Tweede Blad
ZATERDAG 16 DECEMBER 1922
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Buitenland
TURKIJE
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Boekennieuws.
Gemengd Nieuws.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
FEUILLETON
BEKAR, DE FAKIR
Naar aanleiding van de'vlucht van
den Sultan schrijft V._in „De Neder
lander":
„Defi:Sultan is gevlucht. Vooral
verklaarde hij uitdrukkelijk, dat hij
zijne vlucht niet als eene abdicatie
wilde zien aangemerkt. Die voorzorg
was niet overbodig. Toen Jacobus II
gevlucht was nadat onze Willem IH
hem had gevangen genomen, werd
die vlucht door het Engelsche Parle-
mant als een vermoeden van abdicatie
aangemerkt. De troon was toen vacant
en Willem III werd Koning van En
geland.
Engeland is ook nu weer de gast
heer.
Onze Willem V, Lodewijk XVIII,
Karei X, Louis Philippe, Napoleon III
en Koning Manuel van Portugal, zij
allen hebben in Engeland een schuil
plaats gevonden. Alleen Napoleon I
heeft tevergeefs aangeklopt. Hij wil
de zich na Waterloo nederzetten aan
den gastvrijen haard van het Engel
sche volk, maar de Engelsche minis
ters voelden niet veel voor zulk een
romantische ontknooping. Zij vrees
den, dat Napoleon van Engeland zou
ontsnappen, zooals hij ook van Elba
ontsnapt was en borgen hem veilig
op St. Helena op.
Thans heeft Engeland een belang
rijke troef in handen en als een groot
deel der Mohammedaansche wereld
in verzet komt tegen de besluiten van
Angora, kan de Sultan nog eenmaal
op zijn troon worden hersteld. Op de
revolutie kan ook voor hem een
restauratie volgen evenals die in 1814
gevolgd is door ons Oranje-huis.
De Sultan heeft geluk gehad. Hij
heeft ten minste nog kunnen vluch
ten, evenals Keizer Wilhelm in 1918.
Lodewijk XVI heeft het niet gekund.
Zijn vlucht werd in Varennes gestuit.
De laatste Russische keizer werd
ook gedwongen in zijn land te blij
ven en voor beide vorsten beteekende
dat den dood.
Ook Nederland heeft wel eens aan
gevallen vorsten gastvrij heid verleend
Wij hebben nu Keizer Wilhelm ont
vangen, zooals vroeger Christiaan II
van Denemarken en Karei n van
Engeland. Ook Frederik van de Paltz
vluchtte hierheen toen hij door den
slag op den Wittenberg de kroon van
Bohemen had verloren, maar groote
landen kunnen gemakkelijker dan
kleine gevallen vorsten in bescher
ming nemen.
Wat zal er nu gebeuren. De Sultan
was feitelijk reeds afgezet, toen hij
vluchtte. Voor Turkije brengt dus
voor dit oogeblik die vlucht niet veel
verandering. In Lausanne zal nu wel
het lot van den Sultan worden beslist,
maar tegenover de aanmatiging van
Angora staat Engeland nu sterker
dan vroeger. Het kan den Sultan en
den Khalief uitspelen tegen zijn op
volgers en zoovele Mohammedanen
uit eerbied voor de traditie voor den
gevallen vorst partij kiezen, kan hij
voor Kemal Pacha een lastig mede
dinger worden.
Dat Turkije ooit weer voor Europa
een ernstig gevaar zal gaan opleveren
is nauwelijks denkbaar. In de laatste
eeuwen is het land gestadig achteruit
gegaan.
De verjaging der Turken van voor
Weenen (1683) was een keerpunt in
hunne geschiedenis. De vloed had
zijn hoogtepunt bereikt en toen begon
de ebbe, die door geen nieuwen
vloed is gevolgd. De slag aan de Raab
(1664) was reeds het begin geweest
van het einde. Sedert is Turkije
voortdurend afgegleden. Het verloor
Griekenland, Servië, Bulgarije, Ru-
menië, Egypte, Arabië, Zuid-Rusland,
Albanië, Creta, Tunis, Tripoli, Meso-
potamië, Syrië en Palestina om van
andere kleine verliezen nog niet
eens te spreken, Door den slag bjj
Lepanto (1571) verloren de Turken
ook voor goed hun overmacht ter zee.
