WderwIjs. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 10 FEBRUARI 1823 Uit de Pers Gemengd Nieuws. „Moet ik u dat zeggen'? Welnu dan: U is, zeide Zijne Heiligheid, de gewichtigste presidente, omdat u is de voorzitster van alle R.-K. Vrouwen organisaties. Het bleek mij ook al spoedig, dat de Paus voortreffelijk op de hoogte was van de vrouwen beweging in de geheele wereld, ook van de niet-katholieke. En speciaal informeerde Hij naar Holland, dat zich zeer bizonder mag verheugen in Zijne hartelijke belangstelling. Het was werkelijk een hooge onder scheiding voor ons, zooals Z. H. over ons land sprak. En het bleek mij nu ook, dat reeds vóór het groote Inter nationale Congres, dat verleden jaar Mei te Rome werd gehouden, bij den H. Vader het plan vaststond, aan Nederland het voorzitterschap van de Internationale Unie toe te ver trouwen en wel op grond van de deugdelijkheid der Nederlandsche organisatie." „Van welke nationaliteit was uw voorgangster, Mevrouw?" „Mijn voorgangster was een Pool- sche, gravin Wodzicka, die woont te Kralcau, en sinds 1913 de presiden- tiëele functie had waargenomen. Mevrouw Wodzicka dankte indertijd hare benoeming aan het feit, dat zij op het Congres te Londen in genoemd jaar zoo principieel katholiek was op getreden. Zij werd toen de eerste Presidente, door den Paus-zelf aan gewezen, want vroeger werd, zooals u bekend zal zijn, de Voorzitster be noemd door het Congres. In 1913 zijn toen ook de Statuten onzer Inter nationale Organisatie door Rome goed gekeurd, nadat er door den toenmaligen Paus Pius X tamelijk ingrijpende veranderingen in waren aangebracht." „Mag ik vragen, welke onderwer pen door U met den H. Vader be sproken werden?" „Op de eerste plaats hot punt van samenwerking met de internationale neutrale Vrouwen-organisaties, als de „International Women Suffrage Al liance" en de „Conseil international des Femmes" Wij hadden reeds dik werf aanvragen of uitnoodigingen gekregen tot samenwerking met die lichamen, ook van de zijde der natio nale afdeelingen. En nu had ons Bureau, om deze zaak tot volkomen oplossing te brengen, een besluit, of formule opgesteld, in overleg met den Kardinaal protector, Zijne Eminentie Merry del Val, die daaraan zijne adhaesie schonk. De II. Vader heeft mij duidelijk gezegd, dat er geen samenwerking kon zijn, zooals die door de Neutrale Bonden wordt be' doeld, on ook waarom niet. Om twee redenen. Er zou geen bezwaar tegen bestaan, dat neutrale en andere orga nisaties samenwerkten met ons en zich dus ook regelden naar ons; maar wij behooren ons niet te regelen naar hen. Wij kunnen niet de leiding van anderen te aanvaarden en ons als 't ware bij hen aansluiten. Dit is de eerste reden tegen de samenwerking en medewerking, welke men van ons vraagt. De tweede is, dat er in een zoodanige samenwerking voor ons nimmer eenig voordeel kan gelegen zijn. De formule, zooals die was opge steld en door kard. Merry del Val goedgekeurd, had dan ook de volle instemming van den H. Vader; en Hij gaf er Zijne hooge voldoening over te kennen, dat de Unie en de bij haar aangesloten Bonden zich, overeenkomstig de leer der Kerk, in principe tegen alle interconfessiona- lisme en het deelnemen aan de Con gressen van neutrale, godsdienstilooze en protestantsche organisaties ver klaarden en er niet aan dachten zich bij die organisaties aan te sluiten. Fusie is per se uitgesloten, en een officiëele vertegenwoordiging van onze Unie of vereenigingen op de samenkomsten onder de leiding dier organisaties eveneens. Er kan op dit laatste alleen een uitzondering wor den gemaakt om de plaatselijke rede nen en wanneer het gaat om een bepaald punt of doel, dat ons noodig, nuttig, of gewenscht zou voorkomen. Maar in die uitzonderingsgevallen zal dan de toestemming, of goedkeuring van het Episcopaat worden vereischt, hetzij voor een bepaalde vereeniging, hetzij voor bepaalde