Tweede Blad ZATERDAG 16 DECEMBER 1922 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland TURKIJE Kerknieuws Voor onze vrouwen. Boekennieuws. Gemengd Nieuws. Het hoekje van humor. Voor de Keuken. FEUILLETON BEKAR, DE FAKIR Naar aanleiding van de'vlucht van den Sultan schrijft V._in „De Neder lander": „Defi:Sultan is gevlucht. Vooral verklaarde hij uitdrukkelijk, dat hij zijne vlucht niet als eene abdicatie wilde zien aangemerkt. Die voorzorg was niet overbodig. Toen Jacobus II gevlucht was nadat onze Willem IH hem had gevangen genomen, werd die vlucht door het Engelsche Parle- mant als een vermoeden van abdicatie aangemerkt. De troon was toen vacant en Willem III werd Koning van En geland. Engeland is ook nu weer de gast heer. Onze Willem V, Lodewijk XVIII, Karei X, Louis Philippe, Napoleon III en Koning Manuel van Portugal, zij allen hebben in Engeland een schuil plaats gevonden. Alleen Napoleon I heeft tevergeefs aangeklopt. Hij wil de zich na Waterloo nederzetten aan den gastvrijen haard van het Engel sche volk, maar de Engelsche minis ters voelden niet veel voor zulk een romantische ontknooping. Zij vrees den, dat Napoleon van Engeland zou ontsnappen, zooals hij ook van Elba ontsnapt was en borgen hem veilig op St. Helena op. Thans heeft Engeland een belang rijke troef in handen en als een groot deel der Mohammedaansche wereld in verzet komt tegen de besluiten van Angora, kan de Sultan nog eenmaal op zijn troon worden hersteld. Op de revolutie kan ook voor hem een restauratie volgen evenals die in 1814 gevolgd is door ons Oranje-huis. De Sultan heeft geluk gehad. Hij heeft ten minste nog kunnen vluch ten, evenals Keizer Wilhelm in 1918. Lodewijk XVI heeft het niet gekund. Zijn vlucht werd in Varennes gestuit. De laatste Russische keizer werd ook gedwongen in zijn land te blij ven en voor beide vorsten beteekende dat den dood. Ook Nederland heeft wel eens aan gevallen vorsten gastvrij heid verleend Wij hebben nu Keizer Wilhelm ont vangen, zooals vroeger Christiaan II van Denemarken en Karei n van Engeland. Ook Frederik van de Paltz vluchtte hierheen toen hij door den slag op den Wittenberg de kroon van Bohemen had verloren, maar groote landen kunnen gemakkelijker dan kleine gevallen vorsten in bescher ming nemen. Wat zal er nu gebeuren. De Sultan was feitelijk reeds afgezet, toen hij vluchtte. Voor Turkije brengt dus voor dit oogeblik die vlucht niet veel verandering. In Lausanne zal nu wel het lot van den Sultan worden beslist, maar tegenover de aanmatiging van Angora staat Engeland nu sterker dan vroeger. Het kan den Sultan en den Khalief uitspelen tegen zijn op volgers en zoovele Mohammedanen uit eerbied voor de traditie voor den gevallen vorst partij kiezen, kan hij voor Kemal Pacha een lastig mede dinger worden. Dat Turkije ooit weer voor Europa een ernstig gevaar zal gaan opleveren is nauwelijks denkbaar. In de laatste eeuwen is het land gestadig achteruit gegaan. De verjaging der Turken van voor Weenen (1683) was een keerpunt in hunne geschiedenis. De vloed had zijn hoogtepunt bereikt en toen begon de ebbe, die door geen nieuwen vloed is gevolgd. De slag aan de Raab (1664) was reeds het begin geweest van het einde. Sedert is Turkije voortdurend afgegleden. Het verloor Griekenland, Servië, Bulgarije, Ru- menië, Egypte, Arabië, Zuid-Rusland, Albanië, Creta, Tunis, Tripoli, Meso- potamië, Syrië en Palestina om van andere kleine verliezen nog niet eens te spreken, Door den slag bjj Lepanto (1571) verloren de Turken ook voor goed hun overmacht ter zee. Op zulk een verval volgt geen weder geboorte. Vooral niet omdat niet