:ei
Tweede Blad
Zalig de Barmhariigen
ijzeren Küppersc
MA LAROC
ZATERDAG 9 JUNI 1923
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Buitenland
Kerknieuws
FEUILLETON
Voor onze vrouwen.
Luchtvaart
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
Gemengd Nieuws.
Advertentiën.
dag 12 Juni Jl
lensdag 27 ju
erg, Schu
en Er?
AMERIKA.
Internationaal Eucharistisch congres
te Chicago.
Volgend jaar zal, naar men weet,
het 27e Internationale Eucharistische
Congres te Amsterdam plaats vinden.
Het Amerikaanscheblad „Universe"
deelt mede, dat het 28e Internationale
Eucharistische Congres te Chicago
zal worden gehouden, alwaar reeds
vele toebereidselen worden gemaakt.
Naar de „Universe" meldt, heeft
Z. H. Paus Pius XI de door het be
stuur voor de Eucharistische con
gressen gedane keuze van Chicago
als plaats, waar het XXVIIe Inter
nationale Eucharistische Congres in
Juni 1926 gehouden zal worden goed
gekeurd. Gelijk men zich zal herin
neren, werd in 1910 het Eucharistisch
Congres te Montreal gehouden.
Reeds nu houdt men zich in Chicago
bezig met de mogelijkheden voor huis
vesting enz. na te gaan, welke de
stad voor den te verwachten stroom
van bezoekers van het congres biedt.
Men rekent thans al met de moge
lijkheid, dat er bij gelegenheid van
het congres een millioen personen
naar Chicago zullen opgaan.
De keuze van Chicago, zoo merkt
de „Universe" op, werd waarschijnlijk
bepaald door zijn centrale ligging en
het groot aantal katholieken van het
aartsbisdom Chicago, welk aantal
1.150.000 bedraagt. Het aartsbisdom
Chicago komt op de tweede plaats,
wat grootte der katholieke bevolking
betreft, in vergelijking met het aarts
bisdom New-York, dat 1.273.292 katho
lieken telt. Maar de percentsgewijze
verhouding der katholieken tot de
overige bevolking is in New-York
kleiner dan in Chicago.
In de stad Chicago alleen bevinden
zich 229 katholieke kerken met een
vasten „staf" van geestelijken, terwijl
er in het overige deel van het aarts
bisdom 116 katholieke kerken met
priesters zijn.
De merkwaardige stad, die nu op
zulk een grooten bloei van het katho
licisme binnen haar grenzen kan
bogen, was een honderd jaren geleden
slechts een soort pleisterplaats voor
kooplieden. Oude inwoners der stad
weten zich zelfs nog te herinneren,
hoe er nog wolven geschoten werden
op de plaats, die nu een centrnm
van druk zakenleven is.
Maar de tegenwoordige stad Chicago
is zelfs minder dan 100 jaar oud.
Twee-en-vijftig jaar geleden namelijk
werd zij haast met den grond gelijk
gemaakt door een brand, die haar
zoo goed als geheel verwoestte. Nauwe
lijks had de ramp plaats gehad, of
de ondernemende mannen begonnen
onmiddellij keen nog mooier en grootere
stad op te bouwen.
De stad werd in groote haast opge
trokken, zonder mooie versieringen
van architectuur, slechts het aan de
tegenwoordige bewoners voorafgaande
geslacht is met de stadsverfraaiïng
begonnen. Er zijn thans schoone ge
bouwen zooals Europa ze niet kent.
De „Universe" noemt het een ge
lukkig voorteeken voor het succes
van het Eucharistisch congres, dat de
stad Chicago eenige weken geleden
een katholieken burgemeester ge
kregen heeft. Zijn ambtsperiode duurt
vier jaar, zoodat hij dus nog in 1926
aan het bewind zal zijn.
Op den derden Zondag na Pinksteren.
Epistel I. van den H. Petrus. V. 611.