Op zulk een verval volgt geen weder
geboorte. Vooral niet omdat niet alleen
het Turksche rijk maar ook het
Turksche ras in verval is. Turkije is
en blijft de zieke man, wiens dood
strijd nog lang kan duren en wiens
laatste krachten nog soms verbazing
wekken maar op elke krachtsinspan
ning volgt weer uitputting en inzin
king.
Nu kunnen de Turken het Europa
lastig maken omdat Europa verzwakt
en verdeeld is en omdat achter Turkije
Rusland staat. De Russen gebruiken
nu tijdelijk de Turken als stormram
tegen Europa en de Turken laten
zich gebruiken. Hun kracht is nu
eigenlijk Ruslands kracht. Zij steunen
ook op den naijver der groote mogend
heden, die elkander Constantinopel
niet gunnen, maar al dergelijke mid
delen kunnen de liquidatie van Turkije
"wel vertragen maar niet voorkomen.
Alleen door millitaire eigenschappen
houdt geen volk zich lang staande.
Ook in de kunsten des vredes moet
het ervaren zijn en op dat punt
schoten de Turken steeds te kort.
Op den derden Zondag van den
Advent.
Epistel van den H. Paulus tot de
Philippijnen. IV. 37.
Broeders! verblijdt u altijd in den.
Heer; wederom zeg ik, verblijdt u.
Dat uwe zedigheid allen menschen
bekend zijde Heer is nabij. Weest
nérgens in bekommerd; maar laat
uwe begeerten in alles, door bidden
en smeeken, met dankzegging aan
God bekend worden. En de vrede des
Heeren, welke alle verstand te boven
gaat, beware uwe harten en zinnen
in Jesus Christus, onzen Heer.
Evangelie, Joannes I. 1928.
In dien tijde zonden de Joden, pries
ters en leviten tot Joannes, om hem
te vragen: wie zijt gij? En hij be
kende, en loochende niet; en hij be
leed ik ben de Christus niet. En zij
vroegen hemwie dan? zijt gij Elias?
En hjj zeide: die ben ik niet. Zijt gij
de profeet: En hij antwoordde: neen.
Zij zeiden hem danwie zijt gij, opdat
wij antwoord geven degenen, die ons
gezonden hebben? Wat zegt gij van
u zeiven Hij zeideik ben de stem
van die in de woestijn roept: maakt
den weg des Heeren recht, gelijk de
Profeet Isaias gezegd heeft. En de
afgezondenen waren uit de Phariseërs.
En zij vroegen en zeiden hem: wat
doopt gij dan, indien gij noch zijt de
Christus, noch Elias, noch de profeet?
Joannes antwoordde hun, en zeide:
ik doop in water; maar midden onder
u heeft Hij gestaan, dien gij niet kent.
Hij is het, die na mij komen zal, die
voor mij geweest is, wiens schoen
riemen ik niet waardig ben te ont
binden. Deze dingen zijn te Betlianië
geschiedt over de J or daan, waar Joan
nes doopte.
Een orchest van vrouwen.
Te Londen is een orchest opgericht,
dat enkel uit vrouwen bestaat. Dezer
dagen zal dit orchest zijn eerste uit
voering geven met o.a. een symphonic
van Schubert.
De dirigente Elisabeth Kuyper zal
dan tevens eenige harer liederen ten
gehoore brengen en die aan den
vleugel begeleiden.
Huwelijkstrouw.
Mr. en Mrs. Kelly zijn, naar de
„Daily Chronicle" meldt, te Bideford,
na een 65-jarig gelukkig huwelijk,
binnen 48 uur na elkander gestorven.
De wensch, zoo dikwijls door beiden
geuit, dat ook de dood hen niet zou
scheiden, is daarmede in vervulling
gegaan.
De oude heer was juist een maand
geleden 89 iaar geworden, terwijl zijn
echtgenoote den leeftijd van 85 jaar
bereikte.
De oudjes zijn in een gemeen
schappelijk graf ter aarde besteld.
De dienstboden in Australië.
De hoogste loonen worden, naar
men zegt, door de dienstboden in
Australië verdiend. Uit Engeland zijn
er daarom dezer dagen een aantal
naar dat werelddeel vertrokken.
Behalve het hooge loon, is ook een
groote attractie voor de meisjes ge
legen in het feit, dat zij in Australië
in hooger aanzien zijn dan het vrouwe
lijk kantoorpersoneel en er. ook
spoedig een man krijgen. Vijftigprocent
van de meisjes, die naar Australië
vertrokken zijn, beweert men, binnen
het jaar getrouwd.