personen." „Is een dergelijk standpunt eigen lijk niet reeds altijd door U en hier te lande ingenomen?" „Inderdaad. En merkwaardig was, dat de Paus, om de juistheid der formule aan te toonen, wees op het voorbeeld der Nederlandsche katho lieken in den schoolstrijd! Zij hadden steeds hun eigen bizondere scholen verlangd en zich tegen 't neutraal onderwijs verklaard. Derhalve zou men hier wel gemakkelijk begrijpen, zeide Z. H., dat ook in de vrouwen beweging en organisatie de neutrali teit, of het samengaan met de neutrale vereenigingen, niet was te aanvaar den." „Werden er nog andere onderwer pen door U met den Paus besproken?" „Ja, maar die zijn nog niet voor publiciteit vatbaar. Wel kan ik zeg gen, dat ze vooral betroffen het meer naar buiten optreden van de Unie. En ook bij de bespreking van dat punt werd ik weer getroffen door de groote kennis van Zijne Heiligheid, aangaande de internationale toestan den. Bijna een half uur mocht ik met den Paus in gesprek blijven en bij het afscheid nemen gaf Hij mij nog een bizonderen zegen voor onze nationale organisatie, „pour ma chère Ligue hollandaise", zooals Z. H. zich uitdrukte." „Welken indruk maakte de Paus op „Een indruk van vaderlijke goed heid en majesteit, en tevens van buitengewone rust en klamte. Het is misschien wat vreemd, dat ik het zeg, maar Pius XI zou heel goed een Hollander kunnen zijn. Hij vormt onder dit opzicht een groote tegen stelling met Zijn Voorganger, Bene- dictus XV, die donker van uiterliik, ook in zijn manier van spreken en in zijn bewegingen geheel en al het Zuiden verpersoonlijkte. De tegen woordige Paus praat langzaam, en heeft blauwe oogen. Voor 't overige is Z. H. groot niet maar tamelijk forsch gebouwd." In de goede richting. Het „Limburgsch Dagblad" schrijft: De Vereeniging van Christelijke Werkgevers en Groothandelaren heeft in een vergadering een beginselver klaring vastgelegd van groote beteeke- nis. Allereerst verklaren zij, dat 't parti culier bedrijf in 't algemeen boven 't overheidsbedrijf te verkiezen is, het geen wij volkomen beamen, met dien verstande, dat o verheidsbedrij venjsom- wijlen noodzakelijk, somwijlen nuttig kunnen zijn en dan getolereerd moeten worden, maar uitsluitend in zooverre hun noodzakelijkheid of nuttigheid gebleken of bewezen is. Voor de vaststelling der arbeids- en loonvoorwaarden willen deze werkgevers gebruik maken van de wederzijsche vakveroenigingen van werknemers en werkgevers. Daarnaast moet echter zoo ruim mogelijk plaats gemaakt worden voor overleg in de onderneming zelve. Voor het geven van adviezen in technische en eommerciëele aange legenheden kunnen alleen arbeiders der onderneming in aanmerking komen. Wordt deze theorie ooit werkelijk heid, en waarom niet, dan krijgen wij dus de ondernemingsraden, waar H. Hermans zoo vurig en blijkbaar met succes voor strijdt. Wie indertijd zoo ijverig in de weer waren om te verzekeren, dat hij nooit den werkgever voor zijn stelsel zou winnen, zullen door de publicatie van deze beginselverkariug inzien, dat zij of de stellingen van H. Hermans niet begrepen hebben, of zich vergisten in de mentaliteit der werkgevers, of in het eene én het andere gelaafd hebben. Sprekende over het bedrijf in den zin van het complex der ondernemin gen erkennen de Christelijke werk gevers, dat het bij voldoende rijpheid voor zich zelf regelen moet kunnen stellen, mits evenwel deze niet in strijd zijn met de wet en bijzondere rechten der afzonderlijke onderne mingen. H. Hermans zal zich zeer zeker verheugen over den steun, welke hem hier geboden wordt. Zijn stem is niet meer van een roepende in de woestijn. Moge zij steeds meer weerklank vinden. Een Kroongetuige. De bekende Amsterdamsche Studen- tenvereeniging S. L. heeft haar leden vergast op een rede van den Belgi sehen socialist E. Vandervelde over de Nederlandsch-Belgische betrekkin gen. Vermoedelijk heeft de genoemde