Allerliefsten I vernedert u onder de
machtige hand van God, opdat Hij
u verhefife ten tijde der bezoeking.
Werpt al uwe bekommernis op Hem,
want Hij is voor u bezorgd. Leeft
matig en waakt; want uw vijand, de
16) o—
„Zeg dan aan uwe ouders, dat ze vóór
morgenavond met u en uw* zus'^e naar
kaap Franpois gaan; ik zou, uwe daal
gaarne vergelden, opdat in u de schoone
spreuk bewaarheid worde, die ik zoo
dikwijls van de Christenen gehoord heb'
„Zalig de barmhariigen"', norhthans
kap ik me niet begrijpen, waarom gijlieden
er met moer naar handelt."
Met deze woorden snelde de neger op
het bosch aan.
Razend rukte de dog aan het touw toeu
h'ij zag, dat de slaaf ontkomen was. De
knaap vreesde, dat het doorgetrokken zou
worden en daarom liep hij nu ook ijlings
wegi. Gelukkig bereikte hij de groep hoo
rnen waar P. Benedictus en de oude Paul
vol bezorgdheid wachten. „Het is aeluKtl"
riep hij buiten adem. „Mijn Engelbewaar
der heeft me geholpen."
„God zij dank, dat ge gezond weer hier
zijf. Nu naar huis en niet langs de woning
van Fouquier; voor geen geld ter wereld
zou ik vannacht onder zijn oogen willen
komen. Hij: zal er wel spoedig op uit gaan,
duivel, loopt rond, gelijk een brie-
schende leeuw, en zoekt wieu hij
zal verslindenwederstaat hem, ver
sterkt door het geloof; weet dat het
zelfde lijden uwe broeders, die in de
wereld zijn, trelt. Maar de God van
alle genade, die ons door Jesus Christus
tot zijne eeuwige glorie heeft ge
roepen, zal u, na een kortstondig
lijden, zelf volmaken versterken en
bevestigen. Hem zij eer en heer
schappij in alle eeuwigheid. Amen.
Evangelie, Lucas. XV. 110.
In dien tijde kwamen tollenaars en
zondaars tot Jesus om Hem te hooren.
En de Schriftgeleerden en Farizeërs
morden, en zeidendeze ontvangt de
zondaars, en eet met hen. En Hij
zeide hun deze gelijkenisWat mensch
is er onder u, die honderd schapen
heeft, en, als hij er één van verliest,
de negen-en-negentig niet in de woes
tijn laat, en gaat naar hetgene ver
loren is zoeken, totdat hij het vinde?
En als hij het gevonden heeft, neemt
hij het met vreugde op zij ne schouderen
en, te huis komende, roept hij zijne
vrienden en geburen bijeen, en zegt:
verheugt u met mij, want ik heb mijn
schaap, dat verloren was, weder-
gevonden. Ik zeg u, dat even zoo
in den hemel meerder vreugde zal
zijn over eenen zondaar, die boet
vaardigheid doet, dan over negen-en-
negentig rechtvaardigen, die geene
boetvaardigheid noodig hebben. Of
wat vrouw, die tien drachmen heeft,
en er ééne van verliest, zal geen
licht ontsteken, het huis vegen, nauw
keurig zoeken, tot dat zij die weder-
vinde En als zij die gevonden heeft,
roept zij hare vriendinnen en geburin-
nen bijeen, en zegt: verheugt u met
mij, want ik heb mijne drachme, die
ik verloren had, gevonden. Aldus
zeg ik u, zal bij de Engelen Gods
vreugde zijn over eenen zondaar, die
boetvaardigheid pleegt.
De vrouw van denEngelsehcn Premier.
Mevrouw Baldwin is een knappe,
verstandige en handige vrouw
aldus wordt mevrouw Baldwin door
een intieme vriendin beschreven, naar
de „Evening News" meldt.
Er zijn van die vrouwen, tot wie
men zich als van zelf sprekend
wendt, als men raad noodig heeft.