Of het inderdaad zoo mooi is, als
het lijkt weten wij niet.
Jongejuffrouw bij-de-handje.
Onderwijzer: „Ikheb u in de vorige
les uiteengezet, waar de zetel van het
verstand is?"
Bij-de-handje: „In de hersenen."
Onderwijzer: „Juist, in de hersenen.
Nu is het van algemeene bekendheid,
<jat de hersenen bij de mannen aan
merkelijk grooter zijn dan bij de vrou
wen. Wat kan men daaruit besluiten
Bij-de-handje„Dat het meer op de
qualiteit dan op de quactiteit aan
komt."
HET GILDEBOEK.
Orgaan van het Si-Bornulphns-Gilde.
Het Sint-Bernülphus-Gilde, vereeni-
ging die zich ten doel stelt het behar
tigen van de belangen der kerkelijke
kunst geeft een prachtig tweemaan-
delijksch tijdschrift uit, gewijd aan
kerkelijke kunst en oudheidkunde.
Alvorens de beide afleveringen van
dit tijdschrift, die ik zoo juist ont
vangen mocht, te bespreken, wil ik
aan de hand van het eveneens fraai
uitgevoerde prospectus van het Gilde,
voor zoover dit nog noodig is, iets
omtrent deze vereeniging mededeelen.
Paus Pius X verklaarde: „Ik wil
dat mijn volk in schoonheid bidden
zal." Die woorden gedachtig streeft
het St.-Bernulphus-Gilde er naar, zoo
als gezegd de kerkelijke kunst te be-'
vorderen.
Toen ruim vier jaar geleden het
Gilde het oude Gildeboek weer deed
herleven en daarvan het Doorluchtig
Episcopaat van Nederland kennis gaf,
mocht het volle instemming verkrijgen
met deze hernieuwde uitgave, zooals
de in het prospectus afgedrukte brie
ven van den Aartsbisschop van Utrecht,
den Bisschop van Haarlem, van 's-Her-
togenbosch en Roermond en die namens
den Bisschop van Breda, bewijzen.
Het lidmaatschap van het St.-Ber-
nulphus-Gilde waarvan Prof. Dr. R.
Ligtenberg te Utrecht Deken is, Dr.
E. J. Haslinghuis te 's-Gravenhage
Vice Deken, L. J. van den Heijden
te Utrecht Penningmeester en kape
laan, A. E. Rientjes te Utrecht 1ste
Secretaris, bedraagt 8 gulden, behalve
voor E. H. Kapelaans en Regul. Geeste
lijken die slechts 5 gulden betalen.
De leden ontvangen allen het zes
maal per jaar verschijnende Gilde
boek, waarvan het abonnement anders
10 gulden bedraagt. Het adres der 1ste
Secretaris, waar men zich voor lid
maatschap kan opgeven is Minder-
broederstaat 15 Utrecht, tot wie men
zich eveneens wenden kan voor het
prospectus ter kennismaking. Men zal
er een prachtige reproductie naar een
teekening van Eugène Lückertoren
te Westkapelle in vinden en een devote
teekening van Jan Toorop: Maria en
Johannes.
En nu het tijdschrift zelf. Iedere
aflevering typografisch keurig ver
zorgd door van Munsters Uitgevers
Maatschappij te Amsterdam telt veertig
biz. quarto formaat met vele prachtige
afbeeldingen.
De beide afleveringen die mij ge
zonden werden het schijnt dat er
nog geen volgende verschenen zijn
de aflevering 1 en 2 van den 5den
jaargang, van Juni en Augustus van
En. Berai' dankte die betrekkelijke kalmte
aan het bewustzijn, de hem opgelegda
plichten te. hebben vervuld.
Hij had gedaan al wat hij kon. Dat hij
niet meer dele 1, weid eenvoudig en afdoen
de verklaard door het feit, dat hij 'stond
tegenover onoverkomelijke moeilijkheden.
Hij ging dus sterven I
En die gedachte aan den dood, waarop
de uitverkorenen hun dienaren te alien
tijde .voorbereiden, kwam over hem met
Zekere vertroosting en zekere zoetheid.
Hij hurkte neer op den groind, prevelde
eenige verzen uit de Yedas of „heiliga
boeken" en sprak, enkele bezweringsfor
mules uit, ten einde de' booze geesten te
verdrijven en zich de goede tot vrienden
te maken.