vereeniging gedacht, dat zulk een rede zou kunnen bijdragen tot ver betering van die betrekkingen, maar dan moet men toch zeggen, dat ze eer het tegendeel heeft bereikt. De onwaarachtigheid van deze ligt er boven op, schrijft het „Hbl." terecht: ....De heer Vandervelde zou beweerd hebben, dat België nooit ten volle de vruchten van de vrije Schelde heeft geplukt. De opkomst van Antwerpen is daar om de buitengewone vrij moedigheid van deze bewering aan te toonen. De heer Vandervelde zou verder hebben beweerd, dat het politieke accoord van Versailles de vrijheid van de Schelde, de verdedi ging van den zak van Limburg en de opheffing der Belgische onzijdig heid zou brengen. Indien de heer Vandervelde hiermede heeft willen zeggen, dat er in politiek opzicht iets zou veranderen door het verdrag en wat bedoelde hij anders? dan is dit alleen waar voor wat de op heffing der onzijdigheid belangt. Ten aanzien van de twee andere punten is het onwaar. De spreker zou voorts hebben beweerd, dat België de over eenkomsten teekende. Onwaar; zijn gedelegeerden weigerden dit op het laatste oogenblik. De Nederlanders zoo zou de heer Vandervelde hebben gezegd -hebben de Wielingen- quaestie naar voren gebracht. Onwaar: dat hebben de Belgen gedaan en hun gedelegeerden hebben, om die quaestie, schoon deze volgens hun eigen voor stel onbeslist was gelaten, op het laatste oogenblik de onderteekoning geweigerd. En eindelijk zou de heer Vandervelde hebben verzekerd, dat de Belgische regeering er nooit aan gedacht heeft het Belgische annexio- nisme te steunen. Het boek van Tardieu en de mededeelingen van baron Beyens in „Le Flambeau" hebben het tegen deel bewezen. Zulk een reeks van onwaarheden, die een verslaggever onmogelijk kan hebben misverstaan, drukken op deze geheele rede zulk een stempel van ergerlijke onwaarachtigheid, dat wij recht hebben om te zeggen: dat is de allerslechtste manier om het geschil tusschen de twee landen uit de wereld te helpen. Wij moeten er bijvoegen, dat de vereeniging S. L. iets dergelijks eigen lijk wel had kunnen verwachten. De heer Vandervelde immers is, als oud minister ca gedelegeerde te Versailles, medeplichtig geweest aan den (ge lukkig mislukten) aanslag, dien zijn regeering op ons land heeft beraamd. Hij kon dus, in het hangende ge schil slechts „kroongetuige" wezen. Van de Belgische kroon. En zulke getuigen plegen niet de meest betrouwbare te zijn." „De Tijd". Onz'c R.-K. Ilocgesfhflol Dat tót' .bericht, ©enige dagen geleden ook in onze couranti verschenen, oven: dat is er een: de sneeuw heeft hem nog niet geheel bedekt met haar witte vlokken; dan is hij nog van van daag! Zou hij gewoon zijn afgevallen tijdens den tocht of is hij wellicht vanmorgen blijven liggen, toen zijn makkers hun kampement in de koude weer opbraden Wat komt het er op aan? Hier en daar verspreid in de sneeuw liggen stukken kleeren en zelfs bloed en vleeschomdat de wolven en wilde honden honger had den en hier iets vonden, wat van hun gading was. Ook overal raven in de buurt, die meepikken! Dat is de eerste ontmoeting, de eerste kennismaking met Rusland van uit den trein, 't Is voor iemand, die nooit zoo iets gezien heeft om te rillen, maar spoedig zal hij wel aangegrepen worden door nieuwe ontroering, die hem nog meer doet begrijpen. Dan valt het eerste niet meer op Moskou, het middelpunt der indus trie, de zetel van het Panslavisme, de wereldstad van anderhalf millioen inwoners! Moskou is op 't oogenblik ■den spoedigiÈtt aanpak' v,an de vestiging onze Ri-K. Universiteit! allerWeg-e in de RoomS-che pers een gunstig onttjhaal vond spreekt Van zelfs Zoo schrijft) „De Resi dentiebode" „Nu de jarenlange strijd om de plaats Van vestiging ten gunste van Nijmegen beslist is, kan de actie gestaakt wordenj We kunnen ons overtuigd houden, dat al le omstandigheden, gewikt! en gewogen zijn en dat Nijmegen de voorkeur ver dient. Alle