NIEUWE ZEEUWS0HE COURASE?
ZATERDAG 13 JANUARI 1933
als versche druiven reeds een suiker
gehalte dat tusschen 22 en 24% vari
eert, waardoor de gedroogde rozijnen
een gehalte van 71 suiker bereiken.
Hoe beter het product hoe meer in
het voordeel van den planter, want
hij ontvangt eerst betaling na de
keuring. Hoe meer suiker zijn druiven
bevatten, hoe mooier zijn goed er uit
ziet, des te meer kriigt hij betaald.
Het is dus niet alleen de trots dei-
planters om mooi fruit te leveren
met een hoog suikergehalte, doch het
is hun eigen financieel belang.
Geen enkel land ter wereld, waar
rozijnen groeien, bezit zulk een coöpe
ratie. Elders bestaat nog de toestand,
dat de producten van een willekeurig
aantal planters bijeen worden gevoegd,
zonder keuring, zonder sorteering,
zonder reiniging. Daardoor komen er
zoovele kwaliteiten aan de markt.
„Sun-Maid" rozijnen zijn steeds van
één kwaliteit, dezelfde, namelijk de
beste
Als de druiven na gekeurd te zjjn,
worden afgesneden, komen ze daarna
in schoone houten bakken, die tusschen
de wijnstokerijen staan.Een bak bevat
ongeveer 10 kilo versche druiven, dus
dat geeft een kleine 3 kilo rozijnen
als ze volkomen gedroogd zijn.
Als het weder goed blijft (zonder
regen) zijn de druiven in 14 dagen
gedroogd en tot rozijnen geworden.
Wanneer u dus „Sun-Maid" rozijnen
koopt, dan hebt ge zekerheid dat ze
prachtig van kwaliteit en volkomen
schoon zijn. Ze zijn door zonneschijn
niet alleen gegroeid en gerijpt, doch
ook alleen door zonneschijn gedroogd.
Met behulp van vernuftig uitge
dachte machines worden de rozijnen
nu gesorteerd, machinaal afgewogen
en in de carton verpakt. Dit alles ge
schiedt in zindelijke moderne etablis
sementen, waar door overvloedig ge
bruik van glas, licht en lucht vrijen
toegang hebben. Tot ge uw pakje
opent, zijn de rozijnen dus niet door
handen aangeraakt. „Sun-Maids" be
reiken u schoon en zuiver, direct uit
de wijngaarden van Californië.
Als uw kookboek terecht voor
schrijft: „neem goed gewasschen rozij
nen", dan geldt ditniet voor „Sun-Maid"
rozijnen. Deze zijn niet alleen reeds
schoon, doch ook nog van de steeltjes
ontdaan, bevatten geen pitten en zijn
daarom de beste voor keukengebruik.
De roode pakjes Sultana's zonder
pitten en de blauwe pakjes muscaat-
rozijnen, waaruit de pitten door een
hygiënisch, mechanisch proces zijn
verwijderd, zijn geheel schoon. Als
u „Sun-Maid" koopt, krijgt u 10
meer vruchten dan wanneer ge ge
wone rozijnen met pitten koopt. Men
neme slechts de proef. Als ge een
handvol gewone rozijnen 5 minuten
in een glas schoon water laat staan,
zult u zien, dat het water troebel
wordt; dit komt doordat de rozijnen
vuil zjjn. Doe hetzelfde men een hand
vol „Sun-Maid" rozijnen. Laat ze een
zelfden tijd in een half glas schoon
water staan. Dit water zal helder
bljjven, want „Sun-Maids" rozijnen
bevatten geen vuil of andere minder
gewenschte bestanddeelen.
Een bruiloft in de I5e eenw.
Het is overbekend, dat onze voor
ouders veel hielden van gastmalen,
en dat vooral bruiloftsfeesten bij hen
hoog stonden aangeschreven. Nu zijn
er alle redenen om op den dag, wan
neer twee jonge levens door den band
des huwelijks verbonden worden, feest,
vroolijk feest te vieren.
Zeker, maar in dien lang vervlogen
tijd ging men toch veel te ver. Toen
waren die bruiloftsfeesten zoo kost
baar, dat menig huisgezin er arm
door werd. Dit trok zelfs de aandacht
der stedelijke regeering, die zich dan
ook verplicht achtte, wettelijke ver
ordeningen in 't leven te roepen, om
de bruiloftsbuitensporigheden tegen
te gaan.