Vervolgens verviel hij in overpeinzin
gen, liet aan zijn geest alle merkwaardige
gebeurtenissen van zijn reeds langdurig
en veelbewogen leven voorbijgaan en bleef
daarna onbeweeglijk verzonken in een
soort van geestverrukking'. Door .oefening;
verstaan de fakirs de kunst zich zeer
spoedig en voikomfen in een bepaalden
zielstoestand te verplaatsen. Zij zijn
meesters in de auto-suggestie, weten zicli-
zelven in slapenden toestand te brengea
en over te gaan in een staat van alge-
dit jaar, de eerste die bij bovenge
noemde uitgever verschenen.
De Juni-aflevering opent met een
belangwekkend, rijk geïllustreerd
artikel van Prof. Dr. L. Ligtenberg
over de oudste geschiedenis van het
Crucifix.
Speciaal voor de lezers van ons
blad van belang is de voortzetting
van het verslag door Ir. II. Thun-
nissen met zeer veel historische bij
zonderheden over de bezichtigde ge
meenten en gebouwen op de Gildereis
naar Goes en het eiland Walcheren,
Middelburg, Veere en Domburg wor
den uitvoerig besproken. Behalve de
in het prospectus voorkomende groote
plaat van de toren te Westkapelle
van Eugène Lücker worden nog twee
pagina's in beslag genomen door
reproducties van de machtige, forsche
etsen van dezen kunstenaarhet Stad
huis te Middelburg en de toren van
de kathedraal te Veere. Prachtig die
zon-verlichte kollossus, zwaar af
stekend tegen donker-dreigende lucht,
met op den voorgrond door gierende
storm geteisterde hoornen. Een foto
van het Rij ksmonumenten-bureau geeft
een mooi detail van het stadhuis te
Middelburg.
Dr. E. J. Haslingluus bespreekt twee
torens en hun bouwmeestersde toren
van Ransdorp en die van Loenen aan
de Vecht.
Artikelen over Hollandsclie kunst
in België, over Musea en Tentoon
stellingen en kleinere rubrieken,
komen in deze aflevering voor.
In de Augustus-aflevering geeft
Kapelaan A. E. Rientjes, secretaris
van het Gilde, een belangwekkende
prachtig verluchte bijdrage.
Het spijkerblok in de Kruisdraging
van Christus, een bijdrage tot de
Iconographie der Passietafereelen.
Prachtige afbeeldingen zijn even
eens bij het in het Duitsch geschreven
opstelAusstellung für Christliche
Kunst in Köln. Hist. Abteilung, zoo
ook bij dat over de Tentoonstelling
van Christelijke kunst te Keulen ge
houden in September 1921, welk
artikel geschreven is door L. J. Boog-
mans. Hierop volgen artikels over de
voorsteHing der begrafenis van de
H. Maagd Maria, de St. Liduinakerk
te Schoten en een uitvoerige, van
zeer veel studie getuigende bespreking,
van het grootsehe werk van D. Bierens
de Haan: Het houtsnijwerk in Neder
land tijdens de Gothiek en de Renais
sance met een voorwoord van Dr.
Jan Kalf, uitgave van Martinus Nykoff.
Het Gildeboek, Tijdschrift voor
Kerkelijke Kunst en Oudheidkunde
van het St. Bernulphus-Gilde behoort
ongetwijfeld tot de beste en mooist
uitgevoerde tijdschriften van ons land.
DISCIPULUS APOLLINIS.
Melkoorlogje.
In de stad Groningen werd den
heelen zomer de melk geleverd tegen
12 cent den liter. Tegen den staltijd,
ofschoon de boterprijzen maar weinig
stegen, kwam de melk op 14 cent en
't publiek nam er genoegen mee, in
de overtuiging, dat voor de veehouders
de stalperiode duurder "uitkomt dan
dc weidetijd. Maar toen 't zóó ge
makkelijk scheen te gaan, kwamen
de melkboeren een paar dagen later
16 cent den liter vragen, en dat
werd toch de huismoeders wel te
machtig. Een verhooging in totaal
van 35 pet.! In de plaatselijke bladen
werd aangeraden om de melkboeren
te dwingen tot lagere prijzen, door
zoo weinig mogelijk te koopen.Enkele
veehouders van buiten, die anders
niet in de stad leveren, kwamen
daar hun melk aanbieden tegen 12
cent en 't gevolg is geweest, dat de
huismoeders het pleit hebben gewon
nen: voor een paar dagen al in en
kele buurten en sinds Dinsdagmorgen
vrijwel in de geheele stad, hebben
de melkboeren hun prijs teruggebracht
tot 14 eent en, tenzij de boterprijzen
sterk gaan oploopen, zal die in den
heele gevoelloosheid alsof zij onderhevig
waren geweest aan een hypnotischen in
vloed.
