J ZATERDAG 24 FEBRUARI 192S Gemengd Nieuws. ns, de ia^J ne aad, waatnv w«rd in I verslas te W l een woord vaa I aan den beeldig. iGent, die er zej leen gelijkenis u Irelief van wiji^ (Ja-oa- hij den o.y3f. gekend en hem Jfte stond dan en de woorden ster Gratama heb. niaakt den indruh Veri. gekenmerVi I de He;nste kl^i. Staten 1023. in Zeeland pla&U I April, zal men 0j beaux gebrnik hum 'treksels der «pij, vorigen jare ?iij t ten behoeve van ITwteede Kamer, st wordt eerst Vaj 1.8. I candidaten voor dj beland "ziijti valgpng Witte, Middelburg; |b. Moerland, Vijg. .eidiiDgen. Jng lipeft, naar ai* va Nederlanders ten vluchtelingen ge»]», lullende ondiersdueia aan de navolgeoife ïasingiet, eommiaa^ P. van Bouchaufej van Terneuaeit [f Warnau, Middels l»in Elisabeth: mevr. lij Wilheluuaa Lanp [erikzee; mevr. dp en mej. Elisa dfl koming Albiea't meÜ (ere, Re.te-anühemeat; ter van Vliseingen; peenteaecrietjaris van Buysrogge, Clingg; Brouwershaven oury, Houten isse; ris te Oostburg-. R |eester van Middeb •erd; I. Erasmus, Idzand. ie Vereenig ing tel T. B. O. Mg) •Taar Verslag', loor den eecretaria g, ;het jaarverslag ■22, wlaaxin hij ooi aan den afgefcreflcn J. H. Blum, voor t belang' der verb n en zijn spijt ui& is mogien' gelukken rom een oandiflstuuï ■e-voorzitter, dr. Van irenjle de vacature pe de functie waai» ei Van Wuesblergh» irlei omstandigheden ad.ering kon komen, naar tot bestuurslid iris spreekt de hoop zijne dlrukka werk» egenhpi.d val vinden Ibij te wonen. Tegen de secretaris wegen# t.b.c.-arts claoigstelling van d» agen in het werk iet JYat eer moeleven irken, wat meer ba» a,lgeme.ene Vergade» gen-heid voor direct mr en leden, zou het ten goede komen. secretaris uitvoerig de totstandkoming ;g met het rijk in voor da t. b. c. be» ?holg de oprichting! 'eau. iet Rijk voor de ge» l ontvangen f 3000, 000, en bovendien de nieuwiei organic telijlk voor rekening jaar éénmaal plaat# s-Hecremhoek'. de Emma-bloemoofri de Prov. V ereem. voor het eerst ook .aanleren kloten vereenigingea Het aantal onfier toe' en bedraagt 542. Er ongeveer 100 ligten» den uit hun t. bi. et een gezonder omga» ■kster, mej. Deelman, een of meer malen nd heeft zjf bajhld cht, hpt persoonlijk iprek, met den ster» aansporing, tot hef vork zijn van groot# er, den heer A. Cl J» ihaartsdijk bracht de '22, waaruit blijkt, dat angen en uitgegeven, steeg van f 563,531/»' at nog moet worde* ijnde de tweede helft provincie. rgelegd de begTooting e met een eindcijfer een post onvoorzien s pro memorie nitg*J In de oorlogsjaren heeft men de beteekenis der voeding beter gevoeld dan ooit tevoren. Maar toch is ook toen nog bijna niemand er zich vol komen van bewust geworden, hoe o-root die beteekenis wel is. Vraagt men, waarom de mensch eigenlijk werkt, dan luidt altijd weer het antwoord: „Om het dagelijksch brood". Het voedsel, dat is de éénige eiken dag opnieuw aankloppende behoefte, waarvoor „gewerkt" moet worden, in tegenstelling tot lucht en water. Vrijwel al het werk, dat in de maatschappij verricht wordt, wordt dan ook in de alleerste plaats ver richt ter wille van de voeding, om den kost te verdienen". De behoefte aan voedsel is dus de voornaamste drijfveer van het maatschappelijk raderwerk; de behoefte aan voedsel vormt tezamen met de levensmidde lenvoorziening het fundament der maatschappij. Vrijwel alle levensmiddelen zijn handelsartikelenze nemen de voor naamste plaats in in den handel van bjjna ieder land. Dus ook in dat opzicht zijn ze voor de maatschappij