alleen het Turksche rijk maar ook het Turksche ras in verval is. Turkije is en blijft de zieke man, wiens dood strijd nog lang kan duren en wiens laatste krachten nog soms verbazing wekken maar op elke krachtsinspan ning volgt weer uitputting en inzin king. Nu kunnen de Turken het Europa lastig maken omdat Europa verzwakt en verdeeld is en omdat achter Turkije Rusland staat. De Russen gebruiken nu tijdelijk de Turken als stormram tegen Europa en de Turken laten zich gebruiken. Hun kracht is nu eigenlijk Ruslands kracht. Zij steunen ook op den naijver der groote mogend heden, die elkander Constantinopel niet gunnen, maar al dergelijke mid delen kunnen de liquidatie van Turkije "wel vertragen maar niet voorkomen. Alleen door millitaire eigenschappen houdt geen volk zich lang staande. Ook in de kunsten des vredes moet het ervaren zijn en op dat punt schoten de Turken steeds te kort. Op den derden Zondag van den Advent. Epistel van den H. Paulus tot de Philippijnen. IV. 37. Broeders! verblijdt u altijd in den. Heer; wederom zeg ik, verblijdt u. Dat uwe zedigheid allen menschen bekend zijde Heer is nabij. Weest nérgens in bekommerd; maar laat uwe begeerten in alles, door bidden en smeeken, met dankzegging aan God bekend worden. En de vrede des Heeren, welke alle verstand te boven gaat, beware uwe harten en zinnen in Jesus Christus, onzen Heer. Evangelie, Joannes I. 1928. In dien tijde zonden de Joden, pries ters en leviten tot Joannes, om hem te vragen: wie zijt gij? En hij be kende, en loochende niet; en hij be leed ik ben de Christus niet. En zij vroegen hemwie dan? zijt gij Elias? En hjj zeide: die ben ik niet. Zijt gij de profeet: En hij antwoordde: neen. Zij zeiden hem danwie zijt gij, opdat wij antwoord geven degenen, die ons gezonden hebben? Wat zegt gij van u zeiven Hij zeideik ben de stem van die in de woestijn roept: maakt den weg des Heeren recht, gelijk de Profeet Isaias gezegd heeft. En de afgezondenen waren uit de Phariseërs. En zij vroegen en zeiden hem: wat doopt gij dan, indien gij noch zijt de Christus, noch Elias, noch de profeet? Joannes antwoordde hun, en zeide: ik doop in water; maar midden onder u heeft Hij gestaan, dien gij niet kent. Hij is het, die na mij komen zal, die voor mij geweest is, wiens schoen riemen ik niet waardig ben te ont binden. Deze dingen zijn te Betlianië geschiedt over de J or daan, waar Joan nes doopte. Een orchest van vrouwen. Te Londen is een orchest opgericht, dat enkel uit vrouwen bestaat. Dezer dagen zal dit orchest zijn eerste uit voering geven met o.a. een symphonic van Schubert. De dirigente Elisabeth Kuyper zal dan tevens eenige harer liederen ten gehoore brengen en die aan den vleugel begeleiden. Huwelijkstrouw. Mr. en Mrs. Kelly zijn, naar de „Daily Chronicle" meldt, te Bideford, na een 65-jarig gelukkig huwelijk, binnen 48 uur na elkander gestorven. De wensch, zoo dikwijls door beiden geuit, dat ook de dood hen niet zou scheiden, is daarmede in vervulling gegaan. De oude heer was juist een maand geleden 89 iaar geworden, terwijl zijn echtgenoote den leeftijd van 85 jaar bereikte. De oudjes zijn in een gemeen schappelijk graf ter aarde besteld. De dienstboden in Australië. De hoogste loonen worden, naar men zegt, door de dienstboden in Australië verdiend. Uit Engeland zijn er daarom dezer dagen een aantal naar dat werelddeel vertrokken. Behalve het hooge loon, is ook een groote attractie voor de meisjes ge legen in het feit, dat zij in Australië in hooger aanzien zijn dan het vrouwe lijk kantoorpersoneel en er. ook spoedig een man krijgen. Vijftigprocent van de meisjes, die