J
ZATERDAG 24 FEBRUARI 192S
Gemengd Nieuws.
ns, de ia^J
ne aad, waatnv
w«rd in I
verslas te W
l een woord vaa I
aan den beeldig.
iGent, die er zej
leen gelijkenis u
Irelief van wiji^
(Ja-oa- hij den o.y3f.
gekend en hem
Jfte stond dan
en de woorden
ster Gratama heb.
niaakt den indruh
Veri. gekenmerVi I
de He;nste kl^i.
Staten 1023.
in Zeeland pla&U I
April, zal men 0j
beaux gebrnik hum
'treksels der «pij,
vorigen jare ?iij
t ten behoeve van
ITwteede Kamer,
st wordt eerst Vaj
1.8.
I
candidaten voor dj
beland "ziijti valgpng
Witte, Middelburg;
|b. Moerland, Vijg.
.eidiiDgen.
Jng lipeft, naar ai*
va Nederlanders ten
vluchtelingen ge»]»,
lullende ondiersdueia
aan de navolgeoife
ïasingiet, eommiaa^
P. van Bouchaufej
van Terneuaeit
[f Warnau, Middels
l»in Elisabeth: mevr.
lij Wilheluuaa Lanp
[erikzee; mevr. dp
en mej. Elisa dfl
koming Albiea't meÜ
(ere, Re.te-anühemeat;
ter van Vliseingen;
peenteaecrietjaris van
Buysrogge, Clingg;
Brouwershaven
oury, Houten isse;
ris te Oostburg-. R
|eester van Middeb
•erd; I. Erasmus,
Idzand.
ie Vereenig ing tel
T. B. O.
Mg)
•Taar Verslag',
loor den eecretaria
g, ;het jaarverslag
■22, wlaaxin hij ooi
aan den afgefcreflcn
J. H. Blum, voor
t belang' der verb
n en zijn spijt ui&
is mogien' gelukken
rom een oandiflstuuï
■e-voorzitter, dr. Van
irenjle de vacature
pe de functie waai»
ei Van Wuesblergh»
irlei omstandigheden
ad.ering kon komen,
naar tot bestuurslid
iris spreekt de hoop
zijne dlrukka werk»
egenhpi.d val vinden
Ibij te wonen. Tegen
de secretaris wegen#
t.b.c.-arts
claoigstelling van d»
agen in het werk iet
JYat eer moeleven
irken, wat meer ba»
a,lgeme.ene Vergade»
gen-heid voor direct
mr en leden, zou het
ten goede komen.
secretaris uitvoerig
de totstandkoming
;g met het rijk in
voor da t. b. c. be»
?holg de oprichting!
'eau.
iet Rijk voor de ge»
l ontvangen f 3000,
000, en bovendien
de nieuwiei organic
telijlk voor rekening
jaar éénmaal plaat#
s-Hecremhoek'.
de Emma-bloemoofri
de Prov. V ereem.
voor het eerst ook
.aanleren
kloten vereenigingea
Het aantal onfier toe'
en bedraagt 542. Er
ongeveer 100 ligten»
den uit hun t. bi. et
een gezonder omga»
■kster, mej. Deelman,
een of meer malen
nd heeft zjf bajhld
cht, hpt persoonlijk
iprek, met den ster»
aansporing, tot hef
vork zijn van groot#
er, den heer A. Cl J»
ihaartsdijk bracht de
'22, waaruit blijkt, dat
angen en uitgegeven,
steeg van f 563,531/»'
at nog moet worde*
ijnde de tweede helft
provincie.
rgelegd de begTooting
e met een eindcijfer
een post onvoorzien
s pro memorie nitg*J
In de oorlogsjaren heeft men de
beteekenis der voeding beter gevoeld
dan ooit tevoren. Maar toch is ook
toen nog bijna niemand er zich vol
komen van bewust geworden, hoe
o-root die beteekenis wel is.
Vraagt men, waarom de mensch
eigenlijk werkt, dan luidt altijd weer
het antwoord: „Om het dagelijksch
brood". Het voedsel, dat is de éénige
eiken dag opnieuw aankloppende
behoefte, waarvoor „gewerkt" moet
worden, in tegenstelling tot lucht en
water. Vrijwel al het werk, dat in
de maatschappij verricht wordt, wordt
dan ook in de alleerste plaats ver
richt ter wille van de voeding, om
den kost te verdienen". De behoefte
aan voedsel is dus de voornaamste
drijfveer van het maatschappelijk
raderwerk; de behoefte aan voedsel
vormt tezamen met de levensmidde
lenvoorziening het fundament der
maatschappij.