Zulk een vrouw is ook de echtgenoote
van den nieuwen Britschen premier.
Zij behoort echter geenszins tot dat
soort menschen dat te pas en te on
pas „goeden raad" geeft. Integendeel
Mevrouw Baldwin zal nooit iemand
met ongevraagde raadgevingen lastig
vallen. Wordt echter haar raad ge
vraagd, dan verstrekt zij dien naar
eerlijke overtuiging, zonder arglistige
bijbedoelingen en met een alom ge
waardeerde openhartigheid.
Mevrouw Baldwin is een dochter
van wijlen E. L. J. Ridsdale van
Rottinkdean bij Brighton. Zij werd
grootgebracht te zamen met eenige
oudere broers. Hieruit is haar zwak
voor verschillende takken van sport
te verklaren. Vooral op het cricket-
veld is zij in haar element.
De betrekkelijk jeugdige vrouw
van den nieuwen premier is nu reeds
grootmoeder. Zij heeft twee gehuwde
dochters, die beiden een zoon hebben.
De beide zoons van mevrouw Baldwin
zijn ongehuwd; de jongste van hen
studeert nog te Cambridge. Haar
jongste dochter Betty is eveneens
nog thuis. Ook in den oorlog heeft
mevrouw Baldwin haar „bit" gedaan.
Zij stond aan het hoofd van een
Roode Kruis-afdeeling in de nabijheid
van Stourport, niet ver van haar
woning in Worcestershire. Nu haar
hulp in dit opzicht gelukkig niet
meer noodig is, stelt zij haar groote
gaven dikwijls beschikbaar voor lief
dadige en sociale doeleinden. En naar
de door „EveningNews" geraadpleegde
intieme vriendin verklapte, is zij ook
een groote steun voor haar man bij
diens politieken arbeid. („Centrum")
om te zien, wat dat woelend blaffen der
honden beduidt; luister eens hoe die dos
daarboven zijn kameraad bij de ziederii
antwoord geeft." Zoo sprak; Paul en met
hun driéën spoedden ze zich langs een
omweg naar huis.
Onderweg vertelde de knaap,, hoe .hem
de verlossing van den slaaf gelukt was.
„Er zaten ai wel" honderden muskieten
op de wonden van den armen man en een
heele zwerm gonsde nog om hem heen. Ik
geloof stellig, dat ze hem eer 't nog mor
gen was, dood gestoken zouden hebben,"
zeide George. „Hoe kan iemand toen zoo
wreed wezen 1 Denkt ge niet, P. Benedic
tus, dat O. L. Heer dien slechten Fouk
en Emiel er schrikkelijk voor zal straf
fen?"
„Wij willen hopen, dat zij zich bekee-
ren,'" antwoordde de Capucijn, „anders
zou aan hen het woord des Heeren in ver
vulling gaan: „Met de maat, waarmede,gil
uitmeet, zal ook u w.eder toegemeten
worden." Want inderdaad, God' 3traff
niets zoo streng als onbarmhartigheid en
wreedheid, terwijl van den anderen kant
niets zijne rechtvaardigheid zoo gemakke
lijk ontwapent als goedertierenheid en me
deljjden. Zalig de barmhartigen, want zii
zullen barmhartigheid erlangen."
„De arme neger, dien ik losmaakte, keil-
Een vliegtocht naar do Noordpool.
De correspondent te Kristiana der
„N. R. Crt." schrijft:
Den 25en Juli 1918 aanvaardde
Roald Amundsen zijn tocht met de
„Maud" met het doel, ergens ten
Noordoosten der Nieuw Siberische
eilanden, ongeveer 240 kwartmijlen
oostelijk van het punt waar de „Fram"
onder Nansen in 1893 haar drift be
gon, in 't drijfijs te komen en zoo
over de Noordpool te drijven. Wij
weten, welke moeilijkheden Amundsen
ontmoette, die hem noodzaakten twee
maal te overwinteren, zoodat hij eerst
in 1920 de geheele noordoostpassage
volbracht had. Opnieuw verhinderden
de ijstoestanden dat de „Maud" in
drift kwam, wat dan ook eerst be
ginnen kon, toen de „Maud" vast
vroor op een punt, ten noordoosten
van de Wrangeleilanden op 72 gr.
