NIEUWE ZEEUWS0HE COURASE? ZATERDAG 13 JANUARI 1933 als versche druiven reeds een suiker gehalte dat tusschen 22 en 24% vari eert, waardoor de gedroogde rozijnen een gehalte van 71 suiker bereiken. Hoe beter het product hoe meer in het voordeel van den planter, want hij ontvangt eerst betaling na de keuring. Hoe meer suiker zijn druiven bevatten, hoe mooier zijn goed er uit ziet, des te meer kriigt hij betaald. Het is dus niet alleen de trots dei- planters om mooi fruit te leveren met een hoog suikergehalte, doch het is hun eigen financieel belang. Geen enkel land ter wereld, waar rozijnen groeien, bezit zulk een coöpe ratie. Elders bestaat nog de toestand, dat de producten van een willekeurig aantal planters bijeen worden gevoegd, zonder keuring, zonder sorteering, zonder reiniging. Daardoor komen er zoovele kwaliteiten aan de markt. „Sun-Maid" rozijnen zijn steeds van één kwaliteit, dezelfde, namelijk de beste Als de druiven na gekeurd te zjjn, worden afgesneden, komen ze daarna in schoone houten bakken, die tusschen de wijnstokerijen staan.Een bak bevat ongeveer 10 kilo versche druiven, dus dat geeft een kleine 3 kilo rozijnen als ze volkomen gedroogd zijn. Als het weder goed blijft (zonder regen) zijn de druiven in 14 dagen gedroogd en tot rozijnen geworden. Wanneer u dus „Sun-Maid" rozijnen koopt, dan hebt ge zekerheid dat ze prachtig van kwaliteit en volkomen schoon zijn. Ze zijn door zonneschijn niet alleen gegroeid en gerijpt, doch ook alleen door zonneschijn gedroogd. Met behulp van vernuftig uitge dachte machines worden de rozijnen nu gesorteerd, machinaal afgewogen en in de carton verpakt. Dit alles ge schiedt in zindelijke moderne etablis sementen, waar door overvloedig ge bruik van glas, licht en lucht vrijen toegang hebben. Tot ge uw pakje opent, zijn de rozijnen dus niet door handen aangeraakt. „Sun-Maids" be reiken u schoon en zuiver, direct uit de wijngaarden van Californië. Als uw kookboek terecht voor schrijft: „neem goed gewasschen rozij nen", dan geldt ditniet voor „Sun-Maid" rozijnen. Deze zijn niet alleen reeds schoon, doch ook nog van de steeltjes ontdaan, bevatten geen pitten en zijn daarom de beste voor keukengebruik. De roode pakjes Sultana's zonder pitten en de blauwe pakjes muscaat- rozijnen, waaruit de pitten door een hygiënisch, mechanisch proces zijn verwijderd, zijn geheel schoon. Als u „Sun-Maid" koopt, krijgt u 10 meer vruchten dan wanneer ge ge wone rozijnen met pitten koopt. Men neme slechts de proef. Als ge een handvol gewone rozijnen 5 minuten in een glas schoon water laat staan, zult u zien, dat het water troebel wordt; dit komt doordat de rozijnen vuil zjjn. Doe hetzelfde men een hand vol „Sun-Maid" rozijnen. Laat ze een zelfden tijd in een half glas schoon water staan. Dit water zal helder bljjven, want „Sun-Maids" rozijnen bevatten geen vuil of andere minder gewenschte bestanddeelen. Een bruiloft in de I5e eenw. Het is overbekend, dat onze voor ouders veel hielden van gastmalen, en dat vooral bruiloftsfeesten bij hen hoog stonden aangeschreven. Nu zijn er alle redenen om op den dag, wan neer twee jonge levens door den band des huwelijks verbonden worden, feest, vroolijk feest te vieren. Zeker, maar in dien lang vervlogen tijd ging men toch veel te ver. Toen waren die bruiloftsfeesten zoo kost baar, dat menig huisgezin er arm door werd. Dit trok zelfs de aandacht der stedelijke regeering, die zich dan ook verplicht achtte, wettelijke ver ordeningen in 't leven te roepen, om de bruiloftsbuitensporigheden tegen te gaan. Wanneer bij een burger een bruiloft zou worden gehouden, werd de grootste kamer van het woonhuis ingericht als feestzaal. Aan 't einde der