Vrijwel alle levensmiddelen zijn
handelsartikelenze nemen de voor
naamste plaats in in den handel van
bjjna ieder land. Dus ook in dat
opzicht zijn ze voor de maatschappij
van enorme beteekenis. De omzet is
reusachtig groot; men mag wel schat
ten, dat de Nederlandsche bevolking
jaarlijks minstens 2 milliard gulden
aan hare voeding ten koste legt.
Maar niet slechts de omzet, doch
ook de concurrentie is zéér groot.
En het doel ook van dézen handel
is natuurlijk niet philanthropic, maar
„winstbejag". Door denfgrooten omzet
werpt reeds een matige vervalsching
een groote winst af, terwijl de con
currentie er bovendien door verge
makkelijkt wordt. En het spreekt dus
wel haast van zelf, dat menig han
delaar en fabrikant, die wegens de
concurrentie niet op eerlijke wijze
den kost meent te kunnen verdienen,
tot vervalsching, of, wat op hetzelfde
neerkomt, misleidende aanduidingen
of aanprijzingen overgaatwaardoor
dan weer vele anderen in diezelfde
fatale richting gedreven worden.
Door die twee zeer krachtige fac
toren, „winstbejag" en „concurrentie"
zou de levensmiddelenhandel dus
voortdurend op verkeerde paden ge
dreven worden, wanneer de keurings
diensten er niet waren om die zijpaden
af te sluiten en den handel op den
rechten weg te houden.
Deze taak der keuringsdiensten is
van buitengewoon groote maatschap
pelijke beteekenis, zoowel finantieel
als moreel.
De finantieele beteekenis wordt
doorgaans ten zeerste onderschat en
wel om de eenvoudige reden, dat het
finantieele voordeel zich niet openbaart
in ontvangsten in klinkende munt,
zooals bij gas-, water-, trambedrijven
enz., maar in een besparing op de
uitgaven, dus in een niet direct zicht
bare verhooging van de koopkracht.
Iedere vervalsching vermindert de
waarde van het bewuste artikel, want
dat is het doel der vervalsching, en
vermindert dus de koopkracht van
den kooper. Wanneer dus in Neder
land jaarlijks 2 milliard gulden aan
voeding wordt besteed, dan zien we,
dat door een gemiddelde vervalsching
van slechts één procent de koop
kracht van het Nederlandsche volk
reeds benadeeld wordt met een bedrag
van f20.000.000.Wanneer men
het finantieele nut der keuringsdien
sten dan ook in guldens zou willen
en kunnen uitdrukken, dan zou men
fabelachtige hooge bedragen moeten
noemen.
Met de moreele beteekenis bedoel
ik, dat door het werk der keurings
diensten een verbetering van de
moraliteit in den levensmiddelenhan
del verkregen is. Vroeger had het
slechts voorbeeld van één fabrikant
of handelaar in den regel ten gevolge
dat meerdere andere zich, weliswaar
vaak zeer tegen hun zin maar uit
kanten wordt er tegen gewaarschuwd,
doch des ondanks laten groote scharen
kinderen zich verlokken tot dat heer
lijke „lekkers". Tegenwoordig is er
een heele handel in. Geregeld komen
er kooplui langs, die zich uitsluitend
met den verkoop van slijkbolletjes
bezig houden, die dan „smakelijk ge
maakt" zijn, door dat men ze gekneed
heeft met dorre blaren en gestolen
dakstroo. Ze kosten nog- 800 a 2000
roebel per stuk. Om er één machtig
te worden, doodde een jongen van
15 jaar zijn vader en moeder.
