B. F. TE
rg, Prima Gsidsrscha Rookworst II,- per ponif
Belangrijk bericht voor
Harnassement
DE LANQBOUWBANK
JUNKER en RUH GASFORNI
HU. LANDBOUWER]
FIRMA B. J
DE KANTER HORD UK'S BANK,GOES
Adverteeren doet verkoopen.
ZATERDAG 13 JANUARI 19k3
NïEUWE ZLEUWSCHt COURAf
Nummer 12
Ih verband met de vee
gere eischen* die zoow
medische ais van parti-
zijde aan Stout worde
steld, hebben wij gemet
AMSTEL SUPER SI
in de brouwerij zelve t
ten iaten bottelen.
Verkrijgbaar bijA. I
D. W. F. KAJJSER, H
Hulsi; JOS. LOCKEF:
markt, NlidcSelburgi
singenN. KASTANJ
Zierikzee.
Zwarte Pruimen ZO eer
Lucifers 12 cents per p
Puike Koffieboonen a S
Bij 1 pond Margarine v
gedecoreerde kop en s
Groofe volle Pekelharin
Gebeukte Stokvisch 60
P. Sluis' Ochtepdvoer f
Zuivere Amerlkaansche
Reuzel a SO cents per
Goed kakende Splïterwt
Het van ouds b«
Sigarenhandel, Opril Grc
DE OUDE MATIO
verleent credieten op korten termijn
aan Landbouwers en Industrieelen.
Tevens ingerichü voor kolen, turf of houj
verwarming der keuken.
bij !e?ensi
onpschsk
Riiiknlanrisch f
Met ingang van 1 Januari 1923 h
*N SIGARETTEN-MAGAZIJN verl
HANDEL IN SIGAREN, enz.
Wij maken U speciaal opmerkt
concurreerende prijzen levtfrer
klas fabrieken.
Binnen enkele dagen h(jj9ten wij I
onze uitgebreide collecjfié monsters.
Ons beleef^ Aanbevelend
Nu het tegen het voorjaa
gaat, ziet dan uw
eens na. Hetgeen da
noodig hebt, bestelt d,
bij het vertrouwdste, si
iiedste en meest concii
reerendste adres, de va
ouds bekende 'sssi
LOUIS PASTEUR,
een der grootste weldoeners der menschheid. Het
eeuwfeest van dezen grooten Katholieken geleerde,
den vader der bacteriologie, is dezer dagen over de
geheele wereld eerbiedig gevierd.
lersche Legende door Patrick Hendrik Pearse
k Uit het Esperanto vertaald dcor Christine Kamp
De oude Matio zat voor zijn deur. Als iemand
daar langs kwam, zou hij gedacht hebben een beeld
van steen of marmer te zien of wel een doode, want
het leek haast ongelooflijk, dat een levende zoo stil
kon blijven zitten. Zijn hoofd was gebogen alsof
hij vol aandacht luisterde. En wie ooren had om te
hooren, zou ook wei allerlei welluidende klanken
hebben opgevangen. De oude Matio hoorde de
klacht der golven, die tegen de rotsen en klippen
uiteensloegen en het gemurmel van de beekjes, die
over de kiezelsteentjes dartelden. Hij hoorde den
schreeuw van den reiger ginds op den oever, het
loeien van de koeien, die bij het hek van de weide
stonden én het vroolijk gelach van de kinderen op
de speelplaats. Toch waren het niet die geruchten,
waar hij zoo aandachtig naar luisterde, hoewel
zij hem zeer welluidend voorkwamen, maar het
was het zilveren geluid van het klokje, dat de men-
schen ter kerke riep en dat de wind door de stille
morgenlucht naar hem overbracht.
De menschen kwamen te zaam om naar de H.