van enorme beteekenis. De omzet is reusachtig groot; men mag wel schat ten, dat de Nederlandsche bevolking jaarlijks minstens 2 milliard gulden aan hare voeding ten koste legt. Maar niet slechts de omzet, doch ook de concurrentie is zéér groot. En het doel ook van dézen handel is natuurlijk niet philanthropic, maar „winstbejag". Door denfgrooten omzet werpt reeds een matige vervalsching een groote winst af, terwijl de con currentie er bovendien door verge makkelijkt wordt. En het spreekt dus wel haast van zelf, dat menig han delaar en fabrikant, die wegens de concurrentie niet op eerlijke wijze den kost meent te kunnen verdienen, tot vervalsching, of, wat op hetzelfde neerkomt, misleidende aanduidingen of aanprijzingen overgaatwaardoor dan weer vele anderen in diezelfde fatale richting gedreven worden. Door die twee zeer krachtige fac toren, „winstbejag" en „concurrentie" zou de levensmiddelenhandel dus voortdurend op verkeerde paden ge dreven worden, wanneer de keurings diensten er niet waren om die zijpaden af te sluiten en den handel op den rechten weg te houden. Deze taak der keuringsdiensten is van buitengewoon groote maatschap pelijke beteekenis, zoowel finantieel als moreel. De finantieele beteekenis wordt doorgaans ten zeerste onderschat en wel om de eenvoudige reden, dat het finantieele voordeel zich niet openbaart in ontvangsten in klinkende munt, zooals bij gas-, water-, trambedrijven enz., maar in een besparing op de uitgaven, dus in een niet direct zicht bare verhooging van de koopkracht. Iedere vervalsching vermindert de waarde van het bewuste artikel, want dat is het doel der vervalsching, en vermindert dus de koopkracht van den kooper. Wanneer dus in Neder land jaarlijks 2 milliard gulden aan voeding wordt besteed, dan zien we, dat door een gemiddelde vervalsching van slechts één procent de koop kracht van het Nederlandsche volk reeds benadeeld wordt met een bedrag van f20.000.000.Wanneer men het finantieele nut der keuringsdien sten dan ook in guldens zou willen en kunnen uitdrukken, dan zou men fabelachtige hooge bedragen moeten noemen. Met de moreele beteekenis bedoel ik, dat door het werk der keurings diensten een verbetering van de moraliteit in den levensmiddelenhan del verkregen is. Vroeger had het slechts voorbeeld van één fabrikant of handelaar in den regel ten gevolge dat meerdere andere zich, weliswaar vaak zeer tegen hun zin maar uit kanten wordt er tegen gewaarschuwd, doch des ondanks laten groote scharen kinderen zich verlokken tot dat heer lijke „lekkers". Tegenwoordig is er een heele handel in. Geregeld komen er kooplui langs, die zich uitsluitend met den verkoop van slijkbolletjes bezig houden, die dan „smakelijk ge maakt" zijn, door dat men ze gekneed heeft met dorre blaren en gestolen dakstroo. Ze kosten nog- 800 a 2000 roebel per stuk. Om er één machtig te worden, doodde een jongen van 15 jaar zijn vader en moeder. Die pap van modder en blaren heet „lebeda". Juist omdat ze al doodelijk is bij het eerste gebruik, zijn er nog zoovelen, die er het slacht offer van worden. Er komt een koop man in een straat, waar een groote troep kinderen rondloopt. Weet hij maar één jongen tot het eten van lebeda te verlokken, dan zijn binnen enkele uren al die kinderen gestor ven. Het kind dat ze het eerst eet, voelt plotseling dat alle hongerkram- pen ophouden, hij vertelt aan wie het maar hooren wil, hoe lekker hij zich voelt en na eenige oogenbliklten is er geen jongen en geen meisje meer, die niet bidt en