Die pap van modder en blaren
heet „lebeda". Juist omdat ze al
doodelijk is bij het eerste gebruik,
zijn er nog zoovelen, die er het slacht
offer van worden. Er komt een koop
man in een straat, waar een groote
troep kinderen rondloopt. Weet hij
maar één jongen tot het eten van
lebeda te verlokken, dan zijn binnen
enkele uren al die kinderen gestor
ven. Het kind dat ze het eerst eet,
voelt plotseling dat alle hongerkram-
pen ophouden, hij vertelt aan wie het
maar hooren wil, hoe lekker hij zich
voelt en na eenige oogenbliklten is
er geen jongen en geen meisje meer,
die niet bidt en smeekt om een stukje
zelfbehoud, genoopt zagen het slechte
voorbeeld te volgen. In de vergade
ringen van keuringsdienstdirecteuren
met fabrikanten werd bij bespreking
van bestaande misstanden telkens en
telkens weer vernomen, dat men door
de concurrentie tot die misbruiken
gedwongen was. De eerlijk gezinde
fabrikanten en handelaren hadden
van de knoeiers buitengewoon veel
last, zoowel moreel als finantieelen
het werk der keuringsdiensten is voor
hen dan ook, zooals vaak ronduit is
erkend, in beiderlei opzicht van zeer
groot voordeel gebleken.
Het werk der keuringsdiensten is
dan verder nog van hygiënisch belang,
doordat de verkoop van schadelijke
en bedorven levensmiddelen wordt
tegengegaan en de zindelijkheid en
doelmatigheid bij de winning, berei
ding, behandeling en bewaring van
melk, brood en andere levensmidde
len wordt bevorderd. Ook de bestrij
ding der vervalschingen heeft trou
wens hygiënische beteekenis. Men
mag n.l. gerust aannemen, dat van
de gemiddelde inkomens minstens
de helft, tot wel 60 aan de voe
ding wordt besteed. Door iedere ver
valsching wordt de koopkracht van
den kooper verminderd en iedere
vervalsching, zoowel van levensmid
delen als |van andere levensbehoeften
komt dus voor 50 a 60 ten nadeele
der voeding. Dat is natuurlijk een
nadeel van hygiënischen 'hard.
Het ligt niet in de lijn van dit
artikel door staaltjes van jvervalschin
gen en andere misbruiken een beeld
te, geven, welken omvang dat kwaad
vroeger, toen de keuringsdiensten
begonnen te werken, had aangenomen
Men mag gerust aannemen, dat in
den itegenwoordigen tijd, met zijn
heftig'en strijd om het bestaan en
zijn felle concurrentie, de toestand
zonder het toezicht der keurings
diensten al bijzonder slecht zoif zijn.
Ik hoop door het bovenstaande bij
den lezer voorzoover noodig het be
sef te hebben gewekt, dat de invoe
ring der Warenwet beschouwd moet
worden als een sociale maatregel
van den eersten rang, en dat de
daarmede gepaard gaande uitgaven
(ca. 9 ton ten laste van het Rijk en
evenveel ten laste der gezamenlijke
gemeenten) bijna geheel in het niet
vallen, vergeleken bij de buitenge
woon groote voordeelen. Dat de kosten
niet hooger behoeven te zijn, is
grootendeels toe te schrijven aan de
krachtige preventieve werking, welke
uitgaat van de Warenwet, zoolang de
krachtens deze wet gegeven voor
schriften zorgvuldig door de keurings
diensten gehandhaafd worden. Spaar
zaamheid is goed, maar wanneer men
op deze betrekkelijk zoo geringe
uitgaven wil gaan bezuinigen, dan
kan dit geen gewicht in de schaal
werpen zonder de diensten in de
uitvoering hunner taak ernstig te
belemmeren; en dat is een bezuini
ging aan het verkeerde eind! De in
den aanhef bedoelde gemeente-amb
tenaar heeft waarlijk niet overdreven,
toen hij zeide„Het aan de keurings
diensten ten koste gelegde geld kan
voor geen enkel ander doel beter
besteed worden!"
Onze Warenwet is gelukkig geen
speciale levensmiddelenwet. Ook op
ieder ander gebied van den handel
bestaat n.l. handels-immoraliteit, heb
ben fabrikant en handelaar te lijden
onder unfaire concurrentie, met het
gevolg, dat groote kringen onder hen
daardoor „besmet" zijn, tot groot
nadeel ook van het koopend publiek.