Aldus in elkaar gedoken neerzittend,
maakte Berar zich in dit doodstille ver
trok dat inderdaad Veel van een graf
had. ongevoelig en roerloos als een lijk.
Zoo verliepten verscheiden uren zén
der dat de homing1 van het hoofd der
Thooga's eenigermate gewijzigd werd, zon
der dat aan hem eenige beweging tp
bespeuren viel, zonder dat het leven zich
in hem anders openbaarde dan door de
èiohte, bijna onmerkbare werking der adem
halingsocganen.
Deze slaar^ moest voor hem wel de
voorlotoiper zijn van den dood.
En toch, hoezeer ook ontheven aan do
werkelijkheid, zijner omgeving,, Weef hij
toegankelijk voor sommigje gewaarwordin
gen van buiten.
Zoo deed een aanvankelijk zwak irerucht
■Berar sidderen, ofschoon zich daarbij geen
spier van Zijn gelaat vertrok en zijn oogen
haar doffe, wezenloioize uitdrukking be
hielden. Daar deed zich hetzelfde schu
rend geluid van graniet over graniet boto
ren en werd de geheime ingang zichtbaar
door dezelfde bascuul-beweging. die Bi-
kanel in staat had gesteld te vluchten
VERSTROOIHEID.
Eerste professor: Had ik mijn para-
pluie niet meegebracht, collega?
Tweede professor: Ja, ik meen
hier is ze al (geeft hem zijn eigen
parapluie. Na een pauze.) Maar waar
is nu eigenlijk mijn parapluie? Ik had
er toch ook een meegebracht.
Eerste professor: O, is deze het
misschien?
Twee professor: Zeker. Hoe kom je
daaraan?
Eerste professor: Ja, dat is mij on
verklaarbaar.
GEWROKEN.
„Nou zeg, ik heb me lekkertjes
gewroken", zei de winkelier in schoe
nen, handenwrijvend tot 'n kennis,
toen 'n jonge dame zijn zaak verlaten
had.
„Hoe? Gewroken?"
„Ja zeker! Die jonge dame die
daarnet weggaat is een telefoon-juf
frouw. En nou heb ik er ook es 'n
verkeerd nummer gegeven!-
Een schotel voor Vastendagen.
De visch is tegenwoordig nog duur,
de eieren zijn wat goedkooper ge
worden, Geeft men die gekookt of
gebakken, dan is één ei per persoon
■wat weinig. Maakt men er echter een
schotel van dan is het veel smake
lijker en voldoet ook meer,
Men moet de eieren hard koken,
overspoelen met koud water, pellen
en dwars doormidden snjjden. Men
legt ze in een vuurvast schotelje,
maakt een saus door onafgeroomde
melk, een stukje boter en een aan
gemaakt lepeltje maizena flink te
roeren tot het kookt en dik wordt.
Dan doet men die saus over de eieren
en zet ze even in den oven.
Men kan er fijngemaakte aard
appelen of rijst bij geven. Ook bij
brood is het heel smakelijk.
komenden winter wel niet opnieuw
worden verhoogd.
Een reuzen-votlefkaars.
Een altaarkaars, die 1000 K.G.
weegt, en die op fraaie wqze voor
zien is van een reliefversiering naar
antieke motieven, zal spoedig uit
New-York naar Italië worden gezon
den, om te worden geplaatst in de kerk
van Onze-Lieve-Vrouwe te Pompëi.
De kaars zal worden gebrand ter
herdenking van Caruso. Zij is een
geschenk van de weezen in het New-
Yorksche weeshuis, die veel vriend
schap ook in giften uitgedrukt
hadden ondervonden van den beroem
den tenor. De was is op een zoo
danige wijze gepraepareerd, dat zij
zoo te zeggen eeuwig goed bljjft,
Op voorstel van Kardinaal Vannutelli
zal de kaars ieder jaar slechts eens,
n.l. op allerzielen, worden gebrand,
maar dan ook de volle 24 uur. Naar
men heeft uitgerekend zal deze kaars
die bijna 5 M lang is, onderaan 1.50 M.
omtrek heeft, bovenaan 45 c.M' om
trek. en die 3750 heeft gekost
op die manier 1800 jaar kunnen dienst
doen. (N. R. Ct.)