zaal werd een tooneeltje aangebracht, waarop eenige muzikanten plaats namen, die met fluit- en snarenspel de feest vreugde natuurlijk niet weinig ver hoogden. Recht tegenover de heeren muzi kanten was de plaats eereplaats van 't gelukkig bruidspaar. Beiden waren gedost in hoogst deftig feest- costuum, dat spreekt van zelf en niemand der gasten mocht zoo gekleed gaan als bruid of bruidegom tijdens dit feest. Bij het binnentreden brachten de mannelijke gasten dadelijk geld of geschenken aan den bruidegom terwijl de vrouwen haar geschenken aan de bruid overhandigden. Dit was een soort van schadeloos stelling voor de hooge bruiloftskosten. Tegen den avond werden de talrijke gasten eerst recht lustig. Men dronk, zong, stampte met de voeten en sprong dartel in 't rond. Bij dat dartel rond springen gebeurde het niet zelden, dat iemand over z'n eigen voeten of liever gezegd schoenen kwam te vallen, wat niet alleen was toe te schrijven aan het vele drinken, maar ook aan de schoenen, die men toen droeg. In dien tijd waren de schoenen minstens 30 c.M. lang en liepen van voren uit in een hoogen krul. Was de gastheer niet karig met het ronddienen van wijn en bier, ook bij het gastmaal liet hij het aan niets ontbreken. Daar kwam op tafel om maar iets van den grooten overvloed te noemen ham met mosterd ge vogelte, boter, kaas, gebraden ganzen, wal- en hazelnoten, schaapvleesch met rozijnen, gebraden kippen, die gevuld waren met peterselie of rozijnen, enz. Wie nu meent, dat na het gebruiken van al deze gerechten, de feestvieren den uiteengingen, heeft het echter mis. Neen nu begonnen de gasten eerst recht los te komen. Ze werden zeer luidruchtig, net als in onzen tijd was er toen onder de gasten altijd wel iemand, die ietwat onnoozel en bloo van aard was. Zoo een werd al heel gauw laat ons zeggen hard handig in 't ootje genomen. Een der luidruchtigste nam een kruik wijn en goot deze leeg over het feestgewaad van den bloodaard. De dames vonden dit zoo aardig, dat ze luid schaterlachten. Dan weer en dit was 'n eigen aardige gewoonte in die dagen trok men iemand zoo lang en stijf aan 't haar dat de stumperd uit alle macht schreeuwde, raasde en tierde. Vechtpartijen waren niet vreemd aan bruiloftsfeesten. Men trachtte niet de vechtenden te scheiden, integen deel men moedigde ze met luide kreten aan. Ernstige vechtpartijen werden bui ten afgespeeld en heel vaak werden daarbij de messen getrokken. De vechtenden waren er steeds op uit ijseljjk groote wonden te snijden. Hoe langer, breeder, dieper de wonden waren, hoe trotscher de dader. De boeten voor het aanbrengen van wonden werden bepaald naar de af metingen die de wonden vertoonden. De meer ouderen van dagen en de dames waren natuurlijk rustiger, maar toch gebeurde het ook wel, dat zij handgemeen werden. De vrouwen rukten elkaar de lioofd- sierselen af en bewerkten heur vijan dinnen met de nagels. De bruiloftsfeesten duurden drie dagen, zoodat het ons nu niet meer verwondert, dat menig huisgezin door deze slemppartijen verarmde. („C.") De vraatzucht van snoeken. In de „Deutsche Fischerei-corres- pondenz" van November j.l. vindt men o.a. het volgende bericht: In het Schiirenhof van Oerrekoldsvik (Zweden) werd voor jaren een snoek gevangen, welke in zijn maag had een horloge met ketting, door een hengelaar bij eene onvoorzichtige beweging, in het water geslingerd en door den snoek terstond opgehapt. Een andere in hetMo-meer gevan gen snoek bleek een steen van een vuist-grootte in zijn maag te hebben, terwijl twee visschen van plm. 4 pond, bemachtigd in het Nafden-meer ieder een theelepel bleken naar binnen te hebben gewerkt. Door zijn vraatzucht stort de snoek