20 min. N.br., en gelegen in de drift
linie der „Jeannette", en dus niet op
een noordelijker gelegen punt, als
aanvankelijk Amundsen's bedoeling
geweest was. Het is dus waarschijnlijk
dat de drift van de „Maud" niet veel
van die der „Jeannette" en der „Fram"
zal verschillen; want al is er een
afstand van omstreeks 200 K.M. tus-
schen „Jeannette's" westelijke en
„Fram's" oostelijke punt, zoo zijn haar
koerslinies slechts deelen van een en
dezelfde groote west-noord-west gaande
driftlinie in den Poolstroom van de
Beringstraat naar de Groenlandsche
Zee. Nu is de groote vraag, die velen
zich stellen, of de „Maud" het punt
zal bereiken, waar de „Jeannette"
den 13en Juni 1881 op 77 gr. 15 m.
N.br., en 155 gr. Oosterlengte door
het ijs samengedrukt werd en of de
„Maud" dan in de richting drijven
zal, die naar men aanneemt, de over
blijfselen der „Jeannette" volgden, eri
die drie jaar later in het drijfijs bij
Julianshaab op de zuidwestkust van
Groenland gevonden weruen, dat
m.a.w. de drijfrichting van de „Maud"
van een west-noordwestelijke richting
in een noordelijke zal veranderen.
Dat de „Maud" vlak bij de Pool of
over de Pool zal komen te drijven,
wordt door deskundigen sterk be
twijfeld, en ook Amundsen was op
die mogelijkheid voorbereid geweest.
Zijn eerste plan toch was aan boord
van de „Maud" te blijven, en dan
wanneer het schip zoo dicht mogelijk
de Pool genaderd was, dit met een
makker te verlaten en op ski's en
met sleden de Pool te bereiken, en
van daar over Kaap Columbia op
Grant Land en verder over Groen
land huiswaarts te keeren. Men weet
hoe Amundsen zijn plan veranderde,
de „Maud" verliet en besloot van
Wainwright op Alaska, bij Kaap Bar
row, met den vlieger Omdal de Pool
per vliegtuig te bereiken. Het bleek
verleden jaar reeds te laat te zijn dit
plan nog tot uitvoer te kunnen brengen,
en Amundsen besloot zijn vliegtocht
tot dit jaar uit te stellen. Het tijdstip,
dat hij voor zijn vertrek bestemd
heeft nadert. Er was sprake van 20
Juni, maar ook van einde Mei of
begin Juni. Ten einde de buitenwereld
van zijn vertrek in kennis te stellen
heeft Amundsen langs de kust van
Wainwright tot het naastbij gelegen
radiostation Noorvik, 20 a 30 Eskimo-
posten doen oprichten. Deze posten
zullen, zoodra Amundsen vertrekt,
elkaar door middel van vuren waar
schuwen. Op deze wijze kan de mede-
deeling van het vertrek in enkele
uren naar 't radiostation worden over
gebracht, dat omstreeks 400 mijlen
van Wainwright verwijderd is. Voor
alle zekerheid zal de Eskimo, zoodra
hij zijnvuur ontstoken heeft, zich
naar het volgende station begeven,
om zich te vergewissen of zijn sig
naal begrepen is.