Mis te gaan. De oude Matio zag ze voorbijgaan,
alleen of in groepjes. De kinderen sprongen en dar
telden over den weg, de meisjes liepen vroolijk te
babbelen, terwijl de vrouwen fluisterend samen
praatten en de mannen zwijgend voortstapten. le
deren Zondag liepen zij zoo langs den weg en iede-
ren Zondag zat Matio op zijn bank en keek hen na,
tot zij ginder aan de kromming van den weg ver
dwenen. In het dorp bleven slechts de oude, ge
brekkige menschen en de kleine kinderen achter
en hijzeif bleef naast zijn deur zitten.
De oude Matio ging nooit naar de kerk. Sedert
meer dan zestig jaar had hij de H. Mis niet meer
bijgewoond. Eens was hij een flinke, stevige jóngen
toen had hij voor de laatste maal het kruisteeken
gemaakt in de kerk en nu was hij een oude ge
bogen man met witte naren en ingevallen trekken.
In al die zestig jaren had hij nooit meer de knieën
gebogen voor God, nooit meer het Onze Vader ge
beden en zijn Verlosser gedankt. J a, de oude Matio
was een vreemde man.
Niemand wist, waarom hij niet meer naar de
kerk ging. Eenige zeiden, dat hij niet in God ge
loofde, anderen, dat hij in zijn jongelingsjaren een
zware zonde had begaan en dat de pastoor hem de
absolutie geweigerd had. Toen had hij in een vlaag
van drift gezworen, dat hij zijn leven lang niet
meer naar de kerk zou gaan. Maar anderen vertel
den fluisterend bij het vuur van den haard, waar
de bejaarde mannen zaten te praten, als de kinde
ren naar bed waren gebracht dat hij zijn ziel
had verkocht aan den duivel, dien hij eens had ont-
Presidsnt van de lersche republiek, doodgescho
ten in 1906.
Directie: J. B. DE BEAUFORT en N. C. DEJKjfTER
a. onder hypothecair verband(2ehypotheek)
b- onder borgstelling. 8299-40
Hoofdagentschap voor Zuid- en Noord-Beveland:
moet op den top van den berg en dat deze hem niet
wilde toestaan om de H. Mis bij te wbnen. Ik weet
niet of iets van die fabeltjes op waarheid gegrond
was, maar zeker is het, dat zelfs de oudste mannen
van het dorp zich niet konden herinneren, dat de
oude Matio ooit bij een godsdienstoefening tegen
woordig was geweest. Slechts Cuimin O'Niahd, een
man, die eenige jaren geleden gestorven en negen
tig was geworden, vertelde, dat hij hem eens met
eigen oogen in de kerk had gezien.
Maar nu moet men niet denken, dat de oude
Matio een slecht mensch was. Er was in het heele
dorp niemand, die zoo goedhartig, zoo bescheiden
en natuurlijk was als hij. Niemand had ooit een
slecht woord uit zijn mond gehoord hij hield niet
van den drank en vond geen genoegen in luidruch
tige gezelschappen, ook was hij niet begeerig naar
geld en goed. Hij was arm, maar toch deelde hij van
het weinige, dat hij had, mede aan die nog armer
waren dan hij. Hij was medelijdend jegens zieken
en gebrekkigen en ging met zijn medemenschen
vriendelijk en beleefd om. Vrouwen, kinderen en
dieren hadden hem lief en ook hij beminde alles
wat beminnelijk en rein van harte was.
De oude Matio gaf de voorkeur aan het gezel
schap van vrouwen en meisjes, maar het liefste was
hij met de kle„.e kinderen. Hij zei gewoonlijk, dat
de vrouwen voorzichtiger waren dan de mannen
en de kinderen wijzer dan de andere menschen.
Het grootste gedeelte van zijn vrije uurtjes bracht
VAN DE MISLUKTE CONFERENTIE TE
PARIJS.
De Italiaansche gelastigden, mark.ies dellaTorretta
(links) en Avezzana, Italiaansch gezant te Parijs.
hij door te midden der kleintjes. Dan ging hij bij hen
Zitten in een hoekje van zijn hut en vertelde hun
sprookjes of wel hij moedigde hen aan om er zelf
te verzinnen. En zijn vertelsels waren prachtig.