zich op alles, wat zijn aandacht trekt. Zoo voeren twee personen eens over het Garnbod-meer. De een roeide, terwijl de ander zich de voeten over boord spoelde. Plotseling beet een snoek in een der beenen en wel zoo vast, dat de man, die den voet oogen- blikkelijk terugtrok, den visch mee trok in de boot. Twee knapen voeren in het vorige jaar over hetzelfde meer. De een hield de hand in het water en werd daarin oogenblikkelijk door een snoek zoo gebeten, dat hij naar een zieken huis moest worden overgebracht. Velen zullen zeker bovenstaand bericht schouderophalend lezen en daarbij onwillekeurig denken, dat de aangehaalde feiten, waar zij zoo ver af geschiedden, moeilijk zijn te con troleeren, maar hoe dan te denken over ondervermeld bericht, dat dezer dagen in verschillende Nederlandsche bladen vermeld werd en een feit betreft, in ons eigen land voorgevallen. De onbezoldigde rijksveldwachter L. te Melich bij Roermond, die zich onlangs aldaar in het jachtveld bevond, vernam in de richting van de in de buurt voorbijstroomende rivier „de Roer" een geluid, hetwelk hem zoo vreemd voorkwam, dat hij op nader onderzoek uitging. Naderbij gekomen, zag hjj een aan den oever der rivier staanden reiger, die, den snavel in het water houdend, met de vleugels dat vreemd geluid veroorzaakte. Terwijl in gewone gevallen de reiger bij het naderen van een mensch schielijk de vlucht neemt, was dit hier niet het geval. De jachtopziener naderde den vogel die nog steeds den snavel onder water hield en greep hem. En wat bleek nu? Een snoek van circa 5 pond had d«n vogel bij den snavel te pakken en liet dien snavel niet los. Blijkbaar werd de snavel door den visch ge grepen, toen de vogel hem in het water stak ter bemachtiging van zijn buit. De jachtopziener kon vogel en visch in handen krijgen. Veder is mij persoonlijk gebleken, dat men in den maag van een snoek van allerlei kan aantreffen. Niet alleen heb ik daarin wel eenden-kuikens, waterratten en kikvorschen aange troffen, maar ook wel minder verteer bare zaken, als stukjes blik, potscher ven en dergelijke. Ook vond de heer M. J. Boss, vischhandelaar te Groningen, eens in het binnenst van een snoek een groote koperen haak, welke de maag reeds was gepasseerd, maar die te groot bleek, om langs den gewonen weg het lichaam te verlaten. Bedoelde haak heb ik als curiositeit nog lang in mijn bezit gehouden. Verder heb ik enkele malen snoe ken gevangen, welke zulke groote visschen van eigen soort hadden be machtigd, dat de staart van den gevangene nog uit den bek van zoo ver hing, terwijl het voorste gedeelte reeds zoo goed als vergaan bleek te zijn, Met recht wordt de snoek dan ook de haai van het zoete water genoemd. De milliarden-roman. Het Parijsch echtpaar Léotardy» die de lachende erfgenamen zouden zijn van 'n Amerikaansche ongehuwde dame Lillian Fair Heller uit Boston, die hen l'/2 milliard francs zou heb ben nagelaten, welk feit door de justitie in twijfel wordt getrokken, houden hun bewering' vol. De justitie heeft het in de safe van een Parijsche bank opgeborgen testament van miss Fair Heller te voorschijn laten halen. De laafste wil der Amerikaansche zat in een groote enveloppe dichtgeplakt met zilverlak, waarop een sphinx was gestempeld. In het testament, dat gedateerd is 6 Juli 1921 wordt gezegd: „Ik vermaak aan mevrouw Jane Manchade thans mevr. Albert Leotar- dy al mijn juweelen en mijn vermo gen. Zij moet zorg dragen voor al mijn dieren", De onderteekening is in groote letters „Lillian Fair Heller". Tot uitvoeder van den laatsten wil wordt in het testament aangewezen Heller's neef Wilber Ryerson, die haar jacht ten geschenke krijgt, Mevr. Léotardy Jbevestigt, dat