Wanneer bij een burger een bruiloft
zou worden gehouden, werd de grootste
kamer van het woonhuis ingericht als
feestzaal. Aan 't einde der zaal werd
een tooneeltje aangebracht, waarop
eenige muzikanten plaats namen, die
met fluit- en snarenspel de feest
vreugde natuurlijk niet weinig ver
hoogden.
Recht tegenover de heeren muzi
kanten was de plaats eereplaats
van 't gelukkig bruidspaar. Beiden
waren gedost in hoogst deftig feest-
costuum, dat spreekt van zelf en
niemand der gasten mocht zoo gekleed
gaan als bruid of bruidegom tijdens
dit feest.
Bij het binnentreden brachten de
mannelijke gasten dadelijk geld of
geschenken aan den bruidegom terwijl
de vrouwen haar geschenken aan de
bruid overhandigden.
Dit was een soort van schadeloos
stelling voor de hooge bruiloftskosten.
Tegen den avond werden de talrijke
gasten eerst recht lustig. Men dronk,
zong, stampte met de voeten en sprong
dartel in 't rond. Bij dat dartel rond
springen gebeurde het niet zelden, dat
iemand over z'n eigen voeten of liever
gezegd schoenen kwam te vallen, wat
niet alleen was toe te schrijven aan
het vele drinken, maar ook aan de
schoenen, die men toen droeg. In dien
tijd waren de schoenen minstens 30 c.M.
lang en liepen van voren uit in een
hoogen krul.
Was de gastheer niet karig met
het ronddienen van wijn en bier, ook
bij het gastmaal liet hij het aan niets
ontbreken. Daar kwam op tafel om
maar iets van den grooten overvloed
te noemen ham met mosterd ge
vogelte, boter, kaas, gebraden ganzen,
wal- en hazelnoten, schaapvleesch met
rozijnen, gebraden kippen, die gevuld
waren met peterselie of rozijnen, enz.
Wie nu meent, dat na het gebruiken
van al deze gerechten, de feestvieren
den uiteengingen, heeft het echter mis.
Neen nu begonnen de gasten
eerst recht los te komen. Ze werden
zeer luidruchtig, net als in onzen tijd
was er toen onder de gasten altijd
wel iemand, die ietwat onnoozel en
bloo van aard was. Zoo een werd al
heel gauw laat ons zeggen hard
handig in 't ootje genomen.
Een der luidruchtigste nam een
kruik wijn en goot deze leeg over het
feestgewaad van den bloodaard.
De dames vonden dit zoo aardig,
dat ze luid schaterlachten.
Dan weer en dit was 'n eigen
aardige gewoonte in die dagen trok
men iemand zoo lang en stijf aan
't haar dat de stumperd uit alle macht
schreeuwde, raasde en tierde.
Vechtpartijen waren niet vreemd
aan bruiloftsfeesten. Men trachtte niet
de vechtenden te scheiden, integen
deel men moedigde ze met luide
kreten aan.
Ernstige vechtpartijen werden bui
ten afgespeeld en heel vaak werden
daarbij de messen getrokken.
De vechtenden waren er steeds op
uit ijseljjk groote wonden te snijden.
Hoe langer, breeder, dieper de wonden
waren, hoe trotscher de dader.
De boeten voor het aanbrengen van
wonden werden bepaald naar de af
metingen die de wonden vertoonden.
De meer ouderen van dagen en de
dames waren natuurlijk rustiger, maar
toch gebeurde het ook wel, dat zij
handgemeen werden.
De vrouwen rukten elkaar de lioofd-
sierselen af en bewerkten heur vijan
dinnen met de nagels.
De bruiloftsfeesten duurden drie
dagen, zoodat het ons nu niet meer
verwondert, dat menig huisgezin door
deze slemppartijen verarmde.
(„C.")
De vraatzucht van snoeken.
In de „Deutsche Fischerei-corres-
pondenz" van November j.l. vindt
men o.a. het volgende bericht:
In het Schiirenhof van Oerrekoldsvik
(Zweden) werd voor jaren een snoek
gevangen, welke in zijn maag had
een horloge met ketting, door een
hengelaar bij eene onvoorzichtige
beweging, in het water geslingerd en
door den snoek terstond opgehapt.
Een andere in hetMo-meer gevan
gen snoek bleek een steen van een
vuist-grootte in zijn maag te hebben,
terwijl twee visschen van plm. 4 pond,
bemachtigd in het Nafden-meer ieder
een theelepel bleken naar binnen te
hebben gewerkt.