smeekt om een stukje zelfbehoud, genoopt zagen het slechte voorbeeld te volgen. In de vergade ringen van keuringsdienstdirecteuren met fabrikanten werd bij bespreking van bestaande misstanden telkens en telkens weer vernomen, dat men door de concurrentie tot die misbruiken gedwongen was. De eerlijk gezinde fabrikanten en handelaren hadden van de knoeiers buitengewoon veel last, zoowel moreel als finantieelen het werk der keuringsdiensten is voor hen dan ook, zooals vaak ronduit is erkend, in beiderlei opzicht van zeer groot voordeel gebleken. Het werk der keuringsdiensten is dan verder nog van hygiënisch belang, doordat de verkoop van schadelijke en bedorven levensmiddelen wordt tegengegaan en de zindelijkheid en doelmatigheid bij de winning, berei ding, behandeling en bewaring van melk, brood en andere levensmidde len wordt bevorderd. Ook de bestrij ding der vervalschingen heeft trou wens hygiënische beteekenis. Men mag n.l. gerust aannemen, dat van de gemiddelde inkomens minstens de helft, tot wel 60 aan de voe ding wordt besteed. Door iedere ver valsching wordt de koopkracht van den kooper verminderd en iedere vervalsching, zoowel van levensmid delen als |van andere levensbehoeften komt dus voor 50 a 60 ten nadeele der voeding. Dat is natuurlijk een nadeel van hygiënischen 'hard. Het ligt niet in de lijn van dit artikel door staaltjes van jvervalschin gen en andere misbruiken een beeld te, geven, welken omvang dat kwaad vroeger, toen de keuringsdiensten begonnen te werken, had aangenomen Men mag gerust aannemen, dat in den itegenwoordigen tijd, met zijn heftig'en strijd om het bestaan en zijn felle concurrentie, de toestand zonder het toezicht der keurings diensten al bijzonder slecht zoif zijn. Ik hoop door het bovenstaande bij den lezer voorzoover noodig het be sef te hebben gewekt, dat de invoe ring der Warenwet beschouwd moet worden als een sociale maatregel van den eersten rang, en dat de daarmede gepaard gaande uitgaven (ca. 9 ton ten laste van het Rijk en evenveel ten laste der gezamenlijke gemeenten) bijna geheel in het niet vallen, vergeleken bij de buitenge woon groote voordeelen. Dat de kosten niet hooger behoeven te zijn, is grootendeels toe te schrijven aan de krachtige preventieve werking, welke uitgaat van de Warenwet, zoolang de krachtens deze wet gegeven voor schriften zorgvuldig door de keurings diensten gehandhaafd worden. Spaar zaamheid is goed, maar wanneer men op deze betrekkelijk zoo geringe uitgaven wil gaan bezuinigen, dan kan dit geen gewicht in de schaal werpen zonder de diensten in de uitvoering hunner taak ernstig te belemmeren; en dat is een bezuini ging aan het verkeerde eind! De in den aanhef bedoelde gemeente-amb tenaar heeft waarlijk niet overdreven, toen hij zeide„Het aan de keurings diensten ten koste gelegde geld kan voor geen enkel ander doel beter besteed worden!" Onze Warenwet is gelukkig geen speciale levensmiddelenwet. Ook op ieder ander gebied van den handel bestaat n.l. handels-immoraliteit, heb ben fabrikant en handelaar te lijden onder unfaire concurrentie, met het gevolg, dat groote kringen onder hen daardoor „besmet" zijn, tot groot nadeel ook van het koopend publiek. De Warenwet geeft aan de Regeering de bevoegdheid op ieder gebied van den handel voorschriften te geven; moge zij, van die bevoegdheid gebruik makend, de finantieele en moreele belangen van steeds ruimer kringen van den bona-fide-handel in bescher ming nemen, ten bate van de geheele lebeda. 