Hét is van veel belang het juiste
tijdstip te weten, waarop Amundsen
met zijn tochtgenoot zijn vliegtocht
gaat ondernemen, die bij stil weer
de Idie spreuk ook,'* zei George, terwiil zii
langzamer den heuvel bestegen. „En hij
heeft gezegd, dat het hem verwonderde,
dat de Christenen er aan geloofden en
toch de slaven zóó behandelden. Hij- wil
de mij vervolgens overhalen, om met hem
te vluchten, want ik zou, bijl hem veiliger
zijn dan thuis." „Heeft da kerel dat ge.
zegd?" riep Paul, terwijl hij stil bleef
staan. „Dan is het toch waar, wat men
mompelt. De negers willen hier ook huis
gaan houden, en do slaaf, dien we be
vrijd hebben is één der saamgezworeuen.
Ik heb er haast spijt van, dat we he>m
lieten loopen. Tot loon daarvoor zal hij
ons ten laatste nog overvallen. Wat heeft
hij nog meer gezegd?"
„0, Pluto hlafle zoo woedend! en trok
zoo hevig aan het touw, dat ik ieder
oogenblik vreesde, dat hij het door zou
trekken. Daardoor kwam het, dat ik maar
half acht sloeg op hetgeen de arme neger
nog zei. Hij bedankte me en waarschuwde
me, en toen zei bij goed dat ik dit'
niet vergeet 1 als ik niet met hem, mee
wou gaan, dat wo dan moesten zor»en
allen, vader, moeder, Angela, allemaal,
Vóór morgenavond naar de stad ta
vluchten."
„Vóór morgenavond I Hebt ge 't ge
hoord, P. Benedictus? Gauw naar h-iis'
ongeveer 22 uur zal kimnen duren.
Men wil toch daarmede in verband
een expeditie organiseeren ten einde
de vliegers op hun terugtocht van
de Pool eventueel assistentie te ver-
leenen.
Het initiatief dezer expeditie werd
door de luchtvaartvereeniging alhier
genomen, die zich tot het departement
van Verdediging wendde, met 't ver
zoek een paar watervliegtuigen der
marine naar het noorden van Spits
bergen te zenden, ten einde in samen
werking met het marinevaartuig
„Farm" de Poolvliegers op het laatste
deel van hun tocht eventueel bijstand
te verleenen. Men is daarbij van de
onderstelling uitgegaan, dat de vlieg
tocht alleen onder gunstige weerom
standigheden ondernomen zal worden,
en dat in het begin van den tocht
een absoluut afbreken van het vliegen
buitengesloten is. omdat de kansen,
dat de motor in het begin zijn diensten
zal weigeren minimaal zijn, en omdat
een noodlanding met hernieuwden
start, na het verrichten eener repa
ratie, geen bepaalde risico zou be
hoeven op te leveren. De toestand
wordt om verschillende redenen anders,
wanneer het vliegtuig de Pool gepas
seerd is, en de grens van het pakijs
benoorden Spitsbergen nadert. De
motor is dan zoolang in functie ge
weest, dat men met de mogelijkheid
dat hij als een gevolg van een ernstige
oorzaak zou kunnen stilstaan, rekening
moet houden. Men kan evenmin op een
constante weersgesteldheid rekenen,
waar het een tocht betreft, die zich
over zulk een uitgebreid gebied uit
strekt. Zou er op dat deel van den
tocht mist heerschen, dan zou elke
noodlanding een voortzetting van den
tocht onmogelijk maken, wanneer de
machine onder de landing beschadigd
werd. Ten slotte moet men er op
voorbereid zijn, dat men onderweg
tegenwind kan krijgen, zelfs al waren
de weerstoestanden bij het vertrek
gunstig, zoodat het vliegtuig bij gebrek
aan benzine in de nabijheid van de
pakij sgren s van Spitsbergen zou moeten
landen. Alsdan zouden de vliegers
zich over het ijs per ski naar Spits
bergen moeten begeven, en daar het
ijs zich in dat jaargetij niet altijd tot
vlak bij de kust van Spitsbergen uit
strekt, zouden zij hulp noodig hebben.
