal straf fen?" „Wij willen hopen, dat zij zich bekee- ren,'" antwoordde de Capucijn, „anders zou aan hen het woord des Heeren in ver vulling gaan: „Met de maat, waarmede,gil uitmeet, zal ook u w.eder toegemeten worden." Want inderdaad, God' 3traff niets zoo streng als onbarmhartigheid en wreedheid, terwijl van den anderen kant niets zijne rechtvaardigheid zoo gemakke lijk ontwapent als goedertierenheid en me deljjden. Zalig de barmhartigen, want zii zullen barmhartigheid erlangen." „De arme neger, dien ik losmaakte, keil- Een vliegtocht naar do Noordpool. De correspondent te Kristiana der „N. R. Crt." schrijft: Den 25en Juli 1918 aanvaardde Roald Amundsen zijn tocht met de „Maud" met het doel, ergens ten Noordoosten der Nieuw Siberische eilanden, ongeveer 240 kwartmijlen oostelijk van het punt waar de „Fram" onder Nansen in 1893 haar drift be gon, in 't drijfijs te komen en zoo over de Noordpool te drijven. Wij weten, welke moeilijkheden Amundsen ontmoette, die hem noodzaakten twee maal te overwinteren, zoodat hij eerst in 1920 de geheele noordoostpassage volbracht had. Opnieuw verhinderden de ijstoestanden dat de „Maud" in drift kwam, wat dan ook eerst be ginnen kon, toen de „Maud" vast vroor op een punt, ten noordoosten van de Wrangeleilanden op 72 gr. 20 min. N.br., en gelegen in de drift linie der „Jeannette", en dus niet op een noordelijker gelegen punt, als aanvankelijk Amundsen's bedoeling geweest was. Het is dus waarschijnlijk dat de drift van de „Maud" niet veel van die der „Jeannette" en der „Fram" zal verschillen; want al is er een afstand van omstreeks 200 K.M. tus- schen „Jeannette's" westelijke en „Fram's" oostelijke punt, zoo zijn haar koerslinies slechts deelen van een en dezelfde groote west-noord-west gaande driftlinie in den Poolstroom van de Beringstraat naar de Groenlandsche Zee. Nu is de groote vraag, die velen zich stellen, of de „Maud" het punt zal bereiken, waar de „Jeannette" den 13en Juni 1881 op 77 gr. 15 m. N.br., en 155 gr. Oosterlengte door het ijs samengedrukt werd en of de „Maud" dan in de richting drijven zal, die naar men aanneemt, de over blijfselen der „Jeannette" volgden, eri die drie jaar later in het drijfijs bij Julianshaab op de zuidwestkust van Groenland gevonden weruen, dat m.a.w. de drijfrichting van de „Maud" van een west-noordwestelijke richting in een noordelijke zal veranderen. Dat de „Maud" vlak bij de Pool of over de Pool zal komen te drijven, wordt door deskundigen sterk be twijfeld, en ook Amundsen was op die mogelijkheid voorbereid geweest. Zijn eerste plan toch was aan boord van de „Maud" te blijven, en dan wanneer het schip zoo dicht mogelijk de Pool genaderd was, dit met een makker te verlaten en op ski's en met sleden de Pool te bereiken, en van daar over Kaap Columbia op Grant Land en verder over Groen land huiswaarts te keeren. Men weet hoe Amundsen zijn plan veranderde, de „Maud" verliet en besloot van Wainwright op Alaska, bij Kaap Bar row, met den vlieger Omdal de Pool per vliegtuig te bereiken. Het bleek verleden jaar reeds te laat te zijn dit plan nog tot uitvoer te kunnen brengen, en Amundsen besloot zijn vliegtocht tot dit jaar uit te stellen. Het tijdstip, dat hij voor zijn vertrek bestemd heeft nadert. Er was sprake van 20 Juni, maar ook van einde Mei of begin Juni. Ten