dit testament authentiek is. Zij wil het kostbare document voor geen geld ter wereld afstaan en wil het ook niet naar Amerika zenden, hetgeen haar wellicht eerder in hot bezit zou stellen van de erfenis.'Niet alleen is zij bang dat het document verloren zou gaan, maar ook, dat het in han den zou kunnen komen van mme Ethel Cattaui, de vrouw van een bankier te Konstantinopel, en de zus ter de Amerikaansche erflaatster. Nog steeds ontbreekt de acte van overlijden van miss Lillian Fair Heller. Zij zou overleden zijn aan boord van haar jacht op een kruistocht in de Middellandsche zee. Waar dit schip thans is kon mevr Léotardy niet meedeelen. De justitie heeft,ook vastgesteld wat voor soort lievelingsdieren de Amerikaansche milionaire er op na hield en zij heeft een lijst ontdekt, waarop voorkwamen tijgers, leeuwen, hyena's, zelfs venijnige slangensoorten en ook een paar olifanten. Te dier zake ondervraagd moest mevr. Léo tardy bekennen, dat deze beesten slechts in haar verbeelding bestonden en dat zij het lijstje had geschreven, om haar maar schrik aan te jagen. In werkelijkheid hield miss Hellen er slechts lieve katten, honden en papegaaien op na, die echter sedert lang naar betere gewesten verhuisden. Ook erkende zij enkele telegram men onder haar papieren gevonden te hebben en die zouden zijn afge zonden door notaris Kado Hara te Tokio, door haar zelve op de schrijf machine vervaardigd. In die telegram men is sprake van 30 millioen yen, die aan miss Lillian Heller zouden toebehooren. Daarentegen houdt mevr. Léotardy vol, dat de andere paparassen authen tiek zijn. Een ambtenaar, die aan de erfenis kwestie geloof sloeg, had mevr. Léo tardy een bedrag van 40.000 francs voorgeschoten en tevens geld gegeven voor pogingen tot nasporingen naar de verdwenen Amerikaansche. Zooals gemeld had ook een bankier, Baugue, mevr. Léotardy geld voorgeschoten en op diens vermoeden van fraude is er nu een uitgebreid onderzoek door de justitie aan den gang. Intus- schen is aan Baugue het door hem voorgeschoten geld teruggegeven, en daarop is diens aanklacht weer inge trokken. Mevr. Léotardy bevindt zich nog op vrije voeten, hoewel men sterke vermoedens van fraude tegen haar heeft. Zij verklaart [slachtoffer van het noodlot en van tegenwerking te zijn, hetgeen haar belet in het bezit te komen van «en rechtmatige erfenis. Zij is voor de tweede maal gehuwd, 36 jaar oud en werd in Augustus 1919 te Nice gerechtelijk vervolgd wegens oplichterij. Aan interviewers, die mevr. Léotardy kwamen uithooren, vertelde zij, dat „wanneer men nog 'n week geduld had, zou blijken, dat zij de waarheid had verteld." De notarissen te Marseille, bij wie een afschrift van het testament zou berusten, weigeren daaromtrent iets los te laten. „H. Ct." Zou het waar zijn? Men zegt, dat den ex-keizer een proces boven 't hoofd hangt. „Daily News" vertelt daarvan vol gens het Hbl. o. m. het volgende: Frau Gabriele vonRochow, afstamme linge van een Brandenburgsch ridder geslacht, welks adel ouder dan die der Hohenzollern heet te zijn, acht zich doodelijk beleedigd door het feit, dat men haar in de dagen, toen" de berichten over het Inmiddels voltrok ken huwelijk van den ex-keizer de ronde deden „gedisqualificeerd" heeft als 's keizers huishoudster, terwijl zij zich in werkelijkheid gedurende zes weken de verloofde van den ex- monarch heeft mogen noemen. „Mijn echtgenoot", aldus laat het Engelsche blad de dame in quaestie vertellen, „stierf ongeveer tezelfder tijd als de keizerin. Spoedig daarna klaagde de keizer, dien ik welhaast veertig jaar van zeer nabij ken, in een brief, over zijn grenzelooze een zaamheid en verzocht mij dringend, hem op huize