WderwIjs.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1823
Uit de Pers
Gemengd Nieuws.
„Moet ik u dat zeggen'? Welnu
dan: U is, zeide Zijne Heiligheid, de
gewichtigste presidente, omdat u is
de voorzitster van alle R.-K. Vrouwen
organisaties. Het bleek mij ook al
spoedig, dat de Paus voortreffelijk
op de hoogte was van de vrouwen
beweging in de geheele wereld, ook
van de niet-katholieke. En speciaal
informeerde Hij naar Holland, dat
zich zeer bizonder mag verheugen
in Zijne hartelijke belangstelling.
Het was werkelijk een hooge onder
scheiding voor ons, zooals Z. H. over
ons land sprak. En het bleek mij nu
ook, dat reeds vóór het groote Inter
nationale Congres, dat verleden jaar
Mei te Rome werd gehouden, bij den
H. Vader het plan vaststond, aan
Nederland het voorzitterschap van
de Internationale Unie toe te ver
trouwen en wel op grond van de
deugdelijkheid der Nederlandsche
organisatie."
„Van welke nationaliteit was uw
voorgangster, Mevrouw?"
„Mijn voorgangster was een Pool-
sche, gravin Wodzicka, die woont te
Kralcau, en sinds 1913 de presiden-
tiëele functie had waargenomen.
Mevrouw Wodzicka dankte indertijd
hare benoeming aan het feit, dat zij
op het Congres te Londen in genoemd
jaar zoo principieel katholiek was op
getreden. Zij werd toen de eerste
Presidente, door den Paus-zelf aan
gewezen, want vroeger werd, zooals
u bekend zal zijn, de Voorzitster be
noemd door het Congres. In 1913
zijn toen ook de Statuten onzer Inter
nationale Organisatie door Rome goed
gekeurd, nadat er door den toenmaligen
Paus Pius X tamelijk ingrijpende
veranderingen in waren aangebracht."
„Mag ik vragen, welke onderwer
pen door U met den H. Vader be
sproken werden?"
„Op de eerste plaats hot punt van
samenwerking met de internationale
neutrale Vrouwen-organisaties, als de
„International Women Suffrage Al
liance" en de „Conseil international
des Femmes" Wij hadden reeds dik
werf aanvragen of uitnoodigingen
gekregen tot samenwerking met die
lichamen, ook van de zijde der natio
nale afdeelingen. En nu had ons
Bureau, om deze zaak tot volkomen
oplossing te brengen, een besluit, of
formule opgesteld, in overleg met den
Kardinaal protector, Zijne Eminentie
Merry del Val, die daaraan zijne
adhaesie schonk. De II. Vader heeft
mij duidelijk gezegd, dat er geen
samenwerking kon zijn, zooals die
door de Neutrale Bonden wordt be'
doeld, on ook waarom niet. Om twee
redenen. Er zou geen bezwaar tegen
bestaan, dat neutrale en andere orga
nisaties samenwerkten met ons en
zich dus ook regelden naar ons; maar
wij behooren ons niet te regelen naar
hen. Wij kunnen niet de leiding van
anderen te aanvaarden en ons als
't ware bij hen aansluiten. Dit is de
eerste reden tegen de samenwerking
en medewerking, welke men van ons
vraagt. De tweede is, dat er in een
zoodanige samenwerking voor ons
nimmer eenig voordeel kan gelegen
zijn. De formule, zooals die was opge
steld en door kard. Merry del Val
goedgekeurd, had dan ook de volle
instemming van den H. Vader; en
Hij gaf er Zijne hooge voldoening
over te kennen, dat de Unie en de
bij haar aangesloten Bonden zich,
overeenkomstig de leer der Kerk, in
principe tegen alle interconfessiona-
lisme en het deelnemen aan de Con
gressen van neutrale, godsdienstilooze
en protestantsche organisaties ver
klaarden en er niet aan dachten zich
bij die organisaties aan te sluiten.