Met het oog op deze mogelijkheid
heeft de regeering een voorstel tot
een krediet van 60.000 kronen gedaan
voor het zenden van een expeditie,
bestaande uit twee der beste en
krachtigste vliegmachines der marine,
twee Hansa-Brandenburgers, ieder
voorzien van een motor van 200
paardekracht, waarbij dan het schip
„Farm" der marine als moederschip
der vliegmachines dienst zou doen.
Twee der vliegers die reeds voor deze
expeditie uitgekozen waren, de vlieger
luitenants Wiig en Geelmuyden (een
afstammeling van een Hollandsche
familie, die zich in de 17e eeuw in
Bergen vestigde) hebben juist eenige
dagen geleden bij een vliegongeluk
bij Horten het leven verloren, wat
het eerste ernstige ongeluk is dat de
vliegerafdeeling der Noorsche marine
ondervonden heeft. Men kan dit niet
als een gelukkig „omen" beschouwen,
wat niet weg neemt, dat er zich
onmiddellijk een aantal vrijwilligers
voor de expeditie aangemeld hebben.
Het plan is, dat de expeditie zich
naar de noordelijke kust van Spits
bergen zal begeven, alwaar het
moederschip „Farm" zich zal statio
neeren, en kunnen de vliegmachines
die 5 uur achtereen kunnen vliegen,
tochten van 200 K.M. lengte boven
het ijs in het Noordpoolbekken onder
nemen. Sommige deskundigen hebben
dit plan afgekeurd en vinden het
gewaagdzij stellen daarentegen voor
een „ballon captif" in verbinding met
de „Farm" te gebruiken. Deze ballon
zou een hoogte van 2000 meter kun
nen bereiken, en met een vaart van
20 knoop door het schip meegevoerd
kunnen worden, hij zou op grooten
Mijnheer Schlosstaler kan dit bericht peen
seconde te vroeg ontvangen."
De Capucijn beaamde d-eze woorden van
Paul en meer loopend dan wandelend,leg
den zij de rest van den weg af. Zij LrofXen
Schlosstaler onder de veranda. Hij was
niet weinig beangst over hun lang weg
blijven. Toen hij vernam, dat zijn zoon
tegen den wil des buurmans diens slaaf
bevrijd had, schudde hij ontevreden hel
hoofd en sprak: „Tater Benedictus, dat
hadt u niet moeten toelaten. Hoe hooge
lijk ik ook dé wreedheid van Fouuuier
afkeur, zoo strijdt het toch evenzeer tegen
mijne grondstelling mij met de zaken
mijns buurmans te bemoeien. Dat zal ceu
leel'ijke geschiedenis worden, vrees ik. -Nu.
morgenvroeg ga ik dadelijk Fouuuier oo-
zoeken en door hem den dubbelen prijs
voor den weggeloopen slaaf aan te bie.
den, hoop ik zijn toorn lot bedaren te
brengen. 'Pas echter in 't vervolg op,
George, dat ge niets doet, wat Fouuuier
boos zou kunnen maken."
„Och, vader, als u den rug desarmen
mans maar gezien had en die duizenden
muskieten, die tiem martelden dan zou
u den slaaf ook los gesneden nebben."
„Mijnheer Schlosstaler, ik moet uw
zoon in dit geval volkomen geljjk geven."
lrwam P, Benedictus zijn kleinen vrioiil
SCHERP.
Wijnhandelaar: „Gij hebt in uwe
courant mijn wijn aangeprezen, mag
ik u voor die reclame een ankertje
aanbieden?"
Journalist: „Geld ware mij liever,
dan kan ik den wijn koopen, daar
waar geen reclame noodig is."
ONBEWUSTE ZELFCRITIEK.
A: Ik hecht niet meer aan 't leven.
Men ontmoet overal slechts schurken
en gauwdieven. Er is geen enkel
eerlijk mensch meer op de wereld."
B: „Moed gevat, beste vriend, moed.
Zelfkennis is reeds de eerste stap tot
beterschap."
RUNDERLAPPEN.