't Is een oogenblik genot, ge kocht voor lange uren onbeschrijfelijk ljjden. Binnen het uur begint de buik te zwellen, de maag en ingewanden zijn volkomen gesloten, ontzettende benauwdheden volgen, al maar grooter en spannender wordt de gezwollen heid, heel het onderlijf wordt uit elkaar getrokken en ontbonden. Dan na afschuwelijk kwellende pijnen volgt een algeheele verstomping en dolzinnigheid en het gewone einde, dat men haast niet meer zeggen durft, is, dat het onderlijf barstend uiteen spat onder den opstuwenden druk van verrotting en wormen. Dat is het ééne soort van voedselwil men dit niet, dan blijft slechts over menschenvleesch. De lijken raapt men zoo gauw moge lijk op, om ze in stilte te kunnen eten. Sommige stervenden zijn al vóór hun dood uitgekozen, om door een club vrienden verdeeld en in stukken gesneden te worden. In het dorp Slavianka deelde een moeder het lijk van haar 13-jarig dochtertje in 4 stukken, één voor haar zelve en de andere drie voor haar drie andere meisjes. In de streek van Iljinsk dooden alle moeders hun kinderen, natie, met uitzondering alleen van de knoeiers. Dr. W. P. Hesselink. K. v. W., Arnhem. (Overdruk uit liet Weekblad Volksvoeding) Wij hebben God noodig. Het was een aandoenlijk verhaal dat onlangs in „Neue Wege", het orgaan van de religieuze, maar tevens tamelijk revolutionnaire socialisten in Zwitserland, voorkwam, vertelt de „N. Leidsche Crt.": Daar was een samenkomst, waar zeer radicale arbeiders om de tafel bijeen zaten en spraken, riepen en schreeuwden over maatschappijver andering en wereldomzetting en lots verbetering. Alles in de bekende socialistische klanken. Daar heft een der makkers het gebogen hoofd omhoog en zegt: „Wij hebben Gods genade noodig!" Dat goeft opschudding in de samen komst. Wie is dat, die dat zegt'? Ha, men herkent hem; hij is pas uit de gevangenis ontslagen, waar hij maandenlang was opgesloten. Nu is het raadsel opgelost. De gevangenis-dominee heeft hem er onder gekregen, roept er één. De zwartrok heeft hem klein gemaakt. Maar de man zelf zegt, dat de verklaring toch wat dieper ligt en wat ernstiger is. In de gevangeniscel.... daar was het zoo stil, doodstil. Daar, geen jagend werk, geen ratelende machines. Geen vergade- ring-geschreeuw, geen snerpende leu zen, geen gedaver van strijdzangen. Alleen maar stilte, zware stilte. En toen in die stille uren was zijn ziel begonnen te roepen. Zijn hongerige ziel, die zoo lang vergeten werd. Zij was zoo ontstellend leeg. Hij had zich druk gemaakt over allerlei problemen; hij had loonactie gevoerd en eisehen gesteld, hij had zich opgewonden over stoffelijke goe deren, maar hij had bij dat alles zijn ziel vergeten. En in de hoorbare stilte in de ge vangenis hoorde hij 't zachte schreien van zijn verwaarloosde ziel. In de stille eenzaamheid voelde hij den honger van zijne ziel En dan komt de conclusie van het socialistisch blad„Het aardsclie goed bevredigt niet; het sociale werk be vredigt niet. En de Marxistische aan vat van het sociale vraagstuk „ver giftigt" en „verpest". Het is verblijdend dat de oogen opengaan voor de ellende die de materialistische wereldbeschouwing- van de sociaal-democratie met zich brengt. Maar dit verhaal leert ons toch ook iets anders. Het roept ons, toch niet te vergeten de zielen van hen die rondom ons zijn. Maar ook niet onze eigen zielen. Het leven is zoo druk. Wij zijn bezig met véél dienens. We kennen geen rust. Altijd zijn we in aciie. Maar kan het ook zijn dat al dat gejoel en gewoel en gedruisch oor zaak is dat wij niet meer hooren het schreien van onze ziel'? vraagt het Leidsche blad. Datwij vergeten, dat we God noodig hebben: Gods genade? Schaak-anecdote. In „De Telegraaf" publiceert P. v. 