einde de buitenwereld van zijn vertrek in kennis te stellen heeft Amundsen langs de kust van Wainwright tot het naastbij gelegen radiostation Noorvik, 20 a 30 Eskimo- posten doen oprichten. Deze posten zullen, zoodra Amundsen vertrekt, elkaar door middel van vuren waar schuwen. Op deze wijze kan de mede- deeling van het vertrek in enkele uren naar 't radiostation worden over gebracht, dat omstreeks 400 mijlen van Wainwright verwijderd is. Voor alle zekerheid zal de Eskimo, zoodra hij zijnvuur ontstoken heeft, zich naar het volgende station begeven, om zich te vergewissen of zijn sig naal begrepen is. Hét is van veel belang het juiste tijdstip te weten, waarop Amundsen met zijn tochtgenoot zijn vliegtocht gaat ondernemen, die bij stil weer de Idie spreuk ook,'* zei George, terwiil zii langzamer den heuvel bestegen. „En hij heeft gezegd, dat het hem verwonderde, dat de Christenen er aan geloofden en toch de slaven zóó behandelden. Hij- wil de mij vervolgens overhalen, om met hem te vluchten, want ik zou, bijl hem veiliger zijn dan thuis." „Heeft da kerel dat ge. zegd?" riep Paul, terwijl hij stil bleef staan. „Dan is het toch waar, wat men mompelt. De negers willen hier ook huis gaan houden, en do slaaf, dien we be vrijd hebben is één der saamgezworeuen. Ik heb er haast spijt van, dat we he>m lieten loopen. Tot loon daarvoor zal hij ons ten laatste nog overvallen. Wat heeft hij nog meer gezegd?" „0, Pluto hlafle zoo woedend! en trok zoo hevig aan het touw, dat ik ieder oogenblik vreesde, dat hij het door zou trekken. Daardoor kwam het, dat ik maar half acht sloeg op hetgeen de arme neger nog zei. Hij bedankte me en waarschuwde me, en toen zei bij goed dat ik dit' niet vergeet 1 als ik niet met hem, mee wou gaan, dat wo dan moesten zor»en allen, vader, moeder, Angela, allemaal, Vóór morgenavond naar de stad ta vluchten." „Vóór morgenavond I Hebt ge 't ge hoord, P. Benedictus? Gauw naar h-iis' ongeveer 22 uur zal kimnen duren. Men wil toch daarmede in verband een expeditie organiseeren ten einde de vliegers op hun terugtocht van de Pool eventueel assistentie te ver- leenen. Het initiatief dezer expeditie werd door de luchtvaartvereeniging alhier genomen, die zich tot het departement van Verdediging wendde, met 't ver zoek een paar watervliegtuigen der marine naar het noorden van Spits bergen te zenden, ten einde in samen werking met het marinevaartuig „Farm" de Poolvliegers op het laatste deel van hun tocht eventueel bijstand te verleenen. Men is daarbij van de onderstelling uitgegaan, dat de vlieg tocht alleen onder gunstige weerom standigheden ondernomen zal worden, en dat in het begin van den tocht een absoluut afbreken van het vliegen buitengesloten is. omdat de kansen, dat de motor in het begin zijn diensten zal weigeren minimaal zijn, en omdat een noodlanding met hernieuwden start, na het verrichten eener repa ratie, geen bepaalde risico zou be hoeven op te leveren. De toestand wordt om verschillende redenen anders, wanneer het vliegtuig de Pool gepas seerd is, en de grens van het pakijs benoorden Spitsbergen nadert. De motor is dan zoolang in functie ge weest, dat men met de mogelijkheid dat hij als een gevolg van een ernstige oorzaak zou kunnen stilstaan, rekening moet houden. Men kan evenmin op een constante weersgesteldheid