Door zijn vraatzucht stort de snoek
zich op alles, wat zijn aandacht trekt.
Zoo voeren twee personen eens
over het Garnbod-meer. De een roeide,
terwijl de ander zich de voeten over
boord spoelde. Plotseling beet een
snoek in een der beenen en wel zoo
vast, dat de man, die den voet oogen-
blikkelijk terugtrok, den visch mee
trok in de boot.
Twee knapen voeren in het vorige
jaar over hetzelfde meer. De een
hield de hand in het water en werd
daarin oogenblikkelijk door een snoek
zoo gebeten, dat hij naar een zieken
huis moest worden overgebracht.
Velen zullen zeker bovenstaand
bericht schouderophalend lezen en
daarbij onwillekeurig denken, dat de
aangehaalde feiten, waar zij zoo ver
af geschiedden, moeilijk zijn te con
troleeren, maar hoe dan te denken
over ondervermeld bericht, dat dezer
dagen in verschillende Nederlandsche
bladen vermeld werd en een feit
betreft, in ons eigen land voorgevallen.
De onbezoldigde rijksveldwachter
L. te Melich bij Roermond, die zich
onlangs aldaar in het jachtveld bevond,
vernam in de richting van de in de
buurt voorbijstroomende rivier „de
Roer" een geluid, hetwelk hem zoo
vreemd voorkwam, dat hij op nader
onderzoek uitging.
Naderbij gekomen, zag hjj een aan
den oever der rivier staanden reiger,
die, den snavel in het water houdend,
met de vleugels dat vreemd geluid
veroorzaakte.
Terwijl in gewone gevallen de
reiger bij het naderen van een mensch
schielijk de vlucht neemt, was dit
hier niet het geval.
De jachtopziener naderde den vogel
die nog steeds den snavel onder water
hield en greep hem.
En wat bleek nu?
Een snoek van circa 5 pond had
d«n vogel bij den snavel te pakken
en liet dien snavel niet los. Blijkbaar
werd de snavel door den visch ge
grepen, toen de vogel hem in het
water stak ter bemachtiging van
zijn buit.
De jachtopziener kon vogel en visch
in handen krijgen.
Veder is mij persoonlijk gebleken,
dat men in den maag van een snoek
van allerlei kan aantreffen. Niet alleen
heb ik daarin wel eenden-kuikens,
waterratten en kikvorschen aange
troffen, maar ook wel minder verteer
bare zaken, als stukjes blik, potscher
ven en dergelijke. Ook vond de heer
M. J. Boss, vischhandelaar te Groningen,
eens in het binnenst van een snoek
een groote koperen haak, welke de
maag reeds was gepasseerd, maar die
te groot bleek, om langs den gewonen
weg het lichaam te verlaten. Bedoelde
haak heb ik als curiositeit nog lang
in mijn bezit gehouden.
Verder heb ik enkele malen snoe
ken gevangen, welke zulke groote
visschen van eigen soort hadden be
machtigd, dat de staart van den
gevangene nog uit den bek van zoo
ver hing, terwijl het voorste gedeelte
reeds zoo goed als vergaan bleek te
zijn,
Met recht wordt de snoek dan ook
de haai van het zoete water genoemd.
De milliarden-roman.
Het Parijsch echtpaar Léotardy»
die de lachende erfgenamen zouden
zijn van 'n Amerikaansche ongehuwde
dame Lillian Fair Heller uit Boston,
die hen l'/2 milliard francs zou heb
ben nagelaten, welk feit door de justitie
in twijfel wordt getrokken, houden
hun bewering' vol. De justitie heeft
het in de safe van een Parijsche bank
opgeborgen testament van miss Fair
Heller te voorschijn laten halen. De
laafste wil der Amerikaansche zat in
een groote enveloppe dichtgeplakt
met zilverlak, waarop een sphinx was
gestempeld. In het testament, dat
gedateerd is 6 Juli 1921 wordt gezegd:
„Ik vermaak aan mevrouw Jane
Manchade thans mevr. Albert Leotar-
dy al mijn juweelen en mijn vermo
gen. Zij moet zorg dragen voor al
mijn dieren", De onderteekening is
in groote letters „Lillian Fair Heller".