De Warenwet geeft aan de Regeering
de bevoegdheid op ieder gebied van
den handel voorschriften te geven;
moge zij, van die bevoegdheid gebruik
makend, de finantieele en moreele
belangen van steeds ruimer kringen
van den bona-fide-handel in bescher
ming nemen, ten bate van de geheele
lebeda. 't Is een oogenblik genot, ge
kocht voor lange uren onbeschrijfelijk
ljjden. Binnen het uur begint de buik
te zwellen, de maag en ingewanden
zijn volkomen gesloten, ontzettende
benauwdheden volgen, al maar grooter
en spannender wordt de gezwollen
heid, heel het onderlijf wordt uit
elkaar getrokken en ontbonden. Dan
na afschuwelijk kwellende pijnen
volgt een algeheele verstomping en
dolzinnigheid en het gewone einde,
dat men haast niet meer zeggen durft,
is, dat het onderlijf barstend uiteen
spat onder den opstuwenden druk
van verrotting en wormen. Dat is
het ééne soort van voedselwil men
dit niet, dan blijft slechts over
menschenvleesch.
De lijken raapt men zoo gauw moge
lijk op, om ze in stilte te kunnen
eten. Sommige stervenden zijn al
vóór hun dood uitgekozen, om door
een club vrienden verdeeld en in
stukken gesneden te worden. In het
dorp Slavianka deelde een moeder
het lijk van haar 13-jarig dochtertje
in 4 stukken, één voor haar zelve en
de andere drie voor haar drie andere
meisjes. In de streek van Iljinsk
dooden alle moeders hun kinderen,
natie, met uitzondering alleen van
de knoeiers.
Dr. W. P. Hesselink.
K. v. W., Arnhem.
(Overdruk uit liet Weekblad Volksvoeding)
Wij hebben God noodig.
Het was een aandoenlijk verhaal
dat onlangs in „Neue Wege", het
orgaan van de religieuze, maar tevens
tamelijk revolutionnaire socialisten in
Zwitserland, voorkwam, vertelt de
„N. Leidsche Crt.":
Daar was een samenkomst, waar
zeer radicale arbeiders om de tafel
bijeen zaten en spraken, riepen en
schreeuwden over maatschappijver
andering en wereldomzetting en lots
verbetering. Alles in de bekende
socialistische klanken.
Daar heft een der makkers het
gebogen hoofd omhoog en zegt: „Wij
hebben Gods genade noodig!"
Dat goeft opschudding in de samen
komst.
Wie is dat, die dat zegt'?
Ha, men herkent hem; hij is pas
uit de gevangenis ontslagen, waar hij
maandenlang was opgesloten.
Nu is het raadsel opgelost.
De gevangenis-dominee heeft hem
er onder gekregen, roept er één. De
zwartrok heeft hem klein gemaakt.
Maar de man zelf zegt, dat de
verklaring toch wat dieper ligt en
wat ernstiger is.
In de gevangeniscel.... daar was
het zoo stil, doodstil.
Daar, geen jagend werk, geen
ratelende machines. Geen vergade-
ring-geschreeuw, geen snerpende leu
zen, geen gedaver van strijdzangen.
Alleen maar stilte, zware stilte.
En toen in die stille uren was zijn
ziel begonnen te roepen.
Zijn hongerige ziel, die zoo lang
vergeten werd.
Zij was zoo ontstellend leeg.
Hij had zich druk gemaakt over
allerlei problemen; hij had loonactie
gevoerd en eisehen gesteld, hij had
zich opgewonden over stoffelijke goe
deren, maar hij had bij dat alles zijn
ziel vergeten.
En in de hoorbare stilte in de ge
vangenis hoorde hij 't zachte schreien
van zijn verwaarloosde ziel.
In de stille eenzaamheid voelde hij
den honger van zijne ziel
En dan komt de conclusie van het
socialistisch blad„Het aardsclie goed
bevredigt niet; het sociale werk be
vredigt niet. En de Marxistische aan
vat van het sociale vraagstuk „ver
giftigt" en „verpest".
Het is verblijdend dat de oogen
opengaan voor de ellende die de
materialistische wereldbeschouwing-
van de sociaal-democratie met zich
brengt.
Maar dit verhaal leert ons toch ook
iets anders.
Het roept ons, toch niet te vergeten
de zielen van hen die rondom ons
zijn.
Maar ook niet onze eigen zielen.
Het leven is zoo druk.
Wij zijn bezig met véél dienens.