Hij kende alle legenden en sagen van het landen
deed zijn toehoorders van angst sidderen, als hij
het geschreeuw~van den reus met de twee hoofden
nadeed. Ook mooie liedjes kon hij zingen en als er
een kind ziek was, zong hij hem een wiegeliedje
voor, tot de kleine in slaap viel.
Langzamerhand werden eenige moeders bang
en praatten er onder elkander over, dat het toch
niet goed was om de kinderen zoo dikwijls bij den
ouden Matio te laten spelen, 'n man, die zijn plich
ten niet waarnam en niet ter kerke ging. Eens ver
trouwde een der vrouwen haar bezorgdheid aan
den pastoor en deze zei lachend „Laat die arme
kinderen toch hun gang gaan Zij kunnen in geen
beter gezelschap verkeerèn."
„Maar er wordt verteld, dat hij niet in God ge
looft, mijn vader
„Er zijn op het oogenblik veel menschen in den
hemel, die bij hun leven niet in God geloofden.
Maar laten wij alleen hierop letten als de oude
Matio niet in God gelooft, hetgeen noch ik, noch gij
zeker kunnen weten, bezit hij toch een buitenge
wone liefde voor het zuiverste schepsel Gods, voor
de blanke ziel van het kind. Die liefde bezat ook
onze goddelijke Verlosser en de grootste heiligen
des hemels. Wie weet of niet juist de kinderen den
ouden matio zullen doen neerknielen voor den
Heiland."'
En zoo bleef alles bij het oude.
Dien Zondagmorgen bleef de oude man luisteren
tot het laatste gelui van het klokje was weggestor
ven dan zuchtte hij diep als iemand, die een groote
droefheid en smartelijk lijden in zich draagt. Nu
ging hij naar de weide, waar de kleinste jongens
uit het dorp aan het spelen waren. Hij kende ieder
van die kleine krullebollen, die knapen, die bloot-
voets daar rond dartelden. Hij kende geen aange
namer tijdverdrijf dan daar te zitten en naar hen
te kijken en te luisteren. Juist wilde hij ze gaan tel
len om te zien hoeveel van z'n vriendjes daar bijeen
waren en hoeveel er met de ouderen mee naar de
kerk waren gegaan, toen hij onder hen een kind zag,
dat hij vroeger nooit bemerkt had. Het was een
knaapje met roodblond haar, gekleed als de anderen
met een wit hemd, zonder schoenen of hoed," zoo
als het de gewoonte was voor de kinderen in hèt
westen van Ierland. Maar het gelaat van het kind
schitterde als de zon en het kwam den ouden Matio
voor, dat- er als het ware stralen schoten uit zijn
hoofdje. Misschien was het maar de zon, die zijn
haren bescheen.
De oude man was verwonderd dit kind te zien,
want hij had niet vernomen, dat er vreemden in
het dorp waren komen wonen. Hij wilde juist een der
jongens gaan vragen, toen hij de stemmen hoorde
van de menschen, die uit de kerk kwamen. Terwijl
hij naar het spel der kinderen keek, had hij er niet
op gelet, dat de tijd zoo snel voorbijging. Eenigen
van de mannen groetten hem, terwijl zij verder
gingen en hij groette terug. Toen hij weer zijn aan
dacht wilde vestigen op de spelende kleinen, was
het vreemde kind er niet meer.