Doorn te komen be zoeken. Aan die uitnoodiging gaf ik in den zomer van 1921 gevolg. Bij mijn aankomst vond ik Wilhelm ten prooi aan een diepe neerslachtigheid. Langzamerhagd echter wist hij zich daaraan te ontworstelen. „Den 21 sten Augustus 1921 zeide de ex-keizer mijIk zou gaarne mor genmiddag in uw zitkamer een kopje thee komen drinken. Ik heb u iets zeer belangrijks te zeggen". „Den volgenden middag klokslag vijf uur klopte Wilhelm aan mijn deur. Hij begroette mij allerhartelijkst en kuste mijn beide handen. Recht op het doel afgaande, zeide hij „Markgriifln, ik kom u vragen, of gij mijn gemalin wilt worden". „Ik beminde en vereerde den keizer, maar ik wist, dat een huwelijk met ernstige bezwaren gepaard zou gaan. Mijn gastheer wilde echter van geen tegenwerpingen hooren. „Ik kon niet neen zeggen. „Geef mij twee dagen bedenktijd", zei ik, terwijl ik van mijn stoel opstond. „De keizer stond eveneens op en met de woorden: „Sehr gut, also bis iibermorgen" .verliet hij de kamer. De wachttijd bleek echter te lang te zijn. Reeds den volgenden dag, aldus het blad, herhaalde de keizer zijn aanzoek, met het gevolg, dat Frau von Rochow haren aanbidder den 24 sten Augustus het jawoord gaf. Zij verklaarde daarbij uit te gaan van de veronderstelling, dat hij den' troon niet meer wenschte te bestijgen. De keizer moet toen gezegd hebben: „Zelfs als ik zou moeten besluiten den troon weer te bestijgen, zjjt gij in elk opzicht waard als mijn gemalin naast mij te leven". Frau von Rochow vertelt dan ver der, dat haar verioofde haar naar de kamer van de ex-keizerin geleidde. „Daar knielden wij en vereenigden ons in het gebed. Toen wij opstonden, schoof de keizer een rjng aan mijn vinger, terwijl hij zeide: „Nu gevoel ik mij de gelukkigste man ter wereld". De verloofden waren overeengeko men hun engagement geheim te houden tot na afloop van het rouwjaar, 's Kei zers impulsief karakter kwam echter herhaaldelijk met de voorgenomen discretie in botsing. De camarilla begon toen reeds te werken, met gevolg, dat een halfjaar later een bericht in de Duitsche pers de ronde kon doen,[waarin geruchten omtrent een eventueele verloving van den keizer grondig werden weer sproken. In dien tijd was prinses Hermine reeds ten tooneele verschenen en om haar niet te ontstemmen, werd ver teld, dat Frau von Rochow „maar huishoudster" op huize Doorn was geweest. Met geen enkel woord, aldus de „Daily News," heeft de ex-keizer toen getracht de zaak recht te zetten en Frau von Rochow de eer te geven, die haar toekomt. Toch correspondeert hij nog van tijd met haar en zond onlangs zijn vriendin een in do Doorn- sche broeikassen gekweekte, zeldzame plant. En nu een proces! De Noorsehe landen. Henk van Dordt schrijft in „Het Centrum" 'tls zeer moeilijk zich een goede voorstelling te vormen van landen, die men nog nooit bezocht heeft. Onwillekeurig gevoelt men zich aangetrokken tot het eene land, en schrikt men terug voor 't andere. Daar zijn menschen, b.v. en wel de meeste menschen die dwepen met Italië, met spanje. Hoe komt dat? Ze stellen zich de natuur in die lan den als schoon voor, terwijl hun bijna 'n rilling over 't lijf komt, als ze over Zweden of Noorwegen hooren spreken. En toch is dit niets anders dan 'n onbeduidende inbeelding. Voor de meeste menschen zijn die landen somber en woest, verstoken en uitgeschakeld van alle schoon heid, altijd gesluierd in nevel en damp; (we hebben 'thier over Zwe den en Noorwegen) door stormen ge teisterd en met een eeuwigdurend sneeuwkleed bedekt.Werkelijk geheel ten onrechte opgevat! daar wisselt de zomer den winter afook daar is de natuur rijk in afwisselende pracht en stemt ze tot eerbied en bewondering. Wat zijn er de lange winternachten dikwijls heerlijk schoon, als de maan 'n zee van zilverlicht werpt op het ijs, dat meren en rivie ren bedekt; als aan den eindeloozen hemel de sterren en op de aarde de sneeuw fonkelt als heldere diamanten 'n Treffend schouwspel ook, als men in de dichtste duisternis, plotseling 't onbeschrijvelijke schoone Noorder licht ziet verschijnen, dat over den ganschen Noordelijken hemel zfln lichtgloed, zijn stralen, zijn vlammen uitschiet, dat 't oog verblindt en den nacht in dag herschept. 