't V. een onderhoud met den oud-wereldkampioen in het schaken dr. Lasker, die thans weer in ons land vertoeft. Wij ontleenen aan zijn relaas het volgende: omdat zij toch zien, dat zij ze niet in het leven kunnen houden en boven dien daardoor zich zeiven voor eenigen tjjd redden. Te Boegatcheco in het district van Samara heeft men twee vrouwen gearresteerd, die een her berg waren binnengedrongen en daar twee stervenden met een stok hadden gedood en gedeeltelijk verslonden. De vluchtelingen bezitten allemaal photo's met de afgrijselijke tooneelen menschenslachterijen, boeren die hun vróuwen bezig zijn op te eten enz. Er is uitgebreide handel in men schenvleesch. In Moskou komt liet in tonnen „geconserveerd" aan, verschil lende qualiteiten: jong of oud, eerste of tweede keus. Een noodzakelijk gevolg hiervan is, dat de zelfmoord in de hand ge werkt wordt en de levenden niet meer veilig zijn voor hun lotgenooten. Het is zelfs zoo sterk, dat er zich heele benden gevormd hebben, om jacht te maken op het beste en meest malsche „slachtvee". Dat zijn natuur lijk op de eerste plaats de kinderen en daarom moet zoowel bij particu lieren als in kindertehuizen bij de bedjes wacht gehouden worden. D« Sovjatpoüti# staat het eten van „Het spreek vanzelf, dat over een man als dr. Lasker, die zooveel heeft meegemaakt en in zooveel landen is geweest, vele anecdoten in omloop zijn. Enkele aardige voorvallen uit zijn reizen en trekken heeft hij ons medegedeeld. Hij woonde destijds in Engeland en werd eens door een vriend van hem, een Engelseh geestelijke, uitgenoodigd te zijnen huize een partijtje te komen spelen met een plaatselijke grootheid. Deze kende dr. Lasker niet persoon lijk en hij werd hem voorgesteld als „mr. Emanuel". De afspraak met zijn vriend was nu, dat dr. Lasker abso luut als een beginner zou spelen en ondanks zijn schijnbaar hulpelooze zetten zou winnen. Lasker deed de gekste dingen op het schaakbord, zoodat zijn tegenstander werkelijk meende, dat hij een lam ter slacht bank leiddeAf en toe moest Lasker echter ophalen om niet al te veel in het nadeel te komen en dat deed hij dan door diepe combinaties ingeleid door schijnbaar krnkkerige zetten. Zijn tegenstander verloor enkele malen op voor hem onverklaarbare wijze. Hij had pech, zoo meende hij en mr. Emanuel had den geheelen avond ge luk. Die bofte met de gekste zetten! Hoe, dat begreep hij zelf niet. Dit had hem echter zoodanig ge prikkeld dat hij Lasker uitdaagde tot een match. Toen vond de gastheer het oogen blik gekomen, om hem maar te zeg gen hier liever niet aan te beginnen. Want hij had den geheelen avond gespeeld met den kampioen van Groot- Brittannië en Ierland wat Lasker toen was en zijn verliespunten waren dus niet zoo oneervol. Iets dergelijks heeft dr. Lasker ook eens in een club te Zurich meege maakt, waar hij weken speelde zon der dat zijn tegenstanders wisten wie hij was. Hij deed tot veler verwon dering de meest bizarre zetten, offer de bijvoorbeeld zijn dame voor een pion om een open-toren lijn te krijgen en wist dan nog te winnen. Toen men later hoorde, dat het de wereldkampioen was, heeft men er natuurlijk braaf om gelachen. Bekender is het verhaal van den opsnijder die beweerde den wereld kampioen in het biljarten, Willy Hoppe, en den wereldkampioen in het schaken dr. Lasker, te