Katholieken zulen zich nn bij liet besluit! van bet DoorL Episcopaat gaarne neerleggen en de haogeschool steu nen, als stond ze in bun eigen gemeente. Do plaats waar, is 'ten slotte bijzaak) Het groote belang der universiteit, waar dan ook, steekt 'tóni-elhpogi iboven alles uiL Dat nog, groote offers glevgaag'd guL len worden, heeft men, zoo men daar nog niet van cvertuigld was, Zaterdag nog kunnen zien. Maar onze Bisschoppen kun? nen zich overtuigd houden dat die offers met graagte gebracht zullen wiordoa.;" D ©„Nieuwe Tilburgsch'e Courant" „Katholieke geleerden zullen worden gevormd, Katholieke geleerden zullen zich aan de wetensckap geheel kunnen wijden onzie ooitkomende intellectueelen zullen aan den directen invloed der ongeloovige opleiding- worden onttrokken; Het is on berekenbaar hoeveel dat alles te betee- kenen zal hebben. Men kan zelfs bewe- ren, dat bet een Katholieke Wereldevene- m'ent is. Zoo -goed ills b.v d-e Katholieke Universiteiten van Leuven en Fre-burg een versterking- béteekenen der Katho lieke Wereldgedachte, zoo goed zal dat' hef geval zijn met de hoogeschool van Nijme- gen3 Er is dus voor db Katholieken van ons land alle reden zich er over teverheugen, dat de opening van de Katholieke Univer siteit weldra een geschiedkundig feit zal zijnv Ook omdat, zij blijkbaar Sterk ge noeg! zijn om zulk' een wetenschappe lijk centrum, tot stand te brengen,"" „Het Huisgezin"- wil spoedig: Naai de voltooiing!" „De onvolledige universiteit blijft da meest gew.enschltte -en meest noodige dee- Ien de woordc-a zijn van den Aarts bisschop missen; De wet vordert, dat bet aantal facul teiten na. 25 jaar Wet een vierde (de wis- en natuurkundige) en na 50 jaar niét een vijfde (de medische) zal worden uit- gebreid-, Met deze 'termijnen kan Katholiek Ne derland geen genoegen nemen.: Het zou te kort schieten, indien' tót een halve eeuw op een volledige katho- leike unverisjtelti liet wachten. Het Ware -ook inconsequent: men acht oen eigen universiteit noodig, anders ware men aan het werk niet begonnen, cn zou het weer van de lakschheid getuigen indien men een deel onzer jongelingscnap het voordeel en helt voorrecht van een- katholieke vorming verschaffend, een an der deel voor vrijwel onafzienbaren tijd Van dat voorrecht' verstoken liet, jui-st', het deel, dalt daaraan allereerst behoef te heeft, JVat 'thans ondernomen g-aat worden is een groot werk, tnaaii- het is de^f-n) naam slpchts waardig, indiem h,et vaste voornemen bestaat ein de cfaldien aan het Voornemen beantworden zooo spoedig mogelijk de leemten aan tie vullen,. Katholiek Nederland zal de jaarlijk- setó uitgaven voor de drie faculteiten voor een aanzienlijk deel Rebben te be strijden, maar het' zal daarnaast niet mogjm rusten voor da volle verwezenlij king; van het denkbeeld van ideaal reeds in den tastbaren v,opm' van stich ting overgaande - zal zijn bereikt1. Voor de katholieken is he's een eere plicht, zoo spoedig mogelijk de volledige universiteit te doen oprijzen, ,en aan de voltrekking' van dit .monumentale w'erk zullen allen, g-Toot en kein, hoog- en laag, naar vermogen hébhen bij te dragen; Het anti-revolutionmaire hoofdrogaan „Standaard" schrijft h(afc volgen-diq un der het hoofdje: „Kloek begin": ,.De Roomsche Universiteit zal er nu komen in October van dit jaar en zal wor den geopend met 3 faculteiten godge leerdheid, rechten en letteren,. Wat dat' betreft dus in omvang overeenkomend met onze Vrije* Maar terwijl wij op dit oogenblik aan de 3 faculteiten het nog moeten doien melt 12 hoogleer aren en 2 rectoren, vangen de Roomsohen dezelfde faculteiten aan met 21 gewpine hoogleer- aren, 9 buitengewone, 5 rectoren en 3 assistenten (Misgunnen doen wij hun die weeldie waarlijk niet. Zij' zijn viermaal zoo sterk in heil cijfer als de kleine groep Gerefor meerden waarop de Vrije steunt. Ze kun nen desnoods leerkrachten uit lxet buiten