Fusie is per se uitgesloten, en een
officiëele vertegenwoordiging van
onze Unie of vereenigingen op de
samenkomsten onder de leiding dier
organisaties eveneens. Er kan op dit
laatste alleen een uitzondering wor
den gemaakt om de plaatselijke rede
nen en wanneer het gaat om een
bepaald punt of doel, dat ons noodig,
nuttig, of gewenscht zou voorkomen.
Maar in die uitzonderingsgevallen zal
dan de toestemming, of goedkeuring
van het Episcopaat worden vereischt,
hetzij voor een bepaalde vereeniging,
hetzij voor bepaalde personen."
„Is een dergelijk standpunt eigen
lijk niet reeds altijd door U en hier
te lande ingenomen?"
„Inderdaad. En merkwaardig was,
dat de Paus, om de juistheid der
formule aan te toonen, wees op het
voorbeeld der Nederlandsche katho
lieken in den schoolstrijd! Zij hadden
steeds hun eigen bizondere scholen
verlangd en zich tegen 't neutraal
onderwijs verklaard. Derhalve zou
men hier wel gemakkelijk begrijpen,
zeide Z. H., dat ook in de vrouwen
beweging en organisatie de neutrali
teit, of het samengaan met de neutrale
vereenigingen, niet was te aanvaar
den."
„Werden er nog andere onderwer
pen door U met den Paus besproken?"
„Ja, maar die zijn nog niet voor
publiciteit vatbaar. Wel kan ik zeg
gen, dat ze vooral betroffen het meer
naar buiten optreden van de Unie.
En ook bij de bespreking van dat
punt werd ik weer getroffen door de
groote kennis van Zijne Heiligheid,
aangaande de internationale toestan
den. Bijna een half uur mocht ik met
den Paus in gesprek blijven en bij
het afscheid nemen gaf Hij mij nog
een bizonderen zegen voor onze
nationale organisatie, „pour ma chère
Ligue hollandaise", zooals Z. H. zich
uitdrukte."
„Welken indruk maakte de Paus
op
„Een indruk van vaderlijke goed
heid en majesteit, en tevens van
buitengewone rust en klamte. Het is
misschien wat vreemd, dat ik het
zeg, maar Pius XI zou heel goed
een Hollander kunnen zijn. Hij vormt
onder dit opzicht een groote tegen
stelling met Zijn Voorganger, Bene-
dictus XV, die donker van uiterliik,
ook in zijn manier van spreken en
in zijn bewegingen geheel en al het
Zuiden verpersoonlijkte. De tegen
woordige Paus praat langzaam, en
heeft blauwe oogen. Voor 't overige
is Z. H. groot niet maar tamelijk forsch
gebouwd."
In de goede richting.
Het „Limburgsch Dagblad" schrijft:
De Vereeniging van Christelijke
Werkgevers en Groothandelaren heeft
in een vergadering een beginselver
klaring vastgelegd van groote beteeke-
nis.
Allereerst verklaren zij, dat 't parti
culier bedrijf in 't algemeen boven 't
overheidsbedrijf te verkiezen is, het
geen wij volkomen beamen, met dien
verstande, dat o verheidsbedrij venjsom-
wijlen noodzakelijk, somwijlen nuttig
kunnen zijn en dan getolereerd moeten
worden, maar uitsluitend in zooverre
hun noodzakelijkheid of nuttigheid
gebleken of bewezen is.
Voor de vaststelling der arbeids-
en loonvoorwaarden willen deze
werkgevers gebruik maken van de
wederzijsche vakveroenigingen van
werknemers en werkgevers.
Daarnaast moet echter zoo ruim
mogelijk plaats gemaakt worden voor
overleg in de onderneming zelve.
Voor het geven van adviezen in
technische en eommerciëele aange
legenheden kunnen alleen arbeiders
der onderneming in aanmerking
komen.
Wordt deze theorie ooit werkelijk
heid, en waarom niet, dan krijgen
wij dus de ondernemingsraden, waar
H. Hermans zoo vurig en blijkbaar
met succes voor strijdt.