hebben verslagen. Toch had de man gelijk! Alleen vertelde hij er niet bij, dat hij Hoppe met schaken had overwonnen en Lasker met biljarten! Grappig vooral was de ontmoeting die dr. Lasker eens had in een schaak club in Duitsehland, waarvan de kampioen hem uitnoodigde tot een partijtje. Deze wist ook niet wien hij voor had en sneed buitengewoon op over zijn sterkte. Toen dr. Lasker bovendien nog zwakke openingszetten deed expres natuurlijk was hij zoo overtuigd van zijn eigen superiori teit, dat hij den wereldkampioen diverse wijze raadgevingen gaf. Hoe vreemd keek hij op, toen hij lang zamerhand werd doodgedrukt. Daar begreep hij niets van. U kunt u zelf gelukwenschen, mijnheer, dat u mij heeft overwonnen. Ze noemen mij hier den „Lasker" van de club. Hoe de kleine Lasker opkeek toen hij vernam den grooten Lasker voor zich te hebben, laat zich indenken! Ondanks alle overwinningen en roem behaald in zijn veeljarige schakersloopbaan, is dr. Lasker een eenvoudig man gebleven. Hartelijk en welwillend tegenover ieder, laat hij zich nooit op zijn kennis voor staan. Zijn philosophische wereldbe schouwing heeft hem ten slotte het schaakspel, hoe mooi het ook moge zijn, niet als hoofdzaak doen be schouwen. Een fout van vele schaak meesters, die meenen dat zonder het schaakspel de aarde niet zou draaien." menschenvleesch niet toe en arres teert zelfs zoo veel mogelijk, wie zich eraan schuldig maakt. Doch de Sovjet heeft gemakkelijk spreken, dat het niet geoorloofd is. Zelf heeft zij nog geen gebrek aan voedsel, Trotzky bijv. neemt op zijn reizen altijd een koe mee in den trein, om voortdurend versche melk te hebben met een fijnen bijsmaak, waar hij dol op is. Dat anderen krimpen van honger, interesseert hem weinig en als ze zijn bevelen niet opvolgen als een moeder, om haar 3 kindertjes te voeden, hun vader gedood heeft dan zal hij ze onmiddellijk laten arres teeren en streng straffen. Is die door honger verdwaasde moeder de schuldige of Trotzky? Meestal worden die buitensporig heden gedaan in een vlaag van waan zin of krankzinnigheid, soms echter is deze gekristalliseerd in do hersenen en dan is er geen redden meer aan. Een lid van een hulpcomité komt op een middag in een boerenhut een grijsaard ligt daar te sterven op den grond gezeten naast hem zit zjjn oude vrouw. Op een vraag of ze nog iets te eten hebben, jklinkt het mat uit den mond der vrouw: „Neen, Tegen uitglijden. Nu het weer, dat al naar de lengte neigde, plotseling vernoordpolariseerd is, leest men herhaaldelijk van onge lukken, door de besneeuwde en beijsde straten veroorzaakt. Het is daarom misschien niet ondienstig (al komt het misschien te laat) de volgende anti- uitglijmiddelen bekend te maken: Men laat een '/2 ons dikke terpen tijn, 2 ons colophonium, '/2 ons ben zine, 2'/2 ons spiritus in een flesch zóólang op een warme plaats staan, tot de terpentijn en 't colophonium opgelost zijn. Met dit mengsel be- strijke men eenige malen de schoen zolen en laat de vloeistof drogen. De zolen worden dan stroef en men glijdt niet uit. Een ander, zeer eenvoudig middel wordt aangeboden, t. w. het flink in smeren van de zolen van de laarzen met olie. De olie trekt er dadelijk in zoodat men voor het beschadigen van zijn tapijten geen vrees hoeft te koes teren. Maar de wryvingseoëfficient van 'tleer wordt er door veranderd, zoodat men ook bij groote gladheid geheel vaststaat. Vader kan liet ook wel! Een koopman te Keulen had een zoon, die tandarts was. Op zekeren dag komt een heer