Tot uitvoeder van den laatsten wil
wordt in het testament aangewezen
Heller's neef Wilber Ryerson, die
haar jacht ten geschenke krijgt,
Mevr. Léotardy Jbevestigt, dat dit
testament authentiek is. Zij wil het
kostbare document voor geen geld
ter wereld afstaan en wil het ook niet
naar Amerika zenden, hetgeen haar
wellicht eerder in hot bezit zou
stellen van de erfenis.'Niet alleen is
zij bang dat het document verloren
zou gaan, maar ook, dat het in han
den zou kunnen komen van mme
Ethel Cattaui, de vrouw van een
bankier te Konstantinopel, en de zus
ter de Amerikaansche erflaatster.
Nog steeds ontbreekt de acte van
overlijden van miss Lillian Fair Heller.
Zij zou overleden zijn aan boord van
haar jacht op een kruistocht in de
Middellandsche zee. Waar dit schip
thans is kon mevr Léotardy niet
meedeelen.
De justitie heeft,ook vastgesteld
wat voor soort lievelingsdieren de
Amerikaansche milionaire er op na
hield en zij heeft een lijst ontdekt,
waarop voorkwamen tijgers, leeuwen,
hyena's, zelfs venijnige slangensoorten
en ook een paar olifanten. Te dier
zake ondervraagd moest mevr. Léo
tardy bekennen, dat deze beesten
slechts in haar verbeelding bestonden
en dat zij het lijstje had geschreven,
om haar maar schrik aan te jagen.
In werkelijkheid hield miss Hellen
er slechts lieve katten, honden en
papegaaien op na, die echter sedert
lang naar betere gewesten verhuisden.
Ook erkende zij enkele telegram
men onder haar papieren gevonden
te hebben en die zouden zijn afge
zonden door notaris Kado Hara te
Tokio, door haar zelve op de schrijf
machine vervaardigd. In die telegram
men is sprake van 30 millioen yen,
die aan miss Lillian Heller zouden
toebehooren.
Daarentegen houdt mevr. Léotardy
vol, dat de andere paparassen authen
tiek zijn.
Een ambtenaar, die aan de erfenis
kwestie geloof sloeg, had mevr. Léo
tardy een bedrag van 40.000 francs
voorgeschoten en tevens geld gegeven
voor pogingen tot nasporingen naar
de verdwenen Amerikaansche. Zooals
gemeld had ook een bankier, Baugue,
mevr. Léotardy geld voorgeschoten
en op diens vermoeden van fraude
is er nu een uitgebreid onderzoek
door de justitie aan den gang. Intus-
schen is aan Baugue het door hem
voorgeschoten geld teruggegeven, en
daarop is diens aanklacht weer inge
trokken.
Mevr. Léotardy bevindt zich nog
op vrije voeten, hoewel men sterke
vermoedens van fraude tegen haar
heeft. Zij verklaart [slachtoffer van
het noodlot en van tegenwerking te
zijn, hetgeen haar belet in het bezit
te komen van «en rechtmatige erfenis.
Zij is voor de tweede maal gehuwd,
36 jaar oud en werd in Augustus
1919 te Nice gerechtelijk vervolgd
wegens oplichterij. Aan interviewers,
die mevr. Léotardy kwamen uithooren,
vertelde zij, dat „wanneer men nog
'n week geduld had, zou blijken, dat
zij de waarheid had verteld."
De notarissen te Marseille, bij wie
een afschrift van het testament zou
berusten, weigeren daaromtrent iets
los te laten. „H. Ct."
Zou het waar zijn?
Men zegt, dat den ex-keizer een
proces boven 't hoofd hangt.
„Daily News" vertelt daarvan vol
gens het Hbl. o. m. het volgende:
Frau Gabriele vonRochow, afstamme
linge van een Brandenburgsch ridder
geslacht, welks adel ouder dan die
der Hohenzollern heet te zijn, acht
zich doodelijk beleedigd door het feit,
dat men haar in de dagen, toen" de
berichten over het Inmiddels voltrok
ken huwelijk van den ex-keizer de
ronde deden „gedisqualificeerd" heeft
als 's keizers huishoudster, terwijl
zij zich in werkelijkheid gedurende
zes weken de verloofde van den ex-
monarch heeft mogen noemen.
„Mijn echtgenoot", aldus laat het
Engelsche blad de dame in quaestie
vertellen, „stierf ongeveer tezelfder
tijd als de keizerin. Spoedig daarna
klaagde de keizer, dien ik welhaast
veertig jaar van zeer nabij ken, in
een brief, over zijn grenzelooze een
zaamheid en verzocht mij dringend,
hem op huize Doorn te komen be
zoeken. Aan die uitnoodiging gaf ik
in den zomer van 1921 gevolg. Bij
mijn aankomst vond ik Wilhelm ten
prooi aan een diepe neerslachtigheid.