Wie indertijd zoo ijverig in de
weer waren om te verzekeren, dat
hij nooit den werkgever voor zijn
stelsel zou winnen, zullen door de
publicatie van deze beginselverkariug
inzien, dat zij of de stellingen van
H. Hermans niet begrepen hebben,
of zich vergisten in de mentaliteit
der werkgevers, of in het eene én
het andere gelaafd hebben.
Sprekende over het bedrijf in den
zin van het complex der ondernemin
gen erkennen de Christelijke werk
gevers, dat het bij voldoende rijpheid
voor zich zelf regelen moet kunnen
stellen, mits evenwel deze niet in
strijd zijn met de wet en bijzondere
rechten der afzonderlijke onderne
mingen.
H. Hermans zal zich zeer zeker
verheugen over den steun, welke hem
hier geboden wordt.
Zijn stem is niet meer van een
roepende in de woestijn.
Moge zij steeds meer weerklank
vinden.
Een Kroongetuige.
De bekende Amsterdamsche Studen-
tenvereeniging S. L. heeft haar leden
vergast op een rede van den Belgi
sehen socialist E. Vandervelde over
de Nederlandsch-Belgische betrekkin
gen. Vermoedelijk heeft de genoemde
vereeniging gedacht, dat zulk een
rede zou kunnen bijdragen tot ver
betering van die betrekkingen, maar
dan moet men toch zeggen, dat ze
eer het tegendeel heeft bereikt. De
onwaarachtigheid van deze ligt er
boven op, schrijft het „Hbl." terecht:
....De heer Vandervelde zou beweerd
hebben, dat België nooit ten volle de
vruchten van de vrije Schelde heeft
geplukt. De opkomst van Antwerpen
is daar om de buitengewone vrij
moedigheid van deze bewering aan
te toonen. De heer Vandervelde zou
verder hebben beweerd, dat het
politieke accoord van Versailles de
vrijheid van de Schelde, de verdedi
ging van den zak van Limburg en
de opheffing der Belgische onzijdig
heid zou brengen. Indien de heer
Vandervelde hiermede heeft willen
zeggen, dat er in politiek opzicht iets
zou veranderen door het verdrag
en wat bedoelde hij anders? dan
is dit alleen waar voor wat de op
heffing der onzijdigheid belangt. Ten
aanzien van de twee andere punten
is het onwaar. De spreker zou voorts
hebben beweerd, dat België de over
eenkomsten teekende. Onwaar; zijn
gedelegeerden weigerden dit op het
laatste oogenblik. De Nederlanders
zoo zou de heer Vandervelde hebben
gezegd -hebben de Wielingen-
quaestie naar voren gebracht. Onwaar:
dat hebben de Belgen gedaan en hun
gedelegeerden hebben, om die quaestie,
schoon deze volgens hun eigen voor
stel onbeslist was gelaten, op het
laatste oogenblik de onderteekoning
geweigerd. En eindelijk zou de heer
Vandervelde hebben verzekerd, dat
de Belgische regeering er nooit aan
gedacht heeft het Belgische annexio-
nisme te steunen. Het boek van Tardieu
en de mededeelingen van baron Beyens
in „Le Flambeau" hebben het tegen
deel bewezen.
Zulk een reeks van onwaarheden,
die een verslaggever onmogelijk kan
hebben misverstaan, drukken op deze
geheele rede zulk een stempel van
ergerlijke onwaarachtigheid, dat wij
recht hebben om te zeggen: dat is
de allerslechtste manier om het geschil
tusschen de twee landen uit de wereld
te helpen.
Wij moeten er bijvoegen, dat de
vereeniging S. L. iets dergelijks eigen
lijk wel had kunnen verwachten. De
heer Vandervelde immers is, als oud
minister ca gedelegeerde te Versailles,
medeplichtig geweest aan den (ge
lukkig mislukten) aanslag, dien zijn
regeering op ons land heeft beraamd.
Hij kon dus, in het hangende ge
schil slechts „kroongetuige" wezen.
Van de Belgische kroon.
En zulke getuigen plegen niet de
meest betrouwbare te zijn."
„De Tijd".