binnen, om zijn kiespijn te laten cureeren. De tand arts was echter op reis. Vader besloot toen dat varkentje even zelf te was- schen, deed vreeselijk bezorg voor den patiënt, en in 20 minuten boorde hij hem verschillende gezonde kiezen stuk om ze te kunnen plombeeren. Dat werk liet hij zich zwaar betalen, maar de patiënt was zjjn pijnen niet kwijt. Met zijn mishandelde kiezen ging hij naar een echten tandarts, die de tanden in orde maakte, voor zoover het ging, en tegen den ander diende hij een aanklacht in. Wegens opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel en bedrog, werd hij, naar we in de „N. Venl. Ct." lezen, door de strafkamer veroor deeld tot acht maanden gevangenis straf. Een relaas dat, wat gruweljjkhebl be treft, (bijna weergaloos schijnt, en dat, volstrekt geen zwaV. figuur zou maken in Dante's Hel, vinden wij m de Ameri- kiaansche bladen. Zondagochtend vröeg brak brand uit in. het staatsgericht voor misdadige krankzinnigen op .het Want- eiland (New York). In de 'drje afdeelingten van het gesticht dje door de vlammen geteisterd werden, bevonden zich. honderd- vijftig personen. Uit den aard dar zaak' vindt men in zovla gesticht louter ge grendelde deuren en getraliede ramen. Het ongeluk wilde dat ie krankzinnigen die in de bedoelde a&teelingen zaten van de wildste en gevaarlijke soort waren. Nog moer van de wijs dan gewoonlijk, en vol komen verdwaasd "an angst en oiutzet- ting, gingen zij hevig te keer en toen de bewakers de deuren openden opi hen ia veiligheid te brengen, vielen velen «is wilde beesten op die mannen aan» Maar in een aantal gevallen waren de redders te laat en verbrandden d» arme gekken in hun goed gesloten kooien! Men vreest dat 22 van de ongelukkige» levend verbrand zijn, .van elf hunner zijn reeds de verkoolde overblijfselen ge borgen. Ook drie vrouwelijke verpleeg sters kwamen oan. Terwijl zich deze afschuwelijke toonee len afspeelden waren de 1800 gekken, die in andere afdeedingen van het gesticht opgesloten zaten natuurlijk ook hun toch al labiel evenwicht kwijt geraakt en ook in die afdeelingen speelden zjch harre tooneelen af en kostte het den bewakers moieite den toestand, baas 'te worden. Naar thans proefondervindelijk geble ken is waren de brandhduschmiddeien op het eiland volkomen onvoldoende v|óór het doel. Er stond een felle wind die het vuur aanwakkerde. De brandspuiten van den vasten wal (Manhattan-eiland) konden niet op het eiland worden ge bracht „omdat de veerboot te klein was"; en. de drijvende spuiten komden met hult stralen de brandende gehouwen niet be reiken. (N. R.. Crt.) op 't oogenblik niet, maar Goddank vanavond is er weer wat." Ze had alle kinderen en kleinkinderen al uitgenoodigd voor het maal, dat plaats had na den dood van vader De voornaamste reden, waarom de Communisten zoolang de ijzeren macht in handen houden, is dezede onbe schrijfelijke ellende van het Russische volk. Zij blijven leven, door den massa- dood der anderen. Zij blijven heerschen, omdat er van uitputting niemand anders heerschen kan. Iedere aalmoes, gegeven ter red ding van Rusland, is tegelijkertijd een nieuwe steen voor de herrijzing van stervend Rusland, en een projectiel tot afbraak van Bolcliewistisch Rusland. Geeft den hongerenden de noodige levenskracht weer, ge brengt de Sov jets tot levenloosheid! Brengt daar de liefde van Christu» door gulle naastenliefde, ge brandt er weg den haat van Satan, die enkel egoïsme is. iil L

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 3