We kennen geen rust.
Altijd zijn we in aciie.
Maar kan het ook zijn dat al dat
gejoel en gewoel en gedruisch oor
zaak is dat wij niet meer hooren het
schreien van onze ziel'? vraagt het
Leidsche blad.
Datwij vergeten, dat we God
noodig hebben: Gods genade?
Schaak-anecdote.
In „De Telegraaf" publiceert
P. v. 't V. een onderhoud met den
oud-wereldkampioen in het schaken
dr. Lasker, die thans weer in ons land
vertoeft. Wij ontleenen aan zijn relaas
het volgende:
omdat zij toch zien, dat zij ze niet
in het leven kunnen houden en boven
dien daardoor zich zeiven voor eenigen
tjjd redden. Te Boegatcheco in het
district van Samara heeft men twee
vrouwen gearresteerd, die een her
berg waren binnengedrongen en daar
twee stervenden met een stok hadden
gedood en gedeeltelijk verslonden.
De vluchtelingen bezitten allemaal
photo's met de afgrijselijke tooneelen
menschenslachterijen, boeren die hun
vróuwen bezig zijn op te eten enz.
Er is uitgebreide handel in men
schenvleesch. In Moskou komt liet in
tonnen „geconserveerd" aan, verschil
lende qualiteiten: jong of oud, eerste
of tweede keus.
Een noodzakelijk gevolg hiervan
is, dat de zelfmoord in de hand ge
werkt wordt en de levenden niet
meer veilig zijn voor hun lotgenooten.
Het is zelfs zoo sterk, dat er zich
heele benden gevormd hebben, om
jacht te maken op het beste en meest
malsche „slachtvee". Dat zijn natuur
lijk op de eerste plaats de kinderen
en daarom moet zoowel bij particu
lieren als in kindertehuizen bij de
bedjes wacht gehouden worden.
D« Sovjatpoüti# staat het eten van
„Het spreek vanzelf, dat over een
man als dr. Lasker, die zooveel heeft
meegemaakt en in zooveel landen is
geweest, vele anecdoten in omloop
zijn. Enkele aardige voorvallen uit
zijn reizen en trekken heeft hij ons
medegedeeld.
Hij woonde destijds in Engeland en
werd eens door een vriend van hem,
een Engelseh geestelijke, uitgenoodigd
te zijnen huize een partijtje te komen
spelen met een plaatselijke grootheid.
Deze kende dr. Lasker niet persoon
lijk en hij werd hem voorgesteld als
„mr. Emanuel". De afspraak met zijn
vriend was nu, dat dr. Lasker abso
luut als een beginner zou spelen en
ondanks zijn schijnbaar hulpelooze
zetten zou winnen. Lasker deed de
gekste dingen op het schaakbord,
zoodat zijn tegenstander werkelijk
meende, dat hij een lam ter slacht
bank leiddeAf en toe moest Lasker
echter ophalen om niet al te veel in
het nadeel te komen en dat deed hij dan
door diepe combinaties ingeleid door
schijnbaar krnkkerige zetten. Zijn
tegenstander verloor enkele malen
op voor hem onverklaarbare wijze.
Hij had pech, zoo meende hij en mr.
Emanuel had den geheelen avond ge
luk. Die bofte met de gekste zetten!
Hoe, dat begreep hij zelf niet.
Dit had hem echter zoodanig ge
prikkeld dat hij Lasker uitdaagde tot
een match.
Toen vond de gastheer het oogen
blik gekomen, om hem maar te zeg
gen hier liever niet aan te beginnen.
Want hij had den geheelen avond
gespeeld met den kampioen van Groot-
Brittannië en Ierland wat Lasker
toen was en zijn verliespunten
waren dus niet zoo oneervol.
Iets dergelijks heeft dr. Lasker ook
eens in een club te Zurich meege
maakt, waar hij weken speelde zon
der dat zijn tegenstanders wisten wie
hij was. Hij deed tot veler verwon
dering de meest bizarre zetten, offer
de bijvoorbeeld zijn dame voor een
pion om een open-toren lijn te krijgen
en wist dan nog te winnen.
Toen men later hoorde, dat het de
wereldkampioen was, heeft men er
natuurlijk braaf om gelachen.