Onz'c R.-K. Ilocgesfhflol
Dat tót' .bericht, ©enige dagen geleden
ook in onze couranti verschenen, oven:
dat is er een: de sneeuw heeft hem
nog niet geheel bedekt met haar witte
vlokken; dan is hij nog van van
daag! Zou hij gewoon zijn afgevallen
tijdens den tocht of is hij wellicht
vanmorgen blijven liggen, toen zijn
makkers hun kampement in de koude
weer opbraden Wat komt het er op
aan? Hier en daar verspreid in de
sneeuw liggen stukken kleeren en
zelfs bloed en vleeschomdat de
wolven en wilde honden honger had
den en hier iets vonden, wat van hun
gading was. Ook overal raven in de
buurt, die meepikken!
Dat is de eerste ontmoeting, de
eerste kennismaking met Rusland van
uit den trein, 't Is voor iemand, die
nooit zoo iets gezien heeft om te rillen,
maar spoedig zal hij wel aangegrepen
worden door nieuwe ontroering, die
hem nog meer doet begrijpen. Dan
valt het eerste niet meer op
Moskou, het middelpunt der indus
trie, de zetel van het Panslavisme,
de wereldstad van anderhalf millioen
inwoners! Moskou is op 't oogenblik
■den spoedigiÈtt aanpak' v,an de vestiging
onze Ri-K. Universiteit! allerWeg-e in de
RoomS-che pers een gunstig onttjhaal vond
spreekt Van zelfs Zoo schrijft) „De Resi
dentiebode"
„Nu de jarenlange strijd om de plaats
Van vestiging ten gunste van Nijmegen
beslist is, kan de actie gestaakt wordenj
We kunnen ons overtuigd houden, dat al
le omstandigheden, gewikt! en gewogen
zijn en dat Nijmegen de voorkeur ver
dient. Alle Katholieken zulen zich nn bij
liet besluit! van bet DoorL Episcopaat
gaarne neerleggen en de haogeschool steu
nen, als stond ze in bun eigen gemeente.
Do plaats waar, is 'ten slotte bijzaak)
Het groote belang der universiteit, waar
dan ook, steekt 'tóni-elhpogi iboven alles
uiL Dat nog, groote offers glevgaag'd guL
len worden, heeft men, zoo men daar nog
niet van cvertuigld was, Zaterdag nog
kunnen zien. Maar onze Bisschoppen kun?
nen zich overtuigd houden dat die offers
met graagte gebracht zullen wiordoa.;"
D ©„Nieuwe Tilburgsch'e Courant"
„Katholieke geleerden zullen worden
gevormd, Katholieke geleerden zullen zich
aan de wetensckap geheel kunnen wijden
onzie ooitkomende intellectueelen zullen
aan den directen invloed der ongeloovige
opleiding- worden onttrokken; Het is on
berekenbaar hoeveel dat alles te betee-
kenen zal hebben. Men kan zelfs bewe-
ren, dat bet een Katholieke Wereldevene-
m'ent is. Zoo -goed ills b.v d-e Katholieke
Universiteiten van Leuven en Fre-burg
een versterking- béteekenen der Katho
lieke Wereldgedachte, zoo goed zal dat' hef
geval zijn met de hoogeschool van Nijme-
gen3
Er is dus voor db Katholieken van ons
land alle reden zich er over teverheugen,
dat de opening van de Katholieke Univer
siteit weldra een geschiedkundig feit zal
zijnv Ook omdat, zij blijkbaar Sterk ge
noeg! zijn om zulk' een wetenschappe
lijk centrum, tot stand te brengen,""
„Het Huisgezin"- wil spoedig: Naai
de voltooiing!"
„De onvolledige universiteit blijft da
meest gew.enschltte -en meest noodige dee-
Ien de woordc-a zijn van den Aarts
bisschop missen;
De wet vordert, dat bet aantal facul
teiten na. 25 jaar Wet een vierde (de wis-
en natuurkundige) en na 50 jaar niét
een vijfde (de medische) zal worden uit-
gebreid-,
Met deze 'termijnen kan Katholiek Ne
derland geen genoegen nemen.:
Het zou te kort schieten, indien' tót
een halve eeuw op een volledige katho-
leike unverisjtelti liet wachten.