't Noorden, aanschouwt in dat licht eene van de heerlijkste werkingen der natuur. Noch Italië, noch Spanje noch het rijkste land der aarde be zit iets dat daarmee vergeleken kan worden. Bovendien bezit Scandina vië valleiën, bergen, vlakten even vruchtbaar en aantrekkelijk als die van de meer zuidelijk gelegen landen. Zoodra de winter geëindigd is, ver andert 't aanzien van 't geheele land als bij tooverslag. De boomen schudden de sneeuw, die hen als een witte mantel bedekt hield, van hun takken. Op den groe nenden bodem verschijnen de blanke sneeuwklokjes, die daar schijnen te groeien, om den terugkeer der lente in te luiden, 't Water der rivieren en meren herneemt zijn vroolijk ge klots, alsof het zich verheugt, weer van zijn winterboei bevrijd te zijn, en alsof 't 'n vriendschapsgroet wil brengen aan de welriekende kruize munt, die aan den voet der wilgen- boomen de oevers omzoomt. Da zwaluwen zijn van d'r lange reis teruggekomen en zoeken onder 't landelijk dak de nesten weer op die ze den vorigen herfst verlaten hebben't roodborstje, dat gedurende den winter als een arme hongerlijder de broodkruimels pikte uit de han den van de kinderen des landsmans, groet met z'n welluidend gezang de gastvrije woning en vliegt naar 't frissche groen der bosschen. De zon neemt allengs toe in krachtiederen dag komt ze vroeger op en gaat ze later onder. Spoedig is de tijd daar, waarin men volop de heerlijke zo mernachten genietdie eigenlijk geen nachten zijn, maar die, ofschoon de zon onder den horizon verdwenen is, de avondschemering onmiddellijk doen overgaan in morgenglans. Het land van Hoboken. Gelijk algemeen bekend, worden den laatsten tijd door de erfgenamen van wijlen den heer Van Hoboken onderhandelingen gevoerd met per sonen of combinaties van personen over den verkoop van het land van Hoboken, geleden midden in Rotter dam. Naar de N. R. Crt. vernam zal zeer vermoedelijk binnenkort de ver koop tot stand komen van 't geheele z.g. land van Hoboken aan een com binatie van personen buiten de stad, welke het als bouwterrein zal exploi- teeren. Naar aanleiding van dit bericht heeft de Msb. zich gewend tot de familie Van Hoboken welke mede deelde dat haar van een aanstaande overdracht niets bekend is. Onder handelingen over den verkoop van het land zijn reeds eenigen tijd gaand, doch tot een verkoopovereenkomst met een bepaalde combinatie van per sonen is het nog niet gekomen. Beide partijen zijn nog geheel vrijblijvend, zoodat het mogelijk is, dat alsnog met nieuwe gegadigden voor het terrein in onderhandeling kan worden ge treden. Op zijn zachtst uitgedrukt is het N. R. Crt. bericht erg praematuur. Uittreksels uit artikelen, die Lloyd George thans in buitenlandsche bladen schrijft en waarin hij de Fransche politiek niet spaart, waren onlangs in tal van steden in het Rijnland aan geplakt. Toen de geallieerde Rij nland- commissie ze op den index plaatste, kon men volgens de Matin, te Keulen Engelsche soldaten bezig zien de bil jetten, die de inzichten van hun ge wezen eersten minister weergaven, af te scheuren.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1923 | | pagina 4