Bekender is het verhaal van den
opsnijder die beweerde den wereld
kampioen in het biljarten, Willy Hoppe,
en den wereldkampioen in het schaken
dr. Lasker, te hebben verslagen.
Toch had de man gelijk! Alleen
vertelde hij er niet bij, dat hij Hoppe
met schaken had overwonnen en
Lasker met biljarten!
Grappig vooral was de ontmoeting
die dr. Lasker eens had in een schaak
club in Duitsehland, waarvan de
kampioen hem uitnoodigde tot een
partijtje. Deze wist ook niet wien hij
voor had en sneed buitengewoon op
over zijn sterkte. Toen dr. Lasker
bovendien nog zwakke openingszetten
deed expres natuurlijk was hij
zoo overtuigd van zijn eigen superiori
teit, dat hij den wereldkampioen
diverse wijze raadgevingen gaf. Hoe
vreemd keek hij op, toen hij lang
zamerhand werd doodgedrukt. Daar
begreep hij niets van. U kunt u zelf
gelukwenschen, mijnheer, dat u mij
heeft overwonnen. Ze noemen mij
hier den „Lasker" van de club. Hoe
de kleine Lasker opkeek toen hij
vernam den grooten Lasker voor zich
te hebben, laat zich indenken!
Ondanks alle overwinningen en
roem behaald in zijn veeljarige
schakersloopbaan, is dr. Lasker een
eenvoudig man gebleven. Hartelijk
en welwillend tegenover ieder, laat
hij zich nooit op zijn kennis voor
staan. Zijn philosophische wereldbe
schouwing heeft hem ten slotte het
schaakspel, hoe mooi het ook moge
zijn, niet als hoofdzaak doen be
schouwen. Een fout van vele schaak
meesters, die meenen dat zonder het
schaakspel de aarde niet zou draaien."
menschenvleesch niet toe en arres
teert zelfs zoo veel mogelijk, wie zich
eraan schuldig maakt. Doch de Sovjet
heeft gemakkelijk spreken, dat het
niet geoorloofd is. Zelf heeft zij nog
geen gebrek aan voedsel, Trotzky
bijv. neemt op zijn reizen altijd een
koe mee in den trein, om voortdurend
versche melk te hebben met een
fijnen bijsmaak, waar hij dol op is.
Dat anderen krimpen van honger,
interesseert hem weinig en als ze zijn
bevelen niet opvolgen als een
moeder, om haar 3 kindertjes te
voeden, hun vader gedood heeft
dan zal hij ze onmiddellijk laten arres
teeren en streng straffen.
Is die door honger verdwaasde
moeder de schuldige of Trotzky?
Meestal worden die buitensporig
heden gedaan in een vlaag van waan
zin of krankzinnigheid, soms echter
is deze gekristalliseerd in do hersenen
en dan is er geen redden meer aan.
Een lid van een hulpcomité komt
op een middag in een boerenhut
een grijsaard ligt daar te sterven
op den grond gezeten naast hem zit
zjjn oude vrouw. Op een vraag of ze
nog iets te eten hebben, jklinkt het
mat uit den mond der vrouw: „Neen,
Tegen uitglijden.
Nu het weer, dat al naar de lengte
neigde, plotseling vernoordpolariseerd
is, leest men herhaaldelijk van onge
lukken, door de besneeuwde en beijsde
straten veroorzaakt. Het is daarom
misschien niet ondienstig (al komt het
misschien te laat) de volgende anti-
uitglijmiddelen bekend te maken:
Men laat een '/2 ons dikke terpen
tijn, 2 ons colophonium, '/2 ons ben
zine, 2'/2 ons spiritus in een flesch
zóólang op een warme plaats staan,
tot de terpentijn en 't colophonium
opgelost zijn. Met dit mengsel be-
strijke men eenige malen de schoen
zolen en laat de vloeistof drogen. De
zolen worden dan stroef en men glijdt
niet uit.
Een ander, zeer eenvoudig middel
wordt aangeboden, t. w. het flink in
smeren van de zolen van de laarzen
met olie. De olie trekt er dadelijk in
zoodat men voor het beschadigen van
zijn tapijten geen vrees hoeft te koes
teren. Maar de wryvingseoëfficient
van 'tleer wordt er door veranderd,
zoodat men ook bij groote gladheid
geheel vaststaat.