Een eenvoudige manier om runder
lappen heel zacht en smakelijk te
krijgen is als volgt: de lappen af-
wasschen en zouten, dan in een pan
doen met op 1 pond iappen, 1 ons
fijn*gesneden vet en de helft van
een half flesehje bier.
Men zet nu een deksel op de pan,
die te klein is en er dus een eind
inzakt. Daarop legge men schoone
doeken en dan de gewone deksel, die
de pan afsluit. Nu moeten de lappen
heel langzaam en zoetjes gaar smoren
ter zij op de kachel. Eenige uren
moeten ze zeker staan. De lappen,
(als de slager geen te taaie heeft
gegeven) zijn dan, heel zacht en de
jus is mooi bruin. Er moet geen
water bij.
Ook kan men runderlappen eerst
in de koekepan bruin laten worden
in het vet en dan stoven, maar de
eerste manier, een ouderwetsche, zal
wel bevallen.
HUISHOUDELIJKE RAADGEVING.
Wanneer in den zomer 't fornuis
niet meer lang brandt, kost iedere
ketel warm water, die we noodig
hebben, gas. Toch is bij 't vaten
wasschen warm water noodig.
Men raadt aan het kokend aard
appelwater niet door den gootsteen
te gooien maar iu een pan of teil te
gieten en met een deksel of doek
toe te dekken, 't Is prachtig voor
spoelwater voor alles wat heel vet
en vuil is. Ook 't water waarin men
bijv. prinsesseboonen kookt kan men
voor dit doel gebruiken, 't Kost min
der waschwater en minder zeep.
afstand gezien worden en men kon
daarmede groote uitgestrektheden
overzien.
De dame, de kinderen en
de taseh.
Mevrouw C. V., te Rotterdam, was
met haar twee jeugdige kinderen bij
familie te Den Haag geweest. Toen
Zij weer naar Rotterdam terug zou
den gaan, vertoefde zij een wijle in
de wachtkamer van het station. Mevr.
bestelde een kop thee en vroeg den
kellner, wien zij een goed fooitje gaf
even een oog in 't zeil te willen
houden, want ze moest ,'even naar
het toillet. Terugkomende, ging zij
met haar spruiten naar den intusschen
gereedstaanden trein, zocht een
plaatsje en hoopte nu maar, dat de
dienstbode op tijd aan het station
zou zijn.
Terwijl zij zoo werktuigelijk op
haar armbandhorloge kijkt, of de trein
nog niet moet vertrekken, bemerkt
zij op eens, dat zij haar tasch ver
moedelijk in de toiletten heeft laten
liggen, deelt dit verschrikt aan een
medereiziger mede en verzoekt ook
dezen even een oogje in 't zeil te
willen houden.
Natuurlijk, natuurlijk, mevrouw,
ga gerust uw gang maar.
De dame wipt den wagen uit en
loopt gezwind naar de toiletten terug.
ter hulpi „Ieder mensch heeft niet enkd
het recht, maar zelfs den plicht, zulk eene
barbaarschheid je verhinderen, als hit
kan. Ook tegenover de .negers verplicht
ons het gebod der naastenliefde. Wiqmoe-
ten hen liefhebben als ons zelf, ja als
broeders en ledematen van Jezus- Chris
tus. „Zalig de barmhariigen" heeft Onze
Heer gezegd. Schuif dus alle schuld bij
Fouquier maar op den ouden P. Benedic
tus, want met mijn goedvinden heeft uw
jongen den ongelukkige losgesneden. Ik'
zou het zelf gedaan hebben, als de dog,
die den slaaf bewaakte, 't mij- niet belet
had. George, die den hond kende, durfde
het wagen en u moet den moedigen jon
gen om zijne menschlievende daad eer
prijzen dan laken."