Zwarte Plet bekeurd.
Op verzoek van een inwoner van
Santpoort heeft de rijkspolitie te Sant
poort proces-verbaal opgemaakt tegen
een 18-jarig meisje (plaatsgenooten),
voor het feit, dat zij zich ter gelegen
heid van het „St.-Nicolaasfeest als
„Zwarte Piet" verkleed, bij genoem
den inwoner in diens huis begaf. Het
feit werd bestempeld met „huisvrede
breuk".
Bij informatie bleek aan de „O.H.Ct.",
dat de verhouding tussehen den in
woner en den vader van het meisje
niet best was.
Op het trapje werd een hoofd zicht
baar, daarna een lichaam), gesteund door
twee lange, magere beenen.
Het fijngevormd gelaat met regelmatige
bijna teedere trekken was omraamd door
grijze bakkebaarden, en het breede voor
hoofd ging schuil oinder de regelmatige
plooien van den ontzaglijken hindoe-tul
band.
Het lichaam, mager als een geraamte,
was bekleed met een lichte, helderwitte
kaftan. Een kleine kandjar, waarvan de
greep rijk versierd was met edelgesteente
stak half uit de ceintuur van fijne witte
■zijde,' die de kaftan samen bood om "!het
middel van dit zonderling personage,
wiens eenvoud echter niets banaals had.
Na den vloer van het vertrek te 'hebben
betreden, schudde hij licht het stof van
zijn sandalen en vestigde vervolgens zjjn
oogen, die een levendige, maar toch Zachte
uitdrukking hadden, op den nog steeds in
zijn toestand van onbeweeglijkheid volhar
denden fakir.
Met zachte maar welluidende stem
sprak hij: „Berar, ontwaak!"
(Wordt vervolgd.)
Naar het Fransch van L. B.
85) o
Evenals zijn broeders de andere fakirs
had men ook hem onderwezen in de
geheimen die dooden en die levend ma
ken. Men had hem geleerd, ongevoelig te
z'ijm voor vermoeienis, voor ontbering,
.voor zedelijke en lichamelijke smart, voor
folteringen van allerlei aard; men had
,hem' ingewijd in de welen3cnap. die onder
■den naam van maimet>nfe den mensciie-
lijken wil doet insluimeren, tijgers be-
heerscht, slang-m aan zich onderwerpt en
Zich zelfs uitstreat tot stoffelijke voorwer
pen....
En zóó was hij geworden de arm van
die mannen, wier altijd wei'kzame, steeds
met nieuwe en de meest onbegrijpelijke
abstracties bezigte gp=st 7,ca zooveel mo'-
gelijk tracht te onthechten aan liet stede
lijk leven.
De uitverkorenen danken, de fakirs han
delen, altijd blindelings en dikwijls ver-
sehrikkeljjik.
Men eischt van ben op de eerste plaats;
dat zij geheel afstand doen van hun eigen
vrijen wil.
Daarna beveelt men hen, naar den
ciseh der omstandigheden, dezen of genen
te bespionneeren of hem met onverdeel
de toewijding te dienensoldaat te worden
in Jiet Indische leger of in de gelederen
der oproerlingen, zich te vernederen tot
slavendienst of het uiterlijk' aan le nemen
van een radjah; men gebiedt hun, een
bepaalden persoon to genezen ot hem een
ongesteldheid te bezorgen, hem lief te
hebben of te haten, hem te redden of te
vermoorden. Eu de fakir gehoorzaamt
zonder een woord te spreken, zonder een
gebaar te maken, zonder te aarzelen of
zich door iets tc laten, weerhouden, noch
door moeilijkheden, noch door folterin
gen, noch door den dood. Onvoorwaarde
lijke gehoorzaamheid, ziedaar voor hem
de groote plicht.
Tot deze lieden behoorde Beiar, die met
ijzingwekkende stiptheid de zoo uiteen-'
loopende bevelen had tc-n uitvoer ie-
bracht, hem opgelegd door de poendits
de uitverkorenen, die men nimmer zai
maar wier grenzenlooze macht men elk
oogenblik en overal gewaar werd.
,'r°ch ofschoon hij zich .nu tot mach
teloosheid gedoemd zag kwam" zijn ver
schrikkelijke woede weldra tot bedaren.