Het Ware -ook inconsequent: men acht
oen eigen universiteit noodig, anders ware
men aan het werk niet begonnen, cn zou
het weer van de lakschheid getuigen
indien men een deel onzer jongelingscnap
het voordeel en helt voorrecht van een-
katholieke vorming verschaffend, een an
der deel voor vrijwel onafzienbaren tijd
Van dat voorrecht' verstoken liet, jui-st',
het deel, dalt daaraan allereerst behoef
te heeft,
JVat 'thans ondernomen g-aat worden
is een groot werk, tnaaii- het is de^f-n)
naam slpchts waardig, indiem h,et vaste
voornemen bestaat ein de cfaldien aan het
Voornemen beantworden zooo spoedig
mogelijk de leemten aan tie vullen,.
Katholiek Nederland zal de jaarlijk-
setó uitgaven voor de drie faculteiten
voor een aanzienlijk deel Rebben te be
strijden, maar het' zal daarnaast niet
mogjm rusten voor da volle verwezenlij
king; van het denkbeeld van ideaal
reeds in den tastbaren v,opm' van stich
ting overgaande - zal zijn bereikt1.
Voor de katholieken is he's een eere
plicht, zoo spoedig mogelijk de volledige
universiteit te doen oprijzen, ,en aan de
voltrekking' van dit .monumentale w'erk
zullen allen, g-Toot en kein, hoog- en
laag, naar vermogen hébhen bij te dragen;
Het anti-revolutionmaire hoofdrogaan
„Standaard" schrijft h(afc volgen-diq un
der het hoofdje: „Kloek begin":
,.De Roomsche Universiteit zal er nu
komen in October van dit jaar en zal wor
den geopend met 3 faculteiten godge
leerdheid, rechten en letteren,. Wat dat'
betreft dus in omvang overeenkomend
met onze Vrije* Maar terwijl wij op dit
oogenblik aan de 3 faculteiten het nog
moeten doien melt 12 hoogleer aren en 2
rectoren, vangen de Roomsohen dezelfde
faculteiten aan met 21 gewpine hoogleer-
aren, 9 buitengewone, 5 rectoren en 3
assistenten
(Misgunnen doen wij hun die weeldie
waarlijk niet. Zij' zijn viermaal zoo sterk
in heil cijfer als de kleine groep Gerefor
meerden waarop de Vrije steunt. Ze kun
nen desnoods leerkrachten uit lxet buiten
land betrekken, w|at voor ons wel tot
di» zeer hooge uitzondpringen Kéhooien Zal'.
En daarom kon men niet andiers verw&ch-,
tien,;d an d(a,t zijl op krachtige wijze van- wal
zoud-en steken. Ter-wijl -het verschil tus-i
schen tón cn ons mogelijkerwijze ertoe
kan bijdragen, om dp energie onzerzijds
te prikkelen. Tot nog toe missen iwte
eigenlijk elk' punt- van vergelijking-. Wij
waren de eenig en op djt terrein en verge
lijking- met de Rijks-Universiteiten pakte
niet zoo.
Thans zal men ©clifter een gangmat
ke-r hebben van dezelfde soort. En .allicht
maakt dit, d,at wij nu ook wat hrd,er gaan
Ioop«n. Ware het dap alleen maar om na
50-jarig' bestaan zoo ver te zijn als de
Rcomsctón zijn bij' Ret .begin.
CLk zij durven do natuurkunldag'e- pa
medische faculteit nog niet pan, en het
treft -wel, dat Utrechts aartsbisschop als
kosteneiji'er voor een volledige Universiteit'
hetzelfde bedrag noemldie, als de heer Co-
lijn in Leeuwarden cfeeldi, n.,1. D/a milli
oen gulden per jaar.