rekenen, waar het een tocht betreft, die zich over zulk een uitgebreid gebied uit strekt. Zou er op dat deel van den tocht mist heerschen, dan zou elke noodlanding een voortzetting van den tocht onmogelijk maken, wanneer de machine onder de landing beschadigd werd. Ten slotte moet men er op voorbereid zijn, dat men onderweg tegenwind kan krijgen, zelfs al waren de weerstoestanden bij het vertrek gunstig, zoodat het vliegtuig bij gebrek aan benzine in de nabijheid van de pakij sgren s van Spitsbergen zou moeten landen. Alsdan zouden de vliegers zich over het ijs per ski naar Spits bergen moeten begeven, en daar het ijs zich in dat jaargetij niet altijd tot vlak bij de kust van Spitsbergen uit strekt, zouden zij hulp noodig hebben. Met het oog op deze mogelijkheid heeft de regeering een voorstel tot een krediet van 60.000 kronen gedaan voor het zenden van een expeditie, bestaande uit twee der beste en krachtigste vliegmachines der marine, twee Hansa-Brandenburgers, ieder voorzien van een motor van 200 paardekracht, waarbij dan het schip „Farm" der marine als moederschip der vliegmachines dienst zou doen. Twee der vliegers die reeds voor deze expeditie uitgekozen waren, de vlieger luitenants Wiig en Geelmuyden (een afstammeling van een Hollandsche familie, die zich in de 17e eeuw in Bergen vestigde) hebben juist eenige dagen geleden bij een vliegongeluk bij Horten het leven verloren, wat het eerste ernstige ongeluk is dat de vliegerafdeeling der Noorsche marine ondervonden heeft. Men kan dit niet als een gelukkig „omen" beschouwen, wat niet weg neemt, dat er zich onmiddellijk een aantal vrijwilligers voor de expeditie aangemeld hebben. Het plan is, dat de expeditie zich naar de noordelijke kust van Spits bergen zal begeven, alwaar het moederschip „Farm" zich zal statio neeren, en kunnen de vliegmachines die 5 uur achtereen kunnen vliegen, tochten van 200 K.M. lengte boven het ijs in het Noordpoolbekken onder nemen. Sommige deskundigen hebben dit plan afgekeurd en vinden het gewaagdzij stellen daarentegen voor een „ballon captif" in verbinding met de „Farm" te gebruiken. Deze ballon zou een hoogte van 2000 meter kun nen bereiken, en met een vaart van 20 knoop door het schip meegevoerd kunnen worden, hij zou op grooten Mijnheer Schlosstaler kan dit bericht peen seconde te vroeg ontvangen." De Capucijn beaamde d-eze woorden van Paul en meer loopend dan wandelend,leg den zij de rest van den weg af. Zij LrofXen Schlosstaler onder de veranda. Hij was niet weinig beangst over hun lang weg blijven. Toen hij vernam, dat zijn zoon tegen den wil des buurmans diens slaaf bevrijd had, schudde hij ontevreden hel hoofd en sprak: „Tater Benedictus, dat hadt u niet moeten toelaten. Hoe hooge lijk ik ook dé wreedheid van Fouuuier afkeur, zoo strijdt het toch evenzeer tegen mijne grondstelling mij met de zaken mijns buurmans te bemoeien. Dat zal ceu leel'ijke geschiedenis worden, vrees ik. -Nu. morgenvroeg ga ik dadelijk Fouuuier oo- zoeken en door hem den dubbelen prijs voor den weggeloopen slaaf aan te bie. den, hoop ik zijn toorn lot bedaren te brengen. 