Den volgenden Zondag zat de oude Matio als
gewoonlijk bij zijn deur. De menschen waren weer
naar de kerk gegaan. De kleintjes onder de kinde
ren speelden en dartelden weer op de weide en het
vreemde kind was er ook. Geruimen tijd beschouw
de Matio hem, want de schoonheid van het kind
en 't licht, dat hij om zich heen scheen te versprei
den, vervulden zijn hart met verrukking. Einde
lijk riep hij een der kinderen tot zich: „Paultje
zeg eens, wie is dat jongetje, dat ik sedert twee we
ken Zondags met jelui zie spelen Kijk die daar,
met dat bruine hoofdje.neen, hij heeft goud
blond haar; ik kan het niet onderscheiden, want
de zon schijnt zoo fel. Kijk, hij loopt juist naar ons
toe."
„Hij heet Jesuke," antwoordde het kind.
„Jesuke
„Ja, dat vertelde hij ons."
„Waar komt hij vandaan
„Dat weet ik niet, maar hij zei, dat zijn vader
koning is."
„Waar woont hij
„Dat heeft hij ons niet gezegd, wel, dat zijn huis
ver van hier is."
„Komt hij dikwijls'met jelui spelen?"
„O ja, maar alleen als wij onder ons zijn. Zoodra
er groote menschen aankomen, gaat hij heen. Kijk,
nu is hij weg
De oude man keek naar de kinderen, maar-alleen
zij, die hij al zoo lang kende, waren er. Het kind,
BOUWKUNDIGE EM AANNEMER
A IIS HEUVKE^B^AND. 8302-26
Soiled en goeclköop adres voor
heijtfaken van
BESTEKKEN en TEEKENINGEN.
Aan
fde adres BOUWGROND TE KOOP.
VAN DE MISLUKTE CONFERENTIE TE
PARIJS.
Bonat Law, de Engeische minister-president, verlaat
het paleis van den president der Fransche republiek.
Te bezichtigen en inlichtingen te bekomen!'
bovengenoemd adres.
8385-66 Beleefd aanbeveel
HoofdredacteurJ. W. VI E N
Bureaux van Redactie ee Adi
5nte>rc. Telefoon: Redactie N
Bijkantoor: MIDDELBURQ.W
onze Abonnés zijn gr
DE WAS
is een buitenkansje vel
wordt door den sterke!
rivier verjaagd en vl|
dat zich Jesuken noe|
hetzelfde oogenblik hc
de Mis kwamen, prat
Den volgenden Zoil
de vorige. Als gewoonlj
de kerk en lieten de
kleinste kinderen,
hart van Matio klopte
het hemelsche kind or
Hij stond op, ging i
het knaapje staan,
loos, maar dan strekt'
met zachte stem „Je^
Het kind hoorde
„Wil je met mij nu.
op mijn knieën zitten
De kleine legde zijil
beenige hand van deri
weg over naar het hutl
ging zitten en den klef
„Waar woont gij,
zachtjes.
„Mijn huis is niet
gij mij nooit bezoeker
„Ik durf het huis i
gaan. Zij hebben mij
is."
„Ja, hij is Koning i
gij behoeft niet bang
heel barmhartigheid i_
„Toch vrees ik Hen.
boden niet gehoorzaanf
„Vraag Hem dan veT
zullen uw voorspraak I
„Hoe spijt het mij; jl
heb gezien. Waar ben j|
„Ik ben altijd hier.
loop door de bosschen i
de golven van de zee.-4
die mijn huis binneng
er nog niet kunnen kif
„Ik ben te bang
huis te komen, JesukJ
ik u aangetroffen." j
„Ja, waar onschurdij
ik bij hen, soms zien
„Maar vroeger heb
„Volwassen mensclj
„En toch heb ik nu
„Mijn vader heeft
vertoonen, omdat gij I
liefhebt." I
Nu vernam men del
die uit de kerk naar
"HM vertrouwen op u|
den moed en de vind;n'Til
Sas door Berar uitgezoril
voerders der gravin op lef
op een, gelukkige en sprf
l)e nacht begon te valle
«en, zonder het minste m
terugkeerde, plotse!
van de groep verscheen enl
„Daar ben ikl"
^eruisohloos binnen
^onderling en onverwacht
en kreet van verrassing