Langzamerhagd echter wist hij zich
daaraan te ontworstelen.
„Den 21 sten Augustus 1921 zeide
de ex-keizer mijIk zou gaarne mor
genmiddag in uw zitkamer een kopje
thee komen drinken. Ik heb u iets
zeer belangrijks te zeggen".
„Den volgenden middag klokslag
vijf uur klopte Wilhelm aan mijn
deur. Hij begroette mij allerhartelijkst
en kuste mijn beide handen. Recht
op het doel afgaande, zeide hij
„Markgriifln, ik kom u vragen, of gij
mijn gemalin wilt worden".
„Ik beminde en vereerde den keizer,
maar ik wist, dat een huwelijk met
ernstige bezwaren gepaard zou gaan.
Mijn gastheer wilde echter van geen
tegenwerpingen hooren.
„Ik kon niet neen zeggen. „Geef
mij twee dagen bedenktijd", zei ik,
terwijl ik van mijn stoel opstond.
„De keizer stond eveneens op en
met de woorden: „Sehr gut, also bis
iibermorgen" .verliet hij de kamer.
De wachttijd bleek echter te lang te
zijn.
Reeds den volgenden dag, aldus
het blad, herhaalde de keizer zijn
aanzoek, met het gevolg, dat Frau
von Rochow haren aanbidder den
24 sten Augustus het jawoord gaf.
Zij verklaarde daarbij uit te gaan
van de veronderstelling, dat hij den'
troon niet meer wenschte te bestijgen.
De keizer moet toen gezegd hebben:
„Zelfs als ik zou moeten besluiten
den troon weer te bestijgen, zjjt gij
in elk opzicht waard als mijn gemalin
naast mij te leven".
Frau von Rochow vertelt dan ver
der, dat haar verioofde haar naar de
kamer van de ex-keizerin geleidde.
„Daar knielden wij en vereenigden
ons in het gebed. Toen wij opstonden,
schoof de keizer een rjng aan mijn
vinger, terwijl hij zeide: „Nu gevoel
ik mij de gelukkigste man ter wereld".
De verloofden waren overeengeko
men hun engagement geheim te houden
tot na afloop van het rouwjaar, 's Kei
zers impulsief karakter kwam echter
herhaaldelijk met de voorgenomen
discretie in botsing.
De camarilla begon toen reeds te
werken, met gevolg, dat een halfjaar
later een bericht in de Duitsche pers
de ronde kon doen,[waarin geruchten
omtrent een eventueele verloving
van den keizer grondig werden weer
sproken.
In dien tijd was prinses Hermine
reeds ten tooneele verschenen en om
haar niet te ontstemmen, werd ver
teld, dat Frau von Rochow „maar
huishoudster" op huize Doorn was
geweest.
Met geen enkel woord, aldus de
„Daily News," heeft de ex-keizer toen
getracht de zaak recht te zetten en
Frau von Rochow de eer te geven,
die haar toekomt. Toch correspondeert
hij nog van tijd met haar en zond
onlangs zijn vriendin een in do Doorn-
sche broeikassen gekweekte, zeldzame
plant.
En nu een proces!
De Noorsehe landen.
Henk van Dordt schrijft in „Het
Centrum"
'tls zeer moeilijk zich een goede
voorstelling te vormen van landen,
die men nog nooit bezocht heeft.
Onwillekeurig gevoelt men zich
aangetrokken tot het eene land, en
schrikt men terug voor 't andere.
Daar zijn menschen, b.v. en wel
de meeste menschen die dwepen
met Italië, met spanje. Hoe komt dat?
Ze stellen zich de natuur in die lan
den als schoon voor, terwijl hun bijna
'n rilling over 't lijf komt, als ze
over Zweden of Noorwegen hooren
spreken. En toch is dit niets anders
dan 'n onbeduidende inbeelding.