'Pas echter in 't vervolg op, George, dat ge niets doet, wat Fouuuier boos zou kunnen maken." „Och, vader, als u den rug desarmen mans maar gezien had en die duizenden muskieten, die tiem martelden dan zou u den slaaf ook los gesneden nebben." „Mijnheer Schlosstaler, ik moet uw zoon in dit geval volkomen geljjk geven." lrwam P, Benedictus zijn kleinen vrioiil SCHERP. Wijnhandelaar: „Gij hebt in uwe courant mijn wijn aangeprezen, mag ik u voor die reclame een ankertje aanbieden?" Journalist: „Geld ware mij liever, dan kan ik den wijn koopen, daar waar geen reclame noodig is." ONBEWUSTE ZELFCRITIEK. A: Ik hecht niet meer aan 't leven. Men ontmoet overal slechts schurken en gauwdieven. Er is geen enkel eerlijk mensch meer op de wereld." B: „Moed gevat, beste vriend, moed. Zelfkennis is reeds de eerste stap tot beterschap." RUNDERLAPPEN. Een eenvoudige manier om runder lappen heel zacht en smakelijk te krijgen is als volgt: de lappen af- wasschen en zouten, dan in een pan doen met op 1 pond iappen, 1 ons fijn*gesneden vet en de helft van een half flesehje bier. Men zet nu een deksel op de pan, die te klein is en er dus een eind inzakt. Daarop legge men schoone doeken en dan de gewone deksel, die de pan afsluit. Nu moeten de lappen heel langzaam en zoetjes gaar smoren ter zij op de kachel. Eenige uren moeten ze zeker staan. De lappen, (als de slager geen te taaie heeft gegeven) zijn dan, heel zacht en de jus is mooi bruin. Er moet geen water bij. Ook kan men runderlappen eerst in de koekepan bruin laten worden in het vet en dan stoven, maar de eerste manier, een ouderwetsche, zal wel bevallen. HUISHOUDELIJKE RAADGEVING. Wanneer in den zomer 't fornuis niet meer lang brandt, kost iedere ketel warm water, die we noodig hebben, gas. Toch is bij 't vaten wasschen warm water noodig. Men raadt aan het kokend aard appelwater niet door den gootsteen te gooien maar iu een pan of teil te gieten en met een deksel of doek toe te dekken, 't Is prachtig voor spoelwater voor alles wat heel vet en vuil is. Ook 't water waarin men bijv. prinsesseboonen kookt kan men voor dit doel gebruiken, 't Kost min der waschwater en minder zeep. afstand gezien worden en men kon daarmede groote uitgestrektheden overzien. De dame, de kinderen en de taseh. Mevrouw C. V., te Rotterdam, was met haar twee jeugdige kinderen bij familie te Den Haag geweest. Toen Zij weer naar Rotterdam terug zou den gaan, vertoefde zij een wijle in de wachtkamer van het station. Mevr. bestelde een kop thee en vroeg den kellner, wien zij een goed fooitje gaf even een oog in 't zeil te willen houden, want ze moest ,'even naar het toillet. Terugkomende, ging zij met haar spruiten naar den intusschen gereedstaanden trein, zocht een plaatsje en hoopte nu maar, dat de dienstbode op tijd aan het station zou zijn. Terwijl zij zoo werktuigelijk op haar armbandhorloge kijkt, of de trein nog niet moet vertrekken, bemerkt zij op eens, dat zij haar tasch ver moedelijk in de toiletten heeft laten liggen, deelt dit verschrikt aan een medereiziger mede en verzoekt ook dezen even een oogje in 't zeil te willen houden. Natuurlijk, natuurlijk, mevrouw, ga gerust uw gang maar. De dame wipt den wagen uit en loopt gezwind naar de toiletten terug. ter hulpi „Ieder mensch heeft niet enkd het recht, maar zelfs den plicht, zulk eene barbaarschheid je verhinderen, als hit kan. Ook tegenover de .negers verplicht ons het gebod der naastenliefde. Wiqmoe- ten hen liefhebben als ons zelf, ja als broeders en ledematen van