Een ding blijken de ttoomschen op, ons
voor te hebben, dat wij denkelijk: wel
nooit zullen verwiervenden eteun n.l.
van d,e gemeente v,an vestiging. Nijmegen's
vroiede vaderen zullen, behalve vrije bouw
terreinen, jaarlijks f' 100.000 subsidie Ver-,
leenen, en- vragen daartegenover alleen het
recht, om een voordracht te mogen doen
voor 2 van de 5 cura,torzetels en -hc(t|
voorrecht, om 5 Nijmeegsche jongelieden
be mogen aanwijzen, die van betaling
van het collegegeld zullen worden vrijge
steld. Dit laatste brengt de subsidie dan
practisch terug tot f90.000 per jaar.
Men vangt dus w-el pan oacfer gunstige
voorwaarden.
*En al maeten wij' fcelf op zooveel 'be
scheidener voieb leven, wij kunnen de zon
in het w'ater zien schijnen. Wij zijn dank
baar voor ons eigen deel en hopen alleen
dat wteldri id'e Gereformeerden in Neder
land, ziende op w|a;t Rome 'dloet, de han|den
zullen kunnen'inslaan, opdat hot Neder -
landscihie Gereformeerds Volk niet ia ver
bij deze Poomsche krachtsinspanning! *ch-
terblijve."
Van millinnnair tot! hédielaar4
Men. schrijft uit Rosmeer aan de 's-H.
-Courant"
Dezer dagen werd onze ge-mieiente be
zocht door eenigc D'uitsehers, die <te»oï
z.ang en mandolinespel in hun onderhoud
mo-esten voorzien. Een ieder viel het op
-dat het nette lui waren, die gunstig ai-
staken bij- het minderwaardig., vo-lkje, dat
den laalsten tijd onze grensstreken on
veilig maakt. Met den leider van het
troepje knoopten wij een gcspitek aan
en vernamen, dat hit eens de gélukkige
eigenaar was van een theater in Ob-er-
liausen, Bij het uitbreken van den oor
log besloot hij- die inmiddels bezitter was
van eenige millio-enen Marken, stil te gaan
loven, in gerechtvaardige hoop voortaan
rijk en onbezorgd idoior -de wereld te
kunnen kamen. Edoch, liet lot beschikte
anders; de sterke daling van de Mark
sloeg 'smans schoo-nsten verwachtingen
mcedoogenlo-os den bodem in en bracht
den yoor enkele jaren schatrijken Duit-
scher tot, zooals hij het zelf noemde
een bedelaar. Zouden zulke voo-rb-eeldsa
in het eertijds machtige D-uitsch* rijk
niet legio, zijn?
Onder een auta lavend verbranah
Te Pekalongan op Java lia,d een onE
zettend ongeval plaats, waarvan twee, men
schen de slachtoffers werden.
De heer M. keerde 's nachts van -jen
gezelligen avond terug. 'Hij zelf .stuurde
zijn auto-. Naast hem zat een heer en
achterin de chauffeur- en nog een heer.
De boom-en langs den weg, zgn. kanarie-
booanen, hebben hooge wartels. Toen de
heer M. voor een grindhoiop uithaalde,
botste het voorwiel tegen een dier wor
tels, met het gevolg, dat de auto omViel.
de benzine er uit stroomde en do-otr dte
carbidlampen in brand geraakte.
Een heer, druipend van benzine, blpef
-ongedeeld. De andere héér kreeg een
hoofdwond. De heer M. geraakte in brand,
terwijl de chauffeur, die beknela geraak
te onder den wagen, eveneens in brand
geraakte-
De heer M. was in de aan de and-er^
zijde van den weg sfroomende beek. 'ae-
sprongen, waardoor de brandwonden zich
voornamelijk tot de beenen bepaalden.
De chauifeur knoop brandende onder
de autoi vandaan, doch was niet meer te
redden. Na aankomst in het ziekenhuis
overleed hij. Twaalf uur na 't ongeval
stierf oo-k de (heer M.
pakt met olie en spiritus er bijIn
de Baltische landen is een besluit
uitgevaardigd, dat het spoorwegmate
riaal in geen enkel geval Sovjet-Rus-
lands lijnen mag berijden. Door onder
vinding weten ze, dat ze niets ervan
terugzien. Ieder steelt en bedriegt,
wat hij kan, of 't nu uit zijn eigen
land of van een ander afkomstig is.