land betrekken, w|at voor ons wel tot di» zeer hooge uitzondpringen Kéhooien Zal'. En daarom kon men niet andiers verw&ch-, tien,;d an d(a,t zijl op krachtige wijze van- wal zoud-en steken. Ter-wijl -het verschil tus-i schen tón cn ons mogelijkerwijze ertoe kan bijdragen, om dp energie onzerzijds te prikkelen. Tot nog toe missen iwte eigenlijk elk' punt- van vergelijking-. Wij waren de eenig en op djt terrein en verge lijking- met de Rijks-Universiteiten pakte niet zoo. Thans zal men ©clifter een gangmat ke-r hebben van dezelfde soort. En .allicht maakt dit, d,at wij nu ook wat hrd,er gaan Ioop«n. Ware het dap alleen maar om na 50-jarig' bestaan zoo ver te zijn als de Rcomsctón zijn bij' Ret .begin. CLk zij durven do natuurkunldag'e- pa medische faculteit nog niet pan, en het treft -wel, dat Utrechts aartsbisschop als kosteneiji'er voor een volledige Universiteit' hetzelfde bedrag noemldie, als de heer Co- lijn in Leeuwarden cfeeldi, n.,1. D/a milli oen gulden per jaar. Een ding blijken de ttoomschen op, ons voor te hebben, dat wij denkelijk: wel nooit zullen verwiervenden eteun n.l. van d,e gemeente v,an vestiging. Nijmegen's vroiede vaderen zullen, behalve vrije bouw terreinen, jaarlijks f' 100.000 subsidie Ver-, leenen, en- vragen daartegenover alleen het recht, om een voordracht te mogen doen voor 2 van de 5 cura,torzetels en -hc(t| voorrecht, om 5 Nijmeegsche jongelieden be mogen aanwijzen, die van betaling van het collegegeld zullen worden vrijge steld. Dit laatste brengt de subsidie dan practisch terug tot f90.000 per jaar. Men vangt dus w-el pan oacfer gunstige voorwaarden. *En al maeten wij' fcelf op zooveel 'be scheidener voieb leven, wij kunnen de zon in het w'ater zien schijnen. Wij zijn dank baar voor ons eigen deel en hopen alleen dat wteldri id'e Gereformeerden in Neder land, ziende op w|a;t Rome 'dloet, de han|den zullen kunnen'inslaan, opdat hot Neder - landscihie Gereformeerds Volk niet ia ver bij deze Poomsche krachtsinspanning! *ch- terblijve." Van millinnnair tot! hédielaar4 Men. schrijft uit Rosmeer aan de 's-H. -Courant" Dezer dagen werd onze ge-mieiente be zocht door eenigc D'uitsehers, die <te»oï z.ang en mandolinespel in hun onderhoud mo-esten voorzien. Een ieder viel het op -dat het nette lui waren, die gunstig ai- staken bij- het minderwaardig., vo-lkje, dat den laalsten tijd onze grensstreken on veilig maakt. Met den leider van het troepje knoopten wij een gcspitek aan en vernamen, dat hit eens de gélukkige eigenaar was van een theater in Ob-er- liausen, Bij het uitbreken van den oor log besloot hij- die inmiddels bezitter was van eenige millio-enen Marken, stil te gaan loven, in gerechtvaardige hoop voortaan rijk en onbezorgd idoior -de wereld te kunnen kamen. Edoch, liet lot beschikte anders; de sterke daling van de Mark sloeg 'smans schoo-nsten verwachtingen mcedoogenlo-os den bodem in en bracht den yoor enkele jaren schatrijken Duit- scher tot, zooals hij het zelf noemde een bedelaar. Zouden zulke voo-rb-eeldsa in het eertijds machtige D-uitsch* rijk niet legio, zijn? Onder een auta lavend verbranah Te Pekalongan op Java lia,d een onE zettend ongeval plaats, waarvan twee, men schen de slachtoffers werden. De heer M. keerde 's nachts van -jen gezelligen avond terug. 'Hij zelf .stuurde zijn auto-. Naast hem zat een heer en achterin de chauffeur- en nog een heer. De boom-en langs den weg, zgn. kanarie- booanen, hebben hooge wartels. Toen de heer M. voor een grindhoiop uithaalde, botste het voorwiel tegen een dier wor tels, met het gevolg, dat de auto omViel. de benzine er uit stroomde en do-otr dte carbidlampen in brand geraakte. Een heer, druipend van benzine, blpef -ongedeeld. De andere héér kreeg een hoofdwond. De heer M. geraakte in brand, terwijl de chauffeur, die beknela geraak te onder den wagen, eveneens in brand geraakte- De heer M. was in de aan de and-er^ zijde van den weg sfroomende beek. 