Jezus- Chris tus. „Zalig de barmhariigen" heeft Onze Heer gezegd. Schuif dus alle schuld bij Fouquier maar op den ouden P. Benedic tus, want met mijn goedvinden heeft uw jongen den ongelukkige losgesneden. Ik' zou het zelf gedaan hebben, als de dog, die den slaaf bewaakte, 't mij- niet belet had. George, die den hond kende, durfde het wagen en u moet den moedigen jon gen om zijne menschlievende daad eer prijzen dan laken." „Nu, nu, P. Benedictus, ik erken gaarne zijn goed hart en zijn moed. Van Christe lijk standpunt kunt' gij ook wel geliik heb ben. Dat belet evenwel niet, dat het voor gevallene mij, als naaste gebuur van Fou quier, hoogst onaangenaam is. „Zalig de barmhartigen" 't is allemaal goed en wel; maar, „houdt vrede met uwen buur man" is ook een schoone spreuk. Maar we staan hier veel te lang onder de ve randa; moeder zal binnen met ongerust heid op den jongen wachten."1 (Wordt vervolgd.) i.EUWE ZEEUWSCh de klasse van ^6000 f l'1-''u a-'Irdee ^asse^f 16-00025.000 ggsd© W&S0C A ov non f 1000; zevende klasse f L - |S;fSSMeKt dneja^ oewone inkomsten, maar zuji in dienst z-finde on\vr;"ïfi<fs I vermindering mogen leiden. H Met afwijfcin£ van t wordt voor de in dienst Zijnde de na te noemen gemeentel Mere gemeente genoemde bet Kid- Axel j 1000Biggeke Boschkapelle f 350; Driewegen f2500' Grauw en Langenc 's-Heerenhoek 600Ileinfcens Kcrkwerve f525; Kortgene f8( kerke 1050; Kruiningen f 100 tensdijk f800; Middelburg f36 f1900; Casenisse f600; Ove 1 Scherepnisse f 700; Schore f1400; Stavenisse f775; Du 1 jVlissingen f3600; Waarde f6 Hinge f700; Westdorpe Ï7( f1075; Zaamslag f 1400Zien iZoutelande f 400 en Zuidzandt 1 Al deze regelingen 'Zijn een besluiten van Ged. Staten, wel jl. bij Kon. besluit zijn goedgi Vrijwillige motor- en antom Zeeland. I Bovengenoemde club hieM nit Goes een militaire en te ven datocht.. App dezen tocht, '40 personen piet motor of a.i tocht, ging van Goes na,a,r I waar de maaltip Werd gebrt werden t us sell en' Domburg' en eenige wedstrijden gehouden en eiexrit, ordonnancej-it, Lu; enz R Na beëindiging! dezer wedst ■voor veel enthousiasme besto: Zoute lande, Biggtekferke en naar Goes teruggereden, alwa ^Zoutkeet" .afgestapt werd. De prijzen voor de versc-h: trijden werden als volgt toe» Ordonnancerit: le pr. Serg. 2e pi. Langwerder, 3e pr- Sa R Langzaam rijden (200 M.) V Heden, 9 Juni, 1923 he denkt de heer G. SEMEIJN hij voor 60 JaqpTn on: ,_k in dienst trad. Zijn trouwejfib volijverig 'enstvervulking worden do< I zeer a^Waardeerd. WEp/B. FABERIJ DE JONG ^9 Juni 1923. 9501-1 Notarissen VAN DISS! fen VERHULST te Steenbi op fiam. om 3 uur (N. T$ te 1 „Prins van Oranje"*$rac Toepelijke volmach publiek verkil genaamd „Dageraad", 1133/,0 M® of tonnen vc|| Sche inqting, met staar d wand, Zeilen, Ankers TnMsen, Lieren en --"'het schip behoortl .oeiboot met toebeh ip ligt thans in de tegenover de gebouwt euwschen Voeder en 'andel en is dagelijks gen. |fadere inlichtingen te bel] kantoren van genoemdel Notaris L. A. BETH ti sdijk zal op 11 uur (MET.) t-rg van dhr. J. Jdrijd Inde, krachtens artikel I- in het spenbaar yérkooper kad. sectie A N 6#3samen groot 5 A. bewoond door dhr. DR1 noemd. Ö'-- H. Nanning's EN HELDERBIÜVENDE KINA 2,60 p, f|. bij Apoth. en Dro( 9424

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 4