Daar gaat het weerOp de zwaar-
besneeuwde wegen ziet men van uit
den trein voortdurend lange, zwijgende
karavanen, die heentrekken naar het
Westen: talrijke families, heele dor
pen loopen leegtusschen hen in een
aantal karren en grootere cn kleinere
wagens, enkele paarden.Al hun
bezit, hun huis en land, hun meubels,
alles hebben ze achtergelatenze
gaven het graag voor het leven. Op
de karren liggen heel veel dekens
en kleeren, doch vooral levensmid
delen, dat toch is het allervoornaam
ste! Want de honger dreigt en de
ziekte en.de dood
Dat zijn evenwel geen honger
lijders: 'tis de bevolking van Noord.
Rusland, die het tot nu toe nog drage
lijk heeft gehad, maar nu angstig be
gint te worden, omdat ze steeds meer
sporen ziet van de verschrikkingen
elders.
Geen hongerlijden staat op hun
sombere gezichten, maar wel name-
looze vrees, pijnlijke kommernis, of
ze met de provisies, die ze bij zich
hebben, het Westen zullen bereiken.
Het Westen? Wat is het Westen? O,
ze weten het niet, maar in het Westen
moet het heter zijn
Ze loopen al dagen lang, zijn moe,
hebben schrijnende pijn aan de voeten.
Nog altijd zien ze het Westen niet.
Zullen ze het halen? dat is de ver
schrikkelijke angst. Doch sterker nog
schijnt de afschuw van den hongers
nood. Daarom loopen zij doortot
ze neervallen en achterblijven moeten.
De weg, dien zij geloopen hebben,
is in de algemeene witheid, toch
duidelijk zichtbaar: hier en daar ligt
een zwarte donkere hoop, een lijk oi
een levende, die 't sterven nabij is.
Ziet hier vlak langs dsn spoorweg,
een stad van oudjes! Menschen van
40, 30, 20 en 16 jaar zij allemaal
verschrompeld en uitgedroogddorre,
gerimpelde gezichten, beenige, ge
krompen lijven. Heel het volk is ver
sleten en afgeleefd. Kijk die jonge
meisjes met gezichten van oude
moedertjes; waar zijn haar frissche
roode wangen? Ze hebben in het ge
heel geen wangen meer, doch gele,
grijze holtes, waardoor 't gezicht diep
is ingevallen en aschgrauw van tint
is geworden.
Jonge oogen stralen moe en donker
op uit dien schijnbaren ouderdom,
maar er is iets heets in, iets koorts
achtigs en de randen zjjn rood ge
zwollen, wenkbrauwen en oogleden
zijn paars en blauw gekleurd door
de eindelooze koude.
In heel de houding van dit volk
ligt een zware, sombere ernst, strakke
strengheid en een mengeling van
angst en pijnlijk verwijt.
Wat hun voorkomen nog minder
aantrekkelijk maakt, is d« havelooze
kleeding in ellendige lappen en dekens,
't eenigste wat warm is. Arme schapen
als levende lijken sleepen ze zich
voort door de straten, als melaatschen.
Bijna allen dragen op den rug een
soort zak, een bedeltasch, waar het
eenige in moet zitten, waar ze nog
aan hechten: voedsel.
We kunnen ons die menschen en
hun doffe lijdenssmarten niet inden
ken: wat wij het ergste noemen, was
voor hen nog dragelijk. O, wat zouden
zij graag leven in de toestanden,
waarin de armsten onder ons ver-
keeren
Bij al die armoede en al die miserie
kamt de Sovjet hen nog voortdurend
tergen. Er zijn een paar duizend
communistische soldaten en agenten
in de stad, die alle bedelzakkendragers
in 't oog houden, bespieden en als er
iets te plunderen is, er niet voor
terugschrikken hen van 't laatste te
berooven, ook van 't leven
(Wordt vervolgd).