„Nu, nu, P. Benedictus, ik erken gaarne
zijn goed hart en zijn moed. Van Christe
lijk standpunt kunt' gij ook wel geliik heb
ben. Dat belet evenwel niet, dat het voor
gevallene mij, als naaste gebuur van Fou
quier, hoogst onaangenaam is. „Zalig de
barmhartigen" 't is allemaal goed en
wel; maar, „houdt vrede met uwen buur
man" is ook een schoone spreuk. Maar
we staan hier veel te lang onder de ve
randa; moeder zal binnen met ongerust
heid op den jongen wachten."1
(Wordt vervolgd.)
i.EUWE ZEEUWSCh
de klasse van ^6000 f l'1-''u
a-'Irdee ^asse^f 16-00025.000
ggsd© W&S0C A ov non
f 1000; zevende klasse f L -
|S;fSSMeKt dneja^
oewone inkomsten, maar zuji
in dienst z-finde on\vr;"ïfi<fs
I vermindering mogen leiden.
H Met afwijfcin£ van t
wordt voor de in dienst Zijnde
de na te noemen gemeentel
Mere gemeente genoemde bet
Kid- Axel j 1000Biggeke
Boschkapelle f 350; Driewegen
f2500' Grauw en Langenc
's-Heerenhoek 600Ileinfcens
Kcrkwerve f525; Kortgene f8(
kerke 1050; Kruiningen f 100
tensdijk f800; Middelburg f36
f1900; Casenisse f600; Ove
1 Scherepnisse f 700; Schore
f1400; Stavenisse f775; Du
1 jVlissingen f3600; Waarde f6
Hinge f700; Westdorpe Ï7(
f1075; Zaamslag f 1400Zien
iZoutelande f 400 en Zuidzandt
1 Al deze regelingen 'Zijn een
besluiten van Ged. Staten, wel
jl. bij Kon. besluit zijn goedgi
Vrijwillige motor- en antom
Zeeland.
I Bovengenoemde club hieM
nit Goes een militaire en te ven
datocht.. App dezen tocht,
'40 personen piet motor of a.i
tocht, ging van Goes na,a,r I
waar de maaltip Werd gebrt
werden t us sell en' Domburg' en
eenige wedstrijden gehouden
en eiexrit, ordonnancej-it, Lu;
enz
R Na beëindiging! dezer wedst
■voor veel enthousiasme besto:
Zoute lande, Biggtekferke en
naar Goes teruggereden, alwa
^Zoutkeet" .afgestapt werd.
De prijzen voor de versc-h:
trijden werden als volgt toe»
Ordonnancerit: le pr. Serg.
2e pi. Langwerder, 3e pr- Sa
R Langzaam rijden (200 M.)
V Heden, 9 Juni, 1923 he
denkt de heer
G. SEMEIJN
hij voor 60 JaqpTn on:
,_k in dienst trad.
Zijn trouwejfib volijverig
'enstvervulking worden do<
I zeer a^Waardeerd.
WEp/B. FABERIJ DE JONG
^9 Juni 1923. 9501-1
Notarissen VAN DISS!
fen VERHULST te Steenbi
op
fiam. om 3 uur (N. T$ te
1 „Prins van Oranje"*$rac
Toepelijke volmach
publiek verkil
genaamd „Dageraad",
1133/,0 M® of tonnen vc||
Sche inqting, met staar
d wand, Zeilen, Ankers
TnMsen, Lieren en
--"'het schip behoortl
.oeiboot met toebeh
ip ligt thans in de
tegenover de gebouwt
euwschen Voeder en
'andel en is dagelijks
gen.
|fadere inlichtingen te bel]
kantoren van genoemdel
Notaris L. A. BETH ti
sdijk zal op
11 uur (MET.)
t-rg van dhr. J. Jdrijd
Inde, krachtens artikel
I- in het
spenbaar yérkooper
kad. sectie A N
6#3samen groot 5 A.
bewoond door dhr. DR1
noemd.
Ö'-- H. Nanning's
EN HELDERBIÜVENDE KINA
2,60 p, f|. bij Apoth. en Dro(
9424