'ae- sprongen, waardoor de brandwonden zich voornamelijk tot de beenen bepaalden. De chauifeur knoop brandende onder de autoi vandaan, doch was niet meer te redden. Na aankomst in het ziekenhuis overleed hij. Twaalf uur na 't ongeval stierf oo-k de (heer M. pakt met olie en spiritus er bijIn de Baltische landen is een besluit uitgevaardigd, dat het spoorwegmate riaal in geen enkel geval Sovjet-Rus- lands lijnen mag berijden. Door onder vinding weten ze, dat ze niets ervan terugzien. Ieder steelt en bedriegt, wat hij kan, of 't nu uit zijn eigen land of van een ander afkomstig is. Daar gaat het weerOp de zwaar- besneeuwde wegen ziet men van uit den trein voortdurend lange, zwijgende karavanen, die heentrekken naar het Westen: talrijke families, heele dor pen loopen leegtusschen hen in een aantal karren en grootere cn kleinere wagens, enkele paarden.Al hun bezit, hun huis en land, hun meubels, alles hebben ze achtergelatenze gaven het graag voor het leven. Op de karren liggen heel veel dekens en kleeren, doch vooral levensmid delen, dat toch is het allervoornaam ste! Want de honger dreigt en de ziekte en.de dood Dat zijn evenwel geen honger lijders: 'tis de bevolking van Noord. Rusland, die het tot nu toe nog drage lijk heeft gehad, maar nu angstig be gint te worden, omdat ze steeds meer sporen ziet van de verschrikkingen elders. Geen hongerlijden staat op hun sombere gezichten, maar wel name- looze vrees, pijnlijke kommernis, of ze met de provisies, die ze bij zich hebben, het Westen zullen bereiken. Het Westen? Wat is het Westen? O, ze weten het niet, maar in het Westen moet het heter zijn Ze loopen al dagen lang, zijn moe, hebben schrijnende pijn aan de voeten. Nog altijd zien ze het Westen niet. Zullen ze het halen? dat is de ver schrikkelijke angst. Doch sterker nog schijnt de afschuw van den hongers nood. Daarom loopen zij doortot ze neervallen en achterblijven moeten. De weg, dien zij geloopen hebben, is in de algemeene witheid, toch duidelijk zichtbaar: hier en daar ligt een zwarte donkere hoop, een lijk oi een levende, die 't sterven nabij is. Ziet hier vlak langs dsn spoorweg, een stad van oudjes! Menschen van 40, 30, 20 en 16 jaar zij allemaal verschrompeld en uitgedroogddorre, gerimpelde gezichten, beenige, ge krompen lijven. Heel het volk is ver sleten en afgeleefd. Kijk die jonge meisjes met gezichten van oude moedertjes; waar zijn haar frissche roode wangen? Ze hebben in het ge heel geen wangen meer, doch gele, grijze holtes, waardoor 't gezicht diep is ingevallen en aschgrauw van tint is geworden. Jonge oogen stralen moe en donker op uit dien schijnbaren ouderdom, maar er is iets heets in, iets koorts achtigs en de randen zjjn rood ge zwollen, wenkbrauwen en oogleden zijn paars en blauw gekleurd door de eindelooze koude. In heel de houding van dit volk ligt een zware, sombere ernst, strakke strengheid en een mengeling van angst en pijnlijk verwijt. Wat hun voorkomen nog minder aantrekkelijk maakt, is d« havelooze kleeding in ellendige lappen en dekens, 't eenigste wat warm is. Arme schapen als levende lijken sleepen ze zich voort door de straten, als melaatschen. Bijna allen dragen op den rug een soort zak, een bedeltasch, waar het eenige in moet zitten, waar ze nog aan hechten: voedsel. We kunnen ons die menschen en hun doffe lijdenssmarten niet inden ken: wat wij het ergste noemen, was voor hen nog dragelijk. O, wat zouden zij graag leven in de toestanden, waarin de armsten onder ons ver- keeren Bij al die armoede en al die miserie kamt de Sovjet hen nog voortdurend tergen. Er zijn een paar duizend communistische soldaten en agenten in de stad, die alle bedelzakkendragers in 't oog houden, bespieden en als er iets te plunderen is, er niet voor terugschrikken hen van 't laatste te berooven, ook van 't leven (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 4