Voor de meeste menschen zijn die
landen somber en woest, verstoken
en uitgeschakeld van alle schoon
heid, altijd gesluierd in nevel en
damp; (we hebben 'thier over Zwe
den en Noorwegen) door stormen ge
teisterd en met een eeuwigdurend
sneeuwkleed bedekt.Werkelijk
geheel ten onrechte opgevat! daar
wisselt de zomer den winter afook
daar is de natuur rijk in afwisselende
pracht en stemt ze tot eerbied en
bewondering. Wat zijn er de lange
winternachten dikwijls heerlijk schoon,
als de maan 'n zee van zilverlicht
werpt op het ijs, dat meren en rivie
ren bedekt; als aan den eindeloozen
hemel de sterren en op de aarde de
sneeuw fonkelt als heldere diamanten
'n Treffend schouwspel ook, als men
in de dichtste duisternis, plotseling
't onbeschrijvelijke schoone Noorder
licht ziet verschijnen, dat over den
ganschen Noordelijken hemel zfln
lichtgloed, zijn stralen, zijn vlammen
uitschiet, dat 't oog verblindt en den
nacht in dag herschept.
't Noorden, aanschouwt in dat licht
eene van de heerlijkste werkingen
der natuur. Noch Italië, noch Spanje
noch het rijkste land der aarde be
zit iets dat daarmee vergeleken kan
worden. Bovendien bezit Scandina
vië valleiën, bergen, vlakten even
vruchtbaar en aantrekkelijk als die
van de meer zuidelijk gelegen landen.
Zoodra de winter geëindigd is, ver
andert 't aanzien van 't geheele land
als bij tooverslag.
De boomen schudden de sneeuw,
die hen als een witte mantel bedekt
hield, van hun takken. Op den groe
nenden bodem verschijnen de blanke
sneeuwklokjes, die daar schijnen te
groeien, om den terugkeer der lente
in te luiden, 't Water der rivieren
en meren herneemt zijn vroolijk ge
klots, alsof het zich verheugt, weer
van zijn winterboei bevrijd te zijn,
en alsof 't 'n vriendschapsgroet wil
brengen aan de welriekende kruize
munt, die aan den voet der wilgen-
boomen de oevers omzoomt.
Da zwaluwen zijn van d'r lange
reis teruggekomen en zoeken onder
't landelijk dak de nesten weer op
die ze den vorigen herfst verlaten
hebben't roodborstje, dat gedurende
den winter als een arme hongerlijder
de broodkruimels pikte uit de han
den van de kinderen des landsmans,
groet met z'n welluidend gezang de
gastvrije woning en vliegt naar 't
frissche groen der bosschen. De zon
neemt allengs toe in krachtiederen
dag komt ze vroeger op en gaat ze
later onder. Spoedig is de tijd daar,
waarin men volop de heerlijke zo
mernachten genietdie eigenlijk geen
nachten zijn, maar die, ofschoon de
zon onder den horizon verdwenen is,
de avondschemering onmiddellijk doen
overgaan in morgenglans.
Het land van Hoboken.
Gelijk algemeen bekend, worden
den laatsten tijd door de erfgenamen
van wijlen den heer Van Hoboken
onderhandelingen gevoerd met per
sonen of combinaties van personen
over den verkoop van het land van
Hoboken, geleden midden in Rotter
dam.
Naar de N. R. Crt. vernam zal
zeer vermoedelijk binnenkort de ver
koop tot stand komen van 't geheele
z.g. land van Hoboken aan een com
binatie van personen buiten de stad,
welke het als bouwterrein zal exploi-
teeren.
Naar aanleiding van dit bericht
heeft de Msb. zich gewend tot de
familie Van Hoboken welke mede
deelde dat haar van een aanstaande
overdracht niets bekend is. Onder
handelingen over den verkoop van
het land zijn reeds eenigen tijd gaand,
doch tot een verkoopovereenkomst
met een bepaalde combinatie van per
sonen is het nog niet gekomen. Beide
partijen zijn nog geheel vrijblijvend,
zoodat het mogelijk is, dat alsnog met
nieuwe gegadigden voor het terrein
in onderhandeling kan worden ge
treden. Op zijn zachtst uitgedrukt is
het N. R. Crt. bericht erg praematuur.
Uittreksels uit artikelen, die Lloyd
George thans in buitenlandsche bladen
schrijft en waarin hij de Fransche
politiek niet spaart, waren onlangs in
tal van steden in het Rijnland aan
geplakt. Toen de geallieerde Rij nland-
commissie ze op den index plaatste,
kon men volgens de Matin, te Keulen
Engelsche soldaten bezig zien de bil
jetten, die de inzichten van hun ge
wezen eersten minister weergaven, af
te scheuren.