naar Australië vertrokken zijn, beweert men, binnen het jaar getrouwd. Of het inderdaad zoo mooi is, als het lijkt weten wij niet. Jongejuffrouw bij-de-handje. Onderwijzer: „Ikheb u in de vorige les uiteengezet, waar de zetel van het verstand is?" Bij-de-handje: „In de hersenen." Onderwijzer: „Juist, in de hersenen. Nu is het van algemeene bekendheid, <jat de hersenen bij de mannen aan merkelijk grooter zijn dan bij de vrou wen. Wat kan men daaruit besluiten Bij-de-handje„Dat het meer op de qualiteit dan op de quactiteit aan komt." HET GILDEBOEK. Orgaan van het Si-Bornulphns-Gilde. Het Sint-Bernülphus-Gilde, vereeni- ging die zich ten doel stelt het behar tigen van de belangen der kerkelijke kunst geeft een prachtig tweemaan- delijksch tijdschrift uit, gewijd aan kerkelijke kunst en oudheidkunde. Alvorens de beide afleveringen van dit tijdschrift, die ik zoo juist ont vangen mocht, te bespreken, wil ik aan de hand van het eveneens fraai uitgevoerde prospectus van het Gilde, voor zoover dit nog noodig is, iets omtrent deze vereeniging mededeelen. Paus Pius X verklaarde: „Ik wil dat mijn volk in schoonheid bidden zal." Die woorden gedachtig streeft het St.-Bernulphus-Gilde er naar, zoo als gezegd de kerkelijke kunst te be-' vorderen. Toen ruim vier jaar geleden het Gilde het oude Gildeboek weer deed herleven en daarvan het Doorluchtig Episcopaat van Nederland kennis gaf, mocht het volle instemming verkrijgen met deze hernieuwde uitgave, zooals de in het prospectus afgedrukte brie ven van den Aartsbisschop van Utrecht, den Bisschop van Haarlem, van 's-Her- togenbosch en Roermond en die namens den Bisschop van Breda, bewijzen. Het lidmaatschap van het St.-Ber- nulphus-Gilde waarvan Prof. Dr. R. Ligtenberg te Utrecht Deken is, Dr. E. J. Haslinghuis te 's-Gravenhage Vice Deken, L. J. van den Heijden te Utrecht Penningmeester en kape laan, A. E. Rientjes te Utrecht 1ste Secretaris, bedraagt 8 gulden, behalve voor E. H. Kapelaans en Regul. Geeste lijken die slechts 5 gulden betalen. De leden ontvangen allen het zes maal per jaar verschijnende Gilde boek, waarvan het abonnement anders 10 gulden bedraagt. Het adres der 1ste Secretaris, waar men zich voor lid maatschap kan opgeven is Minder- broederstaat 15 Utrecht, tot wie men zich eveneens wenden kan voor het prospectus ter kennismaking. Men zal er een prachtige reproductie naar een teekening van Eugène Lückertoren te Westkapelle in vinden en een devote teekening van Jan Toorop: Maria en Johannes. En nu het tijdschrift zelf. Iedere aflevering typografisch keurig ver zorgd door van Munsters Uitgevers Maatschappij te Amsterdam telt veertig biz. quarto formaat met vele prachtige afbeeldingen. De beide afleveringen die mij ge zonden werden het schijnt dat er nog geen volgende verschenen zijn de aflevering 1 en 2 van den 5den jaargang, van Juni en Augustus van En. Berai' dankte die betrekkelijke kalmte aan het bewustzijn, de hem opgelegda plichten te. hebben vervuld. Hij had gedaan al wat hij kon. Dat hij niet meer dele 1, weid eenvoudig en afdoen de verklaard door het feit, dat hij 'stond tegenover onoverkomelijke moeilijkheden. Hij ging dus sterven I En die gedachte aan den dood, waarop de uitverkorenen hun dienaren te alien tijde .voorbereiden, kwam over hem met Zekere vertroosting en zekere zoetheid. Hij hurkte neer op den groind, prevelde eenige verzen uit de Yedas of „heiliga boeken" en sprak, enkele bezweringsfor mules uit, ten einde de' booze geesten te verdrijven en zich de goede tot vrienden te maken. Vervolgens verviel hij in overpeinzin gen, liet aan zijn geest alle merkwaardige