Vader kan liet ook wel!
Een koopman te Keulen had een
zoon, die tandarts was. Op zekeren
dag komt een heer binnen, om zijn
kiespijn te laten cureeren. De tand
arts was echter op reis. Vader besloot
toen dat varkentje even zelf te was-
schen, deed vreeselijk bezorg voor
den patiënt, en in 20 minuten boorde
hij hem verschillende gezonde kiezen
stuk om ze te kunnen plombeeren.
Dat werk liet hij zich zwaar betalen,
maar de patiënt was zjjn pijnen niet
kwijt. Met zijn mishandelde kiezen
ging hij naar een echten tandarts,
die de tanden in orde maakte, voor
zoover het ging, en tegen den ander
diende hij een aanklacht in.
Wegens opzettelijk toebrengen van
lichamelijk letsel en bedrog, werd
hij, naar we in de „N. Venl. Ct."
lezen, door de strafkamer veroor
deeld tot acht maanden gevangenis
straf.
Een relaas dat, wat gruweljjkhebl be
treft, (bijna weergaloos schijnt, en dat,
volstrekt geen zwaV. figuur zou maken
in Dante's Hel, vinden wij m de Ameri-
kiaansche bladen. Zondagochtend vröeg
brak brand uit in. het staatsgericht voor
misdadige krankzinnigen op .het Want-
eiland (New York). In de 'drje afdeelingten
van het gesticht dje door de vlammen
geteisterd werden, bevonden zich. honderd-
vijftig personen. Uit den aard dar zaak'
vindt men in zovla gesticht louter ge
grendelde deuren en getraliede ramen. Het
ongeluk wilde dat ie krankzinnigen die
in de bedoelde a&teelingen zaten van
de wildste en gevaarlijke soort waren. Nog
moer van de wijs dan gewoonlijk, en vol
komen verdwaasd "an angst en oiutzet-
ting, gingen zij hevig te keer en toen de
bewakers de deuren openden opi hen ia
veiligheid te brengen, vielen velen «is
wilde beesten op die mannen aan» Maar
in een aantal gevallen waren de redders
te laat en verbrandden d» arme gekken
in hun goed gesloten kooien!
Men vreest dat 22 van de ongelukkige»
levend verbrand zijn, .van elf hunner
zijn reeds de verkoolde overblijfselen ge
borgen. Ook drie vrouwelijke verpleeg
sters kwamen oan.
Terwijl zich deze afschuwelijke toonee
len afspeelden waren de 1800 gekken, die
in andere afdeedingen van het gesticht
opgesloten zaten natuurlijk ook hun toch
al labiel evenwicht kwijt geraakt en ook
in die afdeelingen speelden zjch harre
tooneelen af en kostte het den bewakers
moieite den toestand, baas 'te worden.
Naar thans proefondervindelijk geble
ken is waren de brandhduschmiddeien
op het eiland volkomen onvoldoende v|óór
het doel. Er stond een felle wind die
het vuur aanwakkerde. De brandspuiten
van den vasten wal (Manhattan-eiland)
konden niet op het eiland worden ge
bracht „omdat de veerboot te klein was";
en. de drijvende spuiten komden met hult
stralen de brandende gehouwen niet be
reiken. (N. R.. Crt.)
op 't oogenblik niet, maar Goddank
vanavond is er weer wat." Ze had
alle kinderen en kleinkinderen al
uitgenoodigd voor het maal, dat plaats
had na den dood van vader
De voornaamste reden, waarom de
Communisten zoolang de ijzeren macht
in handen houden, is dezede onbe
schrijfelijke ellende van het Russische
volk.
Zij blijven leven, door den massa-
dood der anderen.
Zij blijven heerschen, omdat er van
uitputting niemand anders heerschen
kan.
Iedere aalmoes, gegeven ter red
ding van Rusland, is tegelijkertijd een
nieuwe steen voor de herrijzing van
stervend Rusland, en een projectiel tot
afbraak van Bolcliewistisch Rusland.
Geeft den hongerenden de noodige
levenskracht weer, ge brengt de Sov
jets tot levenloosheid!
Brengt daar de liefde van Christu»
door gulle naastenliefde, ge brandt
er weg den haat van Satan, die enkel
egoïsme is.
iil
L