gebeurtenissen van zijn reeds langdurig en veelbewogen leven voorbijgaan en bleef daarna onbeweeglijk verzonken in een soort van geestverrukking'. Door .oefening; verstaan de fakirs de kunst zich zeer spoedig en voikomfen in een bepaalden zielstoestand te verplaatsen. Zij zijn meesters in de auto-suggestie, weten zicli- zelven in slapenden toestand te brengea en over te gaan in een staat van alge- dit jaar, de eerste die bij bovenge noemde uitgever verschenen. De Juni-aflevering opent met een belangwekkend, rijk geïllustreerd artikel van Prof. Dr. L. Ligtenberg over de oudste geschiedenis van het Crucifix. Speciaal voor de lezers van ons blad van belang is de voortzetting van het verslag door Ir. II. Thun- nissen met zeer veel historische bij zonderheden over de bezichtigde ge meenten en gebouwen op de Gildereis naar Goes en het eiland Walcheren, Middelburg, Veere en Domburg wor den uitvoerig besproken. Behalve de in het prospectus voorkomende groote plaat van de toren te Westkapelle van Eugène Lücker worden nog twee pagina's in beslag genomen door reproducties van de machtige, forsche etsen van dezen kunstenaarhet Stad huis te Middelburg en de toren van de kathedraal te Veere. Prachtig die zon-verlichte kollossus, zwaar af stekend tegen donker-dreigende lucht, met op den voorgrond door gierende storm geteisterde hoornen. Een foto van het Rij ksmonumenten-bureau geeft een mooi detail van het stadhuis te Middelburg. Dr. E. J. Haslingluus bespreekt twee torens en hun bouwmeestersde toren van Ransdorp en die van Loenen aan de Vecht. Artikelen over Hollandsclie kunst in België, over Musea en Tentoon stellingen en kleinere rubrieken, komen in deze aflevering voor. In de Augustus-aflevering geeft Kapelaan A. E. Rientjes, secretaris van het Gilde, een belangwekkende prachtig verluchte bijdrage. Het spijkerblok in de Kruisdraging van Christus, een bijdrage tot de Iconographie der Passietafereelen. Prachtige afbeeldingen zijn even eens bij het in het Duitsch geschreven opstelAusstellung für Christliche Kunst in Köln. Hist. Abteilung, zoo ook bij dat over de Tentoonstelling van Christelijke kunst te Keulen ge houden in September 1921, welk artikel geschreven is door L. J. Boog- mans. Hierop volgen artikels over de voorsteHing der begrafenis van de H. Maagd Maria, de St. Liduinakerk te Schoten en een uitvoerige, van zeer veel studie getuigende bespreking, van het grootsehe werk van D. Bierens de Haan: Het houtsnijwerk in Neder land tijdens de Gothiek en de Renais sance met een voorwoord van Dr. Jan Kalf, uitgave van Martinus Nykoff. Het Gildeboek, Tijdschrift voor Kerkelijke Kunst en Oudheidkunde van het St. Bernulphus-Gilde behoort ongetwijfeld tot de beste en mooist uitgevoerde tijdschriften van ons land. DISCIPULUS APOLLINIS. Melkoorlogje. In de stad Groningen werd den heelen zomer de melk geleverd tegen 12 cent den liter. Tegen den staltijd, ofschoon de boterprijzen maar weinig stegen, kwam de melk op 14 cent en 't publiek nam er genoegen mee, in de overtuiging, dat voor de veehouders de stalperiode duurder "uitkomt dan dc weidetijd. Maar toen 't zóó ge makkelijk scheen te gaan, kwamen de melkboeren een paar dagen later 16 cent den liter vragen, en dat werd toch de huismoeders wel te machtig. Een verhooging in totaal van 35 pet.! In de plaatselijke bladen werd aangeraden om de melkboeren te dwingen tot lagere prijzen, door zoo weinig mogelijk te koopen.Enkele veehouders van buiten, die anders niet in de stad leveren, kwamen daar hun melk aanbieden tegen 12 cent en 't gevolg is geweest, dat de huismoeders het pleit hebben gewon nen: voor een paar dagen al in en kele buurten en sinds Dinsdagmorgen vrijwel in de geheele stad, hebben de melkboeren hun prijs teruggebracht tot 14 eent en, tenzij de boterprijzen sterk gaan oploopen, zal die in den heele gevoelloosheid alsof zij onderhevig waren geweest aan een hypnotischen in vloed. Aldus in elkaar gedoken neerzittend, maakte Berar zich in dit doodstille ver trok dat inderdaad Veel van een graf had. ongevoelig en roerloos als een lijk. Zoo verliepten verscheiden uren zén der dat de homing1 van het hoofd der Thooga's eenigermate gewijzigd werd, zon der dat aan hem eenige beweging tp bespeuren viel, zonder dat het leven zich in hem anders openbaarde dan door de èiohte, bijna onmerkbare werking der adem halingsocganen. Deze slaar^ moest voor hem wel de voorlotoiper zijn van den dood. En toch, hoezeer ook ontheven aan do werkelijkheid, zijner omgeving,, Weef hij toegankelijk voor sommigje gewaarwordin gen van buiten. Zoo deed een aanvankelijk zwak irerucht ■Berar sidderen, ofschoon zich daarbij geen spier van Zijn gelaat vertrok en zijn oogen haar doffe, wezenloioize uitdrukking be hielden. Daar deed zich hetzelfde schu rend geluid van graniet over graniet boto ren en werd de geheime ingang zichtbaar door dezelfde bascuul-beweging. die Bi- kanel in staat had gesteld te vluchten VERSTROOIHEID. Eerste professor: Had ik mijn para- pluie niet meegebracht, collega? Tweede professor: Ja, ik meen hier is ze al (geeft hem zijn eigen parapluie. Na een pauze.) Maar waar is nu eigenlijk mijn parapluie? Ik had er toch ook een meegebracht. Eerste professor: O, is deze het misschien? Twee professor: Zeker. Hoe kom je daaraan? Eerste professor: Ja, dat is mij on verklaarbaar. GEWROKEN. „Nou zeg, ik heb me lekkertjes gewroken", zei de winkelier in schoe nen, handenwrijvend tot 'n kennis, toen 'n jonge dame zijn zaak verlaten had. „Hoe? Gewroken?" „Ja zeker! Die jonge dame die daarnet weggaat is een telefoon-juf frouw. En nou heb ik er ook es 'n verkeerd nummer gegeven!- Een schotel voor Vastendagen. De visch is tegenwoordig nog duur, de eieren zijn wat goedkooper ge worden, Geeft men die gekookt of gebakken, dan is één ei per persoon ■wat weinig. Maakt men er echter een schotel van dan is het veel smake lijker en voldoet ook meer, Men moet de eieren hard koken, overspoelen met koud water, pellen en dwars doormidden snjjden. Men legt ze in een vuurvast schotelje, maakt een saus door onafgeroomde melk, een stukje boter en een aan gemaakt lepeltje maizena flink te roeren tot het kookt en dik wordt. Dan doet men die saus over de eieren en zet ze even in den oven. Men kan er fijngemaakte aard appelen of rijst bij geven. Ook bij brood is het heel smakelijk. komenden winter wel niet opnieuw worden verhoogd. Een reuzen-votlefkaars. Een altaarkaars, die 1000 K.G. weegt, en die op fraaie wqze voor zien is van een reliefversiering naar antieke motieven, zal spoedig uit New-York naar Italië worden gezon den, om te worden geplaatst in de kerk van Onze-Lieve-Vrouwe te Pompëi. De kaars zal worden gebrand ter herdenking van Caruso. Zij is een geschenk van de weezen in het New- Yorksche weeshuis, die veel vriend schap ook in giften uitgedrukt hadden ondervonden van den beroem den tenor. De was is op een zoo danige wijze gepraepareerd, dat zij zoo te zeggen eeuwig goed bljjft, Op voorstel van Kardinaal Vannutelli zal de kaars ieder jaar slechts eens, n.l. op allerzielen, worden gebrand, maar dan ook de volle 24 uur. Naar men heeft uitgerekend zal deze kaars die bijna 5 M lang is, onderaan 1.50 M. omtrek heeft, bovenaan 45 c.M' om trek. en die 3750 heeft gekost op die manier 1800 jaar kunnen dienst doen. (N. R. Ct.) Zwarte Plet bekeurd. Op verzoek van een inwoner van Santpoort heeft de rijkspolitie te Sant poort proces-verbaal opgemaakt tegen een 18-jarig meisje (plaatsgenooten), voor het feit, dat zij zich ter gelegen heid van het „St.-Nicolaasfeest als „Zwarte Piet" verkleed, bij genoem den inwoner in diens huis begaf. Het feit werd bestempeld met „huisvrede breuk". Bij informatie bleek aan de „O.H.Ct.", dat de verhouding tussehen den in woner en den vader van het meisje niet best was. Op het trapje werd een hoofd zicht baar, daarna een lichaam), gesteund door twee lange, magere beenen. Het fijngevormd gelaat met regelmatige bijna teedere trekken was omraamd door grijze bakkebaarden, en het breede voor hoofd ging schuil oinder de regelmatige plooien van den ontzaglijken hindoe-tul band. Het lichaam, mager als een geraamte, was bekleed met een lichte, helderwitte kaftan. Een kleine kandjar, waarvan de greep rijk versierd was met edelgesteente stak half uit de ceintuur van fijne witte ■zijde,' die de kaftan samen bood om "!het middel van dit zonderling personage, wiens eenvoud echter niets banaals had. Na den vloer van het vertrek te 'hebben betreden, schudde hij licht het stof van zijn sandalen en vestigde vervolgens zjjn oogen, die een levendige, maar toch Zachte uitdrukking hadden, op den nog steeds in zijn toestand van onbeweeglijkheid volhar denden fakir. Met zachte maar welluidende stem sprak hij: „Berar, ontwaak!" (Wordt vervolgd.) Naar het Fransch van L. B. 85) o Evenals zijn broeders de andere fakirs had men ook hem onderwezen in de geheimen die dooden en die levend ma ken. Men had hem geleerd, ongevoelig te z'ijm voor vermoeienis, voor ontbering, .voor zedelijke en lichamelijke smart, voor folteringen van allerlei aard; men had ,hem' ingewijd in de welen3cnap. die onder ■den naam van maimet>nfe den mensciie- lijken wil doet insluimeren, tijgers be- heerscht, slang-m aan zich onderwerpt en Zich zelfs uitstreat tot stoffelijke voorwer pen.... En zóó was hij geworden de arm van die mannen, wier altijd wei'kzame, steeds met nieuwe en de meest onbegrijpelijke abstracties bezigte gp=st 7,ca zooveel mo'- gelijk tracht te onthechten aan liet stede lijk leven. De uitverkorenen danken, de fakirs han delen, altijd blindelings en dikwijls ver- sehrikkeljjik. Men eischt van ben op de eerste plaats; dat zij geheel afstand doen van hun eigen vrijen wil. Daarna beveelt men hen, naar den ciseh der omstandigheden, dezen of genen te bespionneeren of hem met onverdeel de toewijding te dienensoldaat te worden in Jiet Indische leger of in de gelederen der oproerlingen, zich te vernederen tot slavendienst of het uiterlijk' aan le nemen van een radjah; men gebiedt hun, een bepaalden persoon to genezen ot hem een ongesteldheid te bezorgen, hem lief te hebben of te haten, hem te redden of te vermoorden. Eu de fakir gehoorzaamt zonder een woord te spreken, zonder een gebaar te maken, zonder te aarzelen of zich door iets tc laten, weerhouden, noch door moeilijkheden, noch door folterin gen, noch door den dood. Onvoorwaarde lijke gehoorzaamheid, ziedaar voor hem de groote plicht. Tot deze lieden behoorde Beiar, die met ijzingwekkende stiptheid de zoo uiteen-' loopende bevelen had tc-n uitvoer ie- bracht, hem opgelegd door de poendits de uitverkorenen, die men nimmer zai maar wier grenzenlooze macht men elk oogenblik en overal gewaar werd. ,'r°ch ofschoon hij zich .nu tot mach teloosheid gedoemd zag kwam